(I au 4 Zooi n It. d NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN hEBGAMBACHT. berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, NIEU WEB KERK OUDERKERKOUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, 8T0LWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en*. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen ir FKUILLETOI. Gouda DE TWEE HANDEN go, IS824 Zaterdag 18 April 1828 88* Jaargang meer /OJM. Op >b- (Wordt vervotad) met Zondagsblad looper geschiedt J. DE MOL EN ZOON Tvrl.arkt 74 - Tal. 411 - Saada limi- m BiiuUiiÉiii Mar bmsi. heut gevestigd. Wij hopen nu, je eens spoedig weer bij ons te zien, hetgeen i vriendin '.PANDTNER groeten." van dokter (Nadruk verboden). Een roman uit onzen tijd. Uit het Duitech van PETER ROSEGGER. Bewerkt door ■v. RO9SÜM. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCC LX. Over de Paaschdagen hebben we niet te klagen. Het had nog wel beter kunnen zyn de Zaterdag gaf een belofte dat het heel goed zou zyn, het wu toch redelik. Alles hangt natuurlijk aan het weer en in de middagen was dat goed. Vooral de tweede dag deed ïjjn best en het mkldagizonnetje droogde op wat de ochtend te veel aan hemel-vocht had ge\ bracht. Zoo'n tweede Zondagje is voor dui zenden een dag van uitgaan. Het krioelt in den Haag van naburen uit de dorpen en steden in den omtrek. Het Westland komt in drommen opzetten en een deel van de Hagenaars trekt naar het Noorden, naar de HELPEN. „Velen, die hun vrienden hun bloed en hun leven aanbieden, dat dezen niet noodig hebben, weigeren hun het geld, dat ze wel noodig hebben", las ik onlangs. De woorden teekenen ongetwijfeld de geringe hulpvaar digheid, het groote tekort aan naastenlief de bij de meesten onzer en daarnaast ook de weinige opofferingsgezindheid en het bru tale egoïsme, dat ons beheerscht. Dat aan bod van eigen bloed en leven is natuurlek maar een rhetorische figuur. Maar afge- zien dan van de gevallen, waarin zjj niets zegt en dus louter figuur blijft, ligt er veelal een bereidwilligheid om te helpen in uitgedrukt, maar een zeer eng-begrensde bereidwilligheid. Toen Jezus den rijken jongeling de voor waarde stelde, dat hij zijn, goed zou verkoo- pen en de opbrengst onder de armen ver doelen en dan volgen, hield dit niet aller eerst den wensch van Jezus in, dat de jon geling arm en beroofd zou volgen, sprak er. zich niet de afkeer tegen rijkdom in uit, maar beteekende het, dat Jezus eerst het offer eischte van wat hem, den rijken jongeling, het liefste was, voor hij hem als een van zijn volgelingen kon accepteeren. De eisch bleek te zwaar. „En hij ging be droefd heen, want hij had vele goederen". Zoo gaan de meesten onzer pok heen, maar niet eens bedroefd, wanneer hun het offer m hun geld gevraagd wordt. Bloed en le ven bij manier van spreken, maar niet hun geld hebben ze aan te bieden. Want ook hun is, evenals den rijken jongeling, het geld het liefst. En dit liefste kunnen ze niet afstaan, niet eens een deel ervan. Dat teekent hun gebrek aan naastenliefde en op offeringen. En dit gebrek maakt het hun feitelijk onmogelijk bloed en leven, dat ze aanbieden, maar dat niemand behoeft, te offeren, maakt het hun onmogeljjk te hel pen. Want hulp is datgene voor iemand doen, hem datgene te geven, wat hij noodig heeft, niet dat, wat wij te missen hebben en wat we wel doen willen. Er zjjn toch betrekkeljjk maar weinig menschen, die door den nood van anderen, wanneet ze dien werkelijk zien, geheel on bewogen blijven. Bij verreweg de meeaten spreekt wel een zeker medegevoel, een ze ker medelijden. Het is ongetwijfeld de eer ste onontbeerlijke voorwaarde voor goede hulp. Maar van daar tot die hulp is niette min nog een lapge weg. Er zijn ookZnenschen, die helpen, beter gezegd aan anderen, aan hulpbehoevenden, Hagenaars op hun beurt loopen weer uit naar andere oorden. Wassenaar en zyn dui nen zijn het zeer geliefkoosd oord, sedert de tram en de busaen daarheen rijden. Toen vroeger één armzalig busje reed, ging nie mand omdat er nooit plaats wa*. Nu er alle gelegenheid ia, stroomt het er heen. Wel een bewija dat goede verbindingen van self rendeeren als ze maar goed zjjn. Het ia M verheugend verachijaMl, dat men hoe lan ger hoe meer op dagwi als deze de stad ont vlucht. Het kostbare bezit van do «e en het strand en de duinen schijnt nooit gewaar deerd te zyn. 'kien, v^iusn jaar geladen was het er altyd verlaten, «Uf* op de mooiste Zondageh in den zomer. Thana ie dat anders. De overheid alleen schynt dat nog met fcaed te Mgr gp<.n. Die uoet nog maar mets dan tegenweiken, hot ia waar dat het bezoexenu publiek weinig eerbied heeft voor het natuurschoon en met mee werkt om het goede te behouden. Nog altijd is het een plaag dat eeuwige ravotten on vertrappen van de aanplantingen in de dui nen, maar er was misschien wel ieU anders aan te doen dan een algemeen afslui ten, geljjk thans geschiedt. Er zyn ai eenige wegen aangelegd en de belangrijkste punten die met het oog op de zeewering intact moeten blijven, zyn omrasterd, doch er te nog gsen plaat» aangewezen waar men wel mag vertoeven. Dat nu zou wel mogelijk zijn ai* men zich er toe zette om een op- loaeing te vinden. Het belang der gezond heid is hier zóó overwegend groot, dat men er veel voor op sjj moet zetten. Waar die vrij plotselinge ommekeer door ontstaan ia, is met precies te zeggen, maar vaststaat dat thans duizenden en tienduizenden het als hun grootste uitspanning beschouwen om Vui Hoek van Holland tot aan den Helder krioelt het zomers van de tenten en alleen in den Haag zoeken veertig h vijftig düf- zend menschen de zee op om daar de frte- scbe lucht te happen die in de stall zeker niet te vinden is. Het sterftecijfer is ia den Haag vrijwel het laagste van geheel Ne derland; en die er een oordeel over kunnen vormen, verklaren alle dat dit voor een goed deel het gevolg is van de «serene voordeelen, die de nabijheid van de zee geeft. Van enorm veel beteekenis is de fiets ge worden, want het wandelen moge nog zoo veel bekoring hebben, het heeft dit tegen, dat het het veld voor uitspanning te klein houdt De fiets maakt verre tochten moge lijk en vergroot dus het terrein dat men van huis uit kan afjagen op zijn tochten. Van daar dan ook dat de rüwielbeïasting één de» in den regel doen zij het meest, die het minst spreken. ten rijden moet je ze.! kunnen 1 Je Heeft het mij terug, als je het hebt. Er wordt niets geschonken.” Tweeka mers bleven ongemeubeld en. als Hans hierin dikwijls heen en weer liep viel liet hem in. hoe dom het was, dat hij juist deee woning had gekozen. waar zij vroeger bij hem was geweest. Maar juist dezèz smart wilde bij tot zijn makker hebben. Juist ais zijn moeie- lijke uren kwameti. dan nam hij zich voor, in deze woning ’n ander meuseh voor, in deze woning een ander meiweh te worden Armendokter! Hel is hier het armeiuiskwarlter zij zul len komen en op zekeren dag zal Lieaerl in zijn wachtkamer zitten. Ein delijk moest zij toch vernemen, dat hij de dochter van den hofraad niet had getrouwd, dat hii slechts op haar wachtte. In eik geval moest het haar, als er een God was en hij ver moedde het nu bijna hoexiaii ook en waar ook ten goede komen, wat hij de armen deed. Hii was zich zijn edele stemmin'’ bewust, maar werd er niet bovenmatig meer door geroerd omdat hij eindelijk begon de belache lijke ijdelheid er van in te zien. De derste post in de nieuwe wo ning bracht een geparfumeerd billet- doux. Welk een begeerigheid, Hans, welk een begeerigheid I Je verscheurt met de enveloppe ook het briefje! Zoo haastig scheurde hii het open Een groote verrassing De blauwe inkt sprak..Lieve vriend ‘Met leedwezen hoorde ik. dat je nog lang ziek waart, met dm te meer genoegen verneem ik uit de courant van vandaag dat ja weer B J P- WESSELINK— ol) - GOI BSCHE COURANT. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent fu kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging pér Abonnementen gorden dagelijks aangenomen aan ons Bureau; MARKT SI, GOUDA, bij oaze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zgn dagelijks geopend van 9—4 uur. Administratie TeL Int 82; Redactie TaL 546. dat A van hem gevraagd zou worden, ver schrikte hem. En hjj'ging al» de ryke jonge ling, misschien ook wel bedroefd, heen, want hy had vele goederen. Maar als hem, gaat het zoo menigeen. Wy zouden wel willen helpen, bloed en leven, willen we aanbieden, maar niet dat eene, dat juist noodig is en ons het offer kost van wat ons lief is. Zoo blijven we vaak, de hand al halverwege uitgestoken, staan en grijpen niet toe. En doen we het soms na aarzeling en strijd, dan is het óf te laat óf onder voorwtarden, die aan de hulp haar groote waarde en draagkracht ontneipen, óf op een wyee, die de moreele waaide ervan verkleint of vernietigd. Wy helpen zoo graag op onze manier, maar we moeten het doeo op de manier van hem, die de hulp ndodig heeft. Want helpen is niet iets doei^ voor een ander, maar dat doen, wat hij noodig heeft Dat maakt juist veelal het offqr zoo zwaar. En kunnen we ons zelf en ons egoïsme zoo ver overwinnen, dat we dat offer willen bren gen, dan willen we het, gewoonlijk al» een offer ertcena zien. Dat ontneemt aan onze daad maar al te vaak haar moreele waarde. „Geef; maar spaar, zoo go kunt, den arme de schande van de hand te moeten uitstrek ken.” Die regel geldt niot alleen voor het gewen van aalmoezen, maar voor het bren gen van alle hulp. En het voldoen daaraan kost ons gewoonlijk een nieuw offer, dat onze eerzucht, onze ijdelheid brengen moet. Maar we zullen ertoe in staat zijn, wanneer we one weten te verphuAsén in'den toe stand van hem, die onze hulp noodig heeft. Daar hangt ten slotte alles van af, of onze naastenliefde sterk genoeg en onze eigenliefde zwak genoeg is. We zullen kun nen helpen en goed en doelmatig helpen, wanneer we onzen naasten liefhebben als ons zelven. Zoo alleen zullen we het mede lijden voelen en sterk genoeg zijn om de offers te brengen, die alle ware hulp van ons vraagt. K. Eenddapg ergerde bij zich over zijn *®^®»teliteit Een golf van de ver- overoa gezondheid woei op. .„been treuren om het dorre loof!’’ ïwp hij luid en Kaf ^èt bladerenta- “i*1 840,1 een sla*f’ dat het „Er groeit daarna weer nieuw WbMette.” Zender gelnk en Mater ster. Op zeMbren dag in den vroegen 7lnter, stonden onze beide Hansen in courant. In bet advertentiegedeel- &»<jDN»iHk groote letters Dr Hans Schmied. Arte, heeft rite spreek uur m de Siebettrternstraat No. 18, tteRolijks van 9 tot 11 uur des voor- “wndags en van 8 tot 4 uur 's mid- voor armen koetetooa.” En onder de gemengde berichten «ond da kleina „De kortgeleden tot Matoor van Stahlhöfeo benoemde ion- w sewteUfce. de heer Ham SdamM. bollan-veideD, die jaarlijks een groote at tractie zyn. Men behoeft maar even op de wegen naar Schavelingen te komen om te zien wat een zomftrling mengel moes van publiek of er op de been is. Het fietsend publiek is geheel anders dun op de Zonda gen, aangezien ook dat deel der bevolking thans op de been, in dit geval op de fiets is, dat op zondagen niet pleegt te konwn op de wegen des wereidschen vermaak». De beheveningsche bevolking trekt voor een deel naar de „stad", geipk het oude deel van den Haag m den Hcheveningachen volksmond pleegt te heeten. De vrouwen zijn in haii-gaia: zy dragen niet den aller minste kap en het schort is slechte van ka toen. urootrgaia bestaat in de gouden ijzer*, den fraai-gtkanlon muts en het zijden schort. Het „spoortje" aldus heet In Soheve- mngen de stoomtram van den boulevard naar station h. S. 'M. heeft het druk, want de taiiooze paartjwt nemen er in plaats om stadwaarts te trefckeit. De terugtocht heelt meestal te voet j^laate, ianm den i stad, aebeura er een goeden een ieer oude meestal „ouden weg aangezien id is geledigd in de café’# di dag van maken. Het schip traditie te zijn, dat de Scheveningers op Faschen een voorjaarsbezoek aan de resi dentie brengen, gelyk in vroeger jaren de Hagenaars wel op contravisite gingen met Pihksteren. Dan was het kermis op het strand, den derden Pinksterdag waarna den volgenden dag de visschersscnepen ult- votren. Die kermis is vervallen en het con- trabezoek dus ook, rn^ar de Scheveningers houden aan hun traditie vast en velen her nieuwen de visite nu op de Pinksterdagen. Het is een eigenaardig verschijnsel, dat die oude gewoonten onuitroeibaar zyn, niette genstaande het oude dorp Scheveningen zoo dicht by Den Haag ligt en dus den invloed daarvan niet kan ontgaan. Eigenlyk i» er van het oude dorp niet veel over; achter eenvolgens zyn de oudste gedeelten uit tal- looze hofjes bestaande, gesloopt en zelfs de teerbeminde Keizerstraat heeft *1 het groot ste deel van haar oude karakter verloren, een dag aan zee*door te brengen. Vele van de oude gdieltje» zijn gemoder niseerd; de echte ouderwetsche winkeltjes zijn verdwenen en filialen van groote zaken hebben de kleine handelaars het leven ón mogelijk gemaakt. „Heemschut" heeft hier geen- taak gehad, want artistiek was het bouwwerk er allerminst. Daarvoor is Sche- veningen altijd te arm geweest en te slecht financier. De oude kerk i* het eemge ge bouw, dat uit vele eeuwen is overgebleven en het heeft geen schoonheidswaarde. Om op de Paaschdagen terug te komen: de trek naar het strand was ook zeer sterk. Vele ververschings-gelegenheden hadden zich op een paar drukke dagen voorbereid en zij zullen wel een goeden slag hebben geslagen, al had het natuurlijk nog beter ge kund. Het is zoo merkwaardig, dat op dezen dag de meerderheid der bezoekers vreemde lingen zijn, d. w. z. nlet-Hagenaars, want de i eoMtetem (hehaor—ds tot dea li*a»rgkil<): fOM. Vaa taitaa Gouda «a tea baaoïgfcring: 0.80. Ateartontifa ia het Zate advwtentüa te helft van ten 1GEN: 1—4 r*cnte ƒ2.06, elke LMt nummer beataat jit twee Waden. EËRffTE BLAD. die om zijn nauwgezetheid bij rijn herderlijke plichten, zoowel als zijn menechenlielde, bii rijn gemeente zeer geliefd is. zal zich binnen kort w« gens een k^rkeliike overtreding hel ben te verantwoorden." „Wat I" zeide dokter Schmied, toen hij deze aankondiging had gelezen, ..de kleine heef, de kerkelijke wetten overtreden Wat heb ie dan gedaan?' Lang hield hii rich in pedaohten be zig met den vroegeren vriend zijner jeugd. Nauwgezetheid in rijn kerkelij- ke plichten en kerkelijke overtreding? Deze tegenspraak geeft te denken. Waarschijnlijk heb je je op een Vrij dag eens een worst gegund. Anders kan ik me van jou niete denken. Maar wat voor een praatje was er inSchla- geifel -rondgegaan Men kon niet an ders te weten komen, dan wat de Kaïull had. gezegd „Geestelijke had hii niet moeten worden I” Al te lang kon hij .rijn gedachten nie? bii den vriend rijner jeugd bepa len. Hij had zorgen. En hii was het, zorgen nog niet gewoon, nadat ren het steeds voor hem luidden flL dtep. Wanneer rijn advertentie re«< den\persten dag had gewerkt. znudW de patiënten op No. 13 in die &eb£j sternstraat noch een dokter. nodvcW spreekkamer hebbent gevonden. Pas tegen den avond kwam de meubelwa gen met ouden romusel. en daar ach ter de dokter met een ouden knecht, om zich in te richten in de vertrek ken. waar hii acht setneatera had ae- woond. Het begin maakte de Knull hem mngelijk volgens de spreuk van Btenerck :<.Te paard wil Ik je «et- verheuRen zal je toegenegmi MALCHA WEllfcl Papa en Mama laten je Nu dmzèlde hel hoofd t Hans Sdunied. Zij hebben mij verge ven Wel, dat ia kostelijk, nu zijn rij in het geheel niet boos op roii Waar om zou zij ook Hij was teruggetre den omdat hii ztek was. omdat hij verplichtingen had. Daar is ten slotte niets tegen.te zegf’en Maa^ er nu weer heen ’gaan Daarover moest hij toch nog eens denken. Hel overleg voerde tot liet besluit i^gen" een bezoek. Den volgenden dag werd er weer eens gebeld. Altijd iets anders. Wie stond daar zeer beleefd? De heer IZebkindl. Hij maakte rijn veront schuldiging dat hij juist op het spreek uur moest storen. „Maar ik vraag u. waarneer anders Een dokter, die het zoo druk heeft I" Liebkindl. de bankier, was een eenigsriiw kort, gezet, blond heer, zeer net. maar zoo biiriende. dat hij ondanks zijn fonkelend lorgnet^n om- dat de dokter eeni^rins. vreenra deed eerst nou iwrM vragen „Ik heb toch wel de eer met dokter von Schmied te spreken Deze liet hem de ka mer buuiengaan en bood hem een rieten stoel aan. Maar de heer Lieb kindl bleef staan „Zoo iets te altiid pijnlijk, dokter.” „Wel.” zeide deze, „u wilt aeker uw freld hebben.” „Geloof «iet. dokter dat umeteoa aan armen, aan zieken geven, zonder «la; die voorwaarde by hen vervuld :s. Zy voelen zich niet door innerlyke ontferming bewo gen en steken dan de hand der hulp uit. Maar zy steken als ’t ware automatisch die hand uit. Zy helpen uit een soort phchtsge- \oel, van uit de overtuiging uf soms ook vanuit het dogma, dat helpen em pocht en een noodzakelijkheid is. De meeste van de publiek bekende filantropen behooien tot uit soort. Hun werk heeft ongetwijfeld waarde in zooverre het hun medemen>chen veel leed en zorg en Kommer kan besparen. Maar het mist niettemin, wanneer het al leen automatisch en plichtmatig gedaan wordt, die schoonste trek der menschel yk- heid, die aan weldoen vooral zjjn moreele waarde geeft, het innig medegevoel met den lijdenden den hulpvaardigen mensch, het medelijden met den broeder, die gebrek !ydt, gebrek niet altijd in finantieelen- of materieelen zin, maar ook gebrek aan lief de, aan licht, aan warmte, aan steun. Het mist de innerlijke ontferming, waarmee Jeaus, de scharen ziende, bewogen werd, en die het helpen en het weldoen tot een zaak niet van het verstand, maar van het hart maakt. En het mist bovendien nog zoo heel vaak de opoffering. Want nietwaar? het medelijden is niet voldoende. Hoe menigeen steekt, door deze innerlyke ontferming bewogen, reeds de hand uit, maar trekt die op het laatste oogenblik nog terug, omdat het egoïsme zijn stem verheft en hem wijst op het of fer, dat hy zal moeten brengen. Dan biedt hü wel bloed en leven, maar het geld, de zorg, de liefde, de steun, die noodig zijn, biedt hy niet. Dat wil zegden, hy wil wel wat doen, maar hü wil met dat doen, wat noodig is en wat alleen helpen kan, omdat het hem een offer kost, een werkelijk zwaar offer. Ik weet van iemand, die, toen hy van den nood van een kennis hoorde, spon taan het huis uitliep en op de tram sprong naar het station, maar in het station niet den trein nam naar den in nood verkeeren den kennis, maar de tram terug naar huis, en die verder den bedreigden kennis zelfs iriEtgeen woord te hulp kwam. Die man was ook voor het offer teruggedeinsd. Het me delijden had sterk genoeg gesproken, want het was geen man met een bizonder ontvan kelijk gemoed, niet een, wiens impulsieve natuur en onevenwichtigheid hem gemakke- lyk van het eene besluit naar het andere dreef, maar een, die placht te overwegen en wiens aard hem met spontaan dreef naar lijdende medemenschen. Alleen door den sterken drang van dit medelijden was hy het huis uitgedreven. Maar uit zyn eigen ego ïsme kon het hem niet uitdrijven. Heft offer ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda 1—6 r«gri* f 140, elke ngri meer 1—6 ngeto flM, elke rage! meer fi bijslag op te* prjja. LieftW' INGEZONDEN MEDEDE1 da voorpagina 60 hoog»». Gownoa advartanÜMn «o ingasoaten modadaalingon m ooterael tot aaer fahunr de* prijs. Groot» letter* en randen worden barakand naar plaatsruimte. Advertentiün kunnen worden ingezonden teor tuaaehenkomat vaa soUada Boekhan delaren, Advertentiebureau! en onze Agente* e* moeten daags vóór te plartaiag het Bureau zün iagetooman, teneinde van opnam* varsekand to sty*. Shvlock te doe» iieol. Wat helpt het. of Ik «old verlang, ate u het utet heeft l Uw huwelijk te ateenprouRea. u rijt riek en wet er smalietjet» uit Dokter, dan moet een christen harm- hartig rijn. U bent paa met een prak tijk begonnen. mei> moet u tijd laten, tot dat u kunt verdienen, ik vertrouw on u.” Hij testte langs rijn kleeren en piel de punten van rijn taarten voorzichtig op den grond. „Pardon ik heb mi in lorgnet verloren. Ik ben een halt blind man Zoudt u «oo vriénde lijk willen rijn?" De dokter vond bet verlorene, het was aan de knoop van de mouw blij ven hangen Terwijl hii de lorgnet op rijn neu» aette. wide Liebkindl ge- moedelijk „Wanneer Ik mijn lorgnet verloren heb. dap rie ik niets en kan ik niet» zoeken En ate het op mijn neus rit. dan sou ik kunnen zoeken, maar ik heb het nief verloren, te het met u anders, mijnheer? Indien u geen geld heeft, dan moeMk beproe ven liet te Irriigen en aterti het heeft, «kin kan ik het er on yten laten ko men Daarom, alleen een kleine goed- heid. Uw geachte ondertekening.” Het stuk waa al uit den iaszak en geheel ih onte. „IMkter vtirrJletilte rirti tot zeven honderd gulden nset twaalf procent rente." Maar twaalf’, dadrt <to dokter ver wonderd- „Nu. onderteekenen ko»t nieta Of ik aal beteten. weet ik na tuurlijk niet. 1048 201

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1925 | | pagina 1