Blad. rEN I dt aan algemeene worden met hoofd- I JT idln Pillen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN go. 15727 Zaterdag 20 December 1924 84»Jaargang WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en* 1 ;la (öron.) Jan. a.s. I^EBSTE BLAD. Bi'ktmli. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen "tj i DE LIEVELING "DER BODEN. 11 ais het jaar 1 gaan wc( tot^ zomer schijnt- chooniheid van a winter neer 8 verlangens, ize verlangen® c een BLEVEN uit de hofstad. DSCXUH. BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEU OERKERK OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWLJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en* jlLAI H-7 ige K. hoe wij robeer ze maar dan geschiedt blfiuwo teekeningen, (Wordt vervolgd). per dag i enkele N 1/4 ZOON, )ON. 82. h huizen langs de Gevan- [eduurd hebben oer de ver- gereed is, waarvan de ge- 4 vier maanden noodig had u meer methodische arbeids- 'iwel tot de helft had kun- in ingekort. Ton slotte komt J. DE MOL EN ZOON Tariairkt 7» - T»l. 41» - Hum- ii Biiiikliriiii 3429 215 n.1. en een [voering - »uiWf don heid (stil- kven jbe- 1 in yd, wanneer alle^w :r en d,e zonnige blnh waaad schijnt dooriL gen, wanneer onsJKii eschrompeld tot Ha 1 enge kamers, m en aambeien 2.Wonnen jrtering, gebrek ghe|d, duizelig- lags, een uur vóór I hg de goede gevol- I •Hen verdragen. Zij I /akke zenuwstelsel I n en duizenden in I Den H««kJ 3416 40 f Hoop en herinnering zijn de twee ge- niussen, die den mensch voor vertwijfe len behoeden en hem waarde aan het le ven doen hechten. imeftf «staat Mt twefe bladen. •tiiii, wan- M j| luttele l|igH nevels «la en de ABONNEMENTSPRIJS! per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 3.16, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82: Redactie Te|. 545. en vaak ook over bet Dit numi FEUILLETOM. (Nadruk verboden). Uit het Engetech van BARONES ORCZY. Bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 52 - ?,Je begrijpt niet, wat ik bedoel, Mark. Het huwelijk is een heilige band hetzij het in een christelijk of een heidensch land is gesloten. Mijn woord heb ik aan koningin MaNl-kha gege ven en ik wil mijn woord tegenover haar houden evengoed, alsof ik mijn I woord had gegeven aan een geboren Engelsche vrouw. En als ik ooit naar ons stoffig oud Londen terugkeer en zij mij niet zou wenschen te volgen dan zou ik den band', die mij aan haar bond onverbreekbaar achten. Zoo lang zij er mij aan wilde vasthouden. Maar geloof mij, zij heeft mij niet lief, voor haar tegenwoordig ik eenvoudig een vreemdeling menfichelijk of half- goddelijk die er aan meegeholpen heeft de kroon op haar hoofd te hou den, en heeft voorkomen haar op dat ponheid is, d|el (lagen van leiWi look in de wip|nj| li gloed ilden van .eer' d«j| KeMdagdp voorbij zijn, dun stijgen we Iweer. W— -1-- «r—»- dag, dat ljj|t welks glart» Kerstmis, (s het niet het feest winternaéhit, maar het feest van rezen 1 nieuwe óhgekendq.ilic zjjn en het leven «iis en zonnigheid en'irlai tertijd vin ons leven, wanneer we den haai maap al te vaak dat vau Neit-akrit te plaatsen, die zij haat. De Pharaoh is teu dood© gedoemd en door de vreemde constitutie vau dit tandkan een vrouw dan slechts op den troon van Kamt zitten, wanneer een echtgenoot of zoon dien troon met baar deelt. Die heerschzuchtige, oude Ur-tasen wilde niet toestaan, dat zij een harer onderdanen trouwde bij verrassing moest hij mij aanvaarden. Zoodra haar een zoon van mij is ge boren, zal zij mij mijn woord terug gaven ert m(.j zonder leed zien ver trekken." „Hoe zult gij het intussohen aanleg gen den Pharaoh te overreden mij als zijn medischen raadsman te aanvaar den „Ik geloof niet, dat het moeilijk zal zijn, want ik verwacht, dat hij van daag te ziek zal zijn om veel eigen wil te hebben. Weet je wel, dat ik bij intuitie heb gevoeld, dat noch ko ningin Maat-kha noch Ur-tasen verlan gen, dat de ongelukkige man gwoond wordt. Hij is geen vriend van mij, maar ik hoop, dat je hem zult kunnen genezen, al was het alleen om mijn, aartsvijand, den hoogepriester te ont stemmen" Het moeilijk vraagstuk werd onver wacht en plotseling opgelost toen de zon onderging, kwam ons gewoon, schitterend gevolg om ons naar de boo ten te geleiden, die gereed lagen voor de reis. Vroolijk gekleurde zeilen, met Gewone den pril». Gt Advertent! delaren, Was het niet op den Ker»|- groote lich| geboren werd, in de wereld nog straalt Deze van tien het her- lijkt .Het is Het feest'ook van het «ngekendq.i licht. W urineer we jong _s lofct, l(jkt het al licht Wans. Makr, in den win- zitten bjj ird onzer herinneringen, ontwaakt -anjdere licht, het licht dat, lals het licht uit djan Kerstnacht, heel het, levön in zjjn Wonderen glans omvat, maar jook tot over de grenzen van dat le ven heen, leven en dood beide overschijnt en in één verhelderend ert verklarend schijn sel schijnt samen te7vitten tot de eenheid die wjj te laat begrepen. Het is wel geen feit van groote his torische beteeaenis m«tar vermeldens waard is het wel dat het aloude on beroemde Binnennof verlost is van de moderne plaag, de ham. binds eenige dagen rijdt geen tram meer over deze heilige plex en uus, zal de stilte er weer aanzienlijk zijh toegenomen. Het verheugt ons dat dit geschiedt en wan neer het megerij.v W>re alle njver- keer hier ie veroaaifetfi dan zou ons oal ook aangenaam zijn. Een buiten gewone ontsiering was de tram er ook met, al was tiet onvermijdelijke net van (tradun nu niet geschikt om het aanzien te verhoogen. De verscmjning van de roomkleurige, moderne wagen» was niet fraai in dit oud-Hollandsche milieu en het sluip-door-kruiip-door van ae tram door de nauwe poortjes was op zich zelf reeds een ieelijk geval. Het Binnenhol heelt het karakter van een intieme binnenplaats, van een echten hof, waarop de rust zqo min mogelijk gestoord dient te worden. Het onverstoorde gadeslaan van dit kunstwerk zal nu weer mogelijk zijn en dat op zich zelf is een voordeel. De Staat heelt zich altijd verzet te gen het rijden van de tram over het Binnenhol en net eenige wat men den Slaat kan verwijten is dat hij zich niet Ki achtiger' daar^egeiijg heeft verzet, waardoor de gemeente tot meer spoed ware aangezet met het oplossen van de verkeersvraag m het centrum der stad. Reeds een tiental jaren toch was het mogelijk geweest de trambanen zoo te verleggen dat zij den weg over het Binnenhof niet noodig hadden, 1 sedert de Hofweg tusschen Spui Buitenhof er was. Maar er heeft GOlimiE UHRAVr. ADVERTKNTIEPRUSi Uit Gouda en omatroken (beboerende tol den be«or<krin<): —5 reeelaTll^O, elke reeel meer fO.Ï6. Van bulten Gouda en dan beaurgkrinir. '1.6S, elke regel meer ƒ0.30. /IlvertentlOn In het 'Zaterdagnummer 20 n prlia. Liefdadigheida-advertentltn de helft van den pry.. OEN MEDEOEEI.INGEN: 1—4 regel, 2.05, elke regel meer O.M. Op a 60 hooier, vertentien en ingezonden mededeelingen bjj contract tot »eer gereduceer- x)te letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. ,cunén kunnen worden ingezonden door tu«schenkomet van «oliede Boeknan- ueiaren, AdVertentiebureaux en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing «an het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn. ■felderig wellicht dan naar inniger, dieper ie wereld, waarover jerven, keeren we naar den eigen kring.‘|J En in de stilte van onze Lichte kamers, wapneer de rust in ons komt, omdat we daar buiten niets meer te zoeken en niets meer te verwachten heb ben, hooien we den lichten tred van een ander leven. Herinneringen bloeien op, ge dachten vermenigvuldigen zich en in ons wondt een nieuw bewustzijn wakker. Nu zien we het leven van binnen uit, niet in zijn verschyningen, maar in zjjn wezen. En we leven heel het leven opnieuw. Al wat er schoons en heerlijks ontbloeide, we kunnen het zelf opnieuw scheppen. Maijr bovendien erkennen we de stille genietin gen van het hart, van Liefde en vriend schap en opoffering. We beleven niet meer alleen de uiteriyke pracht en heerlijkheid, maar ook de diepere schoonheid .En we weten, dat dit ten slotte alles een i», dat het een als het ander uit eenzelfde harte- drang, één Liefde, één verlangen gebaren wen:!, dat in ons, niet buiten ons, het licht brandt en dat het feiteltfk in onze macht ligt, dat licht zyn glans te laten uitsohij- nen over ons leven leven van anderen. Het is de Winber, die het ons geleerd heeft, de winter van ons leven vaak, die alleen het ons leeren kan. Ls het niet won derlijk? Maar immer® uit de duisternis wordt altijd weer opnieuw het licht gebo ren. Uit de donkere dagen van het jaar, uit het donkerste klimmen we omhoog naar het licht. scharlaken, en waren aan ue vaartuigen bevestigd, die bemand waren met zestien boots lieden met scharlaken lederen kappen halsringen en gordels, en hun naakt lichaam glinwneixl van de een of an- uere welrieaende olie, waarmede zij waren ingesmeerd. In het midden van elke boot was een teut met turkois blauwe en groe ne zonneschermen de reusachtige, dubbele kroon van Kamt, glinsterde omboog aan den voor en achtersteven. Koningin taaai-Kha gehuid in de plooi en van haar zwarte Kalasiris, droeg den koninglijken band rondom haar donker haar, dat gevlochten was met banden van smaragd en half verbor gen onder een donker blauw en pur per gestreepten sluier. Zij was zeer schoon, doen bijzonder bleek en opge- vionden. Zoodra zij ons zag, fluister de zij een poos levendig met Hugh, daarna traj zij op mij toe en zeide „Wil de raadsman van mijn heer zoo goed zijn in de boot van den machti gen Pharaoh te gaan. Hij zelf zal hier spoedig zijn." „Is de Pharaoh wel genoeg om te reizen?’ vroeg ik verbaasd. „Hij heeft den wensch te kennen gegeven zijn koninklijke bloedverwan te te zien en zooals mijn heer ver langde, heb ik bevel gegeven, dat gij, oh, wijze raadsman, bij den machtigen Paraoh zoutlt zijn, om hem tot hulp te In da danker* daten vaar K In h«t donkepst vasti den wmte neer Ine dagen 's^nenkrimpep uren en in onze l&ge landen mis' ons uitzicht pverAde verte wei .|dingfln dezer werèld plagen in 1 te perken tot f#n enigeren öönzont, zoolang niét een Helderder zonjltintédt over de veklem, in dezen 1 kenter lijkt et! ent van Jjlet levejü ovi droevige mijnen zelf fcchijnt ineen nauwenis van om deze stil, sombere (lagen, die nauwiH hun licht s^ijnen laten tusschen deiïh nachten, vieren we de feesten der hóra ring, maar van de lioop en het nieuwÉ^ ver langen tevens. s, De goede Sint is kletterend over onze daken gereden en heeft door onze schoor steenen zijne verrassingen neergestmoód- En nu de blij -versierde winkels hunne lichten dooven en het drukke menschen- gewoel verstorven is in nevelige straten, keeren we ieder van ons naar het eigen huis en het eigen hart. De zomer is ongetwijfeld het hooggetij van het leven. Wanneer na de verlangens van de lente, de teere spruitseis zich uit breiden tot de welige bladerenmassa’s, wanneer de rozen hun teere pracht open vouwen en hun geuren ademen om ons hoofd, wanneer de winden streelen met de luwe vochtigheid van streelende lippen en de zon tot in den nacht zijn warmte om ons stooft tot zp haar laatste pracht m goud en oranje en violet uitspreidt langs de Westerluchten, dan, in deze dagen van weelde, lijkt het leven ons soms wel het feest, waarnaar wij, van dat we als kind het verlangen ontwaken voelden, hunke rend de armen strekken blijven. En als dan na de stille berusting van den herfst, die in haar betoovering van stervende kleuren en het blauw en zilver harer wijde luchten een nieuwe schoonheid uitstalt voor onze bewonderende oogen, de winter invalt met haar duister en haar benauwenis van laag hangende nevels, die het leven schijnen te doen ineenkrimpen tot een enger kring, dan is het wel soms of alle glans en alle schoonheid en alle vreugde ons heeft ver laten of wel alle levensheerlijkhedd is weg gestorven en of van den droom, die in de lente te bloeien begon en naar welker ver vulling we in den zomer de handen meen den te kunnen reiken, niets gebleven is dan de kille ontnuchtering der teleurstelling. Totdat we leeren zien en onderscheiden en, de«e waren van liet schoone geslacht, waren in het water gedoken, en zwom men rondom de koninklijke booten, terwijl ze met heldere, onderzoekende oogen onder den tr(x>nhemel keken om een blik te slaan op don Lieveling sder góden Ik herinnerd© mij onze aardige bezoekster van den vorigeii avond en vroeg mij af, wat Hugh had gpllaan met den kleurigen tor, waar van verondersteld werd, dat hij hem voor onheil kon behoeden. Toen de zon in het Westen achter de heuvels verdween, dompelden de bootslieden eerst langzaam hun scharlaken roode roeispanen in het water, geacoompug- neerd door een zachte eentonige bar carolle bevallig gleden de booten den stroom af, terwijl ’n langgerekte kreet van afscheid uit duizenden geestdrifti ge kelen klonk. Spoedig deed de wind de -«eilen zwellen, de bootslieden sloe gen hun riemen krachtiger in ’t water en de stad Men-neder met haar rose paleizen, verdween beschenen door de laatste stralen der ondergaande zon, uit ons oog, als een reusaohtige en schitterend panorama. Het duurde lang, voordat het geluid van sistrum en harp in de verte weg stierf, lang voor dat de afscheidskre ten niet meer in de lucht weergalm den. terugkeerencl naar het eigen hart, waaruit eens onze droom opbloedde, eimielyk be grepen, dat uit ons zeil Ae tfeeriykheul van lente en zomer en de Rondere schoon heid van den herfst opbloeide en dat we in eigen hart den drooip kunpen terugvindein, die uit dat hart ontbloeide, dat alleen In ons de schoonheid Ipeft, die we daarbuiten zoeken en <liit het deze scK haar glandij toovert lover de te en zomel beide, mjiar di(jl ters^ie da&en haar '/yarma| doen uitsemjnen ovajr de ve leven. 4 Jpj’j jl Want te dat levep niei Van het verlangen der jeug wat de vervullihg rijn^dem en naar de klare, rustige ®den herfst, totdat in d$ zitten bij de asch van onm Maar uit die asch van m rjjst als een andere phoenix een nieuwe hoop omhoog. En een nieuw geluk glim lacht om onze lippen ^n koestert ons hart. De Winter heeft oqk hare 'genietingen, minder rijk, minder diie van den zomer, veelal. Vanuit de wb onze verlangens uitz^ zijn in zijn ziekt©. Hugh iiad gezegevierd, blijkbaar had ue koningin, evenals Ur-tas©B, het ‘t wijst gevonden, den Lieveling der gó den te gehoorzamen, die de geheel© bevoiidrig kjnielend aan zijn voeten had. De Pharaoh zelf voelde zich, ge loot ik, t© ziek dan dat het hem veel kon schelen of hij mij, onbeteekenend persoon, tegenover zich had onder het zonnescherm, of zijn in het geel ge- kleede beambten. Hij zag ©r meer dan ooit als een lijk uit tusschen zijn rose zijden kussens, toen hij in zijn draag- baai naar den waterkant werd gedra gen en in de boot getild. Hij keek mij verwonderd aan, toen ik zijn kus sen/ gemakkelijker voor hem gehikte en zonder een woord te zeggen den zweren diadeem van zijn pijnlijk voor hoofd nam en naast hem neerlegde. Hij scheen dien dag een automaat en nam' van niemand en niets notitie. Volkomen matheid on lusteloosheid w as gevolgd op de uitbarsting van woede van den vorigen avond zelfs tc/en hij Hugh, die er bepaald vorste lijk uitzag in zijn mantel van glinste rend groen en goud de treden zag af komen, wendde hij zijn oogen luste loos af. Op de albasten treden speel den de kleine muzikanten op harpen en trommels, terwijl op don anderen oever het volk in dichte dromnien bij een was om het vertrek te zien. Jon ge acrobaten, waaronder er versehei- vucantie wel heqi plezierig was maar o we© do lorugnfomsl I Voel bleef lig gen, veel uroigdó in de war te loepen en i» het juist wal men Wel verluiah aan werd uioiugeen op do noogte ge houden geuurend© zijn vacantie c^pdat a© zaken atgewikkaid konden worden. Hier gaat een hootdambtenaar, dief van eon dienst dood-louk iwoo maan den aan één stuk weg. Haast zou men de vraag doen ol de overig© 10 maan den ook met kunnen draaien zonder dl© aanwezigheid I Hel is wei een typisch verschijnsel, dat d©rgel|jKe buitcnjussigiuxlen zien altijd weer in rijas- en gemeentedienst voordoen en het is on» onbegrijpelijk dat de menscheu zeil het willen. Wan neer in d© pers de aandftflht er op ge vestigd wordt, bereikt di| altijd wel op d© een oi ander© wijze de autori teiten en dikwijls wordt dan alleen een onderzoek ingeutokl naar de mo gelijkheid waardoor deze mededeeling uil het serail is overgebracht in hot profane kamp van de pen*. Dit herinnert ons er aan jaren geleden een» eon wethouder om informaties vragen gingen over eon ge heime circulaire, die on» in handen was gekomen. Het eenige resultaat dat wij met die informatie bereikten, was dat ©en diepgaand onderzoek werd in gesteld naaf de vraag hoe die gehei me circulaii?© was verklapt. Do over last die aan velen werd bezorgd was zeer groot en het gebeurde loon ook dal een ambtenaar verzocht toch nim mer meer dergelijke geheimheden te publiceeren omdat totaal onschuldigen aan het verklappen er de groote na righeid dpor hadden ondervonden om dat een ttyherpe inquisitie werd inge steld naar het „lek" in de geheimhou ding Natuurlijk is dat in de groote steden ©on netelig vraagstuk hoe men hoeft te handelen wanneer uit de bin nenkamers der ambtelijke kringen za ken worden verklapt, die men nu juist graag stil had gehouden. De zaken loopen daar nu eenmaal altijd over veel schijven en er ia al licht één die even derailleert. Toch is dit niet zo© erg want het brengt dikwijls iets aan het licht dat verdient in hot licht te worekh gebracht. Her gevalietje| dat wij hierboven even belicht hebben is niet zoo vree slijk maar toch zonderling genoeg om het even te memoreeren. HAGENAAR oigenaardig pioccs gewoekerd in d© bureaux' o- gemeente, het proces» om het óplosiW van het gansciie verkeer» vraagstuk/’waarvan de weg langs de Uevangen^fijrt een voornaam dieel is.« Bij de pul .it.ie.Hig der gemeentebeJi giooting uleui ven der (eden gewezen op de „sabo.agodie gepleegd word ten aanzien' van oüiktf.e raadsbesluiten 04. nop<|n,s de oplossing der verkeen- vragen. Dezo krasse beschuldiging is tei) aanzie|n van deze verkeerskwestie ■ronkiom Jtótj biiineniiiot niet overdre ven. Hel a&l' precies twee jaar na de afbraak cqi genpoort ge heers weg a reedwaking en bij eeiS veideeling pp.i worjèn hei werk} nü dan toch gereed tenzij hevig© vojrst nog komt tegenwerken bij ue laatst© werkjes. Wie gelijk wij sedert half Augustus dagelijks de werkzaamheden bij dezen aanleg heelt gadegeslagen, en met aan dacht gevolgd, staat verbluft over hol gemis aan methode bij de uitvoering. Het doel was het publiek een weg te bezorgen. Dien weg had het verleden jaar Maart al kunnen hebben en in eik geval een paar weken nadat men definitief aan dit werk was begonnen. We hebben echter herhaaldelijk getzien dat bij werken als deze een tegemoet koming tegenover hel publiek totaal ontbreekt. Bovendien heeft men van IB November lot 10 December, juist u.’iv vve*xuii vun mooi, zacht weer zoo o.igeveer niets aan dit werk gedaan. I recies op den dag dat het weer ging vriezen hervatte men den arbeid. Het zij jo. Wanneer we op alle zoiMierlingneuen zout jwilde leggen, hadden wij wei dagwerk. Eén gevalletje moet on» nog even van het hart. Wij zijn alle overtuigd van de groote sociale, nygienische, physieke en psy chische beteekenis van een vacantie eens per jaar. Die heelt ieder noodig. Misschien is ééns per jaar te weinig en ware een splitsing in twee stukken nog beter. >£én der hoogere ambtenaren van de g( meente deiwt er anders over. Die luiuu zijn maand vacantie over 1024 gedurende December van dit jaar en zijn vacantie over 192.» gedurende Ja nuari, zoodoende een verlof van twee maanden aan één stuk krijgend. Alle groote betee-xenissen van de vacantie per jaar zijn dus op zij gezel ©n bo vendien rijst de vraag of de functie wel zoo heel belangrijk is als men daar twee maanden aan één stuk met gemak gemist kan worden. We hebben zoo dikwijls de klacht gehoord dat

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1