NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU
WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN. OTOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx
ÜO.ISB03
Zaterdag 29 Maart 1924
82» Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
S
DOOR SMART GELOUTERD
door HALLIWELL SUTCLIFFE
voor Nederland bewerkt door
.1. P. We»aelink—Van Rossum
Nadruk verboden
f275
1NGEZ0NDBN MEDEDBEL1NGBN.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
vin
Mr, K.
ia moois
■ins*rls8.
rtsisal
•32 444
oliën
9-11 it.
Uw als
ité'aau.
37.50 i
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 7» - Tal. «II - laait
Huru- h Diaidluiiii
naar mmnbs. 304*
r «erge
ring e»
rKBM.
HIJ, die 't meest aan zichzelf denkt,
wordt het spoedigst vergeten.
FEUILLETON.
meente bestuur dóet zulks en het gaf de
zer dagen cijfers die zjjn in die rich
ting moet aanwijzer:. De cijfers betroffen
het aantal personen dat in gemeentedienst
is en dat sedert 1 Januari 1921 aan het
dalen is. We zullen den lezer niet met deze
cijfers lastig vallen. Sedert dien datum
«laaide het aantal ambtenaren met... vier
procent, het aantal werklieden met nog
géén zeven procent. Veel heeft dat nog niet
te beduiden als men er bjj in aanmerking
néémt dat het over drie Jaar gaat. Er blijkt
«lat de 7300 personen in gemeentedienst
met 400 zijn verminderd, ongeveer dus 5H
pet, per jaar dus twee procent. Dit bewast
dat men nog steeds nieuwe krachten aan
stelt, want het normale verloop is heusch
meer dan twee procent per jaar.
Enfin het daalt en dat is al een geluk
kig verschijnsel, want tot 1921 heeft het
niet anders gedaan dan stijgen. Maar het
moet nog veel meer dalen. Uit deze cijfers
blijkt ook wat een dure geschiedenis het
gemepntepersoneel is. Een gemeentewerk
man verdient gemiddeld 39.25 per week
en jaarlijks wordt alleen aan ziektedagen
ruim zeven ton uitbetaald. Op 100 arbeids
dagen zijn er bij de ambtenaren 4, de werk
lieden 5, brandweer en politie 6 ziekteda
gen. Dat is heel veel. Weer leeren de cij
fers dat de vrouwen meer ziek zjjn dan
de mannen.
Ut dut alles zullen wij geen verdere con
clusies trekken dan alleen deze, dat een
doorgaande vermindering van het gemeen-
tepersoneel een dringende eisch is. Geluk
kig wordt het streven naar beperking van
den overheidsdienst steeds krachtiger, al
zal het moeilijk zjjn eindelijk aan de over
heidsbemoeiing groote gedeelten te ont
trekken omdat nu eenmaal ieder deel zijn
gewapende pleitbezorgers heeft. In hoe
verre het mogelijk is de diensten zelf te
vereenvoudigen, is moeilijk te beslissen. In
den loop der jaren heeft de administra
tieve dienst zich vastgewerkt in een om-
slachtigen sleurgang waaruit hij weer moei
lijk is los te maken. Wij hebben tal van
malen de gelegenheid gehad van nabjj de
werkmethode gade te slaan en het U o»8
altijd gebleken dat alleen een grondige
herziening vereenvoudiging kan brengen.
De hoofdfout van alle overheidsbehoer ligt
in het gemis aan beslissingsrecht bjj één
persoon. Eén persoon beslist nooit over
iets hoe kledn, hoe simpel ook. Er zijn er
altijd vele die medezeggenschap hebben;
die hun adviezen hebben uit te brengen en
dit is de bron van den tragen gang van
aaken en van den omslag. Een particulier
is er aan gewend om zich even met een
geval bezig te houden, het te bezien en te
overwegen en dan valt onmiddelljjk de be
slissing. In de ambtenaarswereld gaat het
zóó, dat de één aangeeft hoe er beslist zou
kunnen worden, de ander aangeeft hoe er
misschien behoorde beslist te worden, de
derde hoe er waarschijnlijk beslist zal wor
den, de vierde hoe hij denkt te zullen be-
ADVERTENTIEPK1JS: Uit Gouda an omstreken (beboerende tot dra besorgkring)»
1—6 regels 1.30, elke regel meer /0J6. Van halten Gouda ra dan beaorgkringi
1—6 regels 1.56, elke regel meer 0.80. Advertratita in het Zaterdagnummer S0 94
bijslag op dra prijs. IJefdadigheids-advertantÜin de helft van dra prijs.
INGEZONDEN MEDEDEKUNÜKN: 1—4 regels ƒ1.06, elke regel mssr ƒ0.60. Op
de voorpagina 50 hoogt.
Gewone advertrauta ra ingezonden mededoelingra bjj contract tot zoor geredneeer-
(ira prys. Groote letters ra randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiin kunnen worden ingezonden door tusecheakomst van sollode Boekhan
delaren, Advertentiebureau! ra onze Agenten en moeten daags vóór do plaatsing
*ra het Bureau sjjn iagskooMn, teneinde van opname verzekerd te rijn.
is nog hot verbiuik van b.v. steenkolen,
petroleum, ijzer, koper, zink, suiker enz.
buitengewoon gestegen. Terwijl die stij
ging tot aan het midden der 19e eeuw nog
ongeveer, gelijken tred hield met de be-
voikingstoename, treedt tusschen 1860 en
1890 een merkbare versnelling van het ver
bruik in, welke na 1800 en reeds geruimen
tjj.d voor het uitbreken van den oorlog tot
een onrustbarende hoogte was gestegen en
ook nu nog steeds stijgende is. Berekent
men de tijdsintervallen, waarin gedurende
de opeenvolgende jasen dat verbruik ei
kens verdubbeld werd, dan blijken deze
tijdsruimten na 1870 voortdurend korter
te zijn ‘gewonden.
Thans wordt b.v. het steenkoolverbruik
bijna in elke 17 jaren verdubbeld, voor
ijzer en tin geschiedt dit in ongeveer U>,
voor koper en zink in elke 12, voor petro
leum in elke 10, voor kali en fosfaten in
elke 7 en voor het aluminium zelfs in olke
4 jaren. Er Is door tal van deskundigen al
meermalen op gewezen, dat, indien die
snelheid van verbruikstoename blijft aan
houden, hfüt verbruik binnen een eeuw tot
zulke absurd hooge bedragen zal zijn ge
stegen, «lat deze voor vele dier grondstof
fen de nog op aarde aanwezige hoeveel
heden ervan verre zouden overtreffen. In
honderd jaren zal dan voor de steenkool
het verbruik tot het SOvoudige, voor koper
en zink tot het 360-voudlge en voor petro
leum zelfs tot het 1000-voudige bedrag van
thans gestegen zijn. Maar van enkele dier
grondstoffen, zooole tin en petroleum, zul
len allang voor dien tijd alle op aarde be
schikbare voorraden»uitgeput zijn, en voor
vele andere zal men de grens der nog op
rendabele wijze ontginbare hoeveelheden
reeds angstwekkend dicht genaderd zjjn.
Nu is het wel waarschijnlijk, dat de toe
name van het verbruik niet altijd in zulk
snel tempo zaj blijven gaan, zoodat we
nog niet behoeven te vreezen over 60 jaar
geen druppel petroleum meer te kunnen
winnen. Mor niettemin blijft het duidelijk
dat, zelfs wanneer men er in mocht slagen
nu en «tan nieuwe bronnen en lagen te ont
dekken en aan te boren, toch het verbruik
van tegenwoordig de voorraden te eenige?
tijd, en binnen niet te langen tijd moet uit
putten, waar van de verbruikte hoeveelhe
den verreweg het grootste deel absoluut
verloren gaat, zoodat b.v. van het platina
66 der geproduceerde hoeveelheid totaal
verdwijnt. Wil men dus de toekomst der
menschheid zoo goed moge!ijk verzekeren
en haar voor een terugval in een logeren
beschavingstoestand zoo lang mogelijk
trachten te bewaren, dan zal men zich met
de vraag, hoe de gevolgen tier uitputting
van de grondstoffen en zoo mogeljjk ook
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, por wrak 17 crat, mot Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT >1, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, dra boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int 32;
Redactie Tel. 545.
De uitputting van de kracht
bronnen der aarde.
De vorm, die óns leven, het leven der
menschheid aanneemt, wordt, dat is dui
delijk, in laatste instantie bepaald door
wat ons de aarde ter beschikking stelt en
het gebnyik, dat wij ervan weten te ma
ken. Tusschen den tijd, toen we ons met
steen moesten behelpen, de stof, die de
buitenste amkleeding van de aarde ons als
van zelf aanbood, om er onze wapenen en
gebruiksvoorwerpen uit te fabriceeren, tot
onzen tijd met zijn tal van meéalen, rijn
steenkolen en petroleum, zjjn kali, salpe
ter en fosfaten als bemestingssitoffen ligt
de beschavingsgeschiedenis der mensch-
heid. En dit feit teekent ons het buiten
gewone belang, dat de voortdurende be
schikking over al deze voor ons tegenwoor
dig leven onontbeerlijk geworden grond
stoffen voor de toekomst der menscbhejd
heeft. Wanneer we ons maar een oogenblik
diriddyk trachten voor te stellen dat wy geen
ijzer, geen koper, geen steenkolen, geen
petroleum meer bezaten, zal het ons dui
delijk «’órden, dat daarmee langzamerhand
onze cultuurtoestand een absolute wijziging
zou ondergaan. En die wijzigingen zouden
in de richting gaan van verarming, van
verval. Een geheel andere maatschappelijke
orde zou voor de thans bestaande moéten
plaats maken. En ons geestelijk leven zou
er den noodlottigen invloed van moeten
ondervinden. Het behoud der bestaande
grondstoffen is dus voor de toekomst der
menschheid van hét hoogste belang. We
kannen niet redeneeren, dat het onzen tijd
wel zal ülthouden. We zijn ook verantwoor
delijk voor de toekomst van ons geslacht.
En we hebben ons dus, zoo we die ver
antwoordelijkheid voelen, af te vragen, of
ook dit nog de beschikking zal hebben over
«te stoffen, die voor ons leven in den te-
genwoordjgen vorm onontbeerlijk zijn en
zoo daarvoor gevaar bestaat, hoe we dat
gevaar nog het beate kunnen keeren.
Want het geVaar bestaat. De rijkdom
van den bodem is niét onuitputtelijk, als
■we allicht geneigd zouden zijn te denken.
Integendeel we zijn door het overmatig
gebruik, dat we van de schatten der aarde
maken, hard bezig, die rijkdommen uit te
putten. Want dit gebruik is de laatste ja
ren enorm toegenomen. De aanwas vooral
der blanke bevolking, die de Westersche
cultuur draagt, gaat ongetwijfeld veel snel
ler dan vroeger. Maar ook wanneer men
deze snellere aanwas in aanmerking neemt
M vHaHnkn.
|..r (mail.,
RMEULES
•lafoon 717»
122 10
rijn woorden telkens weer herhaalde,
a Lof ze een trouwe echo waren van de
werkelijkheid werd een marteling voor
Neil Netheiciiir Het was aandoénlijk
om Trash aan (ie zijde van riju meester
te zien liggen, hem van tijd tot tijd het
gelaat likkend en zachtjes klagend hui
len. Juist, zooals hij naast Nell gelegen
had, toen zij ziek was want ofschoon
*3 rash een dood lichaam haatte, bezat
hij niet den menschelijken schrik voor
een ziekbed, een afschuw, die verwant
is aan onze vrees voor eigen leed.
En zoo ging de avond voorbij, terwijl
Griff beurtelings1 dommelde en ijlde.
Reddhiough had gewild, dat de vrouw
zou trachten een beetje te gaan slapen,
manr daar wilde ze niets van weten.
De eenige vreugde, die ze kende, was
om te waken en af te wachten en half
vergeten gebeden te prevelen. Tegen
drie uur ’s morgens raakte Reddhiough
even haar arm aan doch ze sliep niet,
n-aar haar negen waren gesloten en ze
wandelde in gedachten over de heide
velden, waar zij en Griff samen geloo-
pen hadden.
„Wat is er Is hij erger vroeg ze
opspringend. 4s
„Neen; het gaat beter.”
Er was nu geen ruwheid meer in de
manieren van den dokter.
„Zal hij blijven leven Ik heb het
al gezegd o, ik heb het al gezegd,
dat hij zou leven.”
„Hij kan blijven leven. Het scheen
eerst, of er heelemaal geen kam op
was, maar hij is altijd een jonken ge
bouw werkzaam, elkaar lange brieven
schrijven; het ia niets vreemd» dat twee
personen in dezelfde kamer gexsten met
elkaar corrospondeeren, ra het ia hraaeh
geen uitzondering, dat iemand in zijn één*
kwaliteit epirtel» zendt ara zichzelf in aan
andere kwaliteit. Dat alles dient slechte
om goed vaat te leggen hoe het verloop
geweest en dat alle» is het be wij»-materiaal
voor later als het noodig mocht zijn.
Mondeling afdoen van zaken, beslissings
recht door één persoon, onmiddellijk han
delen, dat zjjn de groote voordeelra van
het particulier initiatief en daarin zal de
overheid altijd een mijl achter blijven. Of
het mogeljjk is de overiieidaorgantaatte zóó
te wijzigen dat z(j meer naderde tot die
der particuliere kunnen wjj niet uitmakra,
maar dat alleen dan de overheid anei, goed
koop en ook goed, wellicht beter dan na,
zal handelen is buiten kjjf.
Men ziet het getob met de exploitatie
van de Schouwburg die als een staaltje van
overhakisonmacht kan gelden. Er is nu
weer een nieuwe beslissing genomen maar
ooo krom, zoo onhandig dat de allerdom
ste zakémnan er niet toe zou kunnen ko
men. Het is dat tweeslachtige stelsel waar
in eensdeels rekening wordt gehoudep met
het mercantile, anderdeels met het artis
tieke en verder nog met de gevoeligheden
van alle politieke en religieuse partijen.
Het is te begrijpen dat daar op den dunt
niets van terecht komt. Men heeft al on
geveer alle stelsel» geprobeerd dis er te
verxinnen zijn en zjj zjjn alle mislukt, af.
gestuit als ze zjjn op de drie fouten, die
wjj zooeven hebben opgenoemd als de drie
typische gebreken van de oveAeidebe-
moeiing. Er ia bijvoorbeeld een commissie
«eest, die andere deed dan men van
hem verwacht had. Er drukt nog alechte
een groote last op hem,” voegde hij er
bij terwijl hij haar ultvorschend aan-
st-arde „maar ik geloof, dat er een
groot geluk over hem gekomen is, wat
zijn behoud zal zijn Als hij dat niet
had gehad, zou hij zeker gestorven zijn;
er is een onzichtbare kracht, die hem
door het ergste oogenbtik heen heeft
geholpen.”
Nell’s oogen, schitterend door de tra
nen, blikten geheel tot den dokter op.
Hij had haar in die enkele woorden
gezegd, dat zij het was, die Griff kracht
had gegeven, toen hij zelf niet meer
bezat. En die gedachte klonk ah mu
ziek in haar hart.
„TT hebt gelijk, dokter,” antwoordde
ze, nauwelijks bewust van hetgeen ze
zei. „Hij heeft een groot geluk, dat
hem er door heen zal helpen.”
Reddhiough knikte levendig. Hij hield
van deze vrouw, wie ze ook zijn mocht,
en waardoor ze ook daar was gekomen.
Kuren zou ze wel hebben, besloot hij,
omdat ze nu eenmaal een vrouw was,
maar vannacht was zij oprecht, eerlijk
en gevoelig genoeg.
„Geef me een snede brood met kaas
of zooiets”, fluisterde hij plotseling. „Ik
heb sinds ghler twaalfuur niets meer
gehad.”
Ze maakte een maal gereed, zwijgend
en handig, zoodat Reddhiough zich
steeds aseer verwooderdet over haar
kennis van heksen een man noodig
hoeft, toen ze rum en warm water klaar
104)
Terwijl zfij sprak, had Griff rich be
wogen en draaide zich om, waarna hij
eerst naar Nell en toen naar Reddhi
ough staafde, dien hij aankeek met een
vasten blik van herkenning. Voor een
oogenblik brandde de koorts minder
hevig in zijn oogen en zijn stem was
niet langer luid, maar zwak.
,;Daar lig ik nu, Reddhiough”, aei
hij „Het kreeg mij juist een paar maan
den te vroeg te pakken ik had nog
slechts een paa- maanden noodig om
mijn taak te voleindigen en Reddhi
ough dit heeft niets te'beteekenen.
ik kan morgen wel weer opstaan. Het
moet gedaan worden. O God, heb toch
genade, daar ia die molensteen weer
om mijn nek. en geen spade of houweel
kin hem er af krijgen.”
Het vleugje bewustzijn was weer
voorbijen weer doorliep hij dien cir-
kel van al zijn hopen en vreeaen uit
aen laatsten tijd rijn pogingen om te
voleindigen, wat nog gedaan moest wor
den. De nauwkeurigheid, waarmee hij
wGod heb medelijden, het Is de Wind
van den Jager! Dat voorspelt de dood”.
Haar kracht om te helpen was voor
oen oogenblik gebroken. Ze had sinds
haar kindsheid de legende van den
Jager gekend en Grift had het oude ge-
teol in het bovetuialuurlijke nog ai haar
helpen bevestigen.
„Niet van zijn dood,” zei Reddhiough
Het scheen, dat deze vrouw toch haar
kuren bezat „la hij dan de eenige zie
ke man In hel veen
„Neen, neen,” stemde Nell toe, zich
vastklampeude aan de hoop bet liet
haar onverschillig wie er ook ging ster
ven, als Orifj slechts gered werd. „Na
tuurlijk Is het niet voor hem, hoe zou
*t ook kunnen?”
Intusschen was Oriff wakker gewor
den. Ook Trash. Beiden keken angstig
nas - het raam en Trash trilde over zijn
lenen, Grift draaide zich langzaam om
en evenals te voren keek hij Reddhi-
ovgh met eon ernstig onderzoekenden
blik aan.
..Heb je hom gehoord, Reddhiough?
’t I» een verre kreet van WyecolJar
naar Lostwithens, maar de „Jager”
kent hem wol. Trash heeft hem ook ge
hoordWel-u, ik moet sterven, dat is
al maar wat zal er nu van mijn ont
ginningen daarginds worden? Reddhi
ough, ze hadden ’t me eerst moeten la
ten voleindigen.”
(Wordt vervolgd).
alissen, era. en al» eindelijk de vierde ont
werpen heeft wat h|j denkt dat het basta
i», dan daalt het voorrtel weer van vier
naai* drie, van drie naar twee, van twee
naar één. Den begint één weer ra einde
lijk als het dan bij vier genaderd 1», is er
kans dat men gemeenschappelijk tot een
beslissing komt. Men is in ambtenaarskrin
gen waar men too graag over verantwoor-
delijkheid spreekt, voor niet* too doodsbe
nauwd dan voor de mogolütahekd, dat men
ooit verantwoordelijk tou worden gesteld
als de be»lia»ing eens bleek verkeerd te
xün.
Een onmiddellijk gevolg van desen
gansch verworden toestand Is ook het
eeuwige geschrijf. Het is een doodgewoon
geval dat twee personen in hetaelfdo g«-
fi(IUDSI'HE LfllKlNT.
die uitputting zélve te voorkomen, ernstig
hebben bezig te houden.
Dit vooritomen kan geschieden, wat dc
uitputting zelve betreft, door verminderd
verbi-uik en beter gebruik van de afval
producten en wat de gevolgen aangaat
door vervanging van onmisbare grondstel
len, waarvan de beschikbare hoeveelheden
uitgeput dreigen te raken door heel andere,
die even goed of nog beter aan de gestelde
doeleinden beantwoorden. Maar voor de
toepassing van a'Me deze drie middelen heb
ben we de hulp dér natuurwetenschappen
noodig, want ook vermindering van het
gebruik is alleen mogeljjk door intensie
ver gebruik. Die hulp wordt trouwens reed»
geboden en wed in alle drie richtingen. De
chemische industrie bjjv. js er reeds in ge
slaagd een aantal procédé’» te schoppen,
waardoor aan de dreigende tekorten aan
stikrtofvenbindingen, voor den landbouw
onmftbaar, het hoofd geboden zal kunnen
worden. En de vervanging van het Ijzer
als constructie materiaal door aluminium in
veel gevallen, de veelvuldige toepassingen
van het glas en het aardewerk in gevallen,
waarin men vroeger metaal bezigde, het
gebruik van portlant-cement, beton, enz.,
zjjn als duidelijke pogdngen te beschouwen
om voor de grondstoffen, die op den duur
dreigen op te raken, andere in de plaats te
vinden. Ook het doelmatiger gebruik van
tal van afvalproducten wijst in die rich
ting. Maar waar deze vervanging zoowel
als de besparing en doelmatiger toepas
sing het resultaat is vra^wetenschapprijjlcc
onderzoekingen, is daarmee het buitenge
wone belang van het laboratorium- en het
algemeen wetenschappelijk ondersoek voor
de toekomst der menschheid aangetoond.
Vooral in dezen tijd, nu men in zjjn drang
naar bezuiniging voor niet onmiddelljjke
productieve werkzaamheden nauwelijks nog
geld over heeft, mag daaraan wel eens ge
dacht worden. De wetenschap en haar* on
derzoekingen zjjn het, die «ie menschheid
ook dit over haar toekomst beslissend pro
bleem kunnen helpen oplossen. En regee-
ringen én particulieren zullen dus goed en
verstandig doen aan deze wetenschap de
middelen te verschaffen, die zU dnarto*'
noodig heeft en niet in verkeer<| begrepen
zuinigheid te beknibbelen op uitgaven, die
voor wcrtenschappelyke ondeizoekingen on
vermijdelijk zyn.
Lette bij het eenvoudige gastmaal. Hij
schonk zich een beker in, dronk hem
leeg en vulde hem weer, alvoren» te
gaan eten want het hield zijn moeheid
in bedwang en een borrel, die een an
der man slaperig gemaakt zou hebben,
had op zulke tijden een stalenden in
vloed op Reddhiough.
De nacht ging voorbij, tot het koude
uur kwam, dat het aanbroken van den
dag ^<enmerkt. Griff sliep schijnbaar
rustig. Trash lag naast hem en trok van
lijd tot tijd met zijn harige ooren, wan.
neer een of andere handeling hem in
zijn droomen stoorde.
,.Hoop niet te vlug,” «ei Reddhiough,
zelf een weinig onder den invloed van
dit akeligste uur van den geheelen
nacht. „Hij verlaat zich enkel op die
andere kracht, zooals ik u al zei. Het
ijlen zal terugkomen en rich weer her
halen maar als hij de volgende vier
en twintig uur doorworstelt, dan is hij
zoo goed alf* gered.”
Nell wilde hem juist antwoorden, en
hem de verzekering geven van de on-
wiikbaarheid van die andere kracht,
die haar kracht was, toen ze plotseling
recht overeind in haar stoel ging ritten
en de gladde eiken armleuningen om
klemde en haar hoofd naar het westen
wendde.
Uit de rust daarbuiten, uit de diepte
van de stilte van den dageraad, kwam
een stormwind, hevig en wild, alsof hij
door iet» schrikwekkends voortgejaagd
werd én lijn achterhoede bij de vlueht
in de klem maakte.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCCV.
Alle overheidslichamen sloven zich uit
om de uiterste zuinigheid te betrachten en
zjj trachten dat nu en dan eens den volke
te verkondigen. Zelfs het Haagsche ge
lig. M
uw Mrga
16 jr.