Dienstbode. Uit ons Parlement. in is men lang niet optimistisch ton aan- '.ien van den datum dor heropening. Wij vernamen nu dat deze in geen gevel voor 1 September is te wachten. Dan zal dus op een paar weken na' de dienst een jaar langgesloten zijn geweest. Voor den Staat zal dat een schadepostje van ongeveer drie milli- oou zijn precies de geraamde op brengst van een jaar rijwielbelasting. Wie dus straks met zijn kaartje aam zijn fiets peddelt, kan aannemen dut hij be zig is den schadepost van den giro dienst Weg te rijden.... HAGENAAR. TWEEDE KAMER. De bezuiniging op het Lager Onderwin. De koelie-ordonnantiën. Nadat de wijziging van de Motor- en Ry- wielwet met 64 stemmen tegen 23 (toeval lig allen van rechtsche leden, waarschijnlijk op grond van de nieuwe regeling omtrent de schuldvraag bij ongevallen, door motor rijtuigen veroorzaakt) was goedgekeurd, heeft de Tweede Kamer nog een lange ver gadering besteed aan de wijziging van La- ger-Onderwijswet en Leerplichtwet, waar over in ons vorig overzicht reeds een en an der werd medegedeeld. Het slot is geweest, dat het wetsontwerp is aangenomen met 57 stemmen tegen 80, waarbij de geheele Linkerzijde (behalve mej. van Dorp) tegenstemde. Op deze hou ding is zeker van grooten fhvloed geweest althans voor zoover de liberalen betreft de verwerping door de geheele Rechter zijde van het amendement van den Vrij heidsbond, dat ten doel had, onnoodige bij zondere scholen tegen te houden en bestaan de onnoodige bijzondere schooltjes te com bineeren. Voor de openbare scholen bestaat reeds in de wet van 1920 een soortgelijke regeling en nu wilden de liberalen (gesteund door de andere linksche groepen) voortaan aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid geven, met beroep op de Kroon, preventief en repressief op te treden tegen onnoodige splitsing van bijzondere scholen, door de stichting van zulke schooltjes tegen te hou den en door samenvoeging te gelasten van bijzondere scholen van gelijke of verwante richting, wanneer die scholen minder dan 4 K.M. van elkaar verwijderd zijn. Hoe veel geld is er niet verspild aan nieuwe school gebouwen en aan nieuwe onderwijzers, door dat iedere richtinkje, ieder groepje soms een eigen schooltje wilde hebben. Aan een dergelijke versnippering heeft men bij het ontwerpen van de Lager Onderwswet 1920 nimmer gedacht (men was toen bovendien in den tijd van het financieel optimisme, waarvan zoovelen het slachtoffer zijn ge worden), maar de betrokkenen hebben ge bruik, om niet te zeggen m i s bruik, ge maakt van de gemakkelijke bepaling van de wet-de Visser en zoo is er veel Overheids geld, hetzü Rijks- of Gemeentegeld, verspild tot groeiende ergernis van de belasting betalende burgerij. Het amendement van de Vrijheidsbond nu wilde aan deze uitwassen een einde maken, maar de liberalen hebben hun doel niet mogen bereiken, door de eens- gezinden tegenstand van de rechtsche par tijen, voor wie de ongebreidelde vrijheid van het bijzonder onderwijs boven alles ging. Dat wij dit betreuren behoeft wel niet ge zegd te worden. Hier werd geen groot offer gevraagd en nu er evengoed bijzondere scholen door liberalen zijn gesticht (bijzon dere neutrale scholen) werd waarlijk niet alleen van leden der Rechterzijde gevraagd iets te offeren. Maar, gelijk gezegd, het heeft niet zoo mogen zijn en daarmee is de aanneming van het wetsontwerp-de Visser by partijstemming tevens verklaard. Hoe veel liever hadden wij het anders gezien! Met een royale meerderheid zyn de assis tenten er doorgekomen. Men weet, wat van dit nieuwe instituut de bedoeling is. Vooral op de kleine scholen (met 1 en 2 leerkrach ten) zal de nieuwe regeling zwaar drukken. Eén onderwijzer voor 48 leerlingen (het nieuwe maximum), welke leerlingen over de 6 klassen verdeeld zijn, het is geen benij denswaardige taak! Daarom is nu mogelijk gemaakt in de scholen tot 144 leerlingen, dus met ten hoogste 3 leerkrachten, assis tenten aan te stellen, die aan verschillende vereischten moeten voldoen en door Ge meente- of Schoolbestuur aangesteld wor den. Er is veel oppositie tegen dit nieuwe instituut gevoerd en zeker is, dat de toe komst zal moeten uitwijzen, wat er van te recht komt, doch anderzijds is niemand ver plicht assistenten aan te stellen en wij ver moeden, dat in de practijk menig onderwij zer, die voor een te zware taak staat, gaarne de hulp van goede assistenten zal willen aanvaarden. Ten slotte is door een betreurenswaardige verwarring bij twee stemmingen tegen de bedoeling der Kamer een amendement aan genomen, waardoor de verplichting om het 7e leerjaar in te voeren tot 1930 wordt op geschort. De Kamer was van meening te stemmen over een amendement om de oude m.u.1.0. scholen tot 1930 te laten voortbe staan, doch door een vergissing en het ru moer in de Kamer nam zij het andere amen dement aan. BUna twee dagen heeft de Kamer zich vervolgens bezig gehouden met een bespre king van de quaestie der poenale sanctie in de Indische koelie-ordonnanties, een vraag stuk, dat al jaren lang aanhangig is en dat voorloopig gedoemd is een vraagstuk te blijven. Niemand dweept met het stelsel, waarbü de contractkoelies, die wegloopen, met den sterken arm worden teruggebracht. Maar de toestanden op Sumatra's Oostkust zijn zoodanig, dat dit stelsel vooralsnog niet ge mist kan worden. Men heeft er onvoldoende arbeidskrachten en de bedrijfszekerheid, be nevens het groote belang van den grooten landbouw voor Indië met zijn overbevolk^ Java, eischen, dat de van verre (Japan eh>) China voornamelijk) aangevoerde koelies zich aan de overeenkomst, die zij gesloten hebben, houden. Het slot is geweest, dat alleen de socia listen en de communist (de andere commu nist is naar Moskou) gestemd hebben voor opheffing der poenale sanctie binnen 5 jaar, terwijl de geheele Kamer (behalve de com munist) gestemd hebben voor een aantal conclusies, welke de Minister van Koloniën aan de Indische regeering zal voorleggen. De voornaamste conclusie was, dat de koelie ordonnantie om de 5 jaïtr worde herzien, met de bedoeling om te komen tot geleide lijke afschaffing der poenale sanctie. De Kamer heeft hierna een aanvang ge maakt met het wetsontwerp, houdende be palingen omtrent ruilverkaveling, een wets ontwerp, dat over 't algemeen met instem ming ontvangen is. Brlivan van aan Gouwenaar uit Parijs. XXXVI 12 Juni 1924. Onze Nederlandsche taal heeft woorden en woordjes, die voor velerlei uitlegging vatbaar zijn. Ik zou vandaag uw aandacht willen vragen voor het woordje „uit". „De schouwburg gaat uit". „De kaars gaat uit", „mooi zoo jongen", zei de leeraar, „ga door". „Pa en Moe gaan uit". j,Uitstekend", zei de leeraar, „weet je nog meer?" „Ja, meneer", zei de leerling verheugd: „Myn zusje ontving een brief uit Moordrecht". En de leeraar, blij «lat z'n discipelen zoo knap waren, nam een ander onderwerp in behandeling. Maar de goeie man vergat toch nog een uitje, dat ik, al ben ik dan ook geen leeraar, bescheidenlijk naar voren wil brengen. De illustere kroniek, die de Zater- dagsche kolommen van dit blad siert (dit in verband met „bescheidenheid") voert de titel van „Brieven van een Gouwenaar uit Parijs", en zooals ook werkelijk de bedoe ling was: iedereen vatte dat op als de brie ven door een inwoner van Gouda van uit Parijs geschreven. Maar aangezien ik mo menteel niet vanuit Parijs deze brief schrijf, had ik gewetensbezwaren om me te bezon digen aan een onjuiste titel. Dus peinsde ik als volgt: Ik schrijf een brief, ik ben niet in Parijsalzoo ben ik „uit Parijs" en het resultaat was, dat de titel ongewijzigd is geblevèn wat letteraan- eenschakeling betreft, maar dat de klemtoon in plaats van op „Gouw" en „rijs" op „uit" dient te vallen. En blij met deze bedrie- geljjke explicatie ga ik verder met de heili ge intentie om vandaag niet meer nonsens te vertellen. Kortheidshalve het volgende. Een van m'n Parijsche kennissen, noch M. Durand, noch M. Dupont, met wien u al reeds kennis maakte, doch iemand die we Bonhomme zul len noemen, omdat het kind toch een naam moet hebben, die de loffelijke eigenschap bezit auto-eigenaar te zijn, wou graag eens wat van Holland zien en inviteerde mij om met z'n wagentje ons kleine landje te gaan bekijken. Natuurlijk nam ik dat graag aan en zoo beleefde ik het dus deze week, dat we 's morgens om 8 uur in het meergemel de vehikel stapten, nadat de dagen daar voor besteed waren aan het verrichten van de formaliteiten om triptieken, rijbewijzen en identiteitsbewijzen (een^lvigheidskaar- ten zeggen de Vlamingen) itiachtig te wor den. Het regende en het waaide, maar we waren vol goeden moed. Ons karretje (merk Amilcar, torpedo-sport 6 paards, houten carosserie, model 1924) was in prachtcon ditie en wijzelf niet minder. Laat ik u dade lijk zeggen, dat ParijsGouda in één dag geen peuleschilletje is. Daarvoor moet je een uitstekende motor en een goeie chauf feur hebben, twee factoren die gelukkig aan wezig waren. De breede wegen in de om streken van Parijs zijn uitermate geschikt om er een flink vaartje in te zeten en na een uur me verlustigd te hebben in het be korende Fransche landschap van een bosch- en heuvelrijke streek riep Bonhomme me tot de werkelijkheid terug door de laconieke aankondiging: „Eerste uur, moyenne 66 K.M." Om kwart over negen lei het aardige stadje Compiègne achter ons en zetten we koers naar Roie, een van de oorlogscentra. De wegen werden slecht en slechter. Sinds 1918 zijn die nog maar steeds in denzelfden staat. Eerst geld, zeggen de Franschen, dan de huizen opbouwen en als dat klaar la goeie wegen maken. Maar ondertusschenwe rammelden wel een beetje te erg door el kaar. Buiten zie je van den oorlog niet veel meer. Een prikkeldraadversperring, een groote kuil, een stuk loopgraaf, een be tonnen versterking en wat zwartgebrande boomen, de rest is zoo goed als verdwenen in die streek. Bloeiende velden op de plaats waar vroeger kanonnen stonden te bulderen, ziedaar een transformatie, waarvoor men respect moet hebben. De Fransche boeren hebben negentiende van de verwoeste lan den weer „vooroorlogs" gemaakt en dat is een prestatie die men alleen kan waardee- ren als men die gebieden in 1918 gezien heeft. Maar de stedendat is droevig. In Roie passeerden we een straat, waarin nog geen heel huis stond. Een in puin geschoten cathedraal waarvan de omtrekken, gr(jze gothische koepelbogen alleen nog overeind staan en huizen die gereduceerd zyn tot een hoopje steen en wat stofdat gaf me zelfs na v(jf jaar vrede nog een idee of de oorlog in vollen gang was. Er is niets trieBtigers dan een gebouw waarvan men nog een beetje kan zien hoè het geweest is, dat is nog erger dan wanneer alles finaal tegen den grond ligt. Het deed me vreemd aan om al die inwoners daar rond te zien loopen tusschen die puinhoopen zonder er zich iets van aan te trekken. „Ach me neer", zei een oude man aan wie wy vroe gen wat een of ander gebouw vroeger toch wel geweest was en tot wie ik zei, dat ik 't zoo'n afschuwelijk gezicht vond. „Je went aan alles. Wjj zien dat hier niet meer Even verder een klein dorpje, byna geheel met den grond gelijk. Een houten loods met een kruis er op en een groote klok er naastde kerk. Kinderen speelden op en om de brokstukken muurDan weer een kerkhof met lange rijen witte kruisen en overal, in ieder gehucht of dorp een ge- denkteeken: Aux enfants de X 1914—1918. A nos héros. A nos mortsach nee, dat duurt nog jaren en jaren voordat Noord- Frankryk er uit ziet als in 1914. En gelooft niet, dat die verwoeste zdne een klein stukje is. Ruim honderd kilometer reden we door streken die nog de sporen van de frisch und fröhliche krieg droegen. PéronneCambraioveral puin, alles kapot geschoten. Maar ook erg veel nieuwe huizen, overal metselaars. Om kwart over twaalf lag Cambrai voor ons, we hadden 220 K.M. afgelegd op abominabel slechte wegen, we waren als geradbraakt door al dat gehots eü ik was blij, dat we daarnó pas aten. Om één uur snorde de motor weerrichting Valenciennes. De wegen, behoorende tot een ander departement wer den stukken beter. Nadat we eerst een stuk gehobbeld waren stolid er plotseling ^«en paal met een bord: „Departement du Nord" en precies op de grenslijn begon een kleurige gladde weg. Fransche douane formaliteiten, 20 minuten oponthoud. Bel gische douaneidem en visitatie. Tot mijn groote verwondering waren de wegen in België best en zoodoende konden we met een onbehoorlijke vaart even voorbij Ber gen om 3 uur onze 300ste kilometer notee- ren. Ons moyenne was dus gezakt tot 48 K.M. per uur. Maarwe konden op den breeden straatweg naar Brussel volop gas geven en de Belgische hoofdstad plus een rust en een kopje thee lieten we om 5 uur al weer achter ons liggen. MechelenAntwerpende grens: Esschen. Formaliteiten. Een groote zwart geel roode paal en daarnaast een rood wit blauwewe waren in Holland. Nispen. Halt. Nederlandsche douane. Ik luchtte gauw een heeleboel Hollandsch en toen maar weer verder. Moerdijk8.25, wachten tot^ 9 uurDordt gepasseerdOm 10 uur in Rotterdam. Lichten op. Vieze modder wegen. „Veel te smal" volgens Bonhomme. Maar tenslotte waren we toch om 11 uur in Gouda539 Kilometer in 12 uur rijden... da's ongeveer 45 per uur. Zoo gauw loop je 't niet an! Maar nu weet ik ook wat een snelheids maniak is, en wat motorkoorts is en kilo meters vretenEn nu weet ik ook weer van een lekkere malsche Hollandsche bief stuketen. 't Is jammer misschien vindt u het niet dat m'n plaatsruimte op is. 'k Heb eigenlijk nog niets bijzonders verteld, alleen geweinet met uren en kilo meters zooals een waarzegster met ei en koffiedik. Maar tijd en ruimte zijn dingen waar je ook wel eens over schrijven moet. Aangezien ik echter ook rekening moet hou den met uw tijd en de ruimte van de krant, lijkt het me wenschelijk om te eindigen. Wat ik hierbij doe! A. C. S. MODEPRAATJE. Strandhoedjes. Het is een heel apart soort hoedjes, dat thans naar aanleiding van zomertijd en zon nig weder in de étalages der groote mode huizen, de hoofdschotel uitmaakt. Of eigen lijk zijn het twee soorten, de eenvoudige en de luxe-uitgave. Helder wit blinken ze u tegen, de vilten strandhoedjes in nonchalant opgerolden vorm bij stapels, in sierlijk op en-neer gebogen bollenden vorm, keurig op de nieuwste poppe-standaard geplaatst. Wat 'n enorm verschil nog, bij zooveel oogen- schijnlijke uniformiteit. Kleine inzakpotjes, zuidwestertjes, de schilderachtige Rem- brandhoed is beknopt formaat, het klok- hoedje in heel zijne diversiteit! Hoewel on- gegarneerd, dragen al deze simpele, hoogst practische vilten strandhoedjes, in zich toch dikwerf eene aardige versiering. Vlot en kunstig zijn sommige bollen door de pers machine van dikke ribbels voorzien, die zich bij wijze van parten in afdeelingen rond wentelen, die zich rorid den bol verdeelen of deze met meetkundige figureA versieren. Ook zijn er hoeden, Waarin gleuven gesne den zijn. met welke een eenvoudig zijden lint, kruip-door, sluip-door, speelt. Wanneer het witte vilt wordt afgewisseld door over treksel s van crêpes, van batist en van dunne ponjéstof, dan worden er weer andere ver sieringsmiddelen toegepast. Dan wordt 'een breed zijden lint, met een kleurigen vruchtentros beschilderd, waarvan de kleine roodwangige appeltjes, de druiven en de kersen u sappig tegenlachenals echt. Hoe dikwijls wordt dan ook de hulp inge roepen der bontbed rukte en bontbewerkte crêpes. Het is nog maar altijd eene bonte reep, een bont biesje langs den rand, een paar brokjes in uitgeknipte figuren tegen den bol, dat de eenvoudige garneering van de eenvoudige hoedjes uitmaakt. Zoodra ze tot het luxe genre behooren, geven de strandhoedjes, breede kleurige lamfers te zien, welke welhaast tot het middel reiken en arabesken van kleurig koord en Chinee- sche linten vol van t fijnste handborduur werk. Van de enla«Je gekleurde hoedjes, waaronder felgeel en vlammend rood, den boventoon voeren, dragen de bollinten, be zijden langwerpige platte strikken, die of- Bchoon 't chapeleriehoedjes blijven, met zilveren en gouden Chineesche letterteekens bezaaid zijn. Dit soort hoedjes is van fijn manillastroo en ofschoon ze eenvoudig zijn „comme bonjour" kunnen ze om hun slordig prijsje, vrijelijk tot het luxe genre gerekend worden. Een nieuw soort, stylische vorm, eene al liantie van klokhoedje en matelot, heeft hiervoor zijne intrede gedaan. Natuurlijk is er ook eene vermakelijke nieuwigheid voor het strand, een kleurig gebreid mutsje, even origineel als zijn naam, die Universalcap luidt Het heeft veel van eene gebreide bivak muts, met twee losse langwerpige versier- stukken ter zijde. Van deze stukken kan er ééntje om den hals gewikkeld worden en ééntje by wyze van lamfer tot op den schouder hangen. Beide uiteinden kunnen ook coquet om het hoofd gewikkeld en in de verdere plooien van het breiwerk bevestigd worder Met een dergelijk hoofddeksel werd vroeger „de boer die kiespijn beeft" afge beeld. doch het valt niet moeilijk, vooral door de kleurige versiering van het (meest al beigei kapje, er zich een aardig meiske als oolyke strandnimf onder voor te stellen. Groot als ntrandartikel, is dit jaar ook de badmuts. Ge ziet ze in soepel gummi in allerlei vormen met de raarste en met de leukste versieringen. Koksmutsen zijn er in 't koningsblauw met rondom kleurige fel gele rozetten. De ouderwetsche soldaten- politiemuts herleeft in badgummi, heeft soms een kwast van voren, soms van ach teren en is potsierlijk om aan te zien. Grap pig toegevouwen mutsen van crétonne-be- Woemd gummi, behooren bij een crétonne gummi hesse met broekje, waarin de strand nimf zich neervleit in 't zand. Om in 't wa ter te springen vervangt zij alle hoofdbe dekking door eene echte gummi-duikmuts, welke door haren gladden, diepen vorm, boven alle andere mutsen te verkiezen zyn, als zynde geschikt voor ,,'t natte element". GRACE ALLAN. MEDISCHE BRIEVEN. Dwangvoorstellingen. L In onzen rustel oozen en gejaagden tyd zyn velen onzer helaas benept met boven genoemd euvel. Zonder twyiei zyn er on der myne waaide lezeressen en lezers uit verkorenen, die niet weten wat wy Hier onder hebben te verstaan. Het rtieerendeel Uwer zaJ 't helaas niiaar al te goed weten. Welnu, voor beide partyen zal een bespre king van bovengenoemd onderwerp onge- twylield van nut zyn, daar de eerste cate gorie de tweede beter zal leeren begrijpen, terwijl de laatste gemakkelijker een weg zal vinden na lezing van dit onderwerp, om verlost te worden van deze ellende. De dwangvoorstellingen in 't algemeen belieerschen het leven van den neurasthe- nicus. Helt zyn allesbehalve aangename ge dachten, die in 't brein van den zenuw- zwakken patiënt omgaan. Veelal nemen de voorstellingen betrekking hebbende op het eigen lichamelijk lijden een eerste plaats in en men spreekt in zulke geval len van „hypochondrie". Meestentijds is er wel één of ander oorzakelijk moment aan te toonen, dat deze hypochondrie in 't leven roept, al is dit niet altijd even ge makkelijk tot verwezenlijking te brengen. Nu eens is 't een verhaal van een ernstig ziektegeval dat zich in de naaste omge ving van den persoon in kwestie afspeelt, en in geuren en kleuren meermalen naar voren gebracht wordt, dan weer is 't plot seling sterfgeval tengevolge van een hart verlamming, dat deze ongelukkige parten speelt. Ook houden deze menschen zich buitengemeen gaarne bezig met medische lectuur, die hen vaak geheel en al in de poel van hun ellende doet verzinken. Elke aandoening, die zij óf in werkelijkheid óf slechts op schrift tegenkomen, is de hun ne, ja hunne gedachten worden soms zoo danig door één en ander fceheerscht, dat zy niet meer tot werken in staat zijn. Nu eens denken zy door een hartgebrek de dupe te zullen worden, dan weer treedt een apo plexie of beroerte meer op den voorgrond enz. enz. Het behoeft, geen betoog, dat der gelijke menschen, die. dus steeds met de gedachte in zich rondloopein te lijden en te zullen heengaan aan één of andere ern stige ziekte, nauwelijks meer een mensch- waardig bestaan hebben. Niet ten alien tyde treffen wy dezen vorm aan by den neurasthenacus, m. a. w. niet steeds gaat het om hun eigen licha melijk welbevinden, doch speelt de omge ving ook wel eens een gewichtige rol. Het gemakkelijkst kan ik U dit duidelijk ma ken met een enkel voorbeeld. Wy allen kennen die moeders, die met een overdre ven angst rondloopen wat betreft de «ge zondheid van hun kind, hun man, kortom van hunne huisgenooten. Tenslotte kunnen wij den kring nog groo- ter maken en worden niet alleen personen uit de omgeving bij éón en ander betrok ken, doch gaan ook voorwerpen in den meest uitgebreiden zin des woordt een grooten rol spelen. Wy kennen ze, degenen, die niet op een balcon durven zitten uit vrees, dat 't zal instorten of zy, die niet onder den grooten zwaren kroon in den schouwburgzaal durven plaats te nemen uit vrees, dat deze naar beneden zal val len. Ook deze categorie van personen gaat buitengemeen ongaarne een spoorreisje maken, terwijl velen van hen niet of nau welijks er in slagen een groot ledig plein over te steken. Zoo ge uit het bovenstaande ziet, lijden deze menschen, hetzij de eene, hetzij de andere vorm ietwat meer op den voor grond treedt, een allesbehalve benijdens waardig bestaan en wy zullen den volgen den keer met elkander nagaan tot welke complicaties bovengenoemde dwangvoor stellingen veelal aanleiding geven. FINANCIERLE BBRICHTHN. Weekoverzicht. Die onzekerheden op het Europeesch continent, mèt het feit, dat de binnenland- sche politiek der Vereenigde Staten al even zeer weinig stabiel is, heeft tot gevolg, dat Wailatreet een besluiteloos en Loom voorkomen heeft, zoodat ook van dit cen trum geen leiding gevende invloed uitgaat. Daarby komt nog, dat verschillende indus trieën opnieuw een afname der bedrijvig heid te melden hebben, deels weliswaar door seizoen-slapte, voor een ander deel echter doordat de kleinhandel van goederen overstelpt is. De beurs van Amsterdam heeft in de achter ons li-ggende berichtsperiode een uiterst ongeanimeerd voorkomen gehad. De bestaande politieke onzekerhed««i en het feit, dat als onmiddellijk gevolg hiérvan in Duitschland een nijpende credietnood be staat, die ook te onzent den gang van za ken merkbaar beïnvloedt, maken beurs zaken op dit oogenblik weinig aantrekke lijk en zoowel de beleggingamarkt als de afdeelingen der meer speculatieve fondsen hadden een hoogst ongeanimeerd verloop De Petroleum-markt bleef vóór Kon. Olie zwak van voorkomen, ondanks de kenne lijk geboden steun, hetgeen er op wijst, dat de naderende emissie, zoomin als de gevolgde dividendpolitiek by het publiek waardeering ondervinden. Toch gelooven w(j, dat hoogere koersen in verbond met de kapitaalsuitgifite, wel gerechtvaardigd en dan ook waarschijnlijk te wachten zijn. Ook Consols hadden een gedrukt voorko men, deels natuurlijk onder den invloed van de zwakke houding van het hoofdfonds, voor een ander deel echter als gevolg van de alarmeerende berichten uit Roemenië, gewag makende van ernstige politieke be roering. Voor Suikerfondsen was in verbami met 'de zwakke marktpositie van het product, de stemming eveneens onbehagelijk. Cuba zal meer dan 4 m-illioen ton produceeren, terwijl de taxaties der zichtbare voorra den een stijgende lyn volgen, de consump tie in Amerika blyft afnemen (evenals in Duitschland trouwens) en de jongste be richten omtrent de maalcampagne op Java teleurstellende resultaten doen verwachten. Rubbers waren nauwelijks prijshoudend en zonder handel van eenige beteekenis. De prijzen van het product handhaven zich op het iets verhoogde peal vrij goed, ter wijl de voorraden van Londen sterk afne men. Dit èn het feit, dat Amerika opnieuw als kooper optreedt, heeft tot gevolg, dat men in rubberkringen de toekomst iets liqhter inziet en dat in het algemeen de stemming niet meer zoo gedrukt is als voor eenige weken het geval was. •De uitslag der jongste Sumatra inschrij vingen blijft ver ten achter by d® ver wachtingen, die tot nog toe gollden en de stemming, die voor Tabakswaarden toch reeds weifelend was, verkreeg een zeer ge drukt karakter, toen de resultaten bekend werden. De weerberichten blijven echter gunstig luiden en vooral voor Senembah gelden, wat de kwaliteit der nieuwe oogst betreft, hoog gespannen verwachtingen. Op de Scheepvaartmarkt gaat schier uit sluitend iets om in de lichter genoteerde aandeelen, doch voor de rest ligt deze af- deeling zoo goed als geheel buiten de be langstelling van beurs en publiek. Van de Specialiteiten brokkelden Com- pania's iets af en gaven Jurgenswaarden van tijd tot tyd lichte fluctuaties te zien. Prolongatie 2% 3 Fa. B. SANDERS Ezn., Amsterdam. Vergadering Slavenburg Co's Bank. Geen beslissing omtrent liquidatie. Nieuwe voorstellen. Op de buitengewone algemeene vergade ring van aandeelhouders van Slavenburg Co.'s Bank, te Rotterdam gehouden, waren vertegenwoordigd 554 aandeelen, uitbrende 445 stemmen. In 't geheel waren byna 200 personen aanwezig. Na opening constateerde de voorzitter, mr. Roelofs, dat slechts 554% aandeel, recht gevende op 445 stemmen, vertegenwoordigd waren. Dit aantal was niet voldoende, om een beslissing over de liquidatie te nemen, daar volgens de statuten 2/3 van het maat schappelijk kapitaal of 834 aandeelen daar toe aanwezig behoorden te zyn. De president deed daarna mededeeling van een ingekomen brief van de heeren N. J. Verwey c.s., behelzende eenige voorstel len, waaraan de inzenders voorrang wen- schen te zien toegekend boven de punten van de agenda voor deze vergadering. Alvorens dit voorstel in behandeling te - nemen, wilde de voorzitter uiteen zetten, hoe men tot het voorstel tot liquidatie is gekomen. Hy wees er op, dat voor een bank zekere liquiditeit noodig is, dat Slavenburg on Go. nooit haar promessen by de Nederl. Bank had; kunnen verdiscoMteerem, omdat de Ned. Bank aan Slavenburg en Co. deze faciliteit niet had verleend. Deze rol werd by Slavenburg en Co. vervuld door de In- cassobank. De Incassobank stond nu reeds langen tyd op het standpunt, dat zy niet verder wenschte te gaan met disconteeren, omdat er een te groot ongedekt saldo was. Dit groote ongedekte saldo is ontstaan door de bekende Goudsche zaak, waarby Slaven burg en Co. voor ƒ410.000 betrokken was en indirect ook de Incassobank en ten tweede door de frankenposities van Duitsche cliënten, die niet geleverd hadden, zoodat Slavenburg en Co. die verplichting moest overnemen. Dit laatste had de bank onge veer 2 ton gekost. Er zou nu niets anders hebben opgezeten, dan de deuren te sluiten. Maar er is met de Incassobank gesproken en deze heeft zich bereid verklaard, om te Schiedam een bij kantoor te vestigen, waardoor een dure liquidatie wordt voorkomen. Dit plan is aan leiding geweest tot het verzenden van de bekende circulaire aan crediteuren, waarin de Incassobank verklaart, het saldo credi teuren over te boeken in de boeken van de Incassobank; daardoor zou voorkomen wor den, dat ooit een crediteur één cent te kort kwam aan Slavenburg fn Co.'s Bank. Aanneming van bat voorstel van de hee- m Verwey ca zou beteekenen, dat tot de liquidatie niet bosloten werd, en dat zou ge- Kgd worden: „zet de zaken zes weken voort", wat practisch zou neerkomen op een run op de bank en hierop, dat de Incasso- fonit alle crediteuren zou moeten betalen. De Incassobank doet dit niet, als dit voor stel dan ook zou worden aangenomen, zyn morgen de deuren gesloten en worden aan deelhouders van Slavenburg en Co.'s Bank verantwoordelijk gesteld. Mr. van Velzen, die namens de commis- „rissen het woord voerde, zeide het te be treuren, dat, alvorens het voorstel-Verwey werd ingediend, geen inlichtingen zyn ge vraagd aan den pres.-commissaris of de commissarissen. Het bestuur zou dat ge appreteerd hebben. Het zou niet van een goed beleid hebben getuigd, als in Mei de gewone jaarlyksche vergadering was uitgeschreven en dan ge zwegen was door commissarissen over het groote verlies op de Fransche francs ge leden. Indien een balans was gepubliceerd, was thans Slavenburg Co's Bank failliet ge weest. Na breedvoerige discussies werd vervol gens besloten een tweede algemeene verga dering te houden op 27 Juni a.s. De R.V.S. in 1923. Aan het verslag van de ten kantore der Maatschappij gehouden Jaarlyke Algemee ne Vergadering van Aandeelhouders ontlee- nen wy het volgende: De Winstrekening over 1923 en de Balans op 1 Januari 1924 goedgekeurd. Overeenkomstig het voorstel van Com missarissen werd van het winstsaldo ad 606.056, op de Exitra-Re serve gebracht 361.740, 11.828 toegevoegd aan de Re serve voor afschrijving, 60.902 ter be- achiking gesteld ter vereteeling onder het personeel en 64.048 bestemd voor tantiè mes aan Directie en Commissarissen. Het dividend bedraagt 26 op winstbe wijzen wordt 116.61 per stuk uitgekeerd. De Ex tra-Reserve is nu gestegen tot 1.710.000.De voorspoedige gang van za ken by de R. V. S. heeft zich ook in 1923 voortgezet. Alle factoren waren wederom gunstig. De uitkeeringen by overlijden wa ren ƒ588.481.minder dan was gerekend; de gekweekte rente was 325.000 hooger dan noodig was, en de gemaakte onkosten ƒ262.000.— minder. Deze bedragen waarover wy voor uitkee ringen en onkosten konden beschikken, kwa men voort uit de gewone wiskundig bere kende reserve B; dat de uitkomsten zoo be langrijk voordeeliger z(jn dan reserve B doet verwachten, toont aan, dat de grondslagen voor deze reserve zeer veilig gekozen zyn. Boven deze reserve is nog een .Ze kerheids Reserve" gevormd (die eveneens wiskundig is berekend), welke thans- be draagt ƒ6.100.000.Er is nog een extra reserve, welke niet op berekening is geba- f seerd, maar die gjtvormd werd door een deel Aer winst niet uit te keeren. Deze extra reserve bedraagt 1.710.000, nadat uit de winst over 1923 hieraan een bedrag van ruim 361.000.is toegevoegd. De derde extra waarborg is het volge storte Maatschappelijk kapitaal A van ƒ250.000.—. Het verzekerd bedrag vermeerderde met 23.687.000.—. verminderde daarentegen met 19.287.000.zoodat de vooruitgang bedroeg 4.400.000.Aan het eind van 1923 was ruim 183.000.000.— verzekerd. Op 1 Juni 1924 bedroeg de vooruitgang over 1924 ruim 2.800.000.zoodat thans meer dan 185.800.000.verzekerd is. Ook in België blijven de zaken goed gaan, den economischen moeilijkheden ten spijt. Het verzekerd bedrag nam daar toe met fra. 3.370.000.en groeide dus aan tot een totaal van frs. 16.732.000.—. Het totaal onzer bezittingen bedraagt {23251.660.—, van welk bedrag 22.260.429 rentedragend belegd is. Onze rentevragende creditposten zyn daarentegen slechts ƒ20.873.134.Onze belegging in Onroe rende Goederen hebben wij niet uitgebreid. Deze maakt ruim 10 van ons totaal bezit uit Het oorspronkelijke maatschappelijke kapitaal, verdeeld in 250 aandeelen 1000 werd volgestort, eensdeels door aawending van het daarvoor uit de dividenden van vo rige jaren gereserveerde bedrag, anderdeels rioor storting in contanten. Ingevolge de nieuwe Statuten zyn aan de houders van deze aandeelen 250 winstbewijzen uitge reikt, recht gevende op een in de Statuten bepaald aandeel in de winst. Nationale Bankvereemiging. Aan het jaarverslag over 1923 der Mionale Bankvereeniging ontleenen *ij het navolgende Ook in 1923 bleef de malaise voort- rdtren. Toch valt eenige verbetering "aör te nemen. Eene verbetering, wel- ko eensdeels haar oorzaak vindt in oene *wpas8ing aan de thans bestaande toe standen, anderdeels in eene geleidelij- J16 opleving bij sommige takken van 'readel, industrie en landbouw. De ontwikkeling van ons bedrijf over 'rel afgeloopen jaar was bevredigend. Wij slaagden erin ons onkostencijfer verder terug te brengen. Het is ons 'ai|ge*iaa>m thans te kunnen vermelden, ■kt de behaalde netto-winst vooruitging t 115.095.91. De netto-winst over £25 'bedroeg f 1.497.221 bij 'n saldo Ao. van f 66.851.96 tegen f 1.451.301.74 'ver 1922 bij een saldo Ao. Po. van 136.028.00! He indeeling onzer kantoren in dia beten onder leiding van district-direc- *uren, welke indeeling wij reeds in vorig jaarverslag vermeldden, bleef •- t©n zeerste bevredigen. De kanto- welke bij het uitbrengen van het wag over 1922 nog niet waren inge- zijn voor zooverre zij in Zuid- Holland zijn gelegen, thans eveneens in een nieuw gevormd district onderge bracht. Het debiteureiicljfer geeft eene daling aan, het aantal der debiteuren daaren tegen vermeerderde. Het eVenwicht tusschen ons operee- rend kapitaal en onze uitzettingen bleef gehandhaafd. Onze liquiditeit bleef on veranderd goed, immers ook in het af- geloopen jaar behoefden wij noch op de circulatiebank, door credietpapier in herdisconto te geven, noch op de ons garandeerende Rotterdamsche Bankver eeniging een beroep te doen. Wij on derhieldein steeds een belangrijk tegoed bij de Rotterdamsche Bankvereeniging. Nu de gebruikelijke jaarlijksche nauw keurige revisie van onze debiteuren is het ons aangenaam U te kunnen mede- deelen, dat wij geene teleurstellingen van eenige beteekenis Hebben te ver melden. Volgende de gedragslijn, welke wij ten vorige jare in ons jaarverslag vast legden, stellen wij U voor wederom uit 'de winst f 5001000.te bestemmen voor onze onder crediteuren opgenomen spe ciale reserve tegen debiteuren, f 100.000 toe te voegen aan de statutaire reserve eu op de gebouwen af te schrijven f 150.000. Wij stellen U voor daarna het divi dend te bepalen op 4 De balans vertoont de volgende cij fers Debetzijde Kas, coupons, vreemd geld f 2.735.326.27 (v. j. f 3.017.281.63), Credit-saldi bij bankiers en kassiers 'I 6.868.825.05 (v. j. f 5.206.949.80), Ter mijn-affaires in vreemde valuta, per saldo f 720.89 (v. j. credit f 56.147.16), Witselportefeuille f 20.244.290.59 (v. j. f 18.850.826.64). Leendepot f 2.162.404.81 (v j. f2.825.080.18), Effecten f 401.881.36 (v j. 471.771.27), Prolongatie gegeven en voorschotten tegen effecten f 10.438.816.96 (v. j. f 11.117.467.19), Debet-saldi in,rek.cour. f55.505.543.64 (v. j. f 64.254.231.02), Vorderingen we gens gestelde borgtochten f 4.774.571.79 (vorig jaar f 3.460.985.08), Gebouwen f 4.409.283.23 (v. j. f 4.593.845.54). Creditzijde Kapitaal f 10.000.000 (omReserve f 2.2001000.(vorig jaar f 2.100.(XX).Credit-saldi in vreemde valuta f27.258.61 (v. j. debet f 48.650121) zijnde dit per saldo de tegenwaarde van ons eigen risico in vreemde valuta, te gen den koers van 29 December 1.1. het welk zijn compensatie vindt in hetraan de debet-zijde der balans onder vreemd geld voorkomend bedrag ad f 27.888.72, Leendepot f 2.182.404.81 (vorig jaar f 2.325.080.18), Deposito en Credit-saldi in Rekening-courant f 85.960.697.30 (v. j. f 92.869.767.97), Te betalen wissels f 447.701.87 (v. j. f 535.848.58), Neder landsche Bank en bankiers I 1.466.086.05 <v j. f 1.496.207.63), Gestelde borgtoch ten f 4.774.571.79 (v. j. f 3.460.985.08), Dh idend en belasting I 436.200 - (onz.) Onverdeelde winst i 86.744.36 (v. j. I 66.851.96). Het winstcijfer der rente-rekening be draagt f 2.976 860.91 (v. j. f 3.010.357.85) dat der provisie f 2.267.053.30 (v. j. f 2.453.346.88), zoodat de totale bruto winst het saldo van het vorig boekjaar inbegrepen f 5.810.766.17 (vorig jaar f 5.599.752.78) bedraagt. De onkosten- rekening wijst aan, gesplitst over de twee hoofden honoraria 1 2.870.823.02 (v. j. f 3.092.580.88 en bedrijfsonkosten f 942.721-J9 (v. j. I 1.005.870.16). De ndtiolbedrijfwinst bedr. f 1.497.221.56 j. f 1.451.301.74). De verdeeling 'der netto-winst ad 1.497.220.56, na aftrek van de ver plichte uitkeering volgens art. 16 der statuten van tantièmes eau plaat?elijke directeuren bedragende f 224.277.20 (v. j. f 198.249.78) jaat toe eene afschrijving op gebouwen van 150.000.(onv.) een toevoeging aan bet reservefonds van f 100.000.— (onv.) eene toevoeging aan de speciale reser ve tegen debiteuren, op te nemen onder crediteuren van f 500.000.— (onv.) 4 V dividend' f 400.000.- (èxè.) en een re serveering voor belasting van f 36.200.— (onv.) terwijl alsdan een overblijvend winstsaldo ad f 86.744.36 (vorig jaar f 66.851.36) op nieuwe rekening is over te boeken. land- ew tuinbouw. Wat iedere nwuuvd te doen geeft. (2e helft Jiuni). Nadruk verboden. Tot einde dezer maand kan men kool- of knolrapen „van den korel af" zaaien. Tot Atugustus zelfs kan men ze uitplanten. Zyn de voederbieten ongeregeld opgeko men, dan kan men de leege plaatsen aam- vulden met koolraapplanten. Deze leenen zich ook uitstekend als tweede gewas of navrucht na vroege aardappelen, snyrog ge of ander groenvoedergewas. Ook als in dezen tjjd een gewas door hagel schade verloren raakt. Spaar thans geen arbeid in uw bieten- en mangel land! Deze vruch ten vorderen veel arbeid, door uitdunnen, schoffelen of harken, maar deze wordt ruimschoots beloond. Wacht niet te lang met het uitdunnen, en geef daarna weer wat chili. Wy zitten nu in den hooityd. By gunstig weer wordt het hooien, als voor den winter, nog het meest toegepast, al thans by gras en klaver pi is de weersge steldheid ongunstig, dan gaat men meer en meer tot inkuilen of samenpersen over, waarby het voeder gaat gisten. Dagenlan ge regen na het maaien geeft niet alleen een groote vertraging in den arbeid, maar doet het voeder ook zeer achteruitgaan in voederwaarde en verteerbaarheid. Zoowel door uitspoeling der gemakkelijk verteer bare voedingsstoffen als door rotting of broeiing gaat dan veel verloren. Zoo be vonden Limozes te Riet, dat grauhooi, het welk 18 dagen by regenachtig weer in het nat had gelegen, 25 van de droge stof, 25 Vc van de eiwitachtige stoffen en 38 van het verteerbare deel daarvan, had verloren. Wiel mag das op het inkui len de aandacht gevestigd worden. By de beoordeeling van het hooi lette ojn. men op kleur, reuk en smaak; de kleur moet blauwachtig groen, de reuk aangenaam, de smaak zoet, niet bitter of samentrekkend zijn. In den tuin. Nu uw nozen bloeien, dient ge te onderzoeken, of ze last hebben van lujs of rupe. Tegen luis helpt een da- gelyks besproeien met water; meer af doend is een weinig tabakswater, dat ech ter niet mag k.urnen op de reeds geopende rozen. Rups is een gevreesde vyaml van de rooe, die ook de knoppen kan aantas ten, daarom moeten de struiken dagelijks worden nagezien, de rupsjes geregeld wor den weggevangen. Wie zyn bloemtuin zelf moet onderhouden, kieze het best de soor ten, welke de minste zorgen behoeven, als Geraniums, Fuchsia's Heliothnopen, Ver bena's e.a. Zyn deze bloemen eenmaal aan den groei, dan heeft men weinig meer te doen, dan by scherpe droogte te gieten, de uitgebloeide bloemen en gele bladeren te verwycleren en het onkruid te vernietigen. Breng af en toe uw kamerplanten, die maandenlang in huis hebben gestaan, eens naar buiten, de Aspidris^ria's, de Ficus elawtica, sommige palmsoorten, en Brome- liasoorten. Vooraf moet ge de bladeren goed af sponsen en daarna afgieten. Ver poot ze eens en geef ze eens goeden nieu wen grond, dan gaan ze straks weer op nieuw groeien en zyn tegen den herfst weer sterk. Laat van uw erwten een beet je staan om er zaaderwtqn of droge erw ten van te winnen; ook kan men telkens de dikste laten zitten. Omstreeks 20 Juni zaait ge uw andijvie; niet vroeger, dan gaat ze licht schieten: een goede soort is volkast zomerend Ij vie. Eerst het bed om spitten, het zuad uitharken, echter niet te diep. Bij erg droog weer den grond gieten en by verdere droogte dekken. Spercieboo- nen kan men nu nog leggen bij de stokken ■of rijzen, voor snyboonen is het evenwel te Jaat. Zyn uw erwten opgeruimd, dan kunt ge by dezelfde rijzen de boonen leggen, doch spit dan langs de ryen de aarde een steek om en maak ze flink nat. Een dag later pote men, omdat de natgemaakte grond voor boonen schadelijk is. Men kan nu ook nog doperwten leggen, wat de meeste tuinbezitters niet weten; daartoe gebruik® men vroege soorten, welke in 't voorjaar 't eerst gelegd zyn. Echter niet op dezelfde plaats, waar nu al erwten ge staan hebben; wel mag men ze tusschen d« oude regels leggen, na den grond eerst omgespit en ook bemest te heg ben, indien dit laatste in 't voorjaar niet is gedaan. Men heeft dan de ryen maar te versteken en is klaar. Voor kleine tuinen. De siertuin is nu herschapen in een lust hof. Door het warme weer -«Ijn tal van heesters spoedig uitgebioeul, jammer dus, dat deze pracht van zoo korten duur is. Ook is dit het geval met tulpen, hyacin ten, alsook met vaste planten als: Arabis (onschuld) en Doronicum. De uitgebloeide heesters kunnen, voor zoover dit noodig blykt, nu gesnoeid worden, o.a. Forsythia, coraus mascula (gele kornoelje), Prunus triloba, Malus floribunda e.a., sierappels; Jasminnium nudiflorum, winterjasmyn. Nu snyden wy aan bovenstaande hees ters liefst niet veel, maar toch kan het noodig blyke>n dat, in verband met den goeden voren, of te groote hoeveelheid hout, een of meer takken geheel of gedeeltelijk worden weggenomen. We doen het echter aanstonds na den hloei, want de groei gaat door. De uitgebloeide Arabis kunnen we nu opnemen, scheuren en op een bed uit planten, vanwaar ze dan in het najaai weer naar de plaats van bestemming wor den overgebracht. Dit uitplanten kan met voordeel geschieden op een half bescha duwde standplaats. By droog weer houden we de planten gedurende d«n eersten tyd vochtig. Waar de tulpen en hyacinthen op bedden staan en deze nu beplant zullen worden met zomerbloeiende gewassen, kan men deze bolgewassen voorzichtig opne men, en op een uit het gezicht gelegen tuingedeeite opkuiien, waar ze dan rustig kunnen afsterven. De groene deelen wor den zorgvuldig behouden, om de bekende ledenen. De rozen beginnen nu flink te groeien en reeds knop te vormen. Tegelij kertijd treden ook weer tal van vyanden pp, waar we den stryd tegen aanbinden. Zoo ziet men, by nauwkeurige beschouwing zoo vaak aangevreten knopen, soms ook ligt een rozenblaadje tevens tegen dec knop aan. De schuldige is de larven van den ro- zenkopboorder, een wesp. Deze larve vangt en doodt men. Tevens ziet men dan mis schien beschadiging van den rozenscheut- boorder. Deze boort een gaat door jonge schuten, welker uiteinde dan gewoonlijk afsterft. Door beschadiging der rozenblad wesp worden de jonge scheuten krom; in bovenstaande gevallen zullen we larven aantreffen, welke we dood en. Tegen blad luizen, welke gewoonlijk aan de uiteinden der jonge scheuten voorkomen, spuiten we met een zeep- of spiritusoprioesing, of wel, met een aftreksel van tabak. Machinale Kaasbereiding. De commissie uit den Frienohen Bond van coöperatieve zuivelfabrieken bestu deert de verschillende systemen voor tiet machinaal bewerken van de wron- pel Aan het verslag over 1923 is het volgende ontleend Aan het einde van het jaar waren er 27 fabrieken welke machinale kaasbe reiding hadden ingevoerd 10 daarvan hadden het systeem-v. d. Goot, 10 het syiteem-Voltawerk, 5 het systeera-Lan- fers-Schwartzhaupt. 1 het syateem^Dros pn 1 het systeem-Statema. Het is nog moeilijk uit te maken, aan welke machine de voorkeur uroet wor den gegeven. Bij de meeste is de wruu- gelbewerkiim vrij goed. 'Hiermede is niel gezegd, dut op de verdeeling in haar geheel niets is aan te merken. Een fout welke tot dusverre nog aan alle machines kleelt is het minder goed uit voeren van het „voorsnijden" der ge stremde melk. Om een goede wrongel- verdeeling te \erkrijgen moet de ma chine in 't begin dikwijls te snel loo pen, wat meestal een verhooging van het vetgehalte van de wei veroorzaakt. Bij het besludeeren van de machines in de practijk oleek dit bezwuair zicli nog al eens voor te doen, voornumelijk bij de vettere kaassoorten. Do commissie meent dat bij nog geen enkel systeem sprake is van een verla ging van het vetgehalte van de wei in vergelijking met de hundbewerking. Ook heeft zij nog niet kunnen waar nemen dat de wrongel beter en gelijk matiger verdeeld werd dan bij goede hundbewerking. Wat de wrong el bewerking betreft mo gen wij, zegt de commissie, deu eiaeh stellen, dut deze van het begin tot hel éinde met de machine minstens zoo goed en gelijkmatig geschiedt als bij goede hand bewerking. Wanneer aan dezen eisch wordt voldaan terwijl le vens het vetgehalte van de wei niet Verhoogd wordt, dan is de toekomst)aan de 'machinule kaasbereiding en zal de uniformiteit van het product er door worden bevorderd. Tevens zal er ar- bt-idstfesparing worden verkregen. ONS PLUIMVML Hoe luiK nvoei eene hen worden aangehouden 7 iin algemeene zin kan op bovenstaande vraag geen antwoord worden gegeven, aan gezien het ufhankelyk is van het doel waarvoor „de hén" wordt gehouden. „Men" zal zeggen: nu dan iü dat eenvoudig ge noeg, want de hen wordt toch gehouden èn om eieren te leggen, èn om te broeden èn om kuikens op te fokken. (Haar dat is juist de thans verouderde meening, die niet meer opgaat, zelfs niet meer in een klein bedrijf, laat staan dus in een grooter en groot be- dryf, want daar dient ook, wat de hennen betreft, verdeeling van arbeid te zyn. Men dient zich wel degelyk af te vragen: voor welk dool wordt de hen gehouden Hetgeen hieronder als antwoord op bo venstaande vraag volgt, heeft alleen be trekking op hennen die zonder stoornis in den kortst mogelijken tijd krachtig ontwik keld zyn. Alle andere hennen zyn minder waardig en zullen steeds schadeposten zyn èn voor de eierproductiq èn voor de teelt. Bij eene oordeelkundige opvoeding zijn al die minderwaardige hennen reeds bij tijds opgeruimd. Na afloop van eene oordeelkundige op voeding van de kuikens, blijven er 2 soorten hennen over: le. de hennen, die uiterlijk voldoen aan de eischen aan het ras te stel len en 2e. de hennen die uiterlijk daaraan niet voldoen, derhalve voor de teelt moeten worden uitgesloten, maar omdat zy krach tig ontwikkeld zyn, verwacht kan worden dat zy gedurende den eersten leg met goed gevolg alleen voor de eierproductie gebruikt kunnen worden. Beide soorten hennen zyn nog maar „ver moedelijk geschikt", omdat zy gedurende den len leg moeten bewijzen in dat opzicht geschikt te zyn. De contróle op den eersten leg loont altyd de onkosten en de moeite daaraan verbonden. De hennen die half uiterlijk eind November nog niet aan den leg zyn, moeten worden opgeruimd. Al beantwoorden zulke hennen nog zoo goed aan de uiterlijke eischen, toch blykt er een of andere reden te bestaan wellicht een inwendig gebrek dat zy niet aan hare verplichtingen kunnen voldoen. Ook derge lijke hennen zullen schadeposten worden en mogen voor de teelt evenmin gebruikt wor den. Tai van dergelijke hennen blijven niet temin in het leven, óf wel uit onkunde, óf wel uit misplaatste zuinigheid van de hoen derhouders. Het gezegde dat „het goed ge bruikte slachtmes het peil van den hoender stapel verhoogd", is nog steeds van kracht. Wanneer de hennen, bedoeld onder 2, na genoeg aan het einde van den eersten leg zyn, moeten zij onherroepelijk door de slacht zyn of worden opgeruimd, al hebben zy nog zoo goed gelegd en al zouden zy in het 2de legjaar ook goed leggen, omdat het aanhouden toch niet loonend zoude zjjn; bovendien was het de opzet die hennen al leen maar in het le legjaar voor de eier productie aante houden. Na verloop van eenige jaren, wanneer er voldoende tashoenders zyn die aan de ge stelde eischen voldoen, dan zullen zelfs de hennen van soort 2 ook al zyn opgeruimd vóór het eerste levensjaar is bereikt. Het streven moet langzamerhand worden alleen rashoenders in het leven te laten, welke aan de gestelde eischen voldoen. Ergo „hennen", alleen gehouden voor de eierproductie, moeten hoogstens gedurende den len leg worden aangehouden. Wat betreft de hennen van soort l, daar van zullen alleen zyn overgebleven, die hen nen, welke als winterlegsters begonnen, het le jaar goed hebben gelegd. Van die hennen worden,in den 2den leg en dan als fok- hennen alleen aangehouden die exempla ren, welke goed door den rui zijn gekomen en zich in den rusttijd, na dien rui, weder om krachtig hersteld hebben. Alle andere hennen van soort 1 moeten bijtijds zijn of worden opgeruimd, ook door de slacht In den 3en of verderen leg worden alleen aangehouden die hennen, welke buitenge wone eigenschappen bezitten en doen ver erven. Al zouden zulke fokhemnen in de vol gende broedperioden dan maar één broedsel eieren leggen, dan nog zoude dat loonend zyn. Alle andere hennen worden voor de slecht opgeruimd. ONfiME KOLONIËN. tloe met de lajidagekleii wordt omge sprongen. Op een ergert yk geval van miliioenen- verkwistmg door het hoofdbestuur der In dische posterijen vestigt de Indische Cou rant do aandacht. Volgens dit blad toch is do tweede tele graafkabel tusschen Soerabaja en Makas sar inderdaad besteld, ondanks verklariugeu van andere l'.T.T.-autoriteiten, dat 't ver keer dien tweeden kubel met noodig had, en ondanks liet feit, dot er een zeekabel tusschen Batavia en Soerabuja ligt, die met gebruikt wordt. De kabel werd besteld ter waarde van byna 4.000.000 gulden, en werd gelegd, oischoon de bestaande kabel het verkeer gemukkelyk kon verwerken. Maar de on noodige kabel werd toch gelegd, omdat anders de dwaze verspilling van den on- inoodigen kabel in de gaten zou zyn geloo- pcia Nu ligt ze daar ongebruikt in zee te wachten, wuarschyniyk op hetzelfde iet, dat de overbodige Batavia-Soerabuja-kabcl reeds trof, nainelyk dat er zoo nu en dan stukkon uit worden afgesneden, om daar mede andere kabels te herstellen. Een ernstig onderzoek schynt wel drin gend noodig! UKMKNGUh liEltlCHTEN. Ouderwijzers op bennek by collega's. The London Education Committee Heeft besloten, ouderwijzers die dat verlun zen een halven dug per juar verlof te ver 1 oenen, voor het bezoeken vuu an dere sehoietii. in bijzquileiiq go vullen kun dit verlof tot twee dagen worden uitgebreid, liet is niet geoorloofd, het verlol te gebruiken, om een ufwezigeu onderwijzer vuu een andere schooi te vervangen. We zouden voor onze scholeu ook giaitg een dergelijke bepuling gemaakt zien. in de k week el ing- jaren ziet en hoort de uunstuaudo kweekeling van den ouderwijzer, in wions klus hij te gast is, dingen, waarvan hij wegens ge brek aan practisehe ervaring de doel matigheid en de strekking niet kun be- ooiueelen. Als hij nu een aantal juron klutsepruktijk wel vergelijken en oor- deelen kaa, dan heelt hij duurvoor geeu gelegenheid. Van nu en dun eens een kijkje ne men ni deklas van een collega, om te zien, hoe die „het" doet, kun goeden invloed uitgaan Men komt op nieuwe dcukboelden, leert sommige dingen an ders doen dun men deed, doet kleine ontdekkingen, en in hooge mate geldt du, als bet n.euwe onderwijsproblemen bull eft, zooals MoutetMori- of Daltou- s< holen. Door voortdureud, dug op dag, jaar op juur, alleen iu eigen kius te blijven, zonder ooit eens een ander te zien werken, accumuleert iedere onder wijzer zijn routine en diep ingeslepen routine degenereert onvermijdelijk tot sleur. Alleen al ais prophylax daarte- 'gen moest iedere onderwijzer, voordut zijn routine te diep is ingeslepen, van tiyJ tot tijd eens bij een collegu te gust gaan. Een diner van 38.000 menschen. Natuurlijk is dat in Amerika gehou den. Doch de omstandigheden, waaron der het gehouden is, ziju zelfs voor Amerikaansche verhoudingen nog bij zonder fantastisch. Zekere kapitein Edward A. Salisbury <iie oen kolossale veehouderij had iu San Franciquite Canyon bij Elizabeth Lake in Californiiwas eon geweldig „oraadlooze" enthousiast en in zijn enthousiasme had hij op een goeden lag per draadlooze laten omroepen, dat 'cder die kon komen welkom zou zijn op een diner, dut hij zich voorstelde «tan en dan op zijn veehouderij boven genoemd te geven. In drie dagen had hij al 27.(XX) brie ven van personen, die de invitatie in dtnk aannamen. En dus zette de kapitein £k> menschen aait het graven om de kqilen aan te leggen, waarin ossen gebraden zouden worden. Hij nam 85 koks, honderden Dellners enz. in zijti dienst en kocht bjo- veiuiien nog 20.DUG pond vleeech. 50.000 hrentebolletje!,, 30 (XX) appels, 800 pond I. off ie, 1000 pond suiker, 250O pond sla en 38.000 papieren borden. Toch mislukte het diner gedeeltelijk. Ongeveer 22.(XX) menschen moeslen door de politie met een leege maug worden weggejaagd. En niet meer dau 38.000 menschen konden mee-et en. Doch voor dezen was dan ook goed gezorgd. Mu ziek werd geblazen en door klankver- sttrkers verspreid, grappenmakers spra- keu door klaukversterkers tot de gulzi ge menigte en hielden haur bezig. En de vloot van 15.500 motorwagens, wel ke deze menigte had aangevoerd, bracht s avonds laat de welvoldane gasten weer naar huis toe. Kom daar eens om in een land als Nederland f ADVERTENTIKN. Mejuffr. HOOGENDIJK, Onder de Boom pjes t, Gouda, VRAAGT met Augustus, wegen* huweRjk der tegenwoordige, een eenvoudige 1696 8

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 2