‘Is
IP
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, MOERCAPELLE, NIE11
WERKERS OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK. SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx.
No. 15754
64"Jaargang
Zaterdag 24 Januari 1025
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
Eerste Blad).
REK.
T.
i wee.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
te
MODEPRAATJK.
eden ter over-
FEUILLETOM.
Neit-
mi
tu
ns af of, waar
t gegeven, de
r wagens kan
kleuren.
2U0 80
lage.
Met volle teugen drinken wij de vleien
de leugen, en droppelsgewijze slikken wij
de bittere waarheid.
AAK Ai
89
IDAM
delart
aan I
koorden
veracht
l van
p olek
..eeh-ta
zij aan de rechtvaardige ,en ootzaglij-
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 76 - Tal. 411 - flaurfa
Bum- ii Diineskludiiig
AAKTE
in
ere, niet gesub-
Gouda komen.
Laastrechtschen
net zeer goede
e dienst alleen
eldlijke wagens
n werd d® zjg.
mbo voorloopig
irop de oudste
or den dag is
et geval is bo
et grootè suib-
leenen, want er
dengeljjks ver-
eh<x>r lijke con-
pnake kan zijn,
van het sub-
het begin wer-
erstrekt, maar
waarschijnlijk
niemand eenige
ien.
1, dat wanneer
bsidieerd werd
er dadelyk an-
ien staan. Zou
ms willen ris-
Mei weer aan
ite al getracht
krijgen, maar
•st hebben. Van
als we ons niet
wat de boot-
Volgende jaar
1100.met
gemeen te pak-
och nog weJ op
ergelijking ma
de vervoermid-
loop der jaren
Gouda te berei-
dat de oudste
■n. Hoeveel ge
le tram en ho«
n postwagen!
ens verdwenen,
irst een. nwtor-
een Gemeente-
particuliere mo-
geen van allen
r een kort be
ier vervoermid-
de autodienst
1 dagdienatbo-
meisjes voor fa
in (R.K.) voor
(vast salaris en
c ielenmaker, l
r), 2 ptaatewer-
?ens (15 14
ir) te Stolwijk;
rendienstbode te
het ia de vraag of die van
daardoor de
on-
ge-
1 hulpmoHteur,
;ielarbeiders, 2
suikerwerkers,
rs, 147 trigarem-
iera, 2 plakkers,
sjqpeditie- en 12
ns, 1 winkel- en
sier®, 8 boek-
ibrieksarbeiders,
ster, 1 huiden-
Belangwekkend* cijfers.
Volgens de voorloopige uitkomsten der
beroepstelling van 1920 waren er in ge
noemd jaar in Nederland 2727126 personen,
die een beroep uitoefenden tegen 2261686
in 1909. Een vooruitgang alzoo van ruim
20 terwjl het aantal inwoners steeg met
pl.m. 16
De eerste vraag, welke de aandacht ver
dient, is nu: Hoe zjn deze 2727126 perso
nen over de verschillende beroepen ver
deeld? Het ligt in den aard der zaak, dat
hier geen cijfers kunnen worden gegeven
betreffende elk der talrijke beroepen, maar
dat wj ons dienen te bepalen tot enkele
groote groepen, waaronder alle beroepen
zjjn onder te brengen. Deze groepen zjn:
le. Landbouw, inclusief jacht en visscherjj,
welke beide laatst® echter nauwelijks aan
20.000 personen een bestaan geven; 2e. Nij
verheid; 3e. Handel en verkeerswegen en
4e. een groep Diversen, omvattende de zoo
genaamde vrije beroepen, de ambtenaren
en verder allen, die niet onder de eerste
drie groepen vallen.
In den Landbouw waren in 1920 werk
zaam 645600 personen of pl.m. 24 der
geheele een beroep uitoefenende bevolking;
in de Nijverheid 1028700 personen of pj,m.
38 in Handel en Verkeerswezen 580000
personen of plan. 21 terwjl onder de
rubriek Diversen vielen 472600 personen of
ongeveer 17
Nu dient men, om den toestand goed in te
zien, wel in het oog te houden, dat de ge
noemde vier groepen niet op eene lijn zijn
te stellen. Van de drie laatstgenoemde kan
niemand leven, tenzij hj gelegenheid heeft
zjne producten' of diensten te ruilen tegen
landbouwvoortbrengselen. Wie dat vroeger
niet mocht hebben beseft, heeft zulks in de
oorlogsjaren kunnen leeren.
Door een Duitsch schrijver is betoogd, dat
ieder in den landbouw werkzaam persoon
nog bestaansmogeljkheid opent voor een
tweeden' fabrieksarbeider, neringdoende of
ambtenaar. Zoo heel ver van de waarheid
zal dit wei niet zjn. Wj komen op grond
daarvan dan tot de conclusie, dat direct
en indirect van onzen bodem in 1920 leefde
2 X 24 ss 48 van onze bevolking.
De andere 52 moest zjn hestaan ontlee-
nen aan den buitenlandschen landbouw, die
ons zjne producten zendt in ruil voor onze
mdustriepioducten, onze scheepvaartdien
sten of ter betaling der rente van ons in t
buitenland belegd kapitaal.
Gaan wj nu even een blik slaan in de
(Nadruk verboden).
DE LIEVELING DER GODEN.
Uit het Engetech van
BARONES ORCZY.
Bewerkt door
J. P. WESSEL1NK—VAN RO8SUM.
79 -
De hoogepriester had met wonder
lijke list de kunst verstaan iedere ge
voelige en itnllende snaar te raken
te bespelen van een hoogst harts
tochtelijke natuur* had met groote
handigheid elke jaloersche neiging m
haar hart gewekt, totdat ze eindelijk,
verbind door haar eigen hartstochten*
zich met lichaam en ziel aan zijn iei-
dny had overgegeven.
Neen Ik geloof niet dat ik veel
aan eigen gevaar daciit. Indien ge
dachten er aan mij al overvielen, dan
slaagde ik er spoedig in ze te ver
drijven. Zulke gedaehten mochten mij
niet bezig houden, want al mijn aan
dacht moest er o? gericht worden, hoe
*k het best mijn vriend en mijzelf zou
kunnen redden. Ik vloekte mijzelf,
“njn traagheid, de dwaze manier waar
W ik mij had laten vangen. Hoe lang
niets dan een gevangene zou zijn,
k°n ik natuurlijk niet opmaken, even-
ADVERTENTIEPRUS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bexorgkring):
1—5 regels f 1.30, elke regel meer /0.26. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.56, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
Lyslag op den prüa. Liefdadlgheids-advertentidn de helft van den prjs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGENi 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bj contract tot eeer gereduceer-
den prjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaechenkomst van Bollede Boekhan-
ren, Advertentiebureau* en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing
het Bureau zjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjn.
wj zelf over den noodigen grond beschik
ken ot wel gelegenheid hebben, onzen arbeid
m (.enigerlei vorm te ruilen tegen de bo-
demproducten van andere landen. Over vol
doenden grond beschikt ons land niet. En
of er in de toekomst steeds landen zullen
zjn, bereid en in staat ons de noodige
landbouwproducten te leveren, is eene
vraag, waarop w j niet gaarne een bevesti
gend antwoord zouden geven.
grondwerkers en terecht concludeert de
burgemeester dat m die vakken een bly-
vend overschot aan werkkrachten bestaat,
hetgeen dwingt tot de noodzakaiykiieiu
van aivloeiïng dezer krachten naar elders.
Aan werkioozen en armlastigen is in
1924 bijna twee miilioen uitgekeerd. Wat
dit beteekent begrijpt ieder. Hiermede
wordt slechts gedeeiteljke nood gestopt
en het bedrag ia een aanzienlijke verzwa
ring van het leven van hen die nog wel
werken kunnen. Aan onderwjs, werkloos
heid en armenzorg gaat vrjwel de geheele
inkomstenbelasting op. Dit alleen is reeds
een punt dat ernstige overweging eischt,
want het komt ten slotte hierop neer dat
de ganache inkomstenbelasting besteed
wordt om hen te helpen die niet in staat
zjn de volle kosten van hun levens- eq ge-
xinsonderhoud te verdienen. En dat gaat
toch wel heel ver! j
Het theater-beooek is afgenomen en dat
der bioecopen ia toegenomen. Dit betee
kent dus dat beter-.gesitueerden minder de
schouwburgen bezoeken en dat goedkoope
bioscoop trekt, in verband met hetgeen wj
hiervóór schreven is dit wel typeerend. Een
gunstig teeken is dit stellig niet en ook
hier is reden om een» overleg te plegen.
Tal van bedrjven klagen over slechte
zaken en over vermindering van den ojn-
zet. Zoo bleef de handel in eieren 35
beneden die in 1923. Wad dat beteekerit i®
niet te zeggen. De eieren zjn heel duur
en de waarde is met meer evenredig aan
den hoogun prjs.
Melk-, sigaren-, koloniale waren-, groen
ten- en fotografie-zaken klagen zeer. Dit
bewjfit dunkt ons dat er toch iet* niet in
orde is.
Heel slecht is de toestand voor de kan
toorbedienden. Daarvan loopt een groot
contingent werkloos rond. Dat verwondert
ons niet. Tal van jongelui die vroeger een
ambacht leerden, zyn dank zj het goed
koope onderwje tot kantoormeneer opge
leid. Voor een klerkenpoetje aan een ver-
eeniging meldden zich onlangs meer dan
vu Humde rd gegadigden aan. In de eerste
jaren is er geen toekomst in deze „bran
che” en men kan met sciinik vragen waar
ai de jongelui van de vele handeisischalen
heen moeten. Deze scholen zitten propvol
en er is geen vraag naar dergel jke krach
ten.
Allee te zamen valt dus deze conclusie
te trekken dat er in tal van vakken een
overschot aan arbeidskrachten bestaat, o
niet alleen niet thans te plaatsen ia maar
dat wel voor goed buiten plaatsing zal blj-
ven. Hier is dus het erge gevolg van de
overbevolking onmiddelijk waarneembaar.
Natuurljk zal men zich bj het gemeente
bestuur daaraan niet veel gelegen laten
liggen omdat men daar met geld alsnog de
inadeelen ervan bedekt maar er komt een
moment dat het toch zal spaakloopen.
Het lichte optimisme van den burge
meester berust op eenige verschjnseien
van beterschap in sommige takken van in
dustrie. maar
zoodanige beteekenis is dat
ganache gemeente er voordeel van zal
dervinden. Terecht heeft Mr. l’atjn
zegd, dat z. i. het gevaar voor een te snel
voor-uit-willen, voor een sterk vertrouwen
op de ingetreden beterechaip grooter is dan
voor overmaat van bedachtzaamheid.
Naast teekenen van herstel zjn er andere
die waarschuwen tegen overschatting -der
krachten. De belastingen, zoo sprak de
burgemeoater, zjn in volstrekten zin
hoog.
Voorshands vreezen w j nog dat van een
belangrijke vermindering der belastingen
niet veel zal komen, want een reorganisa
tie van het onderwjs, de groote slok-op is
een zaak van de regeering des lands en tan
aanzien van dit punt speelt de hooge poli
tiek een voorname rol. Eer daarin veran
dering is gebracht zal het heel wat jaren
moeten duren.
iGeljk wj reeds eerder schreven, zien
wj de naaste toekomst voor den Haag niet
gunstig. Wj voorzien een debacle op aller
lei gebied omdat het vastloopt met de ge-
meentefinartciën, die niet hooger kunnen
en die lager moeten worden. Maar van
dat laatste komt niets tenzj men het
snoeimes in allee duchtig zet, aoodat niet
duizendje® maar tonnen gouds worden be
zuinigd. Het ongeluk is geweest dat den
Hnag altjd te ruim in zjn geld zat en dat
daardoor een zuinig beheer niet in de Ijn
lag. Thans is de nood aan den man en het
valt niet mee zuinig te zjn ah je altjd
gred in de duiten zat.
Hopen w j dat het nuchtere kalme woord
van den burgervader weerklank zal vin
den. Dien Haag is bezig te zakken en spoe
dig herstel is dringend roodig.
HAGENAAR.
resultaten der in 1909 gehouden beroeps
telling, dan ziën wj, dat het aantal perso
nen, werkzaam in den landbouw, toen be
droeg 639600. In 1920 was het 645600, zoo-
dat wj in 11 jaren slechts eene vermeerde
ring zien van ongeveer 1 Het aantal
in de Nijverheid werkzame personen steeg
daarentegen yan 782300 in 1909 tot
1028700 in 19^0, d.i. met 30 In Handel
en Verkeerswezen zien wj eene toeneming
van 409600 tot 580000 of van 41 De
onder <U rubriek „Diversen” vallende be
roepen gaven in 1909 een bestaan aan
430000 personen en in 1920 aan 472600 of
10 meer. Deze geringe toeneming zon
wel in verband kunnen staan met de over
brenging van sommige beroepstakken naar
d® tweede en derde groep. Voor de waarde
der opmerking, die wj hier laten volgen,
zal dit echter wel niet v^n veel belang zjn.
Deze opmerking komt hierop neer, dat
van uitbreiding van den landbouw nauwe-
Ijks sprake is, maar onze geheele bevol
kingsaanwas een bestaan heeft moeten vin
den in de drie laatstgenoemde beroepsgroe
pen, die dan ook eene sterke toeneming
vertoonen. Terwjl in 1899 nog 31 van
onze bevolking in den landbouw werkzaam
was, was dit percentage in 1909 gedaald tot
28 en in 1920 tot 24 Alleen met het
oog op de conclusion, die uit deze eenvou
dige cjfers zjn te trekken, verdienen de
uitkomsten der beroepstelling reeds ten
zeerste de aandacht Houden wj ons aan
het standpunt, dat van den landbouw indi
rect evenveel menschen leven als er direct
een bestaan in vinden, dan steunde het be
staan van de Nederlandsche bevolking in
1899 voor 62 op den inlandschen land
bouw, in 1909 nog voor 56 en in 1920
slechts voor 48 Wj zien hier dus eene
bj voortduring dalende Ijn en deze daling
zal zich voortzetten, zoolang de bevolking
bljft toenemen. Alleen indien de droog
gemaakte Zuiderzeepolders beschikbaar
komen, kan voor korten tjd die daling
plaats maken voor'eene rjzing. Al te hooge
verwachtingen behoeft men daarvan echter
niet te hebben. Op grond van indertjd
door de Zuiderzeevereen^fing gepubliceerde
cjfers, kan men aannëmón, dat deze polders
direct en indirect op zjn allerhoogst slechts
bestaansmogeljkheid bieden aan een aantal
menschen, gel jkstaande met onzen bevol
kingsaanwas van vjf jaar.
Het wil ons voorkomen, dat men van den
invloed, dien de boven beschreven toestand
op den duur zal hebben op onze welvaart,
inzonderheid in arbeiderskringen, geen vol
doend besef heeft. Men leeft daar in de ver
onderstelling, dat arbeid alleen voldoende
is, om rich levensonderhoud te verschaffen.
Dit is intusschen slechts mogeljk, indien
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80.
Abonnementen worden dagel jks aangenomen aan ons Bureay; MARKT 31, GOUDA,
bj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zjn dageljks geopend va^ 9—6 uur. Administratie Tel. Int 82;
Redactie Tel. 545.
Kon jnen bont.
Dikwerf komt de mode zóó goed aan do
behoefte van het menschdom tegemoet,
dat men er versteld van staat
.Zj schjnt de vrouwenpeyche goed te be-
grjpen en willigt zoo nu en dan de ge
heimste verlangtona in. Zoo weet de mode
heel goed dat het verlangen van den (win-
terschen) dag „het dragen van bont" ia
Bont als garnituur, op mantels en pakken,
ju, dat het vrotiwen-ideaal ishet beril
van een bontmantel. Maar het moet
.jaardig” bont *jn, friach en fleurig, flat
tens, niet duur en als ’tkan toch «oliede.
Dit is een heele reeks wenachen, waar
van er enkele wei in rook moeten opgaan.
Evenwel, met het invoeren van konj-
bkieven uit de ho^tad.
DGCXLVIH.
De lede waarmede onze burgervader
d$ eerste vergadering van den gemeente
raad heelt geopend is een rede die ue tata
dór gemeente pleegt te reeumeeren, is ge-
söeld geweest in een uiterst voorzichitig-
optimistisohen toon. We weten dat Mr.
Patjin vóór aries kalmte en bezadigdheid
vbomtaat in het gemeentelijk beleid en be
heer en dat hj niet eer tot groote diep in-
.gtupende daden is te brengen vóór hu ze
kerheid heeft omtrent de waarschjnljke
ontwikkeling van de gemeente, in dit op
zicht vormt hj een zeer nuttig tegenwicht
tegenover hen die van het hoi-maar-door-
systeem zjn en die meenen dat zj op die
wijze een ideaal-tgemeenschap tegemoet
gaan. De ongelooflik anelle groei der stad
vervult hem met evenveel vreugde als be
dachtzaamheid, omdat hj er de nadeelen
ook terdege van riet. Het inkomen dat de
stad verlaat is, bjvoorbeeld, grooter dan
dat hetwelk de stad binnenkomt. M. a. w.
wj gaan m rjkdom achteruit en dit op
zichzelf is een verschjnaei dat wel zeer ze
ker ongerustheid moet wecken, want t^en
lliaag heelt geen andere directe bronnen
van welvaart dan het inkomen. Dat de hoo
ge belastingen hier zeer veel schuld heb
ben, Ligt voor de hand en het Is juist daar
om vóór alles plicht dat de uitgaven der
gemeente zóózeer worden verminderd, dat
de belastingen aanrienijk kunnen wonden
verminderd. Tachtig procent van de op
brengst der gemeente inkomstenbelasting
wordt besteed aan onderwjs. Op het
«ogenblik zjn 5 katholieke, 1 gereformeer
de, 1 Ned. Hervormde kerk en 1 synagoge
in aanbouw. Hieruit bl jikt dus dat voor liet
geestelijk leven nog zeer veel geld be
schikbaar is en het is dus wel zeer vér
gaand dat daarnaast voor dut zelfde gees
trijk leven in onderwijsvorm 80 van
de belasting moet worden opgebracht ook
door hen die geen kinderen hebben en die
dón aanwas der bevolking angstwekkend
voor ons land achten. Zoo ergens dan ligt
hier een groote fout in het overheidsbe-
heer en reorganisatie van het onderwja in
zjn financieele verhouding tot de overheid
is daarom dringend noodig.
In den economischen toestand van de
gemeente valt eenige verbetering te con-
stateeren maar de werkloosheid bljft zelfs
in die vakken waarin veel werk is toch
groot. Dit geldt o.a. voor timmerlieden en
aenuen toon
„ik deeci uit alles voor u, Neit-
aknt, opdat gij de dubbele kroon van
inianit aoudt dragon, en opdat uw vij
and bet land ungedroven wu worden,
waar in zijn venneloiheid hij de hand
uorst leggen op uw troon.”
„Mijn vijand I”
Haar stem klonk als een geiprevel,
zacht en gedempt de woorden wer-
uen gesproken hajj y£rbaa®d, half
vreemd en teeder smeekend.
„Ja I’ zei Ur-taseu heilig. „Uw
troon ia nu vrij, Neii-akrit ik heb
den weg voor u schoongeveegd, Maat-
aha versloeg haar stervenden zoon
met wrekenuen arm. Ik deed niets
om hem te redden, want door dien
slag leverde uw bloedverwant -cichzelf
en haar vreemden minnaar in mijn
iianden. Mel den aanbrekenden dage
raad, als Isis neergedaald is oi» te
rusten gaat hij, die zich de zoon van
Ra noemt, zijn oordeel teqemoet. I.'eiik
daaraan Neit-akr.t Hij alleen met het
doode lichaam van den Pharaoh liet
opengaan der poorten de roep van
de priester» van Isis het toesnellen
van het gepeupel I de vreugdekreten
veranderd in kreten van vervloeking
door de afzichtelijkheid vati de mis
daad 1 Denk er aan Neit-karit l denk
aan de»r da? des oordeels als uw vij
and. hil die gedacht had zich op uw
troon te plaatsen voorgnbraoht wordt
aan handen en voeten met
gebonden nederig een
misdadiger in de groote hal
Men-ne-fer, daar oo deaelfde
za* staan, waar .uw slavin Ke
stierf, gedood door zijn hand,
zij aan de rechtvaardige
he strai van haar misdaad zou ontko
men hij de zoon van Ra, en als
do priesters van leis een voor een
met luide stem1 hem zullen beschuldi
gen van den moord op den heiligen
Fharaoh, een voor een de lotusbloe
men uit de handen der rechters zul
len vallen, eu ik, Ur-tasen hel vonnis
over liem zal uitsproken. Da», daar
na.... in den vroegen mpraep.. Het
oude veradnelijke schepsel verheugde
zich blijkbaar in de opsomming van
alles, wat luj voor Hugh had bedacht,
maar nu viel Neit-akrit hem p.otselipg
in de rede, haar stem klonk zonder
ling hard en kalm.
„Zijl gij niet bevreesd, Ur-Usea
dat hierna in den vroegen morgen de
góden zed zullen opslaan, eu de vlam
men des hemels zullen ontsteken, en
de heuvelen en rotsen over Kamt zul
len neerstlingeren, teneinde haar e»
haar schande Ij verbergen?”
„Ik begrijp u niet,” telde de hoa-
gepriester verbaasd.” Waarom spreekt
gij van schande.”
„Omdat ik uw handen al bevlekt
ne mei zijn bloed, en mijn gansche
ziel in aischuw zich van u keert.”
„Neen, Neit-akrit, zijn bloed zal den
grond van Kamt niet bevlekken, al
leen de gieren van de wildernis tul
len tien of het rood is. Dtxik aan uw
bloedverwant den heiligen Pharaoh,
die stierf, omdat zijn moeder voelde
dat hij de vijand van den weemde-
l'ng was. Bedenk, dat hij zich op den
troon van Kamt nlaatete, waarop gij
recht had. Bedenk....
(Wordt vervolgd).
fiOÜDSCHE COURANT.
mm Kon ik weten ot mijn naenelijse
positie net gevolg van toéval of van
een vooropgezet plan was.
Bij ue nuftvetijAwpiDChtigheid zou
Hugh voor het heiligdom staan, in het
miuuen van het geoouw, meer aan
honderd schreden van mij verwijderd
eii waarschijnlijk met het gazen gor
dijn tuseohen nem en mij, maar ik
vertrouwde op de kracht mijner lon
gen en op zijp tegenwoordigheid van
geeet indienik dan nog zou
leven.
Onuertusschen kon ik niets anders
doen dan toezien. Verscheiden pogin
gen om de poort te openen hadden
mij van het ónmogelijke er van over
tuigd. Ur-tasen was eenigen tijd on
beweeglijk voor de godin blijven staan
en ik kon zijn geschoren hoofd, dat
zooveel booze gedachten verborg, ach
ter het zilveracntige gordijn zien glin
steren. Menige, zuiver Britsche gevoe
lens en wenseften met betrekking tot
het oude beest deden mij de tanden
knarsen in mijn onmacht en zelfs vele
mooie woorden mompelen, terwijl het
met opgeheven hoofd zich scheen te
verheugen over zijn aanstaanden tri
omf. Ik veronderstelde dat hij, terwijl
hij daar stond, visioenen zag van den
vreemdeling die buiten Kamt werd ge
worpen, en in de wildernis van men-
scïieliik vleesch en bloed werd tot
walgelijk eten en drinken.
Eensklaps scheen het mij toe, dat
Ur-tasen niet langer alleen was, maar
dat daar naast hem stond dezelfde
viteemde en strakke gedaante, die ik
roeda te voren in de duisternis had
meenen te onderscheiden ze stak
slechts vaag af achter de plooien van
net wazig weeisel, en ik wist niet of
inajn vermoeiue oog en mij geen par-
ien speelden, toen Ur-tasen zieh om
wendde, en mei ootmoedige, bijna tee-
dero stem, zoo ver«curiilend van die,
waarmeue hij de ongelukkige Maat-
idia had toegesproken, zeiae
,,lk deed het alles voor u,
aknt I”
nu wist ik dat ik mij niet vergist
had. Zij was er eti had waarsentjn-
iijk evenveel gezien en gehoord als
ik van het ontzaglijk tooneel en had
geen stap gedaan om haar bloedver
want te renden o! zijn moordenares
bekend te maken. Mijn oud wantrou
wen tegenover haar kwam weer bo
ven en toch, mij herinnerende hoe
jong en schoon zij was, kon ik mijzelf
niet bekennen dat zij het afzichtelijk
bedrog kon goedkeuren of er op eeni
ge wijze in betrokken kon zijn. Zij
had niet geantwoord op de woorden
van den hoogepriester en hij vervolg
de levendig
„Ik zegen de godin, die mij heden
nacht naar haar tempel heeft geleid,
die mij toefluisterde dat ik den gie
ken Pharaoh moest gadeslaan, toen hij
gtruischloos door het heilige gebouw
sloop en zijn moeder In haar gebeden
stoorde. Ik prijs de godin, Neit-akrit,
die met een ontzettenden slag mij in
de gelegenheid stelt van uw pad al
diegenen weg te vagen, die tuUsohen
u en den troon van Kamt dorsten te
gaan staan.”
Ik weet niet of Neit-akrit iets ant
woordde indien zij het deed moet
het fluisterend zijn geweest, want ik
verslond het niet. Daarna herhaalde
de hoogeprieeter op zachten en smee-