's t Blad Pillen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, N1EU WERKERK OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. <TR. OOUD* ^en ■O. 15374 Woensdag 31 December 1024 64* Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen EERSTE BLAD. i (ftn.) it 7, T»l«f. 287 latraat 9-11 Oud en Nieuw. uk, worden door iedere TS 3540 40 Dit nummer bestaat uit twee bladen. 3539 40 ilk »eer ze maar lan geschiedt kui, rif* !5. iT. Levenslust is vroolijk strijden. Hopend en geduldig tijden. De Genestet. delen. -tur, mijn lieveling”, <f zult zijn. ka in en da nek, «*en uitmuntend j rafie. De handeling fiOHDSCHE (lil K t M. n 7 acten met in de ering, gebrek leid, duixelig- het totaal vergeten Ijjkt, op dat leven nog altijd zijn invloed. Aan ons staat het dien invloed nog zooveel mogeljjk ten bate van ons zelven te doen werken en aan te wen den. We moeten ons werkelijk en ten volle rekenschap geven. Dat wil zeggen, we moe ten het verleden trachten te begrijpen. Doen we dat, dan zullen we er uit kunnen leeren. Allereerst kunnen we ons zelven leo- ren kennen, maar daarnaast ook de verhou ding tusschen ims en het leven. Dat moet ons voor de toekomst van buitengewoon nut zjjn. En wanneer we op den Nieuwjaars morgen op den eisch van het nieuwe leven trachten te antwoorden met nieuwe plannen en nieuwe bedoelingen, dan moeten we dut doen in het licht, dat de Oudejaarsavond ieder juar opnieuw over ons leven ontsteekt. en aambeien I.Wonnen niet in de eerste plaats, die ons tot stil staan en nadenken brengen. Haar inwerking beneemt ons maar al te veel de rust en de evenwichtigheid, die we noodig hebben om ons rekenschap te geven. Ze kunnen als bliksemflitsen vaak de duisterheid van ons leven en ons innerste, diepste wezen be lichten, maar ze brengen 'ook veelal de emotie, de angst, de huivering, die zulke felle schichten in ons wekken. En maar al te vaak haasten we ons voort en voorbij aan de plekken, waar ons leven een keer scheen te nemen. Maar later, wanneer de opwin ding vaak al lang voorbij is en we ons wel licht eerst de beteekenis va« het gebeuren bewust worden en de herinnering terug komt als een vreemde bode uit een ver land, die een nauw begrepen woord fluistert aan ons oor, dan wanneer het is, of een eens gehoord woord plotseling ons voorhoofd streelt, keeren we ons verwonderd om en, starend over de velden van ons verleden, be peinzen we den weg, dien we gingen en begrijpen maar al te vaak niet, hoe het kwam, dat we hier aanlandden, op de plek, waar we nu staan. Er is zooveel, dat deze herinnering wekken kan, een zachte zoelte, die langs ons voorhoofd strijkt, de stille schemering van een winteravond, een eens gehoorde melodie, die ergens ver weg op nieuw hare bekoring uitzingt, de bekende klank van een lief woord. Maar is er wel iemand, die niet een oogenblik opkjjkt van zijn werk en het peinzend hoofd nadenkend steunt in de hand, wanneer in de scheme ring van den winterdag de klank der klok ken, die het oude jaar uitluiden, de herinne ring aandraagt aan de dagen die voorbij gingen en den stillen weemoed om het ver loren leven? Was het niet eens, toen onze verwonderde kinderoogen vragend staarden in het haardvuur, dat vreemd de ruime groote kamer van ons ouderlijk huis door lichtte, dat we naar dienzelfden klank luis terden? En was het niet later, toen we sterk en gereed voor den strijd, het leven verlangden en tartten, dat ergens op een eenzame kamer ditzelfde klokgelui tot ons doordrong als een oproep tot den strijd meer dan tot een stilstaan en herinneren? Maar nog later is het geweest, dat we, staande bij een graf of bij een verloren lief de, en met de wroeging om begane zonden of de droefenis van veel lijden en leed in het hart, in den klank der klokken het ver wijt meenden te hooren over verloren leven. In den kring van familie of vrienden, aan de tafel, waaromheen zich onze kinderen schaarden en in de stilte van onze eenzaam heid hebben we deze klokken gehoord. En altijd weer is op hun klank de herinnering aangedragen van jaren en dagen en uren, die voorbijgingen. Is het wonder, dat we oaen zal. cJmverande- éo ook het 'ing gaat te Itjjd kunnen bij uitstek aangewezen btstemming niet beder ve of slechte kwaliteit. geen berouw krijg want gel< het is niet uit vrijen wil, dai m u verzocht heb Sen-tur te dooden, ik liever zien, dat hij wie ook van slaven doodde dan dat hetn on- n van onze overheerlijke arsavond en Nieuwjaar: gemberbroodjes, tulban- erkoekjes, gemberbolus ge sorteering keurige iders, marsepeinbröodje» gameerd, zijn een pas rende prjjzen. vijnen. p. ft. Neemt proef tie en Witte Portwijnen literfl. 4.—. Catz, ir, per liter 3.75. it 2.75 per L. 2.Boerenjongens .90 en 1.50. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda on omstreken (behoorende tot (too beaergtriag): 1—5 regels ƒ1.30, elke regel moer ƒ045. V«n buiten Gouda en den besergkring: 1—5 regels 1.55, elke regel moor 0.30. Adverteatite in het Zatordagnununer M Ljjslag op den pitje. Uó/dadigheids-advertentiën do helft van don prjjs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN t 1—4 regel, 2.05, elke mgei meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeeiingen bjj contract tot eeer gerodoMer- den prijs. Groote letten en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusechenkomet van rollede Boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daag* vóór dó plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn. MORGEN, NIEUWJAARSDAG, tal de Goudsche Courant NIET VER SCHIJNEN. „Sen-tur I Seit-turl kom 1” En zon der verzet, eensklaps even zacht als een poesje, de groote klauwen bedekt met bloed, die hij likte met een on derdrukt gebrul liet het geweldige dier zich wegbrengen en toen zij weer on der den turkoozen blauwen troonhemel plaats nam, legde hij zich met een laatst gebrul aan haar voeten. Ik keek snel de armen, schouders en dijen van den gekwetsten man na. Zij waren ontzettend gehavend door de geweldige tanden van het dier, ik fluisterde Hugh toe, dat ampuleeren hoodzakelijk zou zijn. Ik had nog nooit zulk een diepen rimpel op Hugh Tankerville’s gezicht gezien hij keek zeer toornig en ik bad werkelijk medelijden met het Klei ne meisje, dat naar mijn meening al leen gedachteloos was geweest. Twee geschoren in het geel gekleede medici waren plotseling te voorschijn geko men ik zeide hun, hoe zij het ver band moesten leggen en beval dat mijn patient naar een luchtige kamer zou worden! gebracht, waar ik spoedig naar hem zou komen kijken. Een algemeene soberheid scheen over allen te zijn gekomen Neit-akrit streelde den kop van Sen-tur, met een uitdagende uitdrukking Hugh aanzien de. „Staat u mij toe, u alleen te spre ken,” zeide hij plotseling. Tot mijn verbazing eond rij haar be- toen zij vertroK.ien waren, zeide zij zeer deemoedig „Ik weet, wal gij wilt zeggen be knor mij niet ik zou het niet kunnen verdragen. Ik... ik...” dikke tranen kwamen in haar oogen. Daarna haaide zij als door eene plotselinge ingeving gedreven een korten dolk uit de plooi en van haar japon en reikte dien Hugh toe. „Doe gij het,” zei zij, terwijl snik ken haar keel toesnoerden. „Ik weet, dat het dit is, wat gij wildet zeggen. Sen-tur beeft gezondigd, Sen-tur moet sterven I want nu zou hij weer kunnen dooden, want hij ver trouwt mij, hij zou geen slag van mij verwachten.” Zij hield Hugh den dolk toe, terwijl hij, evenals ik, haar aankeek, ver baasd öVer de snelle en veranderlijke stemming van dit zonderlinge, betoo- verende meisje. „Doe het snel,” zeide zij, „opdat ik geen berouw krijg want geloof mij, het is niet uit vrijen wil, dat ik u Het zich rekenschap geven van eigen da den en eigen leven en van de werking der algemeene levensomstandigheden, die op het eigen leven invloed hebben geoefend, van het verleden dus en de krachten, die dat verleden bepaalden, is wel een der eerste symptomen van, maar ook een der eerste voorwaarden voor bewustwording. Het is wat de mensch van het dier onderscheidt en wat men dus zelfs bij de primitiefste volken '.al waarnemen Niet alleen de 20ste eeuw sche blanke, maar ook de neger uit Afrika’s binnenlanden zal soms den vaak nauwelijks begrepen drang voelen een oogenblik stil te .taan en terug te zien over den weg, dien hij in het 'even ging. Bij den neger moge die terugblik niet zoover gaan en ze ker zich niet over zoo onbeperkte levensge bieden uitstrekken, bee'Jen zelfs uit zjjn verre kindschheid zullen z ch toch aan hem soms opdringen evenals aan ons, al zal hij well.4 'ht met in staat zij" daaraan de ge dachten te verbinden, die zich in ons ver dringen en veel van wat wü bewust beleven en ons bewust herinneren, zal ook voor hem vage vormen krijgen en zijn denkleven be ïnvloeden. En zeker zal hij, evenals wij, tot nadenken gekomen, onwillekeurig uit het verleden van anderer en eigen leven, ook voor de toekomst de consequenties trekken, die op die toekomst en het eigen toekomstig ieven haar invloed zullen doen gelden. Hier als daar, bij hem en bij ons zal eenzelfde menschelijke behoefte zich openbaren, die aan onze menschelijkheid, immers aan de bewustheid, waarmee we in tegenstelling met de dieren leven, onaf scheiden! ijk is verbonden. En het is deze behoefte, die zich onwille keurig heftig en sterker aan ons opdringt, wanneer we staan op een uitstekend punt in den groeten levensweg, op een scheids lijn, op een overgang, wanneer we uit een omgeving, een levenssfeer, een woning, een woonplaats, een jaar, in een ander, een nieuw overstappen. Het is eigenlijk maar een willekeurige scheiding, die we maken, als we spreken van een oud en een nieuw jaar. Het zijn de groote levensgebeurtenissen, die de werke lijke onderscheidingen maken, die ons leven en ons wezen ook vaak als 't ware omkee- ren. Maar juist daarom zijn zjj het wellicht «M>, dut zij het ieven van den on- schuldigen Sen-tur In gevaar bracht Had rij hem maar gekend, zooais ik hem kende den wetenschappelijke» enthuaiaat, die zelf» blind was voor zulk een schoonheid al» de hare dan zou rij begrepen hebben, dat rij haar tijd verepilde, ondank» haar lie ve woorden, haar smeekende blik, wa» Hugh buitengewoon weinig geroerd, en het was op zeer zakelijke proMiache manier, dat hij den kleinen dolk op raapte en haar terug gaf. Gij moet Sen-tur bestraffen op de wijze, die gij geschikt oordeelt. Ik heb geen goede hand om dieren te doo den.” V 0 „Gij bepaalt er u du» toe, vrouwen tc dooden,” zeide rij met een van de plotselinge veranderingen in haar «temming die mij zoo zeer in de war brachten. „Gij zijl te joirj om de beteekeni» van uw woorden te begrijpen,” ant woordde Hugh, die zeer bleek was geworden „De reden, die mij Keeh- ta, uwe slavin deed dooden in de rechtzaal van Men-ne-fer, was er een, voor welke ik aan niemand reken schap heb te geven en het allerminst aan u. Maar het is laat, prinses; wees zoo goed mij toe ‘e staan met mijn raadsman mede te gaan. (Wordt vervolgd). ook nu weer het peinzeijp hoofd buigen en dat onze gedachten teruggaan naar wat zoo lang al voorbjj is Maar ze kunnen daar niet blijven immers. Het leven èischt ons op. Op den laten oudejaarsavond kunnen we in de rust onzer warme kamers het le ven herdenken, dat achter ons ligt en stil staand terugzien over den langen weg, dien we gingen en waar weer een oogenblik de liefde schjjnt te bloeien en het leed en het berouw hun scherpe dorens schijnen te dra gen, het nieuwe 'jaar vraagt nieuwe daden en nieuwe plannen en een nieuwen moed. Wanneer de Nieuwjaarsmorgen zijn nieuwe licht schittert in onze ruiten, dan voelen we ons staan voor een nieuwe toekomst. Maar het is niet een toekomst ,die los staat van het verleden. Wat achter ons ligt, blyft deel van ons leven en oefent, zelfs wanneer BONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. hranc<\ per poet per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bij onze agentes en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Tel. Int. 82; Redactie Tel. 545. HET SCHADEVERGOEDING^. VRAAGSTUK worden opgeloat in een geest, die <to wereld sinds lang al als de eenige mogel^ke en de eenig noodzakelijke lot herstel van den vrede had erkend. In den aanvang van 1924 leek de moge lijkheid van een dergelijke opiossing en van een dergelijke samenwerking nog verder af dan ooit. De opheffing van het lijdelijk ver zet in het Roergebied bracht met de door Duitachland gehoopte wijziging in de Fmn- sche politiek. En de strijd door Frankrijk, door middel van de separatisten i^e Fait* gevoerd, tot afscheiding van dit j^fced van Duitschland, verbitterde met alleen nog feller de Fransch-Duiteche verhouding, rnaar dreigde ook tengevolge van het on derzoek, dat Engeland door zijn München- schen consul-gene raai, Ciive liet inatellen en dat een vernietigend rapport tengevolge nad, de Frunach-Engetoche tegenstelling nog scherper te zullen toespitsen. Deze te genstelling scheen zelf» in openlijke vijan digheid te zullen overslaan, toen Frankrijk de Engelsche zóne in het bezette gebied fei telijk blokkeerde. I>e instelling van een commissie van deskundigen, die naar de Duiteche betalingscapiciteüt en <to Duit- •che kapitaalviucht onderzoek had te doen, bracht nauwelijks ontspanning, afhield door de nieuwe medewerking van Ameri ka, waarvan de benoeming van den Ameri- kaanschen generaal Daww tot voorzitter de uitdrukking waa, ongetwijfeld reeds een nieuwe belofte in. Maar de voorgezette da ling van de franc bracht eindelijk het be gin van de ommekeer in de Franache men taliteit, die Europa noodig had. Poincaré begreep de beteekeni» ervan en trachtte door allerlei financieele maatregelen ver dere daling te keeron. Maar zij duidde hem ook de noodzakelijkheid eener nieuwe poli tiek aan, die met de wenechen en belangen van Europa, die ook de Fransche oeconumi- sche belangen waren, beter rekening zou houden. Toen de Rijnland-Oommiasie tot de erkenning van de separatistische regeering in de Paltz niet genegen bleek, trok ook Frankrijk zijn handen van de separatisten af, wat een bloedige wraakneming der burgerij op deze separatisten en hierna het onderzoek van een iloor de Rijnland-Com- missie inge»telde comnusme tengevolge had. Door overeenkom»ten met de induatri- eelen in het Roergebied, waardoor Frank rijk de Micum instelde, werd getracht het oeconomisch leven in dat gebied weer op gang te brengen. En toen eindelijk de rap porten <ler commissies van deskundigen verschenen, bleek Frankrijk geneigd, zij het onder belangrijke restricties, deze rap porten al» grondslag voor een nieuwe re geling te aanvaarden, evenals ook de com missie van herstel, Duitechland, Engeland en de andere Entente-ataten. Maar het was toch eerst na de Fransche verkiezingen, die het nationale blok in de minderheid brachten, dat Herriot, als lei- FEUILLETOB. (Nadruk verboden). DE LIEVELING DER GODEN. Uit het Engetech van BARONES ORCZY. Bewerkt door J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. 59 - Sen-tur, eindelijk tot uitzinnige woe de getergd, door het onbarmhartig ge plaag, had rich omgeweml en was op den ongelukkige» gezwiut toegeepron- gen, die het dichtst bij hem was en voordat ik of lemend anders het ont zettende van den toestand nog goed besefte, rolde het geweldige dier den ongelukkigen man onder rich op den grond. Ik meende, dat hij verloren was, ofschoon na het eerste oogenblik van verbaring, Hugh en ik waren op gesprongen om hem te redden. Maar voordat wij de groep koude» naderen, waar het geweldige dier met rijn groo- te klauwen bezig was stukken vleeech uit de schouders en dijen van rijn slachtoffer te scheuren was Neit-akrit reeds naast Sen-tur Met de grootste kalmte legde rij het kleine handje op rot mijn veroaiing mmiu nj uam rijn hatoband en zeide rustig en zacht: dienden en slaven dadelijk heen HET JAAR 1924. Ken, vergeefschen strijd, zijn leven heeft moeten offeren. Het wil ook niet zegigen, dat we den vrede gevonden hebben, waarnaar sinds 1918 de menschheid tevergeefs ver langd heeft. Maar het beteekent wel, dat we naar dezen vrede, den vrede, dien het vre desverdrag van Versailles niet brengen kon, eindelijk op weg zjjn genaakt. Het is heel goed mogelyk, dat we weer van dien weg afraken. Maar dit kan aan het feit, dat we erop geweest zyn, noch Zjjn beteekenis, noch ook zijn waarde voor de toekomst ontnemen. Een eenmaal begane weg lokt gemakkelijker tot nieuw betreden. Maar bovendien, het ®P dien weg geraakt zijn wijst op een mentaliteit, een Lvesteegesteldiieid, die een verandering aan duidt, waarvan we, ook wanneer ze zich tij delijk eens niet meer mocht laten gelden, niettemin ook voor de toekomst de beate vruchten verwachten kunnen. En het is dan ook deze nieuwe geestesgesteldheid der wereld die, 1924 t»t een vredesjaar makend, de zekerste reden tot voldoening en nieuwe hoop geeft. Mac Donald vooral, de leider van het eerste Engelsche arbeidersministerie, is het geweest, die door zijn onvermoeide pogin gen tot regeling van het nog altijd hangen de schadevergoeriingsvraagstuk en van de arbitrage en ontwapening, maar ook ter vestiging van een nieuwe verhouding tus- schen Rusland en ile overige staten, waar toe Engeland’» voorbeeld den stoot gaf, aan deze geestesgesteldheid de gelegenheid gaf tot uitdrukking te komen. Maar zijn po litiek was toch in zekeren zin slechte de krachtiger voortzetting van wat de Engel- schen der laatste jaren, in tegenstelling met Frankrijk'» bedoelingen, heeft nagestreeM en de vervulling van wat in het hart der menschheid leefde. En de mogelijkheid van haar verwerkelijking werd eerst geopend door Frankrijk’» ommekeer en de medewer king van Herriot aan Mac Donald’s bedoe lingen. Alleen door deze samenwerking kon fluisterde rij. „Ik weet, dat gij niet bang rijt om te sterven, want gij, even al» Neit-akrit verlangt naar dat schit terend land, hetwelk aan gindache zij de van de vallei des doods ligt. Kom nachts bij mij terug, Sen-tur en ver tel mij, wat gij hebt gezien. Sen-tur is gereed, oh, Lieveling der góden”, zei- d« rij, „gij behoeft niet bang te rijn, h.j zal niet eens tegenstreven. Haast u Ik Wenscii het.” „Verlangt gij werkelijk, dat ik Sen- tur dood vroeg Hugh eindelijk. „Ja werkedijk, ik weeweh het.” „Waarom „Omdat Sen-tur zeer heeft gezon digd, en nu hij heeft gezondigd, zal hij het ongetwijfeld weer doen. Hij hééft het bloed van een slaaf geproefd hij houdt van den «maak, en zal het weei willen drinken.” „Maar zal het u geen leed doen hem le zien sterven „Meer dan gij u kunt voorstellen,” antwoordde rij ernetig. „Sen-tur is mijn eenige vriend, maar bet zou mij nog meer leed doen, indien gij mij v erliet met booze gedachten jegens mij in uw hart.” Zij zag er goddelijk mooi uit, dit uiterste fijne product van een vreemd en mystiek land vreemd, als een dier vreemde beelden op oude graftomben, bevallig als de lotusbloemen en rozen in haar tuin. Zij was mijn verstand zeide het mij buitensporig, wanho pend aan bet flirten met Hugh, zelfs Z<jU mijn heil geschiedde I” Toen Hugh den dolk niet van haar wilde aannemen legde rij hem snel aan rijn voeten en sloeg toen haar ar men hartstochtelijk om Sentur’s terwijl dikke tranen uit haar op rijn huid viel „Vaarwel S«i-I Het leven is beweging, voortdurende, rustelooze beweging. En deze beweging moet voortdurende verandering tot noodzakelyk gevolg hebben. Het is de* verandering, die wjj van dag tot dag in eigen en anderer leven bij voortduring waarnemen en die aan dat leven zjjn rusteloosheid, zjjn vaak be klemmende onzekerheid geeft. Maar nooit worden we ons van die veranderlijkheid dui delijker bewust, dan wanneer we, stilstaand op den weg, die voor ons uit zich in het don ker der toekomst verliest, achter ons zien naar wat geweest is en om ons heen naar wat is geworden. En waAneer we op dep dag, dat een oud jaar wagótokt in den n der vergetelheid en een nieuw zjjn int doet, ons van het leven, zooais het is, rekenschap trachten te geven, dm oytit wede is en r z treft het ons wel het eerst, hoe telkens /opnieuw een andere vorm zich aan ons vertóont, zon der dat we altjjd begrjjpen kunne/, waaruit die ontstaat en waarheen die gr< Want het is vooral een vc ring, die wjj waarnemen. Ze wezen verandert, die veranxleZ geleidelijk, dan dat we haar /d vojgen. En het Ijjlot ons daarom vaak, of het leven telkens slechte een ander van zjjn vele facetten naar ons toekeert. Maar we dienen on» bewust te bljjven, dat in deze wisseling ook de groei tot uitdrukking komt, dat de verandering meer beteekent dan een spel. En zoo we dat bewustzjjn houden, dan is het zeker niet zonder innerljjke vreugde en groeiende hoop, dat we, gisteren en vandaag vergelijkende, heenziende over het jongste gebeuren en zjjn gevolgen en resultaten, het jaar 1924 als EEN VREDESJAAR meenen te kunnen zien. Neen, dat wil niet zeggen, dat we in dit jaar eindeljjk den droom der menschheid in vervulling hebben zien gaan, waarvan nu wjjlen president Wil son ons de spoedige verwerkelijking meen de te kunnen verzekeren, een overtuiging, waaraan hjj, uitgeput en ontzenuwd in lan-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1924 | | pagina 1