NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 82» Jaargang Zaterdag S Januari 1524 No. f5431 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen EERSTE BLAD. DOOR SMART GELOUTERD door HALLIWELL SUTCLIFFE voor Nederland bewerkt door J. P. Wesselink—Van Rossom BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEL WER KERK OUDERKERK OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Dit nummer bestaat uit twee bladen. INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN. heb- let om mijn FEUILLETON. en weten»c imp ing, dat de It en da huid VUcoa iaiü Nadruk verboden 1920 1921 1922 (le helft) idere beteekenis is 1928 We In millioen Kilograms. 1920 Invoer 1921 Invoer 1922 (le helft), Uitvoer deelde daarin de opvatting van FrankrUk België, Spanje en de Vereenigde Staten. Engeland, Duitschland, Noorwegen, Dene marken, Italië en Polen daarentegen sloten handelsovereenkomsten. De namen der laatste landen toonen duidelijk genoeg aan, dat de beslissing over het al- dan niet slui ten der handelstractaten niet wordt be- heerscht door het al dan niet koesteren van sympathie voor de Sovjet-regeering, en dat, ook op het standpunt va» afkeer van de in Rusland heerschende personen en stelsels, zuiver economische motieven tot een han- delstractaat kunnen leiden. Voor Nederland schjjnt nu zeer zeker ook de tijd gekomen de noodige handelsbetxökkingen met Rut land in vaste banen te leiden. Naar ver luidt wacht men van Russische zijde op een gelegenheid om in Nederland een handel s- delegatie te vestigen, nu door de ongunstige economische toestanden in Duitschland de handelevertegenwoordiging in Berlijn een groot gedeelte van haar beteekenis heeft verloren. De enorme behoeften, die in Rus land bevrediging zoeken, kunnen voor ons, ook al heeft Nederland daarin voor slechts een klein gedeelte te voorzien, voor meni- gen tak van nijverheid en handel, en vooral voor het scheepvaartbedrijf een niet onaah- zienlijke opleving geven. Ook tal van Indische producten als thee, rubber, kina, tin en rijst kunnen daar een ruim afzetgebied vinden. Waar tot dusver zeker een der hoofd motieven van Nederland's terughouding lag in de vrees, dat officiële handqlsrelaties er toe zouden kunnen leiden, dat ons land tot centrum van politieke Russische propa ganda werd gemaakt, leert de ervaring in andere landen, dat daarvan niet is gebleken of wel, dat die propaganda van het handels verkeer onafhankelijk was. Zeker ligt de tijd nog ver, dat met den Russischen staat vriendschappelijke banden kunnen worden aangeknoopt; zelfs de erkenning de jure behoort m. i. te wachten, totdat een regeling der oude schulden op bevredigende wijze heeft plaats gevonden, doch een- handelt tractaat of een handelsvertegenwnordiging op zuiver tzakeRjke motieven, tot betere consolideering in een door den handel ge schapen toestand heeft een ander karakter en is urgent. Urgent te meer omdat ons economisch belang openstelling van nieuwe markten nu noodzakelyk vordert en in de komende maanden wellicht wordt beslist waarheen de Russische handel, die nu bezig is zich van udt Duitschland naar Engeland te verplaatsen, zich een vasten weg vindt. Zoodra de nieuwe (of herboren) Minister van Buitenlandsche Zaken weer spreken kan zal hem de vraag moeten worden gedaan, of de reeds veel te lange parlementaire Wanneer hieruit duidelijk blijkt, dat Ne derland verhoudingsgewijs zijn vroeger aan deel in deze transacties mist, dan liggen twee redenen voor de hand. De eerste is, dat de Nederlandsche schepen, die thans Russi sche havens aandoen veel grooter haven rechten, het drie- of vijfvoud betalen dan die uit landen, welke een handelstrac- taat met de Sovjet-republiek hebben geslo ten. Practisch zijn daardoor de Russische Zwarte Zee- en Oostzee havens voor Neder landsche schepen niet bruikbaar, terwijl bo vendien de rechtspositie dier schepen daar hoogst onzeker is. De tweede reden ligt hierin, dat de Sov- jetregeering bij voorkeur verbindingen zocht met landen, waar een Russisch handelstrac- taat bestaat, en dat tot dusver de geheele handelsbeweging in Rusland, zoowel voor invoer als voor uitvoer, een regeeringszaak is. Weliswaar heeft het Sovjet-gouverne- ment verschillende organen in binnen- en buitenland in het leven geroepen, doch de groote lynen der handelspolitiek worden van uit Moskou aangegeven. Dientengevolge werden hier te lande alleen die goederen ge kocht, waarvan in Nederland de uitsluiten de markt was gevestigd (b.v. bepaalde werktuigmachines, kinine van het Kinakan- toor en dergeljjke). De neiging om verbin dingen te zoeken met landen, waarmede Rusland een handelsovereenkomst sloot, heeft niet alleen een politieken, doch veel eer een zuiver zakelijken ondergrond. De ervaring der laatste jaren leert, dat belang rijke zaken met Rusland alleen kunnen worden gedaan, indien de buitenlandsche verkoopers bereid zijn aanzienlijke credieten toe te staan. In Nederland is door het ont breken van handelsvoorraden, die aan Rus land toebehooren, ter plaatse geen dekking voor de te verleenen credieten aanwezig. Door het ontbreken van een verdrag en de daarmede verband houdende, zij ’t ook on gegronde vrees der Russen om hier te lande groote geldsommen deposito te plaatsen, is het niet mogelijk het van de Russen in betaling ontvangen handelspapier te verdis- conteeren of te verkoopen. Van werkely- ken handel tusschen Nederland en Rusland zal dus eerst sprake zijn, wanneer of «le bestaande banken Russisch papier opnemen of, evenals dit in Denemarken het geval is, in samenwerking met Nederlandsche finan ciers een Hollandach-'Russische bank wordt opgericht, welke haar werk maakt van het verdisconteeren van Russische wissels en het financieren van zaken met Sovjet-Rusland. Het behoeft dus geen betoog, dat het sluiten van een handelstractaat een onmis bare voorwaande is voor een hersteld Rus sisch handelsgebied voor Nederland. Onze regeering hield zich tot dusver afzijdig en ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorcnde tot den basorgkring): 1—6 regelt ƒ1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 16 regela 1.56, elke regel meer 0.80. Advertentiën In het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Uafdadigheida-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 60 booger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen b(j contract tot zeer geroduceer- dea prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaechenkonut van soliede Boekhan delaren, Advertentiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneihde van opname verzekerd te zijn. vacantie ode nuttig is besteed door de regeling van nieuwe verhoudingen met Rus land, waaraan ons zakenleven zoozeer be hoefte heeft. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCXCIII. Wanneer we, gelijk .bejamelijk is, even het afgeloopen jaar <ie revue laten passeeren, dan is er veel dat ons met eenige somberheid vervult. Het is de zesde maal sedert het eindigen van den beilloozen oorlog, dat wij van jaar wis selen en steeds weer was er hoop dat het thans aanbrekende eindelijk de uit komst zou brengen, die wij allen zoo vurig hoopten. Reeds vijf maal kwam die hoop bedrogen uit. Zal het de zesde maal anders zijn leder verwacht het omdat ieder het hoopt en misschien zijn er ditmaal eenige teekenen die gunstig mogen worden geacht. Er moet echter nog heel wat gebeu ren eer wij toe zijn aan den rustigen gang van zaken gelijk wij die tot Juli 1914 hebben gekend. De hoop doet le- \en en gelukkig wij leven nog. \oor de residentie niet geweest, hebben op gepaste en beperkte wijze hel jubileum der Koningin gevierd, we hebben den gemeenteraad herkozen en nog iets minder goed gemaakt dan die was. We hebben Loosduinen gean nexeerd en vooral hebben wij veel na gelaten op gemeentelijk gebied, dat dringend noodig was. We hebben nog geen congresgebouw, wij hebben nog geen verbeterden tramdienst, wij ben nog het verkeersvraagstuk niet op gelost, wij hebben nog geen volledige opheffing van den woningnood, we heb ben nog geen belastingverlaging enz. Stadhuis en Museum-vraagstuk zijn gelukkig nog niet opgelost, zoodat wij daarvoor nog niet dieper in de schuld zijn geraakt. We zijn wel bezig een tweede haven voor Soheveningen te graven, hoewel de visscherij zoo goed ais naar de maan is. Zóó zouden wij nog kunnen voort gaan met op te sommen wat we tot ons leedwezen niet kregen en wat we wel kregen, wat we tot ons leedwezen na latig zijn gebleven maar waarom daar over nagepiekerd Den Haag glijdt aardig door de moei lijke tijden heen en met wat meer be- stuurstalent zou het nog beter gegaan zijn We hebben bezoeken gehad van de Koningen van Zweden en Noorwegen en als het waar is krijgen we in 1924 den Koning van Engeland te zien. Het zal ons aangenaam zijn Wanneer wij toch weer aan het op halen zijn dan vergeten we het Bin nenhof niet waar al eenige maanden de ongekendste rust heerscht, een rust die J. DE MOL EN ZOON Turfiurkt 78 - T«l. 418 - Suuta lliiru- n Bimkluiiii ■aar maat. 3945 „Vanmiddag is een predikant met mij medegewandeld tot aan den rand der beide en ik heb hem van uw komst verteld en van van het kind. En hij is meegegaan naar het graf en heeft er een lijkdienst gehouden, opdat het kind geen christelijke begrafenis zou mis sen Een harder licht kwam er in de oogen van de vrouw. „Christelijke be grafenis?" herhaalde zij, terwijl zij weer half overeind ging zitten. „Ik heb den laatsten tijd onder de christenen gewoond en en ik heb niemand zoo wreed bevonden niemand. O, zij baden zij baden elk uur en misgun den mij het minste geluk en zochten Mar zonden in anderen, zooals kinde ren naar sleutelbloemen zoeken in de lente. Neen, uw gebeden zijn mij lie ver dan de zijne." „Toch is hij een goed mensch en zeer vriendelijk, deze predikant." „Het kan zijn, maar ik heb zijn ge beden niet noodig. Denkt u,” viel zij zich met plotselingen toorn in de rede, „denkt u, dat ik ooit de sneeuw zal zien, ooit den ijskouden wind in mijn gezicht voelen, zonder hen te haten? Zij zullen mij altijd herinneren aan het kind, dat zij mij ontnamen. En zoo zit het met uw volk, dat bidt en predikt ik heb door hen geleden, smartelijk ge leden en de herinnering daaraan kan niet slijten." „Gij hebt dus geen geloof?" sei Lo max, terwijl hij rijn blik weer een* weldadig aandoet en die niemand hin dert. Heeft iemand in Nederland <al iets gemerkt van gevolgen van deze rust, d.w.z. in minder goeden zin, heeft iemand al bespeurd dat de overheids- machine hapert Waarschijnlijk wel niemand en heusch het blijkt, dat zoo’n poosje rust zeer goed is. Als men het z°ó eens liet tot de verkiezingen van 1925 zou dit allerminst in het nadeel des fends zijn. De langdurige behan- Hng van de begroeting heeft Voor het land weinig beteekenis en zij kan best gemist worden. Evenals die der gemeentebegrooting, die hier op 29 December, precies twee maanden te laat tot een einde is ge biecht. Het eenige wat ze heeft opge leverd is een vermindering der belas ting op de openbare vermakelijkheden met 5 Het is niet veel maar als jjiet vier jaar achtereen geschiedt zijn wij precies waar we wezen willen. Onze burgemeester is niet gelukkig in zijn handelingen als uuto-bus-apeciali- toit geweest, maar het lijkt nu alsof hul zaakje voor elkaar komt, De trammaatschappij beeft in de pers een berichtje gelanceerd dat zij prijs opgave heeft gevraagd van twintig mo torwagens, ter uitbreiding van haar wagenpark. Eigenaardig is hel dat de gedachte aan die uitbreiding juist op* komt nu de concurrentie is verschenen. Twintig wagens, het lijkt zoo aardig wat, maar het is ter nauwernood één wagen per lijn en het heeft dus niet veel te beduiden. Het is ongeveer een vierde van wat al lang noodig is om den dienst eenigszins te verbeteren. Maar het succes van de concur rentie is er en daarover zijn wij ver heugd. Men ziet de slechte werking van een monopolie dat altijd in het nadeel van het publiek is en dat altijd tot ver slapping van de behartiging van het algemeen belang leidt. Het publiek wordt dan de quantile negligeable en het belang van het monopolistisch be drijf gaat voor alles. Wat 1924 ons zal brengen, weten we gelukkig niet. We hopen dat de alge- 'meene toestand eindelek zal verbete ren want den Haag als weeldestad ge voelt de gevolgen daarvan maar al te zeer, niet alleen in haar financiën maar ook in haar openbaar leven. Het eerste waarop bezuinigd wordt ais er bezui nigd moet worden is alles wat weelde lijkt, hetgeen dus aanstonds de grootste Handelsbetrekkingen met Rusland. Mr. H. C. Dresselhuys, de Voorzitter van den Vrijheidsbond, bepleit in de Vrijheid de aahknooping van officieele hand elsrelatie', met Rusland, een aangelegenheid tot nu toe alleen van communistische zijde voorge staan. Naar mag worden verwacht, zoo zegt Mr. Dresselhuys, zullen de komende maanden staan in het teeken van pogingen tot finan cieel en economisch herstel. Van die twee problemen is het laatste ongetwijfeld het gewichtigste; mochten wy er in slagen onzen handel en onze nijver heids- en landbouwexport weer op het oude peil te brengen, dan ware het bezuinigings- vraagstuk tot eenvoudiger proportie terug gebracht. Doch welike der twee samenhan gende vraagstukken men den voorrang wil geven, vast staat, dat geen nationaal herstel kan intreden zonder economische recon structie, waarbij onze betrekkingen met het buitenland weer een hoofdrol spelen. Met groote belangstelling zal men dus, zpo gaat Mr. Dresselhuys voort, hebben kennis ge nomen van eene beschouwing in het Alg. Handelsblad van 14 Dec. j.l. waarin wordt gewezen op het gevaar voor onzen handel en onze scheepvaart, indien Nederland zich langer afzijdig houdt van het economisch herlevende Rusland. Het daarin gevoerde betoog, dat onze concurrenten bezig zijn dit voor ons zoo gewichtig handels- en af zetgebied te monopoliseeren, wensch ik met enkele mij ten dienste staande gegevens te ondersteunen en de conclusie, dat ook wy het voorbeeld van onze boeren zullen heb ben te volgen, wil ik ook tot de mijne ma ken. De beteekenis van het Russisch-Neder- landsche handelsverkeer moge blijken uit de volgende ten dienste staande gegevens: Invoer in Rusland. Aandeel Nederland. 1901-1913, gemiddeld per jaar 1136.9 mil lioen Roebels 22 millioen R. 1.9 Gemiddeld uitvoer uit Rusland 1501.4 mil lioen Roebels 280 millioen R. 19 Aand. Nederland. 80mill. 6mill. of'6% 900 mill. 29 mill, of 3.7% 1700 mill. 8 mill, of 0.6% Aandeel Nederland 11 mill. K.G. 6 m. of 45 215 mill. 10.3m. of 1.4% 250 mill. K.G. 8 m. of 1.2 Als alle gevels doorzichtig waren en alle harten open stonden, zou er minder afgunst zijn. gelaat, zooals ge het den vorigen avond over mij heen boogt, de teedere wijze, waarop u het mij vanmorgen mededeel de! en ik wist, dat u het om mijn bestwil hadt gedaan.” „Ik had geen keus”„ mompelde Griff „en en ik heb ten slotte een soort gebed boven hem uitgesproken.” Haar tranen vielen kalm als een mil de regsn op de verdroogde velden in den zomer zij wist niet, waar van daan deze verlichting van haar last kwam hoe kon zij weten, dat Griff uit zijn hardnekkige, lange worsteling te gen lijden en ontbering, een ruw doch sterk medegevoel had behouden, dat uitging naar iedereen en waaraan men geen weerstand kon bieden Royd van de Windyfarm had dat on dervonden in de dagen, toen tegenspoed ziekte in het koren en lichamelijke on gesteldheid donkere schaduwen rond om hem wierpen zieke koeien gevoel den het, wanneer hij ze toesprak en haar geneesmiddelen ingaf en haar over den beaweeten kop aaide hij had, wat het volk van Ling Crag noemde „het geluk van den bedroefden man” de gave, om anderen den vrede te bren gen, die hem zelf ontbrak. Er viel een stilte tusschen hen, een stilte, intiemer drn een gesprek. Griff keek eindelijk op hij wenschte de herinnering aan dat graf op de heide te laten sluimeren doch eerst had hij haar iets te vertel len, dat haar troost zon kunnen ver schatten. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux rijn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Tel. Int 82; Redactie Tel. 646. haai ook geen vragen stelde naar haar tocht over de sneeuw bedekte heide en zij gevoelde, dat hier eindelijk een man was, een man, die als vriend je gens iemand kon handelen, alleen ter wille der vriendelijkheid en het verle den van zijn buurman onaangeroerd la ten, om zich slechts met zijn eigen za ken te bemoeien. Om deze reden was zij, op vrouwen-manier, erover begin nen te denken, hem alles te vertellen maar dan weer het verhaal was droe vig en zij was zoo ongelooflijk moe, en misschien zou zij, voordat de sneeuw van de heide van Ling Crag verdwenen was, nog wel een geschikt oogenblik vinden om het hem te vertellen. Toch, terwijl rij hem gadesloeg, overscha- duwde een zonderlinge toom al de warmte van haar hart. Hij was zoo groot, zoo zonder hartstocht, zoo ver weg, terwijl hij daar bij het turfvuur zat te peinzen. Hij had haar reeds ver geten zijn levensplan wat dit ook mocht zijn was grootseh genoeg om een dozijn levens als het hare te dek ken en op te slorpen. Het kwam over- een met het gevoel van Hester jegens Griff en de twee vrouwen, hoe uiteen- loopend haar karakters ook waren, ga ven elkaar de hand en waren één in dit opzicht dat rij een man rijn le vensbeschouwing kwalijk namen, die hem veroorloofde alleen te staan en bevrediging te vinden in de stenen. (Wordt vervolgd). ophief van de roode figuren in het turf- vuur. Het scheen niet mogelijk, dat deze vrpuw met het fijne, zachte gelaat en den lijngevoeligen geest even weinig gevoel voor die dingen zou hebben als hij Zeker, een vast godsdienstig geloof de betrouwbare, veilige voorschrif ten, welke voor de vrouw gemaakt zijn om er steun in te vinden, daaraan zou zij zich niet kunnen onttreken. En dua keek hij haar verwonderd aan en Her haalde zijn vraag. „Ja, ik heb een geloof,” riep zij uit. „Ik geloof, dat het leven hard is en de n annen en vrouwen harder dan het le ven, dat hen insiuit. Ik geloof, dat wij in de wereld worden gebracht om1 te lijden en te vragen naar het waarom, zonder daarop een antwoord te kragen, totdat men het deksel van de doodkist boven ons dichtschroeit.” „Maar wij kunnen lijden en voor wenden, dat het niet zoo is,” zei Grift. „T rots is een mooie kameraad in zulke tijden.” Zij sloeg hem nieuwsgierig gade, ter wijl hij *daar met peinzende oogen en achterover geworpen hoofd zat. Een an dere man, dacht zij, «qu gezocht heb ben naar het geheim van haar verbit tering, maar hij deed het niet. Dezelfde kalmte, waarmee hij aanvaard had, wat nu eenmaal niet te veranderen was, dezelfde kalmte, waarmee hij al wat naar nieuwsgierigheid zweemde, ver meed, betrachtte hij In allee, zoodat hij 30) - „Ge zijt goed - o, ge zijt goed voor mij,” mompelde zij. Ja, dacht Griff, zooals hij goed zou zijn voor een ver loren schaap of een koe, die bijna in het moeras was verdronken. Hij ant woordde evenwel niet maar zat in het vuur te kijken, hoe de vlammen re zen en ineenstortten, om weer nieuwe vormen aan te nemend Het duurde lang, voordat de vrouw weer sprak en in haar stem, hoewel kalm, lag een on dertoon van frissche kracht. ,,IjjCt is een lange, lange dag ge weest," zei zij, „en ik heb nagedacht ovei wat er gebeurd is. Eerst wilde ik in het geheel niet denken ik wist slechts, eiken keer, als ik wakker werd dat ge mijn kindje hadt genomen en hem daarginds onder de sneeuw had verborgen en ik haatte u en zei, dat u wreed waart. Maar dan scheen ik u In een helderder licht te zien uw fiOlME COURANT.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1