Nu is het tijd
Vraagt „DORLAS" THEE
"lij ïtrzekerwi lil
POLAK,
H. A. JONGEBOER
iboiDtirl I op lil Mtd
DE GÖÏDScëË FRUITHANDEL
LEVENDE MEST.
GOUDSCHE COURANT ZATERDAG 26 APRIL 1924. TWEEDE BLAD
Overhemden,
Boorden,
Dassen,
Sokken,
Bretels,
enz.
een nieuw Rijwiel.
JAC. STRAVER,
BREUKBAND OF
BUIKGORDEL NOODIG?
J. H. Krom Zoon,
Migizijn vin Schoonnaak-ArtikelBn
Brillen en Pince-Nez.
Genezing.
Volks-Meubelmagazijn
Korte Noodgodsteeg 10
Anton Coops
Sanatogen
jaP°
Duizenden
ervaren, verstandige
hulsvrouwen, die in de
laatste weken bij ons
kochten, zijn nu wel
daarvan overtuigd
Voorjaars
Mantel
Vroeger of later zult
ook U eveneens van die
overtuiging profiteeren
Waarom niet dadelijk?
ROTTERDAM
27-29-32-36-40 cent pep ons.
M ||>VA Spatschermen
■lij I IJ" Weer en
Torpedofponts fcnz.
J. UITMAN, Baan 135,
Telef. 3655 - Rotterdam.
namaak bij de wet verboden
A. C. Waardenburg
Lange Dwarstraal 45 Gouda-
Goudsche Dienstverrichting
Turfmarkt 1 - Telef. 344 - Gouda
Zeer snelle verhuizingen met auto-verhuiswagens van
en naar alle plaatsen.
Transport van Piano's, Orgels, Brandkasten, enz. enz.
ALTIJD ONDER GARANTIE.
Goedkoope prijzen. Zeer nette behandeling.
Feuilleton.
U suit lavpadan sl|n
■Is a* Uw
1200
30
Koopt ft>l|
I voor 't aanschaffen van
Wendt U daarvoor tot 't adres
ZWARTE WEG,
achter de Fa. VAN ERK.
Nok ©enige 2e Hands DAMES- en HEE
RENRIJWIELEN. in zeer goeden staat,
tot lagen prijs af te geven. use so
Emailleer- en Reparatie-inrichting.
Vakkundige Bediening.
GAAT DAN NAAR
BANDAGIST.
MARKT 25 -i- GOUDA
PASKAMER BESCHIKBAAR
BANDEN EN B0R0ELS VOOR DAMES
WORDEN DOOK OAME AANOEMETEN
|Sr' Bestel tijdig:
SPANRAMEN f 1.50
STOFZUIGERS 12-5»
per dag.
TEL. 333 WIJDSTR. 29
OPTICIEN,
Westhaven 14, Gouda, Telef 292.
Groote sorteering in 113 16
Electrische Slijp- en Reparatie-Inrichting.
Levering van Brillen op voorachrift.
Barometers. Kijkers. Thermometers.
Leverancier der Goudsche Ziekenfondsen.
Slapeloosheid
Zenuwtoevallen
Zware Hoofdpijn
Zenuwkwalen,
ONMIDDELLIJKE GENEZING
door
Antlnervln.
Per koker 1.50
Ch«m. Fabriek B. ROOS Co.
78 Jonkerfransstraat. R'dam.
ff Vraagt PrUnoournnt. "Dj
hoek Peperstraet
Dit is je adres voor
REPARATIËN VAN MEUBELEN.
772 15 Beleefd aanbevelend.
DROGIST WIJDSTRAAT 31
voor Zoouvrziolion
1194 10
niets
90
Deze
modieuze
v.^or
prachtige kwali
teit laken met
gladde engeplis
seerde volants.
In alle nieuws
mode-kleu ren,
koot
m
hoogstraat!
tl. KQHTË hooqitbaat
onze Heerenzaak Thans ook Heerenkleeding voor dezelfde lage prijzen.
<HST»D.M >mUHDnm UTRECHT LEIDEN GRONINGEN ENSCHEDE
OEURIO en WATERHOUDEND
1192
10
LANOE TIENDEWEG 27 - TELEF 313
heeft in voorsad:
OOUDA
BLAUWE DRUIVEN.
VER8CHE AARDBEIEN.
TAFELPEREN.
TAFELAPPELEN.
MANDARIJNEN.
SINAASAPPELEN.
BANANEN.
DOOSJES TUNISDADELS.
NIEUWE VIJGEN.
DIVERSE SOORTEN NOTEN.
BLIKGROENTKN (rntrk .Slmteli) (eriri «ch.rp coDeun-Mrende prUiai.
Wij brengen in den handel een ontledings-bacterie, welke de eigenschap
heeft de organische stof in den grond te bevorderen en daardoor ten voor-
deele van den plantengroei te werken.
De zuiverste en natuurlijkste bemesting en veel voordeeliger.
Bijna overal verkrijgbaar, waar niet vertegenwoordigd is gelieve te
schrijven aan den depothouder
Venn, tot Exploitatie van Hernestuig'a procédé's, Jufferstraat 6, Rotterdam
Beleefd aanbevelend, L. N. POLDERVAART.
Ptrsooitlljklwid.
Onder dezen titel schrijft Dr. C. J. WJj-
naends Francken in „Leven en Werken" o.a.
het volgende:
„Het streven, alle menschen gelijkwaardig
te achten en geen meerderheid van enkelen
te erkennen, wordt helaas door velen voor
gestaan; maar in plaats van heilzaam te
werken, heeft het veeleer een verderfelyken
invloed van verslapping en tuchteloosheid.
Het is inderdaad een bewijs van grenzen
loze verblinding, niet het bestaan te wil
len erkennen van uitzonderingsmenschen,
die in karakter en persoonlijkheid hun me-
verre overtreffen, gelijk er an-
die door verstandelijke gaven en
i uitblinken.
Ook op moreel gebied kan men spre
ken van genieën; en het is wel een bewijs
van geweldige kleinzieligheid, indien men
niet instaat is zich door een dergelijke ze
delijke grootheid en heldendom te laten
ontroeren tot diepgaande bewondering.
De predikers der onderlinge gelijkheid
behooren voor een groot deel tot diegenen,
welke geen meerderheid boven zich willen
erkennen en al wat boven henzelven uit
steekt naar beneden halen en willen terug
brengen tot eigen niveau. Om vooral riet
achter te staan bij meerbedeelden en meer-
begaafden, wordt dan een kunstmatige en
valsche gelijkheid verkondigd om de ijdel-
heid te ontzien en eigen en anderer zelfge
voel in 't gevlei te komen. Alle middelma
tigheid toch is allicht geneigd uit afgunst
of ook uit vreeze van zejf minder waar
deering te zullen vinden, al het groote en
boven haar staande te negeeren en er zijn
openlijke huldiging en bewondering aan te
onthouden, hetzij dan uit afgunst, hetzij
omdat zij het niet begrijpen kan en het haar
bevattingsvermogen te boven gaat. In plaats
van bewondering wordt dan op kleinzielige
wijze er naar gezocht, gebreken te ontdek
ken en het minderwaardige te verheffen ten
koste van het hooger staande. Zoo ziet men
veelal dat een groote persoonlijkheid veel
imponeert en een stille, dikwijls niet erkende
bewondering wekt, maar dat zij terzelfder
tijd een verholen nijd en weerzin wakker
roept, die prikkelt tot opstand en verzet.
Al gevoelt het menschelyk kuddedier in-
welke het zich onderwerpt, terzelfder tijd
wordt veelal over niets meer gejuicht dan
over den val van hem, die zich eerst in
een geweldig succes mocht verheugen.
Hoe het zij, een gebrek aan gave van be
wondering voor de grooten onder ons, zooals
dat dikwijls wordt waargenomen, is een
onmiskenbaar teeken van verstandelijke of
moreele minderwaardigheid."
BarlijnacheBrieven.
(Van onzen speeialeu Berlijnschen
medewerker)
Berlijn, April 1924.
Toen in den aanvang van verleden
jaar het (Roergebied bezet werd, waren
er vele, die niet onder het vreemde juk
wilden buigen, wat eigenlijk niet zoo
heel erg verwonderlijk is. De Franschen
schenen dit echter niet alleen zeer \év-
wcnderlijk, maar zelfs zeer strafbaar te
•vinden, zoo iets als landverraad, en
stunten iedereen, die niet reageerde op
vriendelijke vuist- en zweepslagen, zon
der erbarmen in den pot. Onder dege
nen, die wegens een of andere kleinig
heid werden gevangen genomen, bevond
zich ook een jonge man van 20 jaar,
Willi Dreyer. Hij werd tot dwangarbeid
veroordeeld en met nog anderen naar
hel eiland St. Martin de Ré getranspor
teerd Einde van verleden jaar werd hij
daar ziek, bieel in gevangenschap, en
hoewel de Duitsche gezant te Parijs
.SIMPLIFIX" merk „VOSSEKOP".
wascht e® verft tegelijkertijd alle Soorten
Stoffen.
Verkrijgbaar by: ANTON COOPS, Wyd-
straat. Drogisterij „HET GROENE
KRUIS», Kleiweg No. 91. 1212
trachtte hem uitgeleverd te krijgen, ge
lukte liet hem slechts roet veel moeite,
toestemming te verkrijgen, dat de ouders
hun stervend kind mochten bezoeken,
iniusschen was hij reeds gestorven en
bleef den ouders slechts over het stof
felijk overschot naar de „Heimat" te
latèn brengen. Begin vorige week kwam
het transport hier aan en werd aan het
Anbalter Bahnhof met eerbewijzen ont
vangen. Eenige ministers, verschillende
generaals, vereeuigingen, tot welke de
overledene behoord had, met omfloerste
vaandels, en een militair muziekcorps
waren aanwezig. De overbrenging naar
het andere station, het Görlitzer Bahn-
hof vanwaar het naar het kleine kerk
hof in een plaatsje even buiten Berlijn
ging, geleek een triomftocht. Aan alle
zijden stonden de menschen met ont-
blooten hoofde en eerden zoo den jon
gen man, dien zij beschouwen als een
martelaar voor zijn vaderland. Op het
keikhof waren wederom vele afvaar
digingen van vereeuigingen met hunne
banieren, hooge officieren en vele be
langstellenden. Over de 100 vaandels bo
gen zich over de groeve tot teeken van
ïouw en de „Pfarres" sprak diepge
voelde woorden en verlangde geene
wraak, maar gerechtigheid. En wat is
gerechtigheid voor de vele jonge lie
den, die om dit graf stondem, anders
dan wraak, oog om oog, tand om tand
Wanneer het zaad, dat hier gezaaid is,
opkomt, dan irf de vrucht een nieuwe
vu bitterde oorlog om te wreken, wat
sinds den vrede geleden is.
Heel eenvoudig, zonder eenige plech
tigheid, is de zooeven gestorven Hugo
Stinnes begraven geworden. Z.jn naam
was vèr buiten de Duitsche grenzen)be*
Rend, hij was bekend als een der rijk
ste misschien de rijkstoman in Duitsch-
land De meeste der groote hotels, der
groote dagbladen waren zijn eigendom,
het bekende Siemens—Halske consor-
Uom was met hem verbonden, en alles
wal met hem te doen had, stond ook
uiin of meer onder zijn invloed. Hij
was een man met groo.e gaven, die uit
sluitend op het geidveruienen gericht
Uaren, werkte van 's morgens 6 uur tot
's nachts één, twee uur en gunde zich
geen rust. Hij had een onnoemlijk aan
tal vijanden en benijders en het is
eigenaaidig, hoe de meeningen over
hem verdeeld zijn. Terwijl men aan
don eenen kant hoort van zijne groote
vaderlandsliefde en van zijn vele wel
daden, zegt de andere zijde, dat hij
slechts aan zich zelf en aan zijne kin
deren dacht. In het crematorium, waar
hij verbrand werd, waren eveneens ve
le afvaardigingen en hooge officieren,
maar de plechtigheid was zeer eenvou
dig.
-j)n na deze twee beroemde dooden,
het leven Niettegenstaande alle tegen
spoeden, koude winters en andere nare
onigen, komt de eerste langzaam maar
zeker, hoewel velen beweren, dat wij
een nieuwen ijstijd tegemoet gaan. Men
nerkt dan ook de lente alleen aan de
omgespitte tuinen en landen, waar
schuchter reeds een beetje groen voor
-Jen dag komt, aan de bedrijvigheid van
naaisters- en modezaken, die allen met
stoom arbeiden, omdat iedereen zijne
kleeren nog voor Pasoheu klaar wil
lubben. Velen gaan naar Zwitserland
en Italië, hoewel zi) vanaf den lOden
April per hoofd 500 mark moeten be-
taten, anders krijgt men de toestemming
n.tl van het belasting-kantoor. Dat is
n.l. de nieuwste methode, om geld biu-
nen te krijgen, en hot ongeluk is, dat
juist weder die menschen getroffen wor
den die een buitenlandsche reis het
hardste noodig hebben. Zij, die zich
steeds alles hebben kunnen verschaf
fen, betalen ook met genoegen die 500
mark meer voor hunne reis, maar de
arme menschen, die eindelijk na jaren
zwoegen en weinig voeding, weer in
staat zijn voor een paar weken met
hunne paar mark, die nu wat waard
zijn in het buitenland, eens een beetje
gezondheid en rust op te doen, moeten
in Duitsebland blijven, want voor dézen
is het bedrag niet te betalen het ge
spaarde bedrag reikt maar nèt voor de
reis Ja, ja, steeds wat nieuws muar
zelden wat goeds
Een bewijs van de nveerdère koop
kracht des volks is echter do oude ge
woonte van het koekenbakken, die weer
langzaam terug komt. Het Duitsche volk
is (lol op koeken en koekjes, die naar
den Hollandsetan smaak niet fijn ge
noeg zouden zijn, maar die hier met
groote hoeveelheden zelf gebakken wor
den Daar echter niet iederen thuis de
gelegenheid heeft, schuift men de vor
men tegen een kleine -betaling bij den
bakker in den oven, en zoo ziet men
op Zaterdag, heele stoeten van kinde
ren en vrouwen, die hunne groote
zwarte platen en vormen vol koek in
triomf naar huis brengen. „Napfku-
clien", Spritzkuchen",i „Strensel-ku-
clien", en hot' ze allen mogen heet en,
weren het laatste jaar oene luxe, die
men zich niet permitteefen kon, maar
nu wordt bijna in ieder huisgezin
s Zondags weer de èohto koffie ge
schonken en dan ontbreken de bergen
„Kuchen" ook niet. De gewone koek
jes, waarvan men in Holland zoo on
eindig veel soorten heeft, kent men hier
niet, hetzij dan dat men het „Teege-
bück" zoo noemt, dat eigenlijk maar in
éene soort te krijgen is, en naar onze
begrippen siuuakt naar niets. Ik gelooi
dit het ligt aan de boter, die hier al
tijd flauw is en het zoodoende onmoge
lijk maakt, echte boterkoekjes, zand
taartjes en dergelijke klaar te maken.
De vroegere Irots van iedere „koudi-
torei", „Wïndbentel mit Schlagsahne"
(slagroom) kan men ook niet krijgen,
want het maken van room en dus ook
van slagroom, is verboden, in verband
met de schaarschte aan goede melk.
Maar we gaan toch in ieder geval in
de goede richting.
Ais teeken van het voorjaar ziet men
ook de vele kinderen, die „eingeseg-
net" worden. Dat is het feest, dat de
schooljaren afsluit en ieder kind al
®yn de ouders ook in geen jaren
eene kerk binnengegaan, ook „einge-
signet". Toi zelfs het armste kind krijgt
bij die gelegenheid een nieuw zwart
pak of een wit japonnetje, het meisje
krijgt den krans op het hoofd, de jon
gen een bloem in het knoopsgat, vader
en moeder tooien zich in de beste klee-
ien; papa in ieder geval in „hooge zij
den", al is hij geleend, en zoo zietknen
In alle wijken, kleine optoohtjes met de
leostkindertjes voorop met trots door
de straten wandelen. Het is een dure
tijd voor de huisvaders, maar een voor-
ceeligo voor de kinderen, die vun alle
zijden geschenken krijg«m en voor de
piedikanten, die een drukken tijd heb
ben en voor wie het een groote bron
van inkomsten is. En daar iedereen
moet kunnen zien, dat zij ingezegend
worden, loopen de families kk» den
heelen dag en denken niet aan een rij
tuig. Zooals trouwens alles hier meer
ge ooud wordt. Sij begrafenis slui
ten zich de kennissen, inede-huisbewo-
ners en buren aan, en komen in hoo-
gen hoed op de begraafplaats, zelf in
de hand een groote krans dragend die
daar zelf wordt neergelegd. Steeds ont
moet men in de trams deze „bewijzen
van belangstelling", die trouwens
imeestal een zeer dure „noodzauk" zijn,
daar men anders de rouwdragende fa
milie zeer zou beleedigen I
Brl.ven vin ein Qouwinair
uit Parijs.
XXIX.
PARIJS, 23 April 1924.
M'n gezicht moet beslist erg bekommerd
gestaan hebben toen ik gisteren, met een
heerlyk warm zonnetje in den rug en een
snelheid die een Goudsche KJeiwegstyfse-
laar waardig geweest zou z(jn, over de
Boulevard des Italiens flaneerde, want
m'n vrind Durand die ik vlak voor de Rue
Drouot tegen 'tlyf liep, vroeg dadel(jk
wat eraan mankeerde.
„Ach", mompelde ik onverschillig,
„niks".
„Hoor eens, beate kerel" zei ie toen,
„als d'r niks is, dan is 't een eeuwig schan
daal om met dÜ goddelijke zomerweer met
zóón gezicht over een Parüsche Boulevard
te loopen. Natuurlijk is er iefU, voor zoo
ver ik weet is het niet je gewoonte om je
medeanenschen op een dergelijk triestig
snuit te vergasten. Vertel op. Heb je zor
gen? Is je vrouw d'r vandoor met een
amant Ben je bestolen in een nachtkroeg
Komt je schoonmoeder je opzoeken
Ik keek Durand met een bestraffende
blik aan:
„Men vieux, je weet net zoo goed als
ik dat ik niet getrouwd ben..."
„Wees bly", wwhtte hü, ,jdoe het ook
maar nooit".
„Laat me uitsproken alsjeblieft. Je
begrijpt dat ik dus geen sohoenmoeder heb
en je weet dat ik me uit principe niet laat
bestelen."
Hü keek me onderzoekend aan, trok oen
rimpel in z'n voorhoofd en dacht na.
„Is het dan nog erger?" vroeg ie me
delijdend, „ben je verliefd of kom je van
een begrafenis?"
„Nee", stoof ik op, „als je het dan
met alle geweld weten wilt: „ik kom van
de bank."
„Van de bank", herhaalde hÜ met
zorgvol gezicht, „zoo, zoo, van de bank".
Een tydlang zweeg ie.
„Maar wat heb je dan in hemelsnaam
op die bank gedaan dat je zoo treurig
kykt 7"
„Durand", zei ik, „waar zitten je her
sens. Wat zou ik, die geen couponnetje in
te wisselen heb, en geen handelsman ben
op een bank doen?"
Toen ging Durand de bekende lantaarn
paal op en terwyl hy meewarig z'n hoofd
schudde vroeg ie zacht:
„Hoeveel kreeg je vandaag?"
„Vijf vier-en-dertig", mompelde ik
toonloos.
Werktuigelijk herbaalde hü 't cijfer,
trok toen een wys gezicht dat 'm heelemaal
niet stond, deed of hü nadacht en zei als
ware 'teen orakelspreuk.
„Dat is niet veel. Da's minder dan
vroeger. Twee maanden geleden duizend
twaalf."
„Inderdaad", beet ik hem toe, „het is
minder, zooals je met je gewone scherp
zinnigheid opmerkt. Maar hou in hemels
naam je mond verder. Het getal duizend
twaalf stemt me weemoedig en maakt me
boos tegelük."
„Had je toen maar een hoop francs
gekocht", hield ie vol, „maar enfin, dat kon
je niet van tevoren weten", Het h\j er bü
wyze van troost dadelijk op volgen.
„Durand", beweerde ik ironisch, je
bent een origineel e vent. Je vertelt dingen
die werkelijk nieuw voor my xyn. Lieve
hemel, kerel, dat heb ik nou al honderdmaal
gehoord. Iedere Franschman met wie ik
over „les changes" praat, beklaagt me,
vindt het natuurlijk heimelijk toch wel ple
zierig en komt dan tenslotte met diezelfde
opmerking. Maar bij ons zeggen ze dan
„as" is verbrande turf. Natuurlijk snapte
Durand deze buitengewone geestigheid niet,
wat 'm ook niet kwalijk te nemen wae, maar
hü beschouwde het als een uiting van smart
en dacht niets meer of minder dat ik naar
de dood verlangde omdat ik over aach praat
te. By wyze van troost en om blijk te go-
ven van z'n goeie bedoelingen vroeg ie:
„Wil je soms wat van me leeaen?"
„Zeker om hot je terug te betalen als
de franc weer op pari staat'', spitnte ik
vénnig terug, „nee, je kunt me +én pleaier
doenpraat me nooit van je( leven meer
over koersen, francs en guldens, dan be
wijs je me een weldaad."
En Durand, die de goedheid in eigen j>er-
soon is, beloofde me het onuitstaanbare on
derwerp niet meer aan te roeren.
Vüf minuten later, onder het drinken van
een café crème, zaten we over politiek te
praten en tien minuten later hadden we 't
natuurlijk over dollars, ponden en francs.
Waar het hart vun vol ia, loopt de mond
van over.
Maar een mooie vrouw die voorbijkwam
iets waar Durand altijd erg gevoelig
voor is leidde ouzo aandadK.af en voor
de zooveelste maai kregen w® 't over de
eigenaardige bekoring van de groote bou
levards.
't is vreemd", zei Durand, „het züu
straten als andere, de winkels zyn ei* mooi
maar niet mooier dan in andere straten,
on toch is er eon mysterieuze macht die
iedereen trekt naar dat stukje van Far ijs
tusschen de Madeleine en de République."
„Ja, moest ik toegeven, wie een tijd
lang in Parijs is begint tenslotte het „es
prit" van de boulevards te begrüpan. Een
vreemdeling loopt er, nou ja, omdat de rest
er ook loopt, maar de Faryzenaars loopen
ei omdat ze er als door een magneet naar
toe getrokken worden. Er is iets, ik kan
niet uitduiden wat, dat een unieke sfeer
schopt op jullie boulevards. Of dat d« men-
schenmaasa, of de winkels of iets anders
is, ik weet het niet, maar ik ben nu lang
genoeg hier om het ook te voelen."
Da'a 't beate bewÜs dat je ingebur
gerd bent", zei Durand. „Iedere Pariaien oI
Parisienne voelt een ondefinieerbare en on
bewuste liefde voor de grands boulevards,
'k Heb daar al dikwüls over gedacht en ik
weet niet wat hot is. Het is niet alleen
traditioneele sleur om daar te flaneeren,
het is iets dat sterker is dan jezelf. Parjj*
heeft misschien wel driehonderd „boule
vards" maar ,/le" boulevards zün juist die
vyf van de Madeleine tot de place de la
République.
En heb je wel eens opgemerkt dat de
eentt kant altüd veel drukker is dan de an
dere? Vreemd is dat hè? Waarom zou dat
zym? De winkels uan de andere kant zün
not zoo mooi, het trottoir is even breed,
on toch... altijd loopen er veel moer men
schen aan de kant van de Opera dan aan
de andere. Ik snap er nieta van.
„Net als met die franken van jullie,
da's ook zoo'n ondoorgrondbaar raadsel",
merkte ik nog op toen hü wat ie anders
nooit doet myn koffie ook betaalde. H(j
had zeker toch wel meelü met me.
A. G. S.
Engaland, Frankrijk an BalgiS habban bat plan
dar daskundigan aanvaard.
lüuulpleginn van eenige financiers. Een resolutie van den „Deutschen
Industrie und Handelstate". De erkenning der Grieksche republiek.
l>e commissie van herstel heeft guste ren
officieus vergaderd en kennis genomen van
de antwoorden van de Fransche, Belgische
en Engelsche regeeringen, waarbü deze de
besluiten der commissies van deskundigen
aanvaarden- Hot Belgische antwoord zegt,
dat dit land zich over de uitvoering van
het nieuwe plan, voorzoover het er by be
trokken is, in verbinding zal stellen met
de overige geallieerden. Men verwacht het
Italiaanache antwoord morgen. Zoodra alle
antwoorden ontvangen zün, zullen zü he
kend gemaakt worden.
De commissie zal Dinsdag officieel bij
eenkomen.
Zoo men ziet zet de Commissie van Her
stel dus haast achter het onderzoek. Nu ze
het Fransche, Britsche en Belgische ant
woord in handen heeft en dat uit Rome
wordt verwacht, hoopt ze alle antwoorden
de Japansche en Zuid-Slavische incluis,
spoedig te pubUceeren. Aan al die regeerin
gen bracht ze de rapporten over, met de
aanbeveling zich te vereenigen met hunne
conclusies, voor zoover deze die regeerin
gen raken en met het verzoek te antwoor
den of ze die aanbevelingen inderdaad aan
vaarden. Amerika, dat in de commissie of
ficieus vertegenwoordigd is, ontving slechts
de rapporten en bevestigde de ontvangst
zonder meer. Omtrent de Britsche en Bel
gische antwoorden wordt, zoo zegt een part.
schrijven aan de N. R. Crt., nieta losgela
ten. In onderdeden schijnen die meeningen
af te wyken.
Anderzijds wordt gemeld dat het ant-
van de Engelsche regeering op de nota van
de Commissie van Herstel aan <je gealli
eerde regeeringen betreffende het plan der
deskundigen waarschijnlijk vandaag zal
worden ingeleverd. Naar letter en geeet
zal hot, naar wordt vernomen, geheel over
eenstemmen met Ramsay Mac Donald's ver
klaring in het Lagerhuis, waarbij de pre-
Haar Surprise.
(door Fine).
In de groote, gezellig ingerichte huiska
mer zat Tilly in haar hoekje by het raam.
Haar handen, die zoo even nog üverig aan
het entre-deux gehaakt hadden, lagen nu
rustig in haar schoot Peinzend staarde zy
>n de verte over het weiland naar de on
dergaande zon. Statig liet de gong in de hal
6 slagen hooren.
Nog twee uur, dan zou ze weer naar Ri
chard Steelman gaan om hem z'n compositie
voor te zingen. Wat duurden de dagen haar
soms lang. Iederen dag bracht haar hetzelf
de werk. Iederen dag was het 's morgens
zorgen voor het ontbüt, dan de koffietafel
gereed maken. Nadat de koffieboel was
weggeruimd werd het tyd voor de thee. Dan
zat ze bü haar vader met een handwerkje,
tot het tüd werd voor het avondeten. Soms
«n het schemeruurtje vroeg haar vader haar
of ze z(jn lievelingslied nog eens wilde zin
gen. Dan ruischten zacht en lieflijk de eer
ste accoorden van het „Panis Angelicus"
door de raime kamer en even later zette z(j
jnet haar diepe volle alt het lied in. Soms
maakten ze 's avonds samen een visite of
ontvingen zelf bezoek van enkele goede
vrienden.
Z°o verliep jaar na jaar in hetzelfde
sleurleventje, tot ze kort geleden kennis had
gemaakt met de jonge componist Richard
Steelman. Iemand van middelbare grootte
met interessant uiterlijk, en sprekende,
blauwe oogen. Toen zy op verzoek eenige
liederen gezongen had, was Steelman een
praatje over de muziek begonnen en 't re
sultaat was, dat Steelman haar uitnoodigde,
eens op z'n kamer te komen om zyn nieuwe
oomposities te hooren. Op de laatje had hü
pas woorden gemaakt en zy zou hem een
groot genoegen doen, wanneer ze die eens
voor hem wilde zingen. Ze had zoo'n buiten
gewone mooie alt en 't Btuk zou juist goed
voor haar stem liggen. Aan die uitnoodiging
had ze gevolg gegeven en van lieverlede wa
ren die bezoeken regel geworden. Straks
zou ze weer gaan. Al geruimen tyd had hy
haar gesproken over een compositie voor
een wedstryd. De mooiste zou bekroond wor
den en daar zou dan een vrij aanzienlijke
som voor worden uitgeloofd. „O, Tilly,
Tilly", zeide hy telkens, als ik toch de ge
lukkige eens was. Wat zou jy dan een heer
lijke surprise krygen met St. Nicolaas. Wat
zou ik dan gelukkig zün. Zeg, vriendinnetje,
zou jü dat ook niet heerlük vinden?"
Ja, Tilly zou het ook heerlyk vinden. Ze
zou niets liever willen dan dat hü de wed-
strüd won. En Tilly zat nu in afwachting,
dat het tijd zou worden om te gaan, ze zag
verlangend uit naar den uitslag van den
wedstrüd. Met steeds meer verlangen was
ze de dagen tegemoet gaan zien, dat ze bü
hem zou zijn, om voor hem te zingen, 't Was
haar een behoefte geworden hem bü zyn
werk te helpen. Maar ze had zich zelf moe
ten bekennen, dat het niet alleen het muzi
kale genot was, wat haar naar de Woens
dagavonden deed verlangen. O, neen, al zou
ze niet behoeven te zingen; als ze maar bü
hem mocht zün. Zou hü wel zoo veel van
haar zün gaan houden, als zü van hem?
Natuurlük kon hü nu nog niet spreken, hü
had niets om haar aan te bidden. Met geen
enkel woord, gebaar of blik, had hü ooit zün
gevoelen voor haar te kennen gegeven. Al
leen verleden week, toen hij sprak van de
surprise, had zü van ontroering gebloosd en
de hoop was haar hart binnen geslopen.
Over 14 dagen zou de uitslag van den
wedstrüd bekend worden gemaakt en
drie dagen later was het St. Nicolaas.
Aan den avond van den dag, dat de uit
slag bekend zou worden, liep ze nog even
bü hem op. „Zoo, ben je daar nog eens,
kleine ongeduld," zei hü- „Kan mün kleine
vriendinnetje haast niet langer wachten?
Neen, ik ook niet, maar ik heb me zelf die
straf opgelegd en dus moet jü daar nu ook
maar in deelen. Kom je dan 's avonds hier?
Toe, doe het maar en breng je vader dan
mee, dan maken we er een echte fuif van,
hè?"
St. Nicolaaaavond sneeuwde het «en beetje
en 't was vinnig koud, maar Tilly voelde
geen kou. Ze zou van avond haar surprise
krygen. O, wat gloeiden haar wangen en
wat bonsde haar hart
Richard had z'n kamer extra gezellig ge
maakt en zün hospita had juist de warme
bisschop op het lichtje gezet, toen er ge
beld werd «1 Tilly met haar vader werden
aangediend. „Kom binnen, kom binnen luid-
jes, 't wordt van avond feest, echt feest,
Tilly. Zeg vriendinnetje, geloof je dat?" En
met een gelukkige glimlach zag ze muir
hem op en zei: „Ja zeker, geloof ik dat."
Eerst werd er een pakje binnengebracht
voor Tilly's vader en juichend werd het uit
gepakt en luid lachte men bij het zien van
de geestige woorden, die er bü geschreven
waren.
Even later kwam er een pakje met het
opschrift: „Voor Tilly". Met bevende han
den maakte zü het open en vond een mooi
rond doosje, waarvan ze de sluiting met
moeite ontdekte. Eindelük had ze het open
en haar trillende vingers gleden over een
prachtige zyden piano-looper. Met keurig
rondschrift was er een briefje op gehecht
met de woorden: „Voor mün lief vriendinne
tje van haar trouwen vriend Richard Steel
man; als een blük van waardeering en op
rechte vriendschap voor haar lieve hulp."
Met een warme handdruk wilde ze hem dan
ken en stamelde ieta van „veel te erg".
„O, neen," zei hü. „nieta te erg, maar
t heerlykate heb je nog niet gezien. Ik heb
den wedstryd gewonnen," jubelde hü, ,JHjk
dan toch eens naar 't geen onder het papier
ligt."
Met een hoogroode kleur haalde se een
klein wit kaartje te voorechün* waarop
stond:
Verloofd:
Richard Steelman
en
Anny Wevers.
Tilly voelde het bioed uit haar wangen
weg trekken. Eén moment dacht ze te sullen
vallen, doch toen gaf haar groote liefde voor
hem haar de kracht om zich goed te houden.
Met een van aandoening trillende stem
wenschte ze hem veel geluk met zü» verlo
ving. Ik ben zoo blü voor jou, zeide sü.
Kom, zeide ze tegen haar vader, we moe
ten naar huis, anders wordt het voor u te
laat U is na uw verkoudheid nog niet in de
avondlucht geweest. Ja, kindje, ik ga mee,
maar zing dan nog even een mooi stukje
voor ons.
Hé, ja, zei Richard, maar dan een jubel
zang, want het is feest van avond. En met
een hart dat haar van pijn scheen te bege
ven zong ze een van^ün laatste composities.
Toen de laatste toon was weggestorven
zeide hü. t is net of Je niet blü bent, vrien
dinnetje, je hebt soo iets droevigs in je
stem, dat Ik er nooit in opgemerkt heb.
Vindt je? vroeg se en se keerde zich om,
om zich te gaan kienden.