Had
IS
WAM
a
Cal: NidiIicIh.
ENJ^DVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA. EN OMSTREKEN
- MOORDRECHT, MOERCAPELLK, NIEU
Blo. 18798
Zaterdag 14 Maart 1928
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagei
EERSTE BLAD.
Speciaal Stoffenhuis
7
endi
io%
a
B7 ots.
i pond
■t&ntL»
baast,.
.cte
DE TWEE HANSEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak. haastrecst
WER KERK OUDERKERK., OUDEWATER, REE UW UK. SCHOONHOVEN, STOLWIJK, W
<WUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, eqa.
Econoaiscli herstel.
yttfsKWH
mu /SM. 0»
fit Bummer bestaat uit twee bladen.
-
Markt 16
Gouda.
66» 96
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCOLV.
Honda
:teur.
ndaise.
>rgd.
Invoer
Ik denk somtijds, als 't avond wordt,
FEUILLETON.
voor een
ui viuchli-
dine
660
ItJ
[t
iee, de thee
ten voldoet
e bevredigt.
1920
1921
1922
1923
1924
51
61
60%
65%
70%
gende jaren hadden kkngewend. Daarover
in het volgende No.
wel
oni
bijvoor
de
(Me
■op -een.
■n <Lasn
TLcoruCg
oupxm.
k -ctetce
J. DE MOL EN ZOON*
Turtmrkt 71 Ta 4I(
luni- n InukMii
naar maat.
van
-~ja
reel lid
1 uaai-
roor Algemeen Ne’
659 41
8336000000
2240000000
2028000000
2009000000
2364000000
knapr
,.K»
zeide
(Nadruk verboden).
Een roman uit onzen tijd.
Uit het üuiusch van
PETER ROSEGGER.
Bewerkt door
P. WESSELINK-v. ROSSUM.
'owekt
iirtere«santo
vöot> -
id voert.
van den
nu
Uitvoer Uitvoer in
v. d. invoer.
1701000.000
1870000000
1221000000
1303000000
1661000000
Uit deze cyfers bljjkt, dat zoowel de in
voer als de uitvoer in 1924 belangrijk groo-
ter waren dan in de onmriddellyk vooraf
gaande jaren. Al speelt daarby de in 1924
plaats gehad hebbende prijsstijging ook
eene rol, voor het grootste deel is de toe
neming van de waarde van den in- en uit
voer toe te schrijven aan vermeerdering van
de hoeveelheid in- en uitgevoerde goederen.
Inzonderheid meenen wij de aandacht te
moeten vestigen op de cijfers der laatste
kolom. Zij leeren ons, dat onze invoer veel
grooter is dan onze uitvoer, zoodat bjj den
lezer de vraag zal rijzen, of uit deze cijfers
niet blijkt, dat wy interen. Zoo erg, als het
op het eerste gezicht lijkt, is het echter
niet. Wy hebben jaarlijks van het buiten
land belangrijke bedragen te vorderen we
gens lente en dividend van in het buiten
land vooral ook in onze koloniën
belegd Nederlendsch kapitaal, alsmede we
gens aan het buitenland verleende scheep
vaartdiensten. Die bedragen komen hier in
den vorm van goederen en ter betaling van
deze goederen behoeven wij geene andere
goederen uit te voeren.
Intusschen was men h<U er enkele jaren
geleden wel over eens, dat het verschil tus-
schen in- en uitvoer te groot was, om het
geheel op rekening van bovenvermelde vor
deringen te mogen stellen. Wy teerden toen
beslist in. Of dit nu nog het geval is, zou
den wy niet durven uitmaken. In elk geval
echter is het een goed teeken, dat, terwijl
in 1920 de uitvoer slechts 51 7o van den in
voer bedroeg, dit percentage thana is ge
stegen tot 70
Ten slotte zy als derde verschijnsel, dat
wyst op economisch herstel, melding ge
maakt van de opbrengst der Rijksmiddelen.
Terwijl deze in 1923 bedroeg 429 millioen
gulden, beliep zy in 1924 482 millioen,
waarbij de rijwielbelasting buiten rekening
is gelaten. Nu is deze stijging wel niet
groot, maar mer^ moet wel in aanmerking
nemen, dat verschillende belastingen met
name de inkomstenbelasting nog staan
onder den invloed van den toestand van
voorgaande ongunstiger jaren. Voorspeld is
dan ook, dat 1924 eene kleinere opbrengst
zou geven dan 1923. Dat dit niet het geval
is geweest, maar eene kleine stijging viel
waar te nemen, moet dus wel degelijk als
een gunstig symptoom worden beschouwd.
Ten slotte eene waarschuwing. Men late
zich door de ingetreden verbetering van den
toestand niet in de waan brengen, dat wü
het pad der versobering, hetwelk wü nood
gedwongen in den laats ten tyd moesten
betreden, weder kunnen verlaten en weer
kunnen gaan leven, zooals wy ons in de
onmiddellyk op den wapenstilstand vol-
Hoe wij 't geluk met voeten
Vertraden, om een nietig woord,
En hoe wij daarvoor boeten.
De la Montagne.
over damesrokken of heeren-pantakma.
Vooral in de nauw® binnenstad te het nood-
zakelijk dat een bewandelen va* do trot
toir» met rij wiel o» wondt tegengegaan. Na
tuurlijk zijn er nog vele kwalen die la de
smalle straten zich erger doen gevoelen
dan op de breedte verkeerswegen mw... de
oveiheid is bedachtzaam en alles gaat ia
tempo’s.
Jammer dus dat men niet oen middeMje
tegen de muziek-eiekte heeft bedacht De
dame die zingt tracteert haar buren zonder
dat decen de gelegenheid hebben voor do
tractate te bedanken. Eeitoiük legt 4»
zangeres op meer ruimte van hui», beslag
dan waarvoor zü* «dl huur betaalt an dus
Ware wellicht de oplossing hierin te vinden
da< hy bü de uitoefening van »ün beroep
of z|jn liefhebberij buiten de muren van
zÜn woning komt, hetzü door bet verwek
ken van minder welriekende dampen of van
hinderlijke geluiden, is verplicht een
van de door hem op die wijze in beslag ge
nomen huizen mede te dragen. De gedach
te, dat muziek zou kunnen vallen onder in
richtingen die gevaar, schade of hinder kun
nen veroorzaken, ia niet geheel verwerpe
lijk.
In elk geval wordt het tijd, dat een»
ernstig overwogen wondt of er niet eenige
paal en perk gesteld kan won
beeld door het aanwtyxen van
geluidloos moeten blfyven zoodat zü
geen piano’s geen gramofoon®, geen hon
den en geen kinderen hebben, daar onge
stoord kunnen wonen. Dit denkbeeld Is al
eene rustig overwogen en het plan is al
eens geopperd om dergelüke wijken te
stichten. Daarnaast zou het gewenseht zijn
alle inrichtingen, naar een bepaalde w(jk te
verbannen zoodat daar alles geconcentreerd,
zü en niet alle wijken min of meer bedor
ven zijn. Op den duur xal er iets op ge
vonden moeten worden tenzij met het Ween-
sche voorbeeld wil volgen en na een bepaald
uur ’s avonds alle muziek, ook in woningen,
verboden Is. Daarmede is echter niet be
reikt dat over dag uren lang getoeterd, ge
tingeld en gejammerd wordt tot hhyder
van alle omwonenden.
Er was ereis... een stad waar het rustig
was en waar men geen zangen, zangeres
sen of pianisten had.
Dit sprookje zal helaas wol nooit verwe
zenlijkt worden, maar in die richting een
beetje streven kan geen kwaad.
HAGENAAR.
601MIE COÏBHF
ADVBBTBjmWBUï. Uit Grate m «mrtnkra (Mum* tot ta
1—IBM» fkM, elk» ntü mrar Vu tailtu Grate ra dra tmiiti'u
1—LH. «tt, rteit mrar /O.W. Artrartratlte la Bat Zateitenuuaar te
btfilM ra dajrtt UafdadJatelte-adTCrtntUla te Bttft na du
1NGEZONDBM RbDEDEbEingbMi 1—n«ate /LW, elke
de TOorpagim M Booger.
Gewoae ednrtaetUe ra lageeoadaa ewio riool ligu b(J eootnet tot aoer leteill,
den prij«. GrooU lettere u raadu wordaa bombed aur plutarulmto.
AdvertontUn konen wrdra lageeradra door tuaKhoekomet ru aoUado Beokkaa-
telarra, Advertratlobumau te one Agetera ra moeten doage Udr te plaatelM
au hot Bniwu iïa iegitiimm, tuiert, m tn MJn.
Een Amerikaansch blad heeft een ru
briek, die tot titel draagt: Er was ereis..,
Het is een prachtige gelegenheid om zon
der namen te noemen allerlei vriendelüke
en min-vriendelyke opmerkingen aan den
man te brengen. Natuurlijk ontgaat den le
zer in Holland daarvan veel omdat hij niet
weet waarop de sprookjesachtige mede
deel ing slaat. Echter Worden er ook dik-
v,yls wyze lessen en typische opmerkingen
in ten beste gegeven dip het leven in hot
algemeen kenschetsen. Zoo lazen wü er
dezer dagen één die voor den Haag even
raak was als voor de Amerikaansche stad.
Er was ereis een moeder, die niet dacht,
dat haar dochter muzikaal talent bezat, al
dus luidde de mededeeling. Zou er wel zoo’n
Haagsche moeder te vindeft zün, die ook
niet dacht dat haar dochter een muziek-
ster in wording was? Zou er wel één huis
zyn in de residentie waar niet één der le
den van het gezin aan de fehris musicais
lÜdt?
Er was ereis een huis waar geen piano,
geen grammofoon, geen zangeres was te
vinden... Als wy het zóó zeggen dan is het
heusch een sprookje, althans voor den Haag,
Vooral sedert de muziek zich in soorten is
gaan splitsen, de klassieker, die nog altüd
dweept met de heerlijke sentimenteele lie
deren die ons altüd aan te zoete pralines
doen denken en de moderne, waarvan het
herleefde „Sara, je rok zakt af,” het mo
dernste repertoire-stuk schijnt te zün. Van
één van beide soorten is altüd wel een vol
geling te vinden in ieder gezin. Er zün ook
huizen waarin aanbidders van beide typos
elkaar de glorie der kunst betwisten, waar
f
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
er kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt,
'ranqp per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelüks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux z(jn dagelüks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. lat 82;
Redactie Tel. 545.
J
25)
Wat zal het goed ziin als zim klei
ne vriend ook mest hem qiedewandelt.
Maar de theoloog had nog niet geant
woord.
De bezoeken vön Hans Schmied in
hel huis van den hofraad waren nog
menigvuldiger geworden. Daar was hij
®en bijna onontbeerlijke gast. De hof
raad had den knappen, opgewekten
vhjtgen jongen werkelijk lief gekre
sen. Hij zarr onder zijn leerlingen
’'een. die zich hartstochtelijker aan do
studiën overgaf, die ijveriger in zijn la
boratoria1 werkte, die handiger in de
sniftkajner weriosaam' Kas en die als me
dicus opwefckender op anderen werkte.
Openlijk verzekerde dat deze jon
geman een toekomst had. De vrouw
van den hofraad op haar beurt kende
niemand die hrfMijker eu opmerkza-
I.
De malaise, welke in de laatste jaren in
liet bedrijfsleven viel waar te nemen, vond
grootendeels hare oorzaak in eene wanver
houding, welke was ontstaan tusschen de
prjjzen op de wereldmarkt en de productie
kosten. De productiekosten hadden zich
langzamerhand aangepast aan het hooge
prysniveau gedurende de jaren 1918/20.
door verschillende oorzaken, deels gelegen
in den politieken toestand van Europa,
maar voor een veel grooter deel waarschün-
lyk in verschillende andere omstandigheden,
daalden de were^dmarktprüzen tot onge
veer de helft. Waren nu de productiekosten
ook direct in dezelfde verhouding gedaald,
dan zou de storing in het bedrijfsleven on-
getwyfeld veel minder groot zün geweest.
Het naar beneden brengen der productie
kosten gaat echter niet gemakkelü'k. Daar
over verloopt tü‘d.
Intusschen blykt uit verschillende ver
schijnselen, dat 1924 ons een belangrüken
stap verder heeft gebracht naar het econo
misch herstel. Voor een deel is dit te dan
ken aan eene daling der productiekosten ten
gevolge van loonsverlaging, verlenging van
arbeidsduur.cn economischer inrichting der
prijzen, die weer in verband staat met het
politieke herstel van Europa en de daardoor
verbeterde afzetmogelijkheid.
Van de verschynselen, waardoor de ver
betering van den economischen toestand zich
openbaart, willen wü hier een drietal noe
men. In de eerste plaats blijkt uit het de
zer dagen door het Centraal Bureau voor de
Statistiek gepubliceerde en uit tal van ont
vangen rapporten samengestelde overzicht
van den stand der arbeidsmarkt over 1924,
dat, hoezeer de toestand in verschillende
•bedrijven ook nog te wenschen ©verlaat en
het spook der werkloosheid nog rondwaart,
toch in vergelyking met het eind van het
vorige jaar de bedryvigheid overal is voor
uitgegaan.
- In dezelfde richting wüst de Statistiek
van onzen in- en uitvoer, zooals de volgen
de cüfeis, aangevende de waande van onzen
in- en uitvoer in de jaren 19201924, doen
zien.
Jaren
teek(
uen
iaiuts
lez
van
De spot van haar zusje uriefde juf
frouw Malcha maar heel virienlelijk
vroeR zij „Wa. zou ie doen, scinat,
met ik bedoel
„Met het ra.liiom? Ik zou een
..appen man koopen.”
..Kinderen, het is laat ceworden",
mevrouw en hief de tafel op.
Hans Schmied «inr opgewekt naar
huis. Dit was een zeer
avond geweest.
Natuurlijk woonde hii no? steeds bH
mevrouw Kübler Het was er zoo hui
selijk zoo gezellig, ondanks de groo-
te eenvoudigheid bijna imtter dan
In den molen Gedurende een paar
uur deed dit stil tehuis hem1 toch me
nigmaal goed, al was hii een spring
in ’t veld. En als haarpijn moest ver
dreven worden dan bewees met ikheid
goede diensten LieserlHet mehie
had gedurende de vacentie het korte
rokje afgelegd en droec er een dat
Groote Sorteering
in alle
TELEF. No. 734.
zusje, geef mui ie muliioeu en ik be
zorg je van <.cn Hedixen Va^er de
roos der ueuigd, oi laat je ais Heilige
Maiclia, in de ^eraKarakter plaatsen,
reeJs te begingen mot den volgenden
jaargang. Wat je het liUste hebt
En mevrouw maakt bui de woorden
van Makha ue stekelige opmerking
..Nu kan men eens Le^rijpeu hoe hei
geld haar oruU. als hei naai; een
woord over ue lippen perst.
De hofraad hield de losgeraakte
ton 7 zijiMJr ou «te dochter voor een
’''"ken des tijds ai liet een viuchti-
i blik, kort als een bliksemstraal,
r,,i Hans glijden.
eze zwee' en dacht het er
in de gei ecui.-.zaai tot haien spoi werd
blootgelegd. wa& zu zoo verlegen ge
worden. dat z.j aan geen »ihm> iets
gat uit angst weer zoo geweldu be
drogen te worden. En omuin zij meun
gai. had zij daarna steeds een pijni
gend geweten, üi zij tot nen ne.ioor-
de. wier weldoen niet Voortvloeit ui
een goed hart, doch uit een siecutie.
weten Soms gebeurde hel. dat jui-
Irouw Maleha de baiMbiljeucui reeds
in de hand nad. oiiv daarmede iets
goeds te doen, maar ze toch weer in
de portefeuille legde, een gelegenheid
afwachtend om er iets beters mede te
doen. Bovendien kwelde haar de zor
gen hoe het kapitaal het beste te be
leggen. zoodat het T beet rendeerde.
Want ook dat beschouwde zii als haar
plicht. Wie geld1 heeft, moet trachten
hut e vermeerderen. Geld is immers
een leveud iets, anders zou het niet
voor iemand kunnen werken en Le
vende wezens vermenigvuldigen zich,
men moet ze verzorgen.
Eens na liet souper, toen Hans
Schmied1 nog alleen in den familie
kring was, werd er over geldzaken
gesproken. Toen verbrak Maleha heel
onverwacht haar stilzwijgen en zeide.
met bescheiden fluisterende s em, of
er. ten opzichte van de deugd onder
scheid was of men dadelijk ten alge-
meene nutte het geld uitgaf, dan
het met verstand liet aangroeien,
later dubbel en drievoudig daarmede
iets nuttigs te kunnen doen.
Men keek op. men zag de spreek
ster aan en Evelina rien vroolijk
..Hemel. Maleha wil deugdzaam wor
den en is noc niet eens dertig Lief
tot de enkels reikte en dia gekuurd
was met roodv bloemetjes.
„Moet ik nu u tegen te zeggen
of mag ik nog je egen u zeggen
Alle drie hadden bij zijn vraag gela
chen mevrouw Kubler pareer_.e ze
handig „Ik geloof, mijiB ieer Schmied
dat u nog nooit je tegen haar gezegd
nebl. Het wa; dikwijls gebeurd, maar
hij wist nu. hoe hii zich voorman had
te gedragen.
1 e bediening van den student had
mevrouw Kübkr nu veheel op zich
genomen, waartegen het meisie eerst
tegenwerpingen had gemaakt, daat xii
nu todi groot en sterk genoeg was om
dew huiselijke beeigheden te verrich
ten. Spoedig zeide zii er echter niets
meer van. Maar als Hans hoofdpijn of
tandpijn had. dan wenadtle hii. dat
Liesje koude cmulagen maakte of pap
pen van lijnzaad en toen zii hem eens
bij een keelontsteking spinnenwebben
om den hals legde, vent hii het ook
goed. Zulke middeen hielpen hem
beter dan die. welke zijn medische
boeken voorschreven. Liesie kon niet
zoo geestig babbelen als Evelina van
den aofraad zii was ook niet wo
stil als de zwarte Maleha.
Zii was nu eenmaal een goedhar'i-
?0 meid, die noiit uitgelaten en nooit
huilerig was en dl© alleen sentimen
teel werd, als ïii te Het Lied van de
Klok van Schiller i?t» las van: ..blo-,
end volst hit haar sehre’en” en van
teer verlangen, liafotiik hooen
Maar zii had v^r teaa i nl t ve<
sedert ril voor een linnenwinkel
(Wordt vervolgd).
nier was dun de neer bohma-d, die
zien ook bil feesten a»r-icneielijK
nuu kte als ceremoniemeester. JufLvU.v
Evelina wist niemand, met wien het
vroolijker was on» te babbelen ui te
ledetwisten dan mijnheer Hans, zooals
zii hem reeds noemde niemand, die
in sonemige gevallen zoo weinig wis.
en zich zoo dansbaar door haar Lieu
onderwijzen. Wei is waar maar oat
wist de julfrouw nu weer niet wuu
er ook niemand, die zich achter tiaar
rug zoo vroolijk maakt over jufirouw
Neuswijsipandtner. En eindelijk jui-
frouw Maleha. Die kende indengruo-
ten kring van huisvrienden niemand,
die haar stillen rouw zoo respecteer
de als de student te de mediciinen
Schmied. Zii was niet meer bedroefd,
omdat haar moeder was gestorven. £ij
was sinds dien tijd reeds lang de
vrooiijke jeugd ingegroeid zii was
niet meer treurig om wat destijd* over
haar kindsheid was gekomen. Al het
leed der wees was overwonnen Haar
zwaarmoedigheid had oorzaken, die zii
eigenftijk zelf niet kende. Misschien
was het ’t groot vermogen, waarmede
ze belast was. dat zii niet mocht weg
werpen en waarvan zii niet kon. ge
nieten. Zii leed onder het besef der
plichten, welke haar met het vermo
gen waren opgelegd. Zii had steeds
liet voornemen weldadig te zijn, maar
zii wist niet goed hoe Sedert zii de
klachten had geloofd van een bede
lende opliohtster over haar negen kin
deren en haar gestorven man. dien
zii niet kon laten begraven en wie zii
in de eerste ontroeriir< duizend gul
den had gegeven, terwiil later de zaak
Zaterdagsavonds de grammofoon tot in het
oneindige stept en twoetept, gedurende
welke bezigheid de klassieke aanbidster be
zig is weg te smelten in de onvervalachte
mengeling van bergen symphondeën en
waar Zondagsavonds ais de volgelfa^en
van. den nieuwen muziek-cultus in één der
propvolle zalen hun dajw-geneugten ander
maal botvieren d® drie beroemde B’a,
Bach, Brahms en Beethoven geadoreerd
worden.
Wy stellen ons in dezen liamioniachen
atrüd geen partü, doch conatateeren alleen
dat den Haag op dit gebied een voortdu
rend slagveld is. Niemand of hü onder
vindt in meer of minder mate overlast van
de muzikale bevliegingen, hetaij dat Ȇn
buren aangepast zün door den klassieker,
hetzü door de moderne febris. Het kan ook
nog zün dat de vier-voetige huisdieren deel-
nemejt aan het orkest, hetay zelfstandig in
hun blaf- en miauw-aria’s, hetaü omdat zü
tegen de heusehe muziek niet bestand >ün.
Ons kwam het verhaal ter oore van iemand
die het onuitsprekelüke voorrecht had nieu
we en nogal liefst muzikale buren te krij
gen. De hond des buurs was echter óf mu
zikaal zoodat hü daarin roeping gevoelde
te gaan janken als het klavier werd be
handeld óf niet muzikaal genoeg om te be-
grüpen, dat hy deze oneerlijke concurren
tie niet mocht aanbinden.
Hoe het zü, het lükt ons toch noodzake-
lyl^ dat eens ernstig overwogen wordt wat
er tegen te hevige aanvallen van de febris-
musicalis gedaan kan worden. Zou het niet
mogelük zün een rükskeuring in te steWen
voor de aspirant-kunst-beoefenaars? Zou
den de wetenschapemenschen niet eens op
zoek kunnen gaan naar een serum tegen
aanvallen van deze ziekte, die meer voor
de omstanders en inwoners dan voor de
lyders zelf hinderlüke en noodlottige ge
volgen kan hebben?
Dezer dagen verschenen juist weer eelti
ge nieuwe bepalingen van orde op de
straat. Er zün een paar bü die niet mis
plaatst zün.
Eindelijk wordt eens een eerste begin
gemaakt met het optreden, tegen de hon
denplaag op straat. Het voorstel luidt te
bepalen, dat het dagelijksch bestuur der
gemeente kan aanwyzen In wedke stmten
het verboden zal zyn dat honden losloopen.
Men had het eenvoudiger kunnen doen en
voorstellen dat honden nooit mogen losloo-
pen maar overheidsbemoeiing is bedacht
zaam en dus gaat het in tempo’s.
De andere bepaling houdt het verbod in
om fietsen op de trottoirs te rijden. Het
een eigenaardige gewoonte van fietsrijders
om, als zü niet op de fiets zitten, deze
mede te nemen op de voetpaden. Waar nu
groote breedte voor het voetpad aanwezig
is, is dit geen bezwaar, maar men doet het
ook op de allersmalste trottoirs en het ge
volg is dat men met de trapper langs de
wandelaars raakt en dat met de vuile wiel
banden even een „haal’* wordt gegeven
lm: