NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, nieu WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WA DPI NX VEEN, ZEVENHUIZEN, enx. No. 15673 EERSTE BLAD. RO M A N T I E K. Zaterdag 18 October 1824 64« Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen De eterrenkundlgt wetMsehap •n Mare. Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. onder dank (Wordt vervolgd). i gift groot dankbaarheid verslag met an .alle stad- waarpiaats in willen steu- of legaat. eende plaats- V ereeniging der Kunder- f 1846.09% f 1603.84% 2766 243 Laat de wereld u begeven, maar blijf u zelf getrouw. nmersStra- i en in haar Boon lid van nog even gedenken kopstukken die nog in leven zijn 'slechte twee, Mr. S. van Houten Mi. P. J/ Troetetra. De eerste I Prof. Treub over den tegen- woordigen toestand. Middenkoers van deze week bevat een on- I derhoud met professor Treub betreffende I de toekomstige belangen van Nederland, I waaraan wij het volgende ontleenen: „Ik heb reeds in het afgetoopen najaar herhaaldelijk vastgesteld” aldus ant- woordde Prof. Treub op een desbetreffende 1 vraag „dat de vrees voor inflatie en voor een belangrijke depreciatie van den gulden ongegrond en overdreven was. Intus- I schen is de positie in zooverre nog gunsti ger geworden, dat de financiën van het RU k een niet onbelangrijke verbetering onder gingen. De economische vooruitzichten zijn weliswaar nog steeds allesbehalve schitte- rend, doch men kan reeds eenige teekenen waarnemen, welke op een beginnende ver betering in sommige takken van bedryf wij zen. Had ik dus reeds een jaar geleden ver trouwen in de toekomst van den gulden, dan kan dit thans zoo mogeljjk nog sterker het geval zij<n, natuurlijk onvoorziene verande- ringen van de toestanden voorbehouden. Ik moet deze reserve maken, omdat bij de te genwoordige wereldtoestanden niet alle ele menten van onzekerheid als geheel uitge schakeld beschouwd kunnen worden." Op de vraag of prof, treub het tegen woordige tijdstip rijp achtte voor het herstel van den gouden standaard ook in ons land, deelde hij mede: „Het herstel van den gouden standaard in Zweden heeft ongetwijfeld ook eenige gun stige resultaten opgeleverd. Wat ons land betreft, acht ik echter de kwestie van het herstel van den gouden standaard, uit een practisch oogpunt bekeken, geen dringend vraagstuk. Wij zullen de stabiliteit van den gulden voorloopig ook zonder het herstel van den gouden standaard kunnen blijven handhaven, en wjj zullen onze aandacht be ter aan de oplossing van veel dringender problemen kunnen wijden. Een definitieve regeling van de monetaire vraagstukken zal m.i. op de basis van internationale overeen komsten plaats moeten hebben. Indien, ge lijk veelal gehoopt wordt, de toepassing van het plan Dawes inderdaad tot een belang rijke verbetering in de economische en flnancieele positie van ons werelddeel zal leiden, dan zal ook het geschikte tijdstip komen voor de bijeenroeping van een inter nationale conferentie, waarop de monetaire wereldvraagstukken opgelost zullen kun nen wonden. Wij kunnen m.1. dit tijdstip kalm afwachten.” Naar het Duitsch van OLGA WOHLBRUCK. Vertaald door mevr J. P. WESSELINK—Van Rossum. Overneming verboden krachtens art. 15, 2e lid der Auteurswet. J. DE MOL EN ZOON T.rtmrkt 7» - T.l. 411 tia4a Hum- 11 Jiaitiliiiliiii lovendien kon rder instellen, n koesterde in gezien hij deze htte. Tenslotte t verweer van >aar acht, om- gebaseend is, entten, aanleg, fdh' bordeel te zonnis terecht iwege bevesti- >ur. iging tot in- bewaarplaats ii plaats in 1 over den irplaats over f 212.25 r werden tot ■kozen mevr. i en mevr. n verpleegd, i wijlen mej. 1.4 obii- iheeKbank is rd gekocht, i f 122.87 1 i 1223.22% (KEN. id der Red.). fiOUBSCHE (lil RAM. hoeft nu van een cirkelvormig stuk papier een nabootsing van Man* gemaakt. Hij toekende daarop de vlekken, die op Mars aanwezig xjjn, maar niet de kanalen. Bü een bepaalden stand van den kijker meri te Dr. Kühl de kanalen op juist daar, waar de Man*waaro«mers xe xien. H(j geeft een theoretische verklaring van dit verachijn- ael, die door leeken moelUQk te begrijpen is. Maar door z(jn proey meent hjj zeker bewijs te bezitten, dat <l£ Marskanalen ge- aichtabedrog zijn. En dat met de er varing, dat van <1© kanalen geen ‘fotografie te maken 1». De Amerikaunache sterren kundige Lowell beweert echter, dat de ka nalen op foto's van Mars, door hem geno men, wel zichtbaar zijn. Maar op een foto kan men wel dingen meenen te «ton, die er niet op staan. En foto's van werelden, zoo verbazend ver van ona verwijderd, zijn na tuurlijk vaag en onduidelijk. De bewering van den Amerikaan bewijst dut weinig. Maar de kanalenkweatie i« ook door de beweringen van Dr. Kühl natuurlek niet beril rt. Alleen te het bestaan van kanalen er heel wat onzekerder door geworden. DengeWke onzekerheid za| omtrent Mars en andere planeten eéhter wel altijd blij ven bestaan. Men kan tal van dingen waarnemen, maar die waarnemingen blij ven min of meer in het vage. En de ver onderstellingen, die men op die waarne mingen opbouwt, z|jn natuurlijk nog vager. Mr. K. angstig, naar het t, dat de spiegel waar, wat heeft u mdj noodig. U heelt nu iemand in de familie die het even zoo goed kan. Nu, God behoede u, Czaslo I En zend de verschuldigde som, als ge zoo goed wilt zijn, naar mijn bank in Weenen. Je weet welke I Uw die naar. ik groet uwe Hoogheid.” Toen de kleine Lustig, al buigende, de kamer had verlaten, stak Warjagin zijn arm door dien van Bela Czaslo I De rimpeltjes om zijn oogen werdeiï dieper door het ingehouden Igchen. „ik heb mijn geheele leven doorge gaan voor een Maecenas, maar... ik, vorst Warjagin, heb nog nooit zoo ko ninklijk betaald ais Bela Caaslo, neen nooit. Kom, Bela, wij willen op onze vriendschap drinken.’* \orst Warjagin zat zwijgend in zijn leuningstoel en bladerde in het heb rc-ode boekje, terwijl Marika's kamer meisje haar mooi donker haar borstel de en voor den nacht tot een vlecht nu.akte. Marika keek wat i scherpe, koele gelaat, haar weerkaatste. Een warm gevoel van dankbaarheid en van bewondering welde in haar op voor den man, die zich nog steeds, ook tegenover haar, een voornaam persoon toonde. Toen het kamermeisje het vertrek verlitea had, sloeg Warjagin het boek dicht en legde het op de tafel. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCCXX1V. De oude garde en do figuren die het apenbare leven leiding gaven sterft langzamerhand uil. Thans is met Prof. Cppenjieim, lid van dep Raad van Sta ten, één der meeat geziene on meest algemeenWj^nde figuren heengegaan. Ku.. per, TÜIffnhn, Borgesius waren reed» ter ziele, Solutepman mogen wij thans üjn de er en van deze tweo is aan het einde van zijn leven en beteekent voor het politieke leven zoo goed als niets meer. Mr. Troelstra zal het volgend jaar van het politiek tooneel verdwijnen, al is hij nog allerminst genaderd tot den leef- lijd waarop dit verdwijnen dringend noodzakelijk te. Waarschijnlijk zal hij vader is er reeds „gekomen”, Heeft u het gehoord, ja? Was mijn ontdekking J Zijn vader was de eerste. Maak je maar niet zenuwachtig, Be la. Bela is namelijk veel te teer ge voelig. Dat was altijd zijn ongeluk. Maar uwe Hoogheid, schijnt mij, .een zeer verstandig mensch te zijn, u zult het begrijpen, dat men zich liever niet ja renlang moeite geeft voor niets. Beta wae voor mij, als een zoon, ik zou hem tot oen rijk man gemaakt hebben. Al reeds lang. Maar hij h^eft altijd tegengewerkt. Totdat eindelijkEn nu.... Sakkerloot.... J...a, ^wat ga je nu beginnen, Bela? Zwager te zijn van een vorst, dat is ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den beaorgkring) 1—5 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 Ijjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeel Ingen bjj contract tot «eer gereduceer- den prijs. Groota letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMchenkomet van sollede Boekhan delaren, Advertentiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te xijn. toch geen plaats in de maatschappij niet waar I” Bela Czaslo’s lach bevrijdde hem uit de verlegenheid. „Neen, doch de weg om er te ko men, mijnheer. Lustig. Mijn zwager betaalt de verschuldigde som, en ik be zit genoeg geld, om een jaar in Wee- neu muziek te studeeren/’ De kleine heer Lustig sloeg de han den inelkaarvan verbazing. „Ja vriendje. Wat wilt je dan later wórden Een echte kapelmeester Warjagin knikte lachend. „Zoo is het, mijnheer Lustig. Een heel uitstekende. Iemand, die zijn bo chel, evenals wij allen, waardig in stilte draagt. Want een bochel, beste Bela, dien hebben wij toch allen. Het is nu niet precies altijd noodig, dol hij op den rug is.” Lustig greep naar zijn boord, draai de met zijn hoed. „Ja, nu, als het zoo ver komt, dat je het philhannonisch orkest dirigeert, vergeet dan den ouden Lustig niet. Ik heb het goed met je voorgehad Hij nam nog een sigarette uit de gouden doos van den vorst, en schud de Bela Czaslo de hand. Het kost mij een massa geld, vriend. Ik groet, uwe Hoogheid. Wanneer u ooit iemand noodig hebt, die een or kest voorffr in elkaar zet, dan te mijn adres Lustig Weenen, Kolowatnng. Ieder kind kent mij. Maar het is ook perkt afzetgebied, als de Nederlandsche markt, zal hierbij slechte van een betrekke lijk ondergeschikte bteeekenls blijken te zijn. Bijzonder beschermende maatregelen tegen een eventueele Duitsche dumping acht ik met het oog hierop overbodig." e. HJK, [meester esse. RUYT. •NTE. JM. •FSEN. ZANT. Daarna haakte hij langzaam en pein zend zijn portefeuille uit den zak van zijn rok. ,’,lk wilde je vragen, Marika, dit hier terug te geven aan Dagmar.” Marika herkende het heiligen-piaatje d«i Dagmar vroeger als bladwijzer in haar Russtech gebedenboek had ge bruikt. Zij keek haar man met verwonderde oogen aan. „Je kunt het bewaren, Marika, en het ziende, bedenken, dat ik alle» vooi Dagmar tot het uiterste gedaan heb, dat ik nauwelijks in staat zou zijn, nog eens, laat ik zeggen, tegen- ovei jou een tweede maal onzelfzuch tig te handelen. Zoo kan dit plaatje ooi: in jouw leven een soort waarschu wing ^ijn. Wil je het ate zoodanig be schouwen.” Hij hief haar gloeiend gezichtje tot zich op. Toen sloot zij de oogen en sloeg bei de armen om zijn hate. En indien zij op dit oogenblik niet tütriep„neem je uitnoodiging aan graaf Rudnik weer terug, ik wil niet, dat hij medegaat”, dan was dit alleen, omdat het noemen van een vreemden naam reeds te veel was tueschen haar en haar man. Wat de economische situatie in Nederland ea in onze Koloniën betreft, constateerde prof. Treub, dat de economische toestanden in Ned.-Oost-lmdië den laatsten tijd een be langrijke verbetering te ziën gaven. De prijssituatie ten opzichte van alle belang rijke Indische producten is bevredigend. Zelfs wat de rubbervooruitzichten betreft, gelooft Prof. Treub, in zooverre hy de situ atie overzien kan, dat er geen belangrijke gevaren dreigen. De positie van de Kon. Paketvaart-My., welke thans zeer gunstig is, mag als een barometer ten opzichte van de economische toestanden in Indië be schouwd worden. „De economische toestand van Nederland toont echter een veel minder gunstig beeld. Op enkele gebieden vallen weliswaar teeke nen van een beginnende herleving der be drijvigheid waar te nemen en gok op de vrachtenmarkt is de situatie in den laatsten. tijd iets gunstiger geworden; in het alge meen is echter de toestand nog vry ongun stig en in verscheidene takken van handel en nijverheid schijnen de voorwaarden voor een winstgevend bedrijf nog niet verzekerd te zjjiu" De laatste vraag had op de toekomst van de Duitsche concurrentie betrekking. „Zoodra de problemen verband houdende met het crediet- en kapitaalvraagstuk m Duitschland opgelost zullen zjjn” ver klaarde Prof. Treub „zal ongetwijfeld een toeneming van de Duitsche concurrentie op de wereldmarkt plaats vinden, aangezien de Duitsche ondernemingen ten opzichte van de technische encommercieele organisa tie op een hoog peil staan. De Duitsche ex port zal door den invloed van drie factoren gestimuleerd worden. Deze zjjn: le. Het streven om er weder bovenop te komen, dat zich by de Duitsche ondernemers zeer sterk doet gevoelen. 2e. Het feit, dat een groot gedeelte van de Duitsche industrieëele pro ductie op de binnenlandsche markt niet af gezet zal kunnen worden en 3e. het feit, dat Duitschland ^yn financieele verplich tingen jegens de geallieerden slechts op de basis van een export-surplus zal kunnen na- Jcomen. „Niettemin* ben ik niet bevreesd voor een Duitsche dumping, omdat Duitschland ook met het oog op zyn financieele verplichtin gen op den duur niet in staat zou kunnen ^ijn zjjn exportartikelen tegen Schleuder- preise te verkoopen en omdat de hooge be lastingen enz. ook voor de Duitsche onder nemingen een zekere handicap zullen vor men. Om zjjn financieele verplichtingen te kunnen nakomen, zal Duitschland voorts in de eerste plaats naar de groote geallieerde landen moeten exporteeren en een zoo be- We spreken veel over onzen vooruit gang tegenwoordig. Vliegtuigen, draad looze telegrafie en allerhande toepassin gen der electriciteit doen iedereen de ver bazingwekkende veranderingen waarnemen die de wetenschap de teatote jaren in on» leven gebracht heeft. Maar wjj geven ons, er meestal slechts onvolkomen rekenschap van, dat het de wetenschap is, die dat ge daan heeft en nog doet. De meeaten van ons accepteeren al het ni'euwe en denken er niet verder over na hoe we eraan ko men. En wanneer ze <tet wel doen, stellen ze zich gewoonlijk tevreden met de een voudige verklaring, dat het de wetenschap is, zonder het zich bewust te maken, dat die vooruitgang der wetenschap niet van vandaag of morgen is en dat die weten schap zelf niet pen op «ichzelf staand ver- schjjnsel is, maar uiting geeft aan den drang, ie in ons. allen leeft on die, teza men met de drang om onze levensbehoef ten te bevredigen, ons uit den oerstaat op gevoerd heeft tot den staat, waarin we thans vevkeeren en die niet alleen uiterljjk zooveel ven dien oerstotet verschilt, maar ook ons innerljjik wezen in menigerlei op zicht totaal gewijzigd heeft. Deze drang om te kennen en te weten is in oorsprong natuurlijk evengoed in den vroegeren mensch tegenwoordig geweest en open baart zach dan ook in het kind reeds. Dat we thans de resultaten er van zooveel dui delijker meenen te zien, komt, omdat iedere schrede op den weg naar het kennen de volgende schrede gemakkeljjker maakt en we zoo voortdurend sneller stjjgen kunnen naar het kennen van nieuwe gebieden e*i het vinden van nieuwe middelen, waarin onze kennis haar toepassing krijgt. En omdat ons kennen steeds volkomener wordt en we altijd weer nieuwe gebieden ontdek ken kunnen, strekken we ook steeds ver der de handen uit. Er '8s wel altijd een drang geweest om het niet-aardsche te kennen. Vooral de sterrenhemel wekte de belangstelling, de nieuwsgierigheid. Maar men benaderde hem feiteMjk alleen met de verbeelding. De stand der wetenschap maakte feiteltyk waarnemingen vroeger vrijwel ónmogelijk. Dat is langzamerhand veranderd. De tech- niek bracht instrumenten, die ons de ster renwereld zooveel dichter by brachten, dat nauwkeurige waarnemingen niet langer uit gesloten bleven. En met behulp" van an dere wetenschappen kon men niet alleen enkele feiten vaststellen, maar een gehëel systeem opbouwen. De meeaten onzer mar ken van dat alles niet zoo heel veel. Al leen nu en dan worden we lets ervan ge waar, wanneer bepaalde sterrekundige ge beurtenissen de algemeen© aandacht bij den sterrenhemel en het heelal en de ster renkundige wetenschap bepalen. Zoo is dat het geval geweest, toen onlangs Mars onze aarde zoo dicht naderde. Mars is de planeet, die het dichtst bif ons staat. En dit alleen is reeds voldoen de om onse belangstelling in 't bizontjer naar haar te richten. Men weet van Mars meer dan van eenige andere planeet en heeft allerlei gegevens, maar ook velerlei veronderstel ingen omtrent haar toestand en haar bewoners. HertiaalddUk reeds heeft mem allerlei plannen geopperd om met Mars, dat wil zeggen met de bewoi nors van Mars, in verbinding te trodsn. Onder andere is voomgesteld een reusach tig vuur in bepaalden vorm in de Sahara of op de Siberische sneeuwvlakten te ontste ken, heeft men meer in 't bizonder aan de draadlooze telegrafie gedacht als middel om met de Marsbewoners verbinding te krijgen. En toen nu Mars zoo betrekkeljjk dicht langs ons heen streek, had men hoop door de draadlooze toestellen geluiden van Ma ra te zullen opvangen. Het is niet gebeurd, want de berichten omtrent geheimzinnige gelui den en stoornissen der toestellen zullen wel op mystificatie berusten. En men is om trent Mars nieta wijzer geworden. Maar de aandacht ook der wetenschappelijke wereld is weer meer op Mars gevestigd. Ook wat men wist of meende te weten is aan nieuwe kritiek onderworpen. En het gevolg is geweest, dat een oude opvatting omtrent den toestand op Mars ernstig is aangevallen. Tot nu toe nam men aan, dat de even wijdig loopende IjjAbn met dergeljjke dwareljjfien, die men op Mars meende waar te nemen, kanalen waren, waarlangs het water der ontdooide sneeuw van 't Poolge- b’e<l naar het centraal gebied geleld werd, dat zeer arm is aan water en die opzette lijk met irrigatiedoeleinden zouden aange legd zjjn. Maar onder de sterrenkundigen bestond verschil van meening over de kwestie, waarom de uiterst fijne lijntjes, die men voor kanalen houdt, alleen zicht baar zjjn, als het beek! in den kijker vol komen rustig is. Is het beeld niet volkomen rustig, dan lijkt 't op de trillende film en gaan de fijne lijntjes het eerst verloren. Dt Duitsche sterrenkundige Dr. Kühl ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int 82- Redactie1 Tel. 545. De deur werd achter hen gesloten. „Ik vind, waarde Bela”, begon vorst Warjagin op zijn koeien, licht spotten den toon, dat wij je impresario op zijn minst 'n kleine opheldering schul dig zijn In ieder geval zal hij begrijpen, dat mijn zwager niet op zijn plaat» is, al»....” „Wat..*? i» Bela De heer Lustig raakte niet spoedig van zijn stuk, jnaar dit bracht hem toch in de war. Zijn gezicht werd vuurrood het witte haar. Ja, als dat zoo was. Wat een tegen val. Zijn beste kracht! Ziet u eens, uwe Hoogheid. Bela's vnuór is vi rvods „gwkmuvii”, dank zij mij. Die „muzikale kachelpijp.” 149 „Lustig, Lustig, dien ken ik niet.” Warjagin keek vragend de tafel rond- „Kent iemand een heer Lustig uit Weenen? o, zoo, u?” Bela was opgestaan, hij was even bleek als zijn overhemd. „Sta mij toe, uwe Hoogheid, dat is ijn zaak.” Maar Lustig stond reeds op den drempel. Nu bijna verlegen. Want hij had gedacht dat het vorstelijk feest meer Russisch zou zijn*. „Mijnheer Lustig, dat is een onbe- chaamdheid.” „Maar loop heen, Bela, loop heen.” Warjagin stond op. „Zullen wij misschien naarde rook kamer gaan, heeren?” Hij legde zijn arm om den schouder van Bela heen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1