npel
MN
doos
Niet door menschenhanden gebouwd
Uit het Engelsch van DAVID LYALL
door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
(Nadruk verboden.)
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 15232
62*Jaargang
Zaterdag 12 Mei 1923
sffen11
te
Zomerstoffen
LAGE PRIJZEN.
■•ren,
»kle»'
Zijden-, Wollen stoffen
Frotté’s
ZOON
TELEN
Ziekenart.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
EERSTE BLAD.
Fascisme In Nederland?
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU
WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
INGEZONDEN MEPEDEEL1NGEN.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Heeft U onze collectie
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
reeds gezien
■MKT IB
GOUDA
1411 40
1312 104
FEUILLETON.
■EN BON
ÏRH006IN8
1413 100
Geduld is de vijand van de jeugd, de
vriend van den ouderdom.
Oaarne zenden wij U onze
collectie ter keuze.
dat de omwenteling,
in man, hun Mueeo-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.00, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur.; Administratie Tel. Int. 82;
Redactie Tel. 545.
GOUDA.
DURANT 270
1AAG
LETZEEP
IJ U
IK
N,
T-
N.
ver
over
Zelfs
wiet alles
behalve beak van Delft naar Overschie
maar Anderzijds: laat ons opkomen voor
onze volksvrijheden, voor onze Volksverte
genwoordiging in de eerste plaats, die soo-
als zij historisch gegroeid is en met alle
onvolmaaktheid, die menschenwerk eigen
is, toch te goed is om het mikpunt te wor
den voor den smaad en den laster van po
litieke onkunde, Streberei en speculatie op
onevenwichtige geesten, die in deaan tijd
gemakkelijker in beweging z(jn te krijgen
dan ooit tevoren.
studenten bestond. Het zij zoo en wij wil
len er nog aan toevoegen, dat de leider der
vergadering, toevallig evenals dr. Venders
privaat-docent aan de Leidsche Universi-
teit, weliswaar een zeer knap man is, doch
zoo weinig man van nuchtere realiteit en
politiek leiderstalent, dat men vooralsnog
geen tweeden Mussolini in hem heeft te
zien. Maar al is dit alles zoo, dan blijft er
nog reden te over om bij zulke verschijn
selen stil te staan.
Het program van deze „actualisten” geeft
vrjj duidelijk weer, wat hen drijft. Et moge
aan hun politieke en econoinische scholing
veel ontbreken het program draagt daar
de ke^iteekenen van wat zij willen, is
kort en goed dit: Weg met het Parlement;
één sterke eerste minister (aan wien de
andere ministers verantwoordelijk zijn) en
die uitsluitend aan de(n) Koning(in) ver
antwoording verschuldigd is, terwijl bij
de(h) Koning(in) uitsluitend het
regeeringsgezag in hoogste instantie be
rust. Het Parlement mag dan adviseeren;
aan wi§ het zijn adviezen uitbrengt, ver
meldt het program niet. Wij laten het pn>-
gram van het overige daar, al is de ver
leiding groot om eenige van de fraaiste
programpunten eens even te belichten.
Hoofdzaak is voor ons, dat zulke oneven
wichtige plannen in onze dagen opkomen
in het brein van intellectueelen en dat zelfs
aan alle beschaving gespeend geschimp (dr.
Venders’ artikelen in „De Katholieke
Staatkunde”) bij een zeker deel van het pu
bliek succes hebben.
Ook wie volkomen laat gelden, hoe in
een tijd van crisis en malaise, in een pe
riode waarin de bezinning na jaren van zin-
looze vernietiging terugkeert, alle geroep
om verandering van het bestaande gehoor
vindt, ook wie daarom het fascisme en het
allernieuwste, het „actualisme", niet zwaar
der opneemt dan het verdient, zal goed doen
oog en oor voor deze vernietigende ten-
denzen open te houden.
Is wat al deze heeren willen, niet de
verst-gaande reactie tegen onze staatkun
dige samenleving? Gevoelt men achter al
het geschreeuw van een Verviers en ach
ter het „program” van de Leidsche „ac
tualisten” niet dit ééne: alles is verkeerd,
alles gaat fout, wy fascisten, actualisten,
zullen het beter doen!
Laat ons de heeren serieus nemen. Zy
willen het en men loopt dan niet de kans
het gevaar te onderschatten. Het gevaar,
want een gevaar .is het, al kan het zeer
wel een fiasco worden van den eersten
rang. Is het niet treffend, dat het eerste
wat deze mannen beoogen is‘het Parlement
uieeden rug van net rariemunt ncnuut,'vut-
komt kwaïyk aan de verdenking, dat iuj
zonder kennis van zaken oordeelt en ver
oordeelt.
Aan klinkklank van fraaie woorden by
deze heeren geen gebrek. Reed» dadelyk
het begin van hun program: „in zoo hoog
mogelyke mate versterking vin het regee-
ringsgezug te vereenigen met vrijheid van
de individuen.” Maar wie, die even door
dunkt, gevoelt met aanstomia, dat juut om
de vrijheid der individuen te verzekeren,
iota Doodig is naast en zoo noodig tegen
over dit zoo sterk mogelyke regeeringsge-
zag, wat ten slotte op een Volksvertegen
woordiging moet neerkomen, die het laat
ste woord kan spreken.
Het regeeringsgezag in hoogste instan
tie by 4en Koning 1 Terug dus naar de ab
solute monarchie. Blinde overgave aan wel
ken koning ook, aan een bekwaam en hoog
staand vorst, maar ook aan een huiven im
beciel of zedelyk laagstaand monarch, die
het land in het verderf zou storten. Is dit
nu waarlijk het ideaal van deze politieke
omwentelaars?
Een Eerste Minister zonder portefeuille
die uitsluitend verantwoordelijk is aan den
Koning en die dus vermoedelyk op eigen
verantwoordelijkheid door den Koning ge
kozen wordt. Geen manisterieele verant
woordelijkheid, dus geen gestadige voeling
tusschen Overheid en Volksvertegenwoor
diging! Eén Minister, die de baas is, zeg:
de Nederlandsche Mussolini - de overige
Ministers zijn ledepoppen wat deze al-
leenheerscher goed doet of niet goed doet,
is alleen de zaak van den Koning, dus van
een figuur, waarbij alle waarborg voor vol
doende inzicht en karakter voor deze posi
tie ten eenenmale ontbreekt.
Wat zijn deee hervormers naïevelingen,
kinderen in de politiek!
Zij rekenen er ou, c
welke zy beoogen, nu
lini, op het kussen brengt en dan zal alles
goed worden! Zij vernietigen ons aller me
dezeggenschap, in het vertrouwen hun rich
ting te zien zegevieren. Zy roepen om een
Lenin, om een Mussolini, om een alleen-
heerscher en zoo halen zij vanzelf te eeni-
gertijd, indien de zon van hun alleenheer-
scher zal zijn ondergegaan, hun felsten te
genstander binnen. Zij nemen den rem weg
die iedere machine noodig hééft om snel en
goed te functionneeren en zij laten hun
machinist volkomen vrij om door alle be
letselen heen te ryden. Dat dit op een dé
raillement, op een débacle moH uitloopen,
ontgaat dezen naïeven geesten blijkbaar.
Laten wjj het niet te zwaar opnemen,
Is hier te lande een fascistische beweging
aan het groeien?
Deze vraag zal sommigen wat vreemd
in de ooren klinken. Fascisme dat is iets
Italiaansch, iets voor warmbloedige natu
ren en niets voor het nuchtere Nederland.
Aldus vertelt men elkaar en men meent
dat daarmee de zaak afgeloopen is.
Het komt ons voor, dat deze beschou
wing ietwat te simplistisch is. Zeker, ons
land verkeert niet in gelijke omstandighe
den als Italië in de dagen, toen Mussolini
zyn oogenblik gekomen achtte. Doch zou
het geen struisvogelpolitiek zyn, te ontken
nen, dat ook hier te lande, zoo goed als
in andere landen, factoren werken, die in
de richting gaan van omwenteling van het
bestaande, zy ’t dan ook niet in den zin
als socialisten en communisten zich die den
ken?
Men denke aan de actie van den R. Ka
tholieken dr. Venders, die in de meest op
ruiende termen propaganda maakt voor
een totalen .ommekeer in ’s lands zaken
en daarvoor allerminst tegen geweld op
ziet. Aan de Regeering zijn hierover vra
gen gesteld en er heeft zich naar aanlei
ding daarvan een dispuut ontwikkeld over
de vraag, of de actie van d». Venders on
der de strafwet valt en zoo ja, of het dan
verstandig is dezen privaat-docent aan de
Leidsche hoogeschool te vervolgen. Voor
ons is dit niet de hoofdzaak. Of deze heer
de strafwet al dan niet wist te omzeilen,
zoowel als de vraag of men dezen man tot
martelaar moet maken, dan wel of men
hem moet laten begaan, kan belangwek
kend zyn, veel belangryker lijkt ons het
feit, dat een r.-katholiek intellectueel, een
man aan wien een deel der opleiding van
onze studenten is toevertrouwd, tot zulke
meeningen komt en daarvoor propaganda
maakt, dwars tegen de officieele r.-katho
lieke staatkunde in zijn land in.
Een tweede, niet minder bedenkelijk ver
schijnsel is de stichting, enkele dagen ge
leden, te Leiden, van een centralen raad
van actualisten”, onder de leuze: „Gezag,
geen meerderheid! Eén hoofd: één volk.
Sterk bewind: ware vrijheid!"
Niets meer en niet minder!
Nu zal men ook hier hooren, dat die
mensdien niet au sérieux te nemen zyn;
men zal er op wijzen, dat de vergadering
niet druk bezocht was en meerendeels uit
te onttronen Alsof ons Parlement de schul
dige ware aan den wereldoorlog en alle
andere misère, wordt het Parlement zyn
macht ontnomen. D. w. z. aan het volk
wordt zyn macht ontnomen, zyn vertegen
woordiging, welke voortdurend de Regee
ring en de ambtelijke bureaux controleert
en voor het volk opkomt, indien dit door
een Regeering mocht worden verdrukt. Het
geheele parlementaire stelsel, in ons land
heelhet werk van Thorbecke, onze consti
tutioneel©. monarchie, onze geheele zelfrë-
geering moet vertrapt worden. Dit alles
moet weg. Hoe veel van de volgelingen van
Verviers en van dr. K. H. E. de Jong sul
len studies gemaakt hebben van ons staats
recht, hoe velen daarvan zullen werkelijk
op de hoogte zijn van onze staatkunde en
van onze staatshuishoudkunde?
Wy zullen niet beweren, dat onze Volks
vertegenwoordiging feilloos ia. Verre van
dien. De volledige democratie, het alg^
meen kiesrecht voor mannen en vrouwefi,
is nog in de kinderjaren en werkt allicht
nog pift in alle opzichten perfect. Maar
wie in zyn baloordigheid alle misère op den
51 -
Zij heeft getracht zich bij mij on
misbaar te maken, dat heeft zij; zij
heeft met haar talenten bij mij gewoe
kerd in de hoop, dat zij nog eens
de meesteres van Old Hall zou wor
den. Uw dochter is een1 heel mooie
vrouw, mevrouw Odell, en ook zeer
handig, maar ik las haar bedoelingen
als in een open boek. Vertel mij eens,
heeft zij er nooit tegenover u op ge-
«nspeeld, dat ik haar mogelijk zou
trouwen?”
Mevrouw Odell zat een oogenblik
wanhopig in gedachten verzonken en
kwam tot het besluit, dat zij haar
eigen zaak het best zou dienen door
geheel openhartig tegenover den heer
Crewe te zijn, want hij was werke
lijk een verschrikkelijk man, die toch
de waarheid wel te weten zou komen.
»Nu, mijnheer Crewe, dat heeft zij»
verleden jaar neen, het was in
het voorjaar van dit jaar toen zij
een aanbod van haar oom Joe te Stock-
port kreeg om op zijn kantoor ie ko
men, sloeg zij het af zooals zij zei,
om persoonlijke redenen. Zij verzeker
de mij, dat het op den duur veel
voordeeliger voor haar zou zijn hier te
blijven, en maakte toespelingen op u
en Old Hall, die naar ik meende, maar
voor één uitlegging vatbaar waren, of
schoon ik u kennende en den trots
van uw dochters, wel eenigszins twij
felde.”
„Dat was heel verstandig van u,
mevrouw,” zei de heer Crewe norsch.
„Wat u mij vertelt, verbaast mij in
het geheel niet. Het komt merkwaar-,
dig overeen, met wat ik reeds lang
vermoed heb. Nu, over een week of
zes ga ik met juffrouw Fleming trou
wen en de kleine luchtkasteelen van
juffrouw Clara spatten uiteen.”
„Natuurlijk doen zij dat,” zei me
vrouw Odell flauwtjes. „Het was heel
aanmatigend van haar, dat zie ik heel
goed in, om maar een oogenblik zul
ke verwachtingen te koesteren. Nu
kcmt, denk ik, aan alles een eind en
u zult haar haar ontslag geven? Het
zou mij niet zooveel kunnen schelen,
als de plaats bij haar oom te Stock-
port niet reeds vervuld was; goede
betrekkingen zijn moeilijk te krijgen."
„Ik heb geen plan haar te ontslaan
dat zou mij volstrekt niet passen. Het
zou eenige praatjes, die rond gaan,
maar voedsel geven. Ik ben van plan
juffrouw Fleming precies te vertellen,
hoe ik tegenover u en uw dochter sta.
Ik zal haar de geheele geschiedenis
vertellen en als zij als meesteres ie
Old Hall komt, zal zij, naar ik ver
onderstel, u bezoeken, zooals mijn
vrouw dat ieder in de plaats zal doen,
in wie zij om de een of andere reden
belangstelt. Dat is ook, watikwensch,
begrijpt u? Er valt niets te verbergen,
er is nooit iets te verbergen geweest
en dat weet niemand beter dan uw
dochter. Begrijpt u den toestand?"
„Natuurlijk, mijnheer Crewe.”
„Ik heb nooit een woord tegen uw
dochter gesproken, dat met door ge
heel Birtley gehoord mocht worden.
Wat dat betreft, geef ik u mijn woord
van eer. U heeft een moeielijk leven
gehad, mevrouw Odell, en ik ben van
morgen van mijn gewonen weg afge-
weken, omdat tusschen ons op dit punt
klaarheid moet heerschen, en ik ver
wacht, dat het nu in orde zal zijn.”
Mevrouw Odell barstte nu in tranen
uit
„En u zult Clara nog houden en mij
het huimten bewonen, nadat zij zoo
slecht is geweest.”
„Niet slecht," verbeterde hij, „maar
ijdel en dwaas en wuft. Ik raad u
aan haar strenger aan den band te
houden, beste mevrouw, of u zult nog
heel wat met haar te stellen hebben.
„Ik heb nu al heel wat met haar
te stellen; ik heb hoegenaamd geen
macht over haar. Zij gaat minstens 2
avonden in de week naar Birmingham
en komt terug met den trein van
twaalven en ik weet nooit bij wien
zij is," zei de zwakke moeder onder
tranen. „Ik hoop, dat u haar eens
DLX.
Ai sinds vele jaren worden allerlei
groote en grootsche plannen gekoes
terd ten opzichte van de residentie als
woonstad. Die plannen leven meer in
de hoofden van vele residentiebewo-
ners dan in die van hel gemeentebe
stuur. De trek van Rotterdammers
naar den Haag als hun woonstad is
zeer groot geweest. Door de slechte
tijden is dit wel eenigermate geluwd
maar juist daarom was het zaak Be
dacht te zijn op hetgeen te wachten
is als de algemeene toestand eens her
stellen mocht.
Het groote plan van een directen
verkeersweg van den Haag naar Rot
terdam ia wel eén der voornaamste
gedeelten van het algemeene plan.
Het zijn de rijksten, die zich de weel
de kunnen veroorloven van het forens
schap en deze zullen aan het auto-
eeizoen de voorkeur geven. De
bindings weg naar Rotterdam^ la
h< 1 algemeen zeer ongelukkig,
van den Haag naar Delft is het
benaive besii van Dein iiitnr Gverscnie
is met veertfeter en het dorp Over
schie is één en al inconvenient voor
het verkeer. Hoe het nu staat met het
plan van een «normen boulevard
rechtstreeks van den Haag naar Rot
terdam, is ons niet bekend; waar
schijnlijk rust het bij de talloos vele
plannen die door de bezuiniging in
ffet archief zijn opgeborgen. Dit is
waarlijk jammer en wij kunnen deze
methode van bezuinigen maar niet toe
juichen. Ovpr het algemeen weet men
geen bepaalde richting te geven aan
het zuinigheidsbeginsel. Het voornaam
ste bestaat in het niets-doen en het
uitstellen van alles wat in normale
tijden gedaan zou zijn. Daardoor wordt
in hooge mate de werkloosheid in de
hand gewerkt en de gelden die ter
bestrijding daarvan worden aangewend
moeten worden betrokken uit de op-
bi engst van de werken, die wel zijn
uitgevoerd, zoodat deze tenslotte duur
der worden, hetgeen op zichzelf al
weer niet bevorderlijk is voor de uit
breiding van de werkgelegenheid.
Wanneer belangrijke werken, die in
GO IDStHE COM NT.
goed onder handen zult nemen. Clara
moet bang worden gemaakt, flink bang,
dat heeft zij noodig."
„Dan moet iemand anders dat doen.
Ik kan mij daarmede niet inlaten. Als
mijn vrouw op Oid Hall komt, kan
die haar onder handen nemen. Zij
heeft het ver gebracht in ajle moge
lijke zendingswerk. Maar mijn doel
dezen morgen is geen ander, mevrouw
Odell, dan een leugen te dooden. Er
zijn er heel wat over mij verteld. ar
is heel wat over mij gesproken in de
ze plaats, hoofdzakelijk door menschen
wier beste vriend ik ben geweest. Dit
is echter het ellendigste praatje. Ik
verwacht, dat u er het uwe toe zult
bijdragen, om het voor goed den kop
m te drukken. Goeden morgen."
Hij vertrok, r.soiuut, streng, zoo
als hij was gekomen; mevrouw Odell
bleef a oh ter, zoe ontdaan, dat het haar
tcescheen, alsof zij elk oogenblik van
zichzelf kon vallen. Maar spoedig
kwam zip tot de erkenning, dat de
zaak nog een betrekkeiijk gelukkige
wending had genomen en zij herkreeg
haar kalmte. Den gebeden morgen
verwijlden haar ^gedachten vol span
ning bij hetgeen op bet kassierskan-
toor van de ijzergieterij gebeurde,
waar, daar twijfelde zij niet aan, de
heer Crewe Clara onderhanden nam.
Inderdaad zei hij echter heel weinig.
Toen hij het huis van tnevrouw Odell
in de Parkinsstreet verliet, ging hij
door de stad naar de ijzergieterij
hij hield het midden van den weg,
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bssorf kring):
1—5 regel» 1.30, elke regel moer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den beaorgkring:
^—5 regel» 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
by slag op den prtfs. Liefdadigheida-advertentien de helft van den pry».
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 rbgela ƒ2.05, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagin»i 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen b(j contract tot aoer gereduceer-
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomut van «oliede boekhan
delaren, Advertentiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatoing
aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
zooals zijn gewoonte was, en ging
slechts terzijde als een tramwagen
hem verhinderde tusschen de rails door
Ie 1 oopen. Velen keken hem met oe-
langstelling aan, toen hij de High
street afliep; zoo snel rolt de steen
van het gebabbel; het nieuws van zijn
voorgenomen huwelijk met de zuster
van den üchotechen dokter had zich
reeds verbreid. Maar de houning van
den heer Crewe was die van iemand,
die zich niets van al die gewone
praatjps aantrekt. Toen hij de helling
\an Highstreet halverwege was afge
gaan, sloeg hij een zijstraat in, ver
volgde zijn weg door een netwerk van
armoedige straten, waar huiselijkheid
en het maken van spijkers vrij wel
zonder succes naast elkaar voortwor
stelden; hij kwam na een minuut of
tien aan het groote terrein, dat de
ijzergieterij van Birtley omgaf. Deze
stond te midden van de sintelhoopen,
waaraan zij dagelijks haar tol van af
vat toevoegde.
Een bedrijvige bijenkorf van arbeid,
ontgeven door hooge muren, waartus-
schen de rook en stoom uitwerpende
schoorsteenen domineerden; men voel
de, dat hier de kern van Birtley'a
leven huisde. Binnen deze muren wa
ren ongeveer duizend mannen en jon
gens bezig, over wior lot de heer
Crewe de oppermachtige beschikking
had
(Wordt vervolgd.)