bladen
cckbatk B
Pillen
gen
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, goitderak, haastrecht. moordrecht, moercapelle, nieu
WERKERK OUDERKERKOUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
No. f5870
i
a (Gron.)
OTTERDAM
1 r 1 jjjy
NT
Zaterdag 13 Juni I82B85» Jaargang
EERSTE BLAD.
Zelfonderzoek.
Jit nummer bestaat uit twee bladen.
dit
>n.
een
de
10M 188
PROTECTIE.
Mr. K.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
►beer ze maar
dan geschiedt
HAGENAAR.
be-
MODEPKAATJE.
FEUILLETOO.
11
:a«
sarskoert)
r jaar.
(Wordt vervolgd)
EN GEBOLFDE
I - LEIEN
en aambeien
2.Wonnen
Hulp van menschen is een looze muur;
wie er tegen leunt, valt er mee omver.
>ging
in de
tering, gebrek
heid, duizelig-
J. Toch zijn
ad, kuipen,
petroiéum,
a. houtwerk.
De geheimzinnige verdwijning
van ROBERT GRELL.
door
FRANK FROEST
°ud-dief der Recherche, Scotland Yard
(Geautoriseerde vertaling).
Nadruk Verboden.
kunnen dat ipeestal ook niet.
er al in slagen ons wezen als ’t ware
een afstand te houden, dan belemmert
omstandigheid dat er
ABONNEMENTSPRIJS:
per kwartaal 2.90, per
Franco per post per kwa.
Abonnementen worden
hij onze ageüicü vu ivwpcrs, uen ooeiuuu
Onze bureaux zjjn dagelijks geopend
Redactie Tel. 545.
die er onder de vlsscherabevolking uit hoof
de van haar beroep placht te bestaan, vond
in dit wonen in groepjes een typische
uiting. Jammer alleen, dat het systeem zoo
vele hygiënische bezwaren had en op dien
grond gedoemd was, geheel gewijzigd te
worden. Dikwijls stonden de woningen zoo
dicht op elkaar, dat het licht haast niet kon
binnenvallen. Nu hulden de meeste hofje”
een „plaats", die als algemeen terrein.
vooral door de kinderen werd gebruikt als
speelterrein. In de zomermaanden, wanneer
het in de huisjes ondragelijk warm werd,
gebeurde het dikwijls, dat 's avonds de ma
trassen naar buiten werden gehaald en men
in de open lucht sliep.
In de nieuwerwetache hofjes, gelijk men
die o.a. nabij <1* Zeesluis, kan bewonderen
en die terecht de bewondering, ook van
buitenlandsche bouwkundigen hebben ge
wekt heeft men vóór alles gecorgd, dat
er ruimte is, zoodat zon en frissche lucht in'
de woningen kunnen doordringen. Het heeft
wel eenifie moeite gekost om de Schevenln-
gers uit hun oude hofjes weg te halen, en
over te planten naar de nieuwe. Men was
gehecht, ook aan het slechte. Achtereenvol
gens zijn de oude hofjes gesloopt en er is
reeds een geslacht opgegroeid, dat de oude
niet meer gekend heeft, zoodat het beswaar,
dat zoovele oer-ScheveningOrs tegen het
nieuwe hadden .is uitgestorven. De eischen
van hygiëne, waaraan de nieuwe bouw vol
doet, zijn zee: hoog en het is haast onbe
grijpelijk, hte de oude krotten zoo lang
konden beMaan. Daarin was geen gas of
electrisch licht, geen waterleiding, geen rio-
leering, en het ergste was, dat het ook niet
mcgel(jk was, die er in aan te brengen,
wilde men bij het graven in den grond niet
het gevaar loopen, dat de huisjes inzakten.
Waarlijk, in dat opzicht is veel gedaan.
Hoe steekt daarbij af de achteruitgang in
de miudenstandswoningen, die kleine’*, be-
k rompener en veel duurder zijn geworden.
In dit opzicht is er een verslechtering, die
niet gering is. Maar daarover een volgenden
keer.
deugden en ondeugden en gebreken ook
gewoonlijk wel een verklaring bestaat, die
w(j beter dan anderen kenpen.
Badseizoen.
Nu door het schitterende zomerweder, de
seizoenen op eens vervroegd zijn, nu is
het, vóór de algemeene vacantiêdrukte, goed
toeven aan de stranden onzer Noordzee.
Mag men de krant gelooven, dan zijn de
„baigneuses" verre in de meerderheid, dan
wedijveren ze met de heeren baders, wie wel
het veelvoudigst, het langst en het sierlijkst
m „Zeer
hoofdknik
J. DE MOL EN ZOON
Tarfairkt 71 T»l. 411 BmMi
luni- u IiihUnüii
■■■r maat.
zoo
hoorde elk district wat er in de an
dere gebeurde. Een pooajo zat de* chef
zwijgend te luisteren. Ten slotte zet
hij met zijn zachte sten»
De man Ivan, wiens signalement
de ronae heeft gedaan, mag nu n.et
gemoiketeerd worden. Zegt uw man
nen, dat ze hem met rust mopten la
ten als ze hem ontmoeten.
Er was een diep koor van
goed mijnheer" en met een L.
verliet Fopje de kamer.
Hij bleef staan om in het adminis-
fratietaantoor eenige inlichtingen te
vragen en den gang doorgaande, sloot
hij een deur open en drukte op een
schel.
In minder dan een half uur kwam
een werkman, met een manchester
broek boven de knieën vastgebonden,
onvast uit het bureau voor „Verloren
Voorwerpen" waggelen en ging naar
Whitehall. Slordig, woest haar, een
woeete snor en een baard van een
paar dagen om zijn kin, waren detai n
die een onderzoek konden doorstaan
Heldon Foyle gebruikte zelden een
vermomming, maar als hij het deed,
zorgde hij wel dat allee in de puis
tjes was. Haar en snor waren de rij-
18) -
Precies, vjei die hoofdinepeeteur
hem in de rede.
Nog eenig resultaat van het aan
bod van belooning voor Goldenfrurg
Een glans van pret kwam1 in de
oogen van Heldon Foyle.
Ja. Hij is door verechillende men-
sotien binnen den tijd van twee uren
in Glasgow. Southampton. Gloucester.
Cherbourg, Plymouth en Cardiff ge
zien. Onze informaties op dat punt
helpen ons niet veel. Het spreekt van
zeK dat wij de plaatseiijke politie
*‘aar in elk geval een onderzoek heb
ban laten instellen, maar He vermoed
d®t ze niet veel succes zullen hebben.
"tar het houdt ze in elk geval aan
genaam bezig.
Het verdere gesprek werd belet
aoor een nbodzakelijke conferentie In
„ionny Smith" zou binnenkort uit de
gevangenis komen Mike O'Brien had
weer vrede gesloten met „Yid” Pos
ter, en als die samen werkten....
Zoo ging het gesprek voort en
spaak loepen en het eenige middel o»n
te redden is opheffing der Huurwetten, dun
kunnen de bewoners van deze huizen nog
eens even geknepen wonden. Wie voor den
oorlog vierhonderd gulden huur betaalde,
betaalt nu minstens zeshonderd. Wondt de
iem der huurwetten opgeheven, dan wordt
het stellig achthonderd. Men komt dan te
>taan voor de keus, óf dit te betalen óf te
trekken naar de prullige woningen, die In
de laatste jaren gebouwd zjjn en waarvan
er inderdaad vele leeg staan, omdat zij
sdiandeljjk duur en hoogst gebrekkig van
ndeeling zijn. Dat leeg staan van die hui
zen is voor de hypotheekhouders ook een
revaarljjk ding, want het is te voorzien,
dat op den duur bet stelsel huizen zeer zal
verminderen in aanzien.
De gemeenteraad heeft uitgesproken, dat
van opheffing der Huurwetten voor den
Haag geen sprake mag zjjn. Trouwens de
huuroommissie zelf is eenparig tegen op
heffing. Een ambtenaar heeft een rapport
samengesteld over den toestand. We heb
ben dit niet gezien, maar, wetend hoe on
betrouwbaar de officieele gegevens aan
gaande den woningbouw zjjn, hebben wjj
vooraf al niet veel vertrouwen in dat rap
port. De Huurwetten zjjn crisismaatregelen,
die zich zelf dienen op te heffen. Zoolang
er nog gebruik van gemaakt wordt, zjjn ze
noodig. Wanneer Juist is, dat de huurver-
hooging het gevolg zal zjjn, dan is er geen
.erschil tusschen opheffing en behoud en
kunnen we dus beter den veiligen weg van
instandhouding blijven volgen. De gemeen
teraad zag het ook zoo in en dus zal het
advies van de regeering niet zjjn vóór op
heffing.
Eigenaardig is, dat geljjktjjdig met deze
bespreking een verlaging der huurprijzen
van gemeentelijke woningen is aanhangig
gemaakt. Jammer, dat particulieren nim
mer dergeljjke voorname voorbeelden plc
gen te volgen. De gemeente is losser van
haar geld, dan een particuliere eigenaar.
Nu ook Amsterdam en, vergissen wjj ons
niet, ook Rotterdam tegen opheffing der
Huurwetten is, zal daar voorloopig wel
niets van komen.
Wie zich in het algemeen voor woning
bouw mocht interesseeren, kan in den Haag
wel veel bezienswaardigs vinden. Veel
goeds en veel verkeerds. Onder de arbei
derswoningen is bijzonder veel goeds te
vinden. Het een bijzondere tegenstelling
tusschen de oude hofjes, geljjk die in het
oude gedeelte van Scheveningen zijn te vin
den en de nieuwe hofjes, geljjk die in hei
nieuwe gedeelte zjjn aangelegd. Wie eens
na elkaar aan beide een bezoek brengt, zal
daarover verstomd staan. De Schevenin-
gers hebben altjjd een zwak gehad voor dit
hofjes-stelsel. Het heeft iets knus en In
tiems, geheel in overeenstemming met den
aard van de bevolking, die één groote fa
milie is. Natuurlijk had het dicht op elkaar
wonen op een zelfde hofje ook zjjn nadoe
len en schaduwzijden, maar de solidariteit.
„Des menschen levensboek heeft zooveel
duistre blain;
Een enkel is er licht, waarop gjj niet kunt
lezèn
En soms kan op dat blad ztfh vrjjspraak
staan”.
het gebouw waren dertig of veertig
difitrictsinspeeteurs der recherche, de
uitnemendste mannen van het vak. De
meesten hunner wiaren divisie-mapec-
teurs en enkelen hadden een speciale
taak. Zij zaten om tafels in een hoo-
ge kamer, waarvan de groen geschil
derde muren bedekt waren met stijve
portretten van levende en oud-politie-
nannen. Mannen van allerlei type wa
ren er, van de ohio gekleede detecti
ve van het West End tot de plompe,
slechtgekleede detective van Oost Lon
den. Onderling spraken zij alle moge
lijke talen.
Hier was Penny, wiens specialiteit
valsohe handschriften was Brown,
die elke truc van valsche munters ken
de Malb.de schrik van de wedren-
dieven Menzies, die een even scher
pen speurneus had voor de speelho
len als een jachthond voor den vos
Poole, die alles wist van spoorweg-
dieven en winkeldieven. Ieder ver
stond uitmiuntie|id rijn vak eh wist
waar hij zijn informaties kon krijgen.
Foyle ging op den voorrittersstoel
ritten en het gesprek werd aflgemeen
Het was een businessoongres van ex
perts. Er werd van meening gewis
seld omtrent concrete vraagstukken
de bewegingen van bekende misdadi
gers werden besproken ,,Ned met de
fluweelen vingers” was uit Islington
verdwenen en verschenen in Brixton.
kwam aauloopwi, waardig en streng,
hen enkel woord, zacht gesproken,
deed hem wegwandtelen met gloeiende
wangen
in een half uur had Foyle 'n doos
je lucifer» verkocht, waarvoor hij met
vqel uunkbpartieul en innerlijke af
schuw rix pence luid gekregen. Als
hij rijn tweede doosje verkocht en nog
bleef rondslentere», zou rijn persoon
ongewewscht de aaodadit trekken. Dit
geval deed zich echter nipt voor,
want een minuut of twee later ver
scheen Fairfield zelf op straat. Foy.e
snelde toe om net portier van een
taxi te openen, welke hij had aange-
roepen, maar oen straa'slijper was
ham voor. Niettemin hoorde hij het
adres.
Grave Street, Witertiapei, mom
pelde hij. terwijl de auto weg ree!
Ivan is aan het werk gegaan.
Een korte discussie met een twee
den koetsier, die rijn voorkomen wan
trouwde, werd afgebroken door een
deposito van vijl shilling af» garantie
en ook de detective begon rijn Pc l
Achter hem een derde rijtuig, w- -i
de mnn zat. die* zooveel belangstel! n
had gehad voor de etalage van den
boekhandelaar
liOI ilSIHE 101 HI\T.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen advertentieprus» uit Gouda om-tr^en (behooved* tot de. imorgtring)
«8^ 1—6 ragels ijfl, «Ike moor ƒ0.25. Van buiten Gouda «a dan bazorgkrüu
1—5 regal* 1.55, elke regel meer ƒ0.30. Advertentiëa in bot Zaterdaguununer 20 h
jalag op den prga. Liefdadigheide-adveitentiën do helft van den prij».
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regel* ƒ2.05, elke n«el meer ƒ050. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertaotiën en ingeaonden mededeelingen bjj contract tot eeor gereduooer-
den prjjs. Groote lettere en randen worden berekend naar plaatetuimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaocheakomet van aolledo Boekhan
delaren, Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daags vóór do plaateing
aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te *ün.
I: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
r week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiniL
'artaal 3.15, met Zondagsblad 8.80. r
dai^liWB'aanKenomen aan 0M Bureau: MARKT 31, GOUDA,
agenten en looperb1; den boekhandel en de postkantoren.
b“r?a“.t^n d^K^Üke geopend van 0—0 uur. Administratie Tel. Int. 82*
Zelfkennis wend al door de ouden de
eerste stap op den weg naar de ware wjjs-
heid gedacht. En op den tempel van Apol
lo te Delphi stond als venmandende spreuk
voor wie het orakel kwamen raadplegen:
„Ken u zelven”, als was in dezen raad de
verklaring vervat van de toekomst, waar
omtrent men vragen stellen kwam. Het >3
zoo natuurlijk. Eerst door de kennis van
ons zelven komen we tot de kennis van
de dingen buiten ons, ieeren we de men
schen en het leven begrijpen. Maar het te
daarom ook zoo natuurlijk, dat dat begrip
ever ’t algemeen zoo gering en foutief is.
We behoeven maar te zien, hoe we over
anderen oordeel en om ons ervan te over
tuigen, hoe slecht we nog doorgedrongen
zjjn tot het begrijpen van die anderen en
van het leven om ons. We oordeelen hard,
liefdeloos en o zoo menigmaal volkomen
verkeerd. En hierin zeker wel het duide
lijkst toonen we, hoe het niet begrjjpen
van anderen in gebrek aan zelfkennis zjjn
oorzaak heeft. Want wie zich zelf kent,
kent ook de roerselen van anderer ge
moed, maar weet bovendien ,dat de kiem
van alle zonden ook in hem aanwezig is
en onthoudt zich daarom van ieder oor
deel, dat op een veroordeeling zou Ijjken.
M&ar juist omdat we niet weten willen,
dat in ons alle zonden en ondeugden
aanwezig zjjn, is onze zelfkennis zoo
gering. We staan niet onbevooroor
deeld tegenover ons zelven. En het is dit
vooroordeel, dat ons, als alle vooroordeel,
den weg naar de kennis afsnjjdt. Want
wie weten wil, moet als een blad wit pa
pier zjjn, waarop alles kan worden neer
geschreven, moet zich zelf open stellen
voor eiken indruk en de uitkomst van elk
onderzoek, en bereid zjjn alle resultaten
van dit onderzoek voluit en onvoorwaarde-
lijk te aanvaarden. Maar zoo staan we
nooit tegenover wat indrukken en onder
zoek ons omtrent ons zelven zulen lee-
ren. Zoo ergens dan beginnen we hier
met een vooropgezette meening En al is
die meening gewoonljjk niet precies
paald, zoo nauwkeurig is ze wel, dat we
elke slechte bevinding op voorhand afwij
zen. Dat maakt ook, dat ons zelfonderzoek
in den regel weinig diepgaand is, dat we
er feiteljjk wat omheen draaien. Eigen
lijk zullen de meesten van ons mofeten
erkennen, dat ze aan werkelijk zelfonder
zoek nooit toekomen. Juist, omdat we over
ons zelf altjjd een al is het nog zoo vage
meening hebben, gaan we niet onderaoe-
ze^t de
oordeelen
vaak wel de vrjjspriiak op dat blad .lezen,
oordeel over ons zel-
Maar wjj zjjn zoo
licht geneigd deae Vrjjspraak niet als
verklaring te erkennen, maar daarmee het
bestaan van de ondeugd, het gebrek,
fout weg te redeneeren. En zoo doet deze
verklaring andere dienst dan waarvoor zjj
bestemd is. Zjj belet het verkrjjgen van
de juiste zelfkennis. En met al deze ver
klaringen hinderen we ons zelfonderzoek.
Dat is niet, omdat we ons oordeel juist
willen hebben, maar omdat we een juist
oordeel over ons zalven meestal niet aan
vaarden kunnen. Het is omdat we ons zel
ven te na staan, dat we niet eerljjk en
onpartijdig tegenover ons zelven kunnen
staan. En al zien we ons zelven heel vaak
en in menig opzicht nog juister dan ande
ren ons zien, tot de juiste zelfkennis kan
ook zelfonderzoek ons gewoonljjk niet
brengen, ook omdat we de resultaten *'an
dat onderzoek niet anv oerwaarde lijk wil
len en kunnen aanvaarden.
DtOCLXVUI.
Het gebeurt niet iederen dag, dat de
Haagsche gemeenteraad een verstandig
besluit neemt. Ditmaal hebben wjj er één
te melden, dat ook voor andere gemeenten,
vooral voor de grootere van veel gewich*.
is. De raad heeft nameljjk uitgesproken,
dait van opheffing der Huurwetten nog geen
sprake kan zjjn. Er is al sinds lang een
actie tot opheffing. Men behoeft de
krantjes .van de huiseigenaren maar te le
zen om te zien wat de reden is voor deze
actie. De actie in den Haagschen raad i*
geleid door den directeur van een hypo
theekbank. Het tweetal, dat dus persoon
lijk belang heeft bjj opdrijving van de wo-
runghuren, werkt dus los van elkaar, maar
ijverig in de zelfde richting. Het gaat voor
al om de woningen die reeds vóór den oor
log gebouwd zjjn. Bijna alle zjjn die in de
oorlogsjaren wel eens, sommige ettelijke
malen, van eigenaar verwisseld en altjjd
weer steeg de verkoopsprijs. Gevolg* Je
hypotheken, die er op gegeven werden,
werden ook hooger. Dat moest natuurlijk
ken. Als we ooit over ons zelf nadenken,
wat misschien de meesten niet eens doen,
dan weten we wel zoowat wie en hoe we
zjjn. En dit is het eerste en groote belet
sel al voor ons zelfonderzoek. We zien
ons zelf niet als iets buiten ons denken,
kunnen dat meestal ook niet. En zoo we
ware op
_..^.t de
tusschen dat wezen
en óns denken toch altjjd geheimzinnige
draden bijjven bestaan, dat de onderzoe
ker en het voorwerp van onderzoek één
en dezelfde zjjn, in de hoogste mate het
onderzoek. Wjj weten meestal niet eens,
hoe we het moeten aanleggen om ons zelf
te onderzoeken. Onlangs heeft een veree-
niging van leeraren in de Amerikaansche
stad Kansas een aantal vragen opgesteld
om tot zelfontleding en vaststelling van
eigen karakter te komen. Ze zjjn aardig
gevonden en wjjzen wel in menig opzicht
den weg. Zoo zjjn de vragen, die men
z:ch zelf stellen moet om te weten, of men
volhardend is: „Ben ik in staat, om bjj een
werk me te bepalen, totdat het voltooid
is? Bljjf ik me vasthouden aan mjjn doel,
ook ondanks groote bezwaren? „En om
verdraagzaamheid of de afwezigheid daar
van vast te stellen, moet men zich
afvragen: ,,Ben ik bereid het goede bjj
anderen te erkennen? Heb ik eerbied voor
de meening en het geloof van anderen?
Ben ik in staat om beide kanten van een
vraag te beschouwen?’’
Maar met deze vragen dringt men ge
woonljjk niet zoo heel veel verder dan de
oppervlakte van eigen wezen door. Om
trent de eigenschappen, die in het prakti
sche leven van zelf in den regel wel naar
voren zullen komen, kan men zich zelf
door dergeljjke vragen wel onderzoeken
Maar de diepere onderlaag bljjft meestal
onberoerd. En die moeten we juist kennen
om tot zelfkennis te geraken. Maar boven
dien is er nog een ander en ernstiger be
letsel om ons zelf te Ieeren kennen dan
de moeilijkheid van het onderzoek. En dat
is de weinige bereidheid om elke uitkomst
van het onderzoek te aanvaarden. We kun
nen ons zelf veelal niet zien in onze ware
gedaante en waarde en beteekenis, omdat
we het niet willen. Dat niet willen is in
de meeste gevallen niet een bewust niet
willen, maar een onwillekeurig terugdein
zen voor consequenties, die ons niet
genaaon zjjn. We hebben een meening
van ons zelven, meer of minder bepaald
en elke uitkomst van ons onderzoek, die
daar beslist mee in strjjd zjjn, aanvaarden
we niet.
Het is ongetiwjjfeld waar, dat voor onze
eigenschapiJen en hebbelijkheden, onze
ne, geverfd en op slimme wijae ge
humd en geschuierd. Maar toen hij bij
go Albany legen Green, den inspec
teur die een opletteiKi man waa
aanwaggelde, duwde deze hem ruw
op zij met. een vloek om rijn onhan
digheid.
’k Heb je toch geen pijn gb-
daan sprak de werkman brutaal. Ik
iet weJ op waar ik loop.
Toen op zachteren toon
Ik ben Foyle. Ik heb je telefoon
bericht ontvangen Nog iete geweest?
Al» je niet maakt dat je weg
komt, roep ik een agent.
Green had den toestand vlug begre
pen en sprak luid. En «nel en zacht
vrrvoJgde hij
Hij ia niet uitgeweeat. Een post-
besteller i» juist met een brief voor
iiem binnen gegaan. Ik zei dat ik er
een verwachtte en sloeg er een blik
op.
Mooi, ouwe jongen. Maak je niet
dik. Ga naar hul» en vertel je vrouw
•vat je is overkomen, zei de werkman
p igend.
Na nog eenig gedrentel keerde hij
zich om en 'iep «nel weg, sprak eeni-
ge woorden tot een man. die aan de
overrijde van den weg stond, ver
diept in hei bekijken van de etalages
van een boekwinkel, en vertrok
De detective baalde een paar doos
jes lucifer* uit rijn aak Ken agent
dichter, wanneer hjj tegen het
waarschuwt. Zelf kunnen we
Dat mag ens in h<
ven zachter stemir