DAG dUBUut NiK iov muditoluiiliR iibiowil NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. 62*Jaargang OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, FEUILLETON. ollandsche aren. ings-Comlté. strijd- 1 om het beate*» gestreden; «B er Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen 36 EERSTE BLAD. Wat me meeiiiiigeii en u beslissingen bepaalt. Dit nummer bestaat uit twee bladen. We «preken daar 1338 295 (Wordt vervolg! AN ZOON. Gffli* ilachtoffers. Wan- ivermogen gelede» iw werk niet nwèr i; wanneer gy oa- uwachtig; prikkei- lumeurd, dan zjjt ten slachtoffer te ix> voort, dan kunt eer! Daarom ver- nu het nog tyd ia het kostoljjk* m zeker de verlo- wedergeeft. EÜ trstandsvermogNh) :p ea.veriprlkkeud •wekt gwoel va* p dat bg MS 1 behoort. Neemt UU het Bneotach rah DAVID LYALL lUr J. F. WËSSELINK-^VAN ROSSUM. (Nadruk verboden.) BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DGLIX. Zoowel de Tweede al» de Eerste Kamer heeft zich zonder eenige oppositie vereenigd met het wetsontwerp dat het grondgebied der gemeente ’s-Gravenhage uitbreidt met dat der gemeente IxxMduinen. Men moet dezjp keurige, diplomatieke omschrijving met het min of meer hatelijke woord an nexatie inderdaad bewonderen. Loosduinen is niet geannexeerd, niet opgeslokt, niet ge naast maar het grondgebied van deze ge meente is toegevoogd aan dan Haag. En met het grondgebied gaan da bewoners, gaat allee wat er op den grond staat en leeft, als van zelf mee over. In anders gevallen heet het steeds dat twee gemeenten worden aa- mengevoegd en dat do nieuwo gemeente den naam zal dragen van een van beide. Tegen over Loosduinen heeft men het nog keuriger gedaan. Het doet er ten slotte niet heel veel toe, welken vorm gekozen wordt, want het resultaat is natuurlijk hetzelfde. Loos- duinen i» opgelost in den Haag on zal lang zamerhand daarvan niet anders dan oen bui tenwijk zijn. Voorshands houdt het nog min of meer een eigen karakter maar naar mate do uitbreiding van den Haag meer en meer op het oude Loosduinsche grondgebied komt, zal het oude gedeelte meer en meer een restantje zijn. Zoo blijft er voorloopig een eigen bureau van den Burgerlijken Stand. Dat is niets bizonders, want Scheveningon heeft ook haar filiaal van dit bureau. Reeds nu zijn er ten opzichte van Loos- duinen plannen gevormd door het gemeente bestuur van den Haag en wel in de eerste plaats voor do oprichting van oen nieuwo groentenmarkt, waarmede dan Loosduiners een groot voordeel zul worden geboden. Met niets is het zoo treurig gesteld als met deze markt. Al sinds vele jaren is die veel te klein. Van een marktplein is geen sprake. Het verkoopen tusschen de handelaren uit het Westland, die met hun schuitjes komen en de groenteboeren va nden Haag heeft plaats op den wal van eenige grachten, waar veel te weinig ruimte is. Reed» nu is het plan gemaakt om de Loosduinsehe vaart, dicht by het voormalige Loosduinen door middel van een kanaal te verbinden met da Laakhaven. Daardoor komt de gelegenheid om dit gedeelte van den Haag geheel in aan sluiting daarmede aan te leggen. Er is op het oogenblik niets anders dan weiland, en dus is het terrein nog vrij, in de on middellijke nabijheid van dit kanaal kan dan een groentenmarkt worden gesticht, hetgeen voor de verkoopers uit Loosduinen een zeer groot voordeel zal zyn, want zij blijven dan een heel eind dichter bij hu ia Het gevolg zal dan kunnen zijn, dat nog meer verschillende grachten in den Haag gedempt kunnen worden, hetgeen voor het verkeer in de binnenstad op den duur on vermijdelijk zal z(jn. Hieruit volgt nu reeds welk een groote beteekenis de annexatie van Loosduinen ook voor den Haag kan hebben. Bovendien zal de verkeersweg van den Haag naar Loosduinen zeer verbeterd kunnen worden, omdat een goed deel van ds Loosduinsche Vaart gedempt kan worden. Op die wijze wordt de toegangsgweg naar het Westland veel beter en dat is juist voor den Haag van zeer veel belang al zou het bijvoorbeeld reeds zijn voor het vreemdelingenverkeer, dat zich nooit veel naar het Westland heeft gericht. standelijke on logische overwegingen ons tot keuze of beslissing geleid. Natuurlijk wordt in normale gevallen de kracht van ons denken niet geheel uitgeschakeld. Maar het is ook dan nog slechts telden een vrije kracht in zooverre, dat dat denken beïn vloed wordt door wat aan meeningen als resultaat van ons voorbije leven in ons ge dachtenleven aanwezig is. Wanneer dit nu zoo is, dan is het ook duidelijk, waarom een» anders redeerin- gev zou moeilijk onze overtuiging en onze opvattingen kunnen wijzigen. Want v >or die wijziging was niet verandering onzer verstandelijke overwegingen noodig, die voor dergelijke veranderingen onder den invloed van logische bewijzen veelal we! vatbaar zouden zijn, maar van onze per soonlijkheid. En die persoonlijkheid is niet te wyzigen buiten zekere grenzen om en verandert daarbinnen slechts heel moeilyk en langzaam. Het is dus niet zoo, dat verandering van overtuiging en opvatting niet mogelijk is, maar dat ze alleen binnen zekere grenzen mogelijk is, en dat ze dan niet het gevolg is van anderer redeneeringen en betoogen mw omdat de mogelijkheid van de neigin tot die verandering reeds in ons besloten lag en onder allerlei levensin vloeden r.h ontwikkeld heeft, waarna soms een rede neering van anderen de eindstoot schijnt te geven, in werkelijkheid ons gewoonlyk ais ‘t ware slechts ven gunstige gelegen heid schept om over te stappen. Als van elke bewering, die werkzaamheid var ons innerlijk leven raakt, is ook de juistheid van deze maar moeilijk te bewij zen Maar wie gewoon is eigen doen en denken, wat nauwkeuriger te controleeren en zich rekenschap te geven ook van de verborgens te motieven Van zijn meeningen, woorden en daden, kan haar aan zich zel- ver. en in eigen leven ervaren. En het ia deze ervaring, die ons niet alleen zelfken nis leert, maar ons ook ander* menschen in hun doen en laten veelal beter doet be grijpen. K. kost per fl**=h 12 fl. ƒ81.— i da meeste Apo- Drogistea, >R NAMAAK! i*Co, 1/4. Dom HppC* I teruggenomen Wo «preken daar van vreemdelingenver keer en opeens komt de gedachte op, hoe in het komende jaar dit verkeer voor den Haag zal zijn. Men heeft er in de nauw daar bij betrokken kringen weer alle hoop op. Gelukkig dat onverwoestbare optimisme. Men hooft er moejj op omdat men hoopt, dat Amerika weer heel wat toeristen naar Europa en dus voor een deel ook naar Hol land zal «puien. De verhalen die daarover reeds naar ons land s|jn overgewaaid, zijn zeer gunstig maar het is alleen de vraag of de hooge valuta in ons land niet zullen afschrikken. We hadden de vorige week het genoegen eenige uren door te brengen in gezelschap van een Jongen man uit Australië, die al anderhalf Jaar onderweg 1» op een wereld reis. Hij heeft Amerika en Europa reeds doorkruist en vertoefde nu eenige dagen in Holland. Nergens was het zoo duur als hier, vertelde hij on». Gelukkig begreep hij de situatie wel, maar dat neemt niet weg dat het zóó en niet anders is, en dat de vreem delingen rekening zullen houden. W(j a|jn dus niet zoo optimistisch al willen wfj er het beate van hopen. De verjaardag van Prinses Juliana is in de residentie ditmaal met iets moer drukte gevierd. Kinderkoren brachten eon serenade waarbij Jupiter Pluvius ongevraagd «ijne niet-gewenschte medewerking verleend». Overigens bestaat de vieringg ih een groo tere drukte op straat, die uitgelokt wordt door de verlichting der openbare gebouwen. Over het algemeen heeft deze vorllchtiag niet veel te bottelden. Het zijn «wies lamp jes die eon letter voirnen en een kroon ver lichten en voor het overige slechtj een zon derling effect maken te midden van de ove rige straatverlichting. Het eenige wat er misschien wat meer gezelligheid bij kon aanbrengen zou muziek zijn, maar die blijft afwezig en dat ia Jammer. Thans wordt het de opgeschoten Jeugd, die den boventoon voert en die toon is bijster welluidend en beschaafd. Misschien ware het beter in verschillende wijken van de stad concerten te gevon, die allicht door de inwonemden op prijs werden gesteld. Men 1» met doze feest dagen aan het eind van de vermakelijkheden en over het algemeen bestaat er te weinig animo voor deelneming aan feestelijkheden dan dat men deze op eenigszins breede schaal kan opzetten. Nu Is zoo'n dag alleen maar een ïawaal- dag, vooral des avonds en dat is toch ze ker niet de bedoeling van de viering van een der g el y ken dag. Er is wel een vereeniging voor volksvermaken, maar deze schijnt haar aandacht alleen aan da beide Augustus feestdagen te wijden, die natuurlijk meer geschikt z(jn voor viering in de open lucht. Het gemeentebestuur laat het aan deze ver- eeniging over en nu gebeurt er niets op dezen dag van 30 April. Een beetje veran dering daarin ware niet ongetfbnscht. Eigen- persoonlijkheid en van ernstiger en indrin gender karakter. Maar dat neemt niet weg, dat ook ten opzichte van wat wy gewoon zyn kleinigheden te noemen of ten op zichte van een gebied, dat geheel buiten ons gevoel- of zieleleven sciiynt te liggen, het verstandelijke en abstracte denken niet de alles overheerschende en in 't algemeen zelfs niet de beslissende rol speelt Over ’t geheel denkt de mensch zich zijn wezen te simplistisch, dat Wil zeggen te eenvoudig van structuur. En naar die op vatting verdeelt hy de functie» en de werk zaamheid van wat,hy zyn verstand, zijn gevoel, zyn hartstochten pleegt te noemen. In werkelijkheid is iédere werkzaamheid van ons leven zeer samengesteld van ka rakter on spelen by iedere innerlijke wer king vrywel alle factoren, die ons geestea- en daarmee ook ons uiterlyk leven beheer schen ,in meerdere of mindere mate een rol. Wy weten dat veelal zelf niet en noe men dit een resultaat van ons denken, dat van ons voelen, iets anders weer van onze hartstochten, neigingen en instincten. Maar al die resultaten, 't zy zy zich in woorden daden of gedachten openbaren, zyn het ge volg van de werking van al die krachten te zamen. En het is juist het verstandelijk denken, jdat daarbij meestal slechts een vry onbeteekenende en onvrije rol speelt, onbeteekenend althans wat de richting on zer meeningen, beslissingen en daden be treft, beteekenisvoiler wat hun nauwkeu riger vorm of de wyze van uitvoering aan gaat. Alles wat van ons uitgaat aan woorden, gedachten of daden, is in diepsten grond het gevolg onzer persoonlijkheid, zooals die werkt onder den invloed der levensomstan digheden. In die persoonlijkheid, wanneer ze actief, dat wil zeggen in .werking is, speelt ook het denken een rol. Maar /an Veel meer beteekenis en oneindig sterker invloed zyn de neigingen, instincten, zoo als die van nature in ons aanweizg en on der den invloed van het leven vervormd zijn en van meer beteekenis ook herinneringen, beelden, die uit vroeger dagen in ons zyn blijven leven. Dat alles vormt den eigen lijken grond van ons wezen. Maar het is ons in zijn vorm en zyn werking veelal slechte ten deele bekend. En van de wer king der factoren, die dit wezen bepalen, zyr. wy ons slechts duister of in ’t geheel niet bewust. We weten niet, dat het deze neigingen en instincten, dat het dit instinc tieve wezen is, dat voor ons kiest en dat we daarna met ons verstand die keuze als ’t ware reguleeren, dat wil zeggen, het ach teraf zoo beredeneeren, als hadden die ver- Éen kwade luim is de grootste vijandin van onzen levenslust. CHEIIHIIIXT. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.80, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 11, GOUDA, b| onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onsa bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur.; Administratie Tel. Int 82; Redactie Tel. 545. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels 1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—4 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertantiën de helft van den pr|js. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gtreduceer- den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingeconden door tusschenkomzt van soliede boekhan delaren, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing het Bureau «ijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. feit, dat de officier van justitie ver geet in ’t licht te stellen. „Zou Pat thuis zijn?” vroeg zij, toen Tibbie niet antwoordde. „Ja, daar kijkt hij uit het raam. O, Ailie, zou je denken, dat het je ge lukken xou juffrouw Brooke hier op bezoek te krijgen? Dan zou ik haar tenminste gezien hebben, nu voeg de zij er haast norsch aan toe „het voornaamste deel van mijn mis sie niet geslaagd is.” „Wij zullen zien,” antwoordde Ali son niet een kalmen lach. Toen stond Pat aan de deur en bij de vroolijke, broederlijke begroeting, die volgde, werden de moeilijkheden, die aan den horizon opdoemden, vergelen. Tibbie bracht over het geheel geno men een prettig bezoek aan de pasto rie te Rochallan, en zij was dadelijk ihgenomen met Edith, die 's Zaterdags avond» kwam en tot Maandagmorgen bleef. Maar toch was zij er zich van bewust, dat zich tusschen Alison en haar een steeds hooger wordende bar rière ophoopte nooit was het verschil in leeftijd tusschen haar beiden seher* per uitgekomen. Alison keek van een zekere verheven hoogte neer op Tib bie zooals men op een kind neerziet, dat nog te jong is om het geheel in vertrouwen te nemen. En toch was Alison naar Tibbie’s opvatting het ar- gelooze en onervaren kind, en wat zij deed, niet anders dan een corned ie van dwalingen, die zouden hebben kunnen amuaeeren, indien ze niet haar bie. dan kan alles heel anders gaan. Je komt dan natuurlijk bij mij.” „ik zal er je komen opzoeken, maar ik heb een plan voor mijzelf. Ik denk, dat ik waarschijnlijk naar Londen ga, en daar voorgoed blijf wonen.” „#il je daarmee zeggen, dat je daar een betrekking zult vinden?” „Dat niet precies. Ik zou graag in een van de Tehuizen gaan wonen. Ik heb een vriendin, die in het Presby- teriaansche Tehuis van Canning Town is en zij is daar heel gelukkig. Maar in de eerste plaats zou ik eenig in komen moeten hebben. Ik hoop, dat ik wat zal kunnen verdienen.” De laatste woorden zei zij eenigs zins bedrukt; want het was op haar letterkundig werk, dat zij haar hoop gesteld had en zij had juist iu die week na veel geschaaf en gepolijst een van haar schetsen over Birtley op een ontdekkingsreis uitgezonden. „Het is hier een vriendelijke streek, Ailie,” zei Tibbie met een zucht, toen zij het kleine, grijze huis in het oog kregen, dat onder de boomen achter de groote zandsteenen kerk gemetseld lag „Dikwijls wensch ik den tijd te rug, toen wij er allen nog als kinde ren woonden.” *„Ik was eigenlijk nooit een kind, Tibbie. Daaraan moest je denken, als je over mijn toekomst tobt/’ zei Ali son, zonder eenige bitterheid, maar langzaam en bedaard, bijna op de wij ze, waarop de aandacht van den rech ter gevestigd wordt op een gewichtig ia toch overal. Wij moeten gelooven in het Plan, of wij zouden nooit ver der kunnen gaan.” „Nu, indien er een Plan i», dan kunnen wij niet anders dan er ojh bij aanpassen,” zei Edilh scherpzin nig. „En dan k er, naar mijn nvo ning, minder reden dan ooit wn zich bi-zorgd te maken.” „Maar wij zijn vrije werktuigen.’ „Hoe kan dat, als er een Plan is?” „Üod heeft ons door onzen vrijen wil macht genoeg gegeven, en indien die vergezeld gaat van gezond ver stand, zdbala hel behoort, dan kun nen wij de noodige voorzorgrmaatre* gelen nemen om in ons leven geen schipbreuk te lijden „Maar dat zou je zuster niet kunnen o\ er kom en. Zij is zelf zoo goot, zij zou met geen werkelijk rlechl ma i kunnen leven Ik hoop niet, dat je bedoelt, dat mijnheel (frewe dat is Na oen kort overleg met zichzelf, vertelde Tibbie, wat zij wist ,’ari Cla ra .Odell. Edith hoorde het verhaal kalm aan zonder hot minste teekeu van af.iehuw of ontsteltenis „Te oordeelen naar wat je mij ver telt, zou ik zeggen, dat moeder en dochter beiden intriganten zijn. Hecht met te veel gewicht aan wal mevrouw Cdell hoeft verteld. Vind je het aan nemelijk, dat de heer Crewe een hu welijksaanzoek aan je zuster zou heb ben gedaan, indien hij geen vjlkomen irlj rtian was?” „Reken er maar op, dat hij nun niets heeft verteld,” antwoordde Tib bie kortaf. „Hij is er net de man n«ar, om op zekeren morgen heel ter loops te zeggen: „Ik ga vandaag trou- Wem Jullie kunt net doen, wat jelui „O, Tibbie, probeer toch een beetje “teder onbillijk te zijn. En je tong is ,n elk geval te scherp.” komt, omdat mijn hart zeer dost, lieve, en ook omdat ik ongerust *D’ Wat zegt mevrouw Dunlop?’ „Wel, zij weet het nog niet, omdat hl in is; zij verpleegt Eve- •yn. Vertel mij eens, heb je er ver- er over hebben gedacht, wat je gaat i heel veel plannen. Aan liikh *oeko.m8t tullen niet zooveel moeir J!faeden m den we8 liggen, bet is Ailia wen vraaE8tuk van beteêlcenis, 10 apelwj1»1 8een “a“ 5611 W ®e“ TO1 «I» ik te Old. Hall beo, Tib- By d« behandeling van het Voorstel-Braat tot afschaffing van den zomertijd, dat de Eerete Kamer met een opmerkelijke meer derheid Verwierp, vertelde een der heeren, dat hij oorspronkelijk tegen den zomertijd wa«, maar door de redeneeringen en ar gumenten van de voorstanders tot een te gengestelde meening kekeerd was. Gaat het u als mjj. dan heeft u deze bekentenis alè «en merkwaardigheid getroffen, niet zoo zeer omdat de meeaten van een dergelyke verandering van zienswijze -gewoonlyk niet zoo openhai-tig getuigenis afleggen, al» wel vooral, omdat het zoo uiterst zelden voorkomt, dat iemand door redeneeringen van andersgezinden er toe komt eigen op vattingen te laten schieten en sdie’ van den aanvankelyken tegenstander te aanvaarden, zoo zelfs, dat ik geneigd ben te veronder stellen, dat het bedoelde Eerste Kamerlid geen overtuigd tegenstander van den zo mertijd geweest is, maar steeds min of meer geaarzeld heeft. Ik weet wel, dat er velen zullen zijn, die dit nog zoo grif niet zullen toegeven. Maar het antwoord, dat minister De Visser in dezelfde Eerste Ka mer op het betoog van professor Steger gaf, toen deze voor het onderwijs in lo gica pleitte, dat namelijk dit onderwijs de leerlingen niet tot God zou brengen en dat de invloed van de logica op een religieuse levensbeschouwing geheel afhangt van ie praemi»se, van wat dus in den persoon zelf en in zijn levensomstandigheden aanwezig it, toont ten allen overvloede wel, dat ik in deze meening niet alleen sta en zal onge twijfeld velen van de ontkenners een beet je dichter by myn stelling brengen. Im mers, men is allicht geneigd te erkennen, dat iemand’s godsdienstige overtuiging niet een zaak is van het abstracte denken al leen, maar geeft dit niet zoo gemakkelijk toe ten opzichte van allerlei andere op vattingen. Nu is ongetwijfeld de rol, die het ab stracte denken by het vormen onzer mee ningen speelt, ook ongetwijfeld geringer hij het zich vormen eener godsdienstige overtuiging of levensbeschouwing dan bij het kiezen voor of tegen den zomertijd. In ’t algemeen kan men wel zeggen, dat die rol aan overwegends beteekenis inboet, al naarmate de vraag, waarover het gaat van meer beteekenis is voor ons leven en onze tragische zijde hadden gehad. „Daar je een lid van onze familie zult worden Edith,” zei Tibbie, ter wijl zij samen in den laten Zondag namiddag langs het strand dwaalden, „zou ik dolgraag willen weten, hoe je over het huwelijk van AHaon denkt.” „Ik heb den man niet gezien,” zei Edith. „Maar het schijnt, dat zij vol maakt gelukkig la.” „Dat is juist het tragische van het geval; zij is gelukkig, omdat zij niets van den man weet Ik weet niet of •Pat je heeft verleid, dat de heer Cre we de groote man van Birtley is en hij is de groote man op zijn slechtst. Hij heeft zichzelf opgewerkt, en hij bezit al de fouten en den strijdlust van den man, die door eigen inspan ning is geworden wal hij is. Ik heb daar nu ruim vijf jaren gewoond, en ik weet heel wat van hem. Hij wordt noch bemind noch geacht in de plaats, en er gaan verhalen over hem, die men niet graag herhaalt. Wat denk je, dat in zo<rn geval mijn plicht is? Moet men zijn zuster niet trachten in te lichten, indien zij niets weet?” Edith dacht een oogenblik na, en in haar oogen lag eenige pathos, terwijl zij langs den verren grijzen horizon dwaalden, waar zich de stormwolken samenpakteu. „Ik weet het niet. Mij komt het voor dat men zoo bitter weinig weet van het leven. Het is meest altijd maar eeu blindelings voortstrompelen.” „O, neen!” riep Tibbie snel. „God

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 1