ffi E it 11 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 62"Jaargang Zaterdag 28 Juli 1923 No. 15297 A Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen E EERSTE BLAD. •en, Ie»- )ON HET GELUK DER RIJKEN Ut- wijziging der Huurwetten BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NI EI' WERKERK HJDERKERK., OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDI NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. I Dit nummer bestaat uit twee bladen. naar MODBPRAATJE. zak: stak FEUILLETON. zorg HOOFDSTUK 111. 2128 30 4 88 2031 I wil hebben, wordt Precies zoo gaat het uit de i vóór de plaatsing te zijn. UDA. (THE MAN OF PROPERTY) door JOHN GALSWORTHY in de vertaling van Mevr J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. Nadruk verboden. ZomerachoentjeH, In onzen luxe tijd kan het geene verwon dering baren dat ook het schoeisel zich aan past aan het behoefte van het water. Iets, dat vooral in dagen van tropische hitte, ais een speciaal voor de vrouw bedachte wel daad mag gelden. Want, dan pas heeft het dragen van dun en toch degelijk, luchtig en toch stevig schoeisel, zijne bijzondere waarde. Boven dien, behalve dat het de lichamelijke ge steldheid ten goede komt, doordat goed schoeisel het uithoudingsvermogen bevor dert, ook de werking der luchtige zomer- Nu met 1 Augustus de gewijzigde Huur- commissie- en Huuropzegigingswet in wer king treden en dientengevolge, in de groote steden althans, de huurprijzen van tal van perceelen zullen kunnen stijgen, is hot wei waarschijnlijk, dat menigeen een hartig en hiet zeervriendelijk woordje za' spreken over de heeren in Den Haag, die hem oeze k )ol stoofden, door aan de huiseigenaren het lecht te geven hun eigendommen zonder toe<4e«nmsng der Huurcommissie, te verhu ren cot een prijs 50 hooger dan h»t be- Irag, waarvoor ze in Januari 1916 ver huurd waren. Maar nietwaar? het is goed en billijk iedere zaak van twee kanten te bekijken, dus niet alleen van den eigen, niaar ook van den tegengestelden. En wanneer men dat ook ten opzichte van deze wijziging en in 't algemeen van het huren en verhuren vari huizen in toe passing brengt, zal men toch moeten toe geven, dat aan de toekenning van dat recht ook een billijken kant is en wel een, waar naar men niet lang behoeft te zoeken. Het is geen ongewoon verschijnsel in de zen tijd, dat men vooriets, wat men graag heeft of noodig heeft, meer moet betalen dan ops ligf is. Misschien zou het op de we reld pleizieriger zijn, wanneer dat niet zoo was. Misschien is er ook naar socialistisch recept wel een maatschappij te bedenken of te vormen, waarin dat anders was. Maar tegenwoordig hebben we nog met dat feit te rekenen. En het is heelnatuurlijk, dat dat feit zich ook ten opzichte van woningen Iqiat gelden. Dezè prijzen van het noodige en nuttige, dus ook van huizen, worden bepaald door de wet van vraag en aanbot!, dat wil zeggen, wanneer er meer vraag dan aanbod is voor zeker artikel, stijgen de prijzen, in het om gekeerde geval dalen ze. Toevallige omstandigheden kunnen deze wet soms een oogenhlik opheffen, ze zal toch al heel spoedig haar geldende kracht hernemen, wanneer althans het oeconomi- sche leven aan zich zelf wordt overgelaten. Tijdens den grooten Europeeschen oorlog, toen allerlei buitengewone omstandigheden storend inwerkten, is dat laatste niet ge beurd. Ten einde de minder bemiddelden niet de dupe te laten worden van deze om standigheden en van een speculatie daar op door de meer bezittenden en door hen, die toevallig de beschikking hadden over artikelen, die wij voor ons leven noodwen- nc klasse van het nienachdoin. Swithin had inderdaad een aïkeer van eenvoud, een heide voor goudorons, die hem on der zijn kennissen altijd had gestem peld als een man van grooten, was het dan ook eentgszins weeldengen smaak; tn uit de wetenschap, dat niemand zijn vertrekken kon betreden zonder op te merken, dat hij een man van weelde was, had hij een hecht en voortdutend geluk geput, zooais misschien geen an dere omstandigheid in zijn leven hem ooit verschaft had. Sinds hij had bedankt ais agent voor het verhuren van huizen, een betrek- kuig, die naar zijn meening bedroe vend was, vooral wat het deel der openbare verkooping betrof, had hij zich overgegeven aan aange>boren aristocra tische liefhebberijen. De volmaakte weelde van zijn latere dagen had hem bedolven, evenals een vlies, in de suiker, en zijn geest, waar in van ochtend tot avond zeer weinig voorviel, was het vereenigingspunt van twee vreemd tegenstrijdige aandoenin gen, een dralende en krachtige voldoe ning, dat hfj zijn eigen weg en zijn eigen fortuin had gemaakt en een ge voel, dat een man van zijn distinctie nch nooit had kunnen veroorloven zijn geest door werk te bezoedelen. Hij stond aan het buffet in een wit vest met groote gouden en onyx knoo- pen toe te zién, hoe zijn knecht de halzen van drie chatnpagne-fleMchen dieper in ijseminertjefl draaide. (Wordt vervolgd.) en, Huid- ek, Zenuw, en bestel laag. Toe- 8.50 BORA” ia ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal /2.90, per week 22 cent, overal waar da bezorging per looper geschiedt Franco per poet per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ8.80 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT .11. GGüDA. 1>Ü onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9<5 uur.; Administratie TeL Int. 82; Redactie Tel. 546 Diner bij Swithin. In de oranje en lichtblauwe eetkamer van Swithin, die uitzicht gaf op het Park, was de ronde tafel voor twaalf personen gedekt. Een geslepen kristallen kroonluchter, bezet met brandende kaarsen, hing als een reusachtige druipsteen in het mid den, «dralend tegen groote vergulden spiegels, tegen marmeren platen op de wandtafeltjes^ en zwaar vergulden stoe len met geborduurde zittingen Alles duidde die liefde voor schoonheid aan. die zoo diep geplant ia m elke familie die zijn eigen weg heeft moeten maken in de maatschappij, uit de meer gewo- 60UD8CHE COURANT. Ook beleefdheid is een wapen, waar mede men vijanden kan bestrijden. dig behoeven, heeft onze regeering, als vrij- wjjl alle andere regeeringen, dwingend in gegrepen en bepaalde prijzen vastgesteld, waarboven niet verkocht of verhuurd mocht worden, soms ook zelf voor de levering van het noodzakelijke gezorgd. En deze re geling heeft zjj in menig opzicht nog lang na den oorlog doen voortduren. Nu is het duidelijk, dat deze regeling, zoo ze den koopers en huurders bevoor deelde, toch in meerdere of mindere mate geschiedde ten koste van hen, die de te koopen of te huren artikelen in eigendom hadden. Immers deze laatsten ontvingen door het regeeringsingrijpen een lageren prijs voor hun warpn. Aanvankelijk betee- kende dat voor de meesten slechts het der ven van een bizondere buitenkans, waar ze toch altijd nog meer kregen dan ze hadden kunnen veronderstellen. Maar langzamer hand werd dat door den langen duur der re geling wel wat anders. Eerstens kwamen er menschën, die niet meer de oorspronkelijke bezitters waren, maar zelfs ook duurder hadden ingekocht. En in de tweede plaats werd de waarde van het geld eene andere, zoodat hoogere prijzen geen meerder voor deel be toekenden, maar gelijke prijzen een schade. Dit gold beide voor de eigenaren van huizen in bizondere mate. En het ztfn juist deze huiseigenaren, die men zoo lang onder de oorlogsregeling heeft gelaten. Lagere huurprijzen verlagen natuurlijker wijs de waarde der woningen reeds alleen doordat ze de vraag verminderen. De feiten bewijzen dit dan ook op treffende wijze. In 1921 werd te Amsterdam slechts 593 percee len publiek verkocht tegen ruim 900 in eik der 4 voorafgaande jaren en zulks voor eene totale verkoopsom van ruim 10 millioen, ter wijl die respectievelijk ruim 11, 14, 15 en 16 millioen had bedragen in de jaren 1917 1920. Maar in 1921 was de huuraanzeg- gingswet in werking getreden, terwijl de opleving in den huizenhandel samenvalt met het in werking treden van de huurcommi: - siewet, die velen dwong zelf een huis te koo pen. Na 1921 is mede ten gevolge van de heerschende malaise de vraag naar huizen nog afgenomen. En de kansen van de voor afgaande jaren en de door de omstandighe den uitgeoefende dwang om een huis te koo pen, ofschoon men daartoe feitelijk niet in staat was, heeft daarentegen het aanbod doen stijgen. De waardevermindering, die van dit laat ste en ten slotte ook van de Huurcommissie- en Huuropzeggingswet in verband met de Huuraanzeggingswet het gevolg werd, treft natuurlijk allereerst hen, die hun waar ge dwongen op de markt brengen, dat zijn dus over vee, dingen met hem te spreken, waartoe hij al deze jaren niet in de gelegenheid was geweest. Het was on mogelijk geweest om aan June ernstig zijn overtuiging toe te vertrouwen, dat bezittingen in de Soho-wijk in waarde zouden stijgen; zijn ongerustheid over da* vreeselijk zwijgen van Pippin, den superintendent van de New Colliery Company, waarvan hij zoolang voor zitter was geweest; zijn ergernis over de gestadige daling van Amerikaansche Golgotha's, of zelfs te redetwisten hoe hij door de een of andere regeling het best hel betalen der successierechten zou kunnen vermijden, dat op zijn overlijden zou volgen. Onder den in vloed echter van een kop thee, die hij eindeloos lang scheen te roeren, begon hij ten laatste te spreken. Een nieuw verschiet had zich nu geopend, een be loofd land om te bespreken, waarin hij een haven kon vinden tegen aandoenin gen van berouw en verwachting, waar in hij zijn ziel kon sussen door te over leggen hoe zijn vermogen het best at te ronden om het eenige deel, dat van hem zou blijven bestaan, eeuwig te maken. De jonge Jolyon was een oplettend toehoorder; het was zijn beste eigen schap. Hij hield zijn oogen vast op het gelaat van zijn vader gericht en stelde nu en dan een vraag. De klok sloeg één, voordat de oude Jolyon ophield met spreken, en bij het geluid van het slaan keerden zijn be ginselen terug. Hij nam met een ver- luezicni laten, net zal niet veel baten o! de onderwijzers al zedenpreeken, wanneer zij straks gedurende vijl we ken vaeantiö de kinderen aan hun lot overlaten. Merkwaardig ia bet dat anderen het altijd weer voor de baldadige jeugd opnemen wanneer die eens voor hun aden worden aangepakt. Waag het met een Straatjongen te na te komen, want onmiddeilijk heeft hij zijn verde- uigtrs en de kans is groot dat gij op stoppers krijgt in plaats van het boefje. Met maatregelen, verbodsbepalingen en allerlei voorschriften komt men stel lig met verder. De fout ligt bij de ouders, die in gebreke blijven. Heu in gebreke te stellen voor de ondeugden nunner kinderen en hen duchtig het nadeel te doen gevoelen van de daden hunner kinderen, is misschien een eer ste middel. Veel zaï het niet helpen want de overheid geeft al beiasting-aï- trek voor het hebben van kinderen en dus zal moeielijk verwacht kunnen wor den dal zij de ouders op andere wijze meer laat bijdragen in de algeineene tasten. Er zijn ouders die meenen dat zij de maatschappij zoo'n bijzonder grooten dienst bewijzen met het nebben van kinderen dat futiliteiten als de bal dadigheid daarbij vergeleken geen be- itekenis hebben. Inmiddels is hot goed dat de aandacht weer eens op het vraagstuk is geves tigd en dat de ouders het ook eens hooren alhoewel zij wel alle van mee- mng zullen zijn dat hun kinderen geen schuld nebben. Voor de groote steden rs een oplos sing dringend gewenscht, want er w eer achteruitgang dan vooruitgang te bespeuren en de ontevredenheid bij hen die altijd maar weer belasting moeten betalen om bij te dragen in de enorme kosten van het onderwijs en andere instellingen voor de jeugd, wordt nog grooter wanneer zij zien dat de algemeene lasten door de baldadige jeugd zoo worden verzwaard. HAÜENAAH. vooral zij, die tijdens de voorafgaande ja ren gedwongen kochten of wie onder de tijdsomstandigheden leden. Maar algemee- ner treft zij allen, zelfs wanneer, verge leken met den tijd voor den oorlog, de prij zen op dezelfde hoogte Weven omdat het geld een andere waaide heeft gekregen en bovendien de onderhoudskosten belangrijk zijn gestegen. Het goedkooper wonen, dat men zich door de huurwetten verzekerd zag, geschiedde dus ten koste van de huiseigena ren. Tijdelijk kon dat worden geduld met het oog op de bizondere tijdsomstandighe den, die een overheidsingrijpen noodzakelijk maakten. Maar het is duidelijk, dat in onze maatschappelijke verhoudingen overheid noch huurders een dergelyk offer van de huiseigenaren mogen vorderen, een offer, dat niet in de eerste plaats bestaat uit een lageren huurprijs en dus ujt een lagere rente van hun geld dan op de vrijs markt te be dingen zou zijn, terwijl ze wel de hypotheek rente moeten opbrengen, die de vrije markt vraagt, maar vooral ook een waardevermin dering van hun eigendom tengevolge van re- geeringsmaatregelen ten behoeve ’van huur ders. Acht de overheid een te hulp komen van sommige kategorieën huurders beslist noodzakelijk, dan is het eenige middel, dat van regeeringswege een bijdrage in de huur wordt gegeven. Deze last op de schouders der huiseigenaren te leggen, die als alle eigenaren recht hebben op de volle waarde en den vollen prijs hunner goederen op de markt, is, wanneer niet langer geheel bizon dere omstandigheden het noodzakelijk ma ken, niet van onbillijkheid vrij te pleiten. 18) - „O, en is ze mooi?” De oude Jolyon was te zeer een For syte om iets vrij uit te prijzen; vooral iets waarvoor hij een oprechte bewon dering voelde. „Zij ziet er niet slecht uit. Zij heeft een echte Forsytekin. Het zal hier een zaam zijn als zij weg is, Jo.” De uitdrukking op zijn gelaat gaf den zoon weer denzelfden schok, dien hij bad gevoeld, toen hij zijn vader den eersten keer zag. „Wat zult u dan doen, vader? Ik ver onderstel dat zij geheel m hem opgaat? „Wat ik zal $oen?” herhaalde de oude Jolyon met een toornigen klank ui zijn stem. „Het zal een ellendige ge- schiedènis zijn hier alleen te wonen. Ik weet niet hoe het moet eindigen. Ik hoop waarachtig” hij hield zich in en voegde er toen aan toe: „de vraag is wat fiet beste is met dit huis te doen?” rasten blik zijn horloge uit den „Ik moet naar bed gaan, Jo,” zeide hi, Df jonge Jolyon stond op en zijn hand uit om zijn vader bij het óp staan te helpen. Het oude gelaat zag er uitgeput en vervallen uit; zijn oogen hield hij voortdurend afgewend. „Vaarwel, mijn jongen, draag voor jezelf.” Er ging een oogenblik voorbij, waar na de jonge Jolyon zich ömwendde en de deur uitging. Hij kon ternauwer- n od zien; zijn glimlach trilde. Nog nooit in al die vijftien jaren, sinds hij voor het eerst ontdekt had, dat het le ven geen eenvoudige zhak was, had hij het zoo buitengewoon ingewikkeld ge vonden. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DULXXl. Het naar het schijnt, onoplosbare vraagstuk van de tuchteloosheid der jeugd is plotseling weer in de volle aandacht van het publiek geplaatst doordat de burgemeester/zich andermaal toi de schoolhoofden heeft gericht om hun medewerking te vragen ter bestrij ding van dit euvel. Bij dat schrijven zijn tal van gegevens overgelegd om trent den omvang van het kwaad. De directeuren van gemeentewerken en plantsoenen en de politie hebben op gaven gedaan van de jaarlijksche a.cha_- de die door de baldadige jeugd wordt veroorzaakt aan gemeente-eigendom- mcn. Het totaal loopt wel aardig naar een ton gouds. Alleen al aan vernieling der bestrating wordt 's jaars een be drag van dertig mille geöischt. De ban ken die in de plantsoenen en langs ta nen worden geplaatst worden zoo ver nield dat gemiddeld lederen dag één bank zoo goed als geheel wordt be schadigd. hn op deze wijze gaat het schrijven van den burgemeester voort. En dat alles geldt dan nog maar gemeente- eipëndommen. Men kan er gerust nog evenveel bij doen aan beschadiging van particulier goed. Jaarlijks heelt de ge meente 4000 gld. uit te geven tol her stel van ingegooide ruiten m gemeen- tegebouwen. Maar hoeveel particuliere ruiten worden er vernietigd, die eigen geld hersteld worden omdat uaders nooit te vinden zijn. De burgemeester richt zich thans tot de onderwijzers en vraagt hun mede werking. Heel mooi natuurlijk en wij twijfelen er niet aan ot de onderwij zers zullen meewerken, maar tast men op deze wijze wel de oorzaak van het kwaad aan? Het lijkt ons dat de bur gemeester zich ook tot de ouders had moeten wenden, want van deze blijven er heel veel in gebreke om toezicht op bun kinderen te houden. Het grootste df el van de opvoeding wordt op straat aangebracht. Vele ouders doen met hun kinderen als met huisdieren, ben groot deel van den dag loopen de honden langs de straat, alle deuren en kozij nen bevuilend. Aiieen ais de baas wat aardigheid van hem hij binnen gelatdi^ 1 met de kindereitjB Een geval van recenten datum zij hier even meegedeeld. Er valt ergens een kind in de gracht; het wordt met moeite gered, 't is al bewusteloos en met veel inspanning worden de levens geesten weer opgewekt. Niemand van de omstanders kent het kind; er is geen zusje of broertje of vriendje m de buurt De geneeskundige dienst vervoerd het per auto naar het ziekenhuis. Eerst s avonds het gevai had 's middags plaats komt het kind zoo bij kennis dat het zijn naam en adres kan mee deden. Er wordt bericht gezonden naar de woning. Vader en moeder zijn een „daggie” naar Rotterdam en hebben de zorg voor de kinderen overgelaten aan de oudste dochter, zijnde deze elf jaar oud. Zij voerde het commando over één \an zeven één. van vijf en één van drie. Die van zeven was op straat gaan «pe len en gedrost om ten slotte bijna te verdrinken. Ziedaar de verantwoordelijkheid van de ouders en dat geval is heusch niet een uitzondering, leder die maar even om zien heen ziet, weet dat tal van ouders zich o zoo weinig gelegen laten liggen aan hetgeen hun kinderen uit voeren. Als zij er zelf maar geen last van hebben. Dat zij er anderen mee opschepen, schijnt hun niets te bezwa ren. Vandaar dan ook dat er met veel te verbeteren valt aan de tuchteloosheid •zoolang niet getracht wordt meer vat te I*.rijgen op de ouders die hun plicht verwaarloozen en de kinderen zonder De jonge Jolyon keek de kamer rond. Ze was bijzonder groot en som ber, versierd met groote stillevens, die hij zich nog uit zijn jongensjaren her innerde, slapende honden, die met hun neus op bossen wortels rustten, waarbij uien en druiven gemoedelijk naast elkaar lagen. Het huis was een weinig benijdenswaardig bezit, maar hij kon zich zijn vader toch niet m een kleinere woning voorstellen, en daar om scheen alles nog iromscher. De oude Jolyon zat in zijn grooten stoel met den lezenaar, als de hoofd figuur van zijn familie, stand, en ge loofsovertuiging, met zijn wit hoofd en hoog gewelfd voorhoofd, als de verte genwoordiger van zelfbeheerschmg, en orde, en liefde voor eigendom. Een man, zoo eenzaam als er maar een m Londen was... Daar zat hij in de sombere geriefe lijkheid van de kamer, een sp^elpoH m de macht van groote krachten, welke zich niet stoorden aan familie of stand of geloof, maar zich bewogen als ma chines, met ontzagwekkenden voort gang naar een ondeergrondelijk eind doel. Dit viel den jongen Jolyon op, die anders geen oog voor personen had. Die arme, oude vader! Dit was dus het einde, het doel, waarvoor hij met zulk een grootsche zelfbeheerschmg had geleefd! Om eenzaam te zijn, en steeds ouder te worden, verlangende naar een ziel om zich tegen te kunnen uitent Op zijn beurt keek de oude Jolyon naar zijn zoon. Hij verlangde er naar ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorende tot den baaorgkriing I—6 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring* 1—5 regale 1.55, alke regel maar 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag dp den prijs. Liefdadigheids-advertontien de helft van dan pr|js. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regale ƒ2.06. elke regel meer O M <h voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingazonden mededeel mgen bij contract tot xoer gereduccer- den prys. Groote lettors en randen worden rek end naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomat van soiled# boekhan delaren, Advertentiebureau» en onze Agenten en moeten daags het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd t

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 1