Firma A. Slegt, Hieuwe Haven33, Tel. No. 465./= Firma J. C. Dorlas. Koffie- en Thee-Melange's ifortarl in dil M. Anijsmelktabletten en Borst-ulevellen Merk P. S, Eet West-Indische Bananen Rookersvreugde „StruisvogeC-Transportrijwielen. MIS~ I Firma A. Slegt, Nieuwe Haven 33, Tol. No.465 Kersttimpjes Kerstkransen (m«t Meikersen), Kerstschuimkransjes, Kerstcakes Joutolt Coop. MtaUerij en VerMsmiiipg „ONS VOORDEEL" Patisserie „MODERN" -f A. Samuel A. VAN MAAREN - Westhaven 66. KERSTBOOMEN, HULST, MODERNE KERSTSTRIKJES, enz. KERSTFEEST. Kerstmis-Cadeau. Weihnachtstollen Kerstbrood CHRISTMAS NOEL Denkt er aan Uwe bestellingen voor de Kerstdagen vroegtijdig op te geven. A. J. OPSTELTEN, Prachtige Versieringen. KOEKJES J. v. d. BEEK, Banketbakker C. GROOT DAMES! H. P. van Wijngaarden Kapper HAARZIEKTEN. I BRINKMAN i ZOON =KERST WE1HNACHT GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 22 DEC. 1923 - TWEEDE BLAD Maryland-, Baai-, Portorico- en Pruimtabak. RAAM 60 TELEFOON 425. t 33.207.21 DEE, Brillen en Pince-Nez. Inventarissen A. OOYENS, Geheime Ziekten. Wijdstraat 7 3$32 Telefoon 267 HOOGSTRAAT TEL. 120. Heeft U een mooie Kerstboom Wij hebben veor deze Vraagt uitsluitend ■v Zie de Etalages Firma LUIJERINK KOOL, Kleiweg 34-36, Tel. 611 BOERENJONGENS BOERENMEISJES GEDISTILLEERD LIKEUREN ADVOCAAT WIJNEN PUNCH van CITROEN ARAC RUM per flesch en per liter. Prijzen verminderd, qualiteit onovertrefbaar M. J. OOSTERLING ZONEN, GOUDA Teleph. 64 AMSTERDAM. Kerst- en Spritskransen, Engelsche Cake L. Binnendijk, Voor de Kerstdagen: S. H. van Loon Anijssuiker en Slempsuiker Parfumeriën en Toiletartikelen J. W. F. TURION. Thans is het tijd om Uw voorraad Drukwerk aan te vnilen, vóór 1924 begint. Wij leveren U goed, ving en zeer billijk. Feuilleton. Amsterdam, Droagbak 2 Telefoon 46898. Bavda, Waathaaan 2. Telefoon 567. STEEDS DE BESTE EN FIJNSTE Afgeloopen week keerde het bestuur van bovengenoemde vereeniging, aan hare leden, in contanten een dividend uit van zijnde 15 proomnt van de afdeeling Broodbakkerij en 10 prooant van de afdeeling Kruidenierswaren, van het verbruik in het afge- loopen boekjaar. ELK gezinshoofd kan lid dezer vereeninging worden. Ge kunt U daartoe opgeven bij de broodbezorgers of ten kantore der vereeniging, RAA .dl Mo. 60 waar men U gaarne met alle mogelijke inlichtingen ten dienste staat. 8a71 OPTICIËN, 8150 16 Westhaven 14, Gouda, Telef. 292. Groote sorteering in Electrieche Slijp- en Reparatie-Inrichting. Levering van Brillen op voorschrift. Barometers. Kijkers. Thermometers. Leverancier der Goudsche Ziekenfondsen Voor Winkel en Café. Nieuwe en 2de hands, z.o. Toonbanken, Buffetten, Tafels, Stoelen en Tabouretten, Leestafel stoelen, Koperen Leesop zetten, Steekkranen, Mano meters, Zwanenhalzen, Lekbakken, Spoel bakken. Sigarenknippers en Aanstekers, Muurkas ten met glazen schuifdeuren, Glazen vitri nes, Koperen etalages, Schalen en gewich ten, Rolpéasflesschen, Prachtige kast voor Mantel- of Blousezaak, Koektrommels, Eierenvazen, Grondbascules, prima Billards met en zonder zakken, enz. Let op het adres. 3180 2$ LANGE BAANSTR. 33—62, ROTTERDAM. Tel. 3516. SANTEL MIDY 1 2.40 INJECTION f 120 URINE ONDERZOEK f 0.50 Prijscourant gratis Firma B. ROOS A Co., Joak.rfransstraat 78 ROTTERDAM. 3658 15 Voor de Kerstdegen bijzonder aanbevolen: KERS' STOLLEN, TULBANDEN, MOSCOVI3CHE TULBA met slagroom, KERSTKRANSJES in diverse ao BOTERKOEK, GEMBERKOEK, APPELBOLLEN, G DELBROODJES, GEMBERBROODJES. Groote sorteering GEBAKJES en HEERLIJKE B. ITKRA1 ■NSEN, WEIHNACHT- 4DEN, SNEEUWSOEZEN or ten, KERSTTIMPJES, EMBERBOLLEN, AMAN- :A NKETSOORTEN. ALLES late KLAS GRONDSTOFFEN, Gelieve bestellingen tijdig op te geven. FIJNE VLEESCHWAREN, DELICATESSEN Komt U ooiio kijken. 3688 70 IETS HEERLIJKS voor de Feestdagen zijn mijne diverse soorten Zeer aan te bevelen Beleefd aanbevelend, 3679 40 GROENENDAAL 15 GOUDA SPOORSTRAAT 15 Alles wat de rooker begeert vanaf f2.50 Is een zeer gewild 3665 20 Aanbevelend, Kleiweg 87, Tel. 517. Standplaats Bloemenmarkt tegen over dan haar Kamphuijxea. TULNEN CVCLAMIS Ruime keuze In gevulde bloem- bakjes van af 30 cent. Vullen van bloembakjes en mandjes zonder prijsverhooging. DROGISTERIJ MARKT 6. Natuurgetrouw worden Mijn haarwerken steeds geleverd. Ook van uitgevallen Haar kan vlecht of streng geleverd worden Kleiweg 77 To - Telefoon 163 Ultarst LANOE TIENDEWEO 24. >llda I las3693 20 O. ROMEIJN, Haarkundlga, eenig eigenaar van Crinofloor, zal DINSDAG le KERSTDAG B*«n zitting houden, maar DINSDAG 2 JANUARI van 10—3 uur, voor alle voorkomende Haarziekten. 3672 24 STATIONSWEO 45 - ROTTERDAM. DRUKKERIJ GOUDA 8060 40 Inflatie-Politiek. Overeenkomstig onze toezegging in ons vorige artikel willen wij terugkomen op de hersenschimmige wijze, waarop de socia listen en hun vrienden van het „moderne" Vakverbond het enorme gat in onze Rijks financiën zeggen te kunnen dichten. De roode heeren willen van het plan-Co - lijn niet weten. Daar deugt letterlijk niets van; het heet één bonk reactie. De heeren willen precies het tegenovergestelde, kort om vooruitgang, democratie en dergelijke en toch moet er 140 millioen 's jaars inge haald worden. Valt het te verwonderen, dat het ons interesseert hoe de roode heeren dit den ken Idaar te spelen? Wij zitten allerminst vast aan het plan-Golijn. Wie dus met iets tbeters komt, heeft recht op onze onver deelde belangstelling. Temeer geldt dit, wanneer het nieuwe geluid komt van een zijde, die op dit punt nog weinig presteerde, wat vertrouwen in boezemde. Socialisten en communisten plachten nimmer tegen uitzetting van de Staats- en Gemeeniteuitgaven op te zien; er heette altijd „geld genoeg" te zijn, wanneer men het maar durfde halen waar het zat en meer van dergelijke macht spreuken. En zien wij naar onze ooster buren, waar de socialisten in de laatste vijf jaar grooten invloed hebben uitge oefend, dan kan men ook indien men de zeer byaomdere fkctoren, die daar werk ten, in aanmerking neemt niet Anders ooncludeeren dan tot zeer gering vertrou wen in deze groep waar het op financieel herstel aankomt. Wij willen echter onbevooroordeeld de Nederlandsche socialistische plannen be zien. In het manifest der S.D.AJP. werd voor gesteld bezuiniging op leger en vloot, onderwijs en de departementen en staats diensten. Het blijft by enkele regels, cy- fers worden niet gegeven en het is auide- lyk, dat de heeren, die dit manifest publi ceerden, het niet verder konden brengen dan tot eenige algemeene wenscheiykihe- den, waarvan wy intusschen gaarne er kennen, dat een aantal millioenen langs dezen weg uit te winnen is. O. i. bij lange niet de volle 140 millioen, indien men niet in allerfel grove onbillykheid wil vervallen. Doch zelfs aangenomen, dat een Kabinet, waarin de roode heeren grooten invloed zouden hebben, er in zou slagen alleen langs dezen weg de benoodigde 140 mil lioen per jaar te vinden, dan komen de heeren met hun verlanglijst, met hun „krachtig program van democratischen vooruitgang van sociale politiek", wjaar- van zy een voorwaarde maken voor hun medewerking aan een bezuinigingspro gram als boven bedoeld. En beziet men dit, dan vliegen aanstonds de millioenen, die men moeizaam bespaard zal hebben, weer by tientallen het venster uit, ter wijl anderzyds de ondernemers, groote en kleine, die reeds onder de lasten bedolven zyn, met allerlei nieuwe lasten bedreigd worden. We noemen slechts enkele van de begeerde maatregelen: een wet op de werkloosheidsverzekering (met verplichte mede-betaling door de werkgevers); ver vroegde uitvoering in snel tempo van groo te en kleine productieve werken; een wet op de ziekengeóduitkeering en ziekenver zorging; volledige toepassing van Aalber- se's Arbeidswet; een Landbouwarbeidswet; wetteiyke regeling van medezeggenschap en bedrijfsorganisatie; hervatting van het verleenen van rüksvoorschotten voor wo ningbouw, met afschryving van de crisis- voorschoten voor woningen met rykssteun gebouwd en rechtmatige verdeeling van lasten tusschen rijk en gemeenten (d. w. meer voor rekening van het Rijk). Een raming van kosten ontbreekt totaal! De heeren breken zich daar het hoofd niet mee. Het ia hun voldoende uit te roepen, dat het nieuwe geld moet komen uit „het brengen van een deel der ondernemers winst van het particulier kapitaal in han den van den Staat" Hoe Wy hooren het niet. Meer dan de aangehaalde woorden brengt het heele manifest er niet over. Het is al zéér ma ger! En slaat men de hoofdartikelen op, die het orgaan der socialistische party aan dit „arbeiderspnogram" wüdt, dan wordt men al evenmin wyzer. Daar wordt het een moeiiyk vraagstuk genoemd en men is wel zoo welwillend te erkennen, dat ver hooging der directe belastingen „welhaast onmogeiyk" is (wy zouden zeggen: abso luut onmogeiyk, wil men de malais^ niet nog in erge mate vergrooten), terwyi even eens erkend wordt, dat enkele luxe-verte ringsbelastingen geen zoden aan den dyk kunnen zetten. Dus moet een nieuwe bron worden aangeboord: een deel der onderne merswinst zal in handen van den Staat moeten komen; voorts worden hier hef fingen in nafcura genoemd, waarby men kapitaal en grond niet aan het bedryf wil onttrekken en afschrijving en uitbouw niet in het gedrang wil laten komen, het geen natuuriyk waardeering verdient. Het is den heeren voldoende, „als maar vast staat, dat het arbeidsloos inkomen voor een deel der gemeenschap ten goede komt." Laat ons aannemen, dat hiermee niet de winst van den wèrkenden ondernemer bedoeld is, doch het inkomen van den ren tenier, dan valt aanstonds op, dat de Staat (geassisteerd door provincies en ge meenten) reeds een belangryk deel van dit inkomen tot zich trekt. En evenzoo verdwynt de ondernemerswinst reeds voor een aanzienlyk deel in de genoemde over heids klassen. Toch wil men geen hooger directe belastingen. Nu kan men hierover hoogst interessante discussies opzetten, doch hoe men het wendt of keert, zal wat nu als „nieuwe bron" wordt ten tooneele gevoerd, wil het werkeiyk geld in het laadje brengen, neerkomen op een nieu wen, zwaren last op den ondernemer, dien de Staat niet in zyn verliezen tegemoet komt of van een deel van zyn risico ont heft, doch eenvoudig, indien hy winst maakt, nog méér afneemt dan hy thans reds doet. Dat daardoor minder kan wor den bespaard voor kwade jaren, deert iblykbaar de socialistische leiders niet, evenmin als de vraag of hierdoor niet de inkomens en dus de Ryks- en Gemeen te-inkomstenbelastingen zullen zakken. Het is niet anders dan 'een leuze. Er kend wordt, dat op dit terrein „wellicht stap voor stap gezet zal moeten worden". Dit „wellicht" is reeds veelzeggend en af gescheiden van de vraag of dit schoone plan ooit verwezeniykt zal worden, staat wel reeds by voorbaat vast, dat deze leuze hot tekort niet zal kunnen stoppen. Wly aarzelen dan ook niet, het pro gram van de roode beweging een infla tieprogram te noemen. Het is een mis leidend program: óf van de beloofde her vormingen zal ndete komen, óf het tekort zal blyven, óf... beide! En dan komt men vanzelf tot het beetje" inflatie, dat mr Troelstra niet zoo erg vindt. Volkomen be- grypelyk zyn er eenvoudige zielen, ook on der de socialisten, die, niet willen voort gaan met meer uat te geven dun er is en de brave socialistische vroede vaderen in Hardinxveld, die zoo vry waren een voor stel in te dienen om de gemoenteloonen met 30 te verminderen (met het oog op de daling der levenskosten), kregen dan ook in hun lyhblad te hooren, dat zy het u. b. c. van de socialistische politiek, d. i. de klaasenatrydpolitaek, nog niet hebben loe ren verstaan. Terecht! Wie in deze degen blyft aanzetten tot „klassenpolitiek", moet vervallen tot een blyvand te veel uitgeven. Hy kan snorken de manifesten verspreiden met veie en ve lerlei vette letters en schoone en minder schoone woorden bezigen, zyn politiek is inflatie-politiek, zyn program moet een inflatieprogriun zijn. En wat hy „niet zoo erg" noemt, vinden wy het ergste wat ons «hans bedreigen kan: een omkeering van alle waarden, onrechtvaardigheid te genover wie dit het minst verdienen, ver- rij king van het speculantendom, de ergat- denkbare loonsverlaging, terwyl men in schyn voorhet behoud van hooge loonen, weldra voor verhooging der reeds hooge nominale loonen zegt te strijden. Mr. de Geer heeft het dezer dagen zoo duideiyk omschreven: „een beetje inflatie" is niet als „een beetje vergif", dat soms wenscheiyk kan zyn, het is niet „©en beetje water" uit een willekeurig te openen en te sluiten kraan; niemand heeft de gevolgen van „een beetje inflatie" in de hand. Men kan even goed spreken van „een beetje déraillement" van een sneltrein op ©en spoordijk. Een dergelyk geneesmiddel ls tienmaal erger dan de kwaal. En daarom zyn volksleiders, die bewust of onbe wust, om het even door hun propaganda naar inflatie voeren, de ergste vyanden van het ware volksbelang, gelyk in andere lan den maar al te duideiyk bewezen is. MEDISCHE BRIEVEN. Het nichtje uit Amerika. (Een Kerstvertelling uit Engeland). De vier kinderen Vanaf den grooten Adolf tot de kleine Marieke stonden om den groo ten open Engelschen haard te praten over Coby, 't Amerikaansche nichtje. „Hoe vinden jullie ze?" vroeg Adolf. „t Is een snoes", zei Anna, „onder al myn vriendinnetjes ken ik er niet één, die zóó lief is." „Ja", zei Marieke, „en ze is zoo erg ryk zegt Vader, nu haar ouders gestorven zyn, en ze is toch zoo heel gewoon. En dat is juist zoo Lief van haar, vind ik." „De wou maar, dat ze by ons bleef", zei Trans. „Natuuriyk doet ze dat", vond Marieke, „t is hier by ons toch verreweg 't pret tigst" •Dat is nog met zoo zeker, dat ze hier blijft. Haar voogd, dat wil zeggen de man, die na haar Vader's dood voor haar moet zorgen, heeft gezegd, dat ze eerst by al haar oom» en tantes in Engeland mag gaan lo- geerm en waar ze het dan het prettigst vindt daar mag se blyven", lichtte Adolf in. „Dtn moeten wy maar ons uiterste best doen cm lief en goed te *yn, misschien Uyft ze dan wel by on»", bealpten alle vier een parig. Het was geen wonder,, dat de kinderen van Coby hulden. Coby was ook een erg lief meisje va» 14 ja*j^Jf|jy?endien was ze mooi, had schitterende blonde krullen en was uit Amerika gekom«£ met een koffer vol prach tig* gtednnken, want haar ouders waren erg ryk. Haar moeder, die uit Engeland afkomstig was, was reeds gestorven toen Coby nog klein was. Na haar moeder's dood was haar groot moeder, de moeder van haar vader, in hun huis komen wonen en van die grootmoeder waa Coby zoo veel .gaan houden, dat ze grootmoeders de liefste menseden op heel de wereld vond. Helaas 1 haar grootmoeder en haar vader waren kort achterna van haar weggenomen en nu was Coby voor haar opvoeding nip»- Engeland gesteurd, waar de broers van haar moeder woonden. Adolf Anna, Frans en Marieke waren kinderen van oom George, waar Coby 't eerst waa aangekomen. „Zou ze heel erg ryk zyn?" vroeg Frans, die, als hy een dubbeltje had, graag iets kocht dat een kwartje kostte. „Dan wou ik, dat ze ons maar wat mee-deelde." „Als je 't waagt haar ook maar een halve cent te vragen, dan zal ik je e«n opstopper geven", zei Adolf. „Frans houdt immers veel te veel van haar om haar verdriet aan te doen," zei „Set, asst, daar komt ze," fluisterde Frans. Inderdaad, daar kwam Coby binnen, vroo- lyk glimlachend en toch aJtyd nog iets van de droefheid over den dood van Grootmoe der en Vader in haar oogen. 't Gesprek verstomde plotseling. „Wat staan jullie daar stü by elkaar", zei Coby. De kinderen kregen een kleur, maar 't kleine Marieke zei heel onschuldig. „We stonden juist over Jou te praten en we vonden ja allemaal even liefAdolf Dysenterie. I. Met genoegen wil ik aan het verzoek van een onzer lezers voldoen om één en ander in deze kroniek te vertellen over de dysenterie. Zonder twijfel is bovengenoemde aan doening een voor u allen bij name al thans bekende ziekte. Wij allen immers hebben wel eens eon familielid, vriend of kennis uit het verre Oosten op be zoek gehad, die ons verhaalde van deze vreeaelijke ziekte, die aldaar in- heemsch is. Deze kwaal komt dan ook in de tropen „endemisch" voor d.w.z. is zoo besmettelijk dat ais een of en kele gevallen heerschen, binnen korten tijd een heele stad of streek wordt aan getast. Geen wonder dus dat de medici alle pogingen in het werk stelden om de oorzaak dezer vrij snelle uitbreiding op te sporen. Het allereerst richtte zich Hun blik naar de faeces der zieken, die een onnatuurlijk vytfkomeu had eu een di ii, slijmerig karakter aanbood. Na vepl moeite gelukte het van Schauduin een bacterie te vinden, die met den imam van „amoebe" bestempeld werd en men thans ook wel spreekt van „amoebe dysenterie." In alle andere gevallen, die evenwel niet in de tropen voorkomen, missen wij deze amoebe, overigens kenmerken de verschijnselen zich ook hier door een heftige diarrhee. Het is dus alleen in de tropische gewesten waar deze ge vreesde bacterie welig tiert. Een typisch kenteeken van deze bac- tene is dat zij als nevenverschijnsel een complicatie in het leven roept die meer bijzonder de lever treft en een aandoening verwekt die bekend is als de zoo beruchte tropisehe Leverabxes. Niet alleen in Indië komt de Dysen- lerie voor. Ook in de Zuidelijke tanden v-ii Europa is zij lang geen ortb,ekende, ofschoon een ander karakter dragend, doordat de zoo kwaadaardige amoebe in de facces ontbreekt. Hier te lando komt deze ziekte gelukkig zelden of nooit voor en zoo wij haar al ontmoe ten dan is het meestal bij personen, die juist uit de Zuidplijk gelegen landen teruggekeerd zijn. Ook in het Zuiden zitii wij vaak deze ziekte min of meer encemiseh optreden en het was geen wonder dat men ook hier naar de boos doenster ging zoeken. Het gelukte aan tshiga eu Kruse ui die facces van de patibntott oen bacterie te ontdekken, die do oorzaak der ziekte was. Gemak kelijk is het niet deze bacterie aan te toonen, zij vertoont n.l. zeer veel over eenkomst met de Typhusbacil, die de buiktyphus veroorzaakt. In den eersten tijd vooral kon men het denkbeeld niet hnen varen dat wij hier niet met ty- pbusbacillen te doen hadden. Evenwel brichten nadere onderzoekingen aan het licht dat deze laatste soort van tril haren voorzien waren, waafdoor zij in staat waren zich zelfstandig voort te be wegen in de vloeistofachtige massa, ter wijl die bij de eerstgenoemde totaal ontbraken. De beweging, die zij dus schijnbaar uitvoeren, was slechts een z g.n. passieve d.w.z. door de strooming in de vioeistofmassa zelve. Wil men dus bepalen met welke categorie van dysenterie wij te doen hebben dan kan dit alleen langs microscopische» weg uilgemaakt worden. Men moet de be schikking hebben over z.g.g. voedings bodems om dit onderzoek mogelijk te maken d.w.z. men brengt bepaalde voe dingsstoffen bijeen waarop hetzij de cene of andere soort welig tiert. Het zal u duidelijk zijn, dat een zoodanig oi derzoek den doorslag geeft. Hoe de uilslag zal zijn valt reeds te voorspel len met vrij groote mate van zekerheid, wanneer wij ons rekenschap geven van do streek waarin wij ons bevinden of de herkomst van den lijder In aanmer king nemen. Wij willen nu den volgenden keer enkele nadere bijzonderheden aangaan de deze belangrijke ziekte nader be spreken. MODEPRAATJE. Casaquea. De tallooze pogingen der modekunste naars om voortdurend nieuwe modellen de wereld in te zenden, hebben een overvloed van styien in het leven geroepen, welke thans wel zyn toppunt bereikt heeft. Behalve de overbiyfselen van een paar vergane modes, kennen wy nog altijd de princesseatyi als courant beschouwen. Daarnaast wint de üiedermeyer meer en meer veld voor zyden uitgaanstoiletjes, terwyi de Egyptische wikkeljftpon hare in vloeden voelbaar maakt. Als nieuwste en laatste stijl zouden wy de effen kleedjes moeten begroeten, die nu In geene étalage en in geen enkele gar derobe ontbreken en die de eenvoud zelve zyn. Zy hebben het wijde, gladde bovenstuk dat thans zootzeer geliefd is en een on zichtbaar aangezet rokgedeelt© dat zoo danig om de heupen spant, dat men wel van span jurken zou mogen spreken. Welbeschouwd ontmoet men deze nieuw ste stijl in alle linies, in elk gehalte. Hy is ér in de effen of gemêleerde triestwoj, die van sportartikelen thans ■met de winterkoude... een practisch© dracht voor den huiseiyken haard gewor den is. Hy ia er in wollen en zyden crêpe, met een ieteje fleurig borduursel, met coquette korte- of strenge lange sluitmouwen. Hy is er ook in het mxxlernste wollen moiré, waarin hy gewoonlyk cene combinatie van nonchalante- en uitgaan» ja pon te zien geeft. Tot zelfs onder de rykste baltoiletten treft ge hem aan, dozen gezocht-eenvou- digen styi, die om de jeugdige gratie, wel ke hy uitstraalt, by jong en oud geliefd is. Het was voor my eene heele vondst te ontdekken dat hy lang zoo nieuw niet l* als hy ïykt, maar dat wy een aanverwante styi al eenige seizoens bezitten in die lan ge, hoogst simpele en toch zoo kleedzam* „casaquee", die wy onder den naam casaques zoo heeriyk leerde waardee- ren. Zyn ze ook niot het toppunt van élé- gance, de»e caaaques, overbiy feels nog van de herleving der middeleeuwsche kleeder drachten, nu een paar seizoens geleden? Met hun kulras-aohtig effect, hunne soepele lynen, overvloedige bovenwijdte en te samen genomen ex aldus spxnnend ge trokken houpwydte, hebben se Iets zoo kleedzaams, dat het fynste toilet dat slechts met moeite achterhaalt. Het ligt natuurlijk pok aan het materiaal en aan de uitvoering. Gewoonlijk van Crêpe Georgette... een enkele maal van crêpe-de-chine of de soe pelste cSiarmebaemoeten ze geheel over bewerkt zyn, om aan hunne roeping te kunnen voldoen. Ze bieden dan ook een aanblik om niet genoeg van te krygen. De rijkste teekeningen zyn in fjjn kra- lenwerk uitgevoerd. De meest verscheidene schakeeringen worden aangetroffen In de zyde waarme de zy handgewerkt zyn. Zy schltteten van loovertjee, van pearl- tjes en amler bontgesteente. De fraaiste halsomiystingen, de fynst bewerkte mouwtjes, de heeriykste motle ven Btralen u tegen. Kortom alles wat de mode en de indu strie aan vernuftige bewerking en aan beeldig materiaal bezit, wordt te pas ge bracht ter versiering van deze lievelinge- kielen der mode, die ook de troetelkinderen der élégante wereld geworden zyn. Want, met hun uparten, van allee uit zonderlijk staanden stjjl, hebben ze ook een geheel eigen plaatsje in de mode. Ze zyn noch geheel avond- noch geheel namiddagdracht en schUnen er alleen op nan gewezen om voor de noodige variatie te zorgen. Ze zyn overcompleet en worden gedra gen op momenten, dat <1© vrouw er eens extra aamtrekkeiyk uit wil zien, zonder zich aan geldende kleedingsregels of aan convenance te storen. Zoodat de ééne vrouw ©en penchant heeft voor de casaque als gekleed- en toch zoo gemakkei yk ochtendgewaad en de andere niet schroomt er op soireós en by feeste lijke gelegenheden in te verschenen. Om met satisfactie gedragen te worden kent de casaque dus geen tyd. Maar zy stelt daartegenover, andera, hooge re eischen. Eerstens a^n het figuur. Dót doet hy, als hij mooi van snit is, eenerzydes op meer voorbeeldige wyze uit komen, maar anderzyds toont hy er ook op onverbloemde wyze de fouten van aan. Hoewel zelf een en al soepele gratie, kleedt hy alleen gratieus voor de slanken van vorm. Om zware vrouwen hangt hy als een zoutzak en geene versiering, hoe origineel of kostbaar ook, kan dat euvel aan het oog onttrekken. Ook aan het ondergoed..., dun en doorzichtig van stof als hy is... stelt hy de hoogste eischen en ondgnk* zyne somwylen zéér dichte bewerking, laaz hy dit ouverbiddeiyk doorschemeren met al zyne feilen of aankleve van dien. Daarom draagt de modieuse vrouw dan ook eene juist passende combination on der hare casaquea, geheel in de tint der bovenstof en geheel in denzelfden vorm, wat hals en mouwen betreft Zelfs is het gewenst'ht er ook een schoot- deol aan t» nemen, want als het jak op esn andertintige rok gedragen wordt, is de afscheidiyn tusschen ïyfje en rokdeel maar al te zeer opvallend. Het aardigste kleed de casaque, vooral als hy om de heupen zéér spant, doch van onderen tameiyk wyd uitvalt, op een zyden kokerrokje in donkerder kleur nuance. Tenminste als hy driekwart of meer dan driekwart van lengte 1st Onder de halflange casaque staat het groepsgewyze gepliseeerde rokje veel ge- kleeder, doch dan moet de atof ook in ver houding zyn tot den aard en de kostbaar heid der cassaquestof. Ongetwyfeld dra gen al deze bykomende dingen by tot ver- hoQging der kosten van de casaque-klee- stootte zyn zusje met de voet aan, maar ze keek hem verwonderd aan en zei: „Jy ze; toch ook, dat je 't prettig zou vinden als Coby by ons bleef." Toen, begonnen allen te lachen en Adolf wist niet beter te doen dan mee te lachen. „Ik moet eerst nog naar de aadere ooms en tantes toe", zei Coby, „want 't sou toch wel erg onvriendeiyk zijn, als ik die niet bezocht." „En waar zqu jy 't liefst zyn?" vroeg Frans. Coby staarde, droomerig voor zich uit en antwoordde zachtjes en langzaam: ,,'t Liefst zou ik zyn by...... grootmoeder en vader." De kinderen zwegen, want ze gevoelden dat Coby erg verdrietig waa. „Wy hebben een vader en ook een groot moeder", zei Marieke. „Hebben jullie een grootmoeder?" viel Coby haar plotseling in de rede. „Groot moeders zyn zulke lieve menschen. Haar wil ik ook bezoeken. Was het myn groot moeder ook maaren haar levendig heid zakte weder geheel in elkaar. „Maar 't ia toch ook jouw grootmoeder", zei Adolf, „t Ia de moeder van vader en onze vader is toch de broer van je moe der!" Coby keek verwonderd: „Heb ik nog een grootmoeder? Hoe heeriyk! O! boe heer iyk! toch nog een grootmoeder .te hebben." „Ja, maarwou Frans beginnen. Maar Adolf gaf hem de reeds beloofde op stopper en hy begreep, dat hy *yn mond moest houden en niet mocht lachen om grootmoeder, zooals de kinderen wel eens Oom George kwam binnen. „Oom, wanneer meg ik near Groofcmoe- der?" was 't eerst wat Coby vroeg. Oom George keek verrast. „Myn kindje, wat heb je nu aan een grootmoeder? Ze is al zoo oud en ze woont zoo eenzaam „Dat geeft allemaal niets, oom. 't Is myn grootmoeder en grootmoeders zyn altyd lief en houden altyd veel van haar kleinkinde ren. Dus ik ga naar grootmoeder." Oom keek zyn Amerikaansche nichtje wel wat vreemd aan. Zoo beslist spraken zyn kinderen nooit. Maar in zyn hart vond hy het toch wel prettig, dat Coby zoo'n vast vertrouwen had in de moeder van hemzelf en van haar eigen moeder, zyn zuster. 't Was met die grootmoeder eigeniyk een vreemde geschiedenis. Grootvader had een groote boerdery ge had met veel werkvolk en eenige pachters op kleinere boerderijtjes, die by de bezit- t.ngen hoorden. De gronden lagen in een afgelegen streek, waar alle gebruiken en gewoonten wel vyftig jaar by de steden ten achter waren. Toen oom George en zyn andere broers op die stille, eenzame land hoeve opgroeiden vonden zy 't er allemaal erg stil en saai en vervelend. Zy wilden de wereld in, de groote w(jde wereld. Eerst hadden grootvader en grootmoeder er zich tegen verzet, maar toen ze zagen dat de kinderen toch niet zouden ophouden al vorens ze hun zin hadden gekregen, beslo ten de oudera toe te geven. Zoo trok de eene zoon voor, de andere na het ouderiyk huis uiL t Ging hun goed. Ze verdienden geld Coby, de eenigste dochter, huwde met een vreemdeling, een Amerikaan, en ging mee naar het verre groote land. Aanvankelijk kwamen ze geregeld één of twee keer per jaar thuis, maar ze bemerkten telkens, dat ze hoe langer hoe minder by die oude, groote hoeve in die eenzame, achterlyke streek pasten. Zelf werden ze groot en volwassen. Ze trouwden, kregen zelf een gezin en toen hun vader stierf, zeiden ze tegen hun oude moe der! „Moeder, kom toch by ons wonen, w(j zullen goed voor U torgen." Maar moeder, die tevens reeds eenige kee- ren grootmoeder was, hield te veel van het oudé leven op het land, waar ze al haar ja ren had doorgebracht, waar ze gelukkig was geweest met haar man en haar kinde ren, toen daze nog klein waren. Zy kon niet M-héiden van de oude hoeve met zyn ruime vertrekken en keukens, zyn ontzagiyke boomgaard, zyn groote open vuren onder d* bieec'e schouwen, zyn ruischende hoornen en éyn stille, droomende eenzaamheid. G rootmoeder bleef. De bezoeken van de kinderen werden zeld zamer. De kleinkinderen vonden het er ver velend, want grootmoeder leefde er alleen met een oude meid, slechts weinig jonger dun grootmoeder zelf, en een vertrouwde pachter zorgde voor het bedryf. Maar grootmoeder verlangde steeds naar haar kinderen en in haar eenzaamheid zat ze voor t raam en keek ze in den boomgaard als de appels rijp waren en ze dacht: „Als daar nu de kleine vlugge figuren eens ronddartelden van mUn kleinkinderen en ik kon hun gelach hooren en ze hadden daar pleizier en ze brachten my een der mooiste appelen of zachtste peren wat sou dat heeriyk zyn. Ofl ze zat by t haardvuur in de lange winteravonden en ze dacht: „als daar nu eena j rondom mijn haardvuur zaten mijn kindéren en kleinkinderen, ala ik nu het ge- Joel der jeugdige stemmetjes eens hoorde

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1923 | | pagina 3