«li a PIJPEN UITVERKOOP M ROTTERDAM „TRANS V ALIA" I 2.75 - 3.75 - 5.75 ilm Mm mm HOOGSTRAAT 278 erpVB» ïX'12»'16- 4.», V, 8, 9.", 12.M,14."| 18",22!*,26—|1T.M. 19",24"[HP,IP. 19- prima Vilthoed L. BINNENDIJK DE GOUDSCBE FRUITHANDEL Neemt proef met mijne RECLAME SPECULAAS Banketbakkerij ALPH. VAN GOOL GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 29 SEPT. 1923 - TWEEDE BLAD Eerst overal kijken, voordat zij koopen, Kijken kost niets - en koopen kost weinig bij C. en A. Adverteert in dit Blad. Naar het zonnige Zuidsn. dat vinden de dames echt leuk". De eene winkel is goed,maar duur; de andere goed koop, maar slecht; weer een andere winkel is slecht en bovendien duur. WIJ vinden het ook ,echt leuk", als de dames eerst overal gaan kijken, want des te zekerder zijn wij, dat zij BIJ ONS komen koopen. Alle en wij brengen de laatste mode binnen ieder"s bereik, daarin ligt onze groote kracht Wie tegen ONS wil concurreeren, moet het zoeken jn knoeierij en minderwaardige kwaliteit. SMM3 OT/ vvV V/MVmU ALLE VERANDERINGEN GRATIS i HOEK VIADUCT AAN SCHRIFTELIJKE AANVRAGEN KAN NIET WORDEN VOLDAAN FLUWEELEN JAPONNEN O Prima kwaliteit keper fluweel, nieuwste mo dellen met lij-sluiting GABARDINE JAPONNEN De nieuwste Tut-ankh- Amen en alle andere moderne garneerin gen. Prima afwerking KINDER MANTELS. Zuiver wollen Unie stof. Kraag van Imltatle-bont KINDER- MANTELS. Prima kwaliteit velours de laine. Kraag met echt bont gegarneerd. DE NIEUWSTE MANTELS. Zeer goede kwaliteit velours de laine met echte bontkraag (bibe- rette). HET LAATSTE MODEL. Prachtige kw. velours de laine „Unie" en „Jackard" met de zoo gewilde gepl. kraag. BONTJEKKERS In de moderne lams- vel-lmitatie8, wol pluche, curl, enz. enz. I enz. enr I AMSTERDAM ROTTERDAM DEN HAAG UTRECHT LEIDEN GRONINGEN LEEUWARDEN SNEEK ENSCHEDE 2707 675 Teg. oncur- raarenda prijzan lawaren wij U aan in da nieuwsta kleuren an modallan. - bij - KLEIWEG 87 - TEL. 517 87(J6 90 LANGE TIENDEWEG 27 BLAUWE DRUIVEN PERZIKEN MELOENEN SINAASAPPELEN CITROENEN BANANEN TELEF 313 - OOUDA. heeft in vooraad: TAFELPEREN TAFELAPPELEN TOMATEN ANNANAS IN BLIK DIVERSE SOORTEN NOTEN BAITAXTJVXT miDiwn ouuiviiu. BLIKGROENTEN (merk Sleutels) tegen a cherp concurreerende prijzen. ia cant par Ons. GROENENDAAL 17 (na«t v«n Oath). u Brievan van aan Bouwanaar uit Parijs. L Parijs, 27 September. „Parijn is geen stad, maar een wereld", miet Karei de Vijfde eens gezegd hebben, en toentertijd, de goeie man leefde geloof ik in de eerste helft van de 16e eeuw, telde de hoofdstad van Frankrijk nog maar 200000 inwoners. En een kennis van me, die weliswaar nog niet zoo beroemd ia als Karei de Vijfde, maar die er toch ook wel kyk op heeft zei: „Ach, Parijs is een aardig dorp." Zoo heb je dan al dadelijk verschil in waardeeripg. Maar hoe het ook zij, druk is het hier zéker. Want dat is voor iemand die voor het eerst in de „Ville Luimière" komt, wel het meest indrukwekkende: het rader werk van het verkeer, een raderwerk tus schen haakjes, dat nu niet bepaald altijd keurig loopt. Toen ik bij het „Gare du Nord" in een taxi stapte, want, had men mij ver teld, dat kost nagenoeg niets (als je niet afgezet wordt!) en in het gewoel en gewrie mel van al die auto's, bussen, trams en an dere voertuigen terecht kwam mompelde ik in mezelf: „Chauffeur, als je me door dat gewirwar heem laveert, dan neem ik m'n pet af voor jouw stuurtalenten". Natuurlijk bereikte ik heelhuids m'n be stemming, maar „rustig geleund in de zachte kussens van de auto", zoóals de ge ijkte term luidt, nee, dat heb ik niet. Je rijdt tien meter een schok, je staat stil, kruipt dan eventjes langzaam voort, totxiat de chauffeur een gaatje ziet waar ie zich doorheen kan wringen dan een hevig ge toeter, het gekraak van de remmen, je schiet achterover, met je gedachtenkistje tegen de harde achterkant van je „wagen"hoep weer een gangetje en terwijl ie zachtkens met je hand over een bult op je achterhoofd zit te aaien, hou je met je andere hand maar stevig een steuntje vast, anders heb je even later ook die hand nog noodig voor een gewelf op je voorhoofd. Dit was natuur lijk lichtelijk overdreven mijn eerste im- presal van een autorit in Parijs. Het bleek me later dat je soms ook werkelijk voor je genoegen in zoo'n taxi leunt zitten. Iets wat annex is met dat enorm drukke verkeer is het geluid van Parijs, dat is een combinatie van autotoeters, snorrende mo toren en andere machinale geleiden. Klaxons gelukkig hier verboden. Sinds 1914 is het aantal auto's verdrievoudigd- Dat ver klaart misschien ook wel waarom de groote rij verkeerswegen constant aan reparatie on derhevig zijn en ook, waarom het nu drie maal zoo moeilijk is om een straat over te steken dan In 1914. En ik heb wel gemerkt, dat ln Parijs de kortste weg tusschen twee punten niet altijd de rechte lijn is. Een omweg bespaart je soms wel eenige minu ten. Een goede verkeersregeling bestaat alleen op de allerdrukste punten; waar h«t niet 806 druk is (maar altijd nog druk genoeg om door zes auto's tegelijk overreden te worden) daar redt leder zichzelf maar. Daar wen je natuurlijk aan. Eerst liep ik altijd maar achter iemand aan, waarvan ik dacht, jij hebt het wel meer gedaan, maar na een paar dagen ga je al op eigen houtje een straat over, profiteerende van elke hiaat in de file van voertuigen. Dat "de rubriek „auto ongelukken", die in de krant per dag onge veer een halve kolom beslaat, naet grooter is, dat is me echter nog steeds een raadsel. Een spraakzame kellner in Café de la Paix, die me, zooals velen, met „Sir" aansprak (want iedereen die kennelijk een vreemdeling is, is Engelschman of Amerikaan) vertelde me, dat een officleele contróle van het verkeer op het kruispunt Rue RoyaleRue St, Ho- noré, uitgewezen had dat van drie tot zeven uur 's middags ruim vijf en tachtigduizend voertuigen van allerlei soort daar gepas seerd waren. Dat is dus in vier uur tföds, oftewel een en twintigduizend per uur. In Gouda zie je er in een heel jaar zooveel nog piet. O ja, ik noemde daar zooeven Engelschen en Amerikanen. BQ massa's zie je ze hier, herkenbaar aan hun uiterlijk of* hun onmis bare Baedeker of anders in groote toerauto's van de reisbureaux. Maar Hollanders vindt men hier ookem niet zoo'n klein beetje. Gisteren, op de Place de 1' Opéra, waar het altyd woest druk is, stond ik op het trottoir en wachtte op een gunstige gelegenheid om naar den anderen kant te komen zonder nu juist direct in de betere wereld te verzeilen. We staan op een hoopje wachtende op het fluitje van den hoofdverkeersagent, waardoor het verkeer in één richting even stopgezet wordt en de voetgangers dan te vens veilig kunnen oversteken. Achter me een meneer, een, laten we zeggen, mevrouw en een meisje, vermoedelijk hun dochter. In eens hoor ik, in plat Amsterdamaeh de me vrouw: „Wa'g dat nou foor flauwekul, kenne me d'r nou nooit ofer!" De meneer, heel autoritair: „Ach mins, wach nou toch effen, die agent mot eerst dat houtje omhoog ste- ke." Waarop de dochter beweert: „Gossie, hebben ze hier nog houtjes bij ons heb ben de smeerisse een manchet, daar benne houtjes al uit de tijd". En druk pratend en gesticuleerend stak het edele trio even later over Toch zijn de tijden van O". W.-ers en der gelijke voorbij dit waren dan zeker Ma- laise-W.-ers. Intusschen deed de opmerking van de jonge dame m'n gedachten even naar Gouda teruggaan en tot m'n groote vol doening heb ik geconstateerd, dat Parijs nog niets voor is op onze Pypenstad, want daar „regelt" ook Donderdags op de hoek van de Turfmarkt en den Kleiweg een dienaar van den heiligen Hermandad het verkeer met een houtje. A. C. S. MODEPRAATJE. Bij de Opening van het winterseizoen. De mode een kaleidoskoop. Mannequins. Vrouwenkleeding eene kwestie van opvatting en tempe- We ontkomen er niet aan. Telkens als het modeseizoen wisselt, worden we met „Mode" bekogeld. En we vangen de ballen op, gretig, vol verwachting van wat de seizoenopening voor „itreffers" brengen zaL Het liefst zien we modes van Franache origine, want die is imméh altijd van het zuiverste water? Maar och, we laten ons ook wel beetnemen door den schijn en ver slijten voor Fransche élégance, wat niet meer dan Duitsche valuta is. We moeten ook voorzichtig zijn, dat we geen F'nansch cachet leenen aan wat slechts op Hollandach erf ge wassen is. Maar kom, eigenlijk is het alleen maar om den schijn te doenvermits dienu ja, „de geïmporteerde mode" alle eer aandoet. Dus, gunnen wij alle exposee rend magazijnen hunne „origineele Paryizer modellen", indien die diverse modes ons maar voldoen en indien ze ons maar animee- rende en prettig variëerend worden voorge legd. Heit spreekt immers als een "boek, dat er wel verschillende stijlen ontstaan moeten, daar waar ieder modehuis naar eigen smaak en volgens de behoeften der cliëntèle, zijne collectie samenstelt. En dat die vele stijlen, reden van bestaan hebben, toonen ons de welverzorgde étalages, waarin de vertegen woordigers van eiken stijl met gratie te pronken staan. Alles is immers, of lijkt an ders even mooi.wat de étaleurs, met hun beste beentje voorop, hebben tentoongesteld. Zij hebben het ook zoo buitengewoon handig ingepikt. De gewone vrouw laat er zich to taal door verschalken. Zelfs wij modemen- schen worden overrompeld en zijn wèg, van bewondering en goedkeuring. Zie, zoolang de nieuwe modellen in de ex positieorde der showkasten geschaard staan, moeten ze maar in stilte afwachten of ze u met haren strakken tooi behagen kunnen. Maar wanneer de mode vóórgodragen wordt op een levend wezen, nu eens als een lente gedicht, in teerwazige kleurenfestoenen-van- avond-kleedy, dan weder als statig-stemmig- piona van schemerig-wintengewaad, dan eerst spreekt ze tot u verstaanbare taal. Dan merkt ge, hoe een kleed zich tmudit bij ge baren, bewegen en hanteeren. Ban ziet ge vormen en lijnen, volgens de juiste, eenig volmaakte proportie en kunt ge naar de ver scheidenheid der gestalten uw smaak voor stof, valling en détail behoorlijk toetsen. En dl&ar ieders opvatting van wat mooi en draagbaar en stijlvol is, eene andere is, en daar elke draagster door hare geoefendheid op elk kleedingstuk een soort persoonlijk stempel drukt, wordt dezelfde mode in hare tallooze schakeeringen als een kaleidoscoop in welks facetten het modebeeld telkens op andere wijze weerkaatst wordt. Toch, ten laatste herkent ge de groote lijnen, de stee<is wtxlerkeerende vormen, welke zich over de geheele linie terug laten vinden. Misschien brengt het dan eenige teleurstel li i*j, dat do rechte slanke lijn nog steeds den boventoon voert, dat het verlengde middel nog even ge wild als toen het voor verscheidene seizoens terug zijne intrede deed in het modeparadijs. Daar ook in het rijk der mode, het oude zich dikwijls aan het nieuwe paart, behoeven wy ons niet te verwonderen, dat wy iets uit vroegeren tijd zien herleven. De volants. O, geen ruime in plooien of blokken vallende strook en! Alleen maar een weinig in vorm geknipte, met genoeg ruimte om eene goede valling te verkrygen. De volant is het nieu we élément in de mode, dat vooral de rok ken behee recht. De gladde volant, de ge- plisseerde ,de schuin oploopende, de laagsge wijze geplaatste, ge treft hem aan op avond kleedjes, op robes, aan mouwen, bij mantels en pakken. Denk nu niet, dat hij een aanblik van ruimte of wijdte biedt. Integendeel, de soe pele, fijne stoffen zijn zoo mooi geknipt en bewèrkt, dat ze ook als volantdécoratie, de slanke lijn geen oogenWik in verdrukking brengen. Als men deze mode ziet van rechte, losse vormen, waaronder men de heupen ziet deinen, en de apiertrekkingen des lichaams kan waarnemen, dan moet men evenwel er kennen, dat is nog. geene „mode voor ieder een"! Al te veel wordt rekening gehouden met de élégante vrouw, di« élles kan dragen, ter wijl korte of gezette figuren, de ware mo degedaante niet zullen kunnen nu vol gen, en met eene combinatie van eenige stylen of zelfs met een surrogaat tevreden zullen moeten zijn. Want, ik ben het lang niet met Margarie Boroen eens, die ergens gezegd heeft „dat het tegenwoordig voor geene vrouiw meer mogelijk is, zich bepaald slecht te kleed en". Al worden, volgens hare beke ring vormen en artistieke lynen der beste modellen in grove trekken in de gewonere kleeding nagebootst, dan is er nog zóóveel dat by eene goede kleeding eene vooimame rol speelt en dan is het maar al te zeker, dat de mode niet door iedereen op de juiste wijze toegepast wordt. Immers vele vrouwen en vooral Hollanrisohe vrouwen, houden er eigen kleedmgbegrippen op na, die zij zich door niemand uit het hoofd laten praten. Daar zij de mode niet vermogen te zien in haar juiste verband en in hare voornaamste eischen, kan het niet uitblijven of deZe cate gorie plaatst zich bulten de eigenlijke mo de-opvattingen en draagt eene mode op zich zelf, welke dan ook niet altyd-móoi genoemd kan worden. Dikwerf ook, en dat is de fout van vele vrouwen, begeeren ze iets voor zich, dat niet met hare gestalte of verder uiterlijk o\ ereenkomt. Bij gebrek aan een gevestigd oordeel, laten ze zich sohm verleiden om iets mooi te vinden, dat eene mannequin prachtig leek, om thuis gekomen te ervaren, dat wat „die andere" stond, voor haar figuur niet kleedde, of niet geschikt was. Daar ook kleur en kleuren-combinatie zooveel bij dragen tot het welslagen der kleedij, ia het niet te verwonderen, dat menig modieus toiletje dafc,zoo aardig leek, voor «Ie bezit ster onmogelijk bleek, omdat de kleur eer funest dan flatteus voor haar teint wae. En zoo zyn er dan verschillende factoren die bewijzen, dat men met oen^ CQncessie aan' heerschende modevormen en lynen moet dragen wat staat, wat past bij de éigen per soonlijkheid. De huidige mode laat dat wei- beschouwd toch toe, zij is er rijk en veelstal- tig genoeg voor. Zij brengt gedempte, halve tinten voor wie ndet houxlen van felle kleur- sprankeling, meer geprononceerde vormen, voor de vrouw met ronde contouren', die in een los gewaad spoedig op vormei ooidie id zouden lijken. Zy is nog steeds eene voor standster van den princessestyi, maar spant de lijnen nu zoo strak om de heupen en het middel dat alléén de zéér slanke figuurtjes in dit larveachtig omhulsel bekoorlijk-modi eus uit kunnen zien. Voor zeer tengere ge stalten he^ft zy daarenboven nog vlinder achtige aanhangsels, die wij nu eens aan een kraag, dan aan doorzichtige mouwen be vestigt. Uitmunten doet ze vooral in stoffen. Deze zyn even verscheiden als rijk, in «die tinten te dragen met eene speciale voorliefde voor wat reeds eerder was; .kanselkleuren" en „groene- amandel tinten". In zwart gelijkt zij U het statigst. Daarin brengt zy hare meest geraffineerde créaties- Haar kostbaarste satin-grenadine is glan zend zwart en valt in zulke soepele en val- rijke plooien. Ze garneert het met reepen en banen, ook met de genoemde platte volants van den doffen tegenkant dezer degelijke zijde. Nieuwe zijdenztoffen zijn ook moiré, «an tique an het voorvaderlijke Obtomane, de zwaar-geribte zijde, waarvan onze oud-tan tes hare staatsiemantels droegen. Een mo dieust' hals is rond of bootvormig van dé colleté, het laatste riep weer de bootvormige Berthe in 't leven, die aich menigmaal op hare beurt associeert aan een nieuw soort mouwen dat half de rug en half de boven arm bedekt houdt. Nog eene modenieuwigheid, die echter al leen maar aardig staat, indien ze met „zwüng" gedragen wordt, is een soort losse slip, een los aanhangsel, dat zich vlkk van voren op den fok bevindt en dat by i ede ren energieken stap met fladderende bewegingen naar voren slaat. Er zyn ook exentrieke modeverschijnselen Zoo de mouw, die uit eene serie losse lintjes bestaat, welke als flarden of reepen rondom een arm zwabberen en by iedere tempera mentvolle beweging als zeilen-in-den-wirsi te keer gaan. Men heeft ook de ingeplooide tweekleurige zyden pouffe onderaan een sierlyken mouw, waarvan de bekapte may- chet met gouden ornament, des pouffes voetstuk is. De nieuwe mode zou geene wintermode zijn, indien ze niet ook een overvloed van gemeen en van kostbaar bont bracht Bont versiert de kleeding in randen, als kraag, als manchetten. Het wordt ook zóó maar, op al lerlei plaatsen in brokjes neergeplakt Het kan als een onmogelyk groote, inge haalde kraag op een over-rulmen mantel voorkomen, het kan zich ook als een vier kant ontzag-lyk rugschild op een overigens kokerig nauwe jas bevinden. Ze wordt dan nauw en wijd tegelyk gedragen. Heb ik te veel gezegd Is de mode niet dikwijls eene kwestie van opvatting en en kele malen een uitspruitsel van het tempe rament waardoor en waarmede ze bekeken wordt? GRACE ALLAN. ONDERWIJS. Wijzigingen hoofdacts en onderwyzero- De wijzigingen in de onderwyzera-expr mens, waarvan we al melding maakten, komen neer op het vagende: a. het onderwijzers-examen wordt voor de Kweekscholen een schooleindexamen, af te nomen door directeur en leeraren dei kweekschool onder toezicht van drie gecom mitteerden. b. -afgewezen ad spiranten 'ontvangen het examengeld, dat tien gld. bedraagt, terug. c. de schriftelyke opgaven worden doof den examinator na overleg met den direc teur vastgesteld. d. De directeur zendt deze opgaven udterlyk drie weken Vóór den aanvang van het examen aan de gecommitteerden. e. Indien de gecommitteerden opgaven ongeschikt achten, zendt de directeur na daarvan kennis te hebben gekregen, nieuwe opgaven in, en f. Indien de gecommitteerden ook de nieuwe opgaven ongeschikt achten, «tellen zy, na overleg met den directeur, zelf de opgaven vast g. By verschil van gevoelen tusschen di recteur enf leeraren en dé gecommitteerden omtrent den uitslag van het examen beslis sen laatstgenoemden. By de vakken waarin wordt geëxamineerd is aangeteekend, dat de eisch: kennis van rekenkunde en wiskunde niet geldt voor vrouweiyke adspiranten, die aan de kweek school geen onderwys hierin kregen, krach tens het bepaalde in art. 18, tweede lid K. B. van 11 Sept '23 (Staatsblad 440). Zooals vermeld is treedt dit besluit met 1 Januari 1924 in werking. Voor de examens in 1924 ai te nemen geldt echter het programma A, gehecht aan het K. B. van 17 Dec. 1890, Stbl. 183. Voor het hoofdacte-axamen gelden de vol gende bepalingen („Staatsblad" 436): a. het examengeld bedraagt vyftien gul den; b. men doet examen voor de Commissie aangeweaen voor de streek, waar de adspi ranten wonen, zoodst b.v. een candidaat, die in den omtrek van Dordrecht woont, in die stad examen doet, indien daar een examen- commissie is ingesteld en niet b.v. in den Haag (deze bepaling ia het vorige jaar al dus gemaakt); c. Wét schriftelijk deel van het examen omvat opvoedkunde, Nederl. taal en letter kunde en wiskund«. Het programma voor het hoofilacte-exa men luidt: Opvoedkunde. a. Bekendheid met de algemeene ziel kunde in verband met de paadagogiek. Keni- ke kennis van de uitkomsten der empirische en experimenteele zielkunde. b. Inzicht in de wyze, waarop Aet schooi* onderwys dienstbaar kan worden gemaakt aan <le zedelijke en veretandeiyke vorming der leerlingen. ,c. Kennis van de inrichting der lagere school. d. Kennis van d« algemeene dklaktiek $n van een leergang voor ieder der vakken, ge noemd in artikel 2 der Lageronderwij'swet 1920 onder de létters a tot en met i. e. Eenige kennis van de geschiedenis van het onderwys en de opvoeding, inzon derheid in Nederland. f. Bekendheid met enkele door den ad- spirant te kiezen geschriften van bekende paedagogen. V- Nederlandsche taal en letterkunde. a. Bekendheid met eenige belangryke verschijnselen Uit htft leven der Nederland- sche taal. b. Bekendheid met de hoofdstroomingen uit de geschiedenis der Nederlandsche let terkunde. Nadere kennis van eenige door den adspirant te kiezen belangryke voort brengselen der Nederlandsehe letterkunde. Aardrijkskunde. a. Kennis van de natuurkundige en oeco nomische aardrijkskunde van Nederland, Nederlandsch-lndaë, Suriname en Curasao. b. Nadere kennis .van een of meer vreémde landen of landstreken ter keuze van tleii adspirant. c. Eenige kennis van de hoofdzaken der kosxriographie. Geschiedenis. a. Eenige bekendheid met de geschiede nis der oudheid. b. Bekendheid mét de hoofdzaken uit de geschiedenis der middeleeuwen en uit de nieuwe geschiedenis, inzonderheid die der 19de cn 20ste eeuw. c. Nadere kennis van «Ün^door den ad spirant te kiezen tijdvak uit de 'geschiedenis des vaderlands en in verband daarmede van de'algemeene geschiedenis. Kennis der natuur. a. Kennis van de belangrykste natuur kundige verschijnselen en van de eenvou digste verbrandingsverschynselen. b. Kennis van de hoofdzaken der school- hygiene. Wiskunde. a. Algebra. Eenige bekendheid met de hoofdzaken uit de algebra en meL-de ver- geiykingen van den tweeden gras# met één onbekende. b. Meetkunde. Eenige bekendheid met de hoofdzaken uit de vlakke meetkunde en uit de meetkunde in de ruimte. Van het onderzoek in het onderdeel wis kunde zyn vrijgesteld als adspiranten, die daarin het onderwyzeraexamen bfVryzen van bekwaamheid hebben afgelegd. Dit besluit treedt met 1 Jan. '24 ln wer king. In 1924 en 1926 hiyft voor hen, die in *23 werden geëxamineerd, de bepaling van kracht, dat zy, die binnen twee jaar op nieuw examen doen, niet worden geëxami neerd in de vakken waarvoor ze minstens het cyfer 6 hebben gekregen. III. Een stad van ontevreden menschen. „De Man onder het Bed." Etages te koop. Een merkwaardig kerk hof. Genova la Superba? Er zyn heel weinig steden, die ik met zoo veel genoegen... verlaten heb ,als Genua, de stad van Columbus en de Stoomvaart-Mij. Nederland". Niet omdat Genua een leelyke stad zou zyn, maar omdat het een onsympathieke stad is. Leeiyk is Genua stellig niet, en wie van typische stadsbuurtjes en pittoreske straat jes houdt, moet vooral niet verzuimen er heen te gaan. Maar wie ook nog iets geeft om een omgeving van sympathieke men schen, en niet graag vertoeft in een atmos feer van koude, berekenende^ en vyandelijke stuurschheid... die late Genua zoover mo- gelyk buiten zyn reisroute. Er wordt nog al eens smalend gesproken over de „zakelyfcheid" van de Rotterdam mers en van de Antwerpenaren. Maar het karakter van deze menschen, die niets lie ver doen dan die zakelijkheid vergeten in een warme, hartelyke spontaniteit, is my oneindig veel liever dan het kafakter van den Genuees, die zyn leven lang geen oogenbHk vergeet, dat hy werkt om betaald te worden... en dat hy betaalt om gediend te worden! Wilt u een voorbeeld? De zat op een avond in het Politeama Genovese, om een voorstelling van de „Bohème" by te wonen. De aanvang der voorstelling was bepaald op negen uur .(Da&r ln Italië om zeven uur of half acht gedineerd wordt, beginnen de tooneelvoorstellingen nooit voor negen uur.) En het was nog niet ten volle twéé minu ten over negenen, of van de hoogere rangen spoedig ook van de lagere weerklonk een donderend handgeklap en voetenge stamp, dat het ongeduld van het publiek demonstreerde. Men had immers betaald Voor een voorstelling vanaf negen uur, en niet voor een voorstelling vanaf twee mi nuten over negenen 1! En zooals dit schouwburgpubliek is, zoo IT de geheele bevolking van deze stad van ontevreden menschen. De stuursohe gezich ten van de voorby gangers op straat, de af gematte, uitgeputte trekken van de arbei dersvrouwen, het eindelooze gedrens van vuile, in vodden gehulde kinderen... het tee kent alles ontevredenheid en volslagen af wezigheid van ook maar een greintje zon. En even koud en onverschillig is de on- derlingen omgang van deze menschen. Wat wederzydBoh vertrouwen is, schynt men hier niet te weten. Eens zat ik omstreeks kof fietijd voor een groot restaurant in een van de hoofdstraten. Eén tafeltje verder zat een heer, die koffie en wat broodjes met ham bestelde. De kellner bracht de koffie, bracht ook een Schotel waarop vier broodjes met ham. En de heer, die er keurig en volstrekt niet onbetrouwbaar uitzag, nuttigde het een en ander met welgevallen. Na een kwartier tje hoorde ik, dat de kellner werd geroe pen om de rekening te brengen. De kellner kwam ,en ging weer weg met de schaal, waarop twee overgebleven broodjes, maar overhandigde géén rekening De keek den kellner na, om te zien wat dat te beduiden had. En ik zag, dat de kellner een paar tafeltjes verder... keek of van de overge bleven broodjes de ham niet was afgegeten. Eerst dééraa kon de heer zyn rekening krygenf Ik had het toch over wederzijdsch vertrouwen En dat ook van de zijde van het puWiak geen al te groote vertrouwen wordt gpvergd, blykt wel daaruit, dat in verschillende Ge- nueeséhe hotels op iedere hotelkamer een bordje hangt met de raadgeving: ln het be lang van de veiligheid van den gast, vóór Het slapen gaan onder het bed te kyken! „De man onder het bed" schynt hier dus ook nog buiten het gebied der romans en tooneel stukken te bestaan! Maar wie kans ziet om te vergeten, dat het karakter van de menschen hier wan trouwend, hun kleeding slordig en smake loos, en hun eten duur en slecht is, zal stellig ook in Genua veel te apprecieeren vinden. Hy zal er een gfenóegen in scheppen, door de drukke nauwe en kronkelige stra ten tè gaan, en door de heel smalle steeg jes, waartusschen de huizen van vyf en zes verdiepingen, ter hoogte van iedere étage de wasch te drogen hangt. En hy zal er met belangstelling kyken naar de merkwaardige oude paleizen, die men byna huis aan huis in deze nauwe straatjes vindt. Want dit is ook een opvallende eigen aardigheid van Genua: in de smalste, don kerste, meest kronkelige straatjes treft men-er de groote paleizen en de voorname gebouwen en woonhuizen aan. In de bui- tenwyken, op prachtige wegen tegen de heuvels, .waar men genieten kan van schitterende panorama's en van prachtige palmen-aanplantingen, vindt men alleen., gore, onsmakelijke huurkazernes, bewoond door dito huurders! Aan die woonhuizen van Genua zit nog een andere bizondevheid vaat. Ia Genua Is het nameiyk de gewoonte dat men er in een huis van eenige „standing" tenmin ste niet een étage huurt, maar een éta ge koopt. En soma ook zelfs een gedéélte van een éUge koopt. Een van mijn kennis sen heeft hier by voorbeeld een étage van zes vertrekken gekocht. In die ses vertrek ken is hy heer en meester. De rest van het huis gaat hem niet aan. De vest&ule, de hall en de binnenplaats zyn gezamenlijk eigendom van alle bewoners. De concierge, die belast is met het ondeiboud hiervan, wordt door de gezamenlijke bewoners ge salarieerd. En by belangryke kwsetlee, als verbouwing of vernieuwing van het een of ander, wordt een soort van familie-raad bijeengeroepen, waarin over het wel en wee van het huis by meerderheid van stemmen wordt beslist, is het niet een klein Wynkoop-paradys op aarde? En ten slotte nog één merkwaardigheid van Genua, die ook tevens in de volle be- teekenis van het woord een „bezienswaar digheid" ia. Dt bedoel het kerkhof, het Cam po Santo, dat een oppervlakte van meer dan honderdaestig-duLxend vierkante meter beslaat. Dit kerkhof, dat aangelegd Is tegen de helling van een berg, en hon derdtallen monumenten telt (echter slechts tientallen die werkelfyk smaakvol en alet banaal xyn) is inderdaad een meester werk van arhitectuur. De aanleg van deze doódenhof, met zyn tallooze arcaden, ga lerijen en trappen hn beplant met prach- tigh cyp rotsen en populieren, wekt een •temming van oneindige pist en devotie. Dit is werkeiyk een plekje van Genua, dat een herinnering nalaat van schoonheid en liefde. Of sou dat misschien komen, omdat men op het kerkhof van Genua tenminste geen Gen ut es en ziet? Want ik geloof stellig dat Genua den by'naam Ja Superbe" gekregen heeft, toen er géénof toen er iadere menschen woonden! 8IMON KOSTER.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 3