E’S
’illen
RES
LEN
;en
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, goude rak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, NIEl
No. 1590'
Zaterdag 25 Juli 1925
95" Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
(Gron.)
*S
rnaamste
tar.
G.
el,
IN DE
LWALI-
WERKERK OUDERKERK. OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADUI NX VEEN, ZEVENHUIZEN, en».
1
Dit nummer bestaat uit twee bladen
8501 183
er ze maar
FEUILLETON.
fWordt vervolgd).
n aambeien
Wormen
Bazuin, een goede tijding overal uit,'
maar laat slechte geruchten hun eigen
weg zoeken.
Aleida
zijn.
De geheimzinnige verdwijning
van ROBERT GRELL.
door
FRANK FROEST
oud-chef der Recherche, Scotland Yard
(Geautoriseerde vertaling).
Nadruk Verboden.
ring, gebrek
id, duizelig-
J. DE MOL EN ZOON
Turfmarkt 76 - Tal. 411 - Gouda
Onni- ii DamsskliiiliBg
waar maat.
Staatsuitgaven en Kapitaal
goederen.
De eisch van kapitaalvorming wordt vol
doende vernomen. Trouwens er is niet veel
economisch inzicht noodig om zich daarvan
bewust te zijn. Naast de kapitaalvorming
bestaat dadelijk een tweede vraag, namelijk
de wijze van kapitaalvorming. Het kapitaal
bestaat uit goederen. Voorop staat dus, dat
er voortbrenging van goederen moet zjjn,
wil er kapitaal tot stand komen; zonder pro
ductie dus geen kapitaalvorming.
Maar goederen-productie beteekent nog
niet dat men kapitaal gevormd heeft. Im
mers.goederen kunnen op zeer verschillen
de wijze worden aangewend. Heeft men meel
en bakt men er taarten van, dan is het goed
zonder economisch nut verbruikt. Heeft het
meel gediend voor broodbereiding, waar een
arbeider die in een fabriek van landbouw
werktuigen is te werk gesteld zich mee
voedt, dan heeft het gebruik van het meel
een nuttig effect bereikt, want de arbeider
heeft nu weer zijn krachten kunnen geven
aan de voortbrenging van deze voor nieuwe
voortbrenging dienende werktuigen.
Met het vorengaande is tevens een voor
beeld gegeven van hetgeen in de economi
sche wetenschap heet „productieomwegen”.
Het vermalen van graan tot meel ajleen was
niet een voltooid productieproces, er volgde
op het verbruik van het meel voor een eco
nomisch nuttig effect en alles bjj elkaar
maakte, dat het complete verband van alle
productieschakels samen een resultaat in
het belang van de gemeenschap opleverde.
Voorts is dus komen vast te staan, dat ook
de goederen-productie niet beslissend is voor
de vorming van het kapkaal, maar het ge
bruik, dat van de opbrengst der productie
gemaakt wordt. Indien er dus strijd bestaat
over al dan niet voldoende kapitaalvorming,
loopt het geschil over de wijze waarop wordt
gebruik gemaakt van de ter beschikking
zynde goederen.
Deze omstandigheid wordt heel vaak uit
het oog verloren, wanneer het vraagstuk der
kapitaalvorming aan de orde is. In de eer-
ste plaats wordt geregeld een verband ge
legd tusschen belastingdruk en kapitaalvor
ming. De hoogte der belastingen zegt even
wel in economisch opzicht ten aanzien van
de kapitaalvorming niets. Belastingen zijn
het deel van het inkomen, dat de staatsbur
gers moeten afstaan aan den staat. Voors
hands gaat het dus slechts om de verplaat
sing van een deel van het volksinkomen van
de enkelingen naar jlen staat als gemeen-
liOIBSCIIE (IIIRIXT.
schap. Nu is de tweede vraag: hoe maakt
de staat gebruik van dit inkomen en hoe
zouden de enkelingen er gebruik van' ge
maakt hebben.
Laten wij daarvan eens een voorbeeld
nemen en daartoe de successiebelasting kie
zen. Successierecht is het percentage, dat
van een nagelaten vermogen aan den fiscus
moet worden afgestaan. Dit vermogen zal
in verschillende vormen belegd zjjn en dus
geheel of gedeeltelijk deel uitmaken van het
der gemeenschap ten dienste staande kapi
taal. Nu komt de fiscus en eischt, wat met
den Engelschen term zeer pakkend heet:
„death duty” (belasting van den doode).
Een deel van het vermogen des overledenen
wordt dus bij wijze van belasting door den
staat overgenomen. Nu heeft de staat de
beschikking over dit bezit gekregen, maar
wat doet onze staat er mee? Hij laat dit
bezit niet in stand want hij rekent het niet
bij zijn (des staats) vermogen, maar voegt
het bij zijn jaarlijksch inkomen, dat ten ge-
bruike wordt aangewend. Immers de suc
cessiebelasting komt in het debet van den
gewonen dienst onzer staatsbegrooting.
Wat kapitaal was, verliest hier dus dit
karakter en zal in hoofdzaak, na door den
staat te zijn besteed, ook wel niet in dit ka
rakter hersteld worden. Het vraagstuk <14f
kapitaalvorming in verband gebracht met
het stelsel van belasting dient zich derhalve
te richten op een beoordeeling welk gebruik
de staat van de belastinggelden maakt en
dan kan niet de vraag zijn of de uitgaven
dóór den staat in ideëel opzicht gewenscht
zijn, maar: wat het gevolg der staatsuit
gaven is ten aanzien van de goederen, die
het karakter van kapitaal hadden aange
nomen.
Economische vrijheid.
Wanneer men in sommige kringen van
voorstanders van den achturigen arbeidsdag
in ons land hoort verkondigen, dat in En
geland na den oorlog den achturendag al
gemeen is ingevoerd, moet tegen deze be
wering worden opgekomen, omdat zij in
hare algemeenheid niet in overeenstemming
is met de werkelijkheid.
Niet de acht-urige arbeidsdag, maar de
acht-en-veertig-urige werkweek is vrij al
gemeen als norm aangenomen. Van eenigen
wetteljjken dwang is geen sprake. De in
voering van den verkorten arbeidstijd is in
Engeland het resultaat van den vakstrijd.
En het mag wel eens gezegd worden, dat
de Engelsche arbeiders over het algemeen
weinig of niets voelen voor een wetteljjk
vastgestelden achturendag. Zoo bijvoorbeeld
in de textiel-industrie, waar de acht-en-veer-
tig-urige werkweek regel is. In véle bedrtf-
n geschiedt
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DOGLXXIV.
Wie op de Plaats in dein Haag het stand
beeld van Jan de Wit bewondert of niet
bewondert vindt vlak voor dat beeld
een ruwen steen in den grondl vastgelegd.
Ten onrechte wordt wel eens beweerd' dat
deze steen de plaats zou aanduiden waar
die .gebroeders De Wit zijn vermoord. Dit is
niet juist. Well houdt dezen steen verband
met een moond maar op iemand anders
gepleegd, oorspronkelijk lag dteze steen
vlak vóór de pooit die van het Binnenhof
naar het Buitenhof voert. Hoe die zoo ver
huisd is, is niet bekend.
Volgens het verhaal duidt deze steen aan
ven wordt op de werkdagen 10 uren en
meer gewerkt met de bedoeling den Zater
dag tot een vrijen dag te maken. Voor de
fabrikanten levert deze regeling het econo
mische voordeel op, dat men Zaterdags de
bedrijven niet voor enkele uren op gang be
hoeft te brengen.
De Engelsche katoenindustrie komt met
deze regeling van den arbeidstijd op het
oogenblik uit, daar er geen overvloed van
orders is.
Volgens de laatste berichten uit de En
gelsche textiel-centra is de productie nog
ver beneden het normale peil.
Het verbond van katoenspinners heeft de
zer dagen besloten den arbeidstijd nog be
langrijk in te krimpen.
In dezen tijd kan dan ook voor de textiel
industrie het vraagstuk van den maximum-
arbeidstjjd per week als van geen belang
worden beschouwd. Daarentegen is het voor
de bedrijven van het grootste gewicht, dat
de arbeidsdag in overleg met bedrijfsleider
en het fabriekspersoneel geregeld kan wor
den, zonder inmenging van de overheid.
Wanneer straks de toestanden in dezen
tak van nijverheid beter worden, kunnen de
fabrikanten, vrij als zij zijn in de regeling
van den arbeidstijd, de werkuren op de eco
nomisch en technisch voordeeligste wijze
over de weok verdeden.
Wij meenden goed te doen op deze „eco
nomische vrijheid” in het Engelsche indus-
trieele leven, waarvan patroon en arbeider
profiteeren, de aandacht van onze lezers te
vestigen. Maar al te zeer toch, is hier de
jneening verspreid, dat in Engeland de acht-
jirendag verwezenlijkt is. Bestudeert men
^venwel den toestand van nabij, onderzoekt
pnen de bestaande regeling van den arbeids-
tijd in de verschillende industrieën, dan
komt men tot geheel andere gevolgtrekkin
gen. Bovendien ervaart men, hoe de werk
tijd op het oojjenblik in belangrijke mate
beïnvloed wordt door de nog steeds heer-
schende industrieele crisis.
Hel was een dilemnua, waarbij di
plomatie met voordeel kon worden ge-
biuikt. Hij glimlachte tegen den re
porter.
Mr. Jerrold, kunnen wij het ge
val niet zonder twist oplossen? Wij
hebben een lastig ding onderhanden
en u zoudt alles kunnen bederven
door ons te volgen. Laat het ons over
en als er iets komt, geschikt om te
publieeeren, zult u de eerste zijn, die
het verneemt. Vraag mij mets meer
en -beloof u dit.
Eerewoord vroeg Jerrold.
Eerewoord, herhaalde Green.
Tn orde. Gaat gij verder, wij kee-
ren terug. Schel mij op aan het bu
reau.
De stoomboot keerde, terwijl Green
weer in rijn eigen boot plaats nam
Beide mannen waren voldaan. Beiden
wisten dat de ander woord zou hou
den. De boot van den hoofdinspecteur
haalde die, waarin Foyle en Wrington
zaten, in even onder Waterloo Bridge.
Zij gingen langs de rijen schuiten, die
aan de zuidzijde gemeerd' lagen. De
groep rechercheurs, met steeds waak
zame oogen spraken zacht met elkaar.
Zij hadden niet veel hoop hun prooi
nu reeds te vinden. Het ondersoek
was alleen maar een voorzorgsmaat
regel.
Nu en dan stopte een van de boo
ten en een man klom aan boord van
Green in de tweetje boot,
voeren, zij langzpmer en
stoomboot langszij kwam, kkmu cu,
hoofdftnspecteur behendig aan boord.
Waar is Mr. Jerrold vroeg hij
den man aan het roer.
Wie is dat? was het btrommige
antwoord.
Kom. kom je weet best wie hij
18 Hij jg de man die deze boot heeft
geleend! of gehuurd en hij Is zooeven
legden van den Hof via de Gevangenpoort
naar de Papestraat waar Aleida haar wet
tig domicilie had. Van uit de ramen zijner
vertrekken had Albrecht op die wijle het
uitzicht op het huis zijner geliefde en den
weg dien zjj naar het Hof had te bewande
len, Waarschijnlijk waren die Kamers ge
legen op den hoek van dat Buitenhof en
den Vijver en de voornaamste daarvan is
thans bezet door de stenografen der Eerste
Kamer, die er het prozaische werk verrich
ten om de redevoeringen der hoege verga
dering op de schrijfmachines te tikken. Van
de romantische sfeer van Albrecht en
zal er wel niets meer te bespeuren
Die kamer heeft zeker beter tijden
gekend1 dan thans het geval is!
(De weduwnaarspün bij Allbrecht duurde
als gewoonljjk niet lang. Anderhalf jaar
later trad hij ditmaal officieel wee)
in het huwelijk, ditmaal met Margaretha
van Kileef. Dit huwelijk heeft gunstig op
zpn gemoed gewerkt en gaf hem rust. Hij
keek niet meer naar de hofdames en richt
te zjjn aandacht meer op de staatszaken.
Waarschijnlijk was dit ook wel het gevolg
hiervan dat hij niet al te beet in zjjn fi
nanciën zat. De vriendfechap van Aleida
had nogal wat gekost. Mengaretha van
Kleef heeft één ding tot .’tandl gebracht n.l.
de Kloosterkerk die nog heden ten dage op
den hoek van de Parkstraat en het Lange
Voorhout staat. Aanvankelijk was het eer
klooster voor de Dominicanen. Deze kerk
die werkelijke kunstwaarde heeft, heeft
heel wat van de vaderlandlsche geschiede
nis meegemaakt en zelf heel wat onder
vonden. Ze is een tijdlang... paardenstal
geweest, heeft later n<*g eens dienst ge
daan als... kanonnengieter ijmaar het eind
is toch dat zij behouden bleef als kerk. Niet
zoo heel veel jaar geleden was ze in dus-
danigen staat van verval geraakt, dat ern
stig is overwogen mede met het oog op
het verkeer op dit drukke punt deze kerk
af te breken .Tenslotte is dit ook weer niet
geschied, maar is het gebouw geheel ge
restaureerd, zood'at het nu inderdaad, een
sierlijk gebouw is en nog voor vele eeuwne
bestand.
Aan dienzelfden AJbrecht waaraan een
romantischen steen herinnert, herinnert
ook een kerkgebouw. Het gaat vaak zon
derling, zoowel' vroeger alls thans.
HAGENAAR.
54) -
Daarom heeft hij ons dus aan de
praat gehouden, zei hij. Hij vermoedt
iets en wilde ons ophouden tot bij zelf
een boot kon bemachtigen. Wij zullen
een ware processie vormen, als we
hier geen stokje voor steken.
Hij boog zich voorover en sprak met
Dadelijk
toen de
klom de
aan boord gekomen. Ik wil hem spre
ken- Als hij u heeft bevolen ons te
\olgen, wil ik u wel vertellen dat ik
van de politie ben en het recht heb
v te arresteeren wegens verhindering
in het uitoefenen van mijn plicht, ais
0 niet oppast.
Hallo, Mr. Green, dreigt u den
schipper Wat is er aan de hand? zei
de kalme stem van Jerrold, terwijl hij
Ie voorschijn kwam- door de schuifdeur
van den salon, een sigaret tusschen
zijn tanden.
Boos keerde de detective zich naar
hem toe.
Dat gaat zoo niet. Mr. Jerrold.
Wij kunnen niet hebben dat u ons op
deze wijze volgt.
De journalist haalde zijn schouders
op.
Zoo? Hebt u er iets tegen dat
ik een uitstapje op de rivier maak
Ik wil u wel zeggen dat ik er toch
mee doorga. Ik kan niet helpen dat
u denzelfden weg op moet.
Green was hulpeloos en hij wist het
Ofschoon hij inwendig woedend was,
wist hij dat het onverstandig zou we
zen den journalist te arresteeren, of
schoon dit optreden, gerechtigd' zou
zijn. Behalve het gevoel van spanning
dat dit optreden zou geven, kwam de
moeilijkheid een proces-verbaal op te
maken zonder het doel van hun tocht
top te geven.
ontsnapten zij nauwelijks aan het ge
vaar een douane-boot aan te varen en
steininen vloekten hevig tegen hen in
do duisternis.
Er is een nieuwe nachtwaker in
een lij schuiten «ven boven lower
Bridge, fluisterde Wrington in span
ning. Wij zullen het daar eerst pro-
ren. Spreek zacht als u wat te zeggen
hebt, mijnheer. Hel geluid reikt een
heel eind over het water. Aha, hier
is het.
Foyle had goede oogen, maar hij
kon alleen een vlek onderscheiden op
de plek, waarheen Wrington wees
een vlek, met een klein puntje flikke
rend licht. De twee motorbooten voe
ren langzamer en naderden aan weers
zijden de schuit. Toon zij dichterbij
waren, nam de vlok den vorm aan van
een schuit aan een lang touw.
Stop beval WringtonWil u met
mij aan boord gaan Ready 1
Terwijl zij langs den kant van het
schip schuurden, sprongen de twee
mannen, aan boord. Green en Jones
wairen aan den anderen kant er op
gesprongen.1 De chef gaf fluisterend
een bevel en de drie anderen gingen
om een kleine dekkajuit heenstaan,
terwijl hij de deur opende en naar
binnen ging. Het was binnen geheel
donker en de reuk van oude tabaks
rook drong in zijn neus.
ABONNEMENTSPRIJSs per kwartaal ƒ2.25, per week 17 tent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie Tel. 545.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—-5 regels 1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring.
15 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. liefdadigheid*-ad verten tien de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.06, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj contract tot seer gereducaer-
den prijs- Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaechenkomst van soliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór de plaatsing
tan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
de plek waar Aleida van Poelgeest is ver
moord. Uit onze geschiedenislessen herin
neren wij allen ons flauwtjes dezen naam.
Die naam is verbonden aan één der meest
typische graven d’ie ooit op het Hof van die
Hagthe geresideerd1 hebben.
Graaf Wiüem V was krankzinnig ge
worden. Men had hem opgesloten in een
der kelders van het Binnenhof. Waarschijn
lijk was dit de kelder waarin .thans de
Haagsche Kunstkring zjjn societeitslokaal
heeft! Hoe toch een plaats van bestemming
kan veranderen. Willem kon daar weinig
kwaad want de kelder was en is nog aan
alle zjjden van massieven sibeen. Slechts
door een paar hooggeplaatste ramen kwam
en komt er licht naar binnen. Licht zal hij
er dus niet veel 'gehad hebben. Het mystie
ke interieur dat nu bij gedempt electrisch
licht dit societeitslokaal bjj avond heeft,
Zal wel heel wat griezeliger geweest zjjn
toen Willem V er bivakkeerde!
Willem dan was krankzinnig en zjjn fa
milie besloot Albrecht het regentschap op
te dragen. Albrecht was 19 jaar en een
merkwaardige Don Juan. Op 15-jarigen
leeftijd was hij reeds gehuwd met een Sl-
lezische jonge dame Margareitiha van Briga.
Bizonder trouw was Allbrecht niet, maar
toen zijn cgade het tjjdeltfke met het eeuwi
ge had verwisseld, ging hij den verkeerden
weg op. Aleida van Poelgeest was hof
dame aan zjjn hof. Haar pa was een heer
die slecht in zijn dutten zat en door Al
brecht aan het vette baantje van rent
meester werd geholpen. Later kreeg hij
nog een hofstede in de ,^Poten” in den
Haag cadeau. Opa Van Poelgeest stond ook
bij het Hof in de beer en werd nu en dan
zoet gehouden met kwijtschelding van zjjn
schuld.
Aleida dan was hofdame en Allbrecht
had een oogje op haar geslagen. In de
veertiende eeuw was het al precies als nu:
Aleida kwam vaak op het Hof, booze ton
gen deden hun best om te lasteren, vele
jaloerschen lieten zich geilden enz. enz.
Aleida was de baas en wie bij haar niet in
de gunst stondl, kon wel gaan wandelen,
want lag er bij Allbrecht natuurlijk ook uit.
Dergeljjke geschiedenissen hebben meest
al een tragisdh slot en zoo geschiedde het
in een Decembemacht, toen Aleida stie-
kumpjes de Voorpoort van het Hof werd
uitgelaten om naar huis te gaan, dat zy
werd overvallen en met zeven messteken
ter plaatse gedood.
De dader was een zékere Dirk de Blote,
die wioest-njjdig was omdat zjjn hoeve te
Ryswijk o.p bevel van Albrecht was ver
brand en die zich nu even wilde wreken.
Ter herinnering aan dezen moord' is toen
ter pAaalt.se een steen met zeven kerven
gemetseld en deze steen is nog altyd te
bewonderen, al is die dan op onverklaar-
bare wijze eens verplaatst.
Als merkwaardigheid van deze roman
van het Binnenhof meldt de historie nog
dipt Albrecht een straatje had laten aan
een sOiiuit, binnenf enketlfü minuten
hoofdlschuddenid! terugkeerend. Foyle
en Green lieten alles aan de rivier
politie over. Ze kenden hun. werk.
Maar hoe snel ze ook werkten, ze
kwamen langzaam vooruit. Onrustig
keek Foyle op zijn horloge. Het be
gon reeds te schemeren en de lichten
van de br-ug weerkaatsten in fantasti
sche vormen in het donkere water. De
chef sprak met zachte stem tot Wring
ton, die met scherpen hoofdknik toe
stemde.
U hebt gelijk, mijnheer. Als wij
nu nemen die het meeste kans geven,
kunnen wij de andere laten tot wij
klaar zijn. Wij zullen verder gaan.
Vooruit, jongens.
De twee booten schoten vooruit, on-
opgemerkt voortglijdend in de scha
duw der schuiten. Het was moeilijk
werk in de toenemende schemering
want verscheiden keeren dreigde een
draaiende lichter, die daar gemeerd
lag, hen te verpletteren maar steeds
vermeden zij het gevaar, ofschoon het
voor dO ongetrainde oogen van Foyle
leek alsof de veilige vaargeul slechts
een mesbreedte had, meer niet.
Bij Londen Bridge staken zij naar
den overkant over en hier begon de
eigenlijke jacht. Wrington signaleerde
dat de lichten gedoofd moesten wor
den en zij slopen vooruit, twee zwarte
vlekken op het zwarte water. Eens