«i
E
R
«•.h
nt
nf
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
8ft* JMrgsHtg
Zaterdag 21 Juli 1823
No. 15281
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
IE
Wat nu T
3ON
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEIJ
WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
HET GELUK DER RIJKEN
(THE MAN OF PROPERTY)
door JOHN GALSWORTHY
in de vertaling van
Da stumperige bleekneus
OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN,
aj.
Ministercrisis.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
A
i
terp tegenover
t origi-
i)
<1
Hij had zulke dingen vroeger al meer was eerst een sigaarl
ik
i -1*-
ran,
t|es-
enorm
de me
rkelijke
Datgene, wat wij menschen te vergeten
hebben onthouden wij het best.
2038
Uk
re cn-
e-ban-
t wy
Ruys «Ie Beerenbrouck kan de Geer vra
gen toch nog te blijven, doch het conflict
is van dien aard, dat de Geer niet blijven
kin.
Ruys-Westerveld zetten dus door. Maar
UDA.
en het
J1 70
GOIDSCHE COURANT.
FEUILLETON,
Mevr. J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
Nadruk verboden.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauMARKT 81, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur.; Administratie Tel. Int 82;
Redactie Tel. 545
Dit was reeds geschreven, toen het
ontstellende bericht kwam, dat de Ministei
van Financiën zyn ontslag heeft genomen,
wyl het Kabinet althans de meerderheid
van het Kabinet besloten heeft de Vloot
wet in korten tijd door te zetten en in te
voeren.
Na alle coalitie-misère nu ook nog dit
zeer ernstig conflict! Zie hiervoor het
volgend artikel: Ministercrisis.
r was
hij altijd zoekende naar koopjes, een
doorzetten van de Vlootwet in deze finan-
cieel-benarde tijden niet met zijn verant
woordelijkheid kan dekken. En hoe benau
wend is de verantwoordelijkheid van het Ka
binet, dat, dwars tegen het advies van den
Minister van Financiën in, een wet dóórzet,
die het budget van moederland en koloniën
met vete millioenen verhoogt!
Minister De Geer weigert ten minste mee
te doen aan camouflage, der millioenen, oen
camouflage, die ons in sterke mate getrof
fen en geërgerd heeft. Heeft niet zijn voor
ganger, mv .de Vries, het publiek trachten
diets te maken, dat de Vlootwet bezuini
ging zou brengen? En nu wil het noodlot,
dat zijn opvolger een man, over wiens
bekwaamheid en rechtschapenheid slechts
één rotp is geroepen om orde te brengen
in den desolaten financieelen boedel, zjjn
hooge functie neerlogt om geen andere re
den, dan dat de vlootwet te duur is en nieu
we lasten legt op een reeds te zwaar belaft
volk. Ziedaar de ironie van liet noodlot I
Op 6 April van verleden jaar werd de
openbare behandeling van de Vlootwet aan
gevangen. Denzelfden dag besloot de Ka
mer met 56 tegen 15 stemmen de behande
ling af te breken, wijl minister Van. Karn»-
beek den volgenden dag naar Genua moest.
Slechts de anti-revolutionnairen en chrlrte
Hjk-historischen stemden toen tegen uitstel
en het was dr. Nolens, *de leider der
r.-katholieken, die met een zekere graagte
de uitstel-motie aangreep; alle r.katholieken
de Voorzitter incluis, volgden hem. „Da
Vlootwet zou dan ontnkMellijk na het roeè»
afzonderlijk kunnen behandeld worden, sw-
dra de Minister van Buitenlamische Zaken
aanweaig kon zijn,” aldus op 6 April ’Ti
mgr. Nolens, die zyn pappenheimers kent.
Na het Paaschrecè» bleef de Vlootwet, <ne
zoo urgent heette, liggen; een nieuwe com
missie, met een vrij onbelangrijke opdracht,
toog aan den arbedd en haar rapport was uit
financieel oogpunt moordend voor de Vloot
wet.
Zoo ging de Volksvertegenwoordiging
kort geleden op zomerrecès en de Vlootwet
ging haar tweeden zomerslaap in. Tot nu,
midden in de vacantie, het bericht komt,
«lat de Vlootwet het Ministerie-Ruys zijn
uftnemeniten Minister van Financiën koot,
den man, die eigenlijk Premier moest zijn in
«leze tijdsomstandigheden.
mag toch geconstateerd worden, dat de
strubbeling daarbij de onderlinge verhou
ding tusschen de partijen, die het land fei
telijk regeeren, opnieuw wat dr. Kuyper
eens noemde een „deuk major” heeft toege
bracht.
Indien wy de afbrokkeling der coalitie
wezen, kwam men ons gewoonlijk, vooral
van roomsche zijde, van stoken beschuldi
gen; de wensch heette dan de vader der ge
duchte, enzoovoorts. Maar wat zegt men
nu van het artikel, dat de heer Colijn, de
machtige anti-revolutionnaire partijleider,
even voor zijn vertrek „buitenaf” ,aan de sa
menwerking juister aan de n i e t-samen-
werking der rechtsche partijen wijdde
„Wanneer eenmaal de eerste scheur zich
vertoont, is de afbrokkeling slechts een
kwestie van tijd.”
„Noord-Holland en Friesland gingen voor.
De rest volgt onvermijdelijk.”
Ziedaar twee citaten uit Colijn's artikel.
Wij hebben er niets aan toe te voegen!
Nu aan beide zijden van het Binnenhof
de Volksvertegenwoordigers de groote va
cantie zijn ingegaan, is het oogenblik geko
men om even stil te staan bij «ie resultaten
van dit eerste jaar van het tweede, eigenlijk
derde Kabinet-dtuys de Beerenbrouck.
Vooropgesteld zy> dat wel zelden een Re-
geering onder gunstiger omstandigheden
aan het bewind kan geweest zijn: niet alleen
werden Ruys c.s. na een vierjarig bewind
opnieuw „ingehuurd”, maar bovendien ver
kregen ze, zoowel in de Tweede als Eerste
Kamer, een ongehoorde meerderheid; in «ie
Kamer van honderd 59, in vele gevallen
zelfs 60 regeeringsgetrouwen, in de Kamer
van vijftig door een samenloop van omstan
digheden zelfs een regeeringsmeerderheul
van 84 pet. Een bijzonder lange regeertev-
myn dus en een meerderheid, waarmee het
een lust moet z(jn om veel tot stand te bren
gen!
Men had nu den tyd erf de kiezers en kie-
zeressen hadden zich duidelijk uitgesproken
voor een gedecideerd-rechtsch bewind.
En ziet men nu tenig over het afgeloopen
tijdvak en beziet men de geheele situatie,
dan kan de cohclusie niet anders dan
teleurstellend zijn en ons zou het niet ver
wonderen, indien velen, die Ruys c.s. aan
zijn ..groote meerderheid hebben geholpen,
zich langzamerhand gingen afvragen: is
dit nu christelijk regeeren Moest daar
voor al wat christelijk ook in het Staats
bestel wil zijn, zich het vuur loopen uit de
sloffen
Men versta ons wel. Er is in het afgeloo
pen jaar door de beide Kamers heel wat
werk verricht en op de Departementen heb
ben de Ministers zeker niet met de armen
gekruist gezeten. Een heel andere vraag is
echter, of de gevolgde politiek 1 ij n heeft
getoond, of er werkelijk „christelijk” gere
geerd is, eerste vereischte toch voor een
verbond van partijen, die niet anders ge
meen hebben, dan dat ze alle drie meenen
het ware christendom in pacht te hebben.
En beziet men den gang van zaken uit dat
oogpunt, dan is het misère alom. Van eeni-
gen drang om christelijke beginselen in het
Staatsbestuur te doen leven, bleek Vrijwel
niets. Het bleef een enkelen keer bij een
phrase. Tot stand kwam niets, waaruit «Ie
specifiek-christelyke geest sprak, in tegen
stelling met den geest van de revolutie, die
aan het liberalisme heet ten grondslag te
liggen. En probeerde het Kabinet al eens
3ld mee te geven om een jon-
i, van wien hij mets wist, in
stellen zijn leven in ledigheid
door te brengen.
gesteld, dat zij met zouden trouwen
voordat Bosinney tenminste vier hon
derd pond per jaar zou verdienen.
,,lk zal niet in staat zijn je veel te
geven,” had hij gezegd, een uitdruk
king, die .June met ongewoon klonk.
Misschien zal die, hoe heet hij ook
weer, voor de cacao zorgen.”
Hij had haar weinig gezien sinds
haar verloving. Een leelijke geschiede
nis! Hij dacht er niet aan, haar eet»
massa gel
gen man,
staat te
gezien, daar kwam nooit iets goeds van
terecht. Het ergste van alles was, dat
hij geen hoop koesterde haar besluit
aan het wankelen te brengen; zi) was
7.C-0 koppig als een muilezel, dat was
zij van kind af geweest. Hij wist met
hoe het moest eindigen. Zij moesten de
tering maar naar de nering zetten. Hij
zou niet toegeven, voordat hij wist dat
de jonge Bosinney zelf een goed inko
men had. Dat June moeite met den jon
gen man zou hebben, was zoo klaar als
«Ie dag, hij had niet meer idee van
geld dan een koe. En wat betrol dat
plotseling gaan naar Wales om de tan
tes van den jongen man op te zoeken
hij was volkomen overtuigd dat zij
oude kutten waren.
Onbewegelijk staarde de oude Jolyon
naar den muur; indien zijn oogen met
open geweest waren, had men kunnen
«lonken, dat hij sliep... Stel je voordat
Soames, die kwajongen, hem raad zou
(moeten geven! Dit was altijdeen bengel
geweest met zijn neus in de lucht!
Hij zou zich nog uitgeven voor een rijk
man met een landhuis! Een man met
eigendommen! Evenals zijn vader
koudbloedige jonge bedelaar!
Hij stond op, ging naar de kast
8) -
In de donkerbruine omgeving, eigen
aan achterkamers in het huis van een
Qorsyte, werd het Kembrandtieke ei-
lect van zijn groot hoofd met het witte
l.aar tegen het kussen van zijn stoel
niet hooge leuning bedorven door de
snor, die een eenigszins militaire uit
drukking aan zijn gelaat gaf. Een oude
klok, die hij al vijftig jaren, al van
voor zijn huwelijk, bij zich had gehad,
hield met haar tikken een nauwkeurige
aanteekening van de seconden, die voor
altijd aan haar ouden meester ontglip
ten Hij had nooit van deze kamer ge
houden, betrad die het geheele jaar
nauwelijks dan om sigaren te halen
uil een Japansche kast in den hoek,
en nu had de kamer haar revanche ge
nomen.
Zijn stopen, die als een dak over de
holten daaronder bogen, zijn kaken en
kin, alles kwam scherper uit in zijn
slaap en over zijn gelaat was de er
kenning gekomen, dat hij een oud man
Hij stond op, ging naar de kast en
begon methodisch zijn sigarenkoker te
vullen tot een nieuw pakje. Voor den
prijs waren zij niet slecht, maar men
kon tegenwoordig geen goede sigaar
krijgen, om te vergelijken bij die oude
Superfinos van HanSon en Bridger. Dat
el D.D.D.
genezen, die U
last maakt. Die
:n dat branden*
irdwljnen. Vele
ide raad waren,
reeds genezen,
aai bij vinden.
10 (proefllacon
ichtige D.D.D.-
apotheken
was. Hij werd wakker. June was ver
trokken, James had gezegd dat hij zich
eenzaam zou voelen: James was altijd
een arme sukkel geweest. Hij herinner
de zich met voldoening, dat hij dat huis
achter den rug om van James had ge
kocht. Dat was zijn verdiend loon om
zich zoo vast te houden aan den prijs:
gele was het eenige waar de man aan
dacht. Maar had hij toch te veel gege
ven? Het had heel wat gekost hij
durfde te zeggen, dat hij al zijn geld
zou noodig hebben, voordat hij met de
ze zaak van June klaar was. Hij had
nooit zijn toestemming tot deze verlo
ving moeten geven. Zij had dezen Bo
sinney len huize van Baynes ontmoet
Baynes en Bildeboy, de architecten.
Hij meende, dat Baynes, hij kende hem
hij leek wel een oud wijf
de aangetrouwde oom van den jongen
man was. Daarna had zij hem altijd
uageloopen, en als zij zich iets in haar
hoofd zette, was er geen tegenhouden
aan. Zij ging voortdurend om met het
een of ander soort van „mislukten’
Leze jonge man had geen1 geld, maar
toch moest zij zich met hem verloven
een lichtzinnige, onpractische kerel,
die zichzelf in oneindig veel moeilijk
heden zou brengen.
Zij was op zekeren dag op haar zor-
gelooze manier bij hem gekomen en
had het hem verteld, en zij had er,
alsof het een troost was, aan toege-
voegd: „Hij is zoo practised, tuj heeft
vaak ’n heele week van cacao geleefd!”
„En hij verlangt nu ook dat jij van
gezind als zel«Jen, een wetsontwerp van «leze
Regeering afstemde.
Er is meer.
De hoofdzaak van het kabinet, afgezien
van alle coalitie-phraseologie, is ongetwij
feld het sluitend-maken van het budget, het
wegwerken van de enorme tekorten op de
Staatsbegrooting, voornamelijk ontstaan ge
durende het vorige bewind van het Kabinet-
Ituys de Beerenbrouck. Op dit punt is er
zeiler wel goede wil geweest, maar de
klacht om door te zetten is onvoldoende ge
weest. Er is bezuinigd, ongetwijfeld, maar
nog veel te weinig en er wordt nog steeds
veel onnoodig uitgegeven. Een Departement
moest opgeheven worden, naar het heette
op bezuinigingsgronden en tegelijk werd
het Departement van Marine als zelfstandig
Departement in het leven teruggeroepen,
naar het heette ook al om beter te kunnen,
bezuinigen en om de beroemde Vlootwet,
die zoo verschrikkelijk urgent was en die
weer een heel jaar stil (ekens is blijven lig
gen, omdat de verdeelde coalitie er geen
raad mee wist. 1
Zoo kan men ook na dit jaar weer con-
stateeren, dat de coalitie, hoe numeriek-
sterk zij ook is, niet in staat is tot stand
te brengen wat men redelijkerwijs van haar
mag vernachten. Juist datgene, wat haar
heet te binden, is telkenmale de oorzaak
van hoogloopende oneenigheid en moet
daartoe telkens leiden, wil de regeeringspar-
tijen terstond wanneer er een religieus ele
ment in het spel komt ',Mhf
elkaar staan.
Onze conclusie kan dan ook geen andere
zijn, dan dat het eerste jaar van de nieuwe
parlementaire periode voor het Kabinet en
zjjn drie regeeringspartüen een o n gunstig
jaar is geweest. De coalitie (indien men
daarvan nog mag spreken; de leider der
anti-revolutionnairen constateerde nog pas
dezer dagen, dat de coalitie dood en de erf
gename der coalitie eenstumperige
bleekneus is) de coalitie dan heeft alweer
een veer gelaten. De hoeveelste al!
En daar is nu als slot van het jaar bijge
komen het gebeurde bij de verkiezing van de
leden van Gedeputeerde Staten in eenige
provincies. Zonder aan het gebeurde een
overdreven beteekenis te willen toekennen,
iets specifiek-„rechtsch” aan te vatten, dan
liep het op een jammerlijk fiasco uit, even
zeer als wanneer een der regeeringspartüen
een enkele maal poogde iets principieels
naar voren te brengen. Men denke slechts
aan het beruchte ontwerp-Zondagswet, aan
het (verkapte) verbod van lijkverbranding,
aan de processies, aan de Bioscoopwet en
aan het kerkelijk vraagstuk, even zoo vele
vraagstukken, welke voor een christelü'ke
regeering een genot moesten zijn tot een op
lossing te brengenindien het uitgangs
punt juist ware, dat Nederland met zyn
zeer gemengde bevolking naar chri.steljjk-
politieke beginselen ware te regeeren!
Men moet met een lantaarn zoeken om
wetsontwerpen te vinden, die een „rechtsch’-
karakter droegen en die niet mislukt zyn.
Wel beschouwd kan men dan slechts wyzen
op een paar economische voorzieningen, n.l.
op de verhooging van het invoerrecht van
sigaren en op het veelbesproken schoenen
wetje. Deze beide voorstellen haalden de
reis, doch het merkwaardige is hierbij, dat
ontwerpers en verdedigers van deze wette-
lyke voorzieningen om strijd betoogden, dat
dit zuiver-practische maatregelen waren,
die met protectionsme letterlijk niets te ma
ken hadden .En het geroep om protectie,
om echte, wezenlyke bescherming houdt dan
ook aan, meer nog dan in de Tweede Kamer,
in de Kamer van revisie, waar men zich
vrijer van de kiezers gevoelt. Nog zeer on
langs, bij de behandeling in de Eerste Ka
mer van het Hanze-wetje, hebben de Room
sche woordvoerders, in plaats van hun
dankbaarheid aan de Regeering te betuigen
voor haar by stand om uitbreiding van deze
roomsche debacle te voorkomen, zich niet
ontzien een scherpen aanval op de Regee
ring te doen, wyl zij tot dusver wei
gerachtig bleef in protectionistische Achting
te gaan, hetgeen, naar deze vrijmoedig
tici meenden, tot de misère der Hanae
ken had aanleiding gegeven! Kunne\
met genoegen constateeren, dat de Minister
van Financiën, van huis-uit vryhandelaar,
ook ditmaal geen gehoor gaf aan den pro-
tectionistischen aandrang, het blyft toch een
hoogst zonderlinge en gevaarlijke positie,
«lat de sterkste regeeringsparty principieel
tegenover de handelspolitiek der Regeering
staat en deze keer op keer daarover scherp
attaqueert.
Ook op ander gebied kan de Regeering
op weinig succes bogen. Ondanks haar
enorme meerderheid werden niet weinige
wetsontwerpen verworpen of tydig terug
genomen om een échec te voorkomen en
even voor haar uitééngaan liet de Eerste
Kamer zelfs het niet alledaagsche verschijn
sel zien, dat de geheele rechterzijde, eens-
Crisis aan Financiën!
Als een donderslag by helderen hemel is
het bericht gekomen, dat minister De Geer
zÜn ontslagaanvrage heeft ingediend, op
grond van het besluit van den Ministerraad
om de Vlootwet met spoed door te zetten
en reeds 1 Januari in werking te doen tre
den.
En toch, wie de ooren en oogen goed
open had en wie ook wel eens achter de
schermen kon zien, vond den politieleen he
mel al lang niet zoo helder: Minister De
Geer vóór inkrimping der militaire uit
gaven, het Kabinet althans na den val
van Pop aan den militaristischen kant
in het Kabinet bestond op dit punt niet de
gewenschte homogeniteit en Woensdag ein-
delyk is de bom gebarsten.
Minister De Geer is niet onze geestver
want, zoomin als de meerderheid van het
Kabinet, dat haar wil aan hem heeft willen
opleggen. Maar hoe sympathiek is ons de
figuur van De Geer! Misschien zou men van
mr. De Geer hebebn mogen verwachten, dat
hy niet had moeten plaats nemen in het Ka-
binet-Ruys de Beerenbrouck, indien hy t.a.v.
de militaire en maritieme uitgaven niet ten
volle zekerheid kreeg; wy zeggen m i s-
schien, wyl men hier een terrein betreedt,
waarop voor buitenstaanders het bekende
„Verboden toegang” prykt. Maar overigens,
hoe fier is dit heengaan van een Minister,
die als christelyk-historicus waarlyk niet
ongevoelig is voor de behartiging van de be
langen der landsverdediging, omdat hy het
De gedachte daaraan bracht hem
even, als een voorbijgaande geur, te
rug naar de heerlijke avonden te Rich
mond, toen hij na het middagmaal op
hel terras van de „Crown and Sceptre
/.at te rooken met Nicholas 'IreWry on
Traquair en Jack Herring en Anthony
Thornworthy Wat waren zijn sigaren
lo^n goed! Arme oude Nick!. dood,
en Jack Herring dood, en Traquair.
dood door het leven met zijn
vrouw, en Thomworthy ontzettend
aigetakeld (geen wonder niet zijn slecti
ten eetlust).
Van allen, die hem in die dagen om
ringd hadden, scheen hij alleen over
gebleven, uitgezonderd natuurlijk Mwi
thm, en die was zoo buitensporig
zwaar, dat er niets met hem te begin
nen was.
Het was moeilijk te gelooven, dat hel
zoolang geleden was; hij voelde zich
nog jong. Dit was de meest scherpe, de
meest bittere van al zijn gedachten,
toen hij daar zijn sigaren stond te tel
len. Hij was met zijn witte haren en
zijn eenzaamheid jong en frisch van
hart gebleven. En die Zondagmiddagen
op Hampsteadi Heath, als de jonge
Jolyon en hij paard reden langs den
Spaniard’s Road naar High Gate, naar
Child's Hill en terug weer over de
Heath om te Jack Straw's Castle te dl
neeren, hoe heerlijk waren zijn si
garen toen! En wat een schitterend
weer Dat had men tegenwoordig niet
meer. (Wordt vervolgd.)
cacao leeft?”
,,O neen, hij is nu in een gunstige
positie.”
De oude Jolyon had zijn sigaar van
onder zijn witte snor genomen, die aan
de punten bevlekt was door koffie en
keek haar aan, dat kleine ding dat zijn
hart zoo geheel veroverd had. Hij wist
meer van „gunstige posities” dan zijn
kleindochter. Maar zij had haar handen
saamgeslagen over zijn knieën, haar
km tegen hem aangewreven en een
geluid gemaakt als een snorrende, kat.
En hij had, terwijl hij de asch van zijn
sigaar klopte, in zenuwachlige wan
hoop geuit:
„Jullie zijn allemaal dezelfden; jdui
zijl niet tevreden, voordat je hebt wat
je verlangt. Indien het slecht met je
afloopt, dan is het je eigen zaak,
wasch mijn handen in onschuld.”
Zoo had hij dus zijn handen in on
schuld gewasschen en de voorwaarde
dat zij met zouden trouwen
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behooronde tot den basorgkriag)i
1—5 regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkrtagi
1—5 regels 1.55, elke regel moer 0.80. Aóvertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prü». Liefdadigheids-advertantifa de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGENi 1—4 regels ƒ2.05, elke regel moor ƒ9.50. üp
do voorpagina 50 hoogor.
Gewone advertentiin en ingezonden modadoelingon b|j contract tot aoer gerwduccor
den prijs. Groote lettors on randen worden berekend naar plaateruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliodo boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daagt vóór do plaataiag
aan het Bureau x(jn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te z|jn.