LTIEK
ZOON
Enriigi
5
m
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, nieu
W ER KERK OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADpINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Zaterdag 28 April 1824
Mo. 15525
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
IUDS”?
EERSTE BLAD.
tadloos-
>p van
i het
irfmalerl]
GOUDA
ving lil
inning
in zenuwzwakte,
Ic aan energie,
>ndrie, nerveuze
uizeligheid enz.
werzorging van
880 20
erij
S3* Jaargang
.."■«kb
Tusschsn jong en oud.
ROMANTIEK.
tlw
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGKN.
>che stoffen
1168
76
onden.
nu ja
FEUILLETON.
generaal we» geworden op een leeftijd
M a a rod andereni Mg 'ternauwernood
Maaropi andertni nog 'ternauwernood
Adel verplicht en plichtsvervulling
adelt.
tie in dit nummer.
15
3 rood en bleek
lentie, de laat-
buiten
flesch
verkrijgbaar
Pz. Co.
ND.
.30
.20
.65
I, bij da Houwt.
ij nog GOUD- of
verf enz. (bedrag
voor Uw
iltijd dubbel
gebroken dan de grootvorst.
oude geschiedenissen.
Morganati-ch hier, morganatisch daar
tenslotte was de tsarin-moeder op de
thee geweest bij de „generaalsvrouw”.
b** Tvlzwvf lioi iiiaI 71i lin/l
het dochtertje zelfs ten doop gehouden
bezoeken De trams zullen wel op den kunnen vormen waar de week-end door
gebracht kan worden. Alleen zal het
v-iodig zijn het gedeelte tusechen den
Üaag en Hoek van Holland te onttrek
ken aan de dorpstirannie der kleine
autocraatjes in het dorpje Monster, dat
tusschen de beide steden nog in ligt.
Het is inderdaad belangwekkend om
dit ontwikkelingsproces to volgen. Rot
terdam strekte zijn armen uit tot den
Jloek van Holland, den H>ag reikte
komen. Dat had toch kunnen gebeuren ook
bij de sterkere concentratie van krachten
en doelbewuste handeling. Het leven ia
maar al te vaak sterker dan wij en dringt
ons zoo dikwijls van den. weg dien we gaan
durfden denken aan een bevordering
tot kapitein.... dat wist geheel 9t. Pe-
tf rsburg. Maar de tijd toen men daar
over mompelde en glimlachte was lang
voorbijook voor de dienefbodenka-
hier. En van de uniform maakte de ge
neraal geen misbruik. Zijn zeer slanke,
bi„na magere gestalte kwam ook beter
uit in de ruime zachte Engelsohe kloe
ten, die hij met voorliefde droeg dan
«iloop wachten als er genoegzame deel
neming blijkt te zijn.
Delft krijgt spoedig ook zijn electri-
sche verbinding met den Haag ook
voor de oude Prinsenstad beteekent dat
misschien meer na- dan voordeel, want
hoe het zij de Hagenaars zullen niet
naai Delft trekken tenzij om aan de
oudheden daar een bezoek te brengen,
inaar het is te vreezen dat de Delvena-
Het kan vreemd lyken over oud weiden
te gaan praten op een oogenblrk, dat alles
om ons heen en ook in ons zich te verjon
gen schijnt, dat nieuwe krachten uitbotten
en dat de geur en kleur eener nieuwe lente
de bekoorlijkheid, ihaar ook de kracht ei.
de energie der jeugd voor onze oo>gen de-
monstreeren. Maar het is zoo vreemd niet
als het lykt. Roepen niet alle verschijnin
gen om ons onwillekeurig de gedachte aan
haar tegengestelden by ons op? En wat
ouder geworden deze nieuwe lente beleeft,
denkt als van zelf aan de verwachtingen
terug, waarmee hij vroeger iedere lente te
gemoet trad en wordt zich van zijn ouder
worden te duidelijker bewust. De verwach
ting is gebleven en spreekt zich ook in
deze nieuwe lente weer uit. Maar ze is an
ders geworden en de overmoed, waarin ze
zich, vroeger uitsprak, zwijgt nu. Zoo er
iets ós, dat het leven one leert, dan is het
wel de twjjfel. De verwachting van onze
jeugd was niet de hoop, niet het verlangen,
maar de zekerheid, dat de hoop werkelijk
heid zou wonden. Och arme! Hoevelen heb
ben hun verwachtingen, hun misschien ook
wel wat uitbundige verlangens verwerkt
lijkt gezien. Toch was het goed, dat ze de
zekerheid hadden. Want die zekerheid is
het, die kracht geeft tot streven. Ik her
inner me eens iemand gesproken te heb
ben, die in zijn jeugd zoo graag dokter had
willen worden, maar daartoe de gelegen
heid niet had en toen ik hem sprak op zijn
40ste jaar, dus nog niet oud, ryk genoeg
was geworden om dien wensch te bevredi
gen. „Waarom doe je het niet meer?" vroeg
ik hem, waar ik wist, dat het hem aan
enengie en werklust toch allerminst ontbrak.
Maar hy schudde glimlachend het hoofd.
„Zooiets kan je alleen, wanneer je er nog
in gelooft”, zei hij. Wanneer je nog dat
dokter zijn als zoo’n ideaal ziet, bedoelde
hy, als je dus werkt in de zekerheid dat
je straks verkrijgen zult wat je boven alles
begeert Is het niet het geheim van het
welslagen, deze zekere vaste moed, dat je
bereiken zult en dat het bereiken heerlijk
zal zyn? Maar er is ook een gevaar aan
dezen overmoed der jeugd verbonden, die
zkh in de lente zoo onstuimig pleegt te
laten gelden. En dat is mede een reden,
waarom het toch zoo vreemd niet is, in de
lente, den tijd van verjonging en nieuw
leven van het ouder worden te spreken.
Misschien is het zelfs heel goed en nuttig
cm het dan ook eens, dèn vooral te doen.
ty’ve en stramme
tuikingen, spier-
'PÜn, lendenpijn,
der alle rheuma-
ijnen die ontstaan
tte koude geneest
•üfmiddel Wortel-
laria Wortelboer.
r flacon by de
er’s Artikelen.
Naar het Duitsch
van
OLGA WOHLBRUCK.
Vertaald door
mevr. J. P. WESSELINK—Van Rossum.
Overneming verboden krachtens
art. 15, 2e lid der Auteurswet.
De heer had slechts een dikken win
terjas met bonten kraag aan on zijn
hooge hoed stond scheef op het donke
re haar.
Anton die in »’n eerste jeugd, om
zoo te zeggen als zondebok, samen mot
een lui graveuzoontje taalonderwijs had
genoten, sprak het Fransch en Duitsch
beter dan menig heer bij wien hij later
had gediend. Hij verstond dus wat de
vreemde heer in het Duitsch zeide
„Hemel, wat is het hier mooi op
zoo’n helderen, kouden winterdag,
en hoe goed past de juffrouw met haar
teint bij al het wit en blauw in het
rond-een winterfee-
Twee dagen later was er bal bij de
vrouw van den generaal dat wil zeg
gen i de generaal was er ook. Want
hij was toch immers de heer des huizes
en stond in z’n uniform en behangen
met al z’n riderorden bij de eerste zaal
deur - daar waar Anton de namen
der gasten placht af te roepen.
De generaal stak ieder z’n smalle
spitse vingers toe en kuete iedere dame
den handschoen.
Zijn geheeie leven had hij zeker niet
veel meer gedaan. Want de waardig
heid van generaal nu jaHoe hij
ren wei naar de residentie nullen tijgen
|n voor hun voordeel èn voor hun ge
noegen. Het aantal Delftaabe studenten
Jat in den Haag woont is ongetwijfeld
ook niet gering en dit is voor de uni
versiteitssteden een leelijk ding. Trou
wens voor Delft is de toekomst niet
Vriendelijk. De groote verkeersweg den
Haag—Rotterdam die spoedig in de
Tweede Kamer zal worden aangenomen
laat Delft links liggen en het valt te
verwachten dat op den duur rich langs
dezen weg een reeks villa’s gaat ves
tigen, die allicht ook bewoners uit Delft
zullen lokken I>elft heeft de groote fout
begaan, dat het nimmer heeft getracht
zich de gunst van het Westland te ver
overen. Het had veel meer voor de
hand gelegen; dat del Weetlandsche
tramverbindingen in Delft haar eind
punt hadden dan in den Haag. De groo-
t< wekelijksche veemarkt in Delft had
ee>i gereed aanknoopingspunt kunnen
rijn voor de Wedllandsche bevolking
om Delft met haar bezoeken te begun
stigen. Den Hm* heeft tenslotte het
Westland getrokken en zal dit blijven
doen. Vooral zoodra het mogelijk wofdt
electrische verbindingen tot stand te
brengen. Do gansche hoek tusschen Rot
terdam, Hoek van Holland enden Haag
is bezig zich op bizondere wijze te ont
wikkelen. Ware de oorlog niet ter on-
zaliger ure er tusschen gekomen, dan
was misschien de ontwikkeling al veel
verder geweest. Op den duur voorzieq
wij een directe verbinding tusschen
IScheveningen en den Hoek van Holland
waardoor vooral het goederenverkeer
zeer bevorderd zou kunnen worden.
Het Westland zal de groote groente
tuin kunnen zijn voor deze neer dicht
bevolkte streek waarin een tweetal
groote steden liggen, die met de omlig
gende plaatsen mede, meer dan een
millioen zielen zullen tellen. De kust
strook zal een lange rij badplaatsjes
kwijt, want de nieuwe tram negeert dit
Ration geheel, omdat zij rich op de
baan Voorburg-Voorschoten, voortzet
daar Leiden Het was velen zelfs in
den Hang onbekend dat er ook nog
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCCIX.
Het genoegelijke ouderwetsohe stoom-
trammetje, dat van het station der
Staatsspoor naar Scheveningen tufte en
jarenlang voor de kapitale som van vijf
centen je een staan- of hangplaats bood
want de zitplaatsen toehoorden al
leen aan degenen die een tram later
gingen dan waarvoor zij kwamen het
gemoedelijke trammetje is ter ziele. De
fraaie motorwagens hebben het vervan
gen. En de Staatsspoor is een attractie
fiOUDSCHE COtBANT
Totdat de met smeedijzeren ranken
versierde deuren van binnen werden
opengeworpen. Twee lakeien snelden
naar buiten, elk aan een portier. Toen
verschenen de dames, gevolgd Hoorden
bij één keer bleef het niet. Zij had i vorst, die naast een vreemden heer liep.
rln/*hfi>r*ü» vaHu ton rtoon oehntwlAq Da hoor hnd ut echtu «mt dikken win-
ei» haar haren eigen riaarn gegeven
den vroegeren Dagmar De grootvorst
zelf was destijds weliswaar reeds ver
bannen naar den Kaukasus en het
rieisje moest den generaal „Papa” noer
men
Terwijl rij toch een prinses, was een
heel echte prinses.
Verhalen-
Totdat dan een vorst kwam. Niet oud
en niet jong, niet mooi, niet leelijk.
Maa. hij had het mooiste span paarden
van St. Petersburg Een paleis aan de
Engetecbe Kade landgoederen in Liva-
dia, landhuizen waarheen hij rich maar
richtte, bedienden zooveel als menige
fabrikant, fabrieksarbeiders bad. Met
dien moest de „juffrouw” trouwen.
Op zekeren dag waren de generaals-
vrouw en, het meisje bij de tsarin-moe
der op de lunch genoodigd. Zulk een
lunch duurde niet lang. Ten hoogste
drie kwartier.
Het rijtuig wachtte intusschen voor
het paleis met Anton op den bok naast
den koetsier.
Maar dezen keer stond het rijtuig
van den vorst er ook. Er werd beleefd
van bok tot bok gesproken en met fijne
toespelingen werd ook het gewicht vm
dezen dag aangeroerd.
den kroop. Alléén do voordorpbewo-
öers die in Voorburg trachtten zich een
landelijke milieu te scheppen en daar
bij te blijven proftteeren van do groote
stad, kenden het lorrige trammetje. Het
belooft nu een vormhardheid te wor
den, want iedereen moet natuurlijk een-
maal een rit meemaken. Groolsch lijkt
het dat men van Scheveningen in één
stuk kan door tremmen naar Katwijk
én Noofdwijk, zij het dan met een om-
4'eg van belang.
Leiden is dua electrisch met den Haag
Ou Scheveningen verbonden. Voor de
„feklenaars lijkt dat heel wat. Straks,
over eenige weken misschien rijdt ook
de tram naar Wassenaar door tot Lei
den. Zonderling dat plotseling zooveel
liefde voor Leiden aan den dag wordt
gelegd. Als we Ledenaar waren, zou
den wij die liefde verdacht vinden,
want, een groote stad die een dergêlij-
ke liefde gaat toonen voor rijn nahste
buren, heeft wel andere snoode bedoe
lingen. Reeds nu wonen zeer vele stu
denten van Leiden in den Haag. Het
voordeel dat zij daarin zien, is te be
grijpen. Er is meer sorleering in ge
meubileerde kamers, er is meer afwis
seling en ontspanning en vooral de
Zondagen zijn er te genieten. De stu
denten aan de Indische nfdeeling in
1 ciden hebben in den Haag hun home,
waar velen ook wonen. De studenten
die van Zaterdag tot Maandag naar het
ouderlijk huis plegen te gaan, zullen
het best in Leiden kunnen uithouden,
niaai zij die niet in die gelukkige om
standigheid verkeeren, weten hoe on
eindig vervelend de Zondagen en de
vacanties zijn in Leiden. Het is dus te
begrijpen dat men er over denkt in den
Haag te gaan wonen De verbinding
per trein is zeer kort en spoedig zullen
op de groote spoorbaanook elektrische
trams rijden Men is reeds bezig daar
voor de installatie gereed te maken.
Met drie lijnen is dus straks Leiden
aan den Haag gekoppeld. Zullen de
Leidsche dames gaan winkelen in de
residentie, zal men er de theaters gaan
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 71 - Tal. 411 - laaka
liurn- h Dim*Uh*i|
M—t. mi
■JUXIi ,!^|i min g. !,,J
Want het gevaar is ftiet zoozeer gelogen in
den moed als we# in de óhstülrfljige kracnx,
die haar eigen grenzen niet kent eg waar-
Wt Ueze uVertnoedigiheid voortkomt. Het is
everbondenvan onae jonge levenskracht,
dal we in de lente voelen, wanneer de nieu- wilden en gaan moesten. Ook tot dit in- st°om^rani van den Haag naar Lei-
-,Kht En 4»» te» 411». Ha vm^A.nh»w„.
is gelukkig wanneer we met dit inzicht
ook de berusting rjjk worden die eiaan
piut. Maar in zeker 80 van de 100 gevallen
zyn de oorzaken voor een grooter of klei
ner deel in ons zelven te zoeken. VVant,
wie, die, ouder geworden, zyn levensweg
overziet en beread is aUe conoequ^ntiea
eerlijk te aanvaarden, moet niet ei kennen,
dat het anders had kunnen iyn, maar over
eenkomstig z|jn verwachtingen en bedoe
lingen, wanneer hij zelf anders geweest en
«mderfc gehandeld had? Het is wellicht onze
schuld met. We wisten met beter en be
grepen niet, we konden veea! ook niet we
ten. Want dit weten, wat noodig is, is niet
het weten door anderen ons bygebracht,
■naar het inzicht, dat uit eigen levenser
varing geboren wordt. En daarom helpt het
misschien ook niet, of we, ouder geworden,
jongeren al tot de noodzakelijkheid van dft
.nziicht trachten te bekreten. Het is tegen
over de vele nadeelen een uer voordeelen
van het ouder wonden dat we dit inzicht
kiij,gen, omdat het de verheldering helpt
brengen, die we behoeven. We kunnen er
weinig moer mee doen om neter dan vroe
ger ons leven te richten. Maar het ’.tript
dat leven verklaren en dariMHe verklaring
aanvaa den. En wanneer we dim nog ook
m>dden in den tijd, dat de ,'onge levens
kracht brar overdadighe.d in nieuwe kle -
■■'■r. en geuren doet Jitsjilten, het even
kunnen influiateren aan w’e r>og voor hc’
kvc-n staat eh zyn z^ekt, maar ni»5
begrypt, dat hy alleen dtmr inspanning en
concentratie van al zyn krachten dien weg
vinden en bewandelen kan, dan moeten we
al blij zjjn, wanneer die even stilstaat en
glimlacht en doorgaat, maar wal vroeger
dan anders misschien begrijpen leert wat
hy in het leven noodig heeft, maar veelal
door het leven eerst verkrijgt.
We schoonheid en de nieuwe verwachtin
gen ons tegenlachen, maar dat we feitelyk
onze heele jeugd door gewaar worden. En
dit bewustzyn van overdadige kracht, van
ten teveel, deze zekerheid, dat we kunnen,
Wat we willen en dat het nog aityd en
spelend nog wel kunnen tot stand brengen,
bedreigt, zoo het ons al de noodige zeker
heid en het zelfvertrouwen kan geven, toch
ook het welslagen van ons leven.
Wanneer het waar is, dat het leven ons
tien twijfel leert, dan komt dat, omdat hel
|»ns het inzicht brengt en het duidelijker
begrip niet alleen van ons zelven en de
wereld, maar ook van de verhouding tus
schen die twee en meest van al van de
noodzakelijkheid van arbeid en concentra
tie, doelbewuste concentratie van onee
krachten, wanneer we werkelijk iets be
reiken willen.
Het is zoo jammer en het iykt wei een
Van de grootste en noodlottigste onvotko-
hnenheden van het leven, dat we in <ien
tijd van onze grootste kracht, wanneer onze
levenaenergne het sterkst is en we over het
meeste idealisme en het meest vaste ver
touwen en het onuitbluschbaar geloot
jeschiikken, we ook niet dit inzicht hebben,
bat ons den weg wyst door het leven. Wjj,
le meesten van ons, zyn in onze jeugd dik
wijls zoo ixiekeloos met onze knacht. Maar
tlat komt vaak, omdat we die kracht niet
jxsgrypen. We voelen den drang der uit-
ppattende levensenergie, maar we begre
pen niet, waarheen die ons hebben wil en
wat we ermee zullen aanvangen. En zoo
tve het al weten, herkennen we den weg
niet, die daarheen leidt en die alleen daar
heen' ledden kian. We gelooven ook boven
dien niet, dat die krachten werkelyk niet
zoo overmatig zyn, of we zullen ze allen
noodig hebben. Zoo verspillen we allerlei,
terwijl we toch den .drang naar daden voe
len en vaag of duadelyke idealen ons voor
oogen schemeren, deels omdat we ons zelf
hiet kennen, deels omdat we de wereld niet
kennen en den gang door het leven niet be-
grypen. En in plaats van ons te concen-
treeren in een ernstig, krachtig streven,
in plaats van de middelen te grijpen, die
toch voor het bereiken van het doel nood
takel ijk zijn, gaan we her en der en kun-
pen de lijn van ons leven niet vinden of
meenen soms ook, dat het altijd nog tyd
is die IJjn vast en energiek te volgen. Zoo
komen’we veelal, waar we niet wezen wil
den en waar we nooit gedacht hadden te
tuig wachtte. Wanneer er een huurrij-
tiagje kwam aanrijden en de koetsier
zijn dienst aanbood, maakte rij een be
weging met de hand alsof rij een vlieg
wegjoeg, en liep door.
Achter haar, op grooter afstand dan
anders gewoonte was, liep een knecht
met een reisdeken over zijn arm, een
verrekijker aan een riem over rijn
behouder, en een vouwstoel in de hand.
De knecht had een lange zwarte ge-
kleede jas aan, met een veelkleurig
stijf ordelint, een witte das en een
breeden lagen cylinder met een cocar-
de op daarbij roodbruine glaró hand
schoenen.
Als hij den hoed afnam, zag men een
glimmende kale kruin door zwarte ha
ren omgeven. Soms, op bijzonder war
me dagen gaf het haar af en zag de
kale bruin er uit, alsof zij getatoeëerd
was
Mevrouw Markoff fronste dan ’t voor
hoofd
„Tk geloof werkelijk, Anton....”
„De warmte, mevrouw
.Drommelsche vlegel, ik wil niet dat
Anton werd beurtelings
De laatste keer Excelle
ste keer.
Het kostte hem nog altijd moeite om
niet „excellentie” te zeggen, evenals
het hem zwaar viel zijn haar niet te
mogen verven.
Mevrouw Markof! verlangde veel van
den zestigjarigen ouden dienaar, die
Hn zijn kring niet minder harten had
I in het krijgshaftig gewaad waarmede
z’n bleek, verwrongen gelaat met het
korte, dunne kneveltje, bijna een. eebar-
ntelijke tegenstelling vormde.
Er ontstond een gefluister, toen An
ton den vorst aanmeldde, den naam
Van den heer die hem op den voet
volgde hoorde niemand meer. Ofschoon
Anton hem duidelijk en heel nauwkeu
rig den salon had ingeroepen.
„De heer Arpad Cntalo, kunstschil
der...”
Anton ging nog verder terug in rijn
herinnering. Van oud» was de vrouw
van den generaal altijd ingenomen ge
weest met kunstenaars. Reeds deetijda
in Parijs, toen men haar nog „Hoog
heid” noemde, omdat de grootvorst
„mijne vrouw” zeide, als hij over haar
bprak. Vermetel als hij was, waagde
hij het zelfs, baar naar Rusland mede
te nemen. Het zou hem slecht vergaan
zijn, indien de toenmalige tsarin niet
In de bres was gesprongen voor haar
lievelingsneef. Zoo kwam hij er met
pen verbanning op rijn landgoed Rud-
miki in het binnenland van Rusland.
4tT l« -- 4..^»
ADVERTENTIEPRIJS) Uit Geuda «n omitrefcen (bahoonmd» tot den bMorgkriag)*
14-4 regels flM, elke regel aaeer /OJk. Van buiten Gouda en den besorgkringi
14-6 regel» 1.65, elke regel meer 0-80. Advertentibn in het Zaterdagnummer M
b|dlag op den prtfa. Liefdadigheids-adverteatUin de helft van den prtia.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regeb 2.06, elke regel meer ƒ040. Op
de voorpagina 60 booger.
Gewone advertantiin en ingezonden mededeelingen btf contract tot seer geredneeer-
don prijs. Groote letter» en randen worden berekend naar plaataruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tunechenkonut vaa aoliede Boekhrib-
driaren, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daags véér de plaatriag
zin bet Bureau zijn ingekomen, teneinde van opnam» verzekerd te sjjn.
1) -
In de vreemdelingenlijsten van de
Zwitsereche badplaatsen stond zij inge
schreven als' mevrouw Markoff, de echt-
genoote van generaal Markoff.
Iedereen kende haar, en men groette
haar vaak, zonder dat men persoonlijk
aan haar was voorgesteld. Er was iets
aan haar dat tot dezen groet noopte,
hem bijna afdwong. Zij was stellig meer
dan de vreemdelingenlijst aangaf. Men
“g het aan de uitdrukking van de nog
altijd groote, staalblauwe oogen, dia
heerschzuchtig op menschen en dingen
werden gericht aan de manier het
zilver-witte hoofd te neigen, zonder den
neg te verroeren.
Overdag droeg zij altijd slechts glad
de, zwarte tailor-made costuums. Maar
ah zij liep ruischte het van zware zijde.
Zij liep langzaam en majestueus
bleef nu en dan staan, met een korten
zijwaarttehen blik alsof zij op haar rij-
831 31
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, over»! waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.16, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en da postkantoren.
Onae bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie Tel. 545.
1181