Hfl/TUDAT?.
Ik f2ft-
ESSF® asrassa:
VOLKS
Koophandel Rook- en Pruimtabak
OptÉrt ianMtig
PJITHAMKL
GOEDKOOPST ADRES
alle drukwerken
Gij behoeft niet te klagen
Wortelboer's Kruiden of
r Wortelboer's Pillen
""VALET"
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 15 AUG. 1925 - TWEEDE BLAD
uitvoering: aur%%Lio^r^°F
J. L.HULLEMAN
fatohfririit JU WH UH HHH' 9me volkstabak «m. ext^
püDds pi a i cla.
obs paijea 24 cla.
i 12 ets.
VDAAÊ.T
ICCATI/I
Ipdijz-I
COUDANT
jJÊi AFLEVERING
f SONATES TE VOLDOE*
LEVERING FRANC0:gARANTIE2JAAR
ALLEEN-LEVERANCIER/. I
I2GQUDRIAANKADE -GRAVENHAGE
Rijwielfabriek
A. SCHOUTEN,
le klasse RIJWIELEN.
A. BRINKMAN Zoon
FLESSCHEN ^00+ .^en 'nmaa'< van Bessen enz. Tl. i iiflDri
kwantum voor f 0.05 n. stuk I li. J. NOBEL
Tuinstraat 73 - Gouda
Telefoon Interc. 532.
OPRUIMING
Zlada
■talaga's
Kooplas In
Afdeallngen
Op alle goedepen
Salonmotorjacht „JUNO".
S. H. van Loon
Zelfgenezing m\
IN PRIMA GITVOERING.
J'cofc> Mwi» Worteftwr te Oide-PekeU (Qroa.)
Nationale- en Kerkelijke feesten.
Official Ford Dealer
oudg» Lange Tlendeweg Tal. 3SO
De groote strijd
Feuilleton
Per Lltf.239 PerH.Lil/125
Per*ütl065 «nderjlas
Het Beste en het zuini
Kint en kW. in drie minuten,
dat is de ondervinding van ia-
dereen, die zich scheert met ami
Opgericht 1822. ^kf' IW* Marylan<i
J C. D O R L A S in BAAI snedeeen fijne pijp tabak
WESTHAVEN 2 GOUDA. KRUL snede: een beste rook- en
mi pruimtabak
in GROVE snede: een lichte pruim-
tabak.
Vraagt re Uwen winkelier.
vierkante
pakjes
1974
Let s.v.p. vooral op kwaliteit en ne-
venstaande verpakking.
Firha Cycle Import
BOELEKADE 130 - GOUDA.
-ui
Beveelt zich beleefd aan voor de
levering van PRIMA
Alles wordt op eigen werkplaats ver
vaardigd. Concur ree remie prijzen.
Iïeparatiën spoedig en billijk.
txn ao
Éénmaal een proef van onze van ouds bekende
en ge blijft ze gebruiken.
Fabricaat naar ouderwetsche mélanges.
Melange 2, iets bisondere 20 ct. 1/ JA
«..rllik. rijp. M.rgland v.a.f 15 of. per V, on.
Fijne geurige portorico vanaf IS ot. pep ona
P.C.UftWVREUIVIIWGEH, Wijd.traat 20, Gauda
DRUKKERIJ
MAR K T 31
-l* In prlfa 'tfXO,
v.pmlnd.pd zijn jo
dag 1 September 1925, des n.m. 2 uur
ten Gemeentehuize in het openbaai-
aanbesteden:
le. Het maken van rioleering,
spoelleiding, bestrating, var
kenshokken, hjggenbakken en
afsluithekken
2e. het maken van een waagge- I
bouw met bergplaats en WC.
3e. het maken van een vaste brug
over het water achter de ka
zerne naar de Kleine Vest.
f on<*er en 3 genoemd, is I
ten behoeve van de Nieuwe Veemarkt I
op het Kazerneterrein te Gouda.
Bestek en voorwaarden met 8 tee- I
kenmgen dezer aanbesteding zijn I
vanaf Woensdag 19 Augustus 1925
uitsluitend te verkrijgen bij Gemeen
tewerken Turfmarkt 58, tegen beta
ling van 10.afgehaald en tegen
inzending van een postwissel ad
t 10.50 voor het binnenland.
Inlichtingen volgens bestek. Voor
bestek en teekeningen binnen 2 da
gen na de aanbesteding in ongeschon-
den staat bij de Directie ingeleverd,
zal 5.worden gerestitueerd.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
ULBO J. MIJS.
Secretaris G. J. J. POT. 2255 48
GOUDA, 15 Augustus 1925.
TE HUUR
per uur, per dag en per week
Te bevragen by M. J. Lingen, Tuin
straat 53, Gouda; P. A. Roels, Ach
terkade 5, Boskoop; E. A. M. PleU
Stationsstraat, Alfen a.d. Rijn en aan
de ligplaats Boskoop; Scheepswerf
Akerboom.
DROOISTERIJ MARKT 6.
Qulna Larocha
en
Kina «la Vrl|.
aller ziekten. Geschrift gratis.
Venn. v. d. GRAAF ft Co. Hftverw* 42.
LANOE TIENDEWEO 27 - TELEF 313
beeft la rooraad:
TAFELPEREN.
TAFELAPPELEN.
OOVDA.
BLAUWE DRUIVEN.
PERZIKEN.
VERSCHE AARDBEIEN.
AALBESSEN.
MELOENEN
TOMATEN.
ANNANAS IN BLIK.
99S 20
SINAASAPPELEN.
CITROENEN.
BANANEN.
NIEUWE VIJGEN.
DIVERSE SOORTEN NOTEN.
VOOR
heul, hoofdpjjn, ent., went door 't gebruik van de
zilt g. binnen enkele dagen weer friaeh en opgeknapt Probeer i. maar
d.BrZ2£ï NI O veikrlifbaar, d« ««htedt'
de veraenddng franco, na ontvang« var. het bedrag, door: g~c*u~'
MUMJ uw MaaLruo
MAAKT ER OAAROM EEN
GEWOONTE VAN VOOR
UW ETEH N GLAS OUOS
TE DRINKEN.
METIS LEKKERDER «H...
VEEL GOEOKOORCR DAN
uw eirreRTje.
Wij leveren tot BILLIJKE PRIJZEN in elke groote
Vlaggen - Wimpels - Vlaggestokken 22" 20
- in eIke «ewenschte Kleurencombinatie
Wevet AjZonen, Veerstal 304GOUDA, Tel. 494
the universal car
ieders aandfrh^05'^LLEN geven algemeene voldoening en trekken
ieders aandacht door de vele aangebrachte verbeteringen.
raagt inlichtingen en proefrit bij 684
»e groote strijd om het bestaan wordt door leder gestreden; en er vallen da
vh uw S,tt0"rrS' Wam"*r nw ^'^nnogen gdeden heeft,
meer m,et lust iunt ""O"; wanneer gij ongedurig m/jt of zenuw
achtig, pnkkelbaar en slecht gehumeurd, dan «üt gii goed onweg
versterk """tf m"" kant ge Stn*ks niet m<i6" Daarom
uw krachten au het nog tijd is. 0e SANGUINOSE is het kostelüke
middel dat u snel en zeker de verloren zenawkracht wedergeeft. Zij verhoogt uw
weerstandsvermogen; maakt uw slaap diep en verkwikkend en geeft u dat opge-
Neemlfer^de proe/m WUdSChaP "U
SANGUINOSE kost per flesch 2.6 fl. 11.12 fl. 21.
Te verkrijgen bjj de meeste Apothekers en goede Drogisten. 22X4 40
WACHT U VOOR NAAAK!
VAN DAM Co.,
hE". 2c/4 Den Haa(,
Scheert U met
een "Valet" t
en het zuinigste l
Het meaje van dit apparaat wordt *~infi,rli
aangezet dtxtr eenvoudig den riem. die lich in
elk etui bevindt, door den kop van het mee te
halen en heen en weer te bewegen.
In plaat, van het mesje al te danken, ab
het stomp is. verkrijgt men een nieuwe scherp*
Sede binnen 10 aeconden.
>k bestaat er geen ander veiligheidaacheermea,
dat zoo gemakkelijk is schoon te maken. Uit
elkaar nemen is overbodig, daar het meaje niet
behoelt te worden losgemaakt. Men spoelt en
droogt het apparaat eenvoudig af, waarvoor men
niet meer dan 12 seconden noodig heeft, en dan
kan men het wegzetten tot den volgenden morgsa.
VIrkrijgkaar in ollt prima ralfen.
Locale Vogelstudie.
There ia romance enough at home,
without going half a mile for it,
only people never think of it
Charles Dickens,
„Er wordt zoo dikwijls ietwat smalend ge
sproken over 't eentonige en alles gekultu-
reerde van deze lage landen in tegenstelling
met de oostelijke en zuidelijke streken van
ons land, die meer afwisselend zouden z\jn
en waar men nog land aantreft, dat wild
en woest gebied van de natuur is."
Deze woorden, ontleend aan de inleiding
'an de „Avifauna Goudana", een uitvoerige
beredeneerde naamlijst der in de omstreken
van Gouda in wilden staat waargenomen
vogelsoorten, die verscheen in het tijdschrift
„De Levende Natuur" van December 1922
en Januari en Februari 192», geven zoo juist
den toestand weer. Men is gewoon laatdun
kend neer te zien op datgene wat onze naas
te omgeving rijk is aan natuur- en land
schapschool Verre streken met bosschen
en heiden, watervallen en gletschers, berg
ruggen eii diepe dal?n, die in onze streken
niet voorkomen, die trekken de raenschen!
Daar zou 't mooier zijn dan bij ons! Niets
*s minder waar. Juist dat, wat bekend is,
geeft bij nadere beschouwing en diepergaan-
de studie den ontvankelijken mensch meer
genot, dan die oppervlakkig bekeken onbe
kende landen.
Nog lang niet algemeen is dit denkbeeld
echter tot ons volk doorgedrongen en 't is
daarom, dat 't gebiedend noodzakelijk is
propaganda te maken voor een meerdere
waardeering van ons eigen natuurschoon.
De Goudsche Ornithologische Club „Hirun-
do", die morgen den dag herdenkt, waar
op zij voor vijf jaren door e^nige jonge
Goudsche natuurvrienden werd opgericht,
heeft steeds gepoogd de gedachte van een
locale natuur-, meer speciaal vogel-studie en
waardcering hoog te houden. Zy deèd dit
o.a. door 't samenstellen van bovenvermel
de lijst en door vele artikelen in de plaat
selijke pers, waardoor zy belangstelling
poogde te wekken voor de eigen vogelwe
reld, en, ik geloef 't te kunnen vaststellen,
niet zonder succes.
't Lykt me goed bij deze, voor de club
heugelijke gelegenheid eens in enkele groo
te trekken te schetsen, waarop de locale vo-
gelstudie moet berusten, en na te gaan of
ze, behalve het ethische en aesthetische ge
not, dat ze ons schenkt, nog eenige andere,
mogelijk wetenschappelijk waardevolle be-
teekenis kan hebben.
De voornaamste wetenschappen, die ons
ie hulp komen bij deze studie zyn de phae-
nologie en de faunistiek. Ons pogen moet
toch zyn trachten vast te stellen het ver
band tu8schen den vogel en zijn in ons land
door de cultuur voor een groot deel veran
derde omgeving. Wanneer we dat grootsch
opzetten en probeeren dat verband voor uit
gestrekte gebieden vast te stellen, begeven
we ons op het terrein van de diergeographie,
doen we het voor kleinere streken, dan noe
men we deze wetenschap faunistiek, een
meer gespecialiseerd onderdeel dus van de
eerstgenoemde wetenschap. Vooral in de
laatste jaren begint ze meer beteekenis te
kry'gen. Een jong Duitsch vogelkundige Dr.
Ott© Schnurre, schreef er over in 1921 een
1 zeer belangrijk werkje, getiteld „Die Vögel
der deutschen Kulturlandschaft", dat we
gerust, al telt het slechts een 130 pagina's,
als den grondslag der moderne avifaunis-
tiek mogen beschouwen. Hij probeert daarin
vast te stellen het veTband, dat bestaat tus-
schen de menschelyke cultuur en de vogel
wereld, een probleem waar ieder, die de vo
gels van een bepaalde streek bestudeert,
mee te maken heeft. De invloed van de cul
tuur op de vogelwereld is zoowel van posi
tieven als van negatieven aard. De laatste
factor valt in 't algemeen 't meest op en is
de oorzaak o.a. van het oprichten van de
Vereeniging tot Behoud van Natuurmonu
menten in Nederland.
Ik behoef slechts enkele feiten uit onze
naaste omgeving te vermelden om te doen
beseffen van hoe groeten invloed deze fac
tor is. Ik noem daarom in dit verband het
Schollevaarseiland, gelegen in de moeras
sige plassen, die zich uitstrekten van Nieu-
werkerk aan den IJssel tot Kralingen, daar
waar thans de Prins Alexanderpolder ligt.
Daar broedden eertijds in grooten getale
Aalscholvers, Jtoode en Blauwe Reigers,
Lepelaars, Kwakken, Baardmannetjes, Snor
ren, altemaal vogels, die thans in onze om
geving, op een enkele uitzondering na
slechts sporadisch of in 't geheel niet meer
Een tweede voorbeeld levert ons 't Zeven-
huizensche Bosch, waarin, volgens een oude
kroniek van Jacob Lois, die alleen in ma-
nucript bewaard is gebleven, en getiteld is
„Oude ware beschryvinge van Schielant"
voorkwamen: „seer groote quantiteyt van
reygers, quacken, lepelaers, krayen, kau
wen ende meest van alle noch schollevaers
ende diergelycken gevogelten noch meer."
Ook van dit alles is niets meer overge
bleven. Men ziet, de negatieve invloed van»*
de cultuur is een zeer groote en valt daar
om onmiddellijk op. De positieve factor is
echter ook een zeer gewichtige, al kunnen
we minder goed vaststellen, hoe groot deze
wel is.
Een groot deel van de recente avifauna
is toch gebonden aan de een of andere cul
tuurformatie, wat de oorzaak is, dat in het
woon- en broedgebied van een bepaalde vo
gelsoort deze hier sporadisch, daar in groo
ten getale voorkomt, dat we hier een vo
gelwereld hebben ryk aan soorten, maar
arm a^n individuen, elders het omgekeerde.
Dat verband zal worden bepaald door het
voedsel, dat de vogel gebruikt en de nest-
gélegenheid, die zich voordoet. Van groote
beteekenis voor velschillende vogelsoorten
is dus de akker- en korenbouw en de be
plantingen, die als onmiddellijk gevolg.van
de menschelyke cultuur bestaansvoorwaar
den scheppen voor velerlei vogels. Men
denke aan onze Knotwilgen, die ideasl-nest-
gelegenheid, de Populieren en zoo menige
andere voor den mensch belangrijke boom
soort. Verschillende vogels broeden daar
door thans, waar ze vroeger niet voorkwa
men en omgekeerd. Een mooi voorbeeld van
't laatste uit onze omgeving is de Bosch-
rietzanger, die vroeger veelvuldig broedde
in de omstreken van Gouderak, maar daar
tegenwoordig, door 't verdwijnen van de
grienden, byna niet meer voorkomt.
We moeten verder niet vergeten, dat vele
cultuurformaties voor de vogels aequivalent
zyn met natuurlijke formaties. Een hbog
steenen gebouw is voor een vogel gelijk
waardig met een rots, we mogen dus ver
wachten om onze^woningen vogels aan te
treffen, die oorspronkelijk rotsbewoners zijn
geweest, als Gierzwaluw, Zwarte Rood
staart, Huiszwaluw en misschien ook de
Boerenzwaluw, die eerst tengevolge van on
ze cultuur, waardoor voor hen noodzakelijke
bestaansvoorwaarden werden geschapen, in
onze streken zyn gekomen.
De Boschrietzanger, geen bewoner van de
rietlanden, zooals z'n familieleden, maar
vooral voorkomend in bosschages en grien
den langs, plassen en moerassen,' waarin
Braam en Winde en Hop wild dooreen-
groeit, vindt gelijkwaardige broedplaatsen
in de koren- en erwtenvelden, waar hy thans
algemeen vpofrkomt.
Een derde voorbeeld, ik doe slechts een
greep uit de vele, vinden wy in de vogels
van hetr parklandschap, die oorspronkelijk
bewoners waren van kreupelhout en bos
schen met veel onderhout, ik noem bijvoor
beeld Boschduif, Tortel, de Spechten, de
Vliegenvanger en de vele andere welbeken
de parkvogels.
Al deze vogels zyn hier eerst kunnen ko
men door onze cultuur, die de voorwaarden
schiep, waaronder vele vogelsoorten hier
kunnen verblijven. Ze hebben zich daarbij
niet aangepast aan onze cultuur, maar, zoo
als Dr. Otto Kleinschmidt terecht opmerkt,
die cultuur paste hen! We kunnen al deze
vogels met Schnurre verdeelen in drie groo
te groepen: de bewoners van onze wonin
gen en andere gebouwen, die van de „cul
tuursteppe" en die van het parklandschap,
waarvan we hierboven enkele voorbeelden
gaven.
Uit de bovenstaande beschouwing blykt
ten duidelijkste de beteekenis van de locale
vogelstudie. 0m deze naar behooren te kun
nen beoefenen, moeten we beschikken over
vele waarnemingen, n.l. de faunistieke, die
Leggen, waar de vogel voorkomt en de phae-
nologische,* die betrekking hebben op den
tjjd, wanneer ze daar voorkomen; meer spe
ciaal van belang bierbij zyn de aankomst
en vertrekdata van de verschillende soor
ten.
Ik hoop U in groote trekken te hebben
duidelijk gemaakt, wat de G. O. C. „Hirun-
do" bedoelt met het verzamelen van waar
nemingen betrekking hebbend op de locale
vogelwereld, en dat dit niet zonder eenige
waarde is, wanneer dit doelbewust wordt
gedaan, maar mooie resultaten kan opleve
ren. We hopen, dat by het tweede lustrum
de club hierover zal beschikken!
Gouda, 15 Aug. 1925. A. S.
MEDISCHE BRIEVEN.
Het hart.
Wy allen weten het welk een voorname
plaats het hart onder onze organen inneemt,
een niet minder voorname rol speelt dan ons
bloed.
Immers het hart is juist van zoo'n groote
beteekenis omdat 'thet bloed door ons ge-
heele lichaam stuwt. Zooals u wellicht uit
uw schooltijd nog bekend is, onderscheiden
wy slagaderlijk en aderlijk bloed, 't Eerste
is helderrood van kleur, 't tweede is donker
rood. Wij kunnen nu het hart schematisch
in vier deelen verdeelen door twee lynen,
die ongevee^ loodrecht op elkaar staan en
onderscheiden, een rechter en een linker ka
mer en een rechter en eenlinker voorkamer
van elkander. Uit de linker kamer komt nu
de groote lichaamsslagader met versch, d.
w. z. zuurstofrijk bloed, vertakt zich, voor
ziet allerlei organen en weefsels van bloed,
voedt ze door de zuurstof af te staan en de
verbruikte stoffen op te nemen en zoo keert
't bloed, dat uit 'thart komende helderrood
zag, na zyn tocht door het lichaam donker
rood, dus zuurstofarm in de rechter voor
kamer van 't hart terug en stroomt naar de
rechter kamer, die met de rechter voorka
mer jn verbinding staat. Dit is de z.g. groote
•bloedsomloop. Deze naam duidt reeds aan,
dat er ook een kleine4 bloedsomloop zal be
staan. Welnu, deze is er ook. Dat verbruik
te donkerroode bloed gaat uit de rechter ka
mer door de longslagader naar onze longen
en we krijgen om de longen een zeer fijn
netwerk van bloedvaatjes. Nu halen wy
adem, d. w. z. buitenlucht, die zuurstof be
vat, vult de long en aangezien de wand van
de long en van die bloedvaatjes zeer dun
is, kan de zuurstof zoodoende in 't bloed
worden opgenomen, vermoedelijk door dif
fusie. Nu wordt 't ververschte bloed, dus
zuurstofrijk en held«rrood van kleur van de
long door de longaderen weer naar 'fhart
gevoerd en komt zoo te l^nd in de linker ka
mer, die met de linker voorkamer in verbin
ding staat. En nu kan weer de groote
bloedsomloop beginnen. Ge ziet dus, dat het
geheele linker gedeelte van het hart versch,
bloed bevat, terwijl de geheele rechter helft
afgewerkt bloed herbergt.
Hoeveel bloed heeft een mensch nu eigen
lijk? Precies weten we dit niet, daar we
't niet kunnen meten natuurlijk. Men kent de
hoeveelheid alleen door dierproeven en men
heeft dieren van verschillende groote laten
doodbloeden en uit die hoeveelheden een
conclusie getrokken voor den middelmatigen
grooten mensch; men is gekomen tot een
quantum van 5—6 liter.
Het bloed bestaat nu echter niet alleen uit
vocht, doch bevat ook vaste bestanddeel en,
ja zooveel, dat sommrg»n liever niet spreken
van een vloeistof, doch het bloed beschou
wen als een weefsel. Deze vaste bestand-
deelen zijn roode bloedlichaampjes en bloed-
plaatjes. 't Aantal roode bloedlichaampjes
is normaal by den man 5 millioen en bij de
vrouw 4% millioen per kub. millimeter.
't Aantal witte is pl.m. 10.000 per kubieke
millimeter ,terwyl het aantal bloedplaatjes
200.000—300.000 telt
Al zyn nu deze vaste bestanddeelen die
we m£t behulp van een instrumentje micros
copisch kunnen tellen, terwijl wy tot boven
staande bedragen door een rekensommetje
kunnen komen, zeer belangrijk, toch is de
hoeveelheid vocht in onze bloedsbaan van
nog grooter gewicht zou ik haast durven
zeggen, want wordt de totale hoeveelheid
bloed van 5--6 Liter tot de helft ongeveer
gereduceerd, dan komt ons leven in gevaar.
KERKNIEUWS.
Het geval Borger.
dezen titel schrijft de medewerker
voor*de rubriek Geestelijke stroo
mingen in de Nieuwe Ct., de heer
J. K.
Neen, wij bedoelen niet een lotgenoot van
wijlenJan de Backer, die als Roomsch pries
ter te Woerden tot de Hervorming van Lu
ther overgegaan, in 1525 werd geofferd, en
wiens marteldood dit-jaar door de protes
tanten in Nederland wordt herdacht. Neen,
dicht bij Woerden ligt het stadje Gouda, en
daar wordt niet in 1525, maar in 1925 'n
aanslag gepleegd op de geloofsvrijheid in
dq volkskerk der protestantsche vaderen,
die helaas &1 te snel, en in deze eeuw weder
hl meer, in handen is geraakt van vele ge
zaghebbers, die weer iets van Rome's geest
Webben ingedronken, en nu geweld willen
gebruiken, om het kostelijk erfstuk der ge
loofsvrijheid in de vaderlandschè kerk te
vervangen door een bekrompen leertucht,
aangelegd naar kortzichtig-menschelyke
maat.
Het betreft hier een aanklacht, by den
Goudschen kerkeraad der Ned. Herv. Ge
meente ingebracht tegen.Ds. J. Bdrger
aldaar, en door den kerkeraad in zooverre
aangenomen dat hij aan Ds. Borger daar
omtrent een vraag heeft gesteld. Daarmede
heeft deze kerkeraad getoond dat hij meent
recht te hebben het geloof van de in zyn
gemeente dienstdoende predikanten te on
derzoeken, en daaromtrent ter verantwoor
ding te roepen. Dit dunkt ons principieel
ontoelaatbaar. Want er is hier geen maat
staf. De kerk heeft het recht, aan de jon
gelieden die haar predikant willen worden
allerlei eischen te stellen. Maar zyn ze een
maal als predikant aanvaard, dan valt de
verantwoordelijkheid voor den inhoud hun
ner prediking uitsluitend op henzelven. Ver
trouwd moet worden dat de predikanten
zullen prediken wat God hun ingeeft. Maar
geen menschelyke rechter kan beoordeelen
of waarlijk Gods woord, zooals de spreker
het meent te verstaan» wordt gepredikt. En
aan ieders eigen geweten moet worden over
gelaten, 'te beoordeelen, of het gepredikte
Gods woord nog past binnen het raam van
de kerk als welker dienaar zy zyn aange
steld.
Defee geloofsvrijheid geldt, meenen wy
voor alle protestantsche kerkgenootschap
pen, op grond van het protestantsche be
ginsel, al weten wij dat er verschillende
dusgenaamd belijdende kerken zyn, die een
Roomsche tucht meenen te mogen toepas
sen. Maar zéker is deze geloofsvrijheid der
predikers plicht en voorrecht van de Neder-
landsch Hervormde Kerk, die alle richtingen
en nuances op geloofsgebied jn ons vader
land omvaj, en die uiteenspringen zou, als
één riehting zich het recht aanmatigen
ging, over <de predikanten van alle andere
richtingen den staf te breken.
Ziedaar ons vrijzinnig standpunt, dat wij
ter ernstige overweging willen opdragen
aan de eerwaarde* en weleerwaarde heeren
leden van den Goudschen kerkeraad. Moge
protestantsch plichtsbesef, trotsch vrijheids
gevoel, en echt-Nederlandsche verdraag-
zaahheid hen behoeden voor eiken nieuwen
stap op den weg der Roomsche geloofsver
volging.
Waar wy aldus de principieele kwestie
zuiyer hebben gesteld, willen wy gaarne
toegeven dat het den heeren kerkeraadsle-
den van Gouda in dezen door ds. Borger
niet gemakkelijk wordt gemaakt, hun plicht
van vrye protestantsche geloovigen te vol
brengen. Want waarlijk, wat ds. Borger
piedikt, moet dunkt onB voor eenvoudige
kerkéraadsooien vaak verbijsterend zijn.
Wjj hebben vóór ons liggen een drietal
boekjes van hem: „De Europeescb Christe
lijke Wereld en haar verwording gezien in
het licht van het zuiver begrip" (Uitg. Mij.
de Tijdstroom, Rotterdam) en een brochu
re: „Redevoering oftewel Preek gehouden
op 5 Juli 1925" (Uitgave J. de Ven, Gouda),
Het eerste werkj^f dat voorzoover wy we
ten onvoltooid gebleven is, leent zich niet
tot korte samenvatting van strekking en
inhoud. Het is een strikt Hegeliaansch ge
houden zwaarwichtig betoog, dat alles byna
radicaal verkeerd i» in Kerk en samenle
ving, en dat absolute omkeering van alle
waarden eisch zou zyn van een zuiver be
grip. Het tweede boekje behelst de preek
die ds. Borger als antwoord op de geloofs
vraag van den kerkeraad gehouden heeft,
en kan aan belangstellenden ter lezing
worden aanbevolen, hoezêer ook daar de
Hegeliaanscfie betoogtrant voor niet-wijs-
gegrig gevormde hoorders en lezers het ver
staan moeilyk moet n aken. Een zinnetje
uit. het voorwoord sp.eekt in dit opzicht
boekdeelen
„Wie-ja zegt, zegt wèldoordacht, tevens
onmiddellijk neen, en omgekeerd, want de
werkelyke waarheid is in zuiver begrip
te bedenken als de onmiddellijke eenheid
van ja en neen, aangezien de werkeiyk-
heid naar haar waarheid zich in zuiver
denken laat begrijpen en gelden als on-
middeliyk eenheid van tegendeelen."
4
De kwestie waar 't om gaa$ is met enke
le woorden te zeggen.
Men beschuldigt ds. Borger dat hy ont
kent dat Christus heeft bestaan.
Voorzoover dit een historiach-kritische
vraag is, verwyst ds. Borger tereoht naar
de resultaten van het onderzoek der weten
schap. De Kerk heeft als zoodanig daar
over geen uitspraak te doen.
Maar als geloofsvraag opgevat, is het
antwoord van ds. Boörger niet twijfelach
tig.
Want: Christus is voor hen de in de we
reld aan den dag gekomen Waarheid. Hy
is dus feitelijk de éénige werkelykheid.
In dezen trant gaat zyn betoog over den
tekst: „Zalig is hy die aan my niet zal ge-
ergerd vforden." Hy schetst op levendige,
boeiende wyze de houding, tegenover Chris
tus, van Pilatus, van de menj^te, van Ju
das, van Petrus, van Johannes, van de dis
cipelen van Johannes den pooper, en van
de „Joden." Onder die laatsten verstaat ds.
Borger degenen, „die de waarheid haten.
En met een zywaartschen uitval naar zyn
tegenstandera zegt hy „dat de meeste Chris
tenen, óók van tegenwoordig Joden zyn."
Daartegenover stelt hy dan het ideale
beeld van den waren Christen* d.w.z. van
den mensch, „die Christus, oftewel de in dfc
wereld voor den dag gekomen waartieid",
zou hebben „aangedaan."
En eindigt met deze meesleepende pero
ratie:
„Wie dus geen respect meer heeft voor
alles, wat standhoudt en staat voor eigen
verbeelding, doch die 't alleen maar als
noodzakelyk laat gelden; wie 't bestaan
de dus niet me^r eerbiedigt; wie dus
dwars door alles heengaat, want die de
vluchtigheid zelve is; wie dus geen vader
meer heeft en geen moeder meer, gpen
broers en geen zusters meer, geen vrouw
en geen kinderen meer, m.a.w. wie we
zenlijk God alléén heeft; wie dus alles
vaarwel heeft gezegd; m.a.w.^wie de we
reld heeft laten zakken met een glim
lach ,is een Christen, want hy heeft de
waarheid, d.i. de volslagen vluchtigheid,
d.i. 't zuivere begrip, aangedaan.
Wie 't vatten kan, vatte 'n!
Zaljg is hy, die niet meer aan my zal
/worden geërgerd."
HET WONDER.
Met snellen, veerkraohtigen tred liep
Anton Molders over de door de winterzon
beschenen straten en deed de van vries-
koude droge steenen onder het geluid van
zyn in regelmatigen cadans neerldakkende
hakken weerklinken.
Byna zyn doel genaderd, kwam hyrby het
ombuigen van den laatsten straathoek in
onzachte aanraking met een deftigen, in
kostbare pelsjas gedoken, ouden heer, die,
ongevoelig voor wind en koude, roerloos
voor zich uit te kyken stond.
„Pardon!" zei de jonge man, even zyn
hoed aanrakend.
„Pardon," ^echo-de de ander werktuige-
lyk.
Hun oogen ontmoetten elkaar en over
beider gelaat gleed een licht vai^ herken
ning, verwonderde herkenning.
Anton Molders vervolgde haastig zijn
weg; de "vluchtige ontmdfeting was hem on
aangenaam geweest; zyn voorhoofd had
zich in rimpels getrokken en toen hy een
oogenblik later stil stond voor een klein,
wat achterafgelegen huis en zyn hand op
hief naar den/blinkenden belknop, prevel-
de hij halfluid: „Die oude gek!"
Zijn ruk aan de bel was harder, driftiger I
'dan gewooplyk.
Dadelijk werd de voordeur geopend en
een vroolyke meisjesstem groette:
„Goedenmiddag! Wat ben je laat!"
Anton Molders kuste zyn verloofde"har-
telyk en zyn vluchtige ontstemming ver
vaagde 'onmiddellyk, toen hy in haar op
hem gerichte, zachte, blauwe oogeir keek.
„Hoe gaat het, Trade V' t vroeg hy be
zorgd.
„O, ik ben beter!" antwoordde zy opge
ruimd.
„Wy zullen vanmiddag toch nog maai-
thuisblyven."
„Ik had my zoo op een wandeling ver
heugd!"
„Morgen geef ik daartoe mijn toestem
ming, tenminste als het weer zoo helder
blyft. Een verkoudheid in het hartje van
den winter is niet, om mee te spotten en
eischt eenige voorzichtigheid, vooral voor
zoo'n teer popje, als jy bent!"
„Onzin!" weerde zy af. „Je overdryft
maar een beetje, om den dokter te kunnen
spelen! Maar laten we naar binnen gaan!"
Onder het spreker had hy hoed en jas af
gelegd en ging nu met haar in de aange
naam warme kamer, waar haar tante, die
zoolang zy zich herinneren kon de plaats
van moeder by haar had ingenomen, by de
snorrende kachel zat te naaien.
Het jonge paar zette zich op één der
breede vensterbanken, waar Trade haar
haakwerk \veef opnam en y verig het dunne
garen om de blinkende haakpen kronkelen
deed.
„Je zei daareven, dat ik graag den dokter
wil spelen," sprak de jogge man; „dat zou
ik inderdaad graag willen, maar dan toch
liever by andere patiënten dan by jou!"
'„Dat geloof ik dadelijk, je geeft natuur
lijk de voorkeur aan betalende patiënten!'!
„Ja," zuchtte hy.
Haar lief gezichtje betrok.
„Nog altijd niets?" vroeg zy.
„Neen."
„Maar die zenuwachtige dame......"
„Ie en blijft myn eenige patiënte, helaas!"
„Hoe zou het toch komen, dat
„Och kind, alle jonge, pas gevestigde
dokters maken een moeilijken tijd door,
tenminste degenen, die niet over kapitaal
beschikken. Wie in een deftige buurt een
huis kan huren en inrichten, heeft meer
kans op succes dan wie in een achteraf
straat zich met een paar kamers behelpen
moet en bovendien kan, wie geld heeft, rus
tig een paar, desnoods twee jaar wachten
op patiënten, maar ik, die gehoopt had, al
spoedig van mijn praktijk te kunnen leven
en zelfs te kunnen trouwen1
„Was ik maar rijk!" verzuchtte Trade.
„Dan kon Ur je helpen!"
Hy lachte.
„Je bent my zóó liever! Ik zou niet graag
afhankelijk willen zyn van het fortuin van
my'n vrouw!"
,jMa#r je zou je dan in een gegoede buurt
kunnen inrichten en kalm afwachten, of de
patiënten kwamen opdagen en je zou er niet
meer behoeven aan te nemen, dan je zelf
wilde en zoodoende tyd voor vewjere studie
overhouden! Ik ben er zéker van, dat je het
vér zou brengen, als je er maar de gelegen
heid toe hadt en de omstandigheden je niet
tegenwerkten. En dan
Zij hield blozend stil. 0
Hij had haar echter begrepen en vulde
aan:
„En dan zouden we niet langer met trou
wen behoeven te wachten, dat zou nog het
mooiste van alles zijn! Maar we zullen op
houden met het bouwen van luchtkasteelen;
wy zijn nu éénmaal arm en zullen het wel
blyven."
„Tenminlle, als er geen won«ter-ge-
H?urt." f
„Er gebeuren geen wonderen meer, zet
de gedachte daaraan genest uit je lief hoofd
je l» Ik zal morgen naar prdfessor van Dam
gaan en hem vragen, my aan een plaats als
assistent te helpen."
„Maar Anton, dat is immers tegen je
zin!"
„Ik moet wel, liefste! Zóó kan het niet
langer. Als assistent verdien ih tenminste
behoorlijk en kan ik gaan sparen voor een
inrichting.'*
Ziende, dat het gepraat over zyn zorgen
voor het tegenwoordige en voor de toekomst
zyn jonge verloofde ernstig en zelfs wat
droevig stemde, veranderde hy van onder
werp en stuurde het gesprek handig in
vroolyker baan, wat Trade's gezichtje
spoedig weer opklaren deed.
„Plotseling echter riep hij uit:
„Nu wordt het toch wat al te erg!"
„Wat?" vroeg zij verbaasd.
„Daar staat die oude gek je zoowaar te
„bespionneeren!"
„Wien bedoel je toch?"
„Kijk dan! Daar! Die heer in pelsjas!
Dat is dezelfde, dieZie je wel, dat ik
gelijk heb? Je bloost tot achter je ooren!
Ken je dien onbescheiden man soms?"
„Weineen!" suste zy. „Ik weet ev«nmin,
wie hy is, als jy het weet!"
„Maar je hebt hem toch meer geaien!"
„Ja, dat wel."
..Dikwijls?"
„Tamelijk! Ik zag hem voor het eerst on
geveer véértien dagen geledenik kon niet
buiten de voordeur komen, of ik zag hem
staan;'hij viel mij op door zyn langen, gry-
zen baard en door een zekere waardigheid
in zyn voorkomen."
„Een mooie waardigheid houdt hij erop
na! Op zijn leeftijd een jong meisje naloo-
pen! Het is schande!"
„Och kom, hij loopt my niet na!"
„Niet?"
„Weineen!"
,„Wat doet'hy dan telitens hier in de
buurt? Hij zwerft letterlijk om het hius
hgen, in de hoop, je te zullen ontmoeten.
Ik zal..."
„Je zult niets!" viel Trade's tante in, dio
tevoren het gesprek van het jonge paar niet
had gestoord. „Wees niet dwaas, Anton!
Ik heb al meer bemerkt, dat je licht tot^
jaloezie bent geneigd en dat is voor Tnuk*
onaangenaam, zelfs beleedigend."
„Ik zeg niets van Trade", verdedigde hij
zich haastig. „Het zou niet in mij kunnen
opkomen, ook maar een schaduw van wan
trouwen jegens haar te koesteren, maar..."
„Erger je dan niet aan een toevallige
omstandigheid; de oude heer is vermoede
lijk sinds kort hier in de buurt komen wo
nen; misschien houdt hij veel van wandelen
en heeft hij weinig anderè te doen; daar
door ontmoet je herb telkens, als je hier
komt, maar dat heeft met Trade niets te
maken. Plaag haar niet met je ongegronde
ijverzucht."
„Plaag ik je, Trade?"
„Een beetje."
„Ik beloof beterschap!"
Lachend en schertsend beëindigden zij
het kleine twistgesprek en een oogenblik
later nam de jonge dokter afscheid.
f.Kom je vanavond niet?" xtoeg het
meisje.