NIEUWS. EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN‘OMSTREKEN MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx ^■«4 to. 15497 Xns^” i renemin» onz toenenting i de Nfederli •l u>t«C- 1—5 regels DOOR SMART GELOUTERD door HALLIWELL SUTCLIFFE voor Nederland bewerkt door J. P Wees Hink—Van Roeeum ERG AMBACHT, BERKEN WOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, VIERKERK OUDERKERKOUDEWATER, REEÜWUK, SCHOONHOVEN, Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen Zaterdeg ga Wet I>g4 o» de voorpagina 50 booger. Een benauwend probleetyi. 1 INGEZONDEN MEDEDEELÏNGEN. ite fabrieken dat! ons kapitaal-jj HAGENAAR (Wordt vervolgd). bijvoorbeeld j les in naaiei zen korten 1 haakwerk 1—5 regels 1.55, elke regel meer J. DE MOL EN ZOON Turfmarkt 71 - TM. 411 - Bute I llUH- Biulrliiiiii MkI SNTSPRUSt pe 2.90, per week I mwprdSBXJj FEUILLETON, Nadruk verboden kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, njet Zondagsblad I cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt 1.15, met Zondagsblad ƒ8.80. ra aangenomen aan ons Bureau: MARKT 11,-GOUDA, boekhandel en da postkantoren. koopend van 9—5 uur? Administratie Tel. Int 82; lande de |oor de bevolkingstoel -is^jhte fabrieken te kunnen op-’ 500 gulden millioen kapi- m nu ia meD| dien ons volk Neem zulks ongetwijfeld*] In de laatste jaren nam de bevolking tö|r te lande, hóofdzakelijk ten gevolge fvgCn meer geboorten dan sterfgevallen, met mm 100.000 zielen jaarlijks toe. Hoe moeten deze alien een bestaan vin den? Ziedaar eene vraag, Welke ieder met zorg moet vervullen, die het goed met zjjne medeburgers meent Ons land heeft reeds eene veel te talrijke bevoliking in verhou ding tot zijne natuurlijke hulpbronnen. Wie er bij komen, moeten steunen op de natuur lijke hulpbronnen van andere landen. Zulks kan op twee wijzen geschieden. In de eer ste plaats door naar die landen te verhuizen. En in de tweede plaats door te werk te wonden gesteld in de exportindustrie, waar van de producten geruild wonden tegen de landbouwproducten van andere landen. Over de landverhuizing had dezer dagen eene gedachtenwisseling plaats in eene on der leiding van Prof. Dr. W. H. Nolena 'ge houden vergadering van den Nederlandschen WorMoosheidsraad. Hierbij kwam sterk naar voren de meaning, dat «ene belangrijke bestrijding van de werkloosheid door middel van emigratie niet te verwachten was. Dit standpunt wordt door velen gedeeld en verwonderen behoeft ons zulks niet. Er zijn slechts twee landen, iie voor eene eenigszins belangrijke emigratie van Neder- landsche arbeiders in aanmerking kunnen komen, n.L de Vereenigde Staten van Ame rika en Canada. De Vereenigde Staten be perken echter de aanvoer van landverhui zers. Alleen Canada moedigt dien aanvoer aan. Intusschen is van emigratie alleen succes te verwachten voor hen, die met land- bouwarbeid vertrouwd zijn. Dit wil echter nog volstrekt niet zeggen, dat ieder land bouwer of landarbeider van dit succes zeker is. Om zonder middelen zich in een vreemd land eenen weg te banen, vereischt eigen schappen, die lang niet ieder bezit. En wie ze met bezit, blyve liever thuis. Kan emi gratie ons dus niet voldoende helpen, dan blijft er voor het bevolkingsaecres alleen den tweeden uitweg open: te werkstelling in de export-induötrie. Om van dit middel heil te kunnen ver wachten, moeten verschillende voorwaarden vervuld worden. In de eerste plaats moeten er fabrieken worden gesticht. Daarvoor is kapitaal noodig. Prof. Bruins te Rotterdam heeft eemgen tijd geleden becijferd, dat, hier te 1 neming verei richten, jaari taal rrtoet het erfwet over eens, <Mt, doo op te royale^ voet le«ft* vajï kapitaalvor- wU<n^> i g. datloTMj 1rftnit.aa1.il .leem^'dan vermeer den noodlot- groote inkio- rer weid het i|ens op zijde »n goede aan A *4'. «gelegenheid noodzakeiyke kapitaalvorming.’ Tegenwoor dig leggen Staat en gemeente beslag op een zoo aanzienlijk deel der groote inkomens voor doeleinden, die niet tot kapitaalvorming leiden, dat deze laatste (junioor wel in de verdrukking moet komen.' Deze noodlottige werking der hooge belaemgen op inkomens en vermogen wordt nog ivengroot door de hooge successierechten, wfelke een aanzien lijk deel der nalatenschappen aan den Staat doet toevallen. Dit zou nog zoo erg niet zijn misschien, indien de staat zorgde, dat wat hij van het kapitaal nam, ook kapitaal bleef. Dit is echter niet het geval. De Staat gaat de opbrengst der successiebelasting eenvoudig verteren. Als men dit alles bedenkt, behoeft men er zich niet over te verwonderen, dat er tegen woordig meer fabrieken worden afgebroken dan gebouwd. Hiertoe draagt intusschen ook nog eene andere omstandigheid veel bij. Het is niet glleen voldoende, fabrieken op te richten, zy moeten ook rendeeren en daarvoor is nooddg, dat het buitenland de producten wil koopen. De zaak staat eigenlijk aldus. Het buiten land moet ons grondstoffen en levensmidde len zenden. Die grondstoffen moeten wy hier verwerken en de producten daarna weer uitvoeren, om daarmede de ingevoerde grondstoffen en levensmiddelen te betalen. Nu is het gemakkelijk te begrijpen, dat deze ruil alleen mogelyk is, indien dezelfde arbeidsprestatie hier te lande goedkooper is can in de landen, waaruit de grondstoffen en levensmiddelen komen. Anders kan men de bewerking daar goedkooper doen plaats hebben, daar men dan de transportkosten heen en terug uitwint. Ook ligt het voor de hand, dat dezelfde arbeidsprestatie hier niet duurder mag zijn dan in de landen, die als onze concurrenten optreden. Indien deze concurrenten over een aan mineralen rijken bodem beschikken, zul len de loonen hier te lande lager moeten zyn dan in die landen, tenzij onze arbeiders veel meer presteeren dan die in concurree- rende landen, wat wel niet het geval zal zyn. Vóór den oorlog nu waren de loonen hier te lande betrekke! ijk laag. Dit was geheel Zij gaigen samen naar buiten en lie pen de weide over. Een leeuwerik zong in de zon de kortbijen zoemden haar lofliederen het geloei van de goed verzorgde koeien droeg de wind naar hen toe. Alleen de gestalte bij het bek, Gelukkig te worden daarnaar streeft eenieder. Jammer genoeg, wordt bij dat streven dikwijls vergeten gelukkig te zijn. gebogen figuur, zij veèMe'Mt tragische ervan. „Ned,” riep zij, „kijk daarginds I” Hij volgde de richting van haar vin ger en hij zag Joshua Koyd’s teneerge- siagenheal, die hij niet bemerkt had, mm ivc. auora ue gnmw wij um urn, toen hij hem straks bij het hek voorbij- de gestalte van Joahua Royd, gebogen, gegaan was. --- „Het heelt hem verlamd als een be roerte,” zei Hester. „Hij loopt op de boerderij met hangend hoofd rood hij kan niet tegen mij spreken, uit angst dat hij voor het eerst van zijn leven ruw tegen mij zal uitvallen. Hij zal sterven Ned, en wij hebben hem ver moord.” Dit zag Ned ook duidelijk. Een af schuw van zichzelf bekroop hem. „Om zijnentwil, jongen, zal ik met je trouwen,” ging het meisje, na een kor te stilte voort. „Wil je mij hebben, nu je weet, dat ik je niet liefheb „Ik wil je toch hebben, lieve meid en wat liefhebben betreft dat zul je langzamerhand wel loeren. Daar moet je niet te zeker van zijn; maar ik zal het probeeren en ik zal goed voer je zijn, en neen, Ned, je moet mij nu niet kussen. Ik kan nu al leen aan vader denken aan vader, die zijn hart opvreet van ellende, ginds bij het hek. Laten wij het hem gaan vertellen.” Hei te hebben, uien ik zou trouwen. Ik ben slechts een. meisje van het Hoog land, Ned, miaar mijn moeder was van betere afkomst, zooals je wel zult we ten, en misschien zijn de denkbeelden, die ik niet verklaren kan, van haar af komstig. Neen, ik werp op jou geen biaam, Ned. Je bent, zooals God je ge schapen heeft, en wij samen hebben een betreurenswaardige fout begaan. Ga dus mijn jongen, en indien ik zoo even iets leelijks tegen je gezegd heb wel, dat is zoo mijn aard, maar ver geet het dan.” Toen keek zij op en zag even een vochtigen glans in de oogen van Ned O Bracken Clough. Verwijten zouden te dragen geweest zijn, maar niet die be daarde manier, waarop* zij tot hem sprak. Hét was of zij met een soort moederlijke liefde zijn zwakheden be treurde, maar daarom toch niet ver toornd op hem kon zijn, en waarlijk, haar stem riep iets van zijn eigen moe der in Ned’s herinnering terug en daar om stonden hem de tranen in de oogen „Neen, neen zei Hester, met een droevigen lach. „Je hebt weer medelij den met mij en medelijden kwetst mij Ned.” Hij kwam naar haar toe met uitge- strrtte armen. „Hester, Hester I Ik kan heusch niet wmsii 11: omuivr. CKTEKTItrBJJSi ült Gouda whrtrOo» (brtwma ut 4m> rtoeiita aa iagasondan mededelingen btf contract tot zeer gereduoeer- den prtja. GrMfe letten ee randen worden berekend naar plaateratate. Advertentie kunnen worden ingezonden dóór tusechenkmnat van soHedo Boekhnn- dolaren,11 Advertentiebureau! en onna Agenten en moeten daagt vóór de piantttag aan bet Burd» zijn ingekomen, teneinde van,opname veneteerd tetijn. een verwoed verzamelaar van allo» on nog wat dat betrekking had op de stad zijner inwoning. hei< dergeaijk type ueeft misschien den Haag ook wel on- uer zijn burgerij, al kennen wij hem niet, 's Zomers staan ahe H. B. S.’en en Gymnasia twee maanden leeg, een prachtige gelegenheid om ze productief ie maken door het houden van tentoon stellingen. Lx» jaarcijfers waarin altijd min of meet de geschiedenis van een stad komt vast te liggen zijn over 1923 in de residentie niet ongunstig. Achteruit gang is er niet noemenswaard, vooruit gang echter evenmin. De toeneming! der bevolking is dit jaar grooter dan verle den jaar, afgezien van de annexatie van I.oosduinen. Thans telt den Haag 882% duizend zielen. Binnen 2 4 3 jaar tal het 400ste duizendtal bereikt zijn. Eeni- germatte typéerend voor den minder gunetigen toestand is het gedaalde cijfer der geeloton huwelijken. Dat is met een 10 verminderd en hieruit blijkt dal vooral voor de jongeren en onge- huwden de toestand niet alleen ongun stig maar ook min of meer onbetrouw baar is te achten. Andere cijfers die den toestand kun nen typeeren zijn bijvoorbeeld die Van de spaarbanken en de banken van lee ring. Ook die cijfers zijn niet ongun stig en niet veel varieerend van het vo rige jaar. Er is eer een kleine vooruit gang te constateeren dan een achteruit gang De Arbeidsbeurs, een derde oon- trole-meter op de welvaart geelt min der gunstige cijfers het aantal inge schrevene is tien procent hooger, maar gelukkig vertoont ook het cijfer der aanvragen van petroons een stijging. Tenslotte is het aantal faillissementen nogal erg gestegen, n.l. van 486 op o67. Alles te same*! is er dus rede tot te vredenheid al zagen wij natuurlijk de cijfers liever beter, maar gelet op de algemeene malaise is er reden om te vreden te zijn en wanneer we nog even de laatste maanden van 1928 vergelij ken met de eerste is er zelfs reden tot eenig optimisme omdat er een stijgende tendenz in de cijfers valt waar te ne- wen. Misschien gaan we dus weer lang zaam den berg op, dien wij In de laat ste jaren met toenemende snelheid wa ren afgëdaald Zekerheid is er niet maai een beetje geloof en vertrouwen kun geen kwaad doen. zoo niet gebroken, die gestalte was niet in overeenstemming met den dag. Hij lichtte zijn oogen op, toen het paar naar hem afdaalde hij scheen zich verbaasd iff te vragen, wat men van hem wonschte. „Ik wil Heater trouwen, soodra de dominee zijn toestemming geeft,” zei Ned O’Bracken Clough. De oude man staarde hem vaag aan, o» hij niets gehoord had. Toen „Zeg dat nog eens, Ned aeg het nog eens,” mompelde hij. „Hester wil met mij trouwen.” Joahua was nu wakker en hij hield Hester's arm stijf vast. „Zeg het hem, mold I” schreeuwde hij. „Ja, jij moet het hem zeggen, want ik wil het niet. Lnat hij je trouwe^,, als hij wil, maar niet, terwijl hij denkt, dat je een fat soenlijke meid bent Het meisje haalde diep adem en Ned keek haar hulpeloos aan. Daarop had den zij niet gerekend. Minii rede te sterke 1 98) - Na eenigen tijd «toud het meisje weer on. „Ned”, zei zij, en haar stem klank keud en zonder hartstocht, „het is vreemd, dat mannen vrij zijn te komen en te gaan, vandaag hier en morgen daar. Vrouwen zijn zoo niet. Het is eehter nog vreemder, dat dezulken als ik zwak tegenover je geweest zijn. Ik denk, dat de eWen mij eens ’s nachts ge kost hebben.” „Maar kind, wat scheelt je? Als ik je liefheb en jij gaat met me trouwen, waarover moét je dan neg treuren „HeMs medelijden, Ned, geen liefde, »'bt je nu geyoelt -- daarenboven, ik heb je nietrlief.” ,’.Hèb je mij niet Héf heb je mij niét Hef, Hester?” „Niet, zootils ik eens dacht den man rnaeo p«r M< AbraomeU. m oom »gw« On» bur#*i Redactie Tel-ïp- DitTuïnraer Msthat uit twee Wl -4-er. m EERSTE BLAD. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCCIV. Nauwelijks is de waterkoude wat van de luont of de tentoonstellingen ko men los. Pas hebben wij hei edele ge slacht der katten geëxposeerd of een groote zaal wordt gene4 gevuld met verleidelijke stands waarfh alles wat den inwendigen mensch kan versterken oi streelen ten toon gesteld wordt. Wat een heerlijkheden zijn daar bijeen ge bracht en wat kunnen zij daar smüllen die de moeite nemen maar lang genoeg in het gedrang te staan om voor de proef-bedeeling aan de beurt te komen. Booze tongen beweren, dat er dames zijn, heusche echte dames, die al haar best doen om dikwijls te genieten en dus grondig kennis te maken met de sebatten van kook- en bak en braad- lumst, vaker zelfs dan voor een gunsti ge kennismaking wel noodig is, maar dat zijn van die snoode verdachtmakin gen, die alleen maar de reputatie der Haagsche dames kunnen bederven. Natuurlijk is er veel te ieeren op de ze tentoonstellingen, zoowel van die der geachte poesen als van die der voeding. En Ieeren willen wij allen altijd graag. Er is maar één bezwaar er valt te veel te Ieeren en daarom blijft de ken nis te veel aan de oppervlakte Kan men die tentoonstellingen nu eetis niet op kleiner schaal opzetten. Als je er (hans een kijkje gaat nemen wordt je haast tureluursch van de overstolpende hoeveelheid on zak je ten slotte door je knieën van moeheid door het slente ren in de volte. Enfin ieder zijn meug, zullen we maar vertier leven, als jij niet bij mij wilt komen.” Haar bui veranderde weer in ruw heid, plotseling, zonder aanleiding. Zij <eif kon d.e hartstochten en kalmten en niaalstroomen, die afwisselend haar stemming beheerschien, niet verklaren. Zoo zij Ned genoeg bemind had, zou er voor haar in deze nieuwe overgave geen moeilijkheid geweest zijn, maar plotseling kwam de gedachte aan Griff bij haar boven aan Griff, met zijn rustige, grijze oogen Griff, met zijn kracht om nog anderen te geven van moeilijk gewonnen zielesterkte. Hester bedekte haar oogen en kreunde zij was nu in het kille land, dat de men schep noemen „Wat had kunnen zijn”, en het scheen haar in dat ongelukkige oogenblik het land, dat in de dorre na bijheid der Hellepoorten lag. „Ik leer al, Hester,” zei Ned nede rig. „Ik leer al meer, dan ik ooit dacht te Ieeren. Vertrouw op mij, meid en je zult geen berouw hebben.” Zij keek naar het zonnige raam, dat op het zuiden lag. met zijn rij gerani ums, schelrood boven het donkerrood van haar potten, en plotseling zagen haar oogen haar vader, die, net als Ned hem een poos geleden gevonden had, nog leunde over het hek van Low Meal dow. Zij zag de vermoeidheid van die overeenkomstig de natuurHjkê amstandig- J tyxien, waaronder wij) verkèsren. Rn dank zy ldeze lage joonen ken onzé exjaort-jnidustrie Loncurreerón. Sedert?den oorlog ztfn de loo chen hier op een hooger pèil gekomen. Dit Ijiou gejbkkig zijn, indien- dó nieuwe toestand «houdbaar wa& Hy ia dit( echter niet. Het ><xxlz^këBjk gevolg ia weridooahrid. Ten ia er nog eene moeilijkheid. Versdnliende landen streven er naar, zich zooveel fcogelyk zelf te voorazen. Met name zulks »et geval met de Vóreenigde Staten. Hoe meer dit streven toeneemt, hoe mpeilij- ker het voor onze bevolking wondt, werk te vinden. (Landen, die een dunne bevolking hebben ah een bodem, weljce vruchtbaar is en rjjk aan mineralen, hebben andere landen niet noodig. Landen als heb onze met te veel menechen in verhouding tot de natuur lijke hulpbronnen staan er echter andere voor. Zjj kunnen hunne bevolking niet voe den, indien de eerstgenoemde landen niet tot ruil genegen zijn. Dit alles overwegende moet men Minister Coljjn wel geljjk geven, al» hjj het probleem van den bevolkingsaanwas benauwend roemt. ’hoeft ib zijne bekeride 'pok rttigeataan byikle ;pr bevolkii^g. Hjj hodm- Het benauwendste Wv- Mdsche economie. 8 Sn iet ten onrechte, t *1 j deuken. Op jie voedingslentoonstelling vnll anders Wel heel wat te zien dat de moeite waórd is, al is er veel dat al eerder werd vertoond. De huisvrouwen zijn tegenwoordig zeer door de organi- satiezucht maygegrepen zij hebben haar vak-vereeniging, die, als je de or ganen ervanTfeeregeld leest, lang niet maltioh is. In één daarvan vonden we jben juffrouw gevraagd voor wil en als eisch werd in de- vprm dit gesteld „een, die --jeh de meisjes staat”. Een modern model Kenau dus, die voor geen klein gerucht vervaard is. hot is waarhjK een goéd ding dat de uyumoederö eens samenspannen want zi| heotrén allerlei gemeenscuiappelijKe oeiangen. Mei succes bestrijden zij nu en aan ae auurte. Zij laten zich voor nemen over de grootnandeisprijzen en nomen er zoo wel a enter wat zij te veel betalen. Ook deze tentoonstellingen ais die over de Voeding en Van de bioabo ieeren misschien veel. De huisnoud- stholen hebben veel goed gedaan maar net staat nog niet geneel vast dat alle gedipdomeeraen de beste huuis vrouw en zijn of worden. Van tentoonstellingen gesproken, het gerucht gaat dat we uit jaar wederom .wee Komngen of misschien cells twee Koningsparen op zicht krijgen. Men re kent ai stellig op het Engelschc. De tocht die Prins Hendrik door Spanje maakt, wekt het vermoeden dat ook het Spaansche spoedig zat komen. Ons best, wij zijn uen öU-jarigen oorlog geheel vergeten en wij wuien den bpaansenen nonmg ook wel eens in levende lijve zien. Wiet weet walleen genoeglijke baas het is. Het is nu maar te hopeo uai het reis- eu kijapian voor deze gas ten in Nederland eens met Wat meer taient wordt opgesteld dan dat van den Noorschen- en Zweedschen Konuig, met wie in vliegende vaart van 't een naar 't anuer weruen gegaloppeerd en voor welke tochten steeds de meest zonder linge uren werden/ uitgekozen. Meer vindingrijkheid in het bedenken van aangename afwisseling, die tevens iels jud-Hollandsch is wenschen wij de re gisseurs van deze reizen gaarne toé. Andere tentoonstellingen hebben wij \ooi den aanstaanden zomer nog niet aungekoudigd, gezien. Die van het Haag sche meisje gaat gelukkig niet door gelukkig niet want hetgeen daaromtrent van de plannen werd meegedeeld, kan ons maar matigjes bekoren. Zonderling is het dat de Haagsche musea nooit eens iets van zich latjen zien. En de vele Haagsche archieven I Daarin ware toch gewichtelijk heel wat interessants uit de historie van den Haag bijéén te garen, genoeg om eeh* leerrijke tentoonstelling te formeeren. Amsterdam heeft het voorrecht éen man te bezitten die vroeger herhaaldelijk tentoonstellingen op allerlei gebied or ganiseerde. Het wqs de heer Hartkamp, gevormd. voet le«rftt ming weinig Sprake bezit vermoedelyk eer kfne oert. Inzonderheid wericèn in <i tig de hooge belastingen ,op mens en vermogens. Vroej grootste deel van deze inkom gelegd en kwam zoodoende ti de voor de uitbreiding der wer

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1