Blad FEIT NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN lERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GO U DE RAK. HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEC WERKERK OUDERKERK., OUDEWATER, REEUWLJK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN, enx i. 19748 Zaterdag 17 Januari 1929 84* Jaargang WERKERK OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWLJK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN, Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen EERSTE BLAD. Ir ZOON lank J. DE MOL EN ZOON Turtairtt n - Tel. 411 «nta Hum- u BiiuUuHiii iwen eus! rfe' I f38.. I f30.. I ERPAKT. I ■t No. 694 I ■ankada 12 I avanhaga H voorradig DE LIEVELING DER GODEN. tl Dit nummer bestaat uit twee bladen. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. UU 35 j HAGENAAR. laven ’900 Totaal 3596454 FEUILLETOM, (Nadruk verboden). ir li lai den dwij (Wordt vervolgd) eenvoudig vkracht on- iterke zenu- en dag één- st een uur 2251239 1210229 80604 54382 naar en Het-se ll et beste de neuras- al hare ge- 6865000, d.i. met ruim 17 het aantal personen zonder beroep slechts toenam van 3596000 tot 4138000, d.i. met ruim 15 Op grond hiervan mag men veronderstellen, dat het percentage renteniers in de kracht van hun leven niet is toegenomen, maar vennoedel ük af genomen. Gelukkig die zoo ge enu wkracht (iOJDSCHE (OI R n r. meeste apo- en. LM AAK. <o., Den Haag. 1ÖW Uu B Uit het Engelsch van BARONES ORCZY. Bewerkt door WESSELINK—VAN ROSSUM. hun honorarium daarvoor beschikbaar «tol len. .'•ogmaalti, hei kaus-gwxeiiige, dat ia de kieine piaatoen liet leven kun verwunineu ontbreekt geheel in onoe groote den. 1UM publiek wordt veel-eudieuder naarmate liet aeli minder kan prewureren. De ex-ouasttu in de kritiek waarover in den taataten tyd nog ai veel te doen 1» gvweeel zyn dahrvan h«t gevolg, maar over dat punt zuilen wc thans met verder uitweiden. Het ia de moeite waard daarover nog eea» te spreken. Vaat staat voor ons ilat het publiek andere in xijn krjUek zou xyn aU liet trachtte zelf meer te prestoeren. Hot dilettantisme is een goede leerschool om de moeilijkheden te loeren kennen en het trumijpheeren daarover te waardeercti. Het publiek is hier door-eurdoor verwend en iiot toont alle eigenschappen van het verwende kand. idat «re I. wat di aantal personen zonder beroep, n.1. onge veer 96 Dat een aantal van ruim 80600 mannen boven 60 jaar geen beroep meer uitoefent, is verklaarbaar en ongetwijfeld ook verschoonbaar, indien men het cijfer be schouwt in verband met het totale aantal mannen boven den zestigjarigen leeftijd. Dit bedroeg in 1909: 227700, zoodat hiervan slechts pijn. 35 geen beroep uitoefende en p.l.m 65 nog in eenig beroep werk zaam waren. Wij komen thans tot de laatste groep, de mannen van 23—60 jaar. Ongetwijfeld zou het op een grooten socialen misstand wij zen, indien een groot aantal personen in de kracht van hun leven geen beroep uitoefen den, maar van hunne rente leefden. Geluk kig is dit dan ook niet het geval. Het totale aantal mannen van 2360 jaar bedroeg in 1909 1219815. Hiervan oefenden dus slechts ruim 54000 of ongeveer 4.5 geen beroep uit Het is de moeite waard, bij dit cijfer even stil te staan. Onder de arbeiders, inzonder heid onder de socialistische arbeiders, heerscht velerwege de meening, dat in onze maatschappij een zeer groot aantal tot wer ken in staat zijnde personen rondloopen, die eenvoudig van hunne rente leven en van de maatschappij hun levensonderhoud ontvan gen, zonder daarvoor iets te prestoeren. In eene socialistische maatschappij zal dit niet worden toegelaten. Allen, die werken kun nen, zullen daar moeten werken en dit zal, zoo meent men, ten gevolge hebben, dat er in eene socialistische gemeenschap veel meer zal kunnen worden geproduceerd of bij ge lijke productie gemiddeld veel minder zal behoeven te worden gewerkt dan thans door de arbeiders geschiedt. Welnu, deze meening berust blijkens het boven vermelde cijfer op geen zeer deugde- lyken grond. Dit is te meer het geval, als men in aanmerking neemt, (Jat ongetwijfeld vele van deze beroepsloozen door invalidi teit niet in staat zijn tot werken, terwijl er ook velen onder zullen zijn, die zich ver dienstelijk midren door het verrichten van allerlei arbeid, waarvoor de maatschappij niet of niet veel kan betalen, maar die toch zeer nuttig is: wetenschappelijke arbeid, bestuursfuncties in vereenigingen tot alge meen nut en vertegenwoordigende lichamen enz. Nu is deze conclusie gebouwd op de re sultaten der beroepstelling van 1909. Zooals werd opgemerkt, zijn de volledige uitkom sten der telling van 1920 nog niet bekend. Toch geven de voorloopige uitkomsten wel eenige aanwijzing. Zij leeren namelyk, dat, terwijl de totale bevolking tusschen de twee tellingen vermeerderde van 5858000 tot waarin verslagen staan over de gezellige avonden die georganiseerd iya door dU of dat liof hebber ij-gezelschap. Natuurlijk staal de kunst by dengaiyke uitvoeringen niet op hel hemelhooge standpunt, maar het ,jwll- doen de medewerking van het geachte pu bliek ia van zeer veel beteekenis. Ctategen- zeggelyk heeft dit zelf doen veel nut voor de liefhebbers, en het ware te wenechen dat dit nut minder werd underechat. in de groote stad zyn dengelyke avonden verdwenen. De theater-zaton Lieden alles en de menigte „publiek" is te lakach gewor den om zichzelf in te spannen. Men geneert zich er voor en de valsche schaamte weer- liom.it. Hoeveien hebben in de groote stad hun kratiek volledig klaar over alle srtis- ten en kunst-uitingen en hoe weinigen van hen zouden in staat zyn maar het honderd ste deel te presteeren? Het dilettantisme is in den kwaadste® reuk geraakt omdat dit de groote kunst wilde nabotsen. Up de kleinere plsateen be staal nog een gezond dilettantisme dat inspant om iets te leveren tot vermaak, ontspanning en leering van elkander. Dat nuttige doei ia in de groote stad niet meer noodig want op ieder gebied zyn er beroeps- artasten die dagelyks geven wat men iwenscbt; dat er onder deze h«el wat syn die met boven het dilettantóme uitkomen, weten wy allen, maar zoodra iemand zich voor professional uitgeeft, mag over dilet tantisme met meer gesproken worden, want dat is de ergste beleediging geworden. Wanneer in den Haag een webdaddgheids- avond in elkaar gezet wordt, mouten de beste altisten optreden wil het publiek ko men. Natuurlyk moeten die mennihen het gratis doen. Vooral de muzikale kunste naars zyn het slachtoffer van dergeLyke itefidadigheid. Allee wordt tot de laatste cent betaald: de zaal, het drukwerk, de re clame enz., maar alleen de Iwofdschot^l van den avond, de kunst, wordt niet gehono reerd. Meeimalen hebben wy onder artw- ten discussies gehoord over het punt, maar een algemeene opinie daaromtrent heeft men in die kringen niet. Men gevoelt er dat er door den overvloed van artisten een zekere concurrentie is ontstaan en sommi gen zien in hun opoffering voor een lief dadig doel een element van reclame, dat zy wel aanvaarden. Een zangeres vertelde bij voorbeeld dat zy vele jaren geleden eens gratis was opgetreden in een stadje. Sinds die® kreeg zy ieder jaar een invitatie om als soliste bij de uitvoering der zangver- eeniging ter plaatse op te treden. Zy werd daarvoor gehonoreerd, logeerde gezellig een paar dagen bij één der stedelyke auto riteiten en zy gedacht steeds weer met te vredenheid haar eigen daad van jaren ge leden. Zoo zal het wel eens gaan, maar als gewoonte lijkt ons dat gratis-optreden uit den booze, omdat het publiek verwend wordt en te laksch om zelf iets te laveren. Bo vendien is het niet het publiek dat de lief dadigheid betracht, maar de artisten die per flacon 2.—, 6 fl. die een ongelijk, dorp op vloer en pi- lere eind hing het iijnen.de gor- heilige van sohitte- i Belangwekkende cijfers. I Te gelijk met de 10-jaarlyksche volkstel- lingen wordt ook eene beroepstelling gehou den. De voorloopige resultaten van de by gelegenheid der laatst^ volkstelling (1920) gehouden beroepstelling zyn onlangs ge publiceerd. Zy geven ons inzicht in de wy- ze, waarop de Nederlandsche bevolking aan den kost komt en vooral ook in de verande ringen, welke daarin onder den invloed van de oorlogsjaren en van de sterke bevolkings- toeneming in de laatste elf jaren (de vorige telling had in 1909 plaats) vallen te con- stateeren. De totale bevolking van ons land bedroeg in 1920 6865000 personen. De eerste vraag, I die zich aan ons opdringt, is wel deze: welk gedeelte van deze bevolking oefent een beroep uit en hoe groot is het aantal, j dat wel consumeert, maar niet produceert? i In totaal was het aantal een beroep uit- oefenende personen 2727000 of pl.m. 40 der geheele bevolking, terwijl 4138000 per- sonen of pl.m. 60 der totale bevolking i geen beroep uitoefenden. Een tweede vraag, die gesteld mag wor- R den, luidt: Wat zyn het voor personen, die r. geen beroep uitoefenen en in hoeverre be- W hooren hiertoe menschen, waarvan ver- V wacnt mocht worden, dat zy arbeidden De I vooriooplg® cijfers over 1920 geven in dezen I geen volledige inlichtingen. Men zal daar- voor moeten wachten, tot de eindresultaten zyn gepubliceerd. Intusschen kunnen veilig tot maatstaf worden genomen de cijfers be treffende de vorige beroepstelling, die van 1909. Zooals aanstonds zal blijken, is er se dert in dezen vermoedelyk niet veel veran derd. Het onderstaande staatje nu geeft een overzicht van het aantal personen, dat blij kens de beroepstelling van 1909 geen be roep uitoefende: Personen beneden 23 jaar Vrouwen boven 23 jaar Mannen boven 60 jaar Mannen van 2360 jaar Tegen de beroepsloosheid van de eerste twee groepen kinderen, jeugdige perso nen en vrouwen is weinig bezwaar aan te voeren. Uit sociaal oogpunt valt zy, wan neer men de ongehuwde volwassen vrouwen uitzondert, zelfs toe te juichen. Zooals men ziet, vormen deze twee groepen intusschen verreweg het grootste deel van het totaal il maken •r ten tien, n adver- ïn in één of tjjd- nder dat eer kost itstreeks, jen door 'ertentie- iuda, dat 'ig heeft, mtie be- bladen. gaarne MODKPRAATJE. Koopjes halen. Uit verkoop” utaAt lux met groote let ten» op^de vitrine* van alle iiuxlemagazy- nen en paleizen. „Uitverkoop”, denkt de vrouw, en zy reserveert each een extra vryen middag, om de diverse koopjes op te nemen en in te pikken. „Uitvericoop” zucht de man, als hy be denkt wat hem dit grapje weer koeten gaat en met hoevele overbodige of althans goed betaalde „koopjes” zijne wederhelft strak» thuis zal komen. „lEilacie, zyn Imt wel „koopjes”, begin ne© zelfs de vertolkers der meiwchelijke opinie zich af te vragen en zy wijden eene kolom vol sarcasane aan .jcoopjesaonde”, „spotkoopjee”! en wat dies meer %(j. ladetxiaad, ook dat deel van het inkou- pende publiek dut op kleedii<- en mode gebied de „knopjes” haait, zelfs voor man lief, mag zich wvl et®s m zulk «wn ingrij pend probleem verdiepen. Dn uitverkooptijd is stellig voor de mode leverancier een tijd van giXMtte actie en intens debiet. Hy voorziet in eene groote behoefte, die tüd, want h(j titelt in staat tot koopen, ook degenen die zich by den seizoen-aanvang door de fancypryzen dar schoont créatie», daarvan terug moesten houden. Mode, élégante, pa« uitgokomen mode, het vertegenwoordigt immer» maar voor een deel waarde ua<i goederen en voor de rest laat zich haar originaliteit «n ex- clutjvitait goal betalen. Neem het, het gro» der vrouwen dan kwalijk dat zij niet DOCXLVI1. Op niet minder dan drie plaatsen hebben Thomasvaer en oPieternel hun nieuwjaare- wenschen aan het Haagsche publiek aan geboden. 't Is bijna van het goede te veel! Helaas kunnen wy niet zeggen dat de wen schee bijzonder uitmuntten. Noch door gees tigheden, noch door vorm kunnen zij in de schaduw staan van de vroegere producten van dichtkunst. Zy droegen alle drie te veel het karakter van fabriekswerk en wij waren te weinig echte jaaroverzichten. Het lijkt ons zoo, dat tegen Kerstmis opdracht is gegeven aan de drie poëten om een wensch „in elkaar te draaien” en dat deze toen uit het geheugen de voornaamste ge beurtenissen van het jaar hebben genoteerd om die in de wenschee te verwerken. Dat i.i natuurlyk niet het beate systeem. Daar door ontgaat menig aardig puntje dat met een enkel geestig woord vermeld een leuk effect zou hebben gehad. Verder dan tot een glimlachje hebben wy het by deze kunstproducten niet gebracht en w(j herinneren ons hoe in vroeger jaren lach-salvo’s door den schouwburg weer klonken al* een rake guitige'opmerking over het voetlicht de zaal k, knetterde. Of wy die echte nieuwjaarspoëten niet meer hebben dan wel of er geen stof meer is voor een humoristischen wensch, weten wij niet, maar dat het niet je ware meer is. weten wy wel. De theater-directeuren zul len goed doen te trachten er verbetering in te brengen, willen zij de aandacht voor de traditioneel® bruiloft van Kloris en Roos je gaande houden. De traditie Is aardig en het zou jammer zijn aJs die kwam te ver vallen. Maar het is vóór alles noodig dat het publiek de attractie van de© nieuw- jaarawensch blyft geven, waardoor het in deze eerste dagen van het jaar aan elkaar gevraagd werd: heb je den nieuwjaars- wensch al gehoon!? ?Det was eenigen tjjd het onderwerp van den dag. Thans is dat anders en de oorzaak ligt bij het gemis aan humoristische poëzie, waarvan ons land maar een zeer enkelen vertegenwoordiger schijnt te hebben. Misschien zit er in het hedendaagsche leven niet zooveel poëzie meer als vroeger, misschien is er ook niet zooveel humor meer. Eén dii^f is wel zeker dat pogingen om zelf vermaak te scheppen, haast niet meer wor den aangewend. Het publiek wenscht ver maakt te worden maar het doet zelf aan het leveren van vermaak niet meer mee. Met een tikje jaloezie kunnen wy dikwijls de bladen uit de kleinere gemeenten lezon ABONNEMENTSPRIJS! per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Tel. Int. 82: Redactie Tel. 545. Een mensch, die sober leeft, J .die is gedurig frisch, En door het gansche lijf gesont getyck een visch. ADVEKTKNT1KPBUS: Uit Gwd> m •nMrtkaa (Htwratdt M ta bMsrfkrina) 1—4 r«<aU /1A0, >Uu mw /0J4. Vu bulUu UowU «a daa baaargtaiag: 1—4 tagait 1.44, alka reaal meer 0,W. AdvartaatUa la hat Zaterda(aiun>aer 20 llielaa op dea prijo. LladdadifiMlda-adirertaatiie da helft rea daa prtjo. INGEZONDEN MEDKDKKtlNGEN, 1—4 reaal* /2.04, elke maal maar /OM. Op de voorpaaine b0 hooaer. Gewone adverteaUëa aa iafaaoadaa mededealiaaea Hf ooatraet tot awr aendatoer- dea prlfa. Groote letten aa raadaa wordaa benkaad aaer pleatenümte. Advertentie kuaiua wordaa iaaeeaadea door tuaeehoahaant eaa «oliede Doakkaa- d.laren, Advorlaatlobuxeaaa e oaaa Aaeataa aa inoetae. daage vóór do pleataiao aan hat Bureau alfa iaaehovaa, teaaiade na opname Toraekerd te alfa. 111 d- j Hiel jen Kind liv er muur »ld, on- geven niet het r- veer gevel Ker en verlaten, over n>ij was de eens van marmer opgeti ganp gat naar het neitit- was gesloten, maar ig «on loiwerk het binnenste van den Het hoofddeel van was een weinig verlicht door een een voudige hanglamp, die een - flikkerend licht wier" Ir laren aan het andere eind j'ewone zware, haifJoorschijn dijn, dat het heilige der l._. de godin verborg. Daar dit rend verlicht was, vormde het gordijn een soort schemerenden muur, waar tegen ik plotseling de gedaante van den Pharaoh niet ver van mij zag al- geteekend en dat van een vrouw, ko ningin 'Maat-kha, aan zijn rijde. Ik kon niet in de donkere hoeken van den tempel rien, maar, zoover ah ik kon nagaan, was het overige van hetgebouw verlaten en de koninklijke bruid was onbewaakt he Pharaoh had blijkbaar juist opgehouden met spreken, want hij leunde tegen een van de pilaren. H i xag er zoo lijk kleurig uit, dat ik bepaald angstig voor hem werd en od gevaar om een 'jeheim onderhoud tüsschen moeder en zoon te onderbreken, trachtte ik naar hem toe te gaan, maar de marmeren poort was gealoten. Volgens een aan itcinen en, ee.u.ig»z..ns angs.ix «ct-wor- oen voor z.jn vcdL,hUj, vUgde i* nem de trappen op. Ik had uen zi kea man gehet. uil net oog verlpren en iOjii ik de luui- ale trap had bere.kt, keek ik nieuws gierig tusschen oe piiaren. De voor- o- van den tempel was stil, dotn- unmid oehijK te^en- groole poort, even- troktien. d,e toe- heilige geoouw. Zi( n uoor het het gebouw den tempel woord, wou hij dal, waarvoor ik mijn dubbele kroon, mijn teven, tnipi eer had willen geven. „Gij bedoelt ue .leldevan uw voik? „Neen, de liefde van Neit-aknt Komngitv Maut-kha haalde de schou der» op en lüchte nrinacntend „Het was beter uls gij naar uw ziekbed teruggingt, o, machtige Pha raoh en wat van do verzachtende draii ken nuamt, die uw geneesheer u heeft voorbeschreven Uw ziel betfint inder daad 4e dwaltn kielde! en Neit-akri I was er ooit een onmogelijker vereeni- ging Wel, het zou gemakkdljker rijn een jaklials uit de w.kieniis medelij den in Ie boezemen voor de lichamen die hij verslindt, dan Neit-akrit nseu- sdielijke liefde!' „,Zou het ook «emukkelijker rijn”, zei de Pharaoh scherp, „den zoon van Ra liefde voor Neit-akrit te doen ver krijgen Maat-kha richtte zich tot haar zoon, alsof rij geatoken was. .."Pas ,op, o. heii ge Pharaoh siste rij tusariien haar saamgeklemde tan den. „pas op voor de macht der gó den eii wek niet Ie slapende harts tochten in het hart ♦'ener vrouw.” Hii lachte. Neen B juist om deze slapende harts tochten te wekken kwam ik dwen nacht, o, mijn mo‘4er Dacht gij mis schien. dat ik u in vrede en geluk zou willen achterlaten nadat 're nllea van mij weggenomen hebt, wat de gó den gaven J. P. I73 Klrü^.h®Uis°. sebouw, dat mei alm nupi^ ®d-’u kwek kende architectuur, EevntcSt zware kolommen, waarvan de nvn vÏÏmT <00. höuden. “ch boven berPito ef’ vierknnt *n «root, werd Ro mfltM^ver eeu reekb van reusachli- se marmeren stoepen. d»ah hadden het den vorigen »oudiffT3nhl’ ie.n hie,tl van ri^n ew‘* E?cht Z1^ prachtig veriiou- zijn groote sneeuwwitte ko- net zilveren inlegwerk, da1 vn^erde *n schaduwen van den aohtia er zoader^n,t» bijna spook- r\ zag ...,,e avond-offérande was juist voor hel’ 1,<>orde achter den tempel ute^j .van sistrum en harp, weg- der ln de verte en het gezan? rijr hlÏÏ*Isis eewÜde Drieeteteesen, als 4 °«rit namen van hun verrukkelij- uo Egy/tisdie architecten eigen nier, was zij aou gemaakt, dat rij een geheime veer sloot, die e< in ,weraing kon breiigen, alt» de wertv'uig maar van keiuie, waaraan de sterkste man ter werel als hij er niet mee bekend was, mogelijk de reinste beweging kon en ik had. natuurlijk nie minste idee, iiov die geheime werkte. „Was het om mij dit alb's te zeg gen, o, mijn zoon, zei ze, „dat gij kwaamt-als een dief in den nacht om uw vergif in rejn oor te plaatsen, juist terwijl ik Isi.s voor haar altaar vereerde I Hij lachte nïët rijn gewonen sarcas- tischen lach. „>lijn| vergil?’tuttwoorMde hij. „Neen, beste nteeder, de' beker, dien gij tot bet eind moet uitdrinken, is niet door mij gemengd. Reeds hebt ge een paar van zijn bittere droppels ge proefd, ik voeg er slechts de jaalste gedachte, doodelijk als akoniet aan „toe om hem nog onaangenamer te ma- ^„Ên rijt ge voldaan vroeg zij Niet geheel,” antwoordde hii met plotselinge heftigheid, terwijl hij een paar passen dienter naar haar toe kwam, „niet geheel, want die kwade hand die met aanmatigende trots hel koninkrijk Kamt uit mijn stervende FianH wil rukken heeft mij reed» het onschatbare kleinood ontroofd, dat de eenige vreugde van mijn leven was.” „Ik begrijp u niet.” „Hij kwam,” siste de rieke dMP bij haar oor, „en met een blik, een i. Klonk meer en meer verwij- ‘zit os tuinen Kwam een van olutmen tot mij eu ik kon rechts het paviljoen z.ieu Waar in Hugh op dit oogenoiiK waarschiin- het heen en* weer loopen was armeroit gau' ais een leeuw en in de verte kronkel de: kanalen als glinsterende ai sierlijke bochten naar lams Men-ne-Iêr xen tuin, aerd Van uit <ie zware geur vun ol kon r< Hugh lijk aan i in de marm in een kooi uen zich linten jr. en Net-amen, lent. Ik had me reeds naar het paviljoen gericht en volgde een lang pad, dut van den tempei uiteinde, toen mijn’ oor door liet geluid van voetstappen op het zandige pad op eenigen af stand achter mij, werd getroffen. verwonderd wendde ik mij om, om te zien wie nv-jn metgezel op deze avondwandeling was en tot mijn ver- Dazing herkende ik mijn patient, de machtige Pharaoh, die evenals Ik. in een do ikeren mantel tfehuld. zachtjes mijn pt}d kruiste recht naar den tem pel ging en het volgend oogenblik achter een beeld uit mijn» gericht was verdwenen. Bij instinct anders kon ik liet op dat oogenblik liiet verklaren be sloot ik hem niet hard na te loopen noch te roepen, maar hem zachtjes te volgen en te, zien, wal hij ging doen Terwijl ik mij goal in de schaduw hield ging ik op mijn sporen terug en was weldra weer aan den voet van derj tempel, juisi vroeg genoeg om J“i Pharaoh boven mij te zien ver dwijnen ergens tusschen de pilaren Ik kon mij niet voorstellen, dat hi dit avonduur, had gekozen om een of andere godsdienstige handling te ver-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1925 | | pagina 1