rH agaziin VROÜW OPRUIMING ■■GROOTE® pen, in prijzen van 10 enz. PEN, d, tot maat 100 0. IING Kilt door menschenhanden geM NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 62’ Jaargang No. 15273 Zaterdag 30:Juni 1923 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen EERSTE BLAD. Zie onze Etalage's. Vergelijk onze prijzen. •gang. irtaal bij de RORECHT JRSTR. 244 Telef. 1146 - ZOMERDAGEN. BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAI’ELLE, NIEU WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. M Dit nummer bestaat uit twee bladen. MARKT 16 QOUDA 1928 40 BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. veot met elkuar te bepraten FEUILLETON. „Om Godswil, (Wordt vervolgd). chrift rs iders Jarretelles talaqe. land vanaf gstelling geniet, taal. j hoorde, er bezoe- haur koffie, totdat die gehot! koud was geworden. Maar zij kon het onderwerp INGEZONDEN MEDEDEELINGEN prijzen. Uit het Engelsch van DAVID LYALL door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM (Nadruk verboden.) ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad 8.80 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA, bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur.; Administratie Tel. Int. 82; Redactie Tel. 545 Deze woorden, die zoo ongelijk wa ren aan het vaste geloot, dat de tong van Alison een» had bezield, klonken libbie bijna in de oorcu, als vernam zij, dat het einde der wereld aanstaan de was. Zij zweeg en roerde werktuigelijk In 24en Juni was eer deze dag aanbrak. Van 6 Mei tot 24 Juni is het nu onafgebroken slecht en onaangenaam weer geweest. Mo gen wy dus even uiting geven aan de vreug de, dat toch eindelijk daarin verandering is gekomen! De gansche wereld snakt naar zon en hardnekkig bleef ze uit, niet eens een enkel weekje maar de minste maanden van het jaar. Er is een schatte in te halen aan warmte; misschien dat de nazomer dat doet. Laten wy echter dit onderwerp maar lie ver rusten laten. We hebben af te wachten en frelukkig diegene, die onder alle om standigheden zijn vroolüke humeur behoudt en zich door sombere lucht en vlezen regen niet uit zijn evenwicht laat brengen. Welis waar worden hooge eischen gesteld aan de standvastigheid van karakter om onder al deze slechte dagen opgewekt te blijven, maar de Hollandsche natuur heeft in dit op zicht onsj al tot groote aanpassing verplicht. Er zijn hier veel onderwerpen, die de moeite van het vermelden waard zijn, ’t Is en blijft stilletjes in de kringen van het hof- stad-leven. Een deel der burgers heeft va- cantie, is dus naar het buitenland met vele millioenen marken op zak, een ander deel loopt zich het vuur uit de sloffen voor de raadsverkiezingen, waarvan de uitslag op dit oogenblik, waarop wij onzen brief schrij ven, nog niet bekend is, maar die reeds in de dagbladen is verschenen als deze brief in de krant komt. De strjjd zal ditmaal hevig zijn, (mulat het een strijd wordt om de meerderheid van den raad. Tot nu toe was die overwegend links, maar door de toe voeging van het overwegend rechUche Loos- duinen en door de invoering van het vrou wenkiesrecht kon er wel eens een kentering komen. Dat het dientengevolge hard tegen hard gaat is te begrijpen en wij zijn wel benieuwd wat de uitslag is. Vlak vóór de verkiezingen zijn nog even een paar ton uit de gemeentelijke schatkist gegrepen, doordat de rijksregeling voor de salarieering van de leeraren M. O. niet is aanvaard. Men kent de geschiedenis: de Staat stelt bij het geven van subsidie voor het middelbaar onderwijs eischen van aantal leerlingen per klasse en aantal lesuren voor de leeraren. Wie daaraan niet wil voldoen, kan het subsidie weigeren. Welnu, den Haag weigert en laAt twee ton glippen om de klassen en het aantal lesuren kleiner te kunnen laten .Men ziet hier weer wat de gevolgen ervan zijn als een gemeente te dik in haar duiten zit. Ware dit niet het geval, dan had men zoo scheutig niet kunnen zijn. De afhandeling van deze salarissen had beat een weekje kunnen wach.en en vee! urgenter was de kwestie van de Gevangen poort, maar men heeft deze laten wachten. Met verkiezingen heeft die niet veel te ma ken en dus kan die wel wachten al hangt lederen dag duizenden een ongeluk boven het hoofd. Misschien dat men er straks als de ver- DCLXVII. De eerste zomersche dag is geweest. Met -vreugde maken we er meldingvan en we ver geten zelfs een oogenblik dat het al den het ons geleerd, zonder den levenbrengenden regen kunnen we niet; enkel zonneschijn vermoeit niet alleen, maar vernielt ook. Maar het is nog meer waar: „Wij hijgen ras naar ’t eind van dorre Ijjdens dreven, En spoedig al te lang valt ons de nacht der smart." En daarom ook, al trachten we wel te bidden: „Uw wil geschiede” ,al leert het le ven zelf ons de berusting, die we behoeven. ,,’t Bedroefde hart, bij ’t vroom gebed, vraagt nochtans stille: „Myn God, geef mij een bloem en zend me een zonnestraal.” Naar de zomerdagen en hun glans en hun weelde en de warmte van hun geluk blijven we de handen uitstrekken en het meest wel, wanneer de kou van den win ter, de kou van het levpn ons huiveren doet. de wazig-blauwe luchten vaart en haar won dere licht de wereld onwezenlijk maakt door haar zilverglans en van de uchtenden weer, wanneer de dauw parelt op de struiken en de leeuwerik omhoog wiekt in het mateloos .ruim der al wijder blauwende luchten. Maar daarom ook hebben we ze zoo noodig, zoo dringend noodig de zomersche dagen met hun weelde en uitstralende levenskracht. Want het is niet allereerst de natuurlijke zonneschijn en warmte, die we behoeven. Waarnaar ons verlangen reikt en wat we niet ontberen kunnen, dat is de weelde, de vreugde van den zomer. Het zijn andere zomerdagen nog die we begeeren dan de jaarlijksche. We hebben den zonneschijn van het leven noodig. En ons hart, ons geluk, onze geestelijke groei kunnen niet gedijen zonder de warmte van dien zonneschijn. We moeten als in den zo mer ook de hoogtepunten van het leven eens kunnen bestijgen, vanwaar we dat leven aan onze voeten uitgespreid zien als een zonnige vallei van bloemen en kleuren. Zooals we in den langen winter en den herfst leven op het vooruitzicht van de zomerdagen, die toch eert» komen zuilén, zoo wenken onr in Je vele bekommernissen van het leven ook de hoop en het uitzicht op da dagen van vroug-* de en vervulling, wanneer de volle heerlijk heid van het leven ook ons deel is Die zomerdagen van het leven zijn de bron van onze levenskracht en op hun herinnering teren we vele weken en jaren van duistei- nis.. De dichter De Genestet wist het al* veot met elkuar te bepraten moesten hebben. Maar het duurde lang, voor dat de onheilspellende stilte werd ver broken. Eindelijk was Tibbie genoodzaakt te spreken. „Aille, kan r mets aan gedaan wor den?” vroeg zij wanhopig.’" „Neen,” antwoordde Ailie met kal me, onbewogen stem. „Er kan hoege naamd niets anders gedaan worden, dan dulden en wachten op het einde.” Tibbie hief hnur handen omhoog „Om Godswil, spreek niet zoo; het is het is afschuwelijkl Kjin je hem niet ergens heenbrengen, iemand ne men, die op hem toeziet, hem opslui ten?” „Neen, om de eenvoudige reden, dat geen dezer dingen gedaan kan worden zonder de toestemming van den betrok ken persoon. Je kunt er verzekerd van zijn, dat ik alles beproefd heb en dat het mij mislukt is. Laten we over wat anders spreken.” „Maar er is niets ander»,” zei Tibbie somber. „O, lieve, lieve Ailie!” Bij dien jammerenden klank werd Alison bleek en zij richtte haar oog en m t een smartelijke uitdrukking op het gelaat van haar zuster „Luiste? eens, Tib; het is mij alleen mogelijk om te leven, als ik niet be klaagd word. Ik moet dezen strijd strij den, en men moet het mij alleen en zonder hulp t« bieden laten doen. God heeft mij vergeten en het zal misschien beter zijn, als je me ook vergeet.” ,Helaus de zwakke mensch in dit weemoedig leven Hij heeft een weinig vreugd zoo noodig voor zijn hart”. Maar het is niet enkel zijn hart, dat ze noodig heeft. Zonder de zomerdagen van het leven kunnen we ook geestelijk niet uit groeien. Smart, zeker, is ook noodig. Het brengt ons tot inkeer en verootmoediging en zelfbewustzijn. Maar evenmin als smart kunnen we het geluk, de vreugde, de weel de ontberen, willen we geest- en daadkrach tige menschen worden en tot den levensar beid in staat. Zonder den leven «zonneschijn schrompelen we onvermijdelijk inéén. En het is daarom zoo natuurlijk, dat we ook naar die zomerdagen de handen uitstrek ken, wanneer het leven in zijn volle glans en heerlijkheid en kleurenrijkdom ligt. Ze zijn maar kort gewoonlijk. Maar wy in Wet Noorden zijn den langen winter gewoon. En intenser dan Zuiderlingen genieten we van iederen zonnedag. Wie maar weinig zomer dagen in zijn leven kent, zal ook van iede ren dog meer en dieper genieten dan de ge- - lukskinderen. De laatste twee jaren hebben Maanden en maanden was het niet on geveer anderhalf jaar lang? hebben we geleden onder de droogte en erover gezucht ten geklaagd. De velden verschroeid onder de droge hitte van den vorigen zomer, kregen geen soulaas in den harden drogen winter. En de nieuwe jonge lente scheen geen uit komst te brengen aan de uitgeputte aarde. Tot eindelijk de regen kwam. Als naar blij de muziek luisterden we, toen haar leven wekkend ruischen door de droge luchten naderde, en om ons heen de eerste druppels vielen, de stroomen neerplasten. En wy lachten- maar als blijde kinderen, toen het plassen bleef aanhouden. „Toe maar, toe maar”, juichten we, „we hebben nooit ge noeg”. Maar wat is dat gauw veranderd Nu hebben we genoeg, sinds lang al genoeg. Zelfs de boeren, al lachen ze nog wel heime lijk in het vuistje, omdat het weer zoo groei zaam is, beginnen te klagen. De tarwe en de haver en de vruchten willen niet rijpen en de aardappelen beginnen van de nattig heid hun bekomst te krijgen. Maar wij, andere menschen, klagen feitelijk al weken. De pret over de regen is o zoo gauw uit. En iederen morgen, nadat we in den nacht hebben liggen luisteren naar den piassenden regen, kijken we, of het zonnetje, dat door breekt, geen waterzonnetje is. We verlangen naar de zomerdagen. De lange wintermaanden door van dat de eerste herfststormen ons om de ooren gieren, totdat in de jonge lente de eerste zoele wind over de bloesem» strijkt, ver langen we ernaar. Dat verlangen is, al we ten we het vaak zelven niet,» de lichtende achtergrond van ons leven. Het krijgt er zijn waarde door en zijn klèur en licht door de heugenis van voorbije zomers. Want het duurt maar zoo kort. Enkele maanden maar, niet meer dan vier of hoogstens vijf staat voor ons het leven in het zenith van zijn kracht en schootnheid en heerlijkheid. En •die enkele maanden, vaak zijn het er ook maar drie, waarvan dan nog de vele onver mijdelijke regendagen afgaan, moeten de lange duisternis en somberheid en kleur loosheid van den winter goed maken. Daar om genieten wij, Noorderlingen, er zoo in tens van, van het groen en den zonneschijn en de blauwe luchten, van de avonden, wanneer de lucht kleurt in wonderlijke glans en een zoele nachtwind komt aanrui- schen door de hooge toppen der populieren, van de nachten, waar de gouden maan door fiOUBSCHE COURANT. ik je *ei, Tib. Ik volkomen geftfald er 18 er Hoe ondankbaar de menschen zyn, merken wij pas als wij niet meer aan wel dadigheid doen. kiezingwstorm is bedaard, eindelijk een» oog voor krijgt... Voor de zowvoelste maal is het dagelUknch bestuur met een nieuw plan voor de oplos sing van dit vraagstuk voor den dag Inko men. Nog steeds echter houdt men daarbij vast aan bebouwing van het torreii. Thans echter zal het niet’ meer een groot gebouw z(jn, dat men op dit nauwe punt wil laton verrazen, maar wel een smaller en kleiner gebouw, ongeveer in den geest van hA plan van Ed. Cuyper». Er zou dun noodig zijn om 7Mi Meter van den Vijver te demnfa. Er komt dan een rijweg vaft>sJO Mjfter, een trottoir langs het water van Wffter en de doorgang onder de bestaande poort wordt ook voor voetgangers gestremd. Het i» haast onbegrijpelijk hoe het dage- Hjksche bestuur nu weer met dit plan voor den dag kan komen. De heer Cuypor» staat geheel alleen met zijn ontwerp en van alle zijde i» er op aangedrongen om den weg te laten zooals die nu is. Het zou nu voortref felijk zijn en indien men zich had gehaast den vrij gekomen weg dadelijk voor het ver keer te openen zou men ervaren hebben, dat de puzzle al was op gelost. Wat men uu met al die bebouwingsplannen doet is den goeden verkeersweg weef opofferen aan architecto nische mooi-doene rij. Hopen wy dal den Haag daarvoor ge spaard blijve. In de onmiddellijke nabijheid van de Ge vangenpoort i» thans het grootste gedeelte van het gebouw de Rotterdamsche Bank- vereeniging geopend. Dit is inderdaad weer een paleis, dat, al valt het hier iets uit den toon der omgeving, toch bisouder verdien stelijk is. Ingenieur Mertens is de ontwerper van het gebouw. Het is in alle opzichten upto-date en de allernieuwste technische snufjes sijn toegepast. We noemen alleen de groote kluis, die er in aanwezig j». De bouw daarvan overtreft haast alles wat in dit opzicht bestaat. De deur alleen weegt 18 duizend kilo en zo draait als'eeq veertje. De inrichting is zóó, dat voortduren? «ik bezoekers van de safe worden gadegeslagen. Natuurlijk is de bouw zoo ontzaglijk sterk, dat alle» kan worden weerstiuin. Dat er voorts liften zijn en lat *>''e» «A^rnuar even kan, automa tisch wordt venteht, ligt voor de hand. Het gebouw i« T»pl zichzelf een sieraad, al komt het gelijk wij zeiden, nogal in stryd met deze omgeving. Tot den bouw is in be tere tijden besloten en wy vreezen wel, dat als nu nog het besluit moest vallen, het niet zoo gemakkelyk meer zou zyn om het te ne men. De Kneuterdijk wordt het bank-centrum van den Haag. Sic transit. Vroeger woonden er de rijk aards, de bezitters van het kapitaal, nu huist het kapitaal zelf er. De bezitters vonden elders een nieuw oord voor hun woning. HAGENAAR. jegens zijn schoonzuster. Hij schonk heel weinig aandacht aan zijn vrouw, eji toen 'libbie dit middagmaal verge leek met het souper op den eersten Zondag, waarop Alison aan het hoofd der tafel van ()l<| Hal| had gezeten, voelde zij een lichte huivering. Er was iets verkeerd gegaan; zij vroeg zich af, hoe het mogelijk was, dal alles in zulk een ongelooflijk korten tijd zoo schrik kelijk veranderd was. De gastvrijheid van Old Hall was er vcor zoover het ’t materieele betroi, met op achteruit gegaan en Alison had haar huishouden volkomen in de hand. Door de bedienden werd zij zoowel aangebeden als beklaagd. Slechts in het allergrootste had zij blijkbaar gefaald; zonder eenigen twijfel was de heer •Crewe sipds zijn huwelijk vere.gerd. Het tragische ervan overstelpte 'libbie bijna, zoodat zij nauwelijks kon eten en de heerlijke, blijde vroolijkheid, die Archie Mackerrow te Londen met zulk een vernukking had vervuld en hem in zeer vreemde stemming had doen ver trekken, was geheel verdwenen. Toen de maaltijd was afgeloopen, was zij ge heel tot zwijgen gebracht; ook Alison oeed geen poging de stilte te verbre ken. Toen zij itch in hei kleine salon hadden teruggetrokken om de koffie te gebruiken, waren zij alleen. Madge, die een kiesch persoontje was, wachtte Ric ketts in de gang op, en nam haar kopje van het blad, waarmede zij naar haar eigen kamer in de hoogere deelen van het huis ging. Zij wist, dat de zuster» 92’ - „O, uitnemend. Mijn boek zal met November verschijnen, dus nog tijdig gonoeg voor den Kerstmisverkoop. De heer Dennington was heel vriendelijk en sprak zeer bemoedigend en had niet de minste vrees.” „Hij heeft misschien iets gekregen, waarnaar hij al lang heeft uitgezien,” rei Alison afgetrokken. „Nu, ik ga naar beneden.” Tibbie haastte zich zoo, dat zij bijna gereed was, toen zij de gong die alleen werd geluid, afe kers m huis waren. Toen zij beneden kwam, zei Ricketts haar, dat de familie ai in de eetkamer was. Zij had een oogenblik geweifeld, of “i de japon zou aandoen, waarin zij had gedineerd met Archie Mackerrow; het was nu een zonderling geval met die japon; hij had ze bewonderd en daarom was er voor haar iets aparts ®an. Dat deed haar besluiten haar oude zwórte zijden aan te doen, die Alison kende en die de eenige feestelijke was, toen zij nog bij haar broer, den dokter woonde. De heer Cr^we, die onder aan de tafel zat, wendde zijn hoofd om, om haar toe te knikken, maar maakte geen aanstalten om op te staan. „Neen, het is heelemaal niet noodig op te staan,” zei Tibbie haastig om haar verslagenheid te bemantelen. „Hoe maak je het, Edmund? Het lijkt al langen tijd geleden, sinds wij elkaar hebben gezien.” „Ik weet niet, hoe lang het geleden is,” antwoordde hij norsch. „Hoe heb je Anna en den jongen achtergelaten? Waar is haar plaats, Alison? O, daar. Nu, misschien kunnen wij nu voortgaan Nog een whiskey Ricketts.” Tibbie voelde meer dan zij zag, dat een krampachtige trekking zich op Ali son’s gelaat vertoonde. Het viel Tibbie nut moeilijk vast te stellen, dat haar zwager gedurende de laatste maanden zwaar gedronken had. Het bleek onmiskenbaar uit de pur perachtige kleur op het gelaat en de opgeblazen volheid er van, de met bloed doorloopen oogen en de onvaste hand, waarin het glas trilde. Zij was zoo verbaasd en bedroefd, dat zij hel eerste oogenblik haar ontsteltenis niet kon verbergen en zij was Madge dank baar, toen deze in de bres sprong De manieren van den heer Crewe werden wat aangenamer gedurende het middagmaal en hij werd iets minzamer niet laten rusten. „Natuurlijk deden er al lang geleden geruchten over hem de ronde, in öirt- ley,” zei zij na een poosje; „maar wij hoepten, dal je hem volkomen zoudt veranderen Wij meenden, dat het ook oen goeden kant uitging, Alison; hij was totaal veranderd, nadat jelui van ji huwelijksreis terug kwamen. Het lijkt, alsof iet» hem weer terug heeft gezet.” Alison antwoordde niet, maar stond cp om haar kopje op een tafeltje te zetten Zij wist maar al te goed, wat haar man had teruggezet; maar over dal voorval, over dien onvergeteiijken dat. in de bosschenfvan Roehallan, wil de zij zelfs niet spaken met de zuster harer ziel. „Het is waar, wi heb gefaald en w< met Edmund Crewe en hoe minder ovtr wordt gezegd, hoe beter,” zei lij „Laten wij nu over jou spreken, zult hier natuurlijk niet blijven; he( bier geen plaats voor iemand, die niet noodzakelijk moet zijn. ADVERTENTIEPRIJS: UU Gouda «o omitreken (behoorende tot den besorgkringji 1—5 regels 1.80, elke regel moer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgknagi 1—5 regels 1.55, olke regel meer 0.30. Advertentie» in bet Zaterdagnuuuner 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertantiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, alka regal maar /OAO. Op da voorpagina 50 booger. Gewone advertentiën en ingezonden medodoelingen b|j contract tot zeer gereduceer- den prjj». Groote letter» en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaschenkomst van suliede boekhan delaren, Ad verten tiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór do plaatsing aan het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te sijn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 1