73
s,
t met
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 15380
62«Jaargang
Zaterdag 3 November 1923
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
HET GELUK DER RIJKEN
Kleeding naar Maat
mon i»
Tegemoetkomendheid.
tanclutfei
Pakji:
vanaf 6.-
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU
WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWLIK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, ens.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
3079 192
t
FEUILLETON.
(Wordt vervolgd).
Zoo gij het goede weet, zie toe, dat gij
het ook doet.
Langzaam, zeker, met het geheime
innerlijke proces dat de vernietiging
eigen
wijst
illede Boekhan-
J« plaatsing
(THE MAN OF PROPERTY)
door JOHN GALSWORTHY
in de vertaling van
ïwr. J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
Nadruk verboden.
ge redevoeringei
uren 1-
heeft ge tomen,
gebleven zijn tot
van
laatsten
weer op
wachtte.
slot zeer
over het
danks al
geering tou zijn.
De verwerping gii
door de
tend vh
daarnaast natuurlijk ook, buiten alle verband
met naastenliefde, uit plichtsgevoel en ver
standelijke opvattingen ontstaan. Maar de
tegemoetkomendheid, die uit het hart spruit,
eischt een durende tpeneiging tot onze
naasten en is dus het gevolg van een ge-
moedshouding. En het is deze houding, die
niet alleen het zuiverst en natuurlijkst onze
naastenliefde uitspreekt, maar ook wellicht
de hoogste geestelijke en zedeltyke inspan
ning eischt. Groote offers vragen een
©ogenblikkelijke kracht en hoogere spanning
Maar deze tegemoetkomendheid eischt een
altijd actief zijnde naastenliefde, een voort
durende werkzaamheid van onze gevoelens.
Roept het woord zelf al niet het beek! op
van wie altijd gereed staat? Men ziet de
uitgestoken handen, gereed om over de
moeilijkheden, die het leven op ons aller weg
opstapelt, heen te helpen, den glimlach van
begrijpen en meevoelen, den blik van her
kenning van eigen lasten in die van anderen,
den vooruitgestoken voet, bereid om den hal-
ven weg te gaan. Het i* deze tegemoetko
mendheid, die het leven, ons aller leven
vergemakkelijkt door haar verdraagzaam
heid, haar afbreken der scherpe punten, die
kwetsen kunnen, haar soepeler maken der
onderlinge verhoudingen, haar durende be
reidheid, om wat mee te dragen van anderer
lasten. Zij openbaart zich niet in de eerste
plaats in het grootsche. Maar zij maakt,
dat het dagelijksch leven makkelijker ver
glijdt. En voor zoo manieën, wiens levens
weg bizondor hobbelig.^moeilijk is tenge
volge van zijn omstandigheden of zijn eigen
aard,, effent zij het pad. Want, nietwaar?
zij komt tegemoet, zij vangt op. En wie
schroomvallig aan de deur blijft staan,
steekt ze vertrouwelijk de hand toe. Daar
om is zij niet bestaanbaar zonder men-
schenkennis. En is dit al niet een bewijs van
haar voorname afkomst? Want alle diepere
naastenliefde moet menschenkennis kwee-
ken, moet ons dien naasten doen begrijpen.
En het is de tegemoetkomendheid, die dat
begrijpen zoo duidelijk manifesteert. Maar
naast dat begrijpen komt ook het vergeven.
Wie tegemoetkomend is in den ruimeren
en dieperen zin, oordeelt en veroordeelt niet,
maar steekt de hand uit naar den broeder,
die gevallen is evengoed als naar den broe
der, die wankelt. Want dit is ten slotte het
offer der tegemoetkomendheid, dat men zich
zelven geeft, niet zijn goederen tot onder
houd der armen, of zijn lichaam opdat het
verbrand zou worden, maar zijn leven met
opoffering van veel eigen begeerten en eigen
lusten en eigen gemakken tot den dienst van
anderen. Is dat ook niet het offer der naas
tenliefde, dat deee verscheurde wereld be
hoeft
Men
Dune
ivoor haj
deel en
dood zal het vruchtgebruik van de ua-
i uit genoemde on
roerende goederen als land en huizen,
geld, aandeelen en obuigaties welke er
dan zullen blijken aanwezig te zijn,
overgaan aan dengenewf diegenen, die
onverschillig
zal zijn, zal
Waarom zouden we het elkaar moeilijk
maken Het leven is voor de meesten onzer
al moeilijk genoeg. Voor den een op deze,
voor den ander op gene wijze is het en wordt
het vaak steeds meer en meer, naarmate
men ouder wordt, een strijd, die ook juist
als men ouder wordt, te zwaarder valt, om
dat men niet meer zoo vast aan de overwin
ning gelooft. Maar nietwaar er is nog een
verschil. Wie een beetje heeft nagedacht in
het leven en niet bepaald een twistzieke of
nurksche natuur heeft, is, tenzij dan in
oogenbhkken, dat zijn humeur hem de baas
kan worden, ook niet licht geneigd het zijn
medemensch moeilijk te maken. Dat wil
echter nog niet zeggen, dat hij ook maar een
hand zal uitsteken om het hem te verge
makkelijken. En daarop komt het toch eigen
lijk aan. Wanneer we overtuigd zijn, dat het
leven voor de meesten onzer een strijd is,
een strijd met de omstandigheden, een strijd
met zichzelven, een strijd ook met anderen,
waarom zouden we dan niet trachten elkaar
dien strijd wat te vergemakkelijken, elkaar
met een kleine hulp soms over de moeilijk
heden heen te helpen? We kunnen dat op
allerlei wijzen doen. En het zal van onzen
aard en onze persoonlijke levensomstandig
heden afhangen, welke wijze we prefereg-.
ren en als van zelf gebruiken. Maar de wil
ertoe moet allereerst aanwezig zijn. We
moeten elkaar wat tegemoet willen komen.
Het is met de naastenliefde een vreemd
ding. Er zijn menschen, die duizenden en
tienduizenden aan filantropie verdoen en
haar toch alleen bij name kennen. Want
die naastenliefde openbaart zich niet aller
eerst in groote offers aan geld en goed. In
Korinthe 13 staat: „En al ware het, dat ik
al mijne goederen tot onderhoud der armen
uitdeelde en had de liefde niet, zoo zou het
mij geene nuttigheid geven.” Dat is zeker
duidelijk genoeg. Maar het vervolg maakt
het nog duidelijker. „En al ware het, dat ik
mijn lichaam overgaf, opdat ik verbrand zou
worden.” Het lijkt wel het hoogste, wat men
doen kan, zijn eigen leven offeren. En toch
„het zou mij geene nuttigheid geven.” Niet
waar? in de daad zelf ligt het niet, maai1
in den geest, waaruit de daad voortkomt.
De vraag is, in welke geesteshouding
staan we tegenover onze medemenschen.
Dat is het beslissende. Natuurlijk is het wel
wat waard, zijn geld en goederen tot on
derhoud der armen uit te deelen en is het
wat waard ten behoeve van anderen zijn
strak voor zich uit staarden.
De oude Jolyon nam zijn testament
mede naar de kantoren van de Nieuwe
Kolenmijn-Maatschappij, en ging in de
leege Bestuurskamer zitten om het door
te lezen. Toen de „Ongeluksvogel”
Hemmings binnenkwam met het eerste
rapport van den nieuwen Hoofd-lnspec-
teur bij zich, en zijn voorzitter daar
zag zitten, sprak de oude Jolyon hem
zoo bits toe, dat de secretaris zich met
spijtige waardigheid terugtrok en na
dat deze om den klerk had gezonden,
gaf hij die zoo’n standje, dat de arme
jonge man niet wist waarheen hij moest
kijken.
Drommels, het paste zooals hij
(de Ongeluksvogel) hem eens zou ver
tellen aan zoo’n kereltje niet om in
dal kantoorvertrek te komen en te den
ken dat hij God Almachtig was. Hij
(de Ongeluksvogel) was hoofd van die
afdeelipg gedurende meer jaren dan
zoo’n kleine jongen wel kon tellen, en
als hij dacht, dat hij, als zijn werk
klaar was, daar kon gaan zitten niets
doen, kende hij hem, Hemmings, (den
Ongeluksvogel) niet, enzoovoorts.
Aan den anderen kant van de met
groen baai bekleede deur zat de oude
Jolyon aan de lange, mahoniehouten,
met leer bekleede bestuurstafel, zijn
zwaren gouden bril op het bovendeel
van zijn neus, terwijl zijn gouden pot
lood heen en weer ging langs de clau
sules van zijn testament.
Het was een eenvoudige zaak, want
er stond geen enkele van die hinder-
ADVElkTENTIEPRIJS: Uit Goud» en omstreken (behoorende tot den bexorgkring)
1—5 regeli ƒ1.30, elke regel meer OJ25. Van buiten Gouda ed den bazorgkring:
1—6 regqls 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnumener 20
beslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.06, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hoog er.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj contract tot zeer gereduceer-
den prjjs.' Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede
delaren, Advertentiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de
aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te sjjn.
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 75 Gouda
Telefoon 418
lichaam over te geven opdat het verbrand
zou worden. Maar in den Bybel staat er
gens: „En Jezus ,de scharen ziende, werd
met innerlijke ontferming bewogen". Op die
bewogenheid, op die ontferming komt het
aan. Het offer van geld en*goed en het
offer van het leven is dan ook niets ,/soo
ik de liefde niet had”. Die liefde is dus niet
en bly'kt ook niet altijd, als velen meenen,
uit het offer. Maar dit offer krijgt door die
liefde alleen zijn waarde. En die liefde is
de innerlijke gemoedsgesteldheid, is wat er,
onuitgesproken of niet, in ons hart voor de
menschen leeft, is onze innerlijke bewogen
heid en de wil die daaruit voortkomt. Ze zal
zich natuurlijkerwijs in onze daden openba
ren. Maar dat behoeven niet altijd opval
lende daden te zyn. Voor groote daden, uit
menschenliefde geboren, is naast die liefde
nog een geestelijke energie noodig. En nu is
het wel waar, dat de liefde in het algemeen
des te grooter energie kan ontwikkelen
naarmate ze sterker en dieper in ons leeft.
Maar die energie eischt ook daarenboven
een geestelijke gesteldheid, die de liefde al
leen niet scheppen kan. Een krachtiger en
meer omvattender natuur zal zich ook op
krachtiger en grootscher wjjze naar bulten
openbaren. Maar het bly'kt dikwijls, dat
juist die krachtiger naturen alleen in groote,
op zichzelfstaande daden een uiting vinden
en voor het noodzakelijke van allen dag
weinig oog hebben. Het zyn dan ook niet die
daden allereerst, waarin we onze naasten
liefde het ganache leven door het duidelijkst
uitspreken. Die liefde, die een bepaalde gees
telijke houding is, zal zich ook in onze door-
loopende houding tegenover de menschen
het natuurlykst demonstreeren.
Tegemoetkomendheid is zoo’n heel gewoon
woord en het lijkt ook maar een gewone,
weinig beduidende en geringe zedelyke be-
teekenis hebbende eigenschap. En toch dunkt
my daarin, evenals in werkelijke beleefd
heid en wellevendheid en hoffelijkheid zoo
duidelijk de werkelijke, natuurlijke naasten
liefde van den gewonen, tot geen heroïsche
daden aangelegden mensch, de naastenlief
de van het dagelijksch leven zich uit te
spreken. Mits zy natuurlijk, even goed als
beleefdheid, meer is dan een aangename
vorm, die men zich heeft eigen gemaakt en
uit innerlijke geestesgesteldheid, uit voort
durende innerlijke bewogenheid voortkomt.
Daden en offers ten bate onzer medemen
schen kunnen uit plotselinge sterke impul-
sies, uiit ©ogenblikkelijke heftige bewogen
heid voortkomen, die wel niet geheel onaf
hankelijk staan van onze gevoelens tegen
over die medemenschen en dus een basis van
naastenliefde veronderstellen, al kunnen ze
lijke, kleine legaten en giften aan lief
dadige instellingen in, die iemands be
zittingen in stukjes verdeelen, en het
grootsche effect bederven van die klei!
ne artikeltjes in de ochtendbladen, ge
wijd aan de Forsytes, die bij hun over
lijden een honderdduizend pond nala
ten.
Een eenvoudige zaak. Alleen een le
gaat van 20.000 pond voor zijn zoon en,
„van het overige deel van mijn vermo
gen van welken aard ook, hetzij roe
rend of onroerend, onverschillig wat
zal de opbrengst als de huren, de jaar-
li’ksche pacht, dividenden, en renten,
^gedurende haar leven uitgekeerd wor
aan mijn genoemde kleindochter
Forsyte of haar gemachtigden,
Uaa^uitsluitend gebruik of voor
'ii*zond er enz. en na haar
3075 490
97) -
„Ga je er eenige veranderingen in
maken En door zijn geest flitste de
gedachte „Zou ik evenveel waard zijn
als hij
De oude Jolyon stak het testament
in zijn borstzak, en James sloeg zijn
lange beenen spijtig over elkaar.
„Ik heb gehoord, dat je oiflangs aar
dige aankoopen hebt gedaan,” zeide
hij.
„Ik weet niet, van wien je je inlich
tingen hebt gekregen,” antwoordde de
oude Jolyon scherp. „Wanneer komt
deze zaak voor De volgende maand
Ik kan mij niet begrijpen wat jelui je
in ’t hoofd hebt gehaald. Jelui moeten
natuurlijk weten wat je doet, maar als
je mijn raad wilt aannemen, dan moe
ten jelui het buiten de rechtbank uit
maken. Vaarwel Met een korten
handdruk vertrok hij.
James begon weer op zijn nagels te
bijten, terwijl zijn grijsblauwe oogen
(illl IIMHE COURANT.
genoemde June Forsyl
of zij al of niet gehm
aanwijzen in haar testanient of hij eenig
geschrift dat met een testament of tes
ten entaire beschikking gelijk gesteld
moet worden, mits door haar wettig ge
maakt en geteekend en wel in alle op
zichten overeenkomstig hare bedoeling,
en in het algemeen op zoodanige wijze
als daarbij door haar zal zijn bepaald.
En bij gebreke daarvan enz. Onder
voorbehoud enzoovoorts, op xe-
BRIBV8N UIT DE HOFSTAD.
DCLXXXIX.
Het onjderwerp van den dag ia natuurlyk
venyerpen van de Vlootwet en de crisis die
daarop ia gevolgd. Indien deze wet waa aan
genomen zou óp dit oogenblik niemand er
meer over praten. De 'Tweede Kamer bezit
het talent om de belangstelling voor een
onderwerp totaal te dooden door veel te lan
ge, voortdurend herhaalde en zeer overbodi-
edevoeringen. Indien het debat zooveel
had geduurd als het nu dagen in beslag
zou de aandacht gespannen
)t het laatste toe. Nu echter
was de eerde dag al een aanzienlijke daling
de b langstelling merkbaar en eerst den
den achtsten dag fleurde die
omdat men nu de eindstemming
En toch was de interesse voor het
gering, waarschijnlijk echter omdat
algemeen werd verwacht dat on
es de uitslag ten gunste van de Re-
voor de afwikkeling van de crisis des te
mueilyker zijn, omdat 't nu uitgesloten is te
achten, dat één der ministers aanblijft of
zitting neemt in een nieuw te vormen Ka
binet. Dat zelfs minister van Karnebeek
zich zoo bizonder sterk heeft uitgesproken,
lis merkwaardig. Als er iemand was, die men
graag zag bly ven, dan is hy het. Het zal niet
gemakkelyk zijn voor hem een opvolger te
vinden, die niet al te zeer tegenvalt By de
andere departementen drijft de Minister
voor het grootste deel op zijn ambtenaren
en het persoonlijk initiatief behoeft niet
groot te zyn. Iets anders is het by buiten-
Jandsche zaken. Weliswaar heeft ook daar de
minister zyn adviseurs, maar het feit dat
minister van Karnebeek herhaaldelijk in
persoon naar conferenties ging, be-
hoe alles tenslotte aan zijn eigen oor
deel hing. Dit departement behoorde op zijn
qui-vive te zyn.
We zullen geen kwaad van de departe
menten zeggen, maar dat zy „bij” zijn, dat
kunnen wy toch niet zeggen. Het is nu een
maal het verschil tusschen een particluliere
zaak en een rijkabureau, dat in de eerste
een stuwende kracht pleegt werkzaam te
zyn, die voortdurend op den uitkijk zit en
pieuwe banen tracht te openen. Op een de
partement wacht men af wat wordt aan
gebracht en men sjokt er op hetzelfde gan
getje en op dezelfde paden altyd even gesta
dig, even «nel of even langzaam voort. Met
alle verandering komt men altijd achteraan
en wacht men feitelijk altijd tot de aandrang
er naar niet meer te houden is. Met tal van
voorbeelden is dat te illustreeren. Over het
algemeen wordt de beteekenis van een mi
nister als hoofd van een departement över-
schat Byna altijd ie zoo’n minister een
vreemdeling in de serails van een departe
ment: hij komt er als buitenstaander aan
waaien en dus heeft hij zich aan te passen
bij het departement. Natuurlyk gaat er van
den éénen bewindsman meer invloed uit op
het departement dan van den ander, maar
veel heeft 'tin den regel niet te beduiden
Het zijn de chefs van de afdeel ingen, die
in contact komen met den minister en alles
wat onder die chefs ressorteert, sjokt voort
of de heer A of B of Z aan het hoofd staat.
Het is daarom één van die vele theoreti
sche dwaasheden, dat de minister verant
woordelijk is voor hetgeen op zijn departe
ment geschiedt en dat alle ambtenaren zon
der verantwoordelijkheid zijn. Dit stelsel
heeft dikwijls tot conflicten geleid, en zelfs f
tot verkeerde daden die het leven van een
minister in gevaar brachten. Het baas-spelen
op een departement door hoogere ambtena
ren is niet geheel onbekend, vooral niet aan
één der departementen, dat wij niet nader
vergil van xijn verwond geluk, zijn wil,
zijn trots, het knappe gebouw van zijn
fi’osofie weggevreten. Het leven had
hen* aan de eene zijde uitgeteerd, tot
dat hij, evenals de familie van wie hij
het hoofd was, het evenwicht verloren
had.
Terwijl hij noordelijke richting
naai huis van zijn xoon werd gebracht,
ducht hij na over zijn laatste wilsbe
schikking, die hij zoo juist had ópge
waakt hij zag net vaag in het licht
van een beetraffing, gericht op die fa
milie en dien kring, van welken James
en zijn zoon hem de vertegenwoordi
gers schenen. Hij had een schadeloos
stelling aan den jongen Jolyon gegeven
en schadeloosstelling aan den jongen
Jolyon bevredigde xijn geheim verlan
gen naar wraak wraak tegen den
Tijd, het leed en de inmenging van
derden tegen al die ontelbare uitin
gen van afkeuring Van de wereld, waar
aan zijn eenige zoon gedurende vijftien
jaren was blootgesteld geweest. Het
was de eenige manier om nog eens de
overheersching van zijn wil te laten
gelden om James, en Soames, en de
familie, en al die verborgen* massa’s
Forsytes één groote stroom die kwam
aanrollen tegen den enkelen dam van
zijn koppigheid eens en voor altijd
te doen inzien, dat hij meester sou zijn.
jing als een loopend vuur
stad: men kan dan zien hoe ontzet-
lug een bericht kan door gaan. Na
tuurlek is de telefoon hier van veel gewicht
maar er werken toch nog andere factoren.
De conducteurs van de tram riepen het el
kaar toe en deze deelden het in de tram
wagens mede. De café’s schenen wel alle
onmiddellijk ingelicht want overal was het
aanstonds bekend. De beslissing viel om
kwart voor vyf en het lijdt geen twijfel
of om vyf uur wiet iedereen in de residentie
het. En hoevelen daarbuiten ook reeds! Om
■zeven uur moet het ganache land het gewe
ten hebben en overal was het een verrassing,
Thans een Kabinetscrisis, een heerlijk on
derwerp voor de stamtafels in de café’s
waar de politici en de diplomaten by dozij
nen geteld wonden. Iedereen weet natuurlijk
een puike oplossing en iedereen weet precies
wat er gebeuren zal. Alleen ter plaatse waar
men tenslotte de beslissing moet nemen,
weet men het nog niet.
Veel animo om zitting te nemen in een
Kabinet zal er wel niet zijn, ook al niet
omdat in 1925 verkiezingen moeten plaats
hebben en dus de kans blijft bestaan, dat het
ministersleven in dat jaar al weer snoodelyk
ten einde wordt gebracht. Het is toch een
zeer riskant ambt, dat van minister. Men
ziet het nu weer aan den heer Colyn, die
het slechts eenige maanden heeft uitgehou
den. Hier zit voor ons nu het onbegrijpelij
ke van het geval. Een nieuwe minister
treedt op, het Kabinet zet zjjn zin door zon
der echter na te gaan of het daarvoor in
de Kamer een meerderheid zal vinden. Het
was toch een heel kleine moeite geweest om
eens even na te gaan of er geen gevaar be
stond voor mislukking. Hoe slecht de Regee-
ring op de hoogte was is gebleken. Vrijdag
middag, den middag van de «temming ver
zekerde één der ministers aan iemand die
hem er over polste, dat er van verwerping
geen sprake zou zijn: niet meer dan vier
of vjjf zouden van rechts overloopen. Het
bleken er tenslotte tien te. zjjn, precies ge
noeg om de weegschaal te doën omslaan.
Dit is wel duidelijk geworden dat de Regee-
ring alles op alles heeft gezet om haar zin
door te drijven en dat zij geen overleg
geen middenweg heeft gewenscht. Dlt^^al
ven bladzijden in korte, eenvoudige be
woordingen. --
Het testament was door James opge- van een ouden boom bewerkt, had het
maakt in zijn gelukkige dagen. Hij had •Vv**roir unn •lin «Onwil
bijna elke mogelijkheid voorzien.’
De oude Jolyon zat langen tijd dit
testament te lezen eindelijk nam hij
een half vel papier uit het rek, en
schreef met potlood een aanhangsel
daarna rolde hij het testament op, liet
een rijtuigje komen, en reed naar de
kantoren van Paramor and Herring, in
Lincoln’s Inn Fields. Jack Herring was
gestorven, maar zijn neef was nog al
tijd in de firma, en de oude Jolyon had
gedurende een half vvr een geheim on
derhoud met hem.
Hij had het rijtuigje laten wachten
en toen hij weer buiten kwam, gaf hij
den koetsier het adres 3. Wistaria
Avenue.
Hij voelde een vreemde, lichte vol
doening, alsof hij een overwinning had
behaald over James en den „man van
bezit”. Zij zouden hun neus niet meer
in zijn zaken steken. Hij had zoo juist
zijn testament aan hun zorg onttrokken;
aales wat zijn zaken betrof zou hij uit
hun handen nemen, en in handen van
den jongen Herring geven, en ook al
les wat zijn maatschappijen betrof. In
dien die jonge Soames zulk een rijk
man was, zou hij een duizend per jaar
niet missen en de oude Jolyon glim
lachte norsch onder zijn groote, witte
snor. Hij voelde, dat, wat hij deed in
den geest van vergeldend recht wa»,
dal meer dan verdiend mocht heeten.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie Tel. 545.