Dienstbode.
Uit ons Parlement.
in is men lang niet optimistisch ton aan-
'.ien van den datum dor heropening.
Wij vernamen nu dat deze in geen
gevel voor 1 September is te wachten.
Dan zal dus op een paar weken na'
de dienst een jaar langgesloten zijn
geweest. Voor den Staat zal dat een
schadepostje van ongeveer drie milli-
oou zijn precies de geraamde op
brengst van een jaar rijwielbelasting.
Wie dus straks met zijn kaartje aam zijn
fiets peddelt, kan aannemen dut hij be
zig is den schadepost van den giro
dienst Weg te rijden....
HAGENAAR.
TWEEDE KAMER.
De bezuiniging op het Lager Onderwin.
De koelie-ordonnantiën.
Nadat de wijziging van de Motor- en Ry-
wielwet met 64 stemmen tegen 23 (toeval
lig allen van rechtsche leden, waarschijnlijk
op grond van de nieuwe regeling omtrent de
schuldvraag bij ongevallen, door motor
rijtuigen veroorzaakt) was goedgekeurd,
heeft de Tweede Kamer nog een lange ver
gadering besteed aan de wijziging van La-
ger-Onderwijswet en Leerplichtwet, waar
over in ons vorig overzicht reeds een en an
der werd medegedeeld.
Het slot is geweest, dat het wetsontwerp
is aangenomen met 57 stemmen tegen 80,
waarbij de geheele Linkerzijde (behalve
mej. van Dorp) tegenstemde. Op deze hou
ding is zeker van grooten fhvloed geweest
althans voor zoover de liberalen betreft
de verwerping door de geheele Rechter
zijde van het amendement van den Vrij
heidsbond, dat ten doel had, onnoodige bij
zondere scholen tegen te houden en bestaan
de onnoodige bijzondere schooltjes te com
bineeren. Voor de openbare scholen bestaat
reeds in de wet van 1920 een soortgelijke
regeling en nu wilden de liberalen (gesteund
door de andere linksche groepen) voortaan
aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid
geven, met beroep op de Kroon, preventief
en repressief op te treden tegen onnoodige
splitsing van bijzondere scholen, door de
stichting van zulke schooltjes tegen te hou
den en door samenvoeging te gelasten van
bijzondere scholen van gelijke of verwante
richting, wanneer die scholen minder dan 4
K.M. van elkaar verwijderd zijn. Hoe veel
geld is er niet verspild aan nieuwe school
gebouwen en aan nieuwe onderwijzers, door
dat iedere richtinkje, ieder groepje soms
een eigen schooltje wilde hebben. Aan een
dergelijke versnippering heeft men bij het
ontwerpen van de Lager Onderwswet 1920
nimmer gedacht (men was toen bovendien
in den tijd van het financieel optimisme,
waarvan zoovelen het slachtoffer zijn ge
worden), maar de betrokkenen hebben ge
bruik, om niet te zeggen m i s bruik, ge
maakt van de gemakkelijke bepaling van de
wet-de Visser en zoo is er veel Overheids
geld, hetzü Rijks- of Gemeentegeld, verspild
tot groeiende ergernis van de belasting
betalende burgerij. Het amendement van de
Vrijheidsbond nu wilde aan deze uitwassen
een einde maken, maar de liberalen hebben
hun doel niet mogen bereiken, door de eens-
gezinden tegenstand van de rechtsche par
tijen, voor wie de ongebreidelde vrijheid van
het bijzonder onderwijs boven alles ging.
Dat wij dit betreuren behoeft wel niet ge
zegd te worden. Hier werd geen groot offer
gevraagd en nu er evengoed bijzondere
scholen door liberalen zijn gesticht (bijzon
dere neutrale scholen) werd waarlijk niet
alleen van leden der Rechterzijde gevraagd
iets te offeren. Maar, gelijk gezegd, het
heeft niet zoo mogen zijn en daarmee is de
aanneming van het wetsontwerp-de Visser
by partijstemming tevens verklaard.
Hoe veel liever hadden wij het anders
gezien!
Met een royale meerderheid zyn de assis
tenten er doorgekomen. Men weet, wat van
dit nieuwe instituut de bedoeling is. Vooral
op de kleine scholen (met 1 en 2 leerkrach
ten) zal de nieuwe regeling zwaar drukken.
Eén onderwijzer voor 48 leerlingen (het
nieuwe maximum), welke leerlingen over de
6 klassen verdeeld zijn, het is geen benij
denswaardige taak! Daarom is nu mogelijk
gemaakt in de scholen tot 144 leerlingen,
dus met ten hoogste 3 leerkrachten, assis
tenten aan te stellen, die aan verschillende
vereischten moeten voldoen en door Ge
meente- of Schoolbestuur aangesteld wor
den. Er is veel oppositie tegen dit nieuwe
instituut gevoerd en zeker is, dat de toe
komst zal moeten uitwijzen, wat er van te
recht komt, doch anderzijds is niemand ver
plicht assistenten aan te stellen en wij ver
moeden, dat in de practijk menig onderwij
zer, die voor een te zware taak staat, gaarne
de hulp van goede assistenten zal willen
aanvaarden.
Ten slotte is door een betreurenswaardige
verwarring bij twee stemmingen tegen de
bedoeling der Kamer een amendement aan
genomen, waardoor de verplichting om het
7e leerjaar in te voeren tot 1930 wordt op
geschort. De Kamer was van meening te
stemmen over een amendement om de oude
m.u.1.0. scholen tot 1930 te laten voortbe
staan, doch door een vergissing en het ru
moer in de Kamer nam zij het andere amen
dement aan.
BUna twee dagen heeft de Kamer zich
vervolgens bezig gehouden met een bespre
king van de quaestie der poenale sanctie in
de Indische koelie-ordonnanties, een vraag
stuk, dat al jaren lang aanhangig is en dat
voorloopig gedoemd is een vraagstuk te
blijven.
Niemand dweept met het stelsel, waarbü
de contractkoelies, die wegloopen, met den
sterken arm worden teruggebracht. Maar
de toestanden op Sumatra's Oostkust zijn
zoodanig, dat dit stelsel vooralsnog niet ge
mist kan worden. Men heeft er onvoldoende
arbeidskrachten en de bedrijfszekerheid, be
nevens het groote belang van den grooten
landbouw voor Indië met zijn overbevolk^
Java, eischen, dat de van verre (Japan eh>)
China voornamelijk) aangevoerde koelies
zich aan de overeenkomst, die zij gesloten
hebben, houden.
Het slot is geweest, dat alleen de socia
listen en de communist (de andere commu
nist is naar Moskou) gestemd hebben voor
opheffing der poenale sanctie binnen 5 jaar,
terwijl de geheele Kamer (behalve de com
munist) gestemd hebben voor een aantal
conclusies, welke de Minister van Koloniën
aan de Indische regeering zal voorleggen.
De voornaamste conclusie was, dat de koelie
ordonnantie om de 5 jaïtr worde herzien,
met de bedoeling om te komen tot geleide
lijke afschaffing der poenale sanctie.
De Kamer heeft hierna een aanvang ge
maakt met het wetsontwerp, houdende be
palingen omtrent ruilverkaveling, een wets
ontwerp, dat over 't algemeen met instem
ming ontvangen is.
Brlivan van aan Gouwenaar
uit Parijs.
XXXVI
12 Juni 1924.
Onze Nederlandsche taal heeft woorden
en woordjes, die voor velerlei uitlegging
vatbaar zijn. Ik zou vandaag uw aandacht
willen vragen voor het woordje „uit". „De
schouwburg gaat uit". „De kaars gaat uit",
„mooi zoo jongen", zei de leeraar, „ga door".
„Pa en Moe gaan uit". j,Uitstekend",
zei de leeraar, „weet je nog meer?" „Ja,
meneer", zei de leerling verheugd: „Myn
zusje ontving een brief uit Moordrecht".
En de leeraar, blij «lat z'n discipelen zoo
knap waren, nam een ander onderwerp in
behandeling. Maar de goeie man vergat
toch nog een uitje, dat ik, al ben ik dan ook
geen leeraar, bescheidenlijk naar voren wil
brengen. De illustere kroniek, die de Zater-
dagsche kolommen van dit blad siert (dit
in verband met „bescheidenheid") voert de
titel van „Brieven van een Gouwenaar uit
Parijs", en zooals ook werkelijk de bedoe
ling was: iedereen vatte dat op als de brie
ven door een inwoner van Gouda van uit
Parijs geschreven. Maar aangezien ik mo
menteel niet vanuit Parijs deze brief schrijf,
had ik gewetensbezwaren om me te bezon
digen aan een onjuiste titel.
Dus peinsde ik als volgt: Ik schrijf een
brief, ik ben niet in Parijsalzoo ben
ik „uit Parijs" en het resultaat was, dat de
titel ongewijzigd is geblevèn wat letteraan-
eenschakeling betreft, maar dat de klemtoon
in plaats van op „Gouw" en „rijs" op „uit"
dient te vallen. En blij met deze bedrie-
geljjke explicatie ga ik verder met de heili
ge intentie om vandaag niet meer nonsens
te vertellen.
Kortheidshalve het volgende. Een van m'n
Parijsche kennissen, noch M. Durand, noch
M. Dupont, met wien u al reeds kennis
maakte, doch iemand die we Bonhomme zul
len noemen, omdat het kind toch een naam
moet hebben, die de loffelijke eigenschap
bezit auto-eigenaar te zijn, wou graag eens
wat van Holland zien en inviteerde mij om
met z'n wagentje ons kleine landje te gaan
bekijken. Natuurlijk nam ik dat graag aan
en zoo beleefde ik het dus deze week, dat
we 's morgens om 8 uur in het meergemel
de vehikel stapten, nadat de dagen daar
voor besteed waren aan het verrichten van
de formaliteiten om triptieken, rijbewijzen
en identiteitsbewijzen (een^lvigheidskaar-
ten zeggen de Vlamingen) itiachtig te wor
den. Het regende en het waaide, maar we
waren vol goeden moed. Ons karretje (merk
Amilcar, torpedo-sport 6 paards, houten
carosserie, model 1924) was in prachtcon
ditie en wijzelf niet minder. Laat ik u dade
lijk zeggen, dat ParijsGouda in één dag
geen peuleschilletje is. Daarvoor moet je
een uitstekende motor en een goeie chauf
feur hebben, twee factoren die gelukkig aan
wezig waren. De breede wegen in de om
streken van Parijs zijn uitermate geschikt
om er een flink vaartje in te zeten en na
een uur me verlustigd te hebben in het be
korende Fransche landschap van een bosch-
en heuvelrijke streek riep Bonhomme me
tot de werkelijkheid terug door de laconieke
aankondiging: „Eerste uur, moyenne 66
K.M." Om kwart over negen lei het aardige
stadje Compiègne achter ons en zetten we
koers naar Roie, een van de oorlogscentra.
De wegen werden slecht en slechter. Sinds
1918 zijn die nog maar steeds in denzelfden
staat. Eerst geld, zeggen de Franschen, dan
de huizen opbouwen en als dat klaar la goeie
wegen maken. Maar ondertusschenwe
rammelden wel een beetje te erg door el
kaar. Buiten zie je van den oorlog niet
veel meer. Een prikkeldraadversperring,
een groote kuil, een stuk loopgraaf, een be
tonnen versterking en wat zwartgebrande
boomen, de rest is zoo goed als verdwenen
in die streek. Bloeiende velden op de plaats
waar vroeger kanonnen stonden te bulderen,
ziedaar een transformatie, waarvoor men
respect moet hebben. De Fransche boeren
hebben negentiende van de verwoeste lan
den weer „vooroorlogs" gemaakt en dat is
een prestatie die men alleen kan waardee-
ren als men die gebieden in 1918 gezien
heeft. Maar de stedendat is droevig. In
Roie passeerden we een straat, waarin nog
geen heel huis stond. Een in puin geschoten
cathedraal waarvan de omtrekken, gr(jze
gothische koepelbogen alleen nog overeind
staan en huizen die gereduceerd zyn tot
een hoopje steen en wat stofdat gaf
me zelfs na v(jf jaar vrede nog een idee of
de oorlog in vollen gang was. Er is niets
trieBtigers dan een gebouw waarvan men
nog een beetje kan zien hoè het geweest is,
dat is nog erger dan wanneer alles finaal
tegen den grond ligt. Het deed me vreemd
aan om al die inwoners daar rond te zien
loopen tusschen die puinhoopen zonder er
zich iets van aan te trekken. „Ach me
neer", zei een oude man aan wie wy vroe
gen wat een of ander gebouw vroeger toch
wel geweest was en tot wie ik zei, dat ik 't
zoo'n afschuwelijk gezicht vond. „Je went
aan alles. Wjj zien dat hier niet meer
Even verder een klein dorpje, byna geheel
met den grond gelijk. Een houten loods met
een kruis er op en een groote klok er
naastde kerk. Kinderen speelden op en
om de brokstukken muurDan weer een
kerkhof met lange rijen witte kruisen
en overal, in ieder gehucht of dorp een ge-
denkteeken: Aux enfants de X 1914—1918.
A nos héros. A nos mortsach nee,
dat duurt nog jaren en jaren voordat Noord-
Frankryk er uit ziet als in 1914.
En gelooft niet, dat die verwoeste zdne
een klein stukje is. Ruim honderd kilometer
reden we door streken die nog de sporen
van de frisch und fröhliche krieg droegen.
PéronneCambraioveral puin, alles
kapot geschoten. Maar ook erg veel nieuwe
huizen, overal metselaars. Om kwart over
twaalf lag Cambrai voor ons, we hadden
220 K.M. afgelegd op abominabel slechte
wegen, we waren als geradbraakt door al
dat gehots eü ik was blij, dat we daarnó
pas aten. Om één uur snorde de motor
weerrichting Valenciennes. De wegen,
behoorende tot een ander departement wer
den stukken beter. Nadat we eerst een stuk
gehobbeld waren stolid er plotseling ^«en
paal met een bord: „Departement du
Nord" en precies op de grenslijn begon een
kleurige gladde weg. Fransche douane
formaliteiten, 20 minuten oponthoud. Bel
gische douaneidem en visitatie. Tot
mijn groote verwondering waren de wegen
in België best en zoodoende konden we met
een onbehoorlijke vaart even voorbij Ber
gen om 3 uur onze 300ste kilometer notee-
ren. Ons moyenne was dus gezakt tot 48
K.M. per uur. Maarwe konden op den
breeden straatweg naar Brussel volop gas
geven en de Belgische hoofdstad plus een
rust en een kopje thee lieten we om 5 uur
al weer achter ons liggen.
MechelenAntwerpende grens:
Esschen. Formaliteiten. Een groote zwart
geel roode paal en daarnaast een rood wit
blauwewe waren in Holland. Nispen.
Halt. Nederlandsche douane. Ik luchtte
gauw een heeleboel Hollandsch en toen maar
weer verder. Moerdijk8.25, wachten tot^
9 uurDordt gepasseerdOm 10 uur
in Rotterdam. Lichten op. Vieze modder
wegen. „Veel te smal" volgens Bonhomme.
Maar tenslotte waren we toch om 11 uur in
Gouda539 Kilometer in 12 uur rijden...
da's ongeveer 45 per uur. Zoo gauw loop je
't niet an!
Maar nu weet ik ook wat een snelheids
maniak is, en wat motorkoorts is en kilo
meters vretenEn nu weet ik ook weer
van een lekkere malsche Hollandsche bief
stuketen. 't Is jammer misschien
vindt u het niet dat m'n plaatsruimte op
is. 'k Heb eigenlijk nog niets bijzonders
verteld, alleen geweinet met uren en kilo
meters zooals een waarzegster met ei en
koffiedik. Maar tijd en ruimte zijn dingen
waar je ook wel eens over schrijven moet.
Aangezien ik echter ook rekening moet hou
den met uw tijd en de ruimte van de krant,
lijkt het me wenschelijk om te eindigen.
Wat ik hierbij doe!
A. C. S.
MODEPRAATJE.
Strandhoedjes.
Het is een heel apart soort hoedjes, dat
thans naar aanleiding van zomertijd en zon
nig weder in de étalages der groote mode
huizen, de hoofdschotel uitmaakt. Of eigen
lijk zijn het twee soorten, de eenvoudige en
de luxe-uitgave. Helder wit blinken ze u
tegen, de vilten strandhoedjes in nonchalant
opgerolden vorm bij stapels, in sierlijk op
en-neer gebogen bollenden vorm, keurig op
de nieuwste poppe-standaard geplaatst. Wat
'n enorm verschil nog, bij zooveel oogen-
schijnlijke uniformiteit. Kleine inzakpotjes,
zuidwestertjes, de schilderachtige Rem-
brandhoed is beknopt formaat, het klok-
hoedje in heel zijne diversiteit! Hoewel on-
gegarneerd, dragen al deze simpele, hoogst
practische vilten strandhoedjes, in zich toch
dikwerf eene aardige versiering. Vlot en
kunstig zijn sommige bollen door de pers
machine van dikke ribbels voorzien, die zich
bij wijze van parten in afdeelingen rond
wentelen, die zich rorid den bol verdeelen
of deze met meetkundige figureA versieren.
Ook zijn er hoeden, Waarin gleuven gesne
den zijn. met welke een eenvoudig zijden
lint, kruip-door, sluip-door, speelt. Wanneer
het witte vilt wordt afgewisseld door over
treksel s van crêpes, van batist en van dunne
ponjéstof, dan worden er weer andere ver
sieringsmiddelen toegepast. Dan wordt
'een breed zijden lint, met een kleurigen
vruchtentros beschilderd, waarvan de kleine
roodwangige appeltjes, de druiven en de
kersen u sappig tegenlachenals echt.
Hoe dikwijls wordt dan ook de hulp inge
roepen der bontbed rukte en bontbewerkte
crêpes. Het is nog maar altijd eene bonte
reep, een bont biesje langs den rand, een
paar brokjes in uitgeknipte figuren tegen
den bol, dat de eenvoudige garneering van
de eenvoudige hoedjes uitmaakt. Zoodra ze
tot het luxe genre behooren, geven de
strandhoedjes, breede kleurige lamfers te
zien, welke welhaast tot het middel reiken
en arabesken van kleurig koord en Chinee-
sche linten vol van t fijnste handborduur
werk. Van de enla«Je gekleurde hoedjes,
waaronder felgeel en vlammend rood, den
boventoon voeren, dragen de bollinten, be
zijden langwerpige platte strikken, die of-
Bchoon 't chapeleriehoedjes blijven, met
zilveren en gouden Chineesche letterteekens
bezaaid zijn. Dit soort hoedjes is van fijn
manillastroo en ofschoon ze eenvoudig zijn
„comme bonjour" kunnen ze om hun slordig
prijsje, vrijelijk tot het luxe genre gerekend
worden.
Een nieuw soort, stylische vorm, eene al
liantie van klokhoedje en matelot, heeft
hiervoor zijne intrede gedaan. Natuurlijk is
er ook eene vermakelijke nieuwigheid voor
het strand, een kleurig gebreid mutsje, even
origineel als zijn naam, die Universalcap
luidt
Het heeft veel van eene gebreide bivak
muts, met twee losse langwerpige versier-
stukken ter zijde. Van deze stukken kan er
ééntje om den hals gewikkeld worden en
ééntje by wyze van lamfer tot op den
schouder hangen. Beide uiteinden kunnen
ook coquet om het hoofd gewikkeld en in de
verdere plooien van het breiwerk bevestigd
worder Met een dergelijk hoofddeksel werd
vroeger „de boer die kiespijn beeft" afge
beeld. doch het valt niet moeilijk, vooral
door de kleurige versiering van het (meest
al beigei kapje, er zich een aardig meiske
als oolyke strandnimf onder voor te stellen.
Groot als ntrandartikel, is dit jaar ook de
badmuts. Ge ziet ze in soepel gummi in
allerlei vormen met de raarste en met de
leukste versieringen. Koksmutsen zijn er in
't koningsblauw met rondom kleurige fel
gele rozetten. De ouderwetsche soldaten-
politiemuts herleeft in badgummi, heeft
soms een kwast van voren, soms van ach
teren en is potsierlijk om aan te zien. Grap
pig toegevouwen mutsen van crétonne-be-
Woemd gummi, behooren bij een crétonne
gummi hesse met broekje, waarin de strand
nimf zich neervleit in 't zand. Om in 't wa
ter te springen vervangt zij alle hoofdbe
dekking door eene echte gummi-duikmuts,
welke door haren gladden, diepen vorm,
boven alle andere mutsen te verkiezen zyn,
als zynde geschikt voor ,,'t natte element".
GRACE ALLAN.
MEDISCHE BRIEVEN.
Dwangvoorstellingen.
L
In onzen rustel oozen en gejaagden tyd
zyn velen onzer helaas benept met boven
genoemd euvel. Zonder twyiei zyn er on
der myne waaide lezeressen en lezers uit
verkorenen, die niet weten wat wy Hier
onder hebben te verstaan. Het rtieerendeel
Uwer zaJ 't helaas niiaar al te goed weten.
Welnu, voor beide partyen zal een bespre
king van bovengenoemd onderwerp onge-
twylield van nut zyn, daar de eerste cate
gorie de tweede beter zal leeren begrijpen,
terwijl de laatste gemakkelijker een weg
zal vinden na lezing van dit onderwerp,
om verlost te worden van deze ellende.
De dwangvoorstellingen in 't algemeen
belieerschen het leven van den neurasthe-
nicus. Helt zyn allesbehalve aangename ge
dachten, die in 't brein van den zenuw-
zwakken patiënt omgaan. Veelal nemen
de voorstellingen betrekking hebbende op
het eigen lichamelijk lijden een eerste
plaats in en men spreekt in zulke geval
len van „hypochondrie". Meestentijds is
er wel één of ander oorzakelijk moment
aan te toonen, dat deze hypochondrie in 't
leven roept, al is dit niet altijd even ge
makkelijk tot verwezenlijking te brengen.
Nu eens is 't een verhaal van een ernstig
ziektegeval dat zich in de naaste omge
ving van den persoon in kwestie afspeelt,
en in geuren en kleuren meermalen naar
voren gebracht wordt, dan weer is 't plot
seling sterfgeval tengevolge van een hart
verlamming, dat deze ongelukkige parten
speelt. Ook houden deze menschen zich
buitengemeen gaarne bezig met medische
lectuur, die hen vaak geheel en al in de
poel van hun ellende doet verzinken. Elke
aandoening, die zij óf in werkelijkheid óf
slechts op schrift tegenkomen, is de hun
ne, ja hunne gedachten worden soms zoo
danig door één en ander fceheerscht, dat zy
niet meer tot werken in staat zijn. Nu eens
denken zy door een hartgebrek de dupe
te zullen worden, dan weer treedt een apo
plexie of beroerte meer op den voorgrond
enz. enz. Het behoeft, geen betoog, dat der
gelijke menschen, die. dus steeds met de
gedachte in zich rondloopein te lijden en te
zullen heengaan aan één of andere ern
stige ziekte, nauwelijks meer een mensch-
waardig bestaan hebben.
Niet ten alien tyde treffen wy dezen
vorm aan by den neurasthenacus, m. a. w.
niet steeds gaat het om hun eigen licha
melijk welbevinden, doch speelt de omge
ving ook wel eens een gewichtige rol. Het
gemakkelijkst kan ik U dit duidelijk ma
ken met een enkel voorbeeld. Wy allen
kennen die moeders, die met een overdre
ven angst rondloopen wat betreft de «ge
zondheid van hun kind, hun man, kortom
van hunne huisgenooten.
Tenslotte kunnen wij den kring nog groo-
ter maken en worden niet alleen personen
uit de omgeving bij éón en ander betrok
ken, doch gaan ook voorwerpen in den
meest uitgebreiden zin des woordt een
grooten rol spelen. Wy kennen ze, degenen,
die niet op een balcon durven zitten uit
vrees, dat 't zal instorten of zy, die niet
onder den grooten zwaren kroon in den
schouwburgzaal durven plaats te nemen
uit vrees, dat deze naar beneden zal val
len. Ook deze categorie van personen gaat
buitengemeen ongaarne een spoorreisje
maken, terwijl velen van hen niet of nau
welijks er in slagen een groot ledig plein
over te steken.
Zoo ge uit het bovenstaande ziet, lijden
deze menschen, hetzij de eene, hetzij de
andere vorm ietwat meer op den voor
grond treedt, een allesbehalve benijdens
waardig bestaan en wy zullen den volgen
den keer met elkander nagaan tot welke
complicaties bovengenoemde dwangvoor
stellingen veelal aanleiding geven.
FINANCIERLE BBRICHTHN.
Weekoverzicht.
Die onzekerheden op het Europeesch
continent, mèt het feit, dat de binnenland-
sche politiek der Vereenigde Staten al even
zeer weinig stabiel is, heeft tot gevolg,
dat Wailatreet een besluiteloos en Loom
voorkomen heeft, zoodat ook van dit cen
trum geen leiding gevende invloed uitgaat.
Daarby komt nog, dat verschillende indus
trieën opnieuw een afname der bedrijvig
heid te melden hebben, deels weliswaar
door seizoen-slapte, voor een ander deel
echter doordat de kleinhandel van goederen
overstelpt is.
De beurs van Amsterdam heeft in de
achter ons li-ggende berichtsperiode een
uiterst ongeanimeerd voorkomen gehad. De
bestaande politieke onzekerhed««i en het
feit, dat als onmiddellijk gevolg hiérvan in
Duitschland een nijpende credietnood be
staat, die ook te onzent den gang van za
ken merkbaar beïnvloedt, maken beurs
zaken op dit oogenblik weinig aantrekke
lijk en zoowel de beleggingamarkt als de
afdeelingen der meer speculatieve fondsen
hadden een hoogst ongeanimeerd verloop
De Petroleum-markt bleef vóór Kon. Olie
zwak van voorkomen, ondanks de kenne
lijk geboden steun, hetgeen er op wijst,
dat de naderende emissie, zoomin als de
gevolgde dividendpolitiek by het publiek
waardeering ondervinden. Toch gelooven
w(j, dat hoogere koersen in verbond met
de kapitaalsuitgifite, wel gerechtvaardigd
en dan ook waarschijnlijk te wachten zijn.
Ook Consols hadden een gedrukt voorko
men, deels natuurlijk onder den invloed
van de zwakke houding van het hoofdfonds,
voor een ander deel echter als gevolg van
de alarmeerende berichten uit Roemenië,
gewag makende van ernstige politieke be
roering.
Voor Suikerfondsen was in verbami met
'de zwakke marktpositie van het product,
de stemming eveneens onbehagelijk. Cuba
zal meer dan 4 m-illioen ton produceeren,
terwijl de taxaties der zichtbare voorra
den een stijgende lyn volgen, de consump
tie in Amerika blyft afnemen (evenals in
Duitschland trouwens) en de jongste be
richten omtrent de maalcampagne op Java
teleurstellende resultaten doen verwachten.
Rubbers waren nauwelijks prijshoudend
en zonder handel van eenige beteekenis.
De prijzen van het product handhaven zich
op het iets verhoogde peal vrij goed, ter
wijl de voorraden van Londen sterk afne
men. Dit èn het feit, dat Amerika opnieuw
als kooper optreedt, heeft tot gevolg, dat
men in rubberkringen de toekomst iets
liqhter inziet en dat in het algemeen de
stemming niet meer zoo gedrukt is als voor
eenige weken het geval was.
•De uitslag der jongste Sumatra inschrij
vingen blijft ver ten achter by d® ver
wachtingen, die tot nog toe gollden en de
stemming, die voor Tabakswaarden toch
reeds weifelend was, verkreeg een zeer ge
drukt karakter, toen de resultaten bekend
werden. De weerberichten blijven echter
gunstig luiden en vooral voor Senembah
gelden, wat de kwaliteit der nieuwe oogst
betreft, hoog gespannen verwachtingen.
Op de Scheepvaartmarkt gaat schier uit
sluitend iets om in de lichter genoteerde
aandeelen, doch voor de rest ligt deze af-
deeling zoo goed als geheel buiten de be
langstelling van beurs en publiek.
Van de Specialiteiten brokkelden Com-
pania's iets af en gaven Jurgenswaarden
van tijd tot tyd lichte fluctuaties te zien.
Prolongatie 2% 3
Fa. B. SANDERS Ezn., Amsterdam.
Vergadering Slavenburg Co's Bank.
Geen beslissing omtrent liquidatie.
Nieuwe voorstellen.
Op de buitengewone algemeene vergade
ring van aandeelhouders van Slavenburg
Co.'s Bank, te Rotterdam gehouden, waren
vertegenwoordigd 554 aandeelen, uitbrende
445 stemmen. In 't geheel waren byna 200
personen aanwezig.
Na opening constateerde de voorzitter,
mr. Roelofs, dat slechts 554% aandeel, recht
gevende op 445 stemmen, vertegenwoordigd
waren. Dit aantal was niet voldoende, om
een beslissing over de liquidatie te nemen,
daar volgens de statuten 2/3 van het maat
schappelijk kapitaal of 834 aandeelen daar
toe aanwezig behoorden te zyn.
De president deed daarna mededeeling
van een ingekomen brief van de heeren N.
J. Verwey c.s., behelzende eenige voorstel
len, waaraan de inzenders voorrang wen-
schen te zien toegekend boven de punten van
de agenda voor deze vergadering.
Alvorens dit voorstel in behandeling te -
nemen, wilde de voorzitter uiteen zetten,
hoe men tot het voorstel tot liquidatie is
gekomen. Hy wees er op, dat voor een bank
zekere liquiditeit noodig is, dat Slavenburg
on Go. nooit haar promessen by de Nederl.
Bank had; kunnen verdiscoMteerem, omdat
de Ned. Bank aan Slavenburg en Co. deze
faciliteit niet had verleend. Deze rol werd
by Slavenburg en Co. vervuld door de In-
cassobank. De Incassobank stond nu reeds
langen tyd op het standpunt, dat zy niet
verder wenschte te gaan met disconteeren,
omdat er een te groot ongedekt saldo was.
Dit groote ongedekte saldo is ontstaan door
de bekende Goudsche zaak, waarby Slaven
burg en Co. voor ƒ410.000 betrokken was
en indirect ook de Incassobank en ten
tweede door de frankenposities van Duitsche
cliënten, die niet geleverd hadden, zoodat
Slavenburg en Co. die verplichting moest
overnemen. Dit laatste had de bank onge
veer 2 ton gekost.
Er zou nu niets anders hebben opgezeten,
dan de deuren te sluiten. Maar er is met de
Incassobank gesproken en deze heeft zich
bereid verklaard, om te Schiedam een bij
kantoor te vestigen, waardoor een dure
liquidatie wordt voorkomen. Dit plan is aan
leiding geweest tot het verzenden van de
bekende circulaire aan crediteuren, waarin
de Incassobank verklaart, het saldo credi
teuren over te boeken in de boeken van de
Incassobank; daardoor zou voorkomen wor
den, dat ooit een crediteur één cent te kort
kwam aan Slavenburg fn Co.'s Bank.
Aanneming van bat voorstel van de hee-
m Verwey ca zou beteekenen, dat tot de
liquidatie niet bosloten werd, en dat zou ge-
Kgd worden: „zet de zaken zes weken
voort", wat practisch zou neerkomen op een
run op de bank en hierop, dat de Incasso-
fonit alle crediteuren zou moeten betalen.
De Incassobank doet dit niet, als dit voor
stel dan ook zou worden aangenomen, zyn
morgen de deuren gesloten en worden aan
deelhouders van Slavenburg en Co.'s Bank
verantwoordelijk gesteld.
Mr. van Velzen, die namens de commis-
„rissen het woord voerde, zeide het te be
treuren, dat, alvorens het voorstel-Verwey
werd ingediend, geen inlichtingen zyn ge
vraagd aan den pres.-commissaris of de
commissarissen. Het bestuur zou dat ge
appreteerd hebben.
Het zou niet van een goed beleid hebben
getuigd, als in Mei de gewone jaarlyksche
vergadering was uitgeschreven en dan ge
zwegen was door commissarissen over het
groote verlies op de Fransche francs ge
leden.
Indien een balans was gepubliceerd, was
thans Slavenburg Co's Bank failliet ge
weest.
Na breedvoerige discussies werd vervol
gens besloten een tweede algemeene verga
dering te houden op 27 Juni a.s.
De R.V.S. in 1923.
Aan het verslag van de ten kantore der
Maatschappij gehouden Jaarlyke Algemee
ne Vergadering van Aandeelhouders ontlee-
nen wy het volgende:
De Winstrekening over 1923 en de Balans
op 1 Januari 1924 goedgekeurd.
Overeenkomstig het voorstel van Com
missarissen werd van het winstsaldo ad
606.056, op de Exitra-Re serve gebracht
361.740, 11.828 toegevoegd aan de Re
serve voor afschrijving, 60.902 ter be-
achiking gesteld ter vereteeling onder het
personeel en 64.048 bestemd voor tantiè
mes aan Directie en Commissarissen.
Het dividend bedraagt 26 op winstbe
wijzen wordt 116.61 per stuk uitgekeerd.
De Ex tra-Reserve is nu gestegen tot
1.710.000.De voorspoedige gang van za
ken by de R. V. S. heeft zich ook in 1923
voortgezet. Alle factoren waren wederom
gunstig. De uitkeeringen by overlijden wa
ren ƒ588.481.minder dan was gerekend;
de gekweekte rente was 325.000 hooger
dan noodig was, en de gemaakte onkosten
ƒ262.000.— minder.
Deze bedragen waarover wy voor uitkee
ringen en onkosten konden beschikken, kwa
men voort uit de gewone wiskundig bere
kende reserve B; dat de uitkomsten zoo be
langrijk voordeeliger z(jn dan reserve B doet
verwachten, toont aan, dat de grondslagen
voor deze reserve zeer veilig gekozen zyn.
Boven deze reserve is nog een .Ze
kerheids Reserve" gevormd (die eveneens
wiskundig is berekend), welke thans- be
draagt ƒ6.100.000.Er is nog een extra
reserve, welke niet op berekening is geba-
f seerd, maar die gjtvormd werd door een deel
Aer winst niet uit te keeren.
Deze extra reserve bedraagt 1.710.000,
nadat uit de winst over 1923 hieraan een
bedrag van ruim 361.000.is toegevoegd.
De derde extra waarborg is het volge
storte Maatschappelijk kapitaal A van
ƒ250.000.—.
Het verzekerd bedrag vermeerderde met
23.687.000.—. verminderde daarentegen
met 19.287.000.zoodat de vooruitgang
bedroeg 4.400.000.Aan het eind van
1923 was ruim 183.000.000.— verzekerd.
Op 1 Juni 1924 bedroeg de vooruitgang over
1924 ruim 2.800.000.zoodat thans meer
dan 185.800.000.verzekerd is.
Ook in België blijven de zaken goed gaan,
den economischen moeilijkheden ten spijt.
Het verzekerd bedrag nam daar toe met
fra. 3.370.000.en groeide dus aan tot een
totaal van frs. 16.732.000.—.
Het totaal onzer bezittingen bedraagt
{23251.660.—, van welk bedrag 22.260.429
rentedragend belegd is. Onze rentevragende
creditposten zyn daarentegen slechts
ƒ20.873.134.Onze belegging in Onroe
rende Goederen hebben wij niet uitgebreid.
Deze maakt ruim 10 van ons totaal bezit
uit Het oorspronkelijke maatschappelijke
kapitaal, verdeeld in 250 aandeelen 1000
werd volgestort, eensdeels door aawending
van het daarvoor uit de dividenden van vo
rige jaren gereserveerde bedrag, anderdeels
rioor storting in contanten. Ingevolge de
nieuwe Statuten zyn aan de houders van
deze aandeelen 250 winstbewijzen uitge
reikt, recht gevende op een in de Statuten
bepaald aandeel in de winst.
Nationale Bankvereemiging.
Aan het jaarverslag over 1923 der
Mionale Bankvereeniging ontleenen
*ij het navolgende
Ook in 1923 bleef de malaise voort-
rdtren. Toch valt eenige verbetering
"aör te nemen. Eene verbetering, wel-
ko eensdeels haar oorzaak vindt in oene
*wpas8ing aan de thans bestaande toe
standen, anderdeels in eene geleidelij-
J16 opleving bij sommige takken van
'readel, industrie en landbouw.
De ontwikkeling van ons bedrijf over
'rel afgeloopen jaar was bevredigend.
Wij slaagden erin ons onkostencijfer
verder terug te brengen. Het is ons
'ai|ge*iaa>m thans te kunnen vermelden,
■kt de behaalde netto-winst vooruitging
t 115.095.91. De netto-winst over
£25 'bedroeg f 1.497.221 bij 'n saldo Ao.
van f 66.851.96 tegen f 1.451.301.74
'ver 1922 bij een saldo Ao. Po. van
136.028.00!
He indeeling onzer kantoren in dia
beten onder leiding van district-direc-
*uren, welke indeeling wij reeds in
vorig jaarverslag vermeldden, bleef
•- t©n zeerste bevredigen. De kanto-
welke bij het uitbrengen van het
wag over 1922 nog niet waren inge-
zijn voor zooverre zij in Zuid-
Holland zijn gelegen, thans eveneens in
een nieuw gevormd district onderge
bracht.
Het debiteureiicljfer geeft eene daling
aan, het aantal der debiteuren daaren
tegen vermeerderde.
Het eVenwicht tusschen ons operee-
rend kapitaal en onze uitzettingen bleef
gehandhaafd. Onze liquiditeit bleef on
veranderd goed, immers ook in het af-
geloopen jaar behoefden wij noch op de
circulatiebank, door credietpapier in
herdisconto te geven, noch op de ons
garandeerende Rotterdamsche Bankver
eeniging een beroep te doen. Wij on
derhieldein steeds een belangrijk tegoed
bij de Rotterdamsche Bankvereeniging.
Nu de gebruikelijke jaarlijksche nauw
keurige revisie van onze debiteuren is
het ons aangenaam U te kunnen mede-
deelen, dat wij geene teleurstellingen
van eenige beteekenis Hebben te ver
melden.
Volgende de gedragslijn, welke wij
ten vorige jare in ons jaarverslag vast
legden, stellen wij U voor wederom uit
'de winst f 5001000.te bestemmen voor
onze onder crediteuren opgenomen spe
ciale reserve tegen debiteuren, f 100.000
toe te voegen aan de statutaire reserve
eu op de gebouwen af te schrijven
f 150.000.
Wij stellen U voor daarna het divi
dend te bepalen op 4
De balans vertoont de volgende cij
fers
Debetzijde Kas, coupons, vreemd
geld f 2.735.326.27 (v. j. f 3.017.281.63),
Credit-saldi bij bankiers en kassiers
'I 6.868.825.05 (v. j. f 5.206.949.80), Ter
mijn-affaires in vreemde valuta, per
saldo f 720.89 (v. j. credit f 56.147.16),
Witselportefeuille f 20.244.290.59 (v. j.
f 18.850.826.64). Leendepot f 2.162.404.81
(v j. f2.825.080.18), Effecten f 401.881.36
(v j. 471.771.27), Prolongatie gegeven
en voorschotten tegen effecten
f 10.438.816.96 (v. j. f 11.117.467.19),
Debet-saldi in,rek.cour. f55.505.543.64
(v. j. f 64.254.231.02), Vorderingen we
gens gestelde borgtochten f 4.774.571.79
(vorig jaar f 3.460.985.08), Gebouwen
f 4.409.283.23 (v. j. f 4.593.845.54).
Creditzijde Kapitaal f 10.000.000
(omReserve f 2.2001000.(vorig jaar
f 2.100.(XX).Credit-saldi in vreemde
valuta f27.258.61 (v. j. debet f 48.650121)
zijnde dit per saldo de tegenwaarde van
ons eigen risico in vreemde valuta, te
gen den koers van 29 December 1.1. het
welk zijn compensatie vindt in hetraan
de debet-zijde der balans onder vreemd
geld voorkomend bedrag ad f 27.888.72,
Leendepot f 2.182.404.81 (vorig jaar
f 2.325.080.18), Deposito en Credit-saldi
in Rekening-courant f 85.960.697.30 (v.
j. f 92.869.767.97), Te betalen wissels
f 447.701.87 (v. j. f 535.848.58), Neder
landsche Bank en bankiers I 1.466.086.05
<v j. f 1.496.207.63), Gestelde borgtoch
ten f 4.774.571.79 (v. j. f 3.460.985.08),
Dh idend en belasting I 436.200 - (onz.)
Onverdeelde winst i 86.744.36 (v. j.
I 66.851.96).
Het winstcijfer der rente-rekening be
draagt f 2.976 860.91 (v. j. f 3.010.357.85)
dat der provisie f 2.267.053.30 (v. j.
f 2.453.346.88), zoodat de totale bruto
winst het saldo van het vorig boekjaar
inbegrepen f 5.810.766.17 (vorig jaar
f 5.599.752.78) bedraagt. De onkosten-
rekening wijst aan, gesplitst over de
twee hoofden honoraria 1 2.870.823.02
(v. j. f 3.092.580.88 en bedrijfsonkosten
f 942.721-J9 (v. j. I 1.005.870.16). De
ndtiolbedrijfwinst bedr. f 1.497.221.56
j. f 1.451.301.74).
De verdeeling 'der netto-winst ad
1.497.220.56, na aftrek van de ver
plichte uitkeering volgens art. 16 der
statuten van tantièmes eau plaat?elijke
directeuren bedragende f 224.277.20 (v.
j. f 198.249.78) jaat toe
eene afschrijving op gebouwen van
150.000.(onv.) een toevoeging aan
bet reservefonds van f 100.000.— (onv.)
eene toevoeging aan de speciale reser
ve tegen debiteuren, op te nemen onder
crediteuren van f 500.000.— (onv.) 4 V
dividend' f 400.000.- (èxè.) en een re
serveering voor belasting van f 36.200.—
(onv.) terwijl alsdan een overblijvend
winstsaldo ad f 86.744.36 (vorig jaar
f 66.851.36) op nieuwe rekening is over
te boeken.
land- ew tuinbouw.
Wat iedere nwuuvd te doen geeft.
(2e helft Jiuni).
Nadruk verboden.
Tot einde dezer maand kan men kool-
of knolrapen „van den korel af" zaaien.
Tot Atugustus zelfs kan men ze uitplanten.
Zyn de voederbieten ongeregeld opgeko
men, dan kan men de leege plaatsen aam-
vulden met koolraapplanten. Deze leenen
zich ook uitstekend als tweede gewas of
navrucht na vroege aardappelen, snyrog
ge of ander groenvoedergewas. Ook als
in dezen tjjd een gewas door hagel schade
verloren raakt. Spaar thans geen arbeid
in uw bieten- en mangel land! Deze vruch
ten vorderen veel arbeid, door uitdunnen,
schoffelen of harken, maar deze wordt
ruimschoots beloond. Wacht niet te lang
met het uitdunnen, en geef daarna weer
wat chili. Wy zitten nu in den hooityd. By
gunstig weer wordt het hooien, als voor
den winter, nog het meest toegepast, al
thans by gras en klaver pi is de weersge
steldheid ongunstig, dan gaat men meer
en meer tot inkuilen of samenpersen over,
waarby het voeder gaat gisten. Dagenlan
ge regen na het maaien geeft niet alleen
een groote vertraging in den arbeid, maar
doet het voeder ook zeer achteruitgaan in
voederwaarde en verteerbaarheid. Zoowel
door uitspoeling der gemakkelijk verteer
bare voedingsstoffen als door rotting of
broeiing gaat dan veel verloren. Zoo be
vonden Limozes te Riet, dat grauhooi, het
welk 18 dagen by regenachtig weer in het
nat had gelegen, 25 van de droge
stof, 25 Vc van de eiwitachtige stoffen en
38 van het verteerbare deel daarvan,
had verloren. Wiel mag das op het inkui
len de aandacht gevestigd worden. By de
beoordeeling van het hooi lette ojn. men
op kleur, reuk en smaak; de kleur moet
blauwachtig groen, de reuk aangenaam, de
smaak zoet, niet bitter of samentrekkend
zijn. In den tuin. Nu uw nozen bloeien,
dient ge te onderzoeken, of ze last hebben
van lujs of rupe. Tegen luis helpt een da-
gelyks besproeien met water; meer af
doend is een weinig tabakswater, dat ech
ter niet mag k.urnen op de reeds geopende
rozen. Rups is een gevreesde vyaml van
de rooe, die ook de knoppen kan aantas
ten, daarom moeten de struiken dagelijks
worden nagezien, de rupsjes geregeld wor
den weggevangen. Wie zyn bloemtuin zelf
moet onderhouden, kieze het best de soor
ten, welke de minste zorgen behoeven, als
Geraniums, Fuchsia's Heliothnopen, Ver
bena's e.a. Zyn deze bloemen eenmaal aan
den groei, dan heeft men weinig meer te
doen, dan by scherpe droogte te gieten, de
uitgebloeide bloemen en gele bladeren te
verwycleren en het onkruid te vernietigen.
Breng af en toe uw kamerplanten, die
maandenlang in huis hebben gestaan, eens
naar buiten, de Aspidris^ria's, de Ficus
elawtica, sommige palmsoorten, en Brome-
liasoorten. Vooraf moet ge de bladeren
goed af sponsen en daarna afgieten. Ver
poot ze eens en geef ze eens goeden nieu
wen grond, dan gaan ze straks weer op
nieuw groeien en zyn tegen den herfst
weer sterk. Laat van uw erwten een beet
je staan om er zaaderwtqn of droge erw
ten van te winnen; ook kan men telkens
de dikste laten zitten. Omstreeks 20 Juni
zaait ge uw andijvie; niet vroeger, dan
gaat ze licht schieten: een goede soort is
volkast zomerend Ij vie. Eerst het bed om
spitten, het zuad uitharken, echter niet te
diep. Bij erg droog weer den grond gieten
en by verdere droogte dekken. Spercieboo-
nen kan men nu nog leggen bij de stokken
■of rijzen, voor snyboonen is het evenwel te
Jaat. Zyn uw erwten opgeruimd, dan kunt
ge by dezelfde rijzen de boonen leggen,
doch spit dan langs de ryen de aarde een
steek om en maak ze flink nat. Een dag
later pote men, omdat de natgemaakte
grond voor boonen schadelijk is. Men kan
nu ook nog doperwten leggen, wat de
meeste tuinbezitters niet weten; daartoe
gebruik® men vroege soorten, welke in 't
voorjaar 't eerst gelegd zyn. Echter niet
op dezelfde plaats, waar nu al erwten ge
staan hebben; wel mag men ze tusschen
d« oude regels leggen, na den grond eerst
omgespit en ook bemest te heg ben, indien
dit laatste in 't voorjaar niet is gedaan.
Men heeft dan de ryen maar te versteken
en is klaar.
Voor kleine tuinen.
De siertuin is nu herschapen in een lust
hof. Door het warme weer -«Ijn tal van
heesters spoedig uitgebioeul, jammer dus,
dat deze pracht van zoo korten duur is.
Ook is dit het geval met tulpen, hyacin
ten, alsook met vaste planten als: Arabis
(onschuld) en Doronicum. De uitgebloeide
heesters kunnen, voor zoover dit noodig
blykt, nu gesnoeid worden, o.a. Forsythia,
coraus mascula (gele kornoelje), Prunus
triloba, Malus floribunda e.a., sierappels;
Jasminnium nudiflorum, winterjasmyn.
Nu snyden wy aan bovenstaande hees
ters liefst niet veel, maar toch kan het
noodig blyke>n dat, in verband met den
goeden voren, of te groote hoeveelheid hout,
een of meer takken geheel of gedeeltelijk
worden weggenomen. We doen het echter
aanstonds na den hloei, want de groei gaat
door. De uitgebloeide Arabis kunnen we
nu opnemen, scheuren en op een bed uit
planten, vanwaar ze dan in het najaai
weer naar de plaats van bestemming wor
den overgebracht. Dit uitplanten kan met
voordeel geschieden op een half bescha
duwde standplaats. By droog weer houden
we de planten gedurende d«n eersten tyd
vochtig. Waar de tulpen en hyacinthen op
bedden staan en deze nu beplant zullen
worden met zomerbloeiende gewassen, kan
men deze bolgewassen voorzichtig opne
men, en op een uit het gezicht gelegen
tuingedeeite opkuiien, waar ze dan rustig
kunnen afsterven. De groene deelen wor
den zorgvuldig behouden, om de bekende
ledenen. De rozen beginnen nu flink te
groeien en reeds knop te vormen. Tegelij
kertijd treden ook weer tal van vyanden
pp, waar we den stryd tegen aanbinden.
Zoo ziet men, by nauwkeurige beschouwing
zoo vaak aangevreten knopen, soms ook
ligt een rozenblaadje tevens tegen dec knop
aan. De schuldige is de larven van den ro-
zenkopboorder, een wesp. Deze larve vangt
en doodt men. Tevens ziet men dan mis
schien beschadiging van den rozenscheut-
boorder. Deze boort een gaat door jonge
schuten, welker uiteinde dan gewoonlijk
afsterft. Door beschadiging der rozenblad
wesp worden de jonge scheuten krom; in
bovenstaande gevallen zullen we larven
aantreffen, welke we dood en. Tegen blad
luizen, welke gewoonlijk aan de uiteinden
der jonge scheuten voorkomen, spuiten we
met een zeep- of spiritusoprioesing, of wel,
met een aftreksel van tabak.
Machinale Kaasbereiding.
De commissie uit den Frienohen Bond
van coöperatieve zuivelfabrieken bestu
deert de verschillende systemen voor
tiet machinaal bewerken van de wron-
pel Aan het verslag over 1923 is het
volgende ontleend
Aan het einde van het jaar waren er
27 fabrieken welke machinale kaasbe
reiding hadden ingevoerd 10 daarvan
hadden het systeem-v. d. Goot, 10 het
syiteem-Voltawerk, 5 het systeera-Lan-
fers-Schwartzhaupt. 1 het syateem^Dros
pn 1 het systeem-Statema.
Het is nog moeilijk uit te maken, aan
welke machine de voorkeur uroet wor
den gegeven. Bij de meeste is de wruu-
gelbewerkiim vrij goed. 'Hiermede is
niel gezegd, dut op de verdeeling in
haar geheel niets is aan te merken. Een
fout welke tot dusverre nog aan alle
machines kleelt is het minder goed uit
voeren van het „voorsnijden" der ge
stremde melk. Om een goede wrongel-
verdeeling te \erkrijgen moet de ma
chine in 't begin dikwijls te snel loo
pen, wat meestal een verhooging van
het vetgehalte van de wei veroorzaakt.
Bij het besludeeren van de machines in
de practijk oleek dit bezwuair zicli nog
al eens voor te doen, voornumelijk bij
de vettere kaassoorten.
Do commissie meent dat bij nog geen
enkel systeem sprake is van een verla
ging van het vetgehalte van de wei in
vergelijking met de hundbewerking.
Ook heeft zij nog niet kunnen waar
nemen dat de wrongel beter en gelijk
matiger verdeeld werd dan bij goede
hundbewerking.
Wat de wrong el bewerking betreft mo
gen wij, zegt de commissie, deu eiaeh
stellen, dut deze van het begin tot hel
éinde met de machine minstens zoo
goed en gelijkmatig geschiedt als bij
goede hand bewerking. Wanneer aan
dezen eisch wordt voldaan terwijl le
vens het vetgehalte van de wei niet
Verhoogd wordt, dan is de toekomst)aan
de 'machinule kaasbereiding en zal de
uniformiteit van het product er door
worden bevorderd. Tevens zal er ar-
bt-idstfesparing worden verkregen.
ONS PLUIMVML
Hoe luiK nvoei eene hen worden
aangehouden 7
iin algemeene zin kan op bovenstaande
vraag geen antwoord worden gegeven, aan
gezien het ufhankelyk is van het doel
waarvoor „de hén" wordt gehouden. „Men"
zal zeggen: nu dan iü dat eenvoudig ge
noeg, want de hen wordt toch gehouden èn
om eieren te leggen, èn om te broeden èn
om kuikens op te fokken. (Haar dat is juist
de thans verouderde meening, die niet meer
opgaat, zelfs niet meer in een klein bedrijf,
laat staan dus in een grooter en groot be-
dryf, want daar dient ook, wat de hennen
betreft, verdeeling van arbeid te zyn.
Men dient zich wel degelyk af te vragen:
voor welk dool wordt de hen gehouden
Hetgeen hieronder als antwoord op bo
venstaande vraag volgt, heeft alleen be
trekking op hennen die zonder stoornis in
den kortst mogelijken tijd krachtig ontwik
keld zyn. Alle andere hennen zyn minder
waardig en zullen steeds schadeposten zyn
èn voor de eierproductiq èn voor de teelt.
Bij eene oordeelkundige opvoeding zijn al
die minderwaardige hennen reeds bij tijds
opgeruimd.
Na afloop van eene oordeelkundige op
voeding van de kuikens, blijven er 2 soorten
hennen over: le. de hennen, die uiterlijk
voldoen aan de eischen aan het ras te stel
len en 2e. de hennen die uiterlijk daaraan
niet voldoen, derhalve voor de teelt moeten
worden uitgesloten, maar omdat zy krach
tig ontwikkeld zyn, verwacht kan worden
dat zy gedurende den eersten leg met goed
gevolg alleen voor de eierproductie gebruikt
kunnen worden.
Beide soorten hennen zyn nog maar „ver
moedelijk geschikt", omdat zy gedurende
den len leg moeten bewijzen in dat opzicht
geschikt te zyn. De contróle op den eersten
leg loont altyd de onkosten en de moeite
daaraan verbonden. De hennen die half
uiterlijk eind November nog niet aan
den leg zyn, moeten worden opgeruimd. Al
beantwoorden zulke hennen nog zoo goed
aan de uiterlijke eischen, toch blykt er een
of andere reden te bestaan wellicht een
inwendig gebrek dat zy niet aan hare
verplichtingen kunnen voldoen. Ook derge
lijke hennen zullen schadeposten worden en
mogen voor de teelt evenmin gebruikt wor
den. Tai van dergelijke hennen blijven niet
temin in het leven, óf wel uit onkunde, óf
wel uit misplaatste zuinigheid van de hoen
derhouders. Het gezegde dat „het goed ge
bruikte slachtmes het peil van den hoender
stapel verhoogd", is nog steeds van kracht.
Wanneer de hennen, bedoeld onder 2, na
genoeg aan het einde van den eersten leg
zyn, moeten zij onherroepelijk door de
slacht zyn of worden opgeruimd, al hebben
zy nog zoo goed gelegd en al zouden zy
in het 2de legjaar ook goed leggen, omdat
het aanhouden toch niet loonend zoude zjjn;
bovendien was het de opzet die hennen al
leen maar in het le legjaar voor de eier
productie aante houden.
Na verloop van eenige jaren, wanneer er
voldoende tashoenders zyn die aan de ge
stelde eischen voldoen, dan zullen zelfs de
hennen van soort 2 ook al zyn opgeruimd
vóór het eerste levensjaar is bereikt. Het
streven moet langzamerhand worden alleen
rashoenders in het leven te laten, welke aan
de gestelde eischen voldoen.
Ergo „hennen", alleen gehouden voor de
eierproductie, moeten hoogstens gedurende
den len leg worden aangehouden.
Wat betreft de hennen van soort l, daar
van zullen alleen zyn overgebleven, die hen
nen, welke als winterlegsters begonnen, het
le jaar goed hebben gelegd. Van die hennen
worden,in den 2den leg en dan als fok-
hennen alleen aangehouden die exempla
ren, welke goed door den rui zijn gekomen
en zich in den rusttijd, na dien rui, weder
om krachtig hersteld hebben.
Alle andere hennen van soort 1 moeten
bijtijds zijn of worden opgeruimd, ook door
de slacht
In den 3en of verderen leg worden alleen
aangehouden die hennen, welke buitenge
wone eigenschappen bezitten en doen ver
erven. Al zouden zulke fokhemnen in de vol
gende broedperioden dan maar één broedsel
eieren leggen, dan nog zoude dat loonend
zyn.
Alle andere hennen worden voor de slecht
opgeruimd.
ONfiME KOLONIËN.
tloe met de lajidagekleii wordt omge
sprongen.
Op een ergert yk geval van miliioenen-
verkwistmg door het hoofdbestuur der In
dische posterijen vestigt de Indische Cou
rant do aandacht.
Volgens dit blad toch is do tweede tele
graafkabel tusschen Soerabaja en Makas
sar inderdaad besteld, ondanks verklariugeu
van andere l'.T.T.-autoriteiten, dat 't ver
keer dien tweeden kubel met noodig had,
en ondanks liet feit, dot er een zeekabel
tusschen Batavia en Soerabuja ligt, die
met gebruikt wordt.
De kabel werd besteld ter waarde van
byna 4.000.000 gulden, en werd gelegd,
oischoon de bestaande kabel het verkeer
gemukkelyk kon verwerken. Maar de on
noodige kabel werd toch gelegd, omdat
anders de dwaze verspilling van den on-
inoodigen kabel in de gaten zou zyn geloo-
pcia Nu ligt ze daar ongebruikt in zee te
wachten, wuarschyniyk op hetzelfde iet,
dat de overbodige Batavia-Soerabuja-kabcl
reeds trof, nainelyk dat er zoo nu en dan
stukkon uit worden afgesneden, om daar
mede andere kabels te herstellen.
Een ernstig onderzoek schynt wel drin
gend noodig!
UKMKNGUh liEltlCHTEN.
Ouderwijzers op bennek by collega's.
The London Education Committee Heeft
besloten, ouderwijzers die dat verlun
zen een halven dug per juar verlof te
ver 1 oenen, voor het bezoeken vuu an
dere sehoietii. in bijzquileiiq go vullen
kun dit verlof tot twee dagen worden
uitgebreid, liet is niet geoorloofd, het
verlol te gebruiken, om een ufwezigeu
onderwijzer vuu een andere schooi te
vervangen.
We zouden voor onze scholeu ook
giaitg een dergelijke bepuling gemaakt
zien. in de k week el ing- jaren ziet en
hoort de uunstuaudo kweekeling van
den ouderwijzer, in wions klus hij te
gast is, dingen, waarvan hij wegens ge
brek aan practisehe ervaring de doel
matigheid en de strekking niet kun be-
ooiueelen. Als hij nu een aantal juron
klutsepruktijk wel vergelijken en oor-
deelen kaa, dan heelt hij duurvoor geeu
gelegenheid.
Van nu en dun eens een kijkje ne
men ni deklas van een collega, om te
zien, hoe die „het" doet, kun goeden
invloed uitgaan Men komt op nieuwe
dcukboelden, leert sommige dingen an
ders doen dun men deed, doet kleine
ontdekkingen, en in hooge mate geldt
du, als bet n.euwe onderwijsproblemen
bull eft, zooals MoutetMori- of Daltou-
s< holen. Door voortdureud, dug op dag,
jaar op juur, alleen iu eigen kius te
blijven, zonder ooit eens een ander te
zien werken, accumuleert iedere onder
wijzer zijn routine en diep ingeslepen
routine degenereert onvermijdelijk tot
sleur. Alleen al ais prophylax daarte-
'gen moest iedere onderwijzer, voordut
zijn routine te diep is ingeslepen, van
tiyJ tot tijd eens bij een collegu te gust
gaan.
Een diner van 38.000 menschen.
Natuurlijk is dat in Amerika gehou
den. Doch de omstandigheden, waaron
der het gehouden is, ziju zelfs voor
Amerikaansche verhoudingen nog bij
zonder fantastisch.
Zekere kapitein Edward A. Salisbury
<iie oen kolossale veehouderij had iu
San Franciquite Canyon bij Elizabeth
Lake in Californiiwas eon geweldig
„oraadlooze" enthousiast en in zijn
enthousiasme had hij op een goeden
lag per draadlooze laten omroepen, dat
'cder die kon komen welkom zou zijn
op een diner, dut hij zich voorstelde
«tan en dan op zijn veehouderij boven
genoemd te geven.
In drie dagen had hij al 27.(XX) brie
ven van personen, die de invitatie in
dtnk aannamen.
En dus zette de kapitein £k> menschen
aait het graven om de kqilen aan te
leggen, waarin ossen gebraden zouden
worden. Hij nam 85 koks, honderden
Dellners enz. in zijti dienst en kocht bjo-
veiuiien nog 20.DUG pond vleeech. 50.000
hrentebolletje!,, 30 (XX) appels, 800 pond
I. off ie, 1000 pond suiker, 250O pond sla
en 38.000 papieren borden.
Toch mislukte het diner gedeeltelijk.
Ongeveer 22.(XX) menschen moeslen door
de politie met een leege maug worden
weggejaagd. En niet meer dau 38.000
menschen konden mee-et en. Doch voor
dezen was dan ook goed gezorgd. Mu
ziek werd geblazen en door klankver-
sttrkers verspreid, grappenmakers spra-
keu door klaukversterkers tot de gulzi
ge menigte en hielden haur bezig. En
de vloot van 15.500 motorwagens, wel
ke deze menigte had aangevoerd, bracht
s avonds laat de welvoldane gasten
weer naar huis toe.
Kom daar eens om in een land als
Nederland f
ADVERTENTIKN.
Mejuffr. HOOGENDIJK, Onder de Boom
pjes t, Gouda, VRAAGT met Augustus,
wegen* huweRjk der tegenwoordige, een
eenvoudige 1696 8