FHEE
's
Ar
1.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEl
STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
No. 15509
Zaterdag 5 April 1924
62*Jaargang
OUDEWATER, REEUWIJK. SCHOONHOVEN,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
EERSTE BLAD.
agd
)ns.
Gouda.
door smart gelouterd
ïn. -s
gebruik uw
elpen u niet
en probeer
nu eens niet
en? Immers
WERKERK OUDERKERK
•f
i
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN.
917 22
Mr. K.
FEUILLETON.
dat daar
m Ha*<.
(Wordt vervolgd).
898
20
Van verbitterde vijanden trekt
meer voordeel dan van vleiende vrienden.
beide
paar jaar schiet deze winkelier
diode Boekhan-
r de plaatsing
915 aan het
20
'wilde laten
scheen, of
„Hij is geen dominé",
de hemel zij geprezen,
Voor velen is men 't best, door ’t
ganschelyk niet te wezen”
18
ao
Jem. cond.
door HALL1WELL SUTCLIFFE
voor Nederland bewerkt door
J- P. WesselinkVan Rossum
Nadruk verboden
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 75 - Tai. 411 - Gouda
Ebbibd- u OimBsklaedinB
Maar maat. JU4o
at op, maakt
r blozend en
n dat gevoel
r een alge
net de S*n-
dat gü de
dichtte De Généstet al. En zooals het met
den dominé is, is het ook met den onder
wijzer, den dokter en met iedereen. Men wil
niet den uitoefenaar van een beroep maar
den mensch zien. En het is deze inensche-
lykheid, die door de beroepseenzijdigheid in
verdrukking komt en tot een dorre abstrac
tie, een doode machine dreigt ineen te
schrompelen.
SOIIN HF. (Oi KI r.
arbeid”
Co. Tal. 1172
ijltavoorwaardaa
719 10
stelling kan men aankweeken en versterken.
En juist waar het gevaar voor het ontstaan
van beroepseenaydigheid groot is, is het
noodig, dat te Ijveriger en te bewuster te
doen. Het zal onze persoonlijkheid rijker
maken, ruimer en vryer en meer open voor
alle indrukken en zoo tol ons levensgeluk
bydragen. Maar het zal ons bovendien ook
in ons beroep ten goede komen, waar we als
krachtiger persoonlijkheid een voller men-
schelykhad aan de uitoefening van dat be
roep kunnen wijden. En het zal ongetwijfeld
den invloed, dien we in dat beroep op onze
medemenschen kunnen uitoefenen, onge
meen versterken.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en da postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int 82;
Redactie Tel. 546.
„Sneeuw", ging hij voort, „een voet
hoog en nog zal er meer volgen. Kale
is in haar doodskleed de jongen ook;
en. nu vindt het dwaze veen het ook
noodig zijn lijkkleed aan te trekken."
Nell sidderde, want ze herinnerde
zich Wynyates Kerk, en de hooge
sneeuw en een ander kind,
zijn lijkkleed gevonden had.
„Het is niet te dragen," .riep de man,
„ik meet iets doen, of men zal zeggen,
dat ik gek ben. Wat heeft de dokter
me ook weer gezegd o, ja zeker
dat Kate als een hond behandeld was
door dien ruwen Strangeways, voor ik
mei haar getrouwd was en dat ze
zender dien Strangeways nu nog in le
ven en gezond zou zijn. Ik zal hem vin
den en ik zal hem dooden.”
Het vaste voornemen in dit korte
„ik zal hem dooden," was niet te mis-
kfnnen en Nell dacht, dat ze het ge
heim ten slotte in haar handen had.
Haar oogen waren op Griff’s gelaat ge
vestigd, haar lippen waren geopend
het scheen haar toe, of ze zat te luiste
ren naar een of andere woeste legende
die van meoschelijke <rampen verhaalt,
verteld bij kaarslicht, wanneer buiten
de windvlagen gieren en de vrienden
zich rondom het roode turfvuur in den
haard scharen.
Griff dwaalde over sneeuwwitte veen
landen en langs ongebaande hoogten
en terug langs de hoofdwegen en zij
paden, totdat Lassie, de merrie, die hij
bereed, uitgeput was van vermoeidheid
Hij zocht maar steeds naar dien man,
het scheen, dat zijn z>ch door de kleuute njzonderheden
van zijn verhaal heenwerken, maar de
geschiedenis zelf was reeds haar eigen
dom En instinktmalig voelde ze een
groote opluchting, want dit was in ieder
geval een edeler en minder schrijnende
misdaad dan ze gevreesd had.
En (iriff nam den draad van zijn ver
haal opnieuw op.- Hij beschreef, hoe nij
het huis had verlaten, waar zijn eigen
geluk gestorven was hoe hij het pad
insloeg, dat naar Bents Tost leidde, het
huisje, waar Roddick’s beest-wijf wach-
te op het einde van een dronkaard.
Het pad voerde hem langs het huis,
half boerenhuis, half hoerenhuis, dat
Roddick om zijn afgelegenheid gehuurd
had en Griff was als bij ingeving blij
ven staan om over de lage vensterko
zijnen naar binnen te kijken. Daar had
hij Roddick bij den haard zien staan
en naast hem een meisje een jong,
slnnk meisje, dat met blik en gebaar
Roddick toonde, dat ze hem liefhad.
,.Ik wachtte en luisterde,” schreeuw
de Griff heesch. ,.en leerde een andere
rede kennen, waarom Roddick naar
I.’ng Crag gekomen was. Dit meisje en
hij hadden elkaar in het zuiden ge
kend en elkaar daar liefgehad, en toen
haar vader haar, om aan alle verzoe
king een einde te maken, naar rijn
huis on het veen gebracht had, was
Reddick haar gevolgd.
1 ia, achter blijft en.achter wenscht te
blijven.
Daaraan ia niets te veranderen. Het be
hoort tot dezelfde aoort onbegrijpelijkheden
als waarmede wij dezen brief aanvingen.
HAGENAAR.
door
hem
End
ing e-
iptsu, outivil nut uvicm van z.iju iiaut.
..Er ligt een flesch rum naast hem
zijn, dat.de tlesch
ui iu riep
dan moet ik weer naar huis
en de
en er is niets meer
roe- ■eenzydi'giheid dan het andere. Het eene
legt veel meer beslag op den geheelen
mensch dan. het andere. Maar bovendien
beperkt de werkzaamheid van het eene zich
ook veel/n®r tot een geheel afgezonderd
levensgebied.\En ten slotte drukt het een
door de bizbndere positie, waarin het
iemand tegenovey het leven en zijn mede-
menschen brengt, veel meer zijn eigenaaidig
stempel op de persoonlijkheid. We weten
allemaal, dat we een onderwijzer en een
dominé veel gemakkelijker herkenn^a dan
een dokter of èen advocaat en aeze laatsten
weer gemakkelyker dan bijvoorbeeld een
timmerman of een handelsman, die zich van
beoefenaren van een ander ambacht of een
fabrikant niet of niet noemenswaardig on
derscheiden. Het altijd tegenover je mede-
menschen staan als een meerdere, als
iemand, die een bepaald gezag heeft en an
deren heeft te leeren of te vermanen, geeft
gemakkelijk een eigenaardige plooi aan
iemanri’s wezen en een eigenaardigen vorm
aan zijn gedragingen. De schoolmeester
komt er licht toe ook tot anderen dan de
kinderen van zijn klas onderwijzend en met
zekere autoriteit op te treden. En een do
miné kan zich, waar hij altijd als een voor
beeld gezien wordt, vaak maar moeilijk in
zijn volle natuurlijkheid laten gaan. Ook de
opvattingen ondergaan veelal den invloed
van het beroep. Zoo is de dokter, die hoofd-
zakelijk met de lichamelijke dingen te ma
ken heeft en ook in zijn studie vooral de
tastbare feiten onder de oogen heeft te zien,
allicht geneigd tot materialistische wereld
en levensbeschouwing.
Maar het is natuurlijk niet noodig, dat
men zoo beslissend den invloed van zijn be
roep onderjgaat en tot beroepseenzijdigheid
vervalt. Wie krachtig is van lichaam en
geest en een natuurlijke belangstelling heeft
voor het leven in al zijn uitingen en voor
de synthese van-het leven, dat wil zeggen
voor dat, wat dat leven als tot een geheel
samenbindt, wat boven de onderscheidene
deelen het eenheidsbegrip, de eenheid van
alle leven handihaaft, die zal zich boven aeze
bewustzijnsverenging, die de beroepseenzij
digheid is, wel weten uit te heffen. Vooral
ook op die belangstelling komt het aan.
Want deze beroepseenzijdigheid ontstaat
ten slotte uit het inschrompelen van de be
langstelling in het leven tot die in een be
paald levensgebied, dat voor den beroeps-
eenzijdige als ’t ware het geheele leven
wordt. Bezit men nu van nature een sterke
belangstelling in allerlei richtingen en in het
leven, als geheel gezien, dan bpstaat er voor
die ineenschrompeling natuurlijk niet zoo
groot gevaar. Maar die natuurlijke belang-
Beroepseenzijdigheid.
In den oorlog is het woord bewustzijns
verenging gemeen goed gewonden en waar
schijnlijk is toen ook het begrip den mees
ten menschen eerst duidelijk geworden. Ze
openbaarde zich zoo algemeen en op zoo
hevige wijze, dat we haar wel moesten
waarnemen, ’t Was of de menschen niet bui
ten een bepaalde gedachtensfeej- konden ra
ken en daardoor hun levensbewustzijn bin
nen engere grenzen inschrompelde. Dat we
haar niettemin ook voor den oorlog wel ken
den, zal duidelijk worden, wanneer we haar
opmerken in een der vormen, waarin ze zich
altijd reeds aan ons vertoonde. Want de be-
roepseenzjjdigtheid, die wij allen kennen, is
ook bewustzijnsverenging en wordt, door
soortgelijke reBenen veroorzaakt, als de be
wustzijnsverenging, waarvan we in de oor
logsjaren praatten.
Het is volkomen duidelijk, dat het uit
oefenen van een bepaald beroep, dat betee-
kent immers ook het voortdurend verkeeren
in eenzelfde gedachtensfeer, op iemand’s
geestelijk leven een buitengewonen invloed
oefent. En het is daarom dan ook begrijpe
lijk, dat deze invloed iemand meer en meer
afsluit van de wereld buiten die gedachten
sfeer, die aan. zijn beroepswereld inhaerent
is, dat zijn gedachten en neigingen, dat heel
zijn geestelijk leven zich in meerdere of
mindere mate ontwikkelt in betrekking met
dat beroepsleven en zoo de beroepseenzy-
digiheid ontstaat, die zich veelal ook in onze
uiterlijke gedragingen openbaart. Onderwij
zers houden zich juist, als ze goede onder
wijzers zijn, zeer ijverig en intensief vaak
bijna uitsluitend met onderwijszaken bezig.
Ze lezen vakbladen en tijdschriften en bij
voorkeur ook buiten deze bladen over onder
werpen, die op de school betrekking hebben.
Dokters zijn den heelen dag bezig met de
toestanden van het menschel ijk lichaam en
speciaal met de ziektetoestanden. Zij bestu-
deeren ziektegevallen bij hun patiënten en
‘s avonds thuis nog in hun vakblad. Ze moe
ien zich op de hoogte houden van den
voortgang der medische wetenschap en hou-
oen nauwelijks nog tijd over om aan het
leven, dat zich buiten dit medische gezichts
veld en den eigen persoonlijken levenskring
uitstrekt, ernstige aandacht te schenken. Is
het wonder, dat hun belangstelling zich ge-
inakkelijk beperkt tot dit levensterrein en
hun bewustzijn van andere levensgebieden
langzamerhand afsteFft? Natuurlijk leidt
het eene beroep gemakkelijker tot deze be
id D.D.D.
genezen, die U
last maakt. Die
en dat branden»
erdwijnen. Vele
nde raad waren,
reeds genezen,
iaat bij vinden.
SO (proefflacon
ichtlge O.D.D-
apotbekers en
men maar je bont niet anders dan een gek.
Je waagt 't hier te blijven slaan en je
snuifdoos open en dicht te doen en je
zegt me, Jat Kale zal gaan sterven
Kak sterven I .Maar dat is ónmogelijk.
Ik zal naar haar toegaan ja, ik zal
naar Kate toegaan en haar zachtjes in
het oor fluisteren en haar verbieden te
sterven. Wat kan mij hei kind nu nog
schelen
O, ja, ik weel wel, dat ik naar een
een stamhouder heb verlangd ik heb
er om gebeden, het zit de Lomaxen in
’t bloed om het eerst aan den ouden
naam te denken en de rest maar voor
zichzelf te laten zorgen. Maar nu is het
iets anders Kate moet blijven leven,
dokter, ik zeg u ze moet blijven le
ven de rest komt er in 't minst niet
op aan.”
Steeds keerden de gedachten van den
man hierop terug, en ze vertoefden bij
alle voorvallen aan dat sterf,bed, van
jaren terug.
Toen volgde er weer een stilte, afge
broken door een rustig opsommen van
feiten.
„Ze is dood nu is de jongen haar
gevolgd. Dat zal wel mijn straf zijn,
dat ik een Lomax ben, die geen stam
houder heeft willen hébben. Kate dood!
Fn ik had haar verboden in de kou uit
te gaan Zij was niet dikwijls onge
hoorzaam, als ze wist, dat ik iets meen
de
Griff ging overeind zitten en staarde
met wilden blik over het veen, dat hij
door het venster zien kon.
st Strangeways, eu
pijn wat gestild werd door dit zoeken,
en dal het stekende van zijn droeheid
om een, die hij zoo liefhad, er
verminderde. Ten laatste had hij
gevonden op den weg naar
worth dood in de sneeuw
slapen, buiten het bereik van zijn haat.
..Er iigi een iic_.'
je kunt er zeker van i
leeg is en de bruut is dood,'
Griff. „Nu, dan moet ik weer na
gaan. Hij is dood, Kate dood,
kleine kerel dood,
voor me te doen
Weer wachtte hij voor een van die
verontrustende tussohenpoozen, die aan
gevuld hadden moetent woeden door
harde, welbewuste gedachten.
„Bij God, er is iets te doen I”
schreeuwde hij, plotseling zegevierend.
..Hoe kon ik Roddick den ouden
Roddick vergeten, den besten vriend
Hien ik heb. Hij is opgescheept met een
vrouw, een walgelijk, wanördelijk wijf,
dat briest en bijt. Is hij niet naar Ling
Ciag Moor gekomen, om haar onder de
hoede van een verpleegster te stellen
in een huisje naast de woning, die hij
gehuurd heeft En is zijn leven niet
een hel, juist omdat zijn dwaze gewe
ten hem gebiedt die vrouw te redden,
<He hij beter deed te laten sterven. God
mijn eigen leven is me geen cent meer
waard waarom zou ik den ouden Rod-
dirtc niet vrijmaken
Eindelijk wist en begreep Nell volko
men. Met oneindig geduld wilde Oriff
BRIEVEN urr DB HOFSTAD.
DCCVI.
Er zyn in een groote stad van die din
gen, waarvan een gewoon sterveling niets
'begrijpt. Vooral van het punt „zaken
doen” waar een eenvoudig krantenschrij
ver nu eenmaal uiterst vreemd tegenover
staat Wy begrijpen bijvoorbeeld nieta van
het bouwen van huizen. Als je door de
nieuwe wijken van den Haag wandelt, sta
je verstomd over de enorme rijen wonin
gen die er verrijzen. Vroeger hebben wij
wel eens de cijfers uit de maandoverzich
ten gegeven, maar ten slotte zeggen die
niets omdat er geen houvast is wat betreft
de behoefte die er aan woningen bestaat.
Het onbegrijpelijke is dat men straten vol
van woningen in aanbouw ziet van een type
dat juist heelemaal niet in trek is en van
een type waarvan er elders in de stad
talloos vele leeg staan. Het type dat niet
in trek is, is dat der étagewoningen en het
type dat al lang een overcompleet aanwijst
is dat van de drie-verdiepingen-heerenhui-
zen, dat op 1200 1800 gld. jaarhuur komt
Het zonderlingen is wel dat men op de ééne
plaats bezig is die hooge huizen in tweeën
te splitsen en op de andere hetzelfde type
te bouwen. De prijs van de bestaande wo
ningen is al zeer gedaald en de nieuwe
zyn duurder. Het type dat men in den Haag
verlangt zijn de kleine hoerenhuizen voor
kinderloozen of kinder niet al te rijke gezin
nen en de vrije bovenhuizen, 't Is precies
het soort dat men niet of weinig bouwt.
Eén ding is alleen gelukkig, n.l. dat men
met groote kracht blijft bouwen. Als wij
de cijfers dan nog eens nagaan komen wij
tot de conclusie dat er aan woningen van
800—800 gld. jaarhuur reeds een over
compleet moet zijn en dat er aan die bo
ven 800 gld. al een aanzienlijk surplus moet
zijn. Volgen wij de cijfers van 1914 af dan
is er sinds dien ongeveer een huis byge-
bouwd op iedere 3 a 4 bewonera die den
Haag thans meer heeft dan in 1914. We
zouden zoo zeggen gezien het enorme aan
tal goedkoope woningen dat gesticht ia en
waarin door de bank meer dan 3 4 per
sonen leven, dan moet er in die andere
soorten al een overschot zijn. Het zal ech
ter een ongeluk blyven dat men ter onza
liger ure het type heeft bewyaigd, zoodat
tal van menschen niet naar hun zin gehuis
vest zijn. Wat wij noodig hebben is het
huis met vier flinke kamers, een keuken
en een badkamer. Dat is alles. En zou het
nu zoo’n onmogelijkheid zyn om die te bou
wen zonder in die étagèren te vervaten
De étages geven meestal twee goede ka
mers en drie tot zes prutshokjes, waaraan
men niet veel heeft. Hoe het komt dat de
huizenbouwers zoo weinig op de hoogte
zyn van de meest eenvoudige eischen die
men aan een woning stelt, is onbegrypelyk.
Wel weten wij dat zij elkaar steeds weer
kopieeren maar dat men het klakkeloos
doet, is wel heel sterk. Er bestaat wel een
zeer uitgebreide dienst van bouw- en wo--
ningtoezicht, die ongetwijfeld veel goeds
heeft gedaan door veel verkeerds tegen te
houden, maar die aan den anderen kant
zeer sterk de uniformiteit heeft bevorderd
en afwijkingen tegengaat. Om alle moge
lijke moeilijkheden met dezen dienst te ont
gaan kopieert men eenvoudig wat reeds is
goedgekeurd.
Op het oogenblik is in drukke exploitatie
het terrein naast het sportterrein Houtrust.
Langs het sportveld is een zeer lange ry
groote hoerenhuizen in aanbouw. Of men
hoopt daarin sportmamakken te trekken’
Misschien vergist men zich daarin wel want
de belangstelling voor de voetbalsport is
juist dalende in den kring van menschen
die in aanmerking komen voor bewoning
van deze huizen.
Dat overigens tie gemeentelijke institu
tie het particuliere werk dikwijls zeer veel
moeite bezorgen blykt weer eens uit een
merkwaardig staaltje. De Witte Sociëteit
heeft eenige jaren geleden het Pavüjoen-
Von Wied op Scheveningen aangekocht, als
een zomercafé ingericht en tot een attrac
tie van de Witte zoowel als van het strand
gemaakt Echter had men niet het ganache
bybehoorende terrein noodig en men had
het plan daarvan een deel te verkoopen
voor villa-terrein. Met besprekingen daar
over met de afdeeling „Stadsontwikkeling”
ia niet minder dan twee en een half jaar
verloren gegaan! Wat dit voor schade be-
ADVERTENT1EPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorande tot dan basorgkring) i
1—-5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.26. Van buiten Gouda en den besorgkringi
16 regels 1.66, elke regel meer 0.80. Advertentièn in bet Zaterdagnummer 20 Ki
beslag op den pr(js. Liefdadigheids-aovartentiën do helft van den pr«js.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hoogar.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot iser gareducaer-
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soli
delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daags vóór
aan bet Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
HO)
•1» zeker, want leelerheid was wel
genoeg, maar de hartstocht, die even
standvastig was als de heuvels die
etenals de heuvels wortelde in de aar-
«e en zijn top had in de ruimte, waar
de sterren zijn, dit was een erfenis,
die ze met geen vrouw kon deelen. Al
jet andere was slechts een schaduw bij
deie liefde, die tusseben haar en Griff
gegroeid was door alle jaren heen.
Maar toch bracht de steeds herhaalde
,eet „Kate” haar in verwarring, de
waasheden jonge, teedere dwaashe
en van |wee, wjer gamenle-
Jjh lan£er had geduurd dan hun
«•’Hebroodsweken.
wüP’ slechts het verleden
'aten rusten”, mompelde ze. Het
vaUa0, bij haar begreep, want er
pfn R P,ot8e,inl? een stilte, gevolg door
ii’iardtn’ .anSRerekenten kreet.
W ™ls*en gek Je hebt
ik hsTl groot hooW> dokter, en
had heel veel vertrouwen in je -
teekent i» te begrijpen. Natuurlijk is dit
noodeltxM.
Trouwens dit is een vervelende afdeeling
van het gemeentebestuur. Ons is een geval
bekend van den dood simpelen bunbetbak-
kerswinkelier die al twee plannen heeft in
gediend voor verbouw van zyn winkel; bei
de plannen zyn opgeunaakt door een goede
architect en heusch dat geveltje zal de
straat die verre van fraai is met ontsieren,
numr beide plannen zyn'*afgekeurd en
reed» een paar jaar schiet deze winkelier
nitts op. Hy heeft er nu maar de brui van
gegeven en stelt zyn plan uit. Een dood
wond is dit geval natuurlijk niet, maar er
zit toch een element in dat niet deugt en
vooral de traagheid in het aidoen van de
zaken door de geineente-afdeeling is funest.
Die traagheid is nu eenmaal inhaerent aan
het gansche overheidsbestuur. Wy weten
maar al te goed dat deze opaettelyk wordt
in stand gehouden. Dat lykt een ietwat zon
derlinge bewering, maar toch is ze juist.
Het i» een bekend feit dat de ambtenaren
zaken volgens een bepaald tempo^idoen,
alleen om te maken dat er gerag’eld voor
raad van werk ia, zoodat zy Jtfmmer zon
der werk zyn en zy altijd kinnen wyzen
op een hoeveelheid arbeid diea zy voor de
boeg hebben. Zy kunnen dan izelf regelen
hoeveel zy per dag wenschen ylf te doen.
Het is inderdaad curieus om dat stelsel te
<zien werken. Nergens is de toestand zóó
dat men vandaag afdoet wat vandaag ia in
gekomen. Men blijft constant een gepaal-
den tyd met alles achter; men raakt niet
meer achterop, maar men zorgt ook niet
meer in te halen. Op die wyze heeft ieder
het in zijn hand om zelf het tempo van zyn
arbeid te bepalen en krygt niemand ooit
het verwyt, dat hy niet geregeld zijn taak
afwerkt. Dut het publiek steeds noodeloo.s
nioet wachten is iets waaraan het al lang
•gewend is. Wy hebben in den loop der ja
ren heel wat ervaring opgedaan van sa
menwerken met particulieren zoowel als
met de overheid en onze ervaring is deae,
dat de overheid precies zooveel weken noo
dig heeft voor de afdoening harer zaken
als de particulier dagen en dat is uitslui
tend gevolg hiervan dat men in overheids
dienst constant êen bepaalden tijd achter