‘Is IP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, MOERCAPELLE, NIE11 WERKERS OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK. SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx. No. 15754 64"Jaargang Zaterdag 24 Januari 1025 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen Eerste Blad). REK. T. i wee. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. te MODEPRAATJK. eden ter over- FEUILLETOM. Neit- mi tu ns af of, waar t gegeven, de r wagens kan kleuren. 2U0 80 lage. Met volle teugen drinken wij de vleien de leugen, en droppelsgewijze slikken wij de bittere waarheid. AAK Ai 89 IDAM delart aan I koorden veracht l van p olek ..eeh-ta zij aan de rechtvaardige ,en ootzaglij- J. DE MOL EN ZOON Turfmarkt 76 - Tal. 411 - flaurfa Bum- ii Diineskludiiig AAKTE in ere, niet gesub- Gouda komen. Laastrechtschen net zeer goede e dienst alleen eldlijke wagens n werd d® zjg. mbo voorloopig irop de oudste or den dag is et geval is bo et grootè suib- leenen, want er dengeljjks ver- eh<x>r lijke con- pnake kan zijn, van het sub- het begin wer- erstrekt, maar waarschijnlijk niemand eenige ien. 1, dat wanneer bsidieerd werd er dadelyk an- ien staan. Zou ms willen ris- Mei weer aan ite al getracht krijgen, maar •st hebben. Van als we ons niet wat de boot- Volgende jaar 1100.met gemeen te pak- och nog weJ op ergelijking ma de vervoermid- loop der jaren Gouda te berei- dat de oudste ■n. Hoeveel ge le tram en ho« n postwagen! ens verdwenen, irst een. nwtor- een Gemeente- particuliere mo- geen van allen r een kort be ier vervoermid- de autodienst 1 dagdienatbo- meisjes voor fa in (R.K.) voor (vast salaris en c ielenmaker, l r), 2 ptaatewer- ?ens (15 14 ir) te Stolwijk; rendienstbode te het ia de vraag of die van daardoor de on- ge- 1 hulpmoHteur, ;ielarbeiders, 2 suikerwerkers, rs, 147 trigarem- iera, 2 plakkers, sjqpeditie- en 12 ns, 1 winkel- en sier®, 8 boek- ibrieksarbeiders, ster, 1 huiden- Belangwekkend* cijfers. Volgens de voorloopige uitkomsten der beroepstelling van 1920 waren er in ge noemd jaar in Nederland 2727126 personen, die een beroep uitoefenden tegen 2261686 in 1909. Een vooruitgang alzoo van ruim 20 terwjl het aantal inwoners steeg met pl.m. 16 De eerste vraag, welke de aandacht ver dient, is nu: Hoe zjn deze 2727126 perso nen over de verschillende beroepen ver deeld? Het ligt in den aard der zaak, dat hier geen cijfers kunnen worden gegeven betreffende elk der talrijke beroepen, maar dat wj ons dienen te bepalen tot enkele groote groepen, waaronder alle beroepen zjjn onder te brengen. Deze groepen zjn: le. Landbouw, inclusief jacht en visscherjj, welke beide laatst® echter nauwelijks aan 20.000 personen een bestaan geven; 2e. Nij verheid; 3e. Handel en verkeerswegen en 4e. een groep Diversen, omvattende de zoo genaamde vrije beroepen, de ambtenaren en verder allen, die niet onder de eerste drie groepen vallen. In den Landbouw waren in 1920 werk zaam 645600 personen of pl.m. 24 der geheele een beroep uitoefenende bevolking; in de Nijverheid 1028700 personen of pj,m. 38 in Handel en Verkeerswezen 580000 personen of plan. 21 terwjl onder de rubriek Diversen vielen 472600 personen of ongeveer 17 Nu dient men, om den toestand goed in te zien, wel in het oog te houden, dat de ge noemde vier groepen niet op eene lijn zijn te stellen. Van de drie laatstgenoemde kan niemand leven, tenzij hj gelegenheid heeft zjne producten' of diensten te ruilen tegen landbouwvoortbrengselen. Wie dat vroeger niet mocht hebben beseft, heeft zulks in de oorlogsjaren kunnen leeren. Door een Duitsch schrijver is betoogd, dat ieder in den landbouw werkzaam persoon nog bestaansmogeljkheid opent voor een tweeden' fabrieksarbeider, neringdoende of ambtenaar. Zoo heel ver van de waarheid zal dit wei niet zjn. Wj komen op grond daarvan dan tot de conclusie, dat direct en indirect van onzen bodem in 1920 leefde 2 X 24 ss 48 van onze bevolking. De andere 52 moest zjn hestaan ontlee- nen aan den buitenlandschen landbouw, die ons zjne producten zendt in ruil voor onze mdustriepioducten, onze scheepvaartdien sten of ter betaling der rente van ons in t buitenland belegd kapitaal. Gaan wj nu even een blik slaan in de (Nadruk verboden). DE LIEVELING DER GODEN. Uit het Engetech van BARONES ORCZY. Bewerkt door J. P. WESSEL1NK—VAN RO8SUM. 79 - De hoogepriester had met wonder lijke list de kunst verstaan iedere ge voelige en itnllende snaar te raken te bespelen van een hoogst harts tochtelijke natuur* had met groote handigheid elke jaloersche neiging m haar hart gewekt, totdat ze eindelijk, verbind door haar eigen hartstochten* zich met lichaam en ziel aan zijn iei- dny had overgegeven. Neen Ik geloof niet dat ik veel aan eigen gevaar daciit. Indien ge dachten er aan mij al overvielen, dan slaagde ik er spoedig in ze te ver drijven. Zulke gedaehten mochten mij niet bezig houden, want al mijn aan dacht moest er o? gericht worden, hoe *k het best mijn vriend en mijzelf zou kunnen redden. Ik vloekte mijzelf, “njn traagheid, de dwaze manier waar W ik mij had laten vangen. Hoe lang niets dan een gevangene zou zijn, k°n ik natuurlijk niet opmaken, even- ADVERTENTIEPRUS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bexorgkring): 1—5 regels f 1.30, elke regel meer /0.26. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 1.56, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 Lyslag op den prüa. Liefdadlgheids-advertentidn de helft van den prjs. INGEZONDEN MEDEDEELINGENi 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bj contract tot eeer gereduceer- den prjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaechenkomst van Bollede Boekhan- ren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing het Bureau zjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjn. wj zelf over den noodigen grond beschik ken ot wel gelegenheid hebben, onzen arbeid m (.enigerlei vorm te ruilen tegen de bo- demproducten van andere landen. Over vol doenden grond beschikt ons land niet. En of er in de toekomst steeds landen zullen zjn, bereid en in staat ons de noodige landbouwproducten te leveren, is eene vraag, waarop w j niet gaarne een bevesti gend antwoord zouden geven. grondwerkers en terecht concludeert de burgemeester dat m die vakken een bly- vend overschot aan werkkrachten bestaat, hetgeen dwingt tot de noodzakaiykiieiu van aivloeiïng dezer krachten naar elders. Aan werkioozen en armlastigen is in 1924 bijna twee miilioen uitgekeerd. Wat dit beteekent begrijpt ieder. Hiermede wordt slechts gedeeiteljke nood gestopt en het bedrag ia een aanzienlijke verzwa ring van het leven van hen die nog wel werken kunnen. Aan onderwjs, werkloos heid en armenzorg gaat vrjwel de geheele inkomstenbelasting op. Dit alleen is reeds een punt dat ernstige overweging eischt, want het komt ten slotte hierop neer dat de ganache inkomstenbelasting besteed wordt om hen te helpen die niet in staat zjn de volle kosten van hun levens- eq ge- xinsonderhoud te verdienen. En dat gaat toch wel heel ver! j Het theater-beooek is afgenomen en dat der bioecopen ia toegenomen. Dit betee kent dus dat beter-.gesitueerden minder de schouwburgen bezoeken en dat goedkoope bioscoop trekt, in verband met hetgeen wj hiervóór schreven is dit wel typeerend. Een gunstig teeken is dit stellig niet en ook hier is reden om een» overleg te plegen. Tal van bedrjven klagen over slechte zaken en over vermindering van den ojn- zet. Zoo bleef de handel in eieren 35 beneden die in 1923. Wad dat beteekerit i® niet te zeggen. De eieren zjn heel duur en de waarde is met meer evenredig aan den hoogun prjs. Melk-, sigaren-, koloniale waren-, groen ten- en fotografie-zaken klagen zeer. Dit bewjfit dunkt ons dat er toch iet* niet in orde is. Heel slecht is de toestand voor de kan toorbedienden. Daarvan loopt een groot contingent werkloos rond. Dat verwondert ons niet. Tal van jongelui die vroeger een ambacht leerden, zyn dank zj het goed koope onderwje tot kantoormeneer opge leid. Voor een klerkenpoetje aan een ver- eeniging meldden zich onlangs meer dan vu Humde rd gegadigden aan. In de eerste jaren is er geen toekomst in deze „bran che” en men kan met sciinik vragen waar ai de jongelui van de vele handeisischalen heen moeten. Deze scholen zitten propvol en er is geen vraag naar dergel jke krach ten. Allee te zamen valt dus deze conclusie te trekken dat er in tal van vakken een overschot aan arbeidskrachten bestaat, o niet alleen niet thans te plaatsen ia maar dat wel voor goed buiten plaatsing zal blj- ven. Hier is dus het erge gevolg van de overbevolking onmiddelijk waarneembaar. Natuurljk zal men zich bj het gemeente bestuur daaraan niet veel gelegen laten liggen omdat men daar met geld alsnog de inadeelen ervan bedekt maar er komt een moment dat het toch zal spaakloopen. Het lichte optimisme van den burge meester berust op eenige verschjnseien van beterschap in sommige takken van in dustrie. maar zoodanige beteekenis is dat ganache gemeente er voordeel van zal dervinden. Terecht heeft Mr. l’atjn zegd, dat z. i. het gevaar voor een te snel voor-uit-willen, voor een sterk vertrouwen op de ingetreden beterechaip grooter is dan voor overmaat van bedachtzaamheid. Naast teekenen van herstel zjn er andere die waarschuwen tegen overschatting -der krachten. De belastingen, zoo sprak de burgemeoater, zjn in volstrekten zin hoog. Voorshands vreezen w j nog dat van een belangrijke vermindering der belastingen niet veel zal komen, want een reorganisa tie van het onderwjs, de groote slok-op is een zaak van de regeering des lands en tan aanzien van dit punt speelt de hooge poli tiek een voorname rol. Eer daarin veran dering is gebracht zal het heel wat jaren moeten duren. iGeljk wj reeds eerder schreven, zien wj de naaste toekomst voor den Haag niet gunstig. Wj voorzien een debacle op aller lei gebied omdat het vastloopt met de ge- meentefinartciën, die niet hooger kunnen en die lager moeten worden. Maar van dat laatste komt niets tenzj men het snoeimes in allee duchtig zet, aoodat niet duizendje® maar tonnen gouds worden be zuinigd. Het ongeluk is geweest dat den Hnag altjd te ruim in zjn geld zat en dat daardoor een zuinig beheer niet in de Ijn lag. Thans is de nood aan den man en het valt niet mee zuinig te zjn ah je altjd gred in de duiten zat. Hopen w j dat het nuchtere kalme woord van den burgervader weerklank zal vin den. Dien Haag is bezig te zakken en spoe dig herstel is dringend roodig. HAGENAAR. resultaten der in 1909 gehouden beroeps telling, dan ziën wj, dat het aantal perso nen, werkzaam in den landbouw, toen be droeg 639600. In 1920 was het 645600, zoo- dat wj in 11 jaren slechts eene vermeerde ring zien van ongeveer 1 Het aantal in de Nijverheid werkzame personen steeg daarentegen yan 782300 in 1909 tot 1028700 in 19^0, d.i. met 30 In Handel en Verkeerswezen zien wj eene toeneming van 409600 tot 580000 of van 41 De onder <U rubriek „Diversen” vallende be roepen gaven in 1909 een bestaan aan 430000 personen en in 1920 aan 472600 of 10 meer. Deze geringe toeneming zon wel in verband kunnen staan met de over brenging van sommige beroepstakken naar d® tweede en derde groep. Voor de waarde der opmerking, die wj hier laten volgen, zal dit echter wel niet v^n veel belang zjn. Deze opmerking komt hierop neer, dat van uitbreiding van den landbouw nauwe- Ijks sprake is, maar onze geheele bevol kingsaanwas een bestaan heeft moeten vin den in de drie laatstgenoemde beroepsgroe pen, die dan ook eene sterke toeneming vertoonen. Terwjl in 1899 nog 31 van onze bevolking in den landbouw werkzaam was, was dit percentage in 1909 gedaald tot 28 en in 1920 tot 24 Alleen met het oog op de conclusion, die uit deze eenvou dige cjfers zjn te trekken, verdienen de uitkomsten der beroepstelling reeds ten zeerste de aandacht Houden wj ons aan het standpunt, dat van den landbouw indi rect evenveel menschen leven als er direct een bestaan in vinden, dan steunde het be staan van de Nederlandsche bevolking in 1899 voor 62 op den inlandschen land bouw, in 1909 nog voor 56 en in 1920 slechts voor 48 Wj zien hier dus eene bj voortduring dalende Ijn en deze daling zal zich voortzetten, zoolang de bevolking bljft toenemen. Alleen indien de droog gemaakte Zuiderzeepolders beschikbaar komen, kan voor korten tjd die daling plaats maken voor'eene rjzing. Al te hooge verwachtingen behoeft men daarvan echter niet te hebben. Op grond van indertjd door de Zuiderzeevereen^fing gepubliceerde cjfers, kan men aannëmón, dat deze polders direct en indirect op zjn allerhoogst slechts bestaansmogeljkheid bieden aan een aantal menschen, gel jkstaande met onzen bevol kingsaanwas van vjf jaar. Het wil ons voorkomen, dat men van den invloed, dien de boven beschreven toestand op den duur zal hebben op onze welvaart, inzonderheid in arbeiderskringen, geen vol doend besef heeft. Men leeft daar in de ver onderstelling, dat arbeid alleen voldoende is, om rich levensonderhoud te verschaffen. Dit is intusschen slechts mogeljk, indien ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagel jks aangenomen aan ons Bureay; MARKT 31, GOUDA, bj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjn dageljks geopend va^ 9—6 uur. Administratie Tel. Int 82; Redactie Tel. 545. Kon jnen bont. Dikwerf komt de mode zóó goed aan do behoefte van het menschdom tegemoet, dat men er versteld van staat .Zj schjnt de vrouwenpeyche goed te be- grjpen en willigt zoo nu en dan de ge heimste verlangtona in. Zoo weet de mode heel goed dat het verlangen van den (win- terschen) dag „het dragen van bont" ia Bont als garnituur, op mantels en pakken, ju, dat het vrotiwen-ideaal ishet beril van een bontmantel. Maar het moet .jaardig” bont *jn, friach en fleurig, flat tens, niet duur en als ’tkan toch «oliede. Dit is een heele reeks wenachen, waar van er enkele wei in rook moeten opgaan. Evenwel, met het invoeren van konj- bkieven uit de ho^tad. DGCXLVIH. De lede waarmede onze burgervader d$ eerste vergadering van den gemeente raad heelt geopend is een rede die ue tata dór gemeente pleegt te reeumeeren, is ge- söeld geweest in een uiterst voorzichitig- optimistisohen toon. We weten dat Mr. Patjin vóór aries kalmte en bezadigdheid vbomtaat in het gemeentelijk beleid en be heer en dat hj niet eer tot groote diep in- .gtupende daden is te brengen vóór hu ze kerheid heeft omtrent de waarschjnljke ontwikkeling van de gemeente, in dit op zicht vormt hj een zeer nuttig tegenwicht tegenover hen die van het hoi-maar-door- systeem zjn en die meenen dat zj op die wijze een ideaal-tgemeenschap tegemoet gaan. De ongelooflik anelle groei der stad vervult hem met evenveel vreugde als be dachtzaamheid, omdat hj er de nadeelen ook terdege van riet. Het inkomen dat de stad verlaat is, bjvoorbeeld, grooter dan dat hetwelk de stad binnenkomt. M. a. w. wj gaan m rjkdom achteruit en dit op zichzelf is een verschjnaei dat wel zeer ze ker ongerustheid moet wecken, want t^en lliaag heelt geen andere directe bronnen van welvaart dan het inkomen. Dat de hoo ge belastingen hier zeer veel schuld heb ben, Ligt voor de hand en het Is juist daar om vóór alles plicht dat de uitgaven der gemeente zóózeer worden verminderd, dat de belastingen aanrienijk kunnen wonden verminderd. Tachtig procent van de op brengst der gemeente inkomstenbelasting wordt besteed aan onderwjs. Op het «ogenblik zjn 5 katholieke, 1 gereformeer de, 1 Ned. Hervormde kerk en 1 synagoge in aanbouw. Hieruit bl jikt dus dat voor liet geestelijk leven nog zeer veel geld be schikbaar is en het is dus wel zeer vér gaand dat daarnaast voor dut zelfde gees trijk leven in onderwijsvorm 80 van de belasting moet worden opgebracht ook door hen die geen kinderen hebben en die dón aanwas der bevolking angstwekkend voor ons land achten. Zoo ergens dan ligt hier een groote fout in het overheidsbe- heer en reorganisatie van het onderwja in zjn financieele verhouding tot de overheid is daarom dringend noodig. In den economischen toestand van de gemeente valt eenige verbetering te con- stateeren maar de werkloosheid bljft zelfs in die vakken waarin veel werk is toch groot. Dit geldt o.a. voor timmerlieden en aenuen toon „ik deeci uit alles voor u, Neit- aknt, opdat gij de dubbele kroon van inianit aoudt dragon, en opdat uw vij and bet land ungedroven wu worden, waar in zijn venneloiheid hij de hand uorst leggen op uw troon.” „Mijn vijand I” Haar stem klonk als een geiprevel, zacht en gedempt de woorden wer- uen gesproken hajj y£rbaa®d, half vreemd en teeder smeekend. „Ja I’ zei Ur-taseu heilig. „Uw troon ia nu vrij, Neii-akrit ik heb den weg voor u schoongeveegd, Maat- aha versloeg haar stervenden zoon met wrekenuen arm. Ik deed niets om hem te redden, want door dien slag leverde uw bloedverwant -cichzelf en haar vreemden minnaar in mijn iianden. Mel den aanbrekenden dage raad, als Isis neergedaald is oi» te rusten gaat hij, die zich de zoon van Ra noemt, zijn oordeel teqemoet. I.'eiik daaraan Neit-akr.t Hij alleen met het doode lichaam van den Pharaoh liet opengaan der poorten de roep van de priester» van Isis het toesnellen van het gepeupel I de vreugdekreten veranderd in kreten van vervloeking door de afzichtelijkheid vati de mis daad 1 Denk er aan Neit-karit l denk aan de»r da? des oordeels als uw vij and. hil die gedacht had zich op uw troon te plaatsen voorgnbraoht wordt aan handen en voeten met gebonden nederig een misdadiger in de groote hal Men-ne-fer, daar oo deaelfde za* staan, waar .uw slavin Ke stierf, gedood door zijn hand, zij aan de rechtvaardige he strai van haar misdaad zou ontko men hij de zoon van Ra, en als do priesters van leis een voor een met luide stem1 hem zullen beschuldi gen van den moord op den heiligen Fharaoh, een voor een de lotusbloe men uit de handen der rechters zul len vallen, eu ik, Ur-tasen hel vonnis over liem zal uitsproken. Da», daar na.... in den vroegen mpraep.. Het oude veradnelijke schepsel verheugde zich blijkbaar in de opsomming van alles, wat luj voor Hugh had bedacht, maar nu viel Neit-akrit hem p.otselipg in de rede, haar stem klonk zonder ling hard en kalm. „Zijl gij niet bevreesd, Ur-Usea dat hierna in den vroegen morgen de góden zed zullen opslaan, eu de vlam men des hemels zullen ontsteken, en de heuvelen en rotsen over Kamt zul len neerstlingeren, teneinde haar e» haar schande Ij verbergen?” „Ik begrijp u niet,” telde de hoa- gepriester verbaasd.” Waarom spreekt gij van schande.” „Omdat ik uw handen al bevlekt ne mei zijn bloed, en mijn gansche ziel in aischuw zich van u keert.” „Neen, Neit-akrit, zijn bloed zal den grond van Kamt niet bevlekken, al leen de gieren van de wildernis tul len tien of het rood is. Dtxik aan uw bloedverwant den heiligen Pharaoh, die stierf, omdat zijn moeder voelde dat hij de vijand van den weemde- l'ng was. Bedenk, dat hij zich op den troon van Kamt nlaatete, waarop gij recht had. Bedenk.... (Wordt vervolgd). fiOÜDSCHE COURANT. mm Kon ik weten ot mijn naenelijse positie net gevolg van toéval of van een vooropgezet plan was. Bij ue nuftvetijAwpiDChtigheid zou Hugh voor het heiligdom staan, in het miuuen van het geoouw, meer aan honderd schreden van mij verwijderd eii waarschijnlijk met het gazen gor dijn tuseohen nem en mij, maar ik vertrouwde op de kracht mijner lon gen en op zijp tegenwoordigheid van geeet indienik dan nog zou leven. Onuertusschen kon ik niets anders doen dan toezien. Verscheiden pogin gen om de poort te openen hadden mij van het ónmogelijke er van over tuigd. Ur-tasen was eenigen tijd on beweeglijk voor de godin blijven staan en ik kon zijn geschoren hoofd, dat zooveel booze gedachten verborg, ach ter het zilveracntige gordijn zien glin steren. Menige, zuiver Britsche gevoe lens en wenseften met betrekking tot het oude beest deden mij de tanden knarsen in mijn onmacht en zelfs vele mooie woorden mompelen, terwijl het met opgeheven hoofd zich scheen te verheugen over zijn aanstaanden tri omf. Ik veronderstelde dat hij, terwijl hij daar stond, visioenen zag van den vreemdeling die buiten Kamt werd ge worpen, en in de wildernis van men- scïieliik vleesch en bloed werd tot walgelijk eten en drinken. Eensklaps scheen het mij toe, dat Ur-tasen niet langer alleen was, maar dat daar naast hem stond dezelfde viteemde en strakke gedaante, die ik roeda te voren in de duisternis had meenen te onderscheiden ze stak slechts vaag af achter de plooien van net wazig weeisel, en ik wist niet of inajn vermoeiue oog en mij geen par- ien speelden, toen Ur-tasen zieh om wendde, en mei ootmoedige, bijna tee- dero stem, zoo ver«curiilend van die, waarmeue hij de ongelukkige Maat- idia had toegesproken, zeiae ,,lk deed het alles voor u, aknt I” nu wist ik dat ik mij niet vergist had. Zij was er eti had waarsentjn- iijk evenveel gezien en gehoord als ik van het ontzaglijk tooneel en had geen stap gedaan om haar bloedver want te renden o! zijn moordenares bekend te maken. Mijn oud wantrou wen tegenover haar kwam weer bo ven en toch, mij herinnerende hoe jong en schoon zij was, kon ik mijzelf niet bekennen dat zij het afzichtelijk bedrog kon goedkeuren of er op eeni ge wijze in betrokken kon zijn. Zij had niet geantwoord op de woorden van den hoogepriester en hij vervolg de levendig „Ik zegen de godin, die mij heden nacht naar haar tempel heeft geleid, die mij toefluisterde dat ik den gie ken Pharaoh moest gadeslaan, toen hij gtruischloos door het heilige gebouw sloop en zijn moeder In haar gebeden stoorde. Ik prijs de godin, Neit-akrit, die met een ontzettenden slag mij in de gelegenheid stelt van uw pad al diegenen weg te vagen, die tuUsohen u en den troon van Kamt dorsten te gaan staan.” Ik weet niet of Neit-akrit iets ant woordde indien zij het deed moet het fluisterend zijn geweest, want ik verslond het niet. Daarna herhaalde de hoogeprieeter op zachten en smee-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1925 | | pagina 1