Mad.
FELS-1
stoelen, Tuin- I
nventarlesen, I
panning
en van zenuwzwakte,
pebrek aan energi«>
pochondrie, nerve»»
m duizeligheid enz.
zenuwverzorging vaa
itscheweg 78 B den
880 20
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapeele, nieu
WERKERK OUDERKERK,, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDI NX VEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
De laatste Nouveaute’s
worden steeds gebracht door het
N.V. Modi Etiblismut „GOUDA”
Telefoon 131 Markt 25.
geschillen tusschen de individuen beslech
ten. Merkwaardig is het. wel, dat noch op
den dag, dat de internationale commjsaie
haar voorstel vaststelde, noch op dien, dat
de Volkenbond te Genève het tet een be
sluit maakte, in Nederland de beteekenis
ervan is beseft. Geen vlaggen werden in
Den Haag uitgestoken; slechts een enkel
artikel werd aan de beslissing gewyd: de
beteekenis, niet interaationaaJ, doch voor
Nederland zelf, van het werk van Den
Haag, ging blykbaar nog eens aan Neder
land voorbij!
No. 15543
Zaterdag 17 Mei 1924
84*Jaargang
EERSTE BLAD.
s
o
s
n
t.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
brievi/N
ROMANTIEK.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26,
meer Ü.W. Op
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGKN.
ge
ks
ontvangen.
nge
grooter
tweede Vredesconferentie beproefde
32859 850
FEUILLETON.
in
den.'
Anton
ook zij begon zach-
(Wordt vervolgd).
oer
zeggende
Conferentie
conferentie
zullen velen moeite hebben
het te betreuren dat zy bekocht zjjn.
I».
als chauffeur aanne-
fours had opi
dit kijkspel.
Natuurlijk
om
bond vragen, opdat iets beters tot stand ko-
me dan hetgeen nu aanwezig is. Men steune,
zoo men dit niet door persoonlyke toewij
ding en arbeid kan of wil doen, althans
door zyn belangstelling, die men kan too-
nen, b.v. door toe te treden tot de nog veel
te zwakke Nederlandsche organisatie voor
den Volkenbond.
Op 18 Mei 1899 werd door Nederland op
internationaal gebied geheel een veld van
nieuwe vooruitzichten geopend. Eigenlijk
schonk deze datum ons een internationale
positie, gelijk wij die in den loop der negen
tiende eeuw niet meer gekend hebben, en
tengevolge van de gewijzigde omstandighe
den niet meer konden verwachten.
Dat bedenke men aan het einde dezer
eerste kwarteeuw van het werk van Den
Haag, waarop meer dan wij het als beschei
den Nederlanders wel eens aannemen, de
aandacht van een deel van de wereld is ge
vestigd!
1432
30
otterdam
ABONNEMBNTSPRUSi per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tek Int. 82;
Redactie Tel. 545.
De bedoelde organisatie is de Vereeni-
ging voor Volkenbond en Vrede, en bij wel
ker Secretariaat, te ’s-Gravenhage gevestigd
(Jan van Nassaustraat 93) men zich als lid
kan opgeven tegen een minimum ad 1.
per jaar.
Naar het Duitsch
van
OLGA WOHLBRUCK.
Vertaald door
mevr J. P. WESSELINK—Van Rossum.
Overneming verboden krachtens
art. 15, 2e lid der Auteurswet.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorende tot den baaorgtaring):
1—4 regale ƒ1.80, alka regel meer ƒOJt5. Van buiten Gouda «n dan bazorgkringi
1—5 regale 1.55, elke regel meer 0.80. Advartontiën in het Zatardagnummer 20
bi)t>lag op den prys. Liefdadigheids-advertentidn de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN1—4 regels ƒ2.06, elke regel BT22 /L'*
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiin en ingezonden mededaelingan bij contract tot zeer geredoeeer-
den prijs. Groots letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentién kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boekhan
ilelaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing
-»n het Bureau zijn in gekomen, teneinde van opname versefcard te s0a.
Hij lachte als een waanzinnige en
stiet den graaf met zijn elleboog terug
Hij had letterlijk zijn verstand verloren
Mevrouw belde intusschen naar de
bovenverdieping. Toen stond Mitri in
de kamer. Niet heel vast op zijn beu
nen, zoonls trouwens altijd, als er in
hel huis een leest had plaats gehad.
„Breng den generaal de trap op",
beval mevrouw kort.
Er tot den generaal gewend op
Laar manier, die geen tegenspraak dul-
de „Ik moet u verzoeken het is te
laat. Indien uw zenuwachtige toestand
niet bedaart zal ik Anton naar den dok
ter zenden. Of zal ik dadelijk telefo-
neeren Dokter Wendol woont om de«
hoek”.
Dokter Wendol was geneesheer-diree-
teur in een krankzinnigengesticht. Dat
was raak geweest van mevrouw. Graaf
Rudnik glimlachte stilletjes. De gene
raal mompelde slang. Den kop van
den slang vertreden Het geheele ge
spuis vertreden, tot brij, tot moes.”
Mitri grijnslachte tersluiks en Ixxxl
z.jn arm aan. Beiden wankelden wat
bij het verlaten der kamers
opende de vleugeldeur wijd.
Mevrouw legde haar beide handen om
het hoofd van haar zoon en keek hem
diep in de oogen.
„Lichtzinnige, wat wordt er nu van
jou- Heb je in het geheel niet aan je
zelf gedacht Aan het zoo moeilijke lé
ven Heb je je door een verliefd meis
je laten inpalmen, door een paar vrou
wentranen laten ontroeren
UIT DE HOFSTAD.
DCCX1L
zucht naar alles wat uit het
rfl komt en de zonderlinge gewoon-
lat bij voorbaat als beter en knap-
Ln het „inlandsche" te aanvaarden,
van vele duizenden in ons geliefde
een aardige strop bezorgd. Het
19)
Wat heb je toch in dezen Czaslo ge
zien, dat hijNeen, neenik zeg
niets Zal ik met mama spreken, ja
Ook met je schilder? Laat maar ik
breng het wel in orde Men zal weer
«eggen dat is weer zoo’n echte dom
me jongensstreek van Rudnik. Maar
daaraan zijn zij al gewend. Ik trouw
ook niet met iemand van wie ik niet
houd I Nu.... nu Madame Czaslo pak
maai vlug je koffers, opdat niemand je
hier tegenhoudt Schrei toch niet.
Genoeg.
Met den vorst spreek ik ook..
I aal mij door hem
men”.
Hij lachte nu, en (/vw o~
tjes en onder tranen te lachen.
Hij bracht haar tot aan de deur van
Uar kamer. Zij liep als een slaapwan
delaarster. Zij wankelde Maar zij trok
De gr<
buitenlaJl
te om ft
per
heeft
vaderland
Russische ballet, dat met een ophef was aan-
;koi|ligd alsof er nu iets allesovertref-
fin schoonheid en artisticiteit zau gaan
Jren, is een tegenvaller geworden,
groot, misschien grooter dan de schrik
zelen om het hart sloeg toen zy de
ilprtstochtelijk trok zij hem naar mch
toe.
„Jij en je vader gij beiden I”
Binnen acid dagen wilde mevrouw
SI Petersburg verlaten. Om geaond-
he'ds red enen. En men moest het wel
gelooven, want zij steunde op een stok
als zij van de eene kamer naar de an
dere ging. Maar weinig drong nu tot
Anton door van wal er zich achter dik
ke portieres en gesloten deuren afspeel
de Hij hield toezicht op pakken, ging
haastig van het eene einde van St. Pe
tersburg naar het andere om boodschap
pen te doen. Brieven te bezoden. Groe
ien over te brengen.
„Het behoeft niet op een vlucht te
gelijken”, zekie mevrouw tot Martha
Heller. „Men moet den schijn bewa
ren.”
In de benedenverdieping van de wo-
ninp van den generaal werd geklopt,
gehamerd, maatregelen tegen motten
genomen, kleuren, bontwerken, 1 innen-
goed lagen op alle tafels en stoelen.
Bezoekers werden niet ontvangen. De
Ktneraal dwaalde radeloos in de ver
trekken rond tusschen manden, koffers
en kisten.
„Nu, wat beteekent dat alles? Wat
voert ge toch uit. Om Godswil voor hoe
lang krankzinnig... bij den hemel
krankzinnig I
Hij vroeg, hij rohoid, liep iedereen
in den weg op de bovenverdieping «ton
den de schilder benoodigdheden nog in
de eetzaal.
uwmgen”.
Op de tafel stond nog een glas limo
nade, hij dronk het in een teug leeg.
De generaal wierp hot hoofd achterover
„Niet dwingen Wie zegt dat Ik zal
jullie toonen hoe met een meisje
dwingt I Daar heb ik verstand van. Ik
heb daar ervaring in. Ja Dat zui
len wij toch eens zien
„Ik heb u reeds eenmaal gezegd, ge
neraal dat dit alles u niets aangaat I”
De stem van mevrouw wus koel en
snijdend ais staal.
„Gaat mij niets aan Dat is prach
tig! Dat zullen wij toch eerst eens zien!
Ik heb vaderlijke macht over de jufferl
Weet ge wat dat beteekent Ik ben
do vader begrepen Ik zal haar leu
ren.”
'Hij snakte naar adem, trok het boord
van zijn overhemd open, wankelde
Anton schoof een leuningstoel naar
hem toe
„Mijnheer moet zich niet zoo opwin
den.”
„Niet opwinden Ik ben in het ge
heel niet opgewonden. Ik moet bestraf
fen, dat is mijn plicht, ongehoorzaam
heid bestraffen, als vader. Hier de roe
den... roeden... hier met het meisje.”
„Kom, generaal, ik breng u naar uw
kamer-
„Loop naar den duivel, jijhoe
waag je het tegen mij te spreken, hé?
Ik schrijf je arrest voor, hubmrrest,
veertien dagen. Dat zou nog pooier
worden. Zulk gespuis. Zulk vervloekt
tuig.” 7
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 75 - Tal. 411 >au4a
Bmih- ii Oiiiikliiiliii
■aar maat. 3945
irOiirtiiE mmn.
gel
fend
«ebd
even
die
entreeprijzen vernamen.
Men heeft de Hollanders aardig bij den
neus genomen. Lang van te voren is de
komst aangekendigd, bazuingeschal, fan
fares, foto's gingen vooraf. In de groote
steden werden aaanstond twee voorstellin
gen tegelijk aangekondigd en in een omme
zien waren ze alle uitverkocht, nog lang
vóórdat een opvoering was gegeven. Wa
ren de avonden stuk voor stuk gearrangeerd
zoodat men omtrent den eersten was in
gelicht vóór dat de tweede werd bespro
ken, dan was het voor de directie een even
groote strop geworden als het thans een
succes is geweest. Twee gulden zeventig
voor een plaatsje in den engelenbak kan
I er waarlijk mee door! Menigeen wenscht nu
wel dat hij zyn geld maar liever aan petit-
fgesnoept dan weggegooid aan
maar dat het overgroote deel der bezoekers
met dit gevoel naar huis zyn gegaan is
wel zeker.
Wel verre van tete nieuws, iets fijn», iet»
bizondera was bet wel, grof en dikwyls het
ordinaire nabij. Wy behooren niet tet de
gebenedyden die dwepen met muziek, maar
wy hebben hier Gbopin hooren mishande
len, dat het op draaiorgelmuauek ging ge
lijken. Slagnkkoorden werden aangedtkt
met gekletter op liet bekken, om op die
wijze een Juzz-band-achtig rythmcgetrom-
mel te krijgen. Ouderwetech was het nu en
dan heel treffend, in den ouden tyd was
ei in de Fransche Opera oen ballet dat in
den volksmond den bynaiun had van den
„pierenpot". Herhaaldelyk leek dit Rumi-
sche ballet daarop.
Enfin, wy hebben er ons deels in ver
kneukeld dat het publiek dezen strop Iveeft
gehaald en weer eens heeft ondervonden
dat alles wat je ver haalt nog met steeds
lekker is en niet steeds boter dan hetgeen
m eigen omgeving is te krijgen.
Wie het zaakje voor Nederland heeft
voorbereid en uitgevoerd, heeft eer ervan,
want hy heeft succes. De aartsvaderlijke
gewoonte om eerst eene de kat uit den
boom te kyken, is overwonnen; men heeft
zich blindelings gegeven na de fraaie, op
zienbarende aankondigingen en de Kussen
lachen in hun vuistje.
in dezelfde week waarin ettelijke duizen
den guldens aan deze buitenlanders wor
den gegeven, is het Prinseese-Tooneel van
Cor Kuys op de fleech gegaan. Misschien
was slechts een klein gedeelte van het thans
afgevloaide geld voor het Russische ballet
noodig geweest om dit gezelschap dat waar
lijk vee) goeds heeft tet stand gebracht op
de been te houden. Men heeft het gezel-
schap-Ruya stil laten sterven.
Op zichzelf hebben wij tegen inkrimping
van het aantal tooneelgezelschapen geen
bezwaar, maar dat men op een dergelyke
wijze Ruys heeft doen aanvallen, doet ons
toch leed. Hy had beter verdiend.
We gaan nu een nieuwe fase in de teo-
neeihistorie in: de drie groote steden heb
ben de handen inéén geslagen en het zal
nu moeten blyken welk effect dit heeft.
Eén ding is wei zeker: nieuwe gezelschap
pen zullen niet licht meer verrijzen.
Dat we Verkade hier eens een poosje
I kwijt raken, vinden we met jammer. We
hebben van dat genre on» bekomst, maar
wy vreet en alleen dat het in Amsterdam
nog spoediger zal xyn uilgespeeld dan in
den Haag. Dat moet echter de ervaring nog
leeren. Iteoyaarda zit op den schopstoel,
aanzien waarvan haar voorgangster even
eens vergeefsche pogingen had gedaan. In
J 907 kwan. het vraagstuk van de ontwape-
r.'ngzelfs niet ter sprake; het was de con
ditie sine qua non voor de deelneming van
enkele groote Mogendheden. Maar de twee-
de Vredesconferentie nam een schijnbaar
slechts ailminirtratief besluit, dat evenwel
principieel van groote beteekenis was. Zij
proclameerde de continuïteit van
haar arbeid. Toen men in 1899 uiteen ging,
was het onzeker, of de eerste Vredescon
ferentie eon phase op zichzelf in de ge
schiedenis zou blijven, dan wel het begin
van een nieuw tydperk. Lang heeft het
geduurd alvorens men zekerheid verkreeg.
In 1907 kwam men tot overeenstemming
ten aftnzien van de volgende conferentie,
die opnieuw met acht jaren tusschenruim-
te, dus in 1915, zou worden
Voorbereidingen voor de derde Vredescon
ferentie waren dan ook reeds allerwege
getroffen toen de noodlottige oorlog uit
brak. Juist deze beslissing, in 1907 geno
men, om de Vredesconferentie min of meer
permanent in het raderwerk der interna
tionale politiek in te schakelen, heeft doen
ontstaan wat men gewoon is te noemen
het „werk van Den Haag”. Er bestond nu
althans eenige zekerheid, dat op den in
1899 gelegden grondslag zou worden voort
gebouwd en dat men, langzaam, pas voor
pas, maar niettemin gedurig, zou voor
waarts gaan. Het Vredespaleis, inmiddels
gebouwd, verkreeg daardoor ook hoogere
beteekenis. Niet dadelyk heeft men begre
pen, dat dit geen gebouw was om den reeds
verkregen vrede in te herbergen, maar een
tempel, die in zyn aanwezigheid symboli
seert de noodzakelijkheid van vrede onder
de volkeren.
De oorlog wierp alles omver, en het
„werk van Den Haag” scheen te hebben
afgedaan. Nieuwe leuzen werden tijdens
den oorlog geboren, en een interstatelijke
organisatie, hetzij in den Volkenbond, het
zij op andere wijze, stond voor den geest.
Te Parijs, zoo hebben wij gehoord, werd
van het werk van Den Haag slechts ter
loops gesproken. Maar al spoedig is er een
keer gekomen. De commissie, belast met
het ontwerpen van het Hof van den Vol
kenbond, vergaderde in het Vredespaleis te
’s-Gravenhage, en stelde voor, dat daar de
zetel van dit aanstaande Hof zou zijn. Een
voorstel, door de algemeene vergadering
van den Volkenbond tot besluit gemaakt,
en daarom te belangrijker, wyl dit Hof
van den Volkenbond, in tegenstelling met
het daarnevens bestaande Permanente Hof
van Arbitrage, een werkelijk gerechtshof
is, dat internationaal gelijkt op de recht
banken, die in alle beschaafde landen de
Vijf en twintig jaren „Werk van
den Haag”.
Op 28 Aiugustus 1898 richtte de toenma
lige Russische Keizer zijn bekend ontwape-
ningsmanifest tot de verschillende souve-
reinen in Europa, Amerika en Azië. Na
dat langdurige onderhandelingen waren
gevoerd, kwam de in dit manifest bedoelde
Conferentie niet, zooals aanvankelijk
dacht was, te Brussel, doch te ’s-Graven
hage byeen. Op 18 Mei 1899, juist een
kwarteeuw geleden, werd zij op den
verjaardag van den monarch, wiens tra
gisch uiteinde toen zeker niet te voorzien
was geopend. Acht jaren later kwam,
nogmaals op uitnoodiging van den Russi-
schen Keizer, zy het ook tengevolge van
den aandrang van President Roosevelt, een
tweede Vredesconferentie, opnieuw te
's-Gravenhage, bijeen. Het Permanente
Hof van Arbitrage kwam voort uit de
werkzaamheden van 1899; na den oorlog
werden in het, dank zy Carnegie’s edel
moedige gift, opgerichte Vredespaleis ach
tereenvolgens het Hof van den Volkenbond
en de Academie voor Internationaal Recht
gevestigd. Zoo Den Haag niet is geworden,
wat enkelen een korten tijd hebben ge
hoopt: de zetel van den Volkenbond, dan
toch is het de stad, waar recht wordt ge
sproken tusschen de natiën, en waar het
volkenrecht wordt ontwikkeld en den jon
geren geleerd.
Over de beteekenis in het algemeen, ja
zelfs over de vraag of de Vredesconferen
ties beteekenis hadden, spreken wy hier
niet. De resultaten der eerste Vredescon
ferentie stelden de groote menigte, die
daarvan ten einde verwachtte van den wed
strijd de bewapeningen, teleur, en moes
ten na de opgewekte verwachtingen wel
teleurstellen. Ontwapening, zelfs stilstand
bewapeningen mislukte met een niets-
motie eindigde het debat. De
van 1899, als ontwapenings-
bedoeld, werd een arbitrage-
conferentie, schiep vooruitzichten van veel
beteekenis, waarvan het Perma
nente Hof maar een eerste, klein begin
vertegenwoordigde. Maar dat kon voor de
groote menigte, ja zelfs voor menigen in
gewijde niet direct duidelijk zijn.
De
om dit Pennanente Hof uit te breiden, zoo
wel wat zijn rechtskracht als wat zijn ar
beidsterrein betreft; zy slaagde niet, en
tracht het evenmin tot een begin van ius-
genaamde verplichte arbitrage, ten
De vreesachtige ziet datgene, waar-
voor hij bang is, de moedige datgene wat
hij hoopt.
de deur achter alch dicht, rij wilde al
leen zijn.
„Geef mij een glas water, juffrouw
Heller.”
Graaf Rudnik dronk het uit met haas
tige, groote teugen.
„Dank u.”
Schor en gesmoord klonk rijn slem.
Toen keek hij de kamer rond, streek
met de hand over de gele tressen van
zijn uniform, haalde zwaar adem en
ging heen.
An ton sprong van den stoel op toen
hij hem zag.
„Mijnheer en mevrouw zijn nog
den salon.”
„Mijn rijtuig, ik ga dadelijk naar
huis.”
Nu wist Anton het, allee was uit.”
Mevrouw naderde langzaam.
„Wat breng je?”
Graaf Rudnik strekte beide handen
uit, met de handpalmen naar boven.
„Niets” zei hij slechts.
Mevrouw bleef als aan den grond ge
nageld staan.
Haar oogleden daalden vermoeid en
zwaar over haar oogen.
„Wat hebt gij allen? Waarom laat
gij mij wachten Ik heb er toch ook
een zeker belang bij, een zekere ver-
anl
De stem van den generaal sloeg over,
zijn diepliggende oogen rolden in de
oogkassen als kleine giftig groene ko
gels.
„Zij wil niet”, zei graaf Rudnik op
een effen toon. „Men kan haar niet
Wy noemen ons gaarne het land van
Grotius ,ter herinnering aan het feit, dat
deze beroemde vaderlander het volkenrecht
ontdekte toen hy zyn beroemd werk over
het „recht van den oorlog en den vrede"
schreef. Grotius leefde in een tyd, die voor
ons de gouden eeuw heette en dat wy wa t
waren. Dat hy het volkenrecht ontdekte,
m. a. w. dat hy bevond, dat er reeds toen
in het verkeer tusschen de natiën zekere
algemeene regelen werden gevolgd, kan
geen toeval heeten. Nederland, met zyn
toen reeds uitgebreiden internationalen
handel, had op dat oqgenblik meer dan
eenig ander land belangèbij het bestaan van
zulk een volkenrecht. Een positie als gedu
rende het leven van Grotius, neemt Neder
land niet meer in. Het „werk van Den Haag”
is ons min of meer toegevallen; zelf hebben
wy het niet opgezocht. Geheel toeval, dat
het ontstond, is het echter weer niet. Want
voor de Vredesconferenties en wat daaruit
kon voortspruiten, zocht men een neutralen
bodem, waarop dit werk welig kon op
bloeien, en waar was zoodanige bodem beter
te vinden dan in het altüd als rechtlievend
bekende Nederland!
Men denke zich de mogelijkheden, die het
werk van Den Haag in internationaal op
zicht biedt, gelyk men wil. Maar één ding
valt niet te ontkennen: de wereld wordt
intemationaler, niet uit idealisme, maar uit
economische noodzakelijkheid. Men begrype,
dat Nederland, al ware het slechts uit ego-
istische economische overwegingen, daarte
genover niet onverschillig kan en mag blij
ven. Meent men van dezen Volkenbond niet
veel te mogen en te kunnen verwachten, men
steune dan degenen, die belangstelling voor
de herziening, verbetering van dien Volken-