lad.
idag.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, NIEU
WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEL'WIJK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
No. 15631
Zaterdag 30 Augustus 1924
64* Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
ld,
reed.
an
y
spil 11
FEUILLETOM.
ROMANTIEK.
week 17 cent, met Zondagsblad
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Uit het Rijk der Statistiek.
1
is in
2OT2 50
2293
504
Berlijnsche Brieven.
(Van onzen specialen verslaggever.)
Berlyn, 27-8-’24.
De drie-dubbele moordenaar. De
millionair in 6 jaar. Spelebanken
in het groen, enz. enz.
gevangene der politie huist
end,
Gouda.
toen, toeneemt. In 1865 waren slechts 24.61
der lotelingen langer dan 1.70 M. In
1896 was dit percentage geklommen tot
36.07 en in de laatste jaren was het boven
de 50.
Ziedaar enkele voorbeelden waaruit blijkt,
dat de cijfers der statistiek eene taal spre
ken, die veel beter dan de woordentaal, ons
de toestanden openbaart.
Naar het Duitsch
van
OLGA WOHLBRUCK.
Vertaald door
mevr J. P. WESSELINK—Van Rossum.
Overneming verboden krachtens
art. 15, 2e lid der Auteurswet.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda an omstreken (behoorende tot den bezorgkring) i
15 regels 1.84), elke regel meer ƒ11.25. Van buiten Gouda en dan bezorgkringi
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 ft
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1-4 regels ƒ2.05, elke regel moer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden medadoelingen bjj contract tot zeer geroducoer-
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan het Bureau zijn in gek omen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per rzJ: 1" Z—L.J.LJ
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie Tel. 545.
De moederliefde is onuitsprekelijk groot,
't Is één gebed, van 't kraambed tot den
dood.
worden te zijn en begon zij hare bedriege
rijen. Langen tijd kon men haar ^iot vin
den, totdat voor een paar dagen een re
chercheur in eene zeer mondaine „Diele”
in de Friedrichsatadt eene dame ontdekte,
waarop de beschrijving paste. Hij zette
zich aan haar tafeltje en inviteerde haar
den avond verder met hem door te bren
gen. Zy gingen daarop per auto naar een
ander lokaal, maar alvorens dit bereikt
was, reed <ke auto door de groote poort het
Prasidium in. Daar ontpopte zich de „ca
valier" als rechercheur en de teleurgestel-
dede dame werd in verzekerde bewaïing
genomen. Jammer van het gehoopte sou
per!
Er is een paar weken geleden geconsta
teerd dat Berlijn eene met rook bezwan
gerde atmosfeer heeft, die bijna met die
van loonden vergeleken kan worden, -den
schrijft deze slechte lucht toe evenals in
Ixrnden aan het aantal fabrieksschoorstee-
nen en aan de hooge huizen, waartusschen
de rook blijft hangen. Ik ben ervan over
tuigd, dat hier een vergissing plaats heeft.
Het is n.l. zeer toevallig, dat sinds eenige
weken de prijzen van tabak, sigaren en
sigaretten ongetoofelyk naar beneden zyn
gegaan, zóó zelfs, dat cigaretten van 4 pf.
plotseling 1 pf. kosten! De samenloop van
deze twee *bmstandigheden geeft mij de
overtuiging, dat er zóó veel gerookt wordt
dat de goede Berlijners genoodzaakt zyn
in een slechte atmosfeer te leven. Iedere
kleine jongen, ieder meisje rookt thuis en
in restaurants, en de heeren der schepping
zijn bijna zonder uitzondering wat men
hier noemt: ketting-rookers. D. W. z. dat
zy de eene cigarette aan de andere aan
steken! Het verbruik is dan ook zoo toe
genomen, dat het oprapen vrfn cigaretten-
eindjes een zeer floreerend bedrijf is ge
worden, waar velen zich mede bezig hou
den. Deze laatsten zjjn natuurlijk degenen
die zelf niet of zeer weinig rooken en de
kruimpjes van de tafel van den rijke man
mogen oprapen. Waarom is dus de Ber-
lynsche lucht ineens zoo slecht geworden,
zij was vroeger toch zoo gezond Natuur
lijk door den tabakrook! Een zware belas
ting op tabak, en de lucht is weer zuiver;
het ei van Columbus, hetwelk ik mij voor
neem, bij d« gezondheidscommissie aan
hangig te makel, want die stoort er zich
toch niet aan. Ik rook n.k zelf ook!
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 75 - Tal. 418 - Gouda
bion- au Dam iskleediRg
■■ar maat. 394
verwijderde wereld. De eenige werke
lijkheid in het veelkleurige: net van
uitgedacht spel. En het beeld van Dag
mar stak in d&ie enkele oogenblikken
van herinnering stralend rein at tegen
den chaos van leugenachtige romantiek
dal nu als goedkoop bladgoud van de
naakte grondpeilers van haar armzalig
leven afviel.
Wee, zoo moeder een van haar har
de, bittere woorden over Dagmar uit
sprak. Wee, zooDan liep zij weg
en moeder kon haar zoeken, zooals de
generaal nu naar zijn dochter zocht.
Marika wachtte. Wachtte met inge
houden adem, op dat wa/t komen moest.
Wachtte en bad Lieve God, laat het
niet toe, dat zij het zegt, het booze
laat het niet toe....” Want zij was bang
voor dat wat dan gebeuren zou.
H|et bleet stil. Het papier ritselde
zacht. Eens en nog een».
Marika.”
„Ja
Heel diep lagen Marika’s oogen in de
donkere kassen.
Mevrouw Czaslo streek met de groo
te, knokige- hand over haar hoofd. De
gouden horlogeketting ging op en neer
op haar borst- Haar verweerd gelaat
trilde.
,.Ja, Marika, zoo is het nu eenmaal
indien men elkaar lief heeft. Dat is nu
eenmaal zoo. Maar wegloopendat
had zij niet behoeven te doen. Het is
toch ook het kind van Art. Van Arl...
een kind (Wordt vervolgd).
Zij was prachtig, met haar van toorn
gloeiende wangen, haar fonkelende
oogen en glinsterende tanden.
Hij trok aan zijn boord, aan zijn das.
„Eerst de zoon, daarna de dochter.
Een mooi gezelschap. Maar er
Duitschland politie.”
„Die zal Dagmar bij haar moeder
moeten zoeken, generaal. Zoo. Nu weet
u het. Verlangt u nog iets
Marika sprak plotseling op den kd-
men, koel voornamen toon eener aan
zienlijke dame, op een toon waartegen
generaal Markoff nooit opgewassen was
geweest. Het bloed steeg hem naar de
slapen. „Indien gij mij voorliegt. -. ik
laat niet met mij spelen. Begrijpt u dat?
Ik stel u aan de kaak. U allen. U ook
mevrouw I Ontvoering van een minder
jarige koppelarij wij zullen toch
eens zien.”
Marika lachte plotseling zoo door
dringend gillend, dat hij geloofde, dat
zij haar verstand had verloren.
„Eerst zullen wij eens zien, generaal,
of u onze DuitsChe wetten werkelijk
kent. Oogenblikkelijk verlaat u deze
woning, begrepen, generaal Anders
zit er eerst wat op wegens huisvrede
breuk.... ja zeker. Dus de woning uit
en vlug.... en nog eens er uit.... En
voor de derde maal er uit Zal het
haast gebeuren of ik roep de politie,
ja.... ik I”
Zij sprak Berlijnsch zooals anders
haar gewoonte niet was. Zij lachte als-
oL zij moest genieten van de kostelijke L
ftOUDSCHE COURANT.
Door het Centraal Bureau voor de Statis
tiek is onlangs uitgegeven een statistisch
zakboek, bevattende een kort overzicht van
de belangrijkste uitkomsten der Nederland-
sche Statistiek. Men behoeft nog geen voor
stander te zijn van eene steeds verder gaan
de uitbreiding der statistiek, om toch te er
kennen, dat dit boekje, hetwelk tegen 1.
per exemplaar aan genoemd Bureau ver
krijgbaar ft, een schat van gegevens bevat,
welke kunnen dienen tot het verbreiden van
juistere inzichten omtrent tal van maat
schappelijke verschijnselen. Terwijl wjj later
wellicht nog op andere onderdeelen terug
komen, wenschen wij thans de aandacht te
vestigen op enkele resultaten, verkregen
door de statistiek in zake den loop der be
volking.
In de eerste plaats wijzen de cijfers op
eene sterke toeneming der bevolking. Ter
wijl in 1829 het aantal inwoners van ons
land bedroeg 2.6 millioen, was het in
1920 gestegen tot 6.9 millioen en in 1923
tot 7.2 millioen.
Over de periode 19091920 bedroeg de
toeneming gemiddeld 1.42 per jaar. Eene
dergelijke toeneming beteekent eene verdub
beling der bevolking in ongeveer 60 jaar.
Het gevolg daarvan zou zjjn, dat over eene
eeuw ons land eene bevolking had van 27.5
millioen en over twee eeuwen van 110 mil
lioen.
Deze toeneming is te danken aan het feit,
dat er aanzienlijk meer menschen geboren
worden dan er sterven. En dit overschot van
geboorten boven sterfgevallen is in de laat
ste jaren sterk toegenomen, niettegenstaan
de de geboorten achteruit gingen.
In de jaren 1840/49 bedroeg het aantal
evend aangegevenen per 1000 inwoners ge
middeld 33.6 per jaar. In 1923 was dit ge
slonken tot slechts 26 per 1000 inwoners.
De sterfte verminderde intusschen nog
meer. Terwy’l in de periode 1840/49 het aan
tal sterfgevallen per 1000 inwoners gemid
deld per jaar bedroeg 26.6, was dit aantal
in 1921 11.1, in 1922 11 4 en in 1923 9.9.
In 1840/49 hadden wy dus, ondanks het
grooter aantal geboorten, slechts een ge
boortenoverschot van 6.9 op de 1000 zielen,
terwijl dit Oerschot in 1923, ondanks de
vermindering der geboorten, bedroeg ruim
16 per 1000 inwoners.
Merkwaardig is de verhouding tusschen
het aantal mannen en het aantal vrouwen.
By alle volkstellingen sedert 1829 was het
grap. Maar op haar gelaat weerspiegel
de zich een verschrikkelijke woestheid,
in haar groote, donkere oogen stonden
tranen van toornige verontwaardiging.
„Marika. Marika....”
Het was de wanhoopskreet eener
oude vrouw, die voor het eerst een
smaad werd aangedaan. Een smaad, die
haar tot in het diepst van haar ziel
trof, omdat zij vond, dat ze rechtvaar
dig was.
Koppelarij had de vreemdeling ge
zegd. Koppelarij. Iets brak er in haar.
„Kanalje. Bende schurken I"
De kraaiende giftige stem boorde zich
in Mjarika’s hersenen als een puntig
mes. Zij hield de handen boven haar
ooren. Het vreemde, vreeselijke, woeste
laihen hield aan. Toen de handen haar
in den schoot vielen hoorde zij nog het
toeslaan van een deur en het rinkelen
van de ketting.
Toen werd het stil. Akelig stil.
Marika.... zeg
„Ja moeder
Marika kwam in de kamer, trok de
deur achter zich toe. Zacht, haast voor
zichtig.
Zij zag haar moeder op de sofa zit
ten, ineen gedoken als in lichamelijke
smart, met een gelaat als uit verweer
den steed gehouwen.
„Waarom heb je hem voor gelogen
Marika
„Het was geen leugen.”
.Je hebt altijd gelogen Marika.”
„Altijd, ja. Dezen keer niet.”
Als gevangene der politie huist op het
oogenblik in het „Polizei-Prasidium eene
ongeveer 59-jarige vrouw, die blykbaai
graag vele en groote erfenissen ontvangt.
Zy was driemaal getrouwd, iederen keer
met een oudere man, en heeft kans gezien
driemaal weduwe te worden en tevens uni
verseel erfgenaam, en daar de erflaten ta
melijk gefortuneerd waren, heeft zy een
aardig vermogen bij elkaar gekregen. En
nu bemoeit zich daar de politie mede, het
geen minst genomen zeer onvriendelijk is!
Er zijn echter eenigszins vreemde dingen
aan het licht gekomen. In Sonnenburg ge
boren ging zy, nadat zy als dochter eener
ongehuwde dienstbode, als pleegkind by een
familie Deckel aangenomen was, op 25-ja-
rigen leeftijd naar Hamburg en was daar
werkzaam als huishoudster in publieke hui
zen. Na korten tijd kc^zij zelf zoo’n eta
blissement koopen en verdiende veel geld.
Toen haar pleegmoeder stierf keerde zy
terug en huwde den gryzen pleegvader, die
reeds een jaar later stierf. Zy had zich ge
durende dien tijd buitengewoon eigenaar
dig gedragen en was speciaal by het land-
stormregiment 48 als „Tante Marietje”
zeer bekend! Na drie jaar huwde zij op
nieuw een ouden heer van 72 jaar, die reeds
na vyf maanden weer uit het huwelijks
bootje stapte tengevolge van darm-kanker.
De pleegvader had ook iets dergelyks ge
had! Toen zij daarna ten derden male een
man van 73 jaar huwde, welke kort daar
na zooals ze zeide zelfmoord pleegde en
buitendien nog trachtte het huis in brand
te steken, doken zooveel geruchten op, dat
de politie het noodig vond, deze idyll® van
erfenissen te verstoren. Natuurlijk was er
geen woord van waar, dat z|j een moor
denares zou zyn. Haar laatste man haa
volgens haar in een vlaag van waanzin het
huis aangestoken en zich daarna gezelf-
moord. Ongelukkig echter voor haar stelde
de professor ,die door Berlyn was uitge
zonden, vast, dat de man met zoo’n wonde
onmogelyk nog brand gesticht kon hebben.
Omgekeerd was het ook niet mogelijk, daar
er dan rook in de longen zou zijn gevon
den. Hoewel zy eerst alles ontkende, heeft
zy zooeven verklaard, dat zij haar man
„Jij....?”
Dreigend stond de vrouw op. Met in
spanning van haar laatste krachten.
Marika haalde Dagmar*» brief tus-
schen haar blouse vandaan.
„Lees.”
De angst sloeg de oude vrouw om
het hart, zoodat het bijna stilstond.
,.Wat nu nog, Marika
Zou er geen einde aan het leed ko
men Zou alles boven hen ineenstor
ten Gisteren had zij nog gevraagd: of
denk je, dat er nog erger dingen kun
nen gebeuren Nu was het ar, het er
gere.
„Ik zie zoo slecht, Marikawat...
staat er in 4en brief?”
p „Lees.”
Er lag iets onverbiddelijks in het
mooie, jonge gezicht. Een eerste bewus
te wreedheid. Als een wraak voor al
de hardheid dezer moeder, die nooit
een barer kinderen had willen begrij
pen, die als een gerechtsdienaar altijd
maar recht en gehoorzaalnheid had ver
langd.
Mevrouw Czaslo nam den brief. Zag
de onderteekening. Slaakte een korten,
doffen kreet.
,.Is zij dood, zeg, Marikais zij
dood
Marika schudde het hoofd, viel op een
stoel bij de tafel en verboirg haar ge
laat op beide armen.
Nu besefte zij pas wat zij met Dag-
tnai had verloren den laatsten vergul
den glans uit een haar vreemde, vèr
aangetroffen had terwyl hy bezig was een
vuurtje te maken op den planken vloer; zij
heeft hem toen weggetrokken, het kwam tot
een gevecht en in zelfverdediging heeft zij
een scheermes gegrepen en zich tot uni
verseel erfgenaam gemaakt. Men zal nu
de andere slachtoffers opgraven, om na to
zien of zy hier ook in den natuurlijken
gang van zaken „in zelfverdediging" inge
grepen heeft!
In het Hausa-kwartier woont een een
voudig portier, die dezer dagen de plotse
linge mededeeling kreeg, dat een „oom" in
Aimerika hem 400.000 dollar, dus meer dan
114 millioen mark nagelaten heeft? Echter
met die beperking dat hem dit geld eerst
na 6 jaar mag worden uitbetaald! De man
is dus millionaire maar kan zich daarvoor
nog geen broodje extra koopen; hij moet
nog zes jaar wachten. De erflater moet
een bijzonder menschlievend en verstandig
man zyn geweest. Hij wist dat vele men
schen half krankzinnig wonden dpor zoo’n
erfenis, en anderen geraken in eene roes,
waaruit zy weer ontwaken, als het geld op
is. Déze erfgenaam heeft nu zes jaar den
tijd, erover na te denken, wat hij met al
dat geld doen zal en waarschijnlijk heeft
hij in die periode de gelegenheid eene me
nigte luchtkasteelen weer af te breken, om
zich als het zoover is, een aardige villa te
bouwen, waar hy rustig en solide van zyn
rykdorn kan profiteeren. Maar het moet
toch een gek gevoel zyn, te weten, dat men
millionair is en er toch niets aan te heb
ben!
In het Grünewald bloeien... de speelban
ken. langs den weg ziet men overal kaart
spelende heeren en als men mee wil doen,
is men welkom. Niet iedereen komt op de
gedachte, dat het kwartjesvinders zyn en
niet alleen kwartjes vinden zy, maar zelfs
bankjes van honderd! Menig argeloos wan
delaar wordt aangelokt, ook al door aar
dige meisjes, die zoo in het voorbijgaan
even een kansje willen wagen. De galante
cavalier, die even tevoren hare kennis ge
maakt heeft, is gaarne bereid, haar zijne
portemonnaie ter beschikking te stellen,
zelden echter met gunstig resultaat, want
het lieve meisje was een lokvogeltjeDe
politie heeft Zondag 10 a 12 van deze
speelbanken in het groen in beslag geno
men en de bankhouders gearresteerd. Oók
een metier- Maar men kan veel beleven in
het Grünewald!
Een dame, die op het oogenblik ook op
staatskosten in het Polizei-Prasidium lo
geert, is vanouden adel. Dat beweerde zij
tenminste. Frau von S. werd gevangen ge
nomen wegens vele en uitgebreide zwen-
delaryen. Het bleek echter dat zy een naai
ster uit zeer eenvoudige familie was, die
als huishoudster jarenlang in adellijke fa
milies gediend had. Zy had daarby volko
men de allures eener dame der groote we
reld aangenomen en nadat haar geschei
den echtgenoot haar dochtertje ontvoerd/
had, scheen zy volkomen onversch'llig ge-
aantal vrouwen grooter dan het aantal man
nen, al nam het verschil geleidelijk af. Zoo
waren er in 1829 1045 vrouwen en in 1920
1013 vrouwen op 1000 mannen.
En dit, niettegenstaande er meer mannen
dan vrouwen geboren worden. Geregeld toch
zien er jaarlijks 105 a 106 jongens het le
venslicht op de 100 meisjes. De oorzaak van
deze tegenstrijdigheid is gelegen in het feit,
dat de vrouwen een lange ren levensduur
hebben dan de mannen. Terwijl over de ja
ren 1910/1920 de gemiddelde levensduur der
mannen was 55.1 jaar, was die der vrouwen
57.1 jaar.
Dat die gemiddelde levensduur, dank zy
den vermeerderden welstand en de grootere
zorg voor de gezondheid, vooryitging, hl ijkt
wel hieruit, dat in 1870/79 de gemiddelde
levensduur der mannen nog slechts was 38.4
jaar en die der vrouwen 40.7 jaar.
Inzonderheid is de kindersterfte afgeno
men. In 1840/49 stierven gemiddeld per jaar
van de 1000 levend aangegevenen beneden
den eenjarigen leeftijd 181.4. In de laatste
jaren schommelde dit cyfer tusschen 60 en
70, terwyl het jn 1923 slechts 56.9 be
droeg.
Het aantal huwelijken is vry constant ge
bleven. Het bedroeg in 1840/49 jaarlijks
7.4 op de 1000 inwoners, in 1875 8.8, in 1900
7.7, in 1910 7.3. Alleen in de jaren na den
oorlog was het iets hooger en steeg in en
kele jaren tot boven 9 per 1000 inwoners.
Sterk is het aantal onwettige geboorten af
genomen. Terwijl het ii» de jaren 1840/49
bedroeg 4.8 van hélé aantal levend aan
gegevenen, is dit perdlntage thans gedaald
tot ongeveer 2 Tdfegenoinen daarentegen
is het aantal echt^heidingen. Bedroeg dit
in de periode 1840/19 0.1 op de 1000 echtpa
ren, in de laatste ftren steeg het tot boven
1.5 op de 1000 echtparen.
Het hoofdstuk j/ver den physieken toe
stand der bevolkiMg bevat eene tabel, aan
gevende voor verschillende ziekten het aan
tal sterfgevalleji per 100 ziektegevallen.
Duidelijk spreekt daaruit de vooruitgang
der medische wetenschap en de grootere
zorg voor de zieken.
Zoo stierven in 1894 van de 100 lijders
aan roodvonk nog 5.57. Langzamerhand is
dit cyfer gedaald tot 5, 4, 3, 1, ja tot zelfs
daar beneden.
Van de typhus-lijdars stierven in de jaren
18951899 nog gemiddeld 25 op de 100.
Thans bedraagt het aantal sterfgevallen on
geveer 12.
In 18951899 hadden ruim 18 van de hon
derd diphterie-gevallen een doodelijken af
loop. In de laatste jaren daalde dit cyfer
niet zelden beneden 6.
De aandacht verdient het ten slotte, dat
de lengte der menschen, althans der man-
107 -
Dt handen van mevrouw Czaslo vie
len slag langs haar zijde. Ook zij merk}
te het vreemde in Marika’s stem, de
bijna smalende tevredenheid.
De generaal knipoogde nijdig, f
„Is er niet, is er niet, niet thuis, of
wat bedoel je Beneden' staat mijn
auto. Ik moet u verzoeken, juffrouw...
wij gaan haar halen... dadelijk halen.
Wij rijden dadelijk samen.”
Zij rukte haar arm1 driftig uit den
’•reep van zijn hand.
„Samen rijden wij heel zeker niet.
Ik zou ook niet weten waarheen.”
„Weet ge het niet Och zoo. Maar ik
w eet het. Naar den schilder, den| schurk
den kerel, die
Neem u in acht, generaal Anders
gooi ik u de deur uit generaal. De ke
rel is mijn broer, begrijpt u dat
1
n
3
3