FHEE 's Ar 1. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEl STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. No. 15509 Zaterdag 5 April 1924 62*Jaargang OUDEWATER, REEUWIJK. SCHOONHOVEN, Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen EERSTE BLAD. agd )ns. Gouda. door smart gelouterd ïn. -s gebruik uw elpen u niet en probeer nu eens niet en? Immers WERKERK OUDERKERK •f i Dit nummer bestaat uit twee bladen. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN. 917 22 Mr. K. FEUILLETON. dat daar m Ha*<. (Wordt vervolgd). 898 20 Van verbitterde vijanden trekt meer voordeel dan van vleiende vrienden. beide paar jaar schiet deze winkelier diode Boekhan- r de plaatsing 915 aan het 20 'wilde laten scheen, of „Hij is geen dominé", de hemel zij geprezen, Voor velen is men 't best, door ’t ganschelyk niet te wezen” 18 ao Jem. cond. door HALL1WELL SUTCLIFFE voor Nederland bewerkt door J- P. WesselinkVan Rossum Nadruk verboden J. DE MOL EN ZOON Turfmarkt 75 - Tai. 411 - Gouda Ebbibd- u OimBsklaedinB Maar maat. JU4o at op, maakt r blozend en n dat gevoel r een alge net de S*n- dat gü de dichtte De Généstet al. En zooals het met den dominé is, is het ook met den onder wijzer, den dokter en met iedereen. Men wil niet den uitoefenaar van een beroep maar den mensch zien. En het is deze inensche- lykheid, die door de beroepseenzijdigheid in verdrukking komt en tot een dorre abstrac tie, een doode machine dreigt ineen te schrompelen. SOIIN HF. (Oi KI r. arbeid” Co. Tal. 1172 ijltavoorwaardaa 719 10 stelling kan men aankweeken en versterken. En juist waar het gevaar voor het ontstaan van beroepseenaydigheid groot is, is het noodig, dat te Ijveriger en te bewuster te doen. Het zal onze persoonlijkheid rijker maken, ruimer en vryer en meer open voor alle indrukken en zoo tol ons levensgeluk bydragen. Maar het zal ons bovendien ook in ons beroep ten goede komen, waar we als krachtiger persoonlijkheid een voller men- schelykhad aan de uitoefening van dat be roep kunnen wijden. En het zal ongetwijfeld den invloed, dien we in dat beroep op onze medemenschen kunnen uitoefenen, onge meen versterken. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en da postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int 82; Redactie Tel. 546. „Sneeuw", ging hij voort, „een voet hoog en nog zal er meer volgen. Kale is in haar doodskleed de jongen ook; en. nu vindt het dwaze veen het ook noodig zijn lijkkleed aan te trekken." Nell sidderde, want ze herinnerde zich Wynyates Kerk, en de hooge sneeuw en een ander kind, zijn lijkkleed gevonden had. „Het is niet te dragen," .riep de man, „ik meet iets doen, of men zal zeggen, dat ik gek ben. Wat heeft de dokter me ook weer gezegd o, ja zeker dat Kate als een hond behandeld was door dien ruwen Strangeways, voor ik mei haar getrouwd was en dat ze zender dien Strangeways nu nog in le ven en gezond zou zijn. Ik zal hem vin den en ik zal hem dooden.” Het vaste voornemen in dit korte „ik zal hem dooden," was niet te mis- kfnnen en Nell dacht, dat ze het ge heim ten slotte in haar handen had. Haar oogen waren op Griff’s gelaat ge vestigd, haar lippen waren geopend het scheen haar toe, of ze zat te luiste ren naar een of andere woeste legende die van meoschelijke <rampen verhaalt, verteld bij kaarslicht, wanneer buiten de windvlagen gieren en de vrienden zich rondom het roode turfvuur in den haard scharen. Griff dwaalde over sneeuwwitte veen landen en langs ongebaande hoogten en terug langs de hoofdwegen en zij paden, totdat Lassie, de merrie, die hij bereed, uitgeput was van vermoeidheid Hij zocht maar steeds naar dien man, het scheen, dat zijn z>ch door de kleuute njzonderheden van zijn verhaal heenwerken, maar de geschiedenis zelf was reeds haar eigen dom En instinktmalig voelde ze een groote opluchting, want dit was in ieder geval een edeler en minder schrijnende misdaad dan ze gevreesd had. En (iriff nam den draad van zijn ver haal opnieuw op.- Hij beschreef, hoe nij het huis had verlaten, waar zijn eigen geluk gestorven was hoe hij het pad insloeg, dat naar Bents Tost leidde, het huisje, waar Roddick’s beest-wijf wach- te op het einde van een dronkaard. Het pad voerde hem langs het huis, half boerenhuis, half hoerenhuis, dat Roddick om zijn afgelegenheid gehuurd had en Griff was als bij ingeving blij ven staan om over de lage vensterko zijnen naar binnen te kijken. Daar had hij Roddick bij den haard zien staan en naast hem een meisje een jong, slnnk meisje, dat met blik en gebaar Roddick toonde, dat ze hem liefhad. ,.Ik wachtte en luisterde,” schreeuw de Griff heesch. ,.en leerde een andere rede kennen, waarom Roddick naar I.’ng Crag gekomen was. Dit meisje en hij hadden elkaar in het zuiden ge kend en elkaar daar liefgehad, en toen haar vader haar, om aan alle verzoe king een einde te maken, naar rijn huis on het veen gebracht had, was Reddick haar gevolgd. 1 ia, achter blijft en.achter wenscht te blijven. Daaraan ia niets te veranderen. Het be hoort tot dezelfde aoort onbegrijpelijkheden als waarmede wij dezen brief aanvingen. HAGENAAR. door hem End ing e- iptsu, outivil nut uvicm van z.iju iiaut. ..Er ligt een flesch rum naast hem zijn, dat.de tlesch ui iu riep dan moet ik weer naar huis en de en er is niets meer roe- ■eenzydi'giheid dan het andere. Het eene legt veel meer beslag op den geheelen mensch dan. het andere. Maar bovendien beperkt de werkzaamheid van het eene zich ook veel/n®r tot een geheel afgezonderd levensgebied.\En ten slotte drukt het een door de bizbndere positie, waarin het iemand tegenovey het leven en zijn mede- menschen brengt, veel meer zijn eigenaaidig stempel op de persoonlijkheid. We weten allemaal, dat we een onderwijzer en een dominé veel gemakkelijker herkenn^a dan een dokter of èen advocaat en aeze laatsten weer gemakkelyker dan bijvoorbeeld een timmerman of een handelsman, die zich van beoefenaren van een ander ambacht of een fabrikant niet of niet noemenswaardig on derscheiden. Het altijd tegenover je mede- menschen staan als een meerdere, als iemand, die een bepaald gezag heeft en an deren heeft te leeren of te vermanen, geeft gemakkelijk een eigenaardige plooi aan iemanri’s wezen en een eigenaardigen vorm aan zijn gedragingen. De schoolmeester komt er licht toe ook tot anderen dan de kinderen van zijn klas onderwijzend en met zekere autoriteit op te treden. En een do miné kan zich, waar hij altijd als een voor beeld gezien wordt, vaak maar moeilijk in zijn volle natuurlijkheid laten gaan. Ook de opvattingen ondergaan veelal den invloed van het beroep. Zoo is de dokter, die hoofd- zakelijk met de lichamelijke dingen te ma ken heeft en ook in zijn studie vooral de tastbare feiten onder de oogen heeft te zien, allicht geneigd tot materialistische wereld en levensbeschouwing. Maar het is natuurlijk niet noodig, dat men zoo beslissend den invloed van zijn be roep onderjgaat en tot beroepseenzijdigheid vervalt. Wie krachtig is van lichaam en geest en een natuurlijke belangstelling heeft voor het leven in al zijn uitingen en voor de synthese van-het leven, dat wil zeggen voor dat, wat dat leven als tot een geheel samenbindt, wat boven de onderscheidene deelen het eenheidsbegrip, de eenheid van alle leven handihaaft, die zal zich boven aeze bewustzijnsverenging, die de beroepseenzij digheid is, wel weten uit te heffen. Vooral ook op die belangstelling komt het aan. Want deze beroepseenzijdigheid ontstaat ten slotte uit het inschrompelen van de be langstelling in het leven tot die in een be paald levensgebied, dat voor den beroeps- eenzijdige als ’t ware het geheele leven wordt. Bezit men nu van nature een sterke belangstelling in allerlei richtingen en in het leven, als geheel gezien, dan bpstaat er voor die ineenschrompeling natuurlijk niet zoo groot gevaar. Maar die natuurlijke belang- Beroepseenzijdigheid. In den oorlog is het woord bewustzijns verenging gemeen goed gewonden en waar schijnlijk is toen ook het begrip den mees ten menschen eerst duidelijk geworden. Ze openbaarde zich zoo algemeen en op zoo hevige wijze, dat we haar wel moesten waarnemen, ’t Was of de menschen niet bui ten een bepaalde gedachtensfeej- konden ra ken en daardoor hun levensbewustzijn bin nen engere grenzen inschrompelde. Dat we haar niettemin ook voor den oorlog wel ken den, zal duidelijk worden, wanneer we haar opmerken in een der vormen, waarin ze zich altijd reeds aan ons vertoonde. Want de be- roepseenzjjdigtheid, die wij allen kennen, is ook bewustzijnsverenging en wordt, door soortgelijke reBenen veroorzaakt, als de be wustzijnsverenging, waarvan we in de oor logsjaren praatten. Het is volkomen duidelijk, dat het uit oefenen van een bepaald beroep, dat betee- kent immers ook het voortdurend verkeeren in eenzelfde gedachtensfeer, op iemand’s geestelijk leven een buitengewonen invloed oefent. En het is daarom dan ook begrijpe lijk, dat deze invloed iemand meer en meer afsluit van de wereld buiten die gedachten sfeer, die aan. zijn beroepswereld inhaerent is, dat zijn gedachten en neigingen, dat heel zijn geestelijk leven zich in meerdere of mindere mate ontwikkelt in betrekking met dat beroepsleven en zoo de beroepseenzy- digiheid ontstaat, die zich veelal ook in onze uiterlijke gedragingen openbaart. Onderwij zers houden zich juist, als ze goede onder wijzers zijn, zeer ijverig en intensief vaak bijna uitsluitend met onderwijszaken bezig. Ze lezen vakbladen en tijdschriften en bij voorkeur ook buiten deze bladen over onder werpen, die op de school betrekking hebben. Dokters zijn den heelen dag bezig met de toestanden van het menschel ijk lichaam en speciaal met de ziektetoestanden. Zij bestu- deeren ziektegevallen bij hun patiënten en ‘s avonds thuis nog in hun vakblad. Ze moe ien zich op de hoogte houden van den voortgang der medische wetenschap en hou- oen nauwelijks nog tijd over om aan het leven, dat zich buiten dit medische gezichts veld en den eigen persoonlijken levenskring uitstrekt, ernstige aandacht te schenken. Is het wonder, dat hun belangstelling zich ge- inakkelijk beperkt tot dit levensterrein en hun bewustzijn van andere levensgebieden langzamerhand afsteFft? Natuurlijk leidt het eene beroep gemakkelijker tot deze be id D.D.D. genezen, die U last maakt. Die en dat branden» erdwijnen. Vele nde raad waren, reeds genezen, iaat bij vinden. SO (proefflacon ichtlge O.D.D- apotbekers en men maar je bont niet anders dan een gek. Je waagt 't hier te blijven slaan en je snuifdoos open en dicht te doen en je zegt me, Jat Kale zal gaan sterven Kak sterven I .Maar dat is ónmogelijk. Ik zal naar haar toegaan ja, ik zal naar Kate toegaan en haar zachtjes in het oor fluisteren en haar verbieden te sterven. Wat kan mij hei kind nu nog schelen O, ja, ik weel wel, dat ik naar een een stamhouder heb verlangd ik heb er om gebeden, het zit de Lomaxen in ’t bloed om het eerst aan den ouden naam te denken en de rest maar voor zichzelf te laten zorgen. Maar nu is het iets anders Kate moet blijven leven, dokter, ik zeg u ze moet blijven le ven de rest komt er in 't minst niet op aan.” Steeds keerden de gedachten van den man hierop terug, en ze vertoefden bij alle voorvallen aan dat sterf,bed, van jaren terug. Toen volgde er weer een stilte, afge broken door een rustig opsommen van feiten. „Ze is dood nu is de jongen haar gevolgd. Dat zal wel mijn straf zijn, dat ik een Lomax ben, die geen stam houder heeft willen hébben. Kate dood! Fn ik had haar verboden in de kou uit te gaan Zij was niet dikwijls onge hoorzaam, als ze wist, dat ik iets meen de Griff ging overeind zitten en staarde met wilden blik over het veen, dat hij door het venster zien kon. st Strangeways, eu pijn wat gestild werd door dit zoeken, en dal het stekende van zijn droeheid om een, die hij zoo liefhad, er verminderde. Ten laatste had hij gevonden op den weg naar worth dood in de sneeuw slapen, buiten het bereik van zijn haat. ..Er iigi een iic_.' je kunt er zeker van i leeg is en de bruut is dood,' Griff. „Nu, dan moet ik weer na gaan. Hij is dood, Kate dood, kleine kerel dood, voor me te doen Weer wachtte hij voor een van die verontrustende tussohenpoozen, die aan gevuld hadden moetent woeden door harde, welbewuste gedachten. „Bij God, er is iets te doen I” schreeuwde hij, plotseling zegevierend. ..Hoe kon ik Roddick den ouden Roddick vergeten, den besten vriend Hien ik heb. Hij is opgescheept met een vrouw, een walgelijk, wanördelijk wijf, dat briest en bijt. Is hij niet naar Ling Ciag Moor gekomen, om haar onder de hoede van een verpleegster te stellen in een huisje naast de woning, die hij gehuurd heeft En is zijn leven niet een hel, juist omdat zijn dwaze gewe ten hem gebiedt die vrouw te redden, <He hij beter deed te laten sterven. God mijn eigen leven is me geen cent meer waard waarom zou ik den ouden Rod- dirtc niet vrijmaken Eindelijk wist en begreep Nell volko men. Met oneindig geduld wilde Oriff BRIEVEN urr DB HOFSTAD. DCCVI. Er zyn in een groote stad van die din gen, waarvan een gewoon sterveling niets 'begrijpt. Vooral van het punt „zaken doen” waar een eenvoudig krantenschrij ver nu eenmaal uiterst vreemd tegenover staat Wy begrijpen bijvoorbeeld nieta van het bouwen van huizen. Als je door de nieuwe wijken van den Haag wandelt, sta je verstomd over de enorme rijen wonin gen die er verrijzen. Vroeger hebben wij wel eens de cijfers uit de maandoverzich ten gegeven, maar ten slotte zeggen die niets omdat er geen houvast is wat betreft de behoefte die er aan woningen bestaat. Het onbegrijpelijke is dat men straten vol van woningen in aanbouw ziet van een type dat juist heelemaal niet in trek is en van een type waarvan er elders in de stad talloos vele leeg staan. Het type dat niet in trek is, is dat der étagewoningen en het type dat al lang een overcompleet aanwijst is dat van de drie-verdiepingen-heerenhui- zen, dat op 1200 1800 gld. jaarhuur komt Het zonderlingen is wel dat men op de ééne plaats bezig is die hooge huizen in tweeën te splitsen en op de andere hetzelfde type te bouwen. De prijs van de bestaande wo ningen is al zeer gedaald en de nieuwe zyn duurder. Het type dat men in den Haag verlangt zijn de kleine hoerenhuizen voor kinderloozen of kinder niet al te rijke gezin nen en de vrije bovenhuizen, 't Is precies het soort dat men niet of weinig bouwt. Eén ding is alleen gelukkig, n.l. dat men met groote kracht blijft bouwen. Als wij de cijfers dan nog eens nagaan komen wij tot de conclusie dat er aan woningen van 800—800 gld. jaarhuur reeds een over compleet moet zijn en dat er aan die bo ven 800 gld. al een aanzienlijk surplus moet zijn. Volgen wij de cijfers van 1914 af dan is er sinds dien ongeveer een huis byge- bouwd op iedere 3 a 4 bewonera die den Haag thans meer heeft dan in 1914. We zouden zoo zeggen gezien het enorme aan tal goedkoope woningen dat gesticht ia en waarin door de bank meer dan 3 4 per sonen leven, dan moet er in die andere soorten al een overschot zijn. Het zal ech ter een ongeluk blyven dat men ter onza liger ure het type heeft bewyaigd, zoodat tal van menschen niet naar hun zin gehuis vest zijn. Wat wij noodig hebben is het huis met vier flinke kamers, een keuken en een badkamer. Dat is alles. En zou het nu zoo’n onmogelijkheid zyn om die te bou wen zonder in die étagèren te vervaten De étages geven meestal twee goede ka mers en drie tot zes prutshokjes, waaraan men niet veel heeft. Hoe het komt dat de huizenbouwers zoo weinig op de hoogte zyn van de meest eenvoudige eischen die men aan een woning stelt, is onbegrypelyk. Wel weten wij dat zij elkaar steeds weer kopieeren maar dat men het klakkeloos doet, is wel heel sterk. Er bestaat wel een zeer uitgebreide dienst van bouw- en wo-- ningtoezicht, die ongetwijfeld veel goeds heeft gedaan door veel verkeerds tegen te houden, maar die aan den anderen kant zeer sterk de uniformiteit heeft bevorderd en afwijkingen tegengaat. Om alle moge lijke moeilijkheden met dezen dienst te ont gaan kopieert men eenvoudig wat reeds is goedgekeurd. Op het oogenblik is in drukke exploitatie het terrein naast het sportterrein Houtrust. Langs het sportveld is een zeer lange ry groote hoerenhuizen in aanbouw. Of men hoopt daarin sportmamakken te trekken’ Misschien vergist men zich daarin wel want de belangstelling voor de voetbalsport is juist dalende in den kring van menschen die in aanmerking komen voor bewoning van deze huizen. Dat overigens tie gemeentelijke institu tie het particuliere werk dikwijls zeer veel moeite bezorgen blykt weer eens uit een merkwaardig staaltje. De Witte Sociëteit heeft eenige jaren geleden het Pavüjoen- Von Wied op Scheveningen aangekocht, als een zomercafé ingericht en tot een attrac tie van de Witte zoowel als van het strand gemaakt Echter had men niet het ganache bybehoorende terrein noodig en men had het plan daarvan een deel te verkoopen voor villa-terrein. Met besprekingen daar over met de afdeeling „Stadsontwikkeling” ia niet minder dan twee en een half jaar verloren gegaan! Wat dit voor schade be- ADVERTENT1EPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorande tot dan basorgkring) i 1—-5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.26. Van buiten Gouda en den besorgkringi 16 regels 1.66, elke regel meer 0.80. Advertentièn in bet Zaterdagnummer 20 Ki beslag op den pr(js. Liefdadigheids-aovartentiën do helft van den pr«js. INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hoogar. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot iser gareducaer- den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soli delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daags vóór aan bet Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. HO) •1» zeker, want leelerheid was wel genoeg, maar de hartstocht, die even standvastig was als de heuvels die etenals de heuvels wortelde in de aar- «e en zijn top had in de ruimte, waar de sterren zijn, dit was een erfenis, die ze met geen vrouw kon deelen. Al jet andere was slechts een schaduw bij deie liefde, die tusseben haar en Griff gegroeid was door alle jaren heen. Maar toch bracht de steeds herhaalde ,eet „Kate” haar in verwarring, de waasheden jonge, teedere dwaashe en van |wee, wjer gamenle- Jjh lan£er had geduurd dan hun «•’Hebroodsweken. wüP’ slechts het verleden 'aten rusten”, mompelde ze. Het vaUa0, bij haar begreep, want er pfn R P,ot8e,inl? een stilte, gevolg door ii’iardtn’ .anSRerekenten kreet. W ™ls*en gek Je hebt ik hsTl groot hooW> dokter, en had heel veel vertrouwen in je - teekent i» te begrijpen. Natuurlijk is dit noodeltxM. Trouwens dit is een vervelende afdeeling van het gemeentebestuur. Ons is een geval bekend van den dood simpelen bunbetbak- kerswinkelier die al twee plannen heeft in gediend voor verbouw van zyn winkel; bei de plannen zyn opgeunaakt door een goede architect en heusch dat geveltje zal de straat die verre van fraai is met ontsieren, numr beide plannen zyn'*afgekeurd en reed» een paar jaar schiet deze winkelier nitts op. Hy heeft er nu maar de brui van gegeven en stelt zyn plan uit. Een dood wond is dit geval natuurlijk niet, maar er zit toch een element in dat niet deugt en vooral de traagheid in het aidoen van de zaken door de geineente-afdeeling is funest. Die traagheid is nu eenmaal inhaerent aan het gansche overheidsbestuur. Wy weten maar al te goed dat deze opaettelyk wordt in stand gehouden. Dat lykt een ietwat zon derlinge bewering, maar toch is ze juist. Het i» een bekend feit dat de ambtenaren zaken volgens een bepaald tempo^idoen, alleen om te maken dat er gerag’eld voor raad van werk ia, zoodat zy Jtfmmer zon der werk zyn en zy altijd kinnen wyzen op een hoeveelheid arbeid diea zy voor de boeg hebben. Zy kunnen dan izelf regelen hoeveel zy per dag wenschen ylf te doen. Het is inderdaad curieus om dat stelsel te <zien werken. Nergens is de toestand zóó dat men vandaag afdoet wat vandaag ia in gekomen. Men blijft constant een gepaal- den tyd met alles achter; men raakt niet meer achterop, maar men zorgt ook niet meer in te halen. Op die wyze heeft ieder het in zijn hand om zelf het tempo van zyn arbeid te bepalen en krygt niemand ooit het verwyt, dat hy niet geregeld zijn taak afwerkt. Dut het publiek steeds noodeloo.s nioet wachten is iets waaraan het al lang •gewend is. Wy hebben in den loop der ja ren heel wat ervaring opgedaan van sa menwerken met particulieren zoowel als met de overheid en onze ervaring is deae, dat de overheid precies zooveel weken noo dig heeft voor de afdoening harer zaken als de particulier dagen en dat is uitslui tend gevolg hiervan dat men in overheids dienst constant êen bepaalden tijd achter

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1