BOVENHUIS,
Geschramd
Kloosterbalsem
hu£r a*0"e Spralc H C'
pamrubrieT
VERPACHTING
Vischrsoht In de Gouwe.
het visehrecht in de Gouwe
AMBACHTSAVONDSCHOOL.
DINSDAG 1 SEPTEMBER
MODEPRAATJE.
üvergangahoedjee.
De kleine vilten toquee zyn ook al niet
anders dan ronde hoedjes, waarvan men den
rand op zijde heeft doorgeknipt, zoodait het
voorste deel van voren en het achterste deel
van achter strak tegen den bol opgelegd
wordt. Met de steekachtige punten voert
men dan een kleine drapeering uit, terwijl
eene fraaie similé-speld, vlak van voren, de
eenige garneering, tevens „finishing tou^|i"
aanbrengt.
Een even gezellig als grappig hoedje
wordt verkregen door van een gewoon potje
den achterrand stijf tegen het bolletje aan
te drukken. Twee gladde reepen vilt wor
den om het bolletje gestrakt en van de uit
einden wordt rechts bij de achterklep een
élégante vlinderstrik gelegd, welke de sier
lijke garneering uitmaakt.
Enkele vilthoedjes hebben hoekige randen
van ander materiaal, b.v. van met zilver ge
grilleerd lint
lp eene smallere editie herhaalt dit zich
om den bol, terwijl een penvormige strik
van de eerste breedte, tegen den van vorerf
opgeslagen rapd komt te liggen.
Wat al variatie is er ook in de tint-op-
tint versieringen. Hierbij zijn als 't ware
•twee gekleurde vilthoedjes in opvolgende
tinten op elkaar geplakt. In 't bovenste zijn
kunstige figuren uitgesneden, welke in de
lichtere of dónkerder tinten van het onder
ste sprekend naar voren treden.
Er zijn bijzonder pittige hoedjes van cas
tor, spoedig te herkennen aan de stijfheid
en aan de af gebiesde randjes.
Een gelukkig uitgevallen voorbeeld is met
van voren opgeslagen randje, dat in 't mid
den een kleine inham vertoont. Het sierlijk
puntig-opgaand bolletje, waarvan het rand
je de belijning meemaakt, geeft het den
vorm van een Gdthisch raam, wekt althans
onmiddellijk gedachten op aan dien vorm.
Van castor voldoet ook een hoedje in pot-
vorm riet een dubbel randje, dat, bovenop
geplaatst, er een toque-achtig aanzien aan
geeft. Midden op zyn ronden puntbol is een
enorme zijden kwast geplaatst, welke vroo-
ljjk omlaag bengelt en by iederen stap slin
gerende bewegingen maakt
Dat vilt- en castorhoedjes voor den sei
zoensovergang zo gewild zijn, verhindert
niet de nog grootere voorliefde voor ve-
lours-hoedjes (geschoren ourson). Hunne
„vogue" kent geen grenzen. Ze zijn er in
alle modekleuren, in alle vormen, de mees
ten- met alleen maar een linttoand om de soe
pele bolletjes, anderen met ingepjooide lint
ruches als nieuwgevonden kleedzame gar
neering,sommigen met alleen maar de sier
lijkheid van een soepel-geplooide bol en een
dubbele bolle rand.
Ze vertegenwoordigen met de doorstikte
velours-panne en velours-anglaise hoedjes,
het duurdere genre. Met welke prijzen het
evenwel nogal begint.los te loopen, gezien
hun grooten eenvoud en de concurrentie
welke zy van den toch-reeds-zich-annoncee-
renden grooten hoed te duchten hebben.
Als echte overgangshoedjes zaïl hun le
vensduur wellicht slechts enkele maanden
tellen, al zal hun verschijnen veelvuldig zijn,
daar zy om hunne sprekende modekleuren
voorbestemd zijn, om bij elk toilet passend
gekozen te worden.
GRACE ALLAN.
MEDISCH! BRI1TBN.
Maagverzakking.
III.
Wy willen dit maal met elkaar nagaan tot
welke klachten een maagverzakking aan
leiding geeft. Allereerst moet ik u dan
mededeelen, dat deze liggingsafwijking
soms zeer toevallig b.v. by een keuring
voor een levensverzekering en dergelijke
door den medicus gevonden wordt, terwijl
de persoon in kwestie nooit de minste
last ondervindt of ondervonden heeft aan
de kant van de maag. Ja, het komt zelfs
niet zelden voor, dat wy menschen aantref
fen, by wie een vry belangrijke verzakking
van de ulaag aanwezig is en die niet de
minste last hiervan hebben gehad.
Helaas zijn niet alle bezitsters en bezit-
ters van een maagverzakking zoo gelukkig,
doch ziep wy ook tal van patiënten in de>
loop der jaren, die wel ter dege de onaan
gename gevolgen van een en ander onder
vinden, al dienen wy, zooals wy zullen zien,
zéér voorzichtig te zijn en niet alles zonder
meer maar op rekening te schuiven van de
gevonden afwijking. Een vol gevoel in de
maagstreek, hetwelk soms overgaat in mis
selijkheid en braken al of niet gepaard met
maagpijnen, ziedaar de misère, welke veel-'
al wordt geuit. Onderzoekt men dan de
maagstreek en vindt men een uitgezakte
maag, dan zou men ongetwijfeld meenen
deze klachten op rekening van de gevon
den afwijking te moeten stellen. De medi
cus is echter ietwat voorzichtiger. Hij zal
de functie van de maag onderzoeken m.a.
w. zien of de maag bij het spijsverterings
proces behoorlijk zyn plicht doet en zelfs
als alles normaal is, zal hij met eenigen
angst ^en beven zonder meer alles schuiven
op de schouders van deze ietwat eigenaar-
djg gelegen maag. Immers wij weten, dat
by een normale ligging van dit orgaan de
zelfde, klachten zich kunnen openbaren en
zeer zeker het zenuwleven van den persoon
in kwestie een uiterst gewichtige rol pleegt
te spelen.
O zeker, wy willen geenszins wegcijfe
ren de eenigermate plaats hebbende rek
king van den slokdarm, welke, zooals u
weet, boVen de maag gelegen Is, doch hoe
ernstig de maagverzakkipg ook 'zy, toch is
't onverklaarbaar, dat zy tot werkelijk errt-
stige klachten aanleiding geeft.
Wy zagen den vorigen keer, dat de ver
zakking van de maag veelal gepaard gaat
met die der overige buikingewanden. De al
lervoornaamste rol spelen in dit opzicht na
tuurlijk de darmen. Ook hier komt 't, wat
de afwijking zelve betreft zelden of nooit
tot ernstige klachten, en zoo deze er moch
ten zijn, dan moet aangenomen, dat wy bij
een ander, veelal psychisch lijden, toevallig
een verzakking der buikingewanden aan
treffen.
Gelukkig zijn wy in staat aan dit euvel
de behulpzame hand te bieden, hetgeen de
patiënt, al heeft deze geen ernstige klach
ten, steeds aangenaam is. Een goede pas
sende buikband, welke de ingewanden een
flinke steun geeft, is meestal een uitkomst
voor degenen, die piet deze aandoening be
hept is. Daarnaast verdient het bovendien
aanbeveling, dat men niet to veel vloeistof
tot zich neemt, doch liever vaste spijzen,
welke, hoewel voedingskrachtig, weinig
plaats innemen in het maagdarmkanaal.
Zoo wy dus gezien hebben, behoeft nie
mand, die in *t bezit mocht zijn van een uit
gezakte maag al of niet gecompliceerd met
een verzakking der pverige buikorganen,
zich ongerust te maken, ook al lykt deze
aandoening zoo op het eerste gezicht lang
geen onschuldige.
Mr. H. C. Dresselhuys
over Democratie.
By de hedendaagsche democratie
zijn regeering en wetgeving niet
meer de afspiegeling van den wil
van het geheele volk. Het meerder
heidsbeginsel heeft in plaats van
het recht de macht ten troon ge
heven.
In een artikel in feuilletonvorm door de
Nieuwe Rotterdamsche' Courant geplaatst,
behandelt Mr. H. C. Dresselhuys het onder
werp „Democratie". Uit dit artikel lichten
wy de volgende brokstukken:
...Men vraagt zich (trouwens) af,
waar de „oud-democraten" huizen. In Ne
derland is geen politieke party bekend,
of het zouden de nog zeldzame exempla
ren van het Nederlandsche fascisme moe
ten zyn, die desbewust de democratie^zou
willen belagen; en de conclusie moet dan
ook wel zyn, dat dit woord ons bitter weiy
nig helpt voor een bepaling, wat het
werkelijke doel van den stryd kan zyn.
Trouwens, wat is democratie Ik weet
wel, dat er bibliotheken vol boeken be
staan vol van geleerdheid over dit be
grip en met evenveel definities, maar dit
brengt ons eer tot verdere begripsver
warring dan tot duidelijk begrijpen.
Voor zoover democratie in politieken
zin moet worden bepaald, schijnt«my al-
tüd nog de meest practische omschrij
ving, dat regeering en wetgeving een af
spiegeling moeten zyn van den wil van
het geheele volk. In theorie zyn daartoe
dé middelen met het volledig algemeen
kiesrecht en de algemeene benoembaar
heid vrij wel verkregen, Dat de practyk
een andere is, ligt aan de gebrekkige ma
chinerie Van die demobratfie, die als eenig
middel vaii machtsuiting heeft het be
sluit van tenminste de helft plus één,
met het gevolg, dat men gelooft, dat imet
den wil van de helft min één niet de
minste rekening behoeft te worden ge
houden.
Het is een absolute fout te denken, dat
het wezen der democratie hierin bestaat,
dat men de macht toekent aan de meer
derheid of datfhet heerschen van de
meerderheid als zoodanig democratisch,
zal zyn. Integendeel, het beslissen by
meerderheidsbesluit is slechts een prac
tische, oplossing om den wil van een, zoo
dicht mogelyk aan het totaal van allen
grenzend deel te benaderen; om niet vast
te loopen op het doode punt van geen be
sluit te kunnen nemen. Zooals men vaak
by staking van stemmen zich beroept op
het lot. Maar de gedachte is, dat men
den wil leert kennen van de geheele ver
gadering, waarvan de leden niet voor
zich en niet eenzydig, maar voor allen
beslissen; de meerderheid beteekent
meerderheid van inzicht van wat zoo mo
gelyk allen willen, althans redelykerwys
zouden behooren te willen.
Helaas heeft men in de practyk vaak
dit gebrekkig uitingsmiddel van de de
mocratie n\^t de democratie zelve ver
ward en daarmede haar wezen zelf ge
schaad.
En de gevolgen van die vitale zwak
heid zyn dan ook niet uitgebleven, inte-
gendeel de foutieve toepassing van de
democratie neemt gaandeweg toe. Ter
wijl het ideaal vim de democratie was,
dat de gezamenlyke volkswiL alle onder
scheidene volksbelangen gelykelyk zou
dienen ieder naar zijn beteekenis voor
de samenleving, biet andere woorden een
waarborg zou zyn van het Recht naar
het gemeenschappelijk volksbegrip, heeft
het meerderheids!*grijp die gedachte
meer en meer verdrongen en in plaats
van het Recht de Macht ten troon gehe-
iveu. Met het effect, dat in de binnen-
landsche" politiek zoo hier als elders een
toestand is ontstaan, die wonderveel ge-
lykt op de zooveel en terecht gewraakte
internationale verhoudingen, de zooge
naamde wereldanarchie, den Statenchkos,
die de bron is van onrecht en onder
drukking, die telkens de kiemen vormt
voor nieuwe oorlogen. Met dit onder
scheid, dait, terwyl de menschheid op in
ternationaal gebied begint wakkar te
worden en in stede van naar eigen macht
door oorlog gaat streven naar recht door
vrede, geestelijk en zedelijk derhalve
streeft in opgaande lijn, nationale po
litiek van een schijnbare ordening, van
een rechtsgedachte, die de democratie
heette, naar beneden glijdt in (ten zin
van worsteling om de macht en egoïstl-
schen strijd. Tot schade van maatschap
pelijke en economische ontwikkeling, tot
schade van zedelijke Verheffing vooral.
De democratie had zich vruchtbare
evolutie gedacht uit de kracht van twee
ongeveer gelijk sterke politieke stroo-
mingen, die tegen excessen in toom wer
den gehouden door de kans van regel
matige afwisseling in bestuursmacht;
beide gecontroleerd door de openbare
meening, den volkswil, die als midden
stof de balans kon verschuiven, zoodra
de tijdelijk heerschende partij het recht,
zooals de openbare meening dit verstond,
niet meer diende, zoodra de partij zich
liet verleiden tot machtspolitiek, tot ge
bruikmaking van eigen belangen en on
derdrukking van die van anderen. In die
gedachte had iedere staatkundige party
al verschilde men onderling over het
beginsel van uitgang, over de middeïen,
over het tempo, over de vraag welk on
derwerp het meest dringend behartiging
verdiende als hoèfddoel het algemeep I
belang, het recht, voorop te stellen!1 itfh- 1
tuurlyk had iedere partij haar eigen vi
sie op welke wijze het algemeen belang
het best kon worden benaderd, zagen
sommige dit meer in het geestelijk of
zedelijk, andere in het stoffelijk, maar
een doelzetting jds partij van een niet-
aflgemeen belang, van groeps- of massa
voordeel was uitgesloten. Zoo had ook
Thorbecke in zyn grondlegging van het
Nederlandsche Staatsrecht den politie
ken ontwikkelingsgang gedacht, waarby
het hoogste staatsbelang, het recht als
fundament, zou worden gediend door de
allengs meer door heit geheele volk uit
gedrukte volksovertuiging gelouterd en
in constante baan gehouden door den ze-
del ijken iftvloed van den constitutionee-
len Vorst.
Onnoodig er aan te herinneren, dat de
intrede van de sociaall-democratie, on
danks hare benaming (het slechts opko
men voor een gedeelte van het volk sluit
eigenlijk democratie en socialisme uit),
de eerste inbreuk vormde op dit stelsel
van werkdadige democratie. Waar hier
onomwonden niet het algemeen belang,
maar het belang van een enkele maat
schappelijke groep als doel werd gestold,
erger, waar als middel niet meer een
regelmatig meer veld winnende volks
overtuiging, maar brute kracht, zoo noo-
dig geweld werd voorgesteld, waar een
steeds sterker wordende nationale ver
deeldheid door klassenhaat en klassen
strijd werd gehoopt, Ion een democra-
tisch systeem niet meer gedijen. Hoeveel
gelukkiger zou het niet zijn geweest, in
dien zy voor de nationale ontwapening
toepassing hadden gezocht op dit terrein.
Helaas het streven der sociaal-demo
cratie naar machtsbegeerte om eigen
voordeel heeft school gemaakt, en het
evenredig kiesrecht heeft dit ongetwij
feld in de hand gewerkt. Wie verwon
dert er zich nog over, waar blyft de pu
blieke afkeurtyg, nu zich allengs meer
partijen en partijtjes vormen, die zonder
blikken of bloten, het nationaal belang
als een bykopstige zaak naar achter
schuiven en rondweg verklaren alleen te
willen opkomen voor de zaak van een en
kele kiezersgroep
Na een uitvoerige critiek op het regeer-
systeem van de twee kabinetten Ruys de
Beerertbrouck vervolgt mr. Dresselhuys:
Wy en anderen hadden gehoopt, dat de
stembusoplossing zou liggen in een „na
tionale regeering", dat wil zeggen, een,
die zieh wist los te maken van party-
dienst en eigen belangen en die naar de
hoogere democratische opvatting gelyke
lyk door en voor het geheele volk re-
geeren kon. Nu het meederheidsstelsel
gefaald heeft en eenzelfde politieke visie
als regeering^koers voor het algemeen
belang niet meer bereikbaar schijnt, had
de oplossing niet mogen zijn of blijven,
dat men zoekt naar een machts-agglo-
meratie tot bereiking van een kunstma
tige meerderheid, maar naar een groot-
sten gemeenen deeler van inzicht in het
algemeen belang. Dat dit mogelijk is
en de toekomst wyst m. i. noodzakelijk
in die richting bewyst de reeds in vele
gemeenten toegepaste practyk om by de
samenstelling der besturen als uitdruk
kelijk of stilzwijgend program te stellen
het gemeentebelang, en by de keuze der
functionarissen uit verschillende partijen
de bijzondere partij richtingen ntet te ont
kennen, maar fach ondergeschikt te stel
len aan het hoofddoel.
Maar zoover is men in de landspoltdiek
nog niet en de gedachte, dat men de al
gemeene zaak, het recht, als het hoogste
wil dienen, schijnt in de oogen van som
migen iets zoo onwaarschijnlijks, dat men
hun, die een nationale regeering beplei
ten, alleen als drijfveer wil toeschrijven,
dat zij zelven^ook hunkeren naar de
macht en ministerzetels. Alsof in de tij
den vÜn thanrf voor een ernstig mensch
het aanyaarden daarvan niet als een
zware en zeer onaangename plicht, dien
men liefst vermijdt, in plaats van als
een genot en lust ware te beschouwen!
De eigen machtsbegeerte schijnt tot een
zonderlinge mentaliteit en verward oor
del over anderen te leiden.
Intusschen is wel te constateeren, dat
de strijd der nu komende periode niet
over de demodratj® in dezen zin, niet over
de politieke democratie zal gaan. Hoe
ligt dan de aanvalslyn, die zoo ten on
rechte wordt voorgesteld als te zyn de
worsteling „om de democratie"?
BINNENLAND.
Henri Polaf over de denkbeelden van
Stenkuis.
In het Weekblad van dien A.N.D.B.
heeft H(eari) P(ofak) een tweetal ar
tikelen geschreven over de ideeën van
den heer Stenbuis in zake een nieu
we partij. Hij besluit deze aldus
„Het eenige voordeel, dat een. Ar
beiderspartij ons zou kunnen brengen,
is van geldetijken aaTd. Als het N.V.
V. deel uitmaakt van zulk een partij,
dan aal er aardig wat in het laadje
kunnen kamen. Maar .tot nog toe heeft
de 8.D.A.P. zich toch ook wel kunnen
redde».. Velen hebbenj daartoe vaak
offers, groote en kleine moeten bren
gen. Zeker. Dooh in het .offeren is
iets schoons gelegen. Men heeft een
zaak te liever, naar mate men er groo
tere otters voor te brengen heeft en
ik weet niet of men niet een' mooi,
een verheffend en versterkend ele
ment uit onze beweging zou verwijde
ren, indien men de noodzakelijkheid
„tot het brengen van offers zou ophef
fen hetgeen niet opgewogen zou wor
den door het toevoeren van ettelijke
tienduizenden leden, die niet tot de
Dolitieké organisatie zijn gék omen uit
m hen levenden drang tot arbeiden
en offeren voor het socialisme, doch
in massa overgeheveld werden per He-
sluit der jaarvergaderingen hunner
vakbonden".
De conclusie van den heer Polak is
dus, dat er hoegenaamd geen reden
bestaat, onr hier te lande kunstmatig
in het leven te roepen een organisa
tievorm, die in Engeland historisch ge
groeid is, doch daar volstrekt geen
grootere resultaten bereikt heeft, dan
wij hier, met onzen organisatievorm,
die zijn eigen historische beteekenis
heeft.
aan het prikkeldraad? Doe er direci
wat Akker's Kloosterbalsem op, die zul
vert en geneest snel zonder litteekens.
Heb dus steeds een pot in huis, want:
heelt hlle wonden
8386 14
De belastingdruk voor groote gezinnen.
Door» den Ned. K.*K. Bond' voor
groote gezinnen is onderstaand) request
verzonden aan den Ministerraad
Ondergetekenden d. F. *M. v. Mee
geren .te Venlo en J. H. Kray te Bre
da, in hun kwaliteit van resp. voor
zitter en secretaris van den Neder-
landschen R.-K. Bond voor Groote Ge
zin» ten, goedgekeurd bij Kon. besluit
van 21 Nov. 1919 No. 27, dezen ver
tegenwoordigend
geven met verschuikligden eerbied te
kennen
le. dat de grootte gezinnen door hun
getalsterkte onevenredig moéten bij
dragen in de hier te lande geheven
belastingen, inzomdertielidi de verte
ringsbelastingen
2e. dat vele verordeningen betref
fende de Gemeentelijk© Inkomstenbe
lasting in de regeling van den afirek
voor noodfcakeilijk levensonderhoud, be-
doe-id1 bij art. 2114 d. der Gemeente>-
wet. weinig of niet voldoende reke
ning houden met de' belangen der
groote gezinnen
3e. dat de thans geldende scbool-
geldregeling zeor in het rtadeél is van
de groote gezinnen-
- 4e. dat de ingediende óntwerp-Weel-
debelasting veeleer een beswaring dan
eene verlichting van belastingdruk voor
de groote gezinnen b.elooft teweeg te
brengen
5e. dat enkele onbillijkheden voor
komen in dte personeel© belasting voor
zoover deze is een gezinsbelasting,
n.l. de heffing op huurwaarde én mo
bilair
dat deze heffingen niet in evenre
digheid staan met de draagkracht, in
het bijzonder niet bij vergelijking met
het draagvermogen der ongeil uw den en
van de kiene getónnen, zoodat er bij
het bestaande belastingstelsel meer
belasting wordt gevorderd-, waar min
der draagkracht is
dat adressanten daarom' Uwe Excel
lenties eerbiedig verzoeken het daar
heen te willen ledden, dat er te dezen
opzichte voor het groote gezin billijk
heidshalve meer gelijkheid worde ver-'
kregen.
Bovendien! veroorloven adressanten
zidl nog de vrijheid' Uwe Excellenties
bijzondere aandacht te verzoeken vtWT
de verdere' wemschem als
le. spoedige invoering van 'n Rijks-
kindertoeslagfonde
2e op geb'ed' van woningbouw, het
bouwen van ruimere woningen voor
groote gezinnen, zonder dat naar even
redigheid de huur wordt verhoogd'; en
de-'het beramlen van middelen ter
bestrijding der levensmlddelendliurle
en controle op de prijzen,;
't Welk doende,
Collectieve Contracten en hun bindend-
verklaring.
De Nederlandsche Nijverheid, orgaan
van het Verbond van Nederlandsche Fabri
kanten Vereenigingen, tespreekt het voor
ontwerp van wet tot binflendverklaring van
collectieve contracten, dat mifloter Aalber-
se aan den Hoogen Raad van Arbeid heeft
gezonden. Na een korte uiteenzetting van
den inhpud, zegt het orgaan, dat wanneer
ever de wenscheljjkheid van bindendverkla
ring van C. A. O. Uitspraak moet werden
gedaan, het eerst noodig is het standpunt
te bepalen tegenover de C. A. 0. op zich-
zelve. Daaraan klevep n.l. ernstige bezwa
ren, hoofdzakelijk van practiachen aard.
..Een groot maatschappelijk nadeel b.v.,
H&n C. A. O. nu eenmaal eigen
schjjnt te zfjn, ia de veel te geringe diffe
rentiatie tusschen den bekwamen vakman
en den onbekwame. Loonschalen naar leef
tijd in plaats van naar bekwaamheid zijn
in C. A. 0. schering en inslag. Hierdoor
ontstaat een tendens tot nivelleering met
als gevolg onvoldoenden prikkel om zich
de meerdere vakbekwaamheid eigen te ma
ken; een verschijnsel dat zich allerwege
voordoet.
Voorts houden de landelijke contracten
en hun standplaatsindeeling onvoldoende
De loonen ten plattelande toch zyn niet uit
te drukken in een percentage van dif der
steden. Zy zyn afhankelijk van geheel an
dere factoren, als bloei van land- en tuin
bouwbedrijven, oogst- en weersomstandig
heden, afgezien nog van de geheel verschil
lende levenswijze der plattelandsbevolking.
De C. A. O. wordt door vele werkgevers be
schouwd als een noodzakelijke factor voor
rust in het bedrijf. En inderdaad geeft een
dergelijke C. A. O. ook wel perioden van
kalmte in den loonstrijd, die dan echter
tegen den afloop weer des te heviger op
vlamt, en groote stakingen en uitsluitin
gen veroorzaakt. Zie de bouwbedrijven op
dit moment. Deze rust kan trouwens nooit
anders beteekenis hebben dan die van stil
te vóór den storm. De bestaansvoorwaarde
van vakvereenigingen en vooral van de vak-
vereenigingsleiders is nu eenmaal strijd.
Voor de vakvereenigingen is C. A. O. dan
ook slechts eeri wapen in den loostrijd en
geen middel tot vrede. Met vrede toch is
de positie der vakvereenigingsleiders als die
van de ambtenaren v^p een crisirimreau,
overbodig. Bovendien is de vrede in het be
drijf >n strijd met de klassenstrydprincipes
der moderne vakbeweging. Ook hier dus
toont zich de C. A. O. vun een zeer zwakke
zyde. Een zijde, die duidelijker zichtbaar
zal zyn naarmate de C. A. O. verder af
staat van haar oorspronkelijken vorm van
een verzameling vari individueele arbeids
contracten, zooals zij b.v. is in het mijnbe
drijf en niet is b.v. in het sigarenmakers
vak.
Tenslotte bevatten een aantal C. A._0.
bepalingen, die de patroons dwingen loater
georganiseerde arbeiders in dienst te ne
men. By een stijging van de conjunctuur
zullen de vakvereenigingen, die, zooals be-
grijipelyk is, hoogen pry a stellen op deze
bepaling, steeds sterker aandrang in deze
richting uitoefenen. De arbeiders worden
dus ook langs dezen weg naar de vakver
eenigingen gedreven, hetgeen, gezien de
reeds boveh omschreven principieele rich
ting der moderne vakbeweging, die door de
andere organisaties gedwongen of vrijwil
lig ook eenigszins gevolgd wordt, een ge
vaar opleve»*- voor de industrieele welvaart
van hft land. De collectieve contracten ver-
grooten de macht der vajfvereenigingslei-
ders in alle opzichten en openen den weg
tot medezeggenschap."
Wat het voorontwerp zelf betreft, merkt
het orgaan op, dat het argument van den
minister, dat het aantal collectieve arbeids
overeenkomsten van 87 in 1911 tot 809 in
1924 is gestegén, 'misleidend is, omdat dit,
aantal de laatste jaren juist aanmerkelijk
is teruggeloopen, n.l. van 983 in 1920 tot
809 verleden jaar.
Voorts ziet het blad niet in, waarom een
patroon als „minder sociaal voelend", zoo
als de minister zegt, zou moeten worden
gebrandmerkt wanneer hy, in overeenstem
ming met de plaatselijke behoefte, loonen
betaalt, die, in geld uitgedrukt, lager zijn
dan in duurdere gemeenten. Het gevolg
van de door de voorstanders gewenschte
nivelleering zal prysstyging allerwege zijn,
omdat de concurrentie wordt uitgeschakeld.
De exportindustrieën zullen daarvan, aldus
het orgaan, ook weder de nadeelen onder
vinden.
De Hugo de Groot-herdenking.
In aanfluiting op hot reeds door (Mis
gemold© over do herdenkingsplechtig
heid van 'Hugo do Groot, in do Nieu
we Kerk te Delft, nog het volgende
Allereerst sprak prof. mr. M. W'. F.
Treuity, die de bijeenkomst opende, en
een overzeilt gaf van de beteekenis
van Grotius voor deren tijd en waar
bij men denkt, in do eerste plaats, lbo
niet uitsluitend, aan den schrijver van
het onvergankelijk werk „De Jure Bel
li ac Paci;-,". Wat Grotius daarin aan
tijdgenoot en nageslacht heeft gegeven
h niet uit ai'jn brein gekomen gelijk
Minerva uit het hoofd van Jupiter
Hij heeft ook op het terrein dat hij
in dat werk betreedt, vele voorgan
gers gehad en, zoowel uit den Bijbel
als uit de geschriften der klassieken
geput- In zoo siterke mate is dit hei
geval dat men bij het lezen van zijn
werfc telkens duizelt van do aanhalin
gen en verwiijzingen die tx*o veelvul
dig zijn dat zij aan een ooquetteeren
mot ongocwenaarde belezenheid doen
donken, en de lectuur van zijn boek
'niet juist tot een ontspanning maken.
Prof. Treub wees er op hoe men
telkens getroffen wordt döêr de diépte
en do breedtei zijner b^chouwingdn-
Men voelt voortdurend dat daar een
man aan het woord ia die onmisken
baar een kind fs van zijn tijd en njn
land, maar die tegelijk i» van 8"e
tijdien en alle landon.
Aan de verheerlijking van een alh
stract natuurrecht rijn wij sedert lang
ontgroe— Sedert don tijd waarin Gro
tius dacht en .schreef, hebben wij, zo®
zei hij, de ïelativitedt ook van de
rechtsvoorschriften loeren beseffen
is tot ons doorgedrongen dat rechten
moraal deel uitmaken van het steeds
veranderend en laat ons hopen^""
zich ontwikkelend! en vervolnfckeod
volksleven.
Maar, al erkennen wij met ons mo
dem inzicht ndet het gezag van het
abstracte natuurerekht, waarop Grotiu»
/jim .elKens beroept, en dat het uit
gangspunt vormt van alle rechts p.. 10
sofisctie beschouwingen uit de l /üe en
18de eeuw, aUt beiet ons niet, op tal
van punten de innerlijke kraom te ei-
Kennen van de gevolgtrekkingen aie
ui] er uit maakt.
Ondanks zijn abstract uitgangspunt
is Grotius in verschillende zijner be
schouwingen zoo modern dat hetgeen
hij in het midden brengt in onzien tijd
zou kunnen zijn geschreven. Ten be
wijze daarvan haalt spreker eenige ci
taten aan welke door een Wilson of
Robert Cecil hadden kunnen zijn ge
legd. 1
Het uitgangspunt van Grotius is dat
er niet een tweeërlei recht is voor
personen en vorsten of staten, maar
fiat hetgeen recht en billijk is tusschen
'ludividueele personen^ ook de verhou
ding der pdblieikmhteli jke corporaties
moet beheei.-schen.
Men hoeft het wel als een tekortko
ming van Grotius aangemerkt, dat hij
dit als een feit heeft aanvaard en zich
niet onled'.g heeft gehouden met het
ontwikkelen van een schema van een
internationaal gerechtshof, naar het
welk de geschillen tusschen de staten
zouden kunneri en moeten worden ge
bracht, alvorens zonder redhtsverkrach-
tiftg tot een oorlog zou mogen worden
overgegaan.
Zij, die aldus oord^elen, miskennen
m. i., zoo zeide spr., geheel zoowel
het karakter ais de0 beteekenis van
een boek als „De Jure Belli ao Pa
cis". De auteurs, die zich met het
uitdenken van zuike schema's in vori
ge eeuwen bezig hielden, waren uto
pisten, die zich verdiepten en verlus
tigden in producten van eigen phan-
tasie.
Grotius daarentegen was allerbehal-
ve een phantast. Hij was een jurist,
die zich hield op den bodem' der wer
kelijkheid, en die, al blijkt op ver
schillende plaatsen van zijn werk, dat
hij het een zegen zou hebben geacht,
indien er een rechter ware geweest,
die naar het voorbeedd van de recht
banken voor particulieren, het recht
ook tusschen valken en staten had
kunnen handhaven, geen vrucht ver
wachtte van overpeinzingen over het
geen er zou gebeuren, indien etr zulk
een rechter geweest ware en nog min
der van liet uitdenken van eene- sa
menstelling van een rechtscollege over
de slaton, dat toch niet de minste kans
op verwezenlijking had. De waardeen
de beteekenis van ziijn werk zijn tr
waarlijk niet minder om.
Drie eeuwen hebben er moeten ver-
loopen alvorens het denkbeeld eener
internationale rechtbank, waaraan de
staten zich zouden onderwerpen, ook
wanneer het gaat om geschillen, welke
-zij terecht of ten enreehte als'van vi
talen aard beschouwen, binnen den
kring der practische mogelijkheden zou
komen. En wij weten thans maa- al
te goed, dat zelfs nu dat denkbeeil in
het rijk der vrome weuschen zoui zijn
gebleven,indien Europa niet had bloot
gestaan aan eon wereldbrand, welke
©en groot deel van zijn welvaart en
van zijn reëel© goederen verwoestte.
Na prof. Treub voerde minister mr.
Sohökking het woord1 die eveneens de
groote verdiensten van Hugo de Groot
naar voren bracht en er zijn vreugde
over uitsprak dat het bestuur der V er-
eeniging voor Volkenbond en Vrede,
in het koor van eeni kerkgebouw voor
de herdenking van het werk van Gro
tius allen heeft samengebracht, in de
kerk waar de Vader des Vaderlands
met zijn roemrijk geelaeht begraven
ligt, waar ook Grotius, de vroegere
balling, zijn laatste rustplaats heeft ge
vonden. Nergens sterker de®, hier in
déze gewijde plaats klinkt als langs
de zuilen de roepstem op, om> het
recht en den vrede lief te hebben, &o0
als die beide iu God den Almachtige
hun oorsprAig en ednde hebben.
In ^yn goddelijk karakter krijgt de
eisch om' het recht te zoeken en den
vrede' te vinden, eerst dé hoogste
waarde. Daarom moge hij zoo beluis
terd worden en in steedis wijder krin"
onder de volleen weerklank vinden"!
Daartoe ook door deze herdenking iets
te hebben bijdragen aal voor de Ver
eniging voor Volkenbond en Vrede
zeker de grootste voldoening zijn, daar
het tevens de beste hulde i», die aan
de nagedachtenis van Grotius kan wor
den gebracht.
Daarna was het woord aan den heer
G. Kapsambelis, de Grieksche Gezant,
duo in de Fransche taalden-redebi«ld,
waarin hij erop wees, bat de roem
ï??-?? G,root' grenzen van zijn ge
boorteland, Holland', heeft overschre-
een internationale figuur ge
worden is, door de verspreiding van
m werken, die vertaald zijn, niet
alleen ui alle Europeeeohe talen, maar
fok in het Arabisch, het Myleisoh en
het Ghineeech.
Er is alle reden, zoo zei hij, om
opnieuw te spreken over het werk van
wraL ,Gr0<*' DWmBal ai)"1 het inde
«Tste plaats Nederletvders, die de
van hu" l™«"8«noot willen
<i«> groeten men va,„
vollr, helaas door benepen- en
bekrompenheid «i godsdiensthaat Mj
«In leven als balling uiteeetooten
v00r eeuwig een
blijvend huis heeft gesticht h, hunne
harten, waarin als een kostbare reli-
qui© {n gouden schrijn wordt bewaard
de essentie van den nvensch en bur
ger de Groot. Want dit was het juweel
waarin het karakter van Grotius kris-
.alliaeerde, dat liij, het wereldtailent,
Lleef de Hollandséhe burger beschei
den van harte.
Dat alles zeggen wij hier, terw'jl
niet de Groot zelf, maar zijn boek
thans het voorwerp onzer huldiging
uitmaakt, omdat alleen zoo een nvan,
zulk een boek kon schrijven. Omdat
ook dit werk, volmaakt het karakter
van de Groot weerspiegelt, en wij het
daarom wagen, het de Jure, al is het
geschreven in de wereldtaal van toen,
het Latijn, e roemen als een Neder-
landsch boek.
Wil dat nu zeggen, dat het boek van
Grotius volkslectuur is geworden,; zoo
als wordt gezegd' van Koning Gudatf
Adolf, dat hij eiken avond een l.uofd
stuk van het meesterwerk als leerbig
en meditat e genoot
Spreker méenf dat het overgr .U
deel der meer ontwikkelden, binten
dien kring van juristen en vnlken-
reohtsbeoefenaarshet nauwelijks heeft
doorbladerd, wellicht zelfs in deten
kring niet alleen het werkelijk geheel
hebben gelezen.
Volmaakt begrijpelijk. Want ondanks
den levendigen stijl, die voor geen
modern leerboek in gebondenheid erf
helderheid onderdoet, is de inhoud,
zooaL die oorspronkelijk in drie foli
anten was vervat, voor den modernen
mensdh moeilijk leesbaar "meer.
In onzen tijd1 heeft veel van rijn be
toog ggen bewijs meer van noode, om
dat medte door hen* de deuren reels
zijn opengegaan. Van het door hem
gewilde internationale recht is reeds
veel in stellig recht, in verdragenrec'it
ook in een nieuw onbetwist gemee i-
tereoht omgezet. De Haagsdhe verdra
gen over de rechten en verplichtingen
van oorlogvoerenden en neutralen, de
jtootiie Kruis-conventiën, diei tallooze
tractaten loonen de steeds groeiende
evolutie van het oorlogsrecht.
Voor ons heeft de Groot voor dat
deel van rijn leerboek zeer groote,
maar toch grootendeels slechts histori
sche waarde, en ons gevoel te dien
aanzien js fa de eerste plaats dank
baarheid voor diensten aan het men-
schelijk geslacht bewezen, hen geden-
Iten, die die Groot Zelf als voorloopers
en bronnen vermeldt, voor zijn ver
zachting en ordening van den oorlog.
Maar wat van dé Groot alleen was,
was de schepping van het recht van
den vyede, zijn de Jure Pacis en he
laas hierin is hij nog volkomen actu
eel op dezen dag. Hier moet haast al
les nog komien.
De vredesbeweging is thans, aldus
eindigde spreker, van een hopen op
een zedelijke nflenedhheid' gekomen tot
een vertrouwelijk aangrijpen van ma
teriaal tot opbouw en organisatie. Met
de wetenschap, diat dé wereld zal kun
nen als zij zal 'willen, is ons strijders
voor het wereldrecht, een steun ge
geven, zooals onze voorgangers in de
zen tempel niet mochten bezitten. Maar
met hen behouden wij die zekerheid,
dat niet ons verstand1, ons inzicht al
leen, doch dé zedéli jke grondslag voor
al een beweging tot overwinning voert
én dat die voor altijd is gelegd door
onZen roemrijken landgenoot, wiens
geest de eèuwen niet kunnen overwin
nen.
Niet slechts spreekt thans zijn stem
tot ons wij kunnen nu ons ook tot
hem richten en zeggen „uwe victorie
ii komend" ew wij volgelingen van
u!w?e leeringen, gednsplreerdi door uwe
gedachten', belooven U te zullen1 vol
harden in den goeden strijd voor het
wezenlijke Jus Gentiuim, het Recht van
een voor alle volkeren der aarde.
Het koor zong ten slotte het Bun-
deslied van Mozart en Morgengebed
(woorden van Hugo de Groot en mu
ziek van G. S. van Krieken G Hzm
jaarna dé plechtigheid, die grooten
indruk had gemaakt, geëindigd was.
D» bahandelfng van actfu's-
Helaas worden accumulatoren, die toch
zoo'n onmisbaar onderdeel uitmaken van
de ontvang-installaties, maar al te veel
verwaarloosd. Die accu, och die trekt het
nog wel een beetje, dat is een term, die
haast ingeburgerd is by iederen luisteraar.
En hy vergeet, dat de gevolgen van zoo'n
onverschilligheid zeer zeker niet zullen uit-
blyven. De accu's zyn na verloop van tyd
sneller ontladen; de polen beginnen te sul-
fateeren: er komt een dikke blauwgroene
mosachtige massa op, die steeds uitgroeit:
de vloeistof spiegel zakt; de platen trekken
krom, de positieve plaat laat stukjeen van
de vulling los; de geheele bodem rpakt be
dekt met vulsel; ziedaar het troostelooze
beeld van een verwaarloosde accu. De accu
is eenige jaren oud, en wordt weggedaan.
Wist de onverschillige amateur wel dat een
accu by goede behandeling minstens zes
jaren mee kan? Ên weet hy wel dat die
goede behandeling niet eens zoo-heel las
tig is? Hy behoeft er werkelyk geen vak
man voor te zyn om zyn meest waardevolle
instrumenten voor bederf te behoeden.
Wy zullen hieronder eenige wenken en
voorschriften geven, waaraan ieder accu-
bezitter zich stipt dient te houden.
Zoodra een accu ontladen is, en het Is
zoover wanneer de spanning per cel van ca.
2 volt ieruggeloopen is tot 1.85 volt moet
de accu onmiddeliyk weer opgeladen wor
den. Versch geladen accu's hebben een apan-
ning van 2.4 soms 2Ja volt. Direct na het
laden zakt de spanning tot ca. 2.2 volt, om
na eenigen tyd op 2 volt te blyven. Eerst
wanneer de accu nagenoeg geheel ontladen
is, zakt de spanning beneden 2 volt. De la
dingstoestand, waarin de accu zich bevindt,
val| dus niet op te maken uit de spanning.
De zuurdichtheid geeft de juiste spanning
wel aan.
Zooals bekend is bestaat een accu uit een
of meer bruine (positieve) platen en twee
of meer gryze negatieve) platen. Een zoo'n
stel heet een cel en kan 2 volt spanning le
veren. Een 4 volts accu bevat dus twee cel
len. In de bakken bevindt zich een vloeistof,
het zuur. Krygt men dit zuur door spatten
over zyn kleeren, dan vallen er gaten In.
De eenige remedie daartegen is: leg dade-
lyk op de zuurplekken wat soda en spoel
dancwoed uit.
VDeJplpten komen droog van de fabriek.
Zy bdfctaan uit een looden raamwerk, waaT-
in een loodverbinding ingeperst is. Zoodra
zy in den bak vastgezet zyn,, wordt de ac-
ciymet zuur gevuld en de eerste lading kan
beginnen. Deze eerste lading heet het „for-
meeren" der platen. Éérst na het formee-
ren is de accu geschikt voor gebruik.
Het zuur, dat gebruikt wordt, is zwavel
zuur van een bepaalde sterkte. Het che
misch zuivere zuur wordt met gedistilleerd
water verdund (zutir gieten in het water,
niet omgekeerd.) Tydens de lading en de
ontlading verandert het zuurgehalte: daar
aan kan men dus den ladingstoestand her
kennen.
Voor de contröle van het zuurgehalte be
staan z.g. zuurwegers. Deze zyn zeer ge-
makkelyk; zy geven direct het soortelyk ge
wicht van het zuur aan. Hoe groot dit soor
telyk gewicht móet zyn hangt af van het
fabrikaat van den accuby eiken accu
wordt dit speciaal opgegeven.
Van veel belang is verder het laden en
ontladen met te groote stroomsterkte.
eiken accu wordt deee stroomsterkte opge
geven; overschrydt men die, dan zullen de
platen snel uiteenvallen. Men kan rekenen
op een stroomsterkte van een half ampère
per vierkanten decimeter oppervlakte van
de positieve plaat.
(Het zuur moet steeds ca. 1 cM. boven de
platen uitkomen. Ligt een deel der platen
boven bet zuur dan moet men byvullen met
gedistilleerd water; het zuur verdampt na
genoeg niet, het water wel. De zuurconcen-
tratie zou dus te groot worden. Wil men
een accu gedurende langen tyd niet gebrui
ken, dan dient men hem geheel versch te
laden. Na een maand ontlade men hem ex
pres met een geringe stroomsterkte, lade
hem weer op, en zet hen» opnieuw weg. Ook
kan men het zuur uit de versch geladen ac
cu uitgieten, en weer ingieten zoodra de
accu opnieuw gebruikt zal worden. Ontla
ding gevolgd door opnieuw opladen is dan
zeer aan te bevelen.
Wanneer van een oude accu stukken van
zyn vulsel op den bodeth zinken maakt dit
dat de platen contact maken. Wil men de
accu dan nog rerfden dsÉ moet alle zuur uit
gegoten Worden, en de lïak uitgespoeld wor
den met gedistilleerd water, totdat alle be
zinksels uitgespoeld zyn. Gewoon leidingwa
ter werkt op den duur moordend.
Laat men een accu staan «onder op te
laden, dan gaan de platen sulfateeren. Is
het eenmaal zoover, en dan is er weinig
meer tegen te doen, dan kan men de polen
flink met vet insmeren; dit verhindert het
aangroeien van vuil.
Gedeeltelyke lading en ontlading is ook
zeer af te raden evenals het even kort slui
ten van den accu om te zien of hy geladen
is of niet. In het eerste geval wordt het bin
nenste der platen minder ontladen als het
buitenste deel, zoodat zy snel gaan brokke
len; in het tweede geval wordt de ontlaad-
stroom veel te hoog, wat hetzelfde gevolg
kan hebben.
Het vermogen van een accu wordt in am
père uren uitgedrukt. Tien amp. uren wil
zeggen, dat de accu gedurende 10 uren met
1 amypère ontladen kan worden, of 20 uren
met ampère, enz. Tien ampère kan de
accu niet leveren; de maximale ontlaad-
stroomsterkte zal misschien 1.2 ampère
zyn!
Onnoodig is het te zeggen, dat een radio
accu behoed moet worden tegen schokken,
stooten of kantelen. Iets anders is dit met
een auto-accu!
LAND- BH TUINBOUW.
Voor klein* tuinen.
Door regen en wind hebben vooral hoog-
groeiende, kruidachtige planten te lyden, en-
deze moet men daarom meermalen opnieuw
aanbinden, gedurende hun groei en bloei.
Dit is o.a. ook het geval met dahlia's. Daar
dit gewas vooral door sterken wind vaak
by den grond afbreekt, is tydig aanbinden
gewenscht. Tegelykertyd wonten dan uit
gebloeide bloemen weggesneden. Dit Is
niet alleen wenschelflk uit een oogpunt van
sierlykheid, maar zal ook den verderen bloei
tep goede komen. Om groote bloemen met
flinke stengels te bekomen, moet men ty
dig zyknoppen en zyscheuten wegbreken
over een lengte als noodig ter verkryging
van een behoorlyken stengel. De lager voor
komende zyscheuten blyven behouden, daar
deze de opvolgende bloemen leveren en
zoodra de knoppen behoorlyk zichtbaar zyn,
worden ze dan ook op gelyke wyze behan
deld. Van Dahlia's kan men dan ook gerust
bloemen snyden, daar steeds weer andere
gevormd wonden. Nog in sterkere mate is in
dit 't geval met lathyrus of siererwt. Wan
neer men hiervan de bloemen niet regel
matig afplukt, gaan ze over tot zand en
waar dit het geval Is, is de bloei spoedig
ten einde. Het wegsnyden van uitgebloei
de bloemen Is, om dezelfde reden aan te ra
den, by tal van andere bloeiende planten
als: rozen, gerahiuma (Pelargonium zona
le) viola cornuta, enz. Voor het producee-
ren van zaden wordt veel plantenvoedsel
verbruikt, en dit, in de meeste gevallen on-
gewenschte verbruik gaan we op die wyze
tegen. Het afsnijden van snybloemen dient
by voorkeur 's avonds plaats te vimten. De
bloemen worden dan gedurende den nacht
diep in het water geplaatst. By het snyden
wordt de snywond, door schuin by te sny
den, zoo groot mogelyk gemaakt, om het
opzuigen van het water te vergemakkeiy-
ken. Door afgesneden bloemen koel te
plaatsen, meermalen van versch water te
voorzien en ook de snywond te ververschen,
kan men er het langst plezier van hebben.
Nu de nachten weer koeler worden, is de
kans van het doorschieten van spinazie
weer gering en kunnen we deze groenten-
soort weer met succes zaaien. Voor het
zaaien van winterspinazie is het nog te
vroeg; we wachten hiermede tot begin Sept.
Nu zaaien we nog de gewone somersoort.
Ook radys kan weer met succes gezaaid
worden. Voor wintergebruik zaaien we nu
in den bak een weinig seldery en pieterse
lie. Van oudere planten kan men het loof
drogen en dit op de geschikte plaats droog
bewaren. Het is nu ook tyd voor het zaaien
van pootuien. Meestal worden de benoodig-
de pootuien in het voorjaar als jonge
plantjes aangekocht van kweekers, men
kan ze echter ook zeer goed zelf teelen. In
strenge winters lyden de jonge plantje'
'veel en gaat vaak een groot gedeelte ver
loren. Men doet dan ook verstandig met, op
een beschut liggend rabat, te zaaien, waar,
zoonoodig een noodbak om aangebracht kan
worden. Deze kan men dan afdekken met
ramen of rietmatten, of zoonoodig met bei
den. We zaaien tamelyk dicht. Per 10 vierk.
M. gebruiken we 1 ons zaad. Om geduren
de den winter in het bezit to zyn van krop
sla, zaaien we omstreeks het einde van
Augustus. Voor dezen teelt kan men zeer
goed gebruik maken van afgedragen kom
kommer- of meloenbakken. De bakken wor
den grondig schoongemaakt, de grond om
gespit en een 20 c.M. dikke laag versche
bladgrond bygevoegd. Hierin worden de el
ders gezaaide jonge plantjes, zoodra ze
vier blaadjes hebben, uitgeplant. Voorloo-
pig blyven de ramen eraf, ofwel ze komen
er hoog op lucht gezet, bóven. De eerste
tyd wordt, zoo noodig, gegoten. Naderhand
houden we de bakken zoo droog mogelyk.
Alleen by goed droog weer wordt dan ge
lucht, by bedompt weer blyft de bak ge
sloten. Door zorgvuldig dekken, indien noo
dig, met een of meer stroo- en rietmatten,
wordt de bak beslist vochtvry gehouden.
Alle rottende plantendeel en en rottingver-
oorzakende stoffen worden zorgvuldig ver-
wyderd. De aldus gekweekte kropsla is
pl.m. December-Januari oogstbaar. De
soort „Meikoning" is voor deze cultuur het
meest geschikt.
ON* PLUIMVEE.
De plaatA van 't kippenhok op de boerderij.
Op ue boeruerij, waar 'men. ifl uen
regel oter voluoeode ruimt© beecshikt,
is het ?an belang aan de kappen de
best mogelijke plaats voor fans vesting
te verlfeeneii. Is het hok eenmaal ge
zet, dAn gaat meai niet zoo gemakke
lijk mier tot verplaatsing over, daar
dit mét koeten en veel' moeiten ge
paard gaat, terwijl het hok, daarvan
ook te lijden heeït. Volgen» het oor
deel van den heer Boshouwers in „De
Kjjenweeteeit", moet da© plaats aan
de volgende eisdhen voldoen
1. De bodem moet er droog rijn
Vooral voor kippen die niet geheel in
orde rijn en1 daarom in de nabijheid
van hun hok blijven ritten, is een
natte grond1 zeer nadeelig.
2. De omgeving van het hok moet
■beschut rijn tegen ruwe, koude win
den. üp boerderijen met afzonderlijk
staande schuren, stallen, hooibergen
enz, kan men gemakkelijk een plekje
vinden dat in dit opricht voldoe*. Ook
keereai hoog© hagen aan den noord
kant de> koudste winden. Waar derge
lijke hagen ontbreken, kan men ze
aanplanten. Zoolang ze nog niet groot
zijn, dienen schuttingen van riet, stroo
of hout. 1
3. De voormiddag zonnestralen moe
ten volop In en rond het hok kunnen
vallen. Het voorfront van het verblijf
moet in verband daarmede naar het
Oosten, of Zuidloosten gericht rijn.
Wordt het hok in den boomgaard' ge
plaatst, dan is dat een aéér geschikte
plaats mits er een open plek is o!
wordt gemaakt. Schaduw is goed, zé.Is
noodzakelijk, maar niet vlak bij het
hok.
4. Bij voorkeur bouwe men meer
hokken, ver van elkaar. De kippen
verspreiden rich dan beter en verdel
gen overal het ongedierte en vinden
de insecten van den geheelen boom
gaard of dé heele weide. Verder kan
men zonder moeiten en kosten voor
afrastering dé jonge en overjarige
dieren scheidén. Vooral in het late
najaar en den voorwinter la dat van
groot belang. Jonge, leggende ol te
gen den leg* aanrijnde dieren hebben
een geheel andere voeding noodig dan
oudere die nog op rust rijn om pas
na Nieuwjaar te begfanén. Loopt allee
door elkaar, dan worden de laatste
om dien tijd vafl het jaar veel te vet
wat het leggen verdaagt. Ook kan men
dan eventueel b roedei eren nemen van
overjarige hennen, wat anders lastig
gaat
Een ideaal acht de sdhr. het, als op
de boerderij voor etk 50-tal hoenders,
een afzonderlijke stal wordt gebouwd
en de stallen aoo ver mogelijk van
elkaar staan. Het sterftecijfer zou daar
door heel wat dalen en het legcijfer
belangrijk stijgen.
AERANMlUm
Dc domkerk in Utrecht.
Naar hei U. D. meent te weten, kan
de weder ingehruLknemiJDg van de
Domkerk te Utrecht binnenkort wor
den tegemoet gezien. Zooals een en
ander ziohtyiit cegenbl.k laat aanzien,
zai dit kunnen geschieden eind Sep
tember of begin October. Te dier ge
legenheid zal een bijzondere kerk-
dien»»t worden gehouden,, die door ds.
Quast Hzn oudsten en tevens wijk-
predikant geleid zal worden en waar
in de oud-minister van onderwijs» kun
sten en wetenschappen, dr. J. Th. de
Visser, eveneens het woord zal voe
ren.
Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden, aal H. M. de Koningin dezen
kerkdienst bijwonen.
Onder redactie van da IVunelub „Oauda",
SesMteria Steynksde 27, lokaal dar club
Maakt 49.
Da oplossing zal worxten vormsld Zater
dag 12 Sept.
Probleem No. 276.
Zwart schyven op: 8, 6, 8, 11/14, 18, 19,
28, 24, 29.
Wit schyven op: 21, 22, 26, 27, 81/88, 38
39, 41, 48.
Probleem No. 276.
Zwart schyven op: 8, 9, 11, 12, 17, 19, 20,
23, 24, 29, 30, 33, 35.
Wit schijven op 22, 27, 28, 82, 86, 37, 39,
40, 42, 44, 48, 49.
Oplossing van probleem No. 271.
Wit speelt 85—30, 44—39, 87—31, 38 9,
25 5.
Oplossing van probleem No. 272.
Wit speelt 26—21, 37—32, 8631, 4742,
43 23, 30 10, 25 1.
ADVERTENTIEN.
De Heer en Mevrouw
B. G'. DE KLERK—van der Smit,
geven kennis van de geboorte hunner
dochter
IRENE GEERTRUIDA
GOUDA, 29 Augustus 1925.
TE HUUR
Kattensingel 71. Direct te aanvaarden.
Te bevragen KATTENSINGEL 70.
-ri
Door den Hoofdingenieur van den
Provincialen Wateretaat in Zuid-Holland,
daartoe gemachtigd door Heeren Gede
puteerde Staten dezer Provincie, zai qd
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1925 dri»
namiddags om 4 uur voor den tijd van
vijf jaar worden verpacht,
in drie perceelen, gedurende het tijdvak
van 1 October 1925 tot en met 30 Sep
tember 1930.
De omschrijving der perceelen zijn
met de voorwaarden der verpachting
verkrijgbaar bij den Bouwkundige van
den Provincialen Waterstaat P. B. SIPS
e Gouda, Kleiweg 99. 3044 sn
De inschrij'ving van' nieuwe
leerlingen zal worden gehouden op
de> avonds van 7—9 uur in het
gebouw van de schoei aan de
Houtmansgracht.