Gouda 62’Jaargang Zaterdag 15 September 1923 No. 15338 :EEP V Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen 1 t EERSTE BLAD. r ‘4 BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx. feuilletom. HET GELUK DER R’JKEN ’T Na driekwart eeuw ld D.DJD. SSsfêKa MARKT 16 GEB. SPAAS* 2304 24 da. Dit nummer bestaat uit twee bladen. INfitZOMOÉN MCDKDl KLINGEN. ers A. BRINK- I iet origi- N T st naar foto’s eurendruk van kerk. It enorm de me- sakelftke swoon lef aan en het 81 70 <<0l IMII i: fflUNT, (THE MAN OF PROPERTY) door JOHN GALSWORTHY in de vertaling van Mevr. J. p. WESSELINK—VAN ROSSUM. Nadrak verboden. nies gezegd, terwijl hy met gescheiden jas panden vóór den haard akond:: dat hy zich op zyn gemak gevoe.de. Hy werd sinds eenigen tyd gekweld door een voorgevoel, dat hem een of anfler onheil bo ven het hoofd hing. Wel trachtte hij zich wys te maken, dat dit een physieke oorzaak had een leveraandoening maar in den grond wist hy wel beter. Hij keek op zijn horloge. Binnen een kwartier moest hij op de Algemeene Ver gadering van de Nieuwe Steenkolen-Maat- schappy zyn een van de ondernemingen van oom Jolyon; hy zou zyn oom daar zien en hem iets zeggen over Bosinney hy wist nog niet wat, maar hij zou er hem over aanspreken in alle geval zou hij dien brief niet beantwoorden vóór hij oom Jo lyon had gesproken. Hij stond op, en borg zorgvuldig het concept van zyn verdediging weg. Daarna liep hy naar een kabinetje, draaide het licht op, waschte zijn handen met een stukje bruine Windsorzeep, en droogde ze af aan een rolhanddoek. Toen borstelde hy zijn haar, besteedde veel zorg aan de scheiding, draaide het licht weer uit zette zyn hoed op en, nadat hy gezegd had om half drie terug te zullen zijn, vertrok hy, en liep de Poultry door Het was niet ver naar de kantoren der Nieuwe Steenkool-Maatschappij in Iron monger-Lane, waar de Algemeene Verga dering zou worden gehouden, in tegenstel ling met de gewoonte van meer eerzuchtige Maatschappijen, die in het Cannon-Street, Hotel vergaderden. De oude Jolyon had van het begin af de Pers geweerd. Wat heeft het publiek zeide hy met myn zaken te maken! Wij kennen onze vijanden altijd beter dan onze vrienden. Den derden November zal het vyf en ze ventig jaar geleden zyn, dat de Grondwet van 1848 werd afgekondigd en het ware jammer zoo Nederland zich niet voorbereid de ook dat regeeringsjubileum feestelijk te vieren. Met reden immers mocht in de plechtige publicatie dezer fundeering van ons staats recht worden getuigd, dat ,/le verandering der Grondwet, waarop het Staatsgebouw rust, het grootste werk is, dat een Vorst in overleg met zyn Volk kan tot stand bren gen.” Tot welke party men behoove, met dank baarheid kan men het sterke streven naar democratiseering van onze staatsinrichting en den voortreffelyken uitslag, waarmede het werd bekroond, gedenken. De Grond wet van ’48 is ons land een weldaad ge weest; zij heeft den uitbouw van ons stuatsherstel, naar Hyze regelen, vergemak kelijkt en in den somtijds handen strijd der beginselen en belangen beroering of geweld voorkomen. De politieke ontwikkeling van het Nederlandscihe volk, de bereiking der verst strekkende doelpunten der partyen men denke aan ’t kiesrecht /le gelijkstel ling van het bijzonder onderwijs met het openbare, de sociale wetgeving heeft zonder schokken plaats gevonden. Uitwassen en overdrijvingen op wetge vend gebied zyn niet achterwege gebleven, zy lagen aan den geest des tyds, niet aan dien der Constitutie. Zoo thans onze Ko ningin als Staatshoofd vlekkeloos en onge rept naar voren treedt, en Hare vyf-en- twintigjarige bestuursperiode zelfs tegen standers der Monarchie geen enkele reden tot kritiek oplevert en feitelyk ontwapent, dan mag ons land dat, behalve aan de voor treffelijke eigenschappen zyner Vorstin, ook danken aan de Grondwet, die haar tot richtsnoer diende. genezen, die U last maakt. Die en dat branden- erdwijnen. Vele nde raad waren, reeds genezen, iaat bij vinden. 50 (proefflacon ichtige D.DD-- apotheken ""®7 26 de gansche uitwerking daarvan over te la ten; een blanco artikel, waarmee bijna zes tig jaar later het kabinet De Meester zijn programma opmaakte. Ware het in ’48 in goede aarde gevallen, hoeveel noodelooze, onvruchtbare, schadelijke strijd zou ons land bewaard gebleven zijn! Zeventig jaar lang heeft de kiesrechtquaestie ons volk be zig gehouden, veertig jaar lang beheerschte zy de politiek en ten slotte hebben veel te laat ‘de tegenstanders .van het algemeen kiesrecht moeten capituleeren omdat zij den sterken stroom des tijds toch niet konden tegenhouden, een gebeurtKtiflrdie elk ver standig man had kunnen voorspellen van het oogentJïik dat de vraag naar het.stembil jet in het volk bijval begon te verwelven. Veel te laat, omdat de onmondig gehou den volksklassen de stemkaart toen niet meer opeischten uitsluitend om medezeg- gingschap en medetoezicht op ’s lands be stuur uit te oefenen, maar als een middel om speciaal aangewezen, stoffelijke voor- deelen uit de staatskas te verkrijgen. Vóór dat het geheele land zich vertrouwd had kunnen maken met de toepassing der deug- delijke beginselen van watgeving, die in het ‘belang van staat en volk in eiken tyd eer biediging behooren te vinden, waren de so ciale stroomingen losgebroken. Zij worden niet zorgvuldig ingedykt door de machtheb bers van die dagen, doch in tegendeel ver sterkt omdat men in bevrediging van mate- rieele verlangens het middel zag het ge vreesde algemeen kiesrecht op de lange baan te schuiven. De heerschende standen, bij wie in eik geval de constitutioneel tradities be waard gebleven waren, zouden stellig royaler zijn opgetreden bij de uitbreidingen ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal /2.90, par weak 22 cent, overal waar de bezorging par looper geschiedt Franco per port per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT >1, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur.; Administratie Tel. Int 82; Redactie Tel. 645 zyn Algemeene Vergaderingsgezicht, alsof hy zocht naar een zeer zwak aandeelhouder. En naast hem zat de doove directeur met ontevreden blik; en naast «lezen de oude hier BleedhBm, een zeer minzaam man met een voorkomen van zelfbewustheid dat hü ook wel mocht hebben, daar het pakje in het ruwe papier, dat hy altijd meebracht naar de vergadering, achter zijn hoed ver borgen lag, een van die ouderwetnche, plat- gerande hoeden, die behooren by een groote gestrikte das, gladgeschoren lippen, roode wangen, en keurige witte bakkebaardjes. Soames woonde altijd de Algemeene Ver gadering bymen meende, dat dit goed was voor het geval „er iets mocht voorvallen”. Hy keek met strakken, verwaanden blik in het rond naar de muren van de kamer, waar schetsteekeningen hingen van de mijn en de haven, met een groote photografie van een mynschacht, die naar een laag leidde, die merkwaardig genoeg geen voor deel bleek op te leveren. Deie photo een getuigenis van de eeuwige ironie, waaraan handelsondememingen onderhevig zyn behield toch haar plaats aan den nïuur, een afbeelding van het lievelingskiee van de di recteuren. En nu stond de oude Jolyon op om rekening en verantwoording te doen. Het voortdurend anagonisme, dat diep ge zeteld ia in den boezem van iederen direc teur tegenover zyn aandeelhouder, wist hy onder een buitengewone kalmte te veiber- gen; hy keek' hen rustig aan. Ook Soames hield den blik op hen gevestigd. Hy kende de meesten hunner van aanaien. Wordt vervolgd.) BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCLXXVII. De feesten zyn finaal uit: de laatste vet potjes in de laatste straat zijn opgebrand; vuilniswagens sloepen oneerbiedig de slin gers dennegroen weg en het allerfinaalste bewys van einde is het wel dat de scholen weer zyn begonnen. Verleden week is er in diverse wijken nog nagefuifd. Overal had men zyn muziekge zelschap, dat rondtrok en de boenen van den vloer Joeg. Er is lustig-op gedanst midden op domweg en als er nu één les is gegeven hoe men er wat stemming in kan brengen, dan is het nu wel. Geef muziek en laat dan sen, dan ontstaat een gezellige drukte. En hou dan den drank uit de magen. Waariyk, het tapverbod heeft goed gewerkt. Wy heb ben de stad doorkruist en nergens één ge val van dronkenschap gezien. Men kan er tegen zUn, dat alweer dwingend is opgetre den, mnpr goed is het ditmaal geweest Een navolgffnswaardig voorbeeld. We herinneren ons nog do vele tooneeljjes die by andere dergelyke feesten zyn voorgevallen en wan neer we dan het verloop van deze viering er by vergeiyken kan het niet anders of het tapverbod moet een goed effect hebben gehad. Nu dan de fee lelijkheden weer zyn afge- 'oopen richten we onze aandacht weer op de alledaagsche dingen, die nu niet zuo heel belangryk zyn. Misschien zyn velen in spanning voor hetgeen de 18 dezer maand za Ibrengen, als de Koningin in de Ridder zaal verschynt om den proloog voor hot winte seizoen uit te spreken. Er dreigen verrassingen en juist daardoor wordt dit maal de spanning aanzienlijk vergroot. De harten der ambtenaren kloppen angstig, want de geruchten die rondwaren zyn niet aangenaam voor hen. Zy worden nu de du pe van het verkeerde stelsel dat eenige ja- ren is gevolgd, toen in een periode van vol slagen onzekerheid ten aanzien van het he den on de naaste toekomst, toch een finale herziening der salarisverhoudingen werd tot stand gebracht. Iedere positieve grondslag ontbrak en met groote willekeur werd in de onderlinge verhoudingen ingegrepen. Dat al'es moest ,zich wreken en het uur der wrake schynt thans naby. In andere landen verloopt ditzelfde proces zeer geiykmatlg, omdat daar de salarissen verband houden met de index-cyfers en daarmede op en neer gaun. Hier echter is dit niet het geval en daarom moeten de veranderingen met schok ken gaan, hetgeen ook botsingen rfeven zal. Inmiddels verliast het ambtenarencorps weer een oeel van zyn prestige door‘hetgeen er aan den Postcheque- en girodienst voor valt. Het is daar een janboel van je wekte en we kunnen wel voorspellen dat dit in geen maanden nog opgelost wordt. Wat men hier heeft willen doen, de volledige om zetting van het bedrijf, i« een krachttoer die een ove- hHdsbedryf niet moet wagen. Met De Grondwet van 1848 heeft het parle mentaire stelsel gegeven, niet in zijn vol le rijpheid of verste consequentie, doch in een vorm, toentertijd meer dan voldoende voor de behoeften des volks, die toestond tot hooge ontwikkeling te brengen wat nog slechts als kiem in den Nederlandschen bo dem kon worden gelegd en anderzijds eisch- te schroomvallige^ eerbiediging van wat reeds volmaakt geWden werd. Zy gaf ons een .Staten-Generaal, met rechten toegerust, die slechts in onderdoo ien aanvulling en uitbreiding vereischten, een sterke beperking van de macht des Ko- nings, de volle maat der ministerieel© ver- antwoordêlykheid. De theorie was niet de sterkste kant der toenmalige wetgevers, maar de praktijk kon hun volkomen worden toevertrouwd, de regeering van den Koning Willem I had de bezwaren van een Duitsch gekleurd absolutisme zoo sterk doen ge voelen, dat de mannen van 4048 precies wisten wat zy aan het Engelsche parlemen tarisme dienden te ontleenen om daaraan een einde te maken. Uitbreiding van den invloed des volks tot breedere klassen lag veel minder in hun bedoeling dan breide ling der Koninkiyke bevoegdheden en usur paties. Zij zelf zorgden voor het laatste, lieten het eerste aan volgende geslachten over. Is nu het nageslacht in de driekwart eeuw sedert hare afkondiging verloopen, den geest der Grondwet getrouw gebleven? Heeft het tot vollen wasdom gebracht wat daarin kiemde? Beantwoorden die grond gedachten nog aan de eischen van ’t staat kundig leven in dezen tyd? In het algemeen kunnen die vragen met „ja” beantwoord worden, maar er valt voor behoud te maken op enkele punten en het kan zyn nut hebben daarby een oogeriblik de korte spanne die een dagblad veroorlooft, stil te staan. Een der gewichtigste hervormingen door de Grondwet van ’48 gebracht, was de recht- streeksche verkiezing van de leden der Tweede Kamer. Onze grootouders, niet ge woon over één nacht ys te gaan, zagen daar in een nieuwigheid, waarvan de toekomst de deugden of gebreken zou leeren kgnnen en zy verleenden het kiesrecht daarom in zeer beperkte mate. Geen sterveling kon zich wol is waar meer vereenigen met het inge wikkelde indirecte verkiezingsstelsel, in 1815 als souvenir aan de grootheid der Republiek behouden, maar voor een sterk vereenvou digde, getrapte verkiezing bleven velen ge voelen. Tegen de uitgesproken meening eener meerderheid in wist de regeering Thorbecke’s inzicht te doen zegevieren en het directe systeem er door te halen. De bedoeling was goed, men behoeft geen hinderpaal, in den vorm van een college van kiesmannen, aan de vrije uiting van het ge voelen der kiezers in den weg te staan, te betreuren is alleen, dat de wetgever een ander© belemmering opnam, den census als vooi'waarde voor het kiezerschap. Een kleine groep wenschte destyds al in de grondwet uitsluitend het beginsel der directe verkie zingen neer te leggen en aan de gewone wet van het kiesrecht, zoo zy hadden ingezien, dat hooghartige afwyzing van hetgeen an dere zich meer en mee» van haas kracht be wust wordende klassen opeischten als haar recht en weldra als haar kans, alleen kon uitloopen op de meest eenzijdige materia listische africhting van het toekomstig kie zerschap door pioniers, die het stembiljet voomamelyk aanprezen als ,een „Sesam, open U”. Het zou voor de praktijk misschien beter geweest zyn zoo men het getrapt kiesrecht in 1848 gehandhaafd had. Een veel grootcr aantal kiezers had daarby toch dadeiyk tot de stembus-moeten worden geroepen en het is gemakkelyker een kiescollege van stroo- mannen weg te werken dan een in de Grond wet vastgelegden census of ander min of meer geslaagd geschiktheldsmerk. Niemand kan tegenspreken, dat het res pectvoor het welzyn van den staat, voor het evenwicht tusschen de bevoegdheid der verschillende staatsorganen, voor den bloei der staatsfinanciën aanmerkeiyk is ver zwakt. De vervaging der beteekenis van den term „democraat” nog slechts een zoeteiyk gevoelsbegrip aanduidenden hem geëerd, die zonder voorbehoud het staatsbestel tot leni ging van groepennood en individuonverdriet wil aanwenden, merkt de ontwikkeling van ons geheele politieke leven. Het „hoe** heeft bij bestuur en wetgeving zyn belang verlo ren, alleen op het „wat" komt het aan en de democratie van onzen Grondwetgever, die er op uit was de medewerking der volks vertegenwoordiging tot bestuur en wetge ving op schier volmaakte wijze te doceeren, de macht van het uitvoerend gezag aan strenge banden te leggen, geschillen over rechten en belangen aan politieken invloed te onttrekken, wordt door de meesten ryp geacht voor het museum. De heerschende „democratie” heeft aldus haar eigen duinen opgeworpen. Zy heeft tie macht der kroon uitgebreid, de discretio- naire bevoegdheden der bewindleiders op gevoerd zelfs tot arbitrage op oeconomisch en sociaal terrein, zy heeft haar recht op toezicht voor een deel Illusoir gemaakt door de bestuurstaak in handen te leggen van een aldoor groeiend leger van ambtenaren. Men kan dit met leedwezen constateeren, maar moet tevens zoeken naar middelen om althans een dee]f van het berokkende nadeel af te wenden en voltrouwen dat lang zamerhand het volk zelf zal begrypen, dat een terugkeer naar de oude beproefde me thoden der echte democratie in zyn eigen belang geboden is. Mr. J^JG. MESRITZ. 55) - En al die ontelbare Forsytes die, in den loop van tallooze transacties betreffend^ eigendom van allerhande soort (van vrou wen af, tot aanrechten op water toe), kwa men dikwijls in de gelegenheid om de dien sten van een soliede man in te roepen, en vonden het rustgevend en voondeelig om Soames hun vertrouwen te schenken. Dat eenigszins verwaande van hem, vereenigd met het air in antecedenten te snuffelen, was ook in zyn voordeel en een man zou niet verwaand zyn, tenzij hy kennis had' Hy stond werkelyk aan het hoofd van de zaak, want ofschoon James nog bijna eiken <ag kwam toezien, deed hy weinig anders dan op zyn stoel zitten en zyn beenen over elkaar slaan, eenlgMlns in de war gebranh- omdat alles al was beslist on vertrok weer spoedig; en de andere deelgenoot, Bustard. een arme sukkel, die hard werkte, maar wiens raad nooit werd gevraagd. Soames ging dus voort met zyn verdedi ging. Toch zou men niet kunnen zeggen. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (bahooranda tot dao bazorgkring): 1—5 regels 1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkringi 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zatardagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefoadigheids-advertantiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELfNGEN: 1—4 regrtz ƒ2.04. elke regel maar ƒ15*. O> de voorpagina 50 honger. Gewon» advertentiën en ingezonden madadaalingen by contract tot zaer gereduceer de» prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede boekhan delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór do plaatsing het Bureau zUn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. Soames kwam met het slaan der klok binnen en ging aan den langen kant d(^ bestuurstafel zitten, waar de directeuren op een rij, ieder achter zyn inktpot, plaats had den genomen, tegenover hun aandeelhou ders. In het midden van deze rij, in het oog- loopend door zijn zwarten dichtgekboopten rok en witten knevel, leunde de oude Jo lyon achterover, en hield zyn vingers ge kruist op een copie van het Verslag van Di recteuren, met de rekening en verantwoor ding. Aan zyn rechterhand zat’ de secretaris Hemmings die altyd wat gewichtiger deed dan noodig was en over het algemee» op niet veel geluk kon bogen; een al te diepe droefgeestigheid glansde in zyn mooie oogen; zyn grauwzwarte baard, die even als ales wat men van hem zag, in den rouw was, gaf den indruk alsof hy een veel te zwarte das daarachter droeg Het was inderdaad een droefgeestige re den; er waren nog maar zes weken verloo pen, sinds dat telegram van Scorrier, den myningenieur, die met een bizondere zen ding naar de mynen'was gezonden, hen had bereikt. Hierin werd hun medegedeeld, dat Pippin, hun hoofd-ingenieur, zelfmoord had gepleegd, nadat hy', na een bu:tei»ei stilzwygen van twee jaren. een brief zijn commissarissen had geschreven. Deze brief lag nu op tafel; hy zou voorgelezen worden aan de aandeelhouders, die natuur- iyk van alles op de hoogte moesten gebracht worden. Hemmings had reeds dlkwyls tegen Soa- „Wat unze aandeelhouders niet van onze zaken weten, is ook niet de moeite waarl om te weten. Daarin kunt u my gelooven, meneer Soames.” Toen de oude Jolyon bij een van die ge legenheden tegenwoordig was, herinnerde Soames zich een kleine onaangenaamheid. Zijn oom had hem scherp aangekeken en gezegd: „Praat geen onzin, Hemmings! Je meent ,dat wat zü wèl veten, de moeite niet waard is om te weten.” De oude Jo lyon had een hekel aan bluf. Hemmings had, met booze oogen en een glimlach als een boer die kiespijn heeft, in een uitbarsting van gemaakte instemming, genatwoord: „Nu, die is goed, meneerI Dit is heel goed! Uw oom wil een grapje ma ken.” De volgende maal, toen hy Soames weer ontmoette, had hy de gelegenheid aange grepen en hem gezegd: „De voorzitter wordt een beetje oud ik kan hem de za ken niet aan het verstand brengen en daar by is hy zoo eigenzinnig, maar wat kan men ook anders verwachten van iemand met zóó’n khi!" Soames had toestemmend ge knikt. Iedereen wjst. dat Jolyon's kin ook een waarschuwing was. Hy zag er vandaag ge ergerd uit, ondanks het gelegenheidsgezieht dat hy altyd op een Algemeene Vergade ring trok; hy, Soames, zou zeker met hem over Bosinney spreken. Aan de linkerzyde van den ouden Jolyon zat de kleine heer Booker, en ook hy droeg 2070 >O<X><><><><><><^^

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 1