l 'UDA p JE Pillen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. ?en No. 15036 Zaterdag 29 Augustus 1926 65*Jaargang NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen eérste blad. (Gron.) Groot* Heden en Verleden. Lingerie week ZOON alhier: s Dit nummer bestaat uit twee bladen. 2047 90 550 •eer Xe maar an geschied! een uw FEUILLETOH. maar EN Grell’s (Wordt vervolgd). Elk leergeld, dat men betaalt, is het voorlaatste. oowel uit vroegere» buiten tien tekst uit de beroemde >udsche Handel d; De bedrijven der ig te Gouda; Kun- rouda; De Uehame- ^oornaamste monu- GOUDSCHE COURANT. De geheimzinnige verdwijning ROBERT GRELL. door FRANK FROEST oud-chef dor Recherche, Scotland Yard (Geautoriseerde vertaling). Nadruk Verboden. er- de tan be- uit «e- nlc- VoeJzaam ch V&pdkt ïring, gebrek eid, duixelig- maar niet heelemaal natuurgetrouw licht. Van het heden daarentegen kunnen we de vreugde en het geluk tengevolge van de hinderende zorg en pijnen en verdrietelijk heden en droefheid nooit ten volle genieten en dus ook niet ten volle waardeeren. En zoo valt de vergelijking bijna altijd ten voordeele van het verleden uit en alleen dan ten voordeele van het heden, wanneer dat verleden al byst^r ongelukkig is ge weest en het heden zonnig en vreugdig is. Maar ditzelfde, wat ten gunste van ons eigen verleden werkt, werkt ook ten gun ste van het verleden in het algemeen. Daar komt nog bij een factor, die ook in het eigen leven wel beteekenis heeft dat, zoodra we ouder worden, we het verleden en den vorm, dien het leven in dat verleden had, als ’t ware zien als den vorm, waarin ons eigen verleden en onze jeugd, de glorie tijd toch altijd van ons leven, staat inge past, dat dat verleden vergroeid is met on ze eerste bewustwording en de sterke en machtige indrukken en emoties, die het leven ons eens gaf. En zoo worden we ge makkelijk en als van zelf de bewonderaars van het verleden, die in het heden allerlei fouten, gebreken en onaangename hebbelijk heden hebben af te keuren en daaruit tot den achteruitgang van het menschenge- slacht concludeeren. Het is goed, dat we ons daarvan duide lijk bewust worden, omdat de levenshou ding, die we, ouder geworden, op deze wtjf ze zoo gemakkelijk gaan aannemen, ge vaarlijk ie, zoowel voor ons zelven als voor het gemeenschapsleven. Het is noodzake lijk, dat er voortdurende groei, voortduren de verandering in het leven is, wil dat leven niet versteenen. En het is evenzeer nood zakelijk, dat wij meegroeien, willen we gees’ telijk levend blijven en aan het leven deel hebben. Maar door het verleden als de al leen mooie tijd te zien, waartegen het heden schril afsteekt, verzetten we ons onwille keurig tegen dien groei zoowel van ons zel ven als van het leven, probeeren we tegen te houden, werken we althans belemmerend terwijl het de plicht van ieder mensch is mee te werken, dat de groei in de goede richting gaat. En omdat we de werking van het leven toch niet kunnen tegenhouden, bereiken we alleen, dat we ons zelven als levende factoren uitschakelen en mogelijk storend op den levensgroei inwerken. Het is begrijpelijk, dat we in het heden niet alles vinden, zooals we het het liefst zouden hebben of zooals we meenen, dat he't behoort te zjjn. Maar in het verleden is het evenmin zoo geweest. En zoo er al soms dingen kunnen zijn, die ons, ouderen, in het tegenwoordig leven en in de tegenwoor dige jeugd bizonder kunnen hinderen, laat ohs bedenken, dat elke tijd anders is dan de voorgaande, maar ook elke tijd zjjn goed en zijn kwaad heeft. In een werk over het kerkelijke leveft in Friesland tijdens de republiek komt wel ei genaardig uit, dat bijvoorbeeld de klacht over de goddeloosheid van het leven, die zoo vaak in dezen tijd gehoord wordt, even goed toepasselijk was op éen tjjd zoo vaak als een voorbeeld aangeprezen. De sabbath, zoo heet het daarin, werd ontheiligd door mayen, rigten, ploegen, door loopen en speelen op kerckhoven, door houden van boelgoeden en landvercoopingen en verhui zingen, door caetsen, doodt en de balslaen, door droncken drincken in bier ofte brande wijn, de overdadige verteeringen over ’t be- steeden van doodtvaeten enz. •Drinkgelagen werden gehouden niet slechts bij de begrafenis, ook bij het beklee- den der lijken, het beluiden der dooden en het overbrengen der lijk-vaeten. Zoo groff ging het toe, dat menich droncken bout in het sterfhuis konde vertoeven tot 9 10 uyren in den avont en haar alsdan als bees ten lasten nae huys leyden. •Het is wel eens nuttig dergelijke ‘boet predikaties uit vroegeren tijd te lezen. Men geneest er door van den waan van den goe den, ouden tijd en begrijpt, dat ook onze tijd zijn goed en zjjn kwaad, zal hebben. En dat besef hebben we voor ons zelven en voor anderen noodig. DEN HAAG- !3, Oredieten en Procesrisico. 216t 49 Het is zoo wonderlijk niet, dat we, voor al wanneer we ouder worden, bewonderaars worden van het verleden en dit verleden uitbundig gaan prijzen boven het heden, dat ons in allerlei opzichten minderwaar dig voorkomt en behept met allerlei fouten en verkeerde eigenschappen. Het is ook in het individueeie menschelyke leven zoo, dat ieder zijn verleden mooier, rijker, rustiger vooral leert zien dan het heden, zoodra hij maar van een verleden van eenige betee kenis spreken kan. Wat hem in het heden hindert en in ieders leven is veel, dat voortdurend en kwellend hindert voelt hy als 't ware nog iederen dag. Hy beleeft dagelijks de kleine zorgen en verdrietelijk heden, hij ondergaat de pijnen, hy strydt tegen eigen neigingen, eigen onmacht en tegen de smart, die het leven zelf en de menschen, maar die hij ook, zich zelf tel kens aandoet, hy lijdt nog aan het verlies, dat hem zoo juist trof. Dat alles heeft hy in het verleden ook gedaan en misschien wel in pynlyker mate. Maar de hinder, die hem dit alles in het leven veroorzaakt, de schaduw, die het over dat leven wierp en waarmee het zooveel vreugde en geluk en zondigheid verduisterde, zijn vervaagd. Hy óndergaat de Neerdrukkende, de pijnigende, beschamende uitwerking van dit alles niet meer, al herinnert hy het zich dan ode nog wel. En dit geeft het verleden dien bedui denden voorsprong, waardoor het ons als van zelf beter, mooier, zonniger Ijjkt. De kwellingen van het heden voelen we, ze doen ons dagelijks soms ieder oogenblik pijn en belemmeren ons in het genot van veel vreugde. De kwellingen van het verle den hebben ons pijn gedaan en belemmerd. Maar die pyn en die belemmering onder gaan we niet meer. En omdat de mensch een natuurlijke neiging heeft, zich tegen het ondergaan van pyn en belemmeringen en leed te verzetten .trachten we nooit, of althans slechts hoogst zelden, door onze herinnering het gevoel van die pijn weer op te wekken. (De vreugde en de zonneschijn van het verleden, die we ons ook herinneren, zien we daardoor als ’t ware door geen vlekje overschaduwd. En begeerig naar geluk en zonneschijn als we zijn, trachten we wei dat geluk van het verleden nog eens te doorleven. Doorleven we dat, dan doorleven we het voller dan eertijds, toen allerlei hin- derends ons belemmerde. En dit doorleven zet dat verleden in een wonderheerlyk, twee gemeenten is hangende en het is dus noodig eens te weten hoe het staat met den uittocht der Hagenaars naar die gemeenten. Feitelijk zijn deze dorpen niet anders dan buitenwijken van den Haag, die zelfs dichter by het centrum der residentie liggen dan menige Haagsche wijk. Zoo goed als er voortdurend Hagenaars zjjn, die van de ééne wijk naar de andere verhuizen, is er een voortdurende verhuizing van en naar Rijswijk en Voorburg, naar en van den Haag. Maar wy zien dat tenslotte het ver trek uit den Haag naar deze plaatsen steeds grooter wordt. In twaalf jaar tijds hebben zich 1800 personen meer uit den Haag naar Voorburg begeven dan er Voorburgers naar den Haag verhuisden. Voor Rijswijk is dit cjjfer 1000, voor Wassenaar 800, zoodat deze drie gemeenten 3600 personen van den Haag opstokten. Dit bewijst wel hoe noodig het is dat er eens verandering komt, want het laat zich aanzien dat naarmate deze gemeenten zich meer en meer uitbreidn in de richting van den Haag, het aantal overloopers groo ter wordt En zij alle blijven profiteeren van de voordeelen die den Haag biedt Het verzet dat in Voorburg en Ryswyk tegen een eventueele annexatie is ontstaan, be wijst ook wel welk een voordeel men in die gemeenten meent te zien in een xelfpÉndig bestaan naast den Haag, hetgeen dus wjjst op het nadeel, daKden Haag by den huldi gen toestand heeft. Wie alle cijfers der bevolking eens be- .^iet, krijgt inderdaad een aardig beeld van de groote wisseling die er steeds plaats heeft. Op het oogenblik is slechts 54 van de in den Haag wonenden ook in den Haag geboren. De helft is dus van elders geko men. Natuurlijk zjjn er ook vele Hagenaars die naar elders vertrokken zijn, maar het is wel merkwaardig dat slechts de helft hier geboren en getogen is of later weer naar hier teruggekeerd. Van een echt Haagsch „ras” kan dus niet gesproken worden. - Tenslotte nog dit cijfer: er worden steeds meer jongens dan meisjes geboren, maar het sterftecijfer onder de eeste is veel groo ter, zoodat reeds bij het 14e jaar de meisjes een overschot geven. Dan komt nog het hoo- gere vertrekcyfer voor jongens en mannen, zoodat boven de 20 jaar het overschot meis jes nog grooter is. Echter is het aantal niet verontrustend, zoodat de meisjes niet be angst behoeven te zyn dat ze al te veel in de meerderheid komen en dat dus de huwe- lykskansen aanzienlijk zouden verminderen. Zoo leeren de droge cyfers ons heel wat interessant al is het dan niet altijd mogelijk de oorzaken en de gevolgen van deze cijfers na te speuren. HAGENAAR. 87) —4- Denkt u werkelijk, dat ik Harry G oldenburg vermoord heb vroeg Grell plotseling. Ik weet het niet, erkende de chef kalm. Ik denk dat het mogelijk is. Ja, dat ia jammer* zei Greil, de sigaar uit zijn mond nemend. Deze zaak moet u heel wat moeite gekost hebben, Mr. Foyle. En die is allemaal vergeefsch, om dat ik, zooals vanzelf spreekt, met de heele zaak niets uit staande heb. Dat zal nog moeten blijken, zei Foyle. Vertel mij waarom u nooit hebt verklaard dat ik in leven wae? vroeg Grell. U zult het wel moeten doen- Kijk, er steekt geen kwaad in nu te erkennen dat het doel was u te doen denken dat wij erin geioopen waren en u zoodoende op een dwaal spoor te brengen. En dat was zoo tot u Ivan handen heb. gekregen. Dezen keer hebt ge u vergist, Mr. Foyle. Er wa ren vingerafdrukken op de dolk, waar mee Goldenburg vermoord werd, niet waar Foyle boog het hoofd. Zijn blauwe oogen gloeiden van belangstelling, die hij niet trachtte te verbergen. Hij raadde half wat er komen zou, maar hij vond) Grell’s optreden verwarrend en kon geen stellig oordeel vormen. Zeker, Grell gedroeg zich niet alls een schuldige d.w.z. als iemand', schul- die aan moord. Maar evenmin gedroeg hij zidh als een onschuldige. Hij be kommerde zich veel te weinig om den ernst van sdijn toestand. —Ja, er waren vingerafdrukken, -ei hij. Ik heb een foto ervan in zak, als u wil dat ze nu vergeleken worden. Met de mijne Dat wilde ik u juist voorstellen. U zi^t schrijfpapier en inkt in den lessenaar achter u vin den. Ik denk dat die wel bruikbaar zijn. De gevangene glimlachte toen hij zag hoe Foyle voorzichtig zijn stoel weg- sChoof om gedekt te zijn tegen eiken plotsedingen aanval voor hij hem den rug toekeerde. Hij was een oogenblik bezig toebereidselen te maken en .eg. S de toen een vel wit papier op tafeltje voor Grell. Wil u zoo vriendelijk zijn handen uit te steken zei hij. Toen Grell dit deed, smeerde luj de toppen van diens rechterhand in ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per poet per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zfcn dagelijks geopend vaa.9—4 uur. Administratie TeL Int 82; Radactie TeL 545. en aambeien Wonnen dat dit raij niet verbaast. Ik geloof, dat wanneer u hem hadt vermoord, u man genoeg geweest zou zijn te blij ven en de gevolgen af te wachten. U zult opmerken dat ik u nog niet in den vorm' gearresteerd heb Maar ik geloof dat u alles omtrent de misdaad weet dat u misschien ooggetuige bent geweest. Voor den eersten keer gedurende Voor Scheveningen is het naar wy hoor den, een zeer goed jaar geweest. Verletten week is op een vergadering van Zeebad- Scheveningen dit met genoegen geconsta teerd. Wel was daarbjj de hoop nog met veel ernst op deze laatste weken gericht om dat die het resultaat van goed op zeer go_ed kunnen brengen, maar men was reeds zeer tevreden. Dat is een gelukkig feit, want de beteekenis dia de welvaart van Schevenin gen heeft èn voor de badplaats en voor de bevolking van het dorp èn voor den Haag is niet gering. Er zjjn zeer vele slechte ja- ren voor de badplaats geweest en eerst se dert verleden jaar is er eenige verbetering gekomen, die dit jaar klaarblijkelijk nog verder is gegaan. We hebben ons er vroe ger dikwijls over verwonderd hoe het moge lijk was dat alles nog zoo onverstoord bleef bestaan en hoe men ieder jaar wper met zooveel lust aan den arbeid trok als het sei zoen begon, omdat men dikwijls vooruit al wist dat het een mager jaar zou worden. Thans echter lijkt het alsof Scheveningen de crisis te boven is gekomen en dat het weer de oude glorie «al herkrijgen. Wanneer dit er ook toe leidt dat men bij voortduring tracht de aantrekkelijkheid van het verblijf te vergrooten dan gaat de badplaats weer een goede toekomst tegemoet. Het aantal baden is dit jaar zeer groot en het is met bizonder genoegen dat dit geconstateerd wordt. Verleden week hebben wij eenjge interes sante cjjfers gegeven uit het statistisch jaarboekje van den Haag. Er zouden daar uit nog zeer vele zijn op te diepen. Eén der merkwaardigste soorten is wel die welke betrekking hebben op den aard der bevol king. Er is daarin natuurlijk een geregeld op en neergaan. Jaarlijks vestigen zich zeer vele personen hier dit cijfer loopt iw de twintig duizend er vertrekken er weer zeer vele dit cijfer is iets kleiner dan dat der vestiging. Van deze cyfers zyn interes sant die der Indische gasten. Ieder weet dat den» Haag het meest geliefd is voor het ver blijf van hen die met verlof hier te lande zyn. Dat blijkt ook? al weer uit de cyfers. Sedert 1919 vestigden zich uit Indië gemid deld 2490 personen in den Haag. Een deel daarvan, moet echter na korter of langer tijd weer terug, maar dit aantal is jaarlijks een duizendtal kleiner, zoodat gemiddeld per jaar een duizendtal Indische gasten zich blij vend in den Haag vestigen. Dit is voor de residentie een niet onaanzienlijke bron van inkomsten, want we mogen gerust aanne- .men dat alle duizend hier komen om van hun rente of pensioen te leven. Zij brengen dus veel meer in de gemeente dan zy er van vragen en zij zijn dus een voordeeltje. In zes jaar tyd kwamen er zoo 6500 personen uit Indië naar den Haag over. Een tweede soort interessante cijfers, die voor den Haag een bizondere beteekenis hebben zyn die, welke verband houden met de omliggende gemeenten Voorburg, Rijs wijk en Wassenaar. De annexatie der eerste CENTS ai so Pekel vleeoch 28 per one. Leverkies 28 Roastbeef 42 Kalfsvleesch Croquetten 20 cent «a» s - per stuk. A. 1 OPSTELTEN TELEPH. 120. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DOOLXXIX. Het begint met den nemer al leelijk op een eind te loopen en als vanouds kan Au gustus zich niet tot het einde goed houden. We hebben natuurlijk over het verloop van den zomer niet te klagen maar het is wel jammer dat die paar weken Me nog resten altijd min of meer bedorven worden. Sep tember haalt het dikwijls nog een beetje op maar de vacanties zijn dan grootendeels achter den rug. over het tafeltje been en was dicht bij dat van van bewijzen, dan ik, zei hij rudig. Persoonlijk geloof ik niet dat de fei ten, welke u nebt opgenoemd mij van iets anders beschuldigen dan van ex centriciteit. Wie is trouwens Harry Goldenburg Behalve het feit dat hij mijn dubbelganger is, weet ik nies van hem1. Dat is zeker een toevallige omstandigheid, maar waarom' ter we reld ik iets zou verbergen, weet ik niet. U praat onzin, Mr. Grell, en dat weet u, zei Foyle met een vermoeide handbeweging. Er is te veel dat door toeval weggeredeneerd moet worden. Wij weten wie Harry Goldenburg was en dat er een krarhtige beweegreden voor u bestond omi hem' uil den weg te ruimen. Hij leunde zijn gedicht Grell. U kunt alleen uitstellen, u kunt de jus'itie niet tegenhouden door uw mond te houden. De' diepe lijnen om Grell’s mond werden koppiger. Ik zal mij aan mijn verhaal hou den, zei hij. En toen, terugkeerend tot zijn vori ge luchthartige wijze van spreken de toppen van diens rechterhand met inkt. Druk nu uw vingers licht vast op het papier. Dank u. Hij bracht een kjeine staande lamp dichterbij en onder de slra.en ervan bestudeerde hij de twee stellen af drukken nauwkeurig. Hij had geen vergrootglas noodig om le zien dal geen van Grell’s vingerafdrukken over eenkwanien met de twee, die duide lijk op de dolk stonden. .Grell leunde achterover in zijn stoel, alsof die zaak hem volstrekt niet aanging. Is u dat voldoende, Mr. Foyle vroeg hij ten siotte. De chef knikte, terwijl hun blikken mijn., „elkander ontmoetten. Het is voldoende om' mi j te doen zien dat u niet inderdaad den man hebt vermoord, zei hij vast. Ik erken ADVERTENTIEPRIJS Uit Gouda oa omatrehe» (baboormfe tok (tan bezorgkrin*) 1—5 regels 1.30, elbe regel moor /OJ5. Van buiten Gouda en don bocotgkring: 1—5 regela 1 55, elke regel moer 0.80. Advertentiën ia bot ZetentagDunmer 20 bijslag op dan prfja. Idelüiuiigheida-wivMtemtjto dn helft m dea prfjz. INGEZONDEN MEDEDEBUNGBN» 1—4 regola dike regel moer fAbO. Op de voorpagina 50 bboger. Gewone advertentiën en ingezonden madadeeUngpn Hf couteaet tot «eer gereduoeer- den prjjs. Groote lettere en randen worden berekend naar piaatanlmte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuaaoheofronMt vaa «oliede Beekhea- delaren, Advertentiebureaus en onze Agente» ea moeten daagp vMr da plaatsing aan bet Bureap zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd to zjjn. het onderhoud verloor Robert Grell zijïi aelfbedieersching. Met gebalde vuisten en het staal der handboeien diep in het vleesch van zijn polsen hij was ze geheel vergeten zat hij daar. Er was een bedoeling in Foyle s toon, die hij wel moest begrijpen. Hij hijgde eens of tweemaal en zijn wan gen gloeiden. Spreek thans duidelijkl schreeuw de hij heefcch. Waarop zinspeelt u I.augzaaiu begon Foyle het papier, waarop Grell’s vingerafdrukken ston den, in stukken, <e scheuren. Hij w^s kalm, ondoorgrondelijk. Ik dacht dat ik1 tamelijk duidelijk was geweest, antwoordde hij. Om dui delijker te wezen zal ik vragen of een man, beroemd, rijk en met een eer- vollo reputatie, vlurht op den aNond voor zijn huwelijk, geholpen ddor zijn kamerdienaar rich verbergtin een armoedig deel van Londen, en zich in verbinding stelt met twijfelaahtige ka rakters d?e, om kort te gaan elke poging doet om de justitie te mislei den niet de een of andere krachti ge beweegreden heeft voor zijn da'* en? Is hef niet logisch te veronderstellen dat hij medeplichtig is aan de mis daad Grol! uitte een zucht van verlichting en zich bukkend, raapte hij zijn si gaar op, die op het Mpijt was geval len. Hij had zijn kalmte herkregen. U zijt een beter beoordeel aar GOUDA Te lef. 734

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1925 | | pagina 1