Blad
FEIT
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
lERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GO U DE RAK. HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEC
WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWLJK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN, enx
i. 19748
Zaterdag 17 Januari 1929
84* Jaargang
WERKERK OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWLJK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
Ir
ZOON
lank
J. DE MOL EN ZOON
Turtairtt n - Tel. 411 «nta
Hum- u BiiuUuHiii
iwen
eus!
rfe' I
f38.. I
f30.. I
ERPAKT. I
■t No. 694 I
■ankada 12 I
avanhaga H
voorradig
DE LIEVELING DER GODEN.
tl
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
UU 35 j
HAGENAAR.
laven
’900
Totaal
3596454
FEUILLETOM,
(Nadruk verboden).
ir li
lai
den
dwij
(Wordt vervolgd)
eenvoudig
vkracht on-
iterke zenu-
en dag één-
st een uur
2251239
1210229
80604
54382
naar
en Het-se
ll et beste
de neuras-
al hare ge-
6865000, d.i. met ruim 17 het aantal
personen zonder beroep slechts toenam van
3596000 tot 4138000, d.i. met ruim 15
Op grond hiervan mag men veronderstellen,
dat het percentage renteniers in de kracht
van hun leven niet is toegenomen, maar
vennoedel ük af genomen.
Gelukkig
die zoo ge
enu wkracht
(iOJDSCHE (OI R n r.
meeste apo-
en.
LM AAK.
<o.,
Den Haag.
1ÖW Uu B
Uit het Engelsch van
BARONES ORCZY.
Bewerkt door
WESSELINK—VAN ROSSUM.
hun honorarium daarvoor beschikbaar «tol
len.
.'•ogmaalti, hei kaus-gwxeiiige, dat ia de
kieine piaatoen liet leven kun verwunineu
ontbreekt geheel in onoe groote
den. 1UM publiek wordt veel-eudieuder
naarmate liet aeli minder kan prewureren.
De ex-ouasttu in de kritiek waarover in den
taataten tyd nog ai veel te doen 1» gvweeel
zyn dahrvan h«t gevolg, maar over dat
punt zuilen wc thans met verder uitweiden.
Het ia de moeite waard daarover nog eea»
te spreken. Vaat staat voor ons ilat het
publiek andere in xijn krjUek zou xyn aU
liet trachtte zelf meer te prestoeren. Hot
dilettantisme is een goede leerschool om
de moeilijkheden te loeren kennen en het
trumijpheeren daarover te waardeercti.
Het publiek is hier door-eurdoor verwend
en iiot toont alle eigenschappen van het
verwende kand.
idat «re
I. wat di
aantal personen zonder beroep, n.1. onge
veer 96 Dat een aantal van ruim 80600
mannen boven 60 jaar geen beroep meer
uitoefent, is verklaarbaar en ongetwijfeld
ook verschoonbaar, indien men het cijfer be
schouwt in verband met het totale aantal
mannen boven den zestigjarigen leeftijd.
Dit bedroeg in 1909: 227700, zoodat hiervan
slechts pijn. 35 geen beroep uitoefende
en p.l.m 65 nog in eenig beroep werk
zaam waren.
Wij komen thans tot de laatste groep, de
mannen van 23—60 jaar. Ongetwijfeld zou
het op een grooten socialen misstand wij
zen, indien een groot aantal personen in de
kracht van hun leven geen beroep uitoefen
den, maar van hunne rente leefden. Geluk
kig is dit dan ook niet het geval. Het totale
aantal mannen van 2360 jaar bedroeg in
1909 1219815. Hiervan oefenden dus slechts
ruim 54000 of ongeveer 4.5 geen beroep
uit
Het is de moeite waard, bij dit cijfer even
stil te staan. Onder de arbeiders, inzonder
heid onder de socialistische arbeiders,
heerscht velerwege de meening, dat in onze
maatschappij een zeer groot aantal tot wer
ken in staat zijnde personen rondloopen, die
eenvoudig van hunne rente leven en van de
maatschappij hun levensonderhoud ontvan
gen, zonder daarvoor iets te prestoeren. In
eene socialistische maatschappij zal dit niet
worden toegelaten. Allen, die werken kun
nen, zullen daar moeten werken en dit zal,
zoo meent men, ten gevolge hebben, dat er
in eene socialistische gemeenschap veel meer
zal kunnen worden geproduceerd of bij ge
lijke productie gemiddeld veel minder zal
behoeven te worden gewerkt dan thans door
de arbeiders geschiedt.
Welnu, deze meening berust blijkens het
boven vermelde cijfer op geen zeer deugde-
lyken grond. Dit is te meer het geval, als
men in aanmerking neemt, (Jat ongetwijfeld
vele van deze beroepsloozen door invalidi
teit niet in staat zijn tot werken, terwijl er
ook velen onder zullen zijn, die zich ver
dienstelijk midren door het verrichten van
allerlei arbeid, waarvoor de maatschappij
niet of niet veel kan betalen, maar die toch
zeer nuttig is: wetenschappelijke arbeid,
bestuursfuncties in vereenigingen tot alge
meen nut en vertegenwoordigende lichamen
enz.
Nu is deze conclusie gebouwd op de re
sultaten der beroepstelling van 1909. Zooals
werd opgemerkt, zijn de volledige uitkom
sten der telling van 1920 nog niet bekend.
Toch geven de voorloopige uitkomsten wel
eenige aanwijzing. Zij leeren namelyk, dat,
terwijl de totale bevolking tusschen de twee
tellingen vermeerderde van 5858000 tot
waarin verslagen staan over de gezellige
avonden die georganiseerd iya door dU of
dat liof hebber ij-gezelschap. Natuurlijk staal
de kunst by dengaiyke uitvoeringen niet op
hel hemelhooge standpunt, maar het ,jwll-
doen de medewerking van het geachte pu
bliek ia van zeer veel beteekenis. Ctategen-
zeggelyk heeft dit zelf doen veel nut voor
de liefhebbers, en het ware te wenechen dat
dit nut minder werd underechat.
in de groote stad zyn dengelyke avonden
verdwenen. De theater-zaton Lieden alles en
de menigte „publiek" is te lakach gewor
den om zichzelf in te spannen. Men geneert
zich er voor en de valsche schaamte weer-
liom.it. Hoeveien hebben in de groote stad
hun kratiek volledig klaar over alle srtis-
ten en kunst-uitingen en hoe weinigen van
hen zouden in staat zyn maar het honderd
ste deel te presteeren?
Het dilettantisme is in den kwaadste®
reuk geraakt omdat dit de groote kunst
wilde nabotsen. Up de kleinere plsateen be
staal nog een gezond dilettantisme dat
inspant om iets te leveren tot vermaak,
ontspanning en leering van elkander. Dat
nuttige doei ia in de groote stad niet meer
noodig want op ieder gebied zyn er beroeps-
artasten die dagelyks geven wat men
iwenscbt; dat er onder deze h«el wat syn
die met boven het dilettantóme uitkomen,
weten wy allen, maar zoodra iemand zich
voor professional uitgeeft, mag over dilet
tantisme met meer gesproken worden, want
dat is de ergste beleediging geworden.
Wanneer in den Haag een webdaddgheids-
avond in elkaar gezet wordt, mouten de
beste altisten optreden wil het publiek ko
men. Natuurlyk moeten die mennihen het
gratis doen. Vooral de muzikale kunste
naars zyn het slachtoffer van dergeLyke
itefidadigheid. Allee wordt tot de laatste
cent betaald: de zaal, het drukwerk, de re
clame enz., maar alleen de Iwofdschot^l van
den avond, de kunst, wordt niet gehono
reerd. Meeimalen hebben wy onder artw-
ten discussies gehoord over het punt, maar
een algemeene opinie daaromtrent heeft
men in die kringen niet. Men gevoelt er
dat er door den overvloed van artisten een
zekere concurrentie is ontstaan en sommi
gen zien in hun opoffering voor een lief
dadig doel een element van reclame, dat zy
wel aanvaarden. Een zangeres vertelde bij
voorbeeld dat zy vele jaren geleden eens
gratis was opgetreden in een stadje. Sinds
die® kreeg zy ieder jaar een invitatie om
als soliste bij de uitvoering der zangver-
eeniging ter plaatse op te treden. Zy werd
daarvoor gehonoreerd, logeerde gezellig
een paar dagen bij één der stedelyke auto
riteiten en zy gedacht steeds weer met te
vredenheid haar eigen daad van jaren ge
leden. Zoo zal het wel eens gaan, maar als
gewoonte lijkt ons dat gratis-optreden uit
den booze, omdat het publiek verwend wordt
en te laksch om zelf iets te laveren. Bo
vendien is het niet het publiek dat de lief
dadigheid betracht, maar de artisten die
per flacon
2.—, 6 fl.
die een ongelijk,
dorp op vloer en pi-
lere eind hing het
iijnen.de gor-
heilige van
sohitte-
i Belangwekkende cijfers.
I Te gelijk met de 10-jaarlyksche volkstel-
lingen wordt ook eene beroepstelling gehou
den. De voorloopige resultaten van de by
gelegenheid der laatst^ volkstelling (1920)
gehouden beroepstelling zyn onlangs ge
publiceerd. Zy geven ons inzicht in de wy-
ze, waarop de Nederlandsche bevolking aan
den kost komt en vooral ook in de verande
ringen, welke daarin onder den invloed van
de oorlogsjaren en van de sterke bevolkings-
toeneming in de laatste elf jaren (de vorige
telling had in 1909 plaats) vallen te con-
stateeren.
De totale bevolking van ons land bedroeg
in 1920 6865000 personen. De eerste vraag,
I die zich aan ons opdringt, is wel deze:
welk gedeelte van deze bevolking oefent
een beroep uit en hoe groot is het aantal,
j dat wel consumeert, maar niet produceert?
i In totaal was het aantal een beroep uit-
oefenende personen 2727000 of pl.m. 40
der geheele bevolking, terwijl 4138000 per-
sonen of pl.m. 60 der totale bevolking
i geen beroep uitoefenden.
Een tweede vraag, die gesteld mag wor-
R den, luidt: Wat zyn het voor personen, die
r. geen beroep uitoefenen en in hoeverre be-
W hooren hiertoe menschen, waarvan ver-
V wacnt mocht worden, dat zy arbeidden De
I vooriooplg® cijfers over 1920 geven in dezen
I geen volledige inlichtingen. Men zal daar-
voor moeten wachten, tot de eindresultaten
zyn gepubliceerd. Intusschen kunnen veilig
tot maatstaf worden genomen de cijfers be
treffende de vorige beroepstelling, die van
1909. Zooals aanstonds zal blijken, is er se
dert in dezen vermoedelyk niet veel veran
derd.
Het onderstaande staatje nu geeft een
overzicht van het aantal personen, dat blij
kens de beroepstelling van 1909 geen be
roep uitoefende:
Personen beneden 23 jaar
Vrouwen boven 23 jaar
Mannen boven 60 jaar
Mannen van 2360 jaar
Tegen de beroepsloosheid van de eerste
twee groepen kinderen, jeugdige perso
nen en vrouwen is weinig bezwaar aan te
voeren. Uit sociaal oogpunt valt zy, wan
neer men de ongehuwde volwassen vrouwen
uitzondert, zelfs toe te juichen. Zooals men
ziet, vormen deze twee groepen intusschen
verreweg het grootste deel van het totaal
il maken
•r ten tien,
n adver-
ïn in één
of tjjd-
nder dat
eer kost
itstreeks,
jen door
'ertentie-
iuda, dat
'ig heeft,
mtie be-
bladen.
gaarne
MODKPRAATJE.
Koopjes halen.
Uit verkoop” utaAt lux met groote let
ten» op^de vitrine* van alle iiuxlemagazy-
nen en paleizen.
„Uitverkoop”, denkt de vrouw, en zy
reserveert each een extra vryen middag,
om de diverse koopjes op te nemen en in
te pikken.
„Uitvericoop” zucht de man, als hy be
denkt wat hem dit grapje weer koeten gaat
en met hoevele overbodige of althans goed
betaalde „koopjes” zijne wederhelft strak»
thuis zal komen.
„lEilacie, zyn Imt wel „koopjes”, begin
ne© zelfs de vertolkers der meiwchelijke
opinie zich af te vragen en zy wijden eene
kolom vol sarcasane aan .jcoopjesaonde”,
„spotkoopjee”! en wat dies meer %(j.
ladetxiaad, ook dat deel van het inkou-
pende publiek dut op kleedii<- en mode
gebied de „knopjes” haait, zelfs voor man
lief, mag zich wvl et®s m zulk «wn ingrij
pend probleem verdiepen.
Dn uitverkooptijd is stellig voor de mode
leverancier een tijd van giXMtte actie en
intens debiet. Hy voorziet in eene groote
behoefte, die tüd, want h(j titelt in staat
tot koopen, ook degenen die zich by den
seizoen-aanvang door de fancypryzen dar
schoont créatie», daarvan terug moesten
houden.
Mode, élégante, pa« uitgokomen mode,
het vertegenwoordigt immer» maar voor
een deel waarde ua<i goederen en voor de
rest laat zich haar originaliteit «n ex-
clutjvitait goal betalen. Neem het, het
gro» der vrouwen dan kwalijk dat zij niet
DOCXLVI1.
Op niet minder dan drie plaatsen hebben
Thomasvaer en oPieternel hun nieuwjaare-
wenschen aan het Haagsche publiek aan
geboden. 't Is bijna van het goede te veel!
Helaas kunnen wy niet zeggen dat de wen
schee bijzonder uitmuntten. Noch door gees
tigheden, noch door vorm kunnen zij in de
schaduw staan van de vroegere producten
van dichtkunst. Zy droegen alle drie te
veel het karakter van fabriekswerk en wij
waren te weinig echte jaaroverzichten. Het
lijkt ons zoo, dat tegen Kerstmis opdracht
is gegeven aan de drie poëten om een
wensch „in elkaar te draaien” en dat deze
toen uit het geheugen de voornaamste ge
beurtenissen van het jaar hebben genoteerd
om die in de wenschee te verwerken. Dat
i.i natuurlyk niet het beate systeem. Daar
door ontgaat menig aardig puntje dat met
een enkel geestig woord vermeld een leuk
effect zou hebben gehad.
Verder dan tot een glimlachje hebben wy
het by deze kunstproducten niet gebracht
en w(j herinneren ons hoe in vroeger jaren
lach-salvo’s door den schouwburg weer
klonken al* een rake guitige'opmerking
over het voetlicht de zaal k, knetterde. Of
wy die echte nieuwjaarspoëten niet meer
hebben dan wel of er geen stof meer is
voor een humoristischen wensch, weten wij
niet, maar dat het niet je ware meer is.
weten wy wel. De theater-directeuren zul
len goed doen te trachten er verbetering in
te brengen, willen zij de aandacht voor de
traditioneel® bruiloft van Kloris en Roos
je gaande houden. De traditie Is aardig en
het zou jammer zijn aJs die kwam te ver
vallen. Maar het is vóór alles noodig dat
het publiek de attractie van de© nieuw-
jaarawensch blyft geven, waardoor het in
deze eerste dagen van het jaar aan elkaar
gevraagd werd: heb je den nieuwjaars-
wensch al gehoon!? ?Det was eenigen tjjd
het onderwerp van den dag. Thans is dat
anders en de oorzaak ligt bij het gemis aan
humoristische poëzie, waarvan ons land
maar een zeer enkelen vertegenwoordiger
schijnt te hebben.
Misschien zit er in het hedendaagsche
leven niet zooveel poëzie meer als vroeger,
misschien is er ook niet zooveel humor meer.
Eén dii^f is wel zeker dat pogingen om zelf
vermaak te scheppen, haast niet meer wor
den aangewend. Het publiek wenscht ver
maakt te worden maar het doet zelf aan
het leveren van vermaak niet meer mee.
Met een tikje jaloezie kunnen wy dikwijls
de bladen uit de kleinere gemeenten lezon
ABONNEMENTSPRIJS! per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Tel. Int. 82:
Redactie Tel. 545.
Een mensch, die sober leeft,
J .die is gedurig frisch,
En door het gansche lijf
gesont getyck een visch.
ADVEKTKNT1KPBUS: Uit Gwd> m •nMrtkaa (Htwratdt M ta bMsrfkrina)
1—4 r«<aU /1A0, >Uu mw /0J4. Vu bulUu UowU «a daa baaargtaiag:
1—4 tagait 1.44, alka reaal meer 0,W. AdvartaatUa la hat Zaterda(aiun>aer 20
llielaa op dea prijo. LladdadifiMlda-adirertaatiie da helft rea daa prtjo.
INGEZONDEN MEDKDKKtlNGEN, 1—4 reaal* /2.04, elke maal maar /OM. Op
de voorpaaine b0 hooaer.
Gewone adverteaUëa aa iafaaoadaa mededealiaaea Hf ooatraet tot awr aendatoer-
dea prlfa. Groote letten aa raadaa wordaa benkaad aaer pleatenümte.
Advertentie kuaiua wordaa iaaeeaadea door tuaeehoahaant eaa «oliede Doakkaa-
d.laren, Advorlaatlobuxeaaa e oaaa Aaeataa aa inoetae. daage vóór do pleataiao
aan hat Bureau alfa iaaehovaa, teaaiade na opname Toraekerd te alfa.
111 d-
j Hiel
jen Kind
liv er
muur
»ld,
on-
geven
niet het
r- veer
gevel
Ker en verlaten,
over n>ij was de
eens van marmer opgeti
ganp gat naar het neitit-
was gesloten, maar ig «on
loiwerk het binnenste van
den Het hoofddeel van
was een weinig verlicht door een een
voudige hanglamp, die een -
flikkerend licht wier" Ir
laren aan het andere eind
j'ewone zware, haifJoorschijn
dijn, dat het heilige der l._.
de godin verborg. Daar dit
rend verlicht was, vormde het gordijn
een soort schemerenden muur, waar
tegen ik plotseling de gedaante van
den Pharaoh niet ver van mij zag al-
geteekend en dat van een vrouw, ko
ningin 'Maat-kha, aan zijn rijde.
Ik kon niet in de donkere hoeken
van den tempel rien, maar, zoover ah
ik kon nagaan, was het overige van
hetgebouw verlaten en de koninklijke
bruid was onbewaakt he Pharaoh
had blijkbaar juist opgehouden met
spreken, want hij leunde tegen een
van de pilaren. H i xag er zoo lijk
kleurig uit, dat ik bepaald angstig
voor hem werd en od gevaar om een
'jeheim onderhoud tüsschen moeder en
zoon te onderbreken, trachtte ik naar
hem toe te gaan, maar de marmeren
poort was gealoten. Volgens een aan
itcinen en, ee.u.ig»z..ns angs.ix «ct-wor-
oen voor z.jn vcdL,hUj, vUgde i*
nem de trappen op.
Ik had uen zi kea man gehet. uil
net oog verlpren en iOjii ik de luui-
ale trap had bere.kt, keek ik nieuws
gierig tusschen oe piiaren. De voor-
o- van den tempel was stil, dotn-
unmid oehijK te^en-
groole poort, even-
troktien. d,e toe-
heilige geoouw. Zi(
n uoor het
het gebouw
den tempel
woord, wou hij dal, waarvoor ik mijn
dubbele kroon, mijn teven, tnipi eer
had willen geven.
„Gij bedoelt ue .leldevan uw voik?
„Neen, de liefde van Neit-aknt
Komngitv Maut-kha haalde de schou
der» op en lüchte nrinacntend
„Het was beter uls gij naar uw
ziekbed teruggingt, o, machtige Pha
raoh en wat van do verzachtende draii
ken nuamt, die uw geneesheer u heeft
voorbeschreven Uw ziel betfint inder
daad 4e dwaltn kielde! en Neit-akri I
was er ooit een onmogelijker vereeni-
ging Wel, het zou gemakkdljker rijn
een jaklials uit de w.kieniis medelij
den in Ie boezemen voor de lichamen
die hij verslindt, dan Neit-akrit nseu-
sdielijke liefde!'
„,Zou het ook «emukkelijker rijn”,
zei de Pharaoh scherp, „den zoon van
Ra liefde voor Neit-akrit te doen ver
krijgen
Maat-kha richtte zich tot haar zoon,
alsof rij geatoken was.
.."Pas ,op, o. heii ge Pharaoh siste
rij tusariien haar saamgeklemde tan
den. „pas op voor de macht der gó
den eii wek niet Ie slapende harts
tochten in het hart ♦'ener vrouw.”
Hii lachte.
Neen B juist om deze slapende harts
tochten te wekken kwam ik dwen
nacht, o, mijn mo‘4er Dacht gij mis
schien. dat ik u in vrede en geluk
zou willen achterlaten nadat 're nllea
van mij weggenomen hebt, wat de gó
den gaven
J. P.
I73
Klrü^.h®Uis°. sebouw, dat mei alm
nupi^ ®d-’u kwek kende architectuur,
EevntcSt zware kolommen, waarvan de
nvn vÏÏmT <00. höuden. “ch boven
berPito ef’ vierknnt *n «root, werd
Ro mfltM^ver eeu reekb van reusachli-
se marmeren stoepen.
d»ah hadden het den vorigen
»oudiffT3nhl’ ie.n hie,tl van ri^n ew‘*
E?cht Z1^ prachtig veriiou-
zijn groote sneeuwwitte ko-
net zilveren inlegwerk, da1
vn^erde *n schaduwen van den
aohtia er zoader^n,t» bijna spook-
r\ zag
...,,e avond-offérande was juist voor
hel’ 1,<>orde achter den tempel
ute^j .van sistrum en harp, weg-
der ln de verte en het gezan?
rijr hlÏÏ*Isis eewÜde Drieeteteesen, als
4 °«rit namen van hun verrukkelij-
uo Egy/tisdie architecten eigen
nier, was zij aou gemaakt, dat rij
een geheime veer sloot, die e<
in ,weraing kon breiigen, alt»
de wertv'uig maar van keiuie,
waaraan de sterkste man ter werel
als hij er niet mee bekend was,
mogelijk de reinste beweging
kon en ik had. natuurlijk nie
minste idee, iiov die geheime
werkte.
„Was het om mij dit alb's te zeg
gen, o, mijn zoon, zei ze, „dat gij
kwaamt-als een dief in den nacht om
uw vergif in rejn oor te plaatsen,
juist terwijl ik Isi.s voor haar altaar
vereerde I
Hij lachte nïët rijn gewonen sarcas-
tischen lach.
„>lijn| vergil?’tuttwoorMde hij.
„Neen, beste nteeder, de' beker, dien
gij tot bet eind moet uitdrinken, is
niet door mij gemengd. Reeds hebt ge
een paar van zijn bittere droppels ge
proefd, ik voeg er slechts de jaalste
gedachte, doodelijk als akoniet aan
„toe om hem nog onaangenamer te ma-
^„Ên rijt ge voldaan vroeg zij
Niet geheel,” antwoordde hii met
plotselinge heftigheid, terwijl hij een
paar passen dienter naar haar toe
kwam, „niet geheel, want die kwade
hand die met aanmatigende trots hel
koninkrijk Kamt uit mijn stervende
FianH wil rukken heeft mij reed» het
onschatbare kleinood ontroofd, dat de
eenige vreugde van mijn leven was.”
„Ik begrijp u niet.”
„Hij kwam,” siste de rieke dMP
bij haar oor, „en met een blik, een
i. Klonk meer en meer verwij-
‘zit os tuinen Kwam een
van olutmen tot mij eu
ik kon rechts het paviljoen z.ieu Waar
in Hugh op dit oogenoiiK waarschiin-
het heen en* weer loopen was
armeroit gau' ais een leeuw
en in de verte kronkel
de: kanalen als glinsterende
ai sierlijke bochten naar lams
Men-ne-Iêr
xen tuin,
aerd Van uit <ie
zware geur vun ol
kon r<
Hugh
lijk aan i
in de marm
in een kooi
uen zich
linten jr.
en Net-amen,
lent.
Ik had me reeds naar het paviljoen
gericht en volgde een lang pad, dut
van den tempei uiteinde, toen mijn’
oor door liet geluid van voetstappen
op het zandige pad op eenigen af
stand achter mij, werd getroffen.
verwonderd wendde ik mij om, om
te zien wie nv-jn metgezel op deze
avondwandeling was en tot mijn ver-
Dazing herkende ik mijn patient, de
machtige Pharaoh, die evenals Ik. in
een do ikeren mantel tfehuld. zachtjes
mijn pt}d kruiste recht naar den tem
pel ging en het volgend oogenblik
achter een beeld uit mijn» gericht was
verdwenen.
Bij instinct anders kon ik liet op
dat oogenblik liiet verklaren be
sloot ik hem niet hard na te loopen
noch te roepen, maar hem zachtjes te
volgen en te, zien, wal hij ging doen
Terwijl ik mij goal in de schaduw
hield ging ik op mijn sporen terug
en was weldra weer aan den voet van
derj tempel, juisi vroeg genoeg om
J“i Pharaoh boven mij te zien ver
dwijnen ergens tusschen de pilaren
Ik kon mij niet voorstellen, dat hi
dit avonduur, had gekozen om een of
andere godsdienstige handling te ver-