Maandag 7 Januari a.s. 9 uur
GROiOTE BALANSOPRUIMING
UILTJE
Koffie fiag
Abonneert U op dit Blad
Jeuk
D.D D.
Maandag 7 januari bS' firoote Balans-Opruiming
ZSXSEZ ««MlUtlUl
BAHLMANN Sc Co. Markt 9
GOUDA
Fo rd-Age ntvoorGo u d a
PERIODIEKEN,
ALLES IS SPOTGOEDKOOP!!
gemeente; lichtfabrieken GOUDA
T. DEKKER Groeneweg 77 - Gouda
Wyberf
J. J. Vergunst Kattensiogel 59 - Gouda.
WANHOOP NIET
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 5 JAN. 1924 - TWEEDE BLAD
WINKELIERS
De Goiidsche Courant
-T—begint onze -
Van alle nog overgeblevene Wintergoederen
zullen wij ook nu wederom niets overhouden.
Deor de geringe productie van PAR^LCOKES
kunnen nieuwe bestellingen tot 15 Februari 1924 niet
worden aangenomen.
drove en gëklopte Cokes is steeds voorradig. t2 30
Complete Mqubeleeringen;]- ^Verhuizingen.
en andere Zakendoendenl
7 Januari 1924
De uitstekende werking
Inlichtingen kosteloos, ook schriftelijk, eiken Dinsdag van 10-3 uur.
Genezing.
Antin«rvln.
Drukkerij A. Brinkman Zoon - Markt 31 - Gouda
Stofte«rd*rl| Behangarl)
Baddert en Matraaaanmakarll 20
LA BOL5A
(WIPED
MOS
MlMMtR
StLVLMAARDe.
r\WALITCJT
Wilt ge i|n 1924 Uw omzet zien vermeerderen
en Uw clientèle doen toenemen, noteert dan op
Uw kalender voor
1
een ad verten tie-order voor de GOUDSCHE
COURANTf van 1000 of meer regels, die gij in
den loop |van 1924 gebruiken kunt. Daardoor
bereikt ge dat gedurende 1924 de aandacht van
het publiek j op Uw zaak blijft gevestigd.
biedt U de rrieest doeltreffende publiciteit.
door een geregeld gebruik van coffeïne-
vrije koffie HAG inplaatfl van gewone
koffie bereikt, heb ik kunnen constatee
rt bij tal van zenuwpatiënten, hart- en
nierlijders. Bijzondere aanbeveling ver
dient het gebruik van koffie HAG bij
slapeloosheid en vetzucht.
Dr. Med. R. W. K. (Z3
3610 40
STATIONSWEG 45, benedenhuis, ROTTERDAM.
O. ROMEIJN, Spsoislitsit.
Voor herstel van uitsluitend en alleen alle soorten Haarziekten.
Men leze een enkele der honderden, in ons bezit zijnde,
Dame. DANKBETUIGINGEN. Heer.
Mijnheer.
Hiermede betuig ik U mijn hartelyken dank voor de suc
cesvolle behandeling. Reeds na 5 maanden door U behandeld
te zyn met „CRINOFLOOR" is mijn hoofd volkomen hersteld.
Mej. Wed. L. DE GiROOTKOOPMANS.
Terhorne (Friesland).
De ondergeteekende PH. FILIPPO verklaart, dat hfl lijdende
waa aan een ernstige haarziekte, waarvan de toestand hope
loos was. Ik wendde my tot den heer C. Rameijn en dank zij
dat ik het aanvaard heb. Ik geef U de vrijheid het overal
bekend te maken. Na vriendelijke groeten,
(w.g.PH. FILIPPO, Alfen,,a. d. Rijn, Hedastraat 323.
Slapeloosheid
Zenuwtoevallen
Zware Hoofdpijn
Zenuwkwalen,
ONMIDDELLIJKE GENEZING
door
Per koker 1.50
Chem. Fabriek B. ROOS Co.
78 Jonkerfransstraat. R'dam.
Hoest, heeschheid en keel
pijn geneest of voorkomt U
het best met de yerzachtend
en oplossend werkende
TiiMiiIéii
Vraagt alléén „Wybert" en
let vooral op fabrieksmerk
Gaba. Bij alle Apothekers en
Drogisten 45 en 80 Cts.
3300 31
Bij de Hollandia-Drukkerij te Baarn zijn
verschenen van Dr. B. F. ten Cate, Spe
ciaal Arts te Rotterdam:
DE SPIJSVERTERING, 4« druk, 2.40
ing.; ƒ3.65 geb.
NIEUWERE GENEESMETHODEN, 1—»
HET VERBAND TUSSCHEN LICHAME
LIJKE EN GEESTELIJKE ZIEKTEN.
0.60. 1625 10
carinas
pertor ico
Marylanö
o r
OIDCNKOTT*
Houdt zich steeds aanbevolen als LOOD- en ZINKWERKER
Aanleg van OAS- en WATERLEIDING
MASTIEK-, DAK- en LEIBEDEKKING 48 20
Complete Wasch en Closetinrichting. Prijsberekening gratis.
Uw jeuk verdwijnt nis bli tooverslag bij de aanraking van
hel geneesmiddel D.D D.. een klemdoodende vloeistof
die door de huid dringl en de onlsleklng-verwekkende
bacteriën doodt. Dal Is het heete geheim van zijn
qeneeskrachi. Een paar druppels zijn al voldoende om
de hevigste jeuk onmiddellijk te doen bedaren en dat
is het begin der genezing bij;
Eczema, jeuk, uitslag, beenzweren, korsten op
het hoofd, ringworm, bsardworm, dauwworm,
netelroos, gordelroos* psoriasis en aodere huid
aandoeningen.
Hoofdagent B. Melndersms. Oen Haag. tan wien uIL
gebreide brochure voor huidlijders op aanvraag gratis
verkrijqbaar. Prijs I 0.75 en f 2.50 per flesch "bif alle
apothekers en drogisten. Koopt heden nog een proefflesch.
Praag l ook de geneeskrachtige D.D.D.-Zeep ill.-;
O.D.D-Shaving-stick i 1 L25 en D.D.D.-Huldcream
I i.50 per pot.
Week- en Maandbladen, Tijdschriften van allerlei aard
al of niet geïllustreerd worden accuraat
door ons verzorgd en op tijd geleverd
Wij belasten ons ook met de geregelde toezending per post aan
opgegeven adressen ook de geheele exploitatie van bladen kan ons
worden opgedragen
Al bent U lang reeds opgegeven, wat U ook scheelt, wij kunnen en willen be
wijzen, dat zeer vele, die nergens baat vonden, door onze middelen zijn genezen.
Beschrijf de verschijnselen van Uw kwaal (met zegel voor antwoord) en U ontvangt
gratis bericht omtrent middelen en kosten (welke door ieder te dragen rijn) en
overtuigende bewijzen. De „HERBORA" producten worden uitsluitend door ons af
gezonden. Het namaken Is strafbaar bij de wet 8 80
Schrijf aan LABORATORIUM „HERBORA", Celebes*raat 5, den Haag.
t*Q*n tpoiprijzan. Markt 26 Tolsf. 131
Economisch herstel.
Eenigen tjjd geleden heeft de Voorzitter
van de Nederlandsche Vereeniging voor
Economische Geografie, Prof. Dr. H. Blink,
een rede uitgesproken, waarin een. en an
der wordt gezegd over de tegenwoordige
maatschappelijke vraagstukken en als zoo
danig nog ernstige overweging verdient.
Wij antieenen daaraan het volgende:
„Wanneer zal voor de wereld op econo
misch, staatkundig, moreel en godsdienstig
gebied het morgenrood van blyder toekomst
gloren?
Rijken zyn gevallen, tronen .omgestort,
nieuwe rijken ontstaan, nieuwe machten
heerschen; maar de vrede is niet gekomen,
herstel laat zich wachten
De slagen, zooals die de Egyptenaren ge
nezen zouden, werden hier wel gevoeld,
maar hebben nog niet tot bekeering geleid.
Wij spreken hier nu alleen van bekeering
op economisch en staatkundig gebied; op
ander terrein willen wij ons, hoe belangrijk
ook, niet begeven.
„Bekeering" tot een goeden geest alleen
kan de economische activiteit der menschen
en daarmede de welvaart weer herstellen.
De oorlog en de regeeringsmaatregelen,
voortgekomen uit de heerschappij van ver
dwaasden volkswaan, hebben in onderschei
dene landen veel misdreven, goede eigen
schappen der menschen in verkeerde ver
anderd.
De regeeringen hebben een taak op zich
genomen, welke zij niet vermogen te dra
gen,' te zwaar om te kunnen volbrengen.
Daardoor hoeft de volksgeest geleden, is de
activiteit verslapt, de arbeidslust in een
hinderlijk gareel geklonken en verzwakt.
Wil men de aarde weer tot economische
productie brengen, dan is onvermoeide ar
beid noodig, vrije expansie der persoonlijke
krachten, geestdrift voor den arbeid.
Het persoonlijk verantwoordelijkheidsge
voel is verslapt door de allerwege geëischte
en beloofde staatszorg. Daardoor werd veel
arbeidsvermogen lam gelegd, de productie
verminderd en de zelfbewustheid sliep in.
Het individueel-krachtige verloor zijn
waarde, en de maatschappij leed daaronder
zwaar. Dientengevolge is de welvaart ver
minderd, de koopkracht der volken verzwakt
en zijn de lasten, der gemeenschap opge
legd, ondraaglijk geworden voor haar leden.
De staten waggelen, omdat de steeds
krachteloozer wordende leden die
schier niet meer kunnen d;
pijen en ondernemingen zoowel als
hebben, blind voor het economisch
1 vermogen, den tot kapitalen
beid van het verleden roekeloos en
denkend vernietigd, zonder eenige
dan oorlogsellende er van te plukken, en
tegelijkertijd de overbelasting steeds groo-
ter gemaakt, zonder blijkbaar in te zien,
dat het stabiele evenwicht moest veifcroken
worden.
Wat moet er gedaan worden tot het her
stel van den zwaar zieken economischen
toestand der volken?
Tot ons zelf dan komend is noodig een
bekeering in de opvatting omtrent de le
venswijze en in de beschouwing van den ar
beidsplicht. Er moet een eind komen aan de
opvoering der levenaeischen en wij moeten
hebben een economisch verbruik van het
geproduceerde.
Versobering is noodig em zij zal, mtts
goed opgevat, geen last zijn, maar mede
werken tot een opbeurend gevoel van zelf
standigheid.
Daarmede zijn wy gekomen tot het pro
bleem der bezuiniging. Was de leiding van
staten en zaken in handen geweest van eco
nomisch verziende personen, die de con
junctuur begrepen, dan had men de depres
sie van dezen tijd wel niet kunnen voor
komen, maar toch haar awaren druk en die
pe daling veel kunnen wijzigen.
Wanneer men had ingezien, dat de oot-
logscomjunetuur en de hoog-conjunctuur on
middellijk na den vrede beide abnormaal
waren, dan zouden de roekelooze voteerin
gen van allerlei uitgaven vermeden zijn ge
worden en d© expansie der uitgaven zou
beperkt zijn gebleven.
Dan had men krachtiger en rustiger de
conjunctuurafwisseling kunnen aanzien.
Dan zou bezuiniging in den zin van tegen
woordig niet zoo noodig geweest zijn.
Mar nu er een andere koers dient gevolgd
te worden, zoowel door particulieren als
door overbelaste staten en ondernemingen,
moet de bezuiniging uitgevoerd worden,
met hoogstbekwame handen, die men bij
het doen der uitgaven niet zelden heeft ge
mist.
Bezuiniging invoeren, die werkelijk doel
treft, kan alleen geschieden door de meest
bekwamen. Bezuiniging op zich zelve Is ne
gatief, z\j geeft dooT haar zelve geen kracht,
maar ontneemt alleen last. En waneer zy
de produceerende kracht, die meer schept
dan zy verbruikt, aantast, ontstaat er door
bezuiniging een verlies.
Indien dit niet wofdt vermeden, zal be
zuiniging de maatschappij evenzeer bena-
deelen als onnutte uitgaven. Men hoede zich
daarvoor.
Inwendige positieve verbetering kan al
leen tot stand gebracht worden, door ge
legenheid te geven tot vrye ontplooiing der
arbeidskrachten. De Wet kan die niet re
gelen, of het geschiedt vooral ten voordeele
van de niet-actieven, ten nadeele van de
actieven, en het resultaat wordt negatief.
Ieder individu gevoelt het best zyn eigen
aibeidsvermogen en als dit wordt toege
past binnen de grenzen van maatschappe
lijke moraal en orde, moet de werking daar
van niet belemmerd worden.
Alles van den Staat verwachten en deze
daardoor noodzaken alle vruchten van den
arbeid aan belastingen te eischen zal zijn
den spaarzin van den vlijtige te drukken, en
leidt tot ontwrichting der maatschappij."...
De geheele rede is afgedrukt in het
Tijdschrift voor Economische Geographie
van 15 April 1922.
MODEPRAATJE.
„Voorjaarsboden uit Parijs".
Het waa nog v4ór Kerstmis, dat onder
dezen titel een der eerste modehi
onzer hoofdstad den volke kond d<
van de aankomst der eerste lichte vi
jaarshoedjes, en dat ze tegelijkertijd
tentoongesteld werden in hare étalage-
ruimten. En het was tevens, alsol ieder
een slechts op dat sein gewacht had,
want plotseling als met tooverslag, re
zen ook overal elders deze eerstelingen
van een nog ver te zoeken lente, uit
aen grond op. Zoo doet de mode de
vrouw geweld 'aan Nauwelijks is hare
wintercollectie compleet, of daar ziet ze
zich weder in het nauw gedreven van
bewondering voor wat de mode op
nieuw gewrocht heeft. Want, ze zien,
is ze bewonderen, deze aardige mode-
hinderen en tusschen bewonderen tot
beg eer en ligt immers maar één stap.
Ze zien er dan ook uit om van te wa
tertanden, deze knusse, ultra-élégante
dekseltjes van glanzend zwart satijn met
hun air van nonchalance en een cachet
zoo geraffineerd als het maar kan. Ze
hebben haast alles met elkaar gemeen,
het glimmende zijderartateriaal, de
vorm, de diep-zwarte kleur, de versie
ring en toch is er nu reeds eene einde-
iooze variatie.
Zoo toont dat kleine, verduiveld aar
dige zuidwestertje met zijn inkeep in
den rand, door een aardig lintrozetje
luchtig gedekt, veel verwantschap met
aal vermakelijke chasseur tjei dat bru
taalweg een reuzengroote vlinder op
zijn uiter ten randpunt duldt r En een
coquette „amazone" verbergt achter
haar van voren sterk opgeklapten rand,
platte zwarte wasbloemen, die niet te-
;*en den bol aangezet, doch er plat op
gedrukt liggen. Waarmee ik maar zeg
gen wil, dfl de „cloches", de „nini-
cbes", de „capelines", met hunne druip
randen blijkbaar ernstige concurrentie
krijgen aan deze typen met een bol-op-
geslagen, dubbelgestikt randje.
Alle hoedjes, behalve dan de toques
en bandeaux, hebben den nieuwsten
vorm van bol geadoptéerd, die min
stens uit vier, soms van 8 tot 10 gelijk
vormige parten bestaat.
Zoo'n bol biedt op zichzelf al de bes-
Ie gelegenheid tot versiering aan, daar
olke part keurig afgebiesa is. Soms
zijn de parten bovendien kunstig in
kringloop geknipt, zoodat ze als dra
van een reflector om elkaar heen schij
nen te kronkelen.
Is het niet begrijpelijk dat bij derge
lijke kunstvolle en bewerkelijke vor
men, de hoedengarneering een ander
karakter gaat dragen Dat zij zich hoe
langer hoe dichter tegen den hoed vleit,
dot ze ten leste zoo vast opgedrukt rit,
alsof zer er een onverbrekelijk geheel
mede is.
Dat streven demonstreert zich zoo
typisch bij de gekleurae voorjaarsboden
Die bestaan dikwerf uit zijden stof
met gebloemde patronen van zwaar op-
liggende en schablone-achtig vervloei
ende contouren. Welnu', deze bloemdes-
sms worden veelvuldig uitgeknipt, don-
zig opgevuld en dan bij wijze van ver
siering, weer op het eigenste hoedje
geappliceerd. Deze wijze van versie
ring wordt in overwegende mate aan
getroffen.
Zijn er bloemen, dan zijn zij uit de
zelfde zijde vervaardigd, en tot aller
liefste raidten gevorpid. zitten ze dan
plat tegen'den bol aan. Somtijds gelij
ken het rozen, half-open, half-geloken,
met een ragfijn waasje van tulle over
spannen. Soms ook worden van lintjes
iu de kleur, de fraaiste bloemvormen
geïmiteerd en pijpt men ze kunstig tot
sierlijke sprieten zooals voor chry
santen en dahlia's, zeesterren en as
ters. Licht als veders zijn de nieuw q,
voorjaarshoedjes en hebben ze eene af
stekende garneering, dan zoeken ze die
speciaal in luchtige, pluimende aigret
tes
Randenvol met aigrettes, dubbel ge
bogen croches van de 'prachtigste aigret
tes, sieren de kostbaarder voorjaars
hoedjes. Bandeaux van aigrettes om
lijsten de sierlijke bolletjes. Meestal
zijn ze echt, deze kostelijke reigorsprie-
tjes. Het wordt de vrouw wel moeilijk
gemaakt, want al dien tuchtigen sprie-
tentooi moet immers wel flatteus rijn I
Trouwens er zijn ook andere genres,
die hun pronk niet in schitterend ge-
vederte, maar in kostbare bewerking
zoeken. Zoo de typische stormhoedjes
van gilimmend gladde zijde, geheel over
eenkomstig de mode, door kostbaar
koordjesboirduursel in parten afgedeeld
en die parten ingevuld met grillige ara
besken van kleurig ,koordborduursel.
En in de melange-stoffen wederom een
zelfden rijkdom, gelijke kleurenpracht.
Louter sprankeling van goud en zilver
op ondergrond van damassé en brocaat.
'I-ijne, nieuwe tinten groen, zweemende
naar turquoise, schijnen qua kleur de
nouveauté van het seizoen te zijn. Zij
laten zich doorweven, beleggen en door
spikkelen met „zilver en zilverstnilsel.
Deze tinten hebben dpzelfde nuances in
het bruin als iegenklturen en deze zijn
op hunne beurt doorwerkt, doorvlamd,
doorspat met goud, al naar gelang de
dessins dat meebrengen. Bij de, het
hoofd nauw omsluitende vormen, treft
men nog altijd de diadeemvorm als ver-
siermiddel aan.
Enkele gedrapeerde of dooreen ge
kronkelde bandhoedjes dragen nog uit
stekende omlaagstrevende lintpieken ter
versiering. Waarlijk, wanneer soms Ja
nuari en Februari de bakens mochten
verzetten naar enkele dagen 3van zonnig
petij, dan zal het noch aan de mode,
ncch aan hare trawanten liggen, wan
neer daarvoor hare aanhangsters van
passende „voorjaarsboden" niet voor-
I zien mochten zijn.
GRACE ALLAN.
MEDISCHE BRIEVEN?
opperhuid wordt door de hitte licht be
schadigd.
De 2e graad van verbranding ontstaat
door een meer intensieve inwerking der
warmte. Hierbij onderscheiden wö het u
allen zeker bekende verschijnsel der blaar-
vorming. Een typisch verschijnsel dat ia
de le graad ontbreekt, <te pijn veroorzaakt
en de roodheid der huid sterker op den
voorgrond laat treden. Wordt het betrok
ken lichaamsdeel aaif een nog hoogere of
•wat hetzelfde is, langer aan een lagere
temperatuur blootgesteld, dan treedt de z.
g.n. 3e graad van verbranding op, waar
door het weefsel gedood wordt. Is het pljn-
gevoel een waarschuwing, een reactie a. h.
w. op het gevaar dat dreigt, zoo ontbreekt
zulks bij de laatste graad der verbranding
geheel en al. In plaats van rood wordt het
weefsel in het laatstgenoemde stadium
van grauwbruin tot zwart van kleur.
Bij tal van personen leert ons de onder
vinding dat dood materaal in het levend
organisme niet geduld wordt, zoo ook hier
na de verbranding. Er vormt zich aan de
grens van dood en levend weefsel een zoom
van levend materiaal dat het doode geheel
en al loswerkt en ten slotte afstoot Het
genezingsproces in geval en van den len
graad heeft gewoonlijk een goedaardig en
snel verloop. In de eerste dagen voelt de
patiënt wat Pijn ydie met gunstig gevolg
met een weinig boo raai f bestreden kan
worden.
De 2e graad der verbranding komt fei
telijk het meest voor; ode vraagt deze
meer van onze zorg, te meer daar ook zl)
een veel nauwkeuriger behandeling eiacht.
Zooals wü reeds vermeld hebben, ontstaan
in deze graad kleinere en grootere blaren.
De kleineren drogen weldra vanzelf op, de
grooteren daarentegen langzamer. Om de
pyn te stillen, worden doze laatsten ge
woonlijk achteloos stuk gemaakt. Een han
delwijze die absoluut verkeerd ia, omdat
het gevaar voor infectie teer groot is. Om
dit gevaar te voorkomen, is het gewenacht
de blaar met een gedesinfecteerd mesje
stuk te maken. Het mesje houdt men even
wijdig met de huidoppervlakte, ja er bijna
tegen aan en geeft vervolgens een klein
^prikje in de strak gespannen blaar aan
den onderkant. Het vocht loopt er dan uit,
j wat ten gevolge heeft dat het pljngevoel in
niet geringe mate vermindert. Vervolgens
verbindt men de wonde met een zalflap of
bepoedert dece met bismuth.
De 2e en 3e graad der verbranding
vloeien gewoonlijk ineen. Dientengevolge
wordt in beide gevallen dezelfde behande
lingswijze toegepast.
Op een punt wil ik nog uw aandacht ves
tigen. Zoodra de verbrande plek genezen
is, vormt zloh zjg.n. fttteekenweefsel. Dit
weefsel ia minder soepel en elastisch dan
dat der omgevende huid, wat zjjn eigen
aardige bezwaren medebrengt voor den
patiënt. Ia de verbrande oppervlakte van
aanzienlijke grootte don zal het lititeeken-
weefsel, zoo de plek zich in de nabijheid
van beweeglijke deelen bevindt, groote
stoornissen #am de beweeglijke deelen ver
oorzaken. Een voorbeeld zal U dit duide
lijk maken. Veronderstellen wij dat iemand
in de omgeving van het kniegewricht een
groote brandwond oploopt. Nemen wij
verder aan dat de genezing normaal ver
loopt, ook wat betreft de vorming van het
gewone litteekenweefsel. Dit laatstgenoem
de weefsel kan nu oorzaak zijn dat de pa
tiënt het been niet meer kan strekken en
ombuigen in het kmegewricht. Het loopen
zal hierdoor, zoo niet onmogelijk, dan toch
zeer moeilijk worden gemaakt. Een reden
om brandwonden niet op eigen gelegenheid
te kureeren, vooral niet zoo deze een
eenigszins ernstig karakter dragen of zich
in den omtrek van beweeglijke deelen be
vinden.
Brandwonden.
In dit jaargetijde, waarin wij ons van
kunstmatige warmtebronnen bedienen, loo
pen wij uit den aard der zaak nogal eens
de kans brandwonden te krijgen. In 't al
gemeen onderscheiden w(j drie graden van
venbranding.
De le graad kenmerkt zich door een
sterkere roodheid van de huid dan normaal
het geval is, hetgeen door een ruimere toe
voer van het bloed veroorzaakt wordt. De
ONS PLUIMVEE.
Sprokkels uit de practijk.
Hoenderhouders, die het bedrijf oor
deelkundig uitoefenen, hebben van deu
rui der hoenders niets geen hinder, om
de eenvoudige reden, dat zij in het be
drijf geene overjarige hoenders heb
ben, slechts jonge hennen aan o! tegen
den leg, uitsluitend en alleen gehou
den voor de eierproductie gedurende
den eersten leg van die hennen, xno-
dat die dieren dan ook het daarop vol
gend jaar' tegen den ruitijd door af
slachting worden opgeruimd. Aangezien
even voor, gedurende en een tijdlang
na de ruiperiode de eieren schaarscher
dei halve duurder worden, «uiteinde bo
venbedoelde hoenderhouders, dus cells
voordeel van het ruien hebben.
Voor de hoenderfokkers, daareutegeu
vooral ai» het aantal fokdieren groot
ia, is de ruiperiode een tijd van groote
zorg, meerdere verzorging, meer uitga
ven en minder ontvangsten, willen zij
de hoenders zoo goed mogelijk door
den rui helpen. Daarvoor is een dage-
«ijkache toegift noodig van „vet" en
„dierlijk eiwit" waarvoor tal van
voedermiddelen tên dienste staan, be
nevens volop en zoo lang mogelijk
versch groenvoer, terwijl mais een goed
groenvoer is.
Gedurende die periode ral al spoedig
verschil van ruien zijn waar te nemen,
tie dieren, welke langzaam en moeilijk
ruien, moeten goed worden gadegesla
gen, omdat zij vermoedelijk niet als fok
dieren in aanmerking mogen komen en
derhalve bij tijds kunnen -worden op
geruimd door afslachting ha te rijn vet
gemest.
Wanneer dan het gros der hoenders
dooi den rui is, wordt het langzarper-
miui tijd het dagelijksoh| kwantum
1 ruchtvoer droog of nat gegeven
van lieverlede te verminderen^ omdat
de fokdieren in de thans volgende rust
periode alleen op onderhoudsvoer moew
ten worden gesteld. Dat onderhoud!^
vojsr bestaat alleen uit graanvoer
<4rcotendeels onder het strooisel ge
harkt en uit volop groenvoer, dat
den goheelen dag ter boschikking van
de hoenders moet rijn.
Het onthouden van het „tot leggen
prikkelend bijvoer (krachtvoer)'*» ge
schiedt om de legorganen iu de eerst
volgende maanden volstrekte rust te
geven. In die maandeii kunnen die die
ren zich dan geheel horstellen van de
vermoeienissen van het afgeloopen leg-
janr. Honger behoeven rij daarvoor niet
te lijden, aangezien rij volop groenvoer
hebben en steeds groenvoer vinden, ais
zij maar in het strooisel willen schar
relen., wut voor het „in goede conditie
komen" later zeer noodzakelijk is.
Gedurende de rustperiode heelt de
lekker de gelegenheid zijne fokdieren
dagelijks goed waar te nemen. De die
ren welke teekenen geven ongeschikt
voor de fokkerij te zullen worden of te
zijn, worden al dadelijk verwijderd en
door do gebruikelijke afslachting opge
ruimd. De overige fokdieren worden
usu kot eind van den rusttijd stuk voor
«tuk aan den lijve aan een nauwgezet
onderzoek onderworpen, zoodat alleen
de geschikte, liefst nog alleen de meest
geschikte, dieren voor de fokkerij be
houden blijven.
Ook de fokhanen welke van de
hennen gescheiden gehouden worden,
behandele men op dezelfde wijze. Er
wordt wel beweerd, dat dan de hanen
in den rusttijd te vet worden, maar dan
is de behandeling verkeerd of onvol
doend geweeet. Wanneer men „Heeï
Haan" flink in beweging houdt, door
hem voor elk hapje eten te laten wer
ken, dan zal hij volstrekt niet te vet
worden, maar wel in^fltade conditie
komen.
De foktoomen worden ÖM het eind
van de rustperiode uitgefKcht en met
den fokhaan ter bestemde plaatse ge
bracht. Eerst die der zware en middel
zware, later die der lichte en lichtere
rassen. Zij krijgen dan wederom met
v- einig te beginnen dagelijks kracht-
voei, benevens graanvoer nog steeds
;rooten<|eels onder het strooisel ge
harkt, doch nu geen mais- en volop
zcoenvoer.
Wordt op deze wijze gehandeld, dan
éeft de fokker ook alle» gedaan, wat
van hem gevergd kan worden, de klaci|-
'•mi omtrent de kwaliteit (samenstelling)
ier broedeieren zullen dan tot een mi-
.irnum woyden teruggebracht.
DE TAALKUNDIGE.
Het spande al eenigen ttjd tusschen
Snijders en den baas.
Snijders was onze .„jongste" hij
was pas enkele maanden geleden door
den baas aan de bittertafel in dienst
genomen.
Hij had daar, in de soos, zijn ver
baal zitten doen „hoe hij eerst in Bra
bant bakkersknecht was geweest, maar
de e betrekking had hem en zijn. ouders
voor wie hij zorgen moest geen droog
brood opgeleverd.
Toen was hij op de heide gaan ritten
on had een stukje land ontgonnen. Met
z'n handen zei-ie, en hij liet met recht-
matigen trots zijn handen zien die van
bedenkelijke afmetingen waren.
Hij had er een huisje gebouwd en
daar woonden zijn ouders nu in.
En daarop was hij naar den Oost ge
trokken want de Hollandsche heide
is schraal ©n ze levert bij harden ar
beid maar voor weinig monden leef
tocht.
Zöó groen van de boot was'
Snijders met z'n verhaal de plant re-
8009 komen binnen vallen en de
heeren aan de bittertafel hadden de
hoofden geschud.
„Wat daarvan terecht moest komen
ui dezen tijd?"
Maar de baas goedhartig en wei-
gehumeurd - blageur als hij is klop
te den nieuweling op den schonkigen
schouder
„Kom jij maar eens bij ons jong-
mensch en we zullen eens zien of we
geen planter van je kunnen maken.
Den dag daarop stond Snijders in
onze fabriek.
Zooals ik zeide spande het nu al
eenigen fijd.
Snijders was hard van hoofd en zijn
vorderingen op het gebied van de Ma-
Icische taalkunde waren maar zeer mi
nimaal.
„Ik ben hier niet gekomen om talen
te leeren maar om rubber te poten"
placht hij zich te verontschuldigen als
ik toevallig in de fabriek kwam terwijl
hij zijn niet zeer begrijpelijke orders
gaf
En de baas, als ik hem bij het in-
specteeren van den tap tegen het lijf
liep, viel meermalen korzelig uit „hij
leert het nooitme dunkt als ja vier
maanden meeloopt moet je toch iels van
de taal weten."
Dezen morgen was de baas in arren
moede.
We waren er tezamen bij tegenwoor-
aig toen Snijders een koelie betrapte
die de coaguleerbak niet voldoende
schoonmaakte.
Snijders pakte den man bij den arm
en wees met een alleszeggend gebaar
op den onderhavigen bak.
En toen de koelie hem brutaal-vra-
gend bleef aanzien zeide hij sober I
„bikin".
„Ik zeg dat-ie dat moet schoonma
ken" repliceerde Snijders gepikeerd.
„Schoonmaken is bikin bersih" kwaip
de baas ongeduldig „en zeg het nu nojf
eens".
„Kowé bikin bersih" vervolledigde
Snijders.
„Neen" koppigde de baas, „je hoort
te zeggen jij moet schoonmaken. Wat
is moet in het Maleisch
En toen het gelaat van Snijders van
totale onwetendheid getuigde, vervolg
de hij kribbig „het je een woorden
boek
Achter des bazen rug knikte ik snel
van „ja" vreezende dat er een hevige
explosie vólgen zou indien blijken
mocht hetgeen ik wist dat Snij
ders géén woordenboek bezat.
En Snijders den wenk begrijpende
antwoordde hooghartig „ja natuurlijk'
Ga dan opzoeken wat moet ki het
Maleisch is" commandeerde de baas,
thans geheel in de rol van directeur.
Snijders wendde zijn schreden naar
huis, raadpleegde een woordenboek en
kwam triomphantelijk terug.
„En" informeerde de baasf reeds
bij voorbaat.
Maar Snijders met hautain gebaaT
negeerde deze vraag liep den
haas voorbij en zich tot den reealcitran-
ten koelie wendend commandeerde hij
met klem zoo'n allerzotte zin dat de
baas zich met een ruk omdraaide en
met ongewone haast den aftocht blies.
Snijders is nu kok op een vrachtschip
Hij heeft ui ziju planters-carière
leeds spoedig de beenen gebroken over
de taalhindernissen.
VARIA.
Wetenschap in de keuken.
De Franschen hebben altijd gemeend,
dat een goede kok onder de artiaten moet
worden gerangschikt en nu schijnen ze
.hem sella ook by de geleerden te willen
onderbrengen. De ondersecretaris voor
technisch onderwijs in Frankrijk Ia be
schermheer geworden van de vereeniging
voor wetenschappelijke hygiëne van de
voeding. Zoo ts er dan in Frankrijk een
achool opgericht, die door het landsbestuur
bekostigd wordt, tot onderwijs in de hoo
gere kookkunst Of voor het koken van
aardappeleivof het braden van biefstuk een
uitgebreide medisch-chemische opleiding
noodig is, ie wel twijfelachtig; toch zal ten
slotte de chemie moeten uitmaken of voed
sel niet vervalecht is, en de medische we
tenschap moet zeker bepalen, wat voor
eten de zieke noodig heeft.
J De leeraren aan de school zullen de hy
giënische behandeling van het voedsel on
derwijzen, de techniek van het koken en
speciaal het bereiden van gerechten voor
zieken en heratellenden.
Onder de leeraren kranen bekende namen
voor: dr. Hemmerdinger (voor huiae
economie), dr. H. Labbé, een Harfyacb
disch professor en dr. Martel, een veearta-
senijkundig hoogleeraar. Het adres van de
school is Rue Clotilde 2, Pantheon (6e);
het adres van de vereeniging le Rue de
l'Eetufaele 16, Pantheon (6e), alwaar men
zich als leerling kan opgeVen.
(„The Lancet*.)
In 't restaurant.
De hongerige reiziger kwam in het
restaurant en viel aan een tafeltje neer.
Hij klopte, en klopte nog eens.
No vijf minuten kwam er eeiv kellner,
langzaam, naar 'm toé.
„Kellner", zei de hongerige reizi
ger, „ik moet gauw wat eten I Wat
hebben jullie?"
,,'s Kijken", zei de kellner. Hij
sloeg 't menu op en zei „Tong, ge
bakken tong, schol, gebakken schol...."
„Gebakken schol, goed gauw maar
De kellner ging heen en twintig mi
nuten later toen de reiziger half dol
wp.i-, stak-ie z'n hoofd door de deur en
«ei
„Meneer, hebt u schol besteld
i,J«. wat..."
„De schol komt direct, meneer 1"
„Zegriep de reiziger terug.
..7.eg kellner, vertel me een», ik ben
ook visscher, wat gebruiken jullie voor
aas