BOVENHUIS, Geschramd Kloosterbalsem hu£r a*0"e Spralc H C' pamrubrieT VERPACHTING Vischrsoht In de Gouwe. het visehrecht in de Gouwe AMBACHTSAVONDSCHOOL. DINSDAG 1 SEPTEMBER MODEPRAATJE. üvergangahoedjee. De kleine vilten toquee zyn ook al niet anders dan ronde hoedjes, waarvan men den rand op zijde heeft doorgeknipt, zoodait het voorste deel van voren en het achterste deel van achter strak tegen den bol opgelegd wordt. Met de steekachtige punten voert men dan een kleine drapeering uit, terwijl eene fraaie similé-speld, vlak van voren, de eenige garneering, tevens „finishing tou^|i" aanbrengt. Een even gezellig als grappig hoedje wordt verkregen door van een gewoon potje den achterrand stijf tegen het bolletje aan te drukken. Twee gladde reepen vilt wor den om het bolletje gestrakt en van de uit einden wordt rechts bij de achterklep een élégante vlinderstrik gelegd, welke de sier lijke garneering uitmaakt. Enkele vilthoedjes hebben hoekige randen van ander materiaal, b.v. van met zilver ge grilleerd lint lp eene smallere editie herhaalt dit zich om den bol, terwijl een penvormige strik van de eerste breedte, tegen den van vorerf opgeslagen rapd komt te liggen. Wat al variatie is er ook in de tint-op- tint versieringen. Hierbij zijn als 't ware •twee gekleurde vilthoedjes in opvolgende tinten op elkaar geplakt. In 't bovenste zijn kunstige figuren uitgesneden, welke in de lichtere of dónkerder tinten van het onder ste sprekend naar voren treden. Er zijn bijzonder pittige hoedjes van cas tor, spoedig te herkennen aan de stijfheid en aan de af gebiesde randjes. Een gelukkig uitgevallen voorbeeld is met van voren opgeslagen randje, dat in 't mid den een kleine inham vertoont. Het sierlijk puntig-opgaand bolletje, waarvan het rand je de belijning meemaakt, geeft het den vorm van een Gdthisch raam, wekt althans onmiddellijk gedachten op aan dien vorm. Van castor voldoet ook een hoedje in pot- vorm riet een dubbel randje, dat, bovenop geplaatst, er een toque-achtig aanzien aan geeft. Midden op zyn ronden puntbol is een enorme zijden kwast geplaatst, welke vroo- ljjk omlaag bengelt en by iederen stap slin gerende bewegingen maakt Dat vilt- en castorhoedjes voor den sei zoensovergang zo gewild zijn, verhindert niet de nog grootere voorliefde voor ve- lours-hoedjes (geschoren ourson). Hunne „vogue" kent geen grenzen. Ze zijn er in alle modekleuren, in alle vormen, de mees ten- met alleen maar een linttoand om de soe pele bolletjes, anderen met ingepjooide lint ruches als nieuwgevonden kleedzame gar neering,sommigen met alleen maar de sier lijkheid van een soepel-geplooide bol en een dubbele bolle rand. Ze vertegenwoordigen met de doorstikte velours-panne en velours-anglaise hoedjes, het duurdere genre. Met welke prijzen het evenwel nogal begint.los te loopen, gezien hun grooten eenvoud en de concurrentie welke zy van den toch-reeds-zich-annoncee- renden grooten hoed te duchten hebben. Als echte overgangshoedjes zaïl hun le vensduur wellicht slechts enkele maanden tellen, al zal hun verschijnen veelvuldig zijn, daar zy om hunne sprekende modekleuren voorbestemd zijn, om bij elk toilet passend gekozen te worden. GRACE ALLAN. MEDISCH! BRI1TBN. Maagverzakking. III. Wy willen dit maal met elkaar nagaan tot welke klachten een maagverzakking aan leiding geeft. Allereerst moet ik u dan mededeelen, dat deze liggingsafwijking soms zeer toevallig b.v. by een keuring voor een levensverzekering en dergelijke door den medicus gevonden wordt, terwijl de persoon in kwestie nooit de minste last ondervindt of ondervonden heeft aan de kant van de maag. Ja, het komt zelfs niet zelden voor, dat wy menschen aantref fen, by wie een vry belangrijke verzakking van de ulaag aanwezig is en die niet de minste last hiervan hebben gehad. Helaas zijn niet alle bezitsters en bezit- ters van een maagverzakking zoo gelukkig, doch ziep wy ook tal van patiënten in de> loop der jaren, die wel ter dege de onaan gename gevolgen van een en ander onder vinden, al dienen wy, zooals wy zullen zien, zéér voorzichtig te zijn en niet alles zonder meer maar op rekening te schuiven van de gevonden afwijking. Een vol gevoel in de maagstreek, hetwelk soms overgaat in mis selijkheid en braken al of niet gepaard met maagpijnen, ziedaar de misère, welke veel-' al wordt geuit. Onderzoekt men dan de maagstreek en vindt men een uitgezakte maag, dan zou men ongetwijfeld meenen deze klachten op rekening van de gevon den afwijking te moeten stellen. De medi cus is echter ietwat voorzichtiger. Hij zal de functie van de maag onderzoeken m.a. w. zien of de maag bij het spijsverterings proces behoorlijk zyn plicht doet en zelfs als alles normaal is, zal hij met eenigen angst ^en beven zonder meer alles schuiven op de schouders van deze ietwat eigenaar- djg gelegen maag. Immers wij weten, dat by een normale ligging van dit orgaan de zelfde, klachten zich kunnen openbaren en zeer zeker het zenuwleven van den persoon in kwestie een uiterst gewichtige rol pleegt te spelen. O zeker, wy willen geenszins wegcijfe ren de eenigermate plaats hebbende rek king van den slokdarm, welke, zooals u weet, boVen de maag gelegen Is, doch hoe ernstig de maagverzakkipg ook 'zy, toch is 't onverklaarbaar, dat zy tot werkelijk errt- stige klachten aanleiding geeft. Wy zagen den vorigen keer, dat de ver zakking van de maag veelal gepaard gaat met die der overige buikingewanden. De al lervoornaamste rol spelen in dit opzicht na tuurlijk de darmen. Ook hier komt 't, wat de afwijking zelve betreft zelden of nooit tot ernstige klachten, en zoo deze er moch ten zijn, dan moet aangenomen, dat wy bij een ander, veelal psychisch lijden, toevallig een verzakking der buikingewanden aan treffen. Gelukkig zijn wy in staat aan dit euvel de behulpzame hand te bieden, hetgeen de patiënt, al heeft deze geen ernstige klach ten, steeds aangenaam is. Een goede pas sende buikband, welke de ingewanden een flinke steun geeft, is meestal een uitkomst voor degenen, die piet deze aandoening be hept is. Daarnaast verdient het bovendien aanbeveling, dat men niet to veel vloeistof tot zich neemt, doch liever vaste spijzen, welke, hoewel voedingskrachtig, weinig plaats innemen in het maagdarmkanaal. Zoo wy dus gezien hebben, behoeft nie mand, die in *t bezit mocht zijn van een uit gezakte maag al of niet gecompliceerd met een verzakking der pverige buikorganen, zich ongerust te maken, ook al lykt deze aandoening zoo op het eerste gezicht lang geen onschuldige. Mr. H. C. Dresselhuys over Democratie. By de hedendaagsche democratie zijn regeering en wetgeving niet meer de afspiegeling van den wil van het geheele volk. Het meerder heidsbeginsel heeft in plaats van het recht de macht ten troon ge heven. In een artikel in feuilletonvorm door de Nieuwe Rotterdamsche' Courant geplaatst, behandelt Mr. H. C. Dresselhuys het onder werp „Democratie". Uit dit artikel lichten wy de volgende brokstukken: ...Men vraagt zich (trouwens) af, waar de „oud-democraten" huizen. In Ne derland is geen politieke party bekend, of het zouden de nog zeldzame exempla ren van het Nederlandsche fascisme moe ten zyn, die desbewust de democratie^zou willen belagen; en de conclusie moet dan ook wel zyn, dat dit woord ons bitter weiy nig helpt voor een bepaling, wat het werkelijke doel van den stryd kan zyn. Trouwens, wat is democratie Ik weet wel, dat er bibliotheken vol boeken be staan vol van geleerdheid over dit be grip en met evenveel definities, maar dit brengt ons eer tot verdere begripsver warring dan tot duidelijk begrijpen. Voor zoover democratie in politieken zin moet worden bepaald, schijnt«my al- tüd nog de meest practische omschrij ving, dat regeering en wetgeving een af spiegeling moeten zyn van den wil van het geheele volk. In theorie zyn daartoe dé middelen met het volledig algemeen kiesrecht en de algemeene benoembaar heid vrij wel verkregen, Dat de practyk een andere is, ligt aan de gebrekkige ma chinerie Van die demobratfie, die als eenig middel vaii machtsuiting heeft het be sluit van tenminste de helft plus één, met het gevolg, dat men gelooft, dat imet den wil van de helft min één niet de minste rekening behoeft te worden ge houden. Het is een absolute fout te denken, dat het wezen der democratie hierin bestaat, dat men de macht toekent aan de meer derheid of datfhet heerschen van de meerderheid als zoodanig democratisch, zal zyn. Integendeel, het beslissen by meerderheidsbesluit is slechts een prac tische, oplossing om den wil van een, zoo dicht mogelyk aan het totaal van allen grenzend deel te benaderen; om niet vast te loopen op het doode punt van geen be sluit te kunnen nemen. Zooals men vaak by staking van stemmen zich beroept op het lot. Maar de gedachte is, dat men den wil leert kennen van de geheele ver gadering, waarvan de leden niet voor zich en niet eenzydig, maar voor allen beslissen; de meerderheid beteekent meerderheid van inzicht van wat zoo mo gelyk allen willen, althans redelykerwys zouden behooren te willen. Helaas heeft men in de practyk vaak dit gebrekkig uitingsmiddel van de de mocratie n\^t de democratie zelve ver ward en daarmede haar wezen zelf ge schaad. En de gevolgen van die vitale zwak heid zyn dan ook niet uitgebleven, inte- gendeel de foutieve toepassing van de democratie neemt gaandeweg toe. Ter wijl het ideaal vim de democratie was, dat de gezamenlyke volkswiL alle onder scheidene volksbelangen gelykelyk zou dienen ieder naar zijn beteekenis voor de samenleving, biet andere woorden een waarborg zou zyn van het Recht naar het gemeenschappelijk volksbegrip, heeft het meerderheids!*grijp die gedachte meer en meer verdrongen en in plaats van het Recht de Macht ten troon gehe- iveu. Met het effect, dat in de binnen- landsche" politiek zoo hier als elders een toestand is ontstaan, die wonderveel ge- lykt op de zooveel en terecht gewraakte internationale verhoudingen, de zooge naamde wereldanarchie, den Statenchkos, die de bron is van onrecht en onder drukking, die telkens de kiemen vormt voor nieuwe oorlogen. Met dit onder scheid, dait, terwyl de menschheid op in ternationaal gebied begint wakkar te worden en in stede van naar eigen macht door oorlog gaat streven naar recht door vrede, geestelijk en zedelijk derhalve streeft in opgaande lijn, nationale po litiek van een schijnbare ordening, van een rechtsgedachte, die de democratie heette, naar beneden glijdt in (ten zin van worsteling om de macht en egoïstl- schen strijd. Tot schade van maatschap pelijke en economische ontwikkeling, tot schade van zedelijke Verheffing vooral. De democratie had zich vruchtbare evolutie gedacht uit de kracht van twee ongeveer gelijk sterke politieke stroo- mingen, die tegen excessen in toom wer den gehouden door de kans van regel matige afwisseling in bestuursmacht; beide gecontroleerd door de openbare meening, den volkswil, die als midden stof de balans kon verschuiven, zoodra de tijdelijk heerschende partij het recht, zooals de openbare meening dit verstond, niet meer diende, zoodra de partij zich liet verleiden tot machtspolitiek, tot ge bruikmaking van eigen belangen en on derdrukking van die van anderen. In die gedachte had iedere staatkundige party al verschilde men onderling over het beginsel van uitgang, over de middeïen, over het tempo, over de vraag welk on derwerp het meest dringend behartiging verdiende als hoèfddoel het algemeep I belang, het recht, voorop te stellen!1 itfh- 1 tuurlyk had iedere partij haar eigen vi sie op welke wijze het algemeen belang het best kon worden benaderd, zagen sommige dit meer in het geestelijk of zedelijk, andere in het stoffelijk, maar een doelzetting jds partij van een niet- aflgemeen belang, van groeps- of massa voordeel was uitgesloten. Zoo had ook Thorbecke in zyn grondlegging van het Nederlandsche Staatsrecht den politie ken ontwikkelingsgang gedacht, waarby het hoogste staatsbelang, het recht als fundament, zou worden gediend door de allengs meer door heit geheele volk uit gedrukte volksovertuiging gelouterd en in constante baan gehouden door den ze- del ijken iftvloed van den constitutionee- len Vorst. Onnoodig er aan te herinneren, dat de intrede van de sociaall-democratie, on danks hare benaming (het slechts opko men voor een gedeelte van het volk sluit eigenlijk democratie en socialisme uit), de eerste inbreuk vormde op dit stelsel van werkdadige democratie. Waar hier onomwonden niet het algemeen belang, maar het belang van een enkele maat schappelijke groep als doel werd gestold, erger, waar als middel niet meer een regelmatig meer veld winnende volks overtuiging, maar brute kracht, zoo noo- dig geweld werd voorgesteld, waar een steeds sterker wordende nationale ver deeldheid door klassenhaat en klassen strijd werd gehoopt, Ion een democra- tisch systeem niet meer gedijen. Hoeveel gelukkiger zou het niet zijn geweest, in dien zy voor de nationale ontwapening toepassing hadden gezocht op dit terrein. Helaas het streven der sociaal-demo cratie naar machtsbegeerte om eigen voordeel heeft school gemaakt, en het evenredig kiesrecht heeft dit ongetwij feld in de hand gewerkt. Wie verwon dert er zich nog over, waar blyft de pu blieke afkeurtyg, nu zich allengs meer partijen en partijtjes vormen, die zonder blikken of bloten, het nationaal belang als een bykopstige zaak naar achter schuiven en rondweg verklaren alleen te willen opkomen voor de zaak van een en kele kiezersgroep Na een uitvoerige critiek op het regeer- systeem van de twee kabinetten Ruys de Beerertbrouck vervolgt mr. Dresselhuys: Wy en anderen hadden gehoopt, dat de stembusoplossing zou liggen in een „na tionale regeering", dat wil zeggen, een, die zieh wist los te maken van party- dienst en eigen belangen en die naar de hoogere democratische opvatting gelyke lyk door en voor het geheele volk re- geeren kon. Nu het meederheidsstelsel gefaald heeft en eenzelfde politieke visie als regeering^koers voor het algemeen belang niet meer bereikbaar schijnt, had de oplossing niet mogen zijn of blijven, dat men zoekt naar een machts-agglo- meratie tot bereiking van een kunstma tige meerderheid, maar naar een groot- sten gemeenen deeler van inzicht in het algemeen belang. Dat dit mogelijk is en de toekomst wyst m. i. noodzakelijk in die richting bewyst de reeds in vele gemeenten toegepaste practyk om by de samenstelling der besturen als uitdruk kelijk of stilzwijgend program te stellen het gemeentebelang, en by de keuze der functionarissen uit verschillende partijen de bijzondere partij richtingen ntet te ont kennen, maar fach ondergeschikt te stel len aan het hoofddoel. Maar zoover is men in de landspoltdiek nog niet en de gedachte, dat men de al gemeene zaak, het recht, als het hoogste wil dienen, schijnt in de oogen van som migen iets zoo onwaarschijnlijks, dat men hun, die een nationale regeering beplei ten, alleen als drijfveer wil toeschrijven, dat zij zelven^ook hunkeren naar de macht en ministerzetels. Alsof in de tij den vÜn thanrf voor een ernstig mensch het aanyaarden daarvan niet als een zware en zeer onaangename plicht, dien men liefst vermijdt, in plaats van als een genot en lust ware te beschouwen! De eigen machtsbegeerte schijnt tot een zonderlinge mentaliteit en verward oor del over anderen te leiden. Intusschen is wel te constateeren, dat de strijd der nu komende periode niet over de demodratj® in dezen zin, niet over de politieke democratie zal gaan. Hoe ligt dan de aanvalslyn, die zoo ten on rechte wordt voorgesteld als te zyn de worsteling „om de democratie"? BINNENLAND. Henri Polaf over de denkbeelden van Stenkuis. In het Weekblad van dien A.N.D.B. heeft H(eari) P(ofak) een tweetal ar tikelen geschreven over de ideeën van den heer Stenbuis in zake een nieu we partij. Hij besluit deze aldus „Het eenige voordeel, dat een. Ar beiderspartij ons zou kunnen brengen, is van geldetijken aaTd. Als het N.V. V. deel uitmaakt van zulk een partij, dan aal er aardig wat in het laadje kunnen kamen. Maar .tot nog toe heeft de 8.D.A.P. zich toch ook wel kunnen redde».. Velen hebbenj daartoe vaak offers, groote en kleine moeten bren gen. Zeker. Dooh in het .offeren is iets schoons gelegen. Men heeft een zaak te liever, naar mate men er groo tere otters voor te brengen heeft en ik weet niet of men niet een' mooi, een verheffend en versterkend ele ment uit onze beweging zou verwijde ren, indien men de noodzakelijkheid „tot het brengen van offers zou ophef fen hetgeen niet opgewogen zou wor den door het toevoeren van ettelijke tienduizenden leden, die niet tot de Dolitieké organisatie zijn gék omen uit m hen levenden drang tot arbeiden en offeren voor het socialisme, doch in massa overgeheveld werden per He- sluit der jaarvergaderingen hunner vakbonden". De conclusie van den heer Polak is dus, dat er hoegenaamd geen reden bestaat, onr hier te lande kunstmatig in het leven te roepen een organisa tievorm, die in Engeland historisch ge groeid is, doch daar volstrekt geen grootere resultaten bereikt heeft, dan wij hier, met onzen organisatievorm, die zijn eigen historische beteekenis heeft. aan het prikkeldraad? Doe er direci wat Akker's Kloosterbalsem op, die zul vert en geneest snel zonder litteekens. Heb dus steeds een pot in huis, want: heelt hlle wonden 8386 14 De belastingdruk voor groote gezinnen. Door» den Ned. K.*K. Bond' voor groote gezinnen is onderstaand) request verzonden aan den Ministerraad Ondergetekenden d. F. *M. v. Mee geren .te Venlo en J. H. Kray te Bre da, in hun kwaliteit van resp. voor zitter en secretaris van den Neder- landschen R.-K. Bond voor Groote Ge zin» ten, goedgekeurd bij Kon. besluit van 21 Nov. 1919 No. 27, dezen ver tegenwoordigend geven met verschuikligden eerbied te kennen le. dat de grootte gezinnen door hun getalsterkte onevenredig moéten bij dragen in de hier te lande geheven belastingen, inzomdertielidi de verte ringsbelastingen 2e. dat vele verordeningen betref fende de Gemeentelijk© Inkomstenbe lasting in de regeling van den afirek voor noodfcakeilijk levensonderhoud, be- doe-id1 bij art. 2114 d. der Gemeente>- wet. weinig of niet voldoende reke ning houden met de' belangen der groote gezinnen 3e. dat de thans geldende scbool- geldregeling zeor in het rtadeél is van de groote gezinnen- - 4e. dat de ingediende óntwerp-Weel- debelasting veeleer een beswaring dan eene verlichting van belastingdruk voor de groote gezinnen b.elooft teweeg te brengen 5e. dat enkele onbillijkheden voor komen in dte personeel© belasting voor zoover deze is een gezinsbelasting, n.l. de heffing op huurwaarde én mo bilair dat deze heffingen niet in evenre digheid staan met de draagkracht, in het bijzonder niet bij vergelijking met het draagvermogen der ongeil uw den en van de kiene getónnen, zoodat er bij het bestaande belastingstelsel meer belasting wordt gevorderd-, waar min der draagkracht is dat adressanten daarom' Uwe Excel lenties eerbiedig verzoeken het daar heen te willen ledden, dat er te dezen opzichte voor het groote gezin billijk heidshalve meer gelijkheid worde ver-' kregen. Bovendien! veroorloven adressanten zidl nog de vrijheid' Uwe Excellenties bijzondere aandacht te verzoeken vtWT de verdere' wemschem als le. spoedige invoering van 'n Rijks- kindertoeslagfonde 2e op geb'ed' van woningbouw, het bouwen van ruimere woningen voor groote gezinnen, zonder dat naar even redigheid de huur wordt verhoogd'; en de-'het beramlen van middelen ter bestrijding der levensmlddelendliurle en controle op de prijzen,; 't Welk doende, Collectieve Contracten en hun bindend- verklaring. De Nederlandsche Nijverheid, orgaan van het Verbond van Nederlandsche Fabri kanten Vereenigingen, tespreekt het voor ontwerp van wet tot binflendverklaring van collectieve contracten, dat mifloter Aalber- se aan den Hoogen Raad van Arbeid heeft gezonden. Na een korte uiteenzetting van den inhpud, zegt het orgaan, dat wanneer ever de wenscheljjkheid van bindendverkla ring van C. A. O. Uitspraak moet werden gedaan, het eerst noodig is het standpunt te bepalen tegenover de C. A. 0. op zich- zelve. Daaraan klevep n.l. ernstige bezwa ren, hoofdzakelijk van practiachen aard. ..Een groot maatschappelijk nadeel b.v., H&n C. A. O. nu eenmaal eigen schjjnt te zfjn, ia de veel te geringe diffe rentiatie tusschen den bekwamen vakman en den onbekwame. Loonschalen naar leef tijd in plaats van naar bekwaamheid zijn in C. A. 0. schering en inslag. Hierdoor ontstaat een tendens tot nivelleering met als gevolg onvoldoenden prikkel om zich de meerdere vakbekwaamheid eigen te ma ken; een verschijnsel dat zich allerwege voordoet. Voorts houden de landelijke contracten en hun standplaatsindeeling onvoldoende De loonen ten plattelande toch zyn niet uit te drukken in een percentage van dif der steden. Zy zyn afhankelijk van geheel an dere factoren, als bloei van land- en tuin bouwbedrijven, oogst- en weersomstandig heden, afgezien nog van de geheel verschil lende levenswijze der plattelandsbevolking. De C. A. O. wordt door vele werkgevers be schouwd als een noodzakelijke factor voor rust in het bedrijf. En inderdaad geeft een dergelijke C. A. O. ook wel perioden van kalmte in den loonstrijd, die dan echter tegen den afloop weer des te heviger op vlamt, en groote stakingen en uitsluitin gen veroorzaakt. Zie de bouwbedrijven op dit moment. Deze rust kan trouwens nooit anders beteekenis hebben dan die van stil te vóór den storm. De bestaansvoorwaarde van vakvereenigingen en vooral van de vak- vereenigingsleiders is nu eenmaal strijd. Voor de vakvereenigingen is C. A. O. dan ook slechts eeri wapen in den loostrijd en geen middel tot vrede. Met vrede toch is de positie der vakvereenigingsleiders als die van de ambtenaren v^p een crisirimreau, overbodig. Bovendien is de vrede in het be drijf >n strijd met de klassenstrydprincipes der moderne vakbeweging. Ook hier dus toont zich de C. A. O. vun een zeer zwakke zyde. Een zijde, die duidelijker zichtbaar zal zyn naarmate de C. A. O. verder af staat van haar oorspronkelijken vorm van een verzameling vari individueele arbeids contracten, zooals zij b.v. is in het mijnbe drijf en niet is b.v. in het sigarenmakers vak. Tenslotte bevatten een aantal C. A._0. bepalingen, die de patroons dwingen loater georganiseerde arbeiders in dienst te ne men. By een stijging van de conjunctuur zullen de vakvereenigingen, die, zooals be- grijipelyk is, hoogen pry a stellen op deze bepaling, steeds sterker aandrang in deze richting uitoefenen. De arbeiders worden dus ook langs dezen weg naar de vakver eenigingen gedreven, hetgeen, gezien de reeds boveh omschreven principieele rich ting der moderne vakbeweging, die door de andere organisaties gedwongen of vrijwil lig ook eenigszins gevolgd wordt, een ge vaar opleve»*- voor de industrieele welvaart van hft land. De collectieve contracten ver- grooten de macht der vajfvereenigingslei- ders in alle opzichten en openen den weg tot medezeggenschap." Wat het voorontwerp zelf betreft, merkt het orgaan op, dat het argument van den minister, dat het aantal collectieve arbeids overeenkomsten van 87 in 1911 tot 809 in 1924 is gestegén, 'misleidend is, omdat dit, aantal de laatste jaren juist aanmerkelijk is teruggeloopen, n.l. van 983 in 1920 tot 809 verleden jaar. Voorts ziet het blad niet in, waarom een patroon als „minder sociaal voelend", zoo als de minister zegt, zou moeten worden gebrandmerkt wanneer hy, in overeenstem ming met de plaatselijke behoefte, loonen betaalt, die, in geld uitgedrukt, lager zijn dan in duurdere gemeenten. Het gevolg van de door de voorstanders gewenschte nivelleering zal prysstyging allerwege zijn, omdat de concurrentie wordt uitgeschakeld. De exportindustrieën zullen daarvan, aldus het orgaan, ook weder de nadeelen onder vinden. De Hugo de Groot-herdenking. In aanfluiting op hot reeds door (Mis gemold© over do herdenkingsplechtig heid van 'Hugo do Groot, in do Nieu we Kerk te Delft, nog het volgende Allereerst sprak prof. mr. M. W'. F. Treuity, die de bijeenkomst opende, en een overzeilt gaf van de beteekenis van Grotius voor deren tijd en waar bij men denkt, in do eerste plaats, lbo niet uitsluitend, aan den schrijver van het onvergankelijk werk „De Jure Bel li ac Paci;-,". Wat Grotius daarin aan tijdgenoot en nageslacht heeft gegeven h niet uit ai'jn brein gekomen gelijk Minerva uit het hoofd van Jupiter Hij heeft ook op het terrein dat hij in dat werk betreedt, vele voorgan gers gehad en, zoowel uit den Bijbel als uit de geschriften der klassieken geput- In zoo siterke mate is dit hei geval dat men bij het lezen van zijn werfc telkens duizelt van do aanhalin gen en verwiijzingen die tx*o veelvul dig zijn dat zij aan een ooquetteeren mot ongocwenaarde belezenheid doen donken, en de lectuur van zijn boek 'niet juist tot een ontspanning maken. Prof. Treub wees er op hoe men telkens getroffen wordt döêr de diépte en do breedtei zijner b^chouwingdn- Men voelt voortdurend dat daar een man aan het woord ia die onmisken baar een kind fs van zijn tijd en njn land, maar die tegelijk i» van 8"e tijdien en alle landon. Aan de verheerlijking van een alh stract natuurrecht rijn wij sedert lang ontgroe— Sedert don tijd waarin Gro tius dacht en .schreef, hebben wij, zo® zei hij, de ïelativitedt ook van de rechtsvoorschriften loeren beseffen is tot ons doorgedrongen dat rechten moraal deel uitmaken van het steeds veranderend en laat ons hopen^"" zich ontwikkelend! en vervolnfckeod volksleven. Maar, al erkennen wij met ons mo dem inzicht ndet het gezag van het abstracte natuurerekht, waarop Grotiu» /jim .elKens beroept, en dat het uit gangspunt vormt van alle rechts p.. 10 sofisctie beschouwingen uit de l /üe en 18de eeuw, aUt beiet ons niet, op tal van punten de innerlijke kraom te ei- Kennen van de gevolgtrekkingen aie ui] er uit maakt. Ondanks zijn abstract uitgangspunt is Grotius in verschillende zijner be schouwingen zoo modern dat hetgeen hij in het midden brengt in onzien tijd zou kunnen zijn geschreven. Ten be wijze daarvan haalt spreker eenige ci taten aan welke door een Wilson of Robert Cecil hadden kunnen zijn ge legd. 1 Het uitgangspunt van Grotius is dat er niet een tweeërlei recht is voor personen en vorsten of staten, maar fiat hetgeen recht en billijk is tusschen 'ludividueele personen^ ook de verhou ding der pdblieikmhteli jke corporaties moet beheei.-schen. Men hoeft het wel als een tekortko ming van Grotius aangemerkt, dat hij dit als een feit heeft aanvaard en zich niet onled'.g heeft gehouden met het ontwikkelen van een schema van een internationaal gerechtshof, naar het welk de geschillen tusschen de staten zouden kunneri en moeten worden ge bracht, alvorens zonder redhtsverkrach- tiftg tot een oorlog zou mogen worden overgegaan. Zij, die aldus oord^elen, miskennen m. i., zoo zeide spr., geheel zoowel het karakter ais de0 beteekenis van een boek als „De Jure Belli ao Pa cis". De auteurs, die zich met het uitdenken van zuike schema's in vori ge eeuwen bezig hielden, waren uto pisten, die zich verdiepten en verlus tigden in producten van eigen phan- tasie. Grotius daarentegen was allerbehal- ve een phantast. Hij was een jurist, die zich hield op den bodem' der wer kelijkheid, en die, al blijkt op ver schillende plaatsen van zijn werk, dat hij het een zegen zou hebben geacht, indien er een rechter ware geweest, die naar het voorbeedd van de recht banken voor particulieren, het recht ook tusschen valken en staten had kunnen handhaven, geen vrucht ver wachtte van overpeinzingen over het geen er zou gebeuren, indien etr zulk een rechter geweest ware en nog min der van liet uitdenken van eene- sa menstelling van een rechtscollege over de slaton, dat toch niet de minste kans op verwezenlijking had. De waardeen de beteekenis van ziijn werk zijn tr waarlijk niet minder om. Drie eeuwen hebben er moeten ver- loopen alvorens het denkbeeld eener internationale rechtbank, waaraan de staten zich zouden onderwerpen, ook wanneer het gaat om geschillen, welke -zij terecht of ten enreehte als'van vi talen aard beschouwen, binnen den kring der practische mogelijkheden zou komen. En wij weten thans maa- al te goed, dat zelfs nu dat denkbeeil in het rijk der vrome weuschen zoui zijn gebleven,indien Europa niet had bloot gestaan aan eon wereldbrand, welke ©en groot deel van zijn welvaart en van zijn reëel© goederen verwoestte. Na prof. Treub voerde minister mr. Sohökking het woord1 die eveneens de groote verdiensten van Hugo de Groot naar voren bracht en er zijn vreugde over uitsprak dat het bestuur der V er- eeniging voor Volkenbond en Vrede, in het koor van eeni kerkgebouw voor de herdenking van het werk van Gro tius allen heeft samengebracht, in de kerk waar de Vader des Vaderlands met zijn roemrijk geelaeht begraven ligt, waar ook Grotius, de vroegere balling, zijn laatste rustplaats heeft ge vonden. Nergens sterker de®, hier in déze gewijde plaats klinkt als langs de zuilen de roepstem op, om> het recht en den vrede lief te hebben, &o0 als die beide iu God den Almachtige hun oorsprAig en ednde hebben. In ^yn goddelijk karakter krijgt de eisch om' het recht te zoeken en den vrede' te vinden, eerst dé hoogste waarde. Daarom moge hij zoo beluis terd worden en in steedis wijder krin" onder de volleen weerklank vinden"! Daartoe ook door deze herdenking iets te hebben bijdragen aal voor de Ver eniging voor Volkenbond en Vrede zeker de grootste voldoening zijn, daar het tevens de beste hulde i», die aan de nagedachtenis van Grotius kan wor den gebracht. Daarna was het woord aan den heer G. Kapsambelis, de Grieksche Gezant, duo in de Fransche taalden-redebi«ld, waarin hij erop wees, bat de roem ï??-?? G,root' grenzen van zijn ge boorteland, Holland', heeft overschre- een internationale figuur ge worden is, door de verspreiding van m werken, die vertaald zijn, niet alleen ui alle Europeeeohe talen, maar fok in het Arabisch, het Myleisoh en het Ghineeech. Er is alle reden, zoo zei hij, om opnieuw te spreken over het werk van wraL ,Gr0<*' DWmBal ai)"1 het inde «Tste plaats Nederletvders, die de van hu" l™«"8«noot willen <i«> groeten men va,„ vollr, helaas door benepen- en bekrompenheid «i godsdiensthaat Mj «In leven als balling uiteeetooten v00r eeuwig een blijvend huis heeft gesticht h, hunne harten, waarin als een kostbare reli- qui© {n gouden schrijn wordt bewaard de essentie van den nvensch en bur ger de Groot. Want dit was het juweel waarin het karakter van Grotius kris- .alliaeerde, dat liij, het wereldtailent, Lleef de Hollandséhe burger beschei den van harte. Dat alles zeggen wij hier, terw'jl niet de Groot zelf, maar zijn boek thans het voorwerp onzer huldiging uitmaakt, omdat alleen zoo een nvan, zulk een boek kon schrijven. Omdat ook dit werk, volmaakt het karakter van de Groot weerspiegelt, en wij het daarom wagen, het de Jure, al is het geschreven in de wereldtaal van toen, het Latijn, e roemen als een Neder- landsch boek. Wil dat nu zeggen, dat het boek van Grotius volkslectuur is geworden,; zoo als wordt gezegd' van Koning Gudatf Adolf, dat hij eiken avond een l.uofd stuk van het meesterwerk als leerbig en meditat e genoot Spreker méenf dat het overgr .U deel der meer ontwikkelden, binten dien kring van juristen en vnlken- reohtsbeoefenaarshet nauwelijks heeft doorbladerd, wellicht zelfs in deten kring niet alleen het werkelijk geheel hebben gelezen. Volmaakt begrijpelijk. Want ondanks den levendigen stijl, die voor geen modern leerboek in gebondenheid erf helderheid onderdoet, is de inhoud, zooaL die oorspronkelijk in drie foli anten was vervat, voor den modernen mensdh moeilijk leesbaar "meer. In onzen tijd1 heeft veel van rijn be toog ggen bewijs meer van noode, om dat medte door hen* de deuren reels zijn opengegaan. Van het door hem gewilde internationale recht is reeds veel in stellig recht, in verdragenrec'it ook in een nieuw onbetwist gemee i- tereoht omgezet. De Haagsdhe verdra gen over de rechten en verplichtingen van oorlogvoerenden en neutralen, de jtootiie Kruis-conventiën, diei tallooze tractaten loonen de steeds groeiende evolutie van het oorlogsrecht. Voor ons heeft de Groot voor dat deel van rijn leerboek zeer groote, maar toch grootendeels slechts histori sche waarde, en ons gevoel te dien aanzien js fa de eerste plaats dank baarheid voor diensten aan het men- schelijk geslacht bewezen, hen geden- Iten, die die Groot Zelf als voorloopers en bronnen vermeldt, voor zijn ver zachting en ordening van den oorlog. Maar wat van dé Groot alleen was, was de schepping van het recht van den vyede, zijn de Jure Pacis en he laas hierin is hij nog volkomen actu eel op dezen dag. Hier moet haast al les nog komien. De vredesbeweging is thans, aldus eindigde spreker, van een hopen op een zedelijke nflenedhheid' gekomen tot een vertrouwelijk aangrijpen van ma teriaal tot opbouw en organisatie. Met de wetenschap, diat dé wereld zal kun nen als zij zal 'willen, is ons strijders voor het wereldrecht, een steun ge geven, zooals onze voorgangers in de zen tempel niet mochten bezitten. Maar met hen behouden wij die zekerheid, dat niet ons verstand1, ons inzicht al leen, doch dé zedéli jke grondslag voor al een beweging tot overwinning voert én dat die voor altijd is gelegd door onZen roemrijken landgenoot, wiens geest de eèuwen niet kunnen overwin nen. Niet slechts spreekt thans zijn stem tot ons wij kunnen nu ons ook tot hem richten en zeggen „uwe victorie ii komend" ew wij volgelingen van u!w?e leeringen, gednsplreerdi door uwe gedachten', belooven U te zullen1 vol harden in den goeden strijd voor het wezenlijke Jus Gentiuim, het Recht van een voor alle volkeren der aarde. Het koor zong ten slotte het Bun- deslied van Mozart en Morgengebed (woorden van Hugo de Groot en mu ziek van G. S. van Krieken G Hzm jaarna dé plechtigheid, die grooten indruk had gemaakt, geëindigd was. D» bahandelfng van actfu's- Helaas worden accumulatoren, die toch zoo'n onmisbaar onderdeel uitmaken van de ontvang-installaties, maar al te veel verwaarloosd. Die accu, och die trekt het nog wel een beetje, dat is een term, die haast ingeburgerd is by iederen luisteraar. En hy vergeet, dat de gevolgen van zoo'n onverschilligheid zeer zeker niet zullen uit- blyven. De accu's zyn na verloop van tyd sneller ontladen; de polen beginnen te sul- fateeren: er komt een dikke blauwgroene mosachtige massa op, die steeds uitgroeit: de vloeistof spiegel zakt; de platen trekken krom, de positieve plaat laat stukjeen van de vulling los; de geheele bodem rpakt be dekt met vulsel; ziedaar het troostelooze beeld van een verwaarloosde accu. De accu is eenige jaren oud, en wordt weggedaan. Wist de onverschillige amateur wel dat een accu by goede behandeling minstens zes jaren mee kan? Ên weet hy wel dat die goede behandeling niet eens zoo-heel las tig is? Hy behoeft er werkelyk geen vak man voor te zyn om zyn meest waardevolle instrumenten voor bederf te behoeden. Wy zullen hieronder eenige wenken en voorschriften geven, waaraan ieder accu- bezitter zich stipt dient te houden. Zoodra een accu ontladen is, en het Is zoover wanneer de spanning per cel van ca. 2 volt ieruggeloopen is tot 1.85 volt moet de accu onmiddeliyk weer opgeladen wor den. Versch geladen accu's hebben een apan- ning van 2.4 soms 2Ja volt. Direct na het laden zakt de spanning tot ca. 2.2 volt, om na eenigen tyd op 2 volt te blyven. Eerst wanneer de accu nagenoeg geheel ontladen is, zakt de spanning beneden 2 volt. De la dingstoestand, waarin de accu zich bevindt, val| dus niet op te maken uit de spanning. De zuurdichtheid geeft de juiste spanning wel aan. Zooals bekend is bestaat een accu uit een of meer bruine (positieve) platen en twee of meer gryze negatieve) platen. Een zoo'n stel heet een cel en kan 2 volt spanning le veren. Een 4 volts accu bevat dus twee cel len. In de bakken bevindt zich een vloeistof, het zuur. Krygt men dit zuur door spatten over zyn kleeren, dan vallen er gaten In. De eenige remedie daartegen is: leg dade- lyk op de zuurplekken wat soda en spoel dancwoed uit. VDeJplpten komen droog van de fabriek. Zy bdfctaan uit een looden raamwerk, waaT- in een loodverbinding ingeperst is. Zoodra zy in den bak vastgezet zyn,, wordt de ac- ciymet zuur gevuld en de eerste lading kan beginnen. Deze eerste lading heet het „for- meeren" der platen. Éérst na het formee- ren is de accu geschikt voor gebruik. Het zuur, dat gebruikt wordt, is zwavel zuur van een bepaalde sterkte. Het che misch zuivere zuur wordt met gedistilleerd water verdund (zutir gieten in het water, niet omgekeerd.) Tydens de lading en de ontlading verandert het zuurgehalte: daar aan kan men dus den ladingstoestand her kennen. Voor de contröle van het zuurgehalte be staan z.g. zuurwegers. Deze zyn zeer ge- makkelyk; zy geven direct het soortelyk ge wicht van het zuur aan. Hoe groot dit soor telyk gewicht móet zyn hangt af van het fabrikaat van den accuby eiken accu wordt dit speciaal opgegeven. Van veel belang is verder het laden en ontladen met te groote stroomsterkte. eiken accu wordt deee stroomsterkte opge geven; overschrydt men die, dan zullen de platen snel uiteenvallen. Men kan rekenen op een stroomsterkte van een half ampère per vierkanten decimeter oppervlakte van de positieve plaat. (Het zuur moet steeds ca. 1 cM. boven de platen uitkomen. Ligt een deel der platen boven bet zuur dan moet men byvullen met gedistilleerd water; het zuur verdampt na genoeg niet, het water wel. De zuurconcen- tratie zou dus te groot worden. Wil men een accu gedurende langen tyd niet gebrui ken, dan dient men hem geheel versch te laden. Na een maand ontlade men hem ex pres met een geringe stroomsterkte, lade hem weer op, en zet hen» opnieuw weg. Ook kan men het zuur uit de versch geladen ac cu uitgieten, en weer ingieten zoodra de accu opnieuw gebruikt zal worden. Ontla ding gevolgd door opnieuw opladen is dan zeer aan te bevelen. Wanneer van een oude accu stukken van zyn vulsel op den bodeth zinken maakt dit dat de platen contact maken. Wil men de accu dan nog rerfden dsÉ moet alle zuur uit gegoten Worden, en de lïak uitgespoeld wor den met gedistilleerd water, totdat alle be zinksels uitgespoeld zyn. Gewoon leidingwa ter werkt op den duur moordend. Laat men een accu staan «onder op te laden, dan gaan de platen sulfateeren. Is het eenmaal zoover, en dan is er weinig meer tegen te doen, dan kan men de polen flink met vet insmeren; dit verhindert het aangroeien van vuil. Gedeeltelyke lading en ontlading is ook zeer af te raden evenals het even kort slui ten van den accu om te zien of hy geladen is of niet. In het eerste geval wordt het bin nenste der platen minder ontladen als het buitenste deel, zoodat zy snel gaan brokke len; in het tweede geval wordt de ontlaad- stroom veel te hoog, wat hetzelfde gevolg kan hebben. Het vermogen van een accu wordt in am père uren uitgedrukt. Tien amp. uren wil zeggen, dat de accu gedurende 10 uren met 1 amypère ontladen kan worden, of 20 uren met ampère, enz. Tien ampère kan de accu niet leveren; de maximale ontlaad- stroomsterkte zal misschien 1.2 ampère zyn! Onnoodig is het te zeggen, dat een radio accu behoed moet worden tegen schokken, stooten of kantelen. Iets anders is dit met een auto-accu! LAND- BH TUINBOUW. Voor klein* tuinen. Door regen en wind hebben vooral hoog- groeiende, kruidachtige planten te lyden, en- deze moet men daarom meermalen opnieuw aanbinden, gedurende hun groei en bloei. Dit is o.a. ook het geval met dahlia's. Daar dit gewas vooral door sterken wind vaak by den grond afbreekt, is tydig aanbinden gewenscht. Tegelykertyd wonten dan uit gebloeide bloemen weggesneden. Dit Is niet alleen wenschelflk uit een oogpunt van sierlykheid, maar zal ook den verderen bloei tep goede komen. Om groote bloemen met flinke stengels te bekomen, moet men ty dig zyknoppen en zyscheuten wegbreken over een lengte als noodig ter verkryging van een behoorlyken stengel. De lager voor komende zyscheuten blyven behouden, daar deze de opvolgende bloemen leveren en zoodra de knoppen behoorlyk zichtbaar zyn, worden ze dan ook op gelyke wyze behan deld. Van Dahlia's kan men dan ook gerust bloemen snyden, daar steeds weer andere gevormd wonden. Nog in sterkere mate is in dit 't geval met lathyrus of siererwt. Wan neer men hiervan de bloemen niet regel matig afplukt, gaan ze over tot zand en waar dit het geval Is, is de bloei spoedig ten einde. Het wegsnyden van uitgebloei de bloemen Is, om dezelfde reden aan te ra den, by tal van andere bloeiende planten als: rozen, gerahiuma (Pelargonium zona le) viola cornuta, enz. Voor het producee- ren van zaden wordt veel plantenvoedsel verbruikt, en dit, in de meeste gevallen on- gewenschte verbruik gaan we op die wyze tegen. Het afsnijden van snybloemen dient by voorkeur 's avonds plaats te vimten. De bloemen worden dan gedurende den nacht diep in het water geplaatst. By het snyden wordt de snywond, door schuin by te sny den, zoo groot mogelyk gemaakt, om het opzuigen van het water te vergemakkeiy- ken. Door afgesneden bloemen koel te plaatsen, meermalen van versch water te voorzien en ook de snywond te ververschen, kan men er het langst plezier van hebben. Nu de nachten weer koeler worden, is de kans van het doorschieten van spinazie weer gering en kunnen we deze groenten- soort weer met succes zaaien. Voor het zaaien van winterspinazie is het nog te vroeg; we wachten hiermede tot begin Sept. Nu zaaien we nog de gewone somersoort. Ook radys kan weer met succes gezaaid worden. Voor wintergebruik zaaien we nu in den bak een weinig seldery en pieterse lie. Van oudere planten kan men het loof drogen en dit op de geschikte plaats droog bewaren. Het is nu ook tyd voor het zaaien van pootuien. Meestal worden de benoodig- de pootuien in het voorjaar als jonge plantjes aangekocht van kweekers, men kan ze echter ook zeer goed zelf teelen. In strenge winters lyden de jonge plantje' 'veel en gaat vaak een groot gedeelte ver loren. Men doet dan ook verstandig met, op een beschut liggend rabat, te zaaien, waar, zoonoodig een noodbak om aangebracht kan worden. Deze kan men dan afdekken met ramen of rietmatten, of zoonoodig met bei den. We zaaien tamelyk dicht. Per 10 vierk. M. gebruiken we 1 ons zaad. Om geduren de den winter in het bezit to zyn van krop sla, zaaien we omstreeks het einde van Augustus. Voor dezen teelt kan men zeer goed gebruik maken van afgedragen kom kommer- of meloenbakken. De bakken wor den grondig schoongemaakt, de grond om gespit en een 20 c.M. dikke laag versche bladgrond bygevoegd. Hierin worden de el ders gezaaide jonge plantjes, zoodra ze vier blaadjes hebben, uitgeplant. Voorloo- pig blyven de ramen eraf, ofwel ze komen er hoog op lucht gezet, bóven. De eerste tyd wordt, zoo noodig, gegoten. Naderhand houden we de bakken zoo droog mogelyk. Alleen by goed droog weer wordt dan ge lucht, by bedompt weer blyft de bak ge sloten. Door zorgvuldig dekken, indien noo dig, met een of meer stroo- en rietmatten, wordt de bak beslist vochtvry gehouden. Alle rottende plantendeel en en rottingver- oorzakende stoffen worden zorgvuldig ver- wyderd. De aldus gekweekte kropsla is pl.m. December-Januari oogstbaar. De soort „Meikoning" is voor deze cultuur het meest geschikt. ON* PLUIMVEE. De plaatA van 't kippenhok op de boerderij. Op ue boeruerij, waar 'men. ifl uen regel oter voluoeode ruimt© beecshikt, is het ?an belang aan de kappen de best mogelijke plaats voor fans vesting te verlfeeneii. Is het hok eenmaal ge zet, dAn gaat meai niet zoo gemakke lijk mier tot verplaatsing over, daar dit mét koeten en veel' moeiten ge paard gaat, terwijl het hok, daarvan ook te lijden heeït. Volgen» het oor deel van den heer Boshouwers in „De Kjjenweeteeit", moet da© plaats aan de volgende eisdhen voldoen 1. De bodem moet er droog rijn Vooral voor kippen die niet geheel in orde rijn en1 daarom in de nabijheid van hun hok blijven ritten, is een natte grond1 zeer nadeelig. 2. De omgeving van het hok moet ■beschut rijn tegen ruwe, koude win den. üp boerderijen met afzonderlijk staande schuren, stallen, hooibergen enz, kan men gemakkelijk een plekje vinden dat in dit opricht voldoe*. Ook keereai hoog© hagen aan den noord kant de> koudste winden. Waar derge lijke hagen ontbreken, kan men ze aanplanten. Zoolang ze nog niet groot zijn, dienen schuttingen van riet, stroo of hout. 1 3. De voormiddag zonnestralen moe ten volop In en rond het hok kunnen vallen. Het voorfront van het verblijf moet in verband daarmede naar het Oosten, of Zuidloosten gericht rijn. Wordt het hok in den boomgaard' ge plaatst, dan is dat een aéér geschikte plaats mits er een open plek is o! wordt gemaakt. Schaduw is goed, zé.Is noodzakelijk, maar niet vlak bij het hok. 4. Bij voorkeur bouwe men meer hokken, ver van elkaar. De kippen verspreiden rich dan beter en verdel gen overal het ongedierte en vinden de insecten van den geheelen boom gaard of dé heele weide. Verder kan men zonder moeiten en kosten voor afrastering dé jonge en overjarige dieren scheidén. Vooral in het late najaar en den voorwinter la dat van groot belang. Jonge, leggende ol te gen den leg* aanrijnde dieren hebben een geheel andere voeding noodig dan oudere die nog op rust rijn om pas na Nieuwjaar te begfanén. Loopt allee door elkaar, dan worden de laatste om dien tijd vafl het jaar veel te vet wat het leggen verdaagt. Ook kan men dan eventueel b roedei eren nemen van overjarige hennen, wat anders lastig gaat Een ideaal acht de sdhr. het, als op de boerderij voor etk 50-tal hoenders, een afzonderlijke stal wordt gebouwd en de stallen aoo ver mogelijk van elkaar staan. Het sterftecijfer zou daar door heel wat dalen en het legcijfer belangrijk stijgen. AERANMlUm Dc domkerk in Utrecht. Naar hei U. D. meent te weten, kan de weder ingehruLknemiJDg van de Domkerk te Utrecht binnenkort wor den tegemoet gezien. Zooals een en ander ziohtyiit cegenbl.k laat aanzien, zai dit kunnen geschieden eind Sep tember of begin October. Te dier ge legenheid zal een bijzondere kerk- dien»»t worden gehouden,, die door ds. Quast Hzn oudsten en tevens wijk- predikant geleid zal worden en waar in de oud-minister van onderwijs» kun sten en wetenschappen, dr. J. Th. de Visser, eveneens het woord zal voe ren. Onvoorziene omstandigheden voorbe houden, aal H. M. de Koningin dezen kerkdienst bijwonen. Onder redactie van da IVunelub „Oauda", SesMteria Steynksde 27, lokaal dar club Maakt 49. Da oplossing zal worxten vormsld Zater dag 12 Sept. Probleem No. 276. Zwart schyven op: 8, 6, 8, 11/14, 18, 19, 28, 24, 29. Wit schyven op: 21, 22, 26, 27, 81/88, 38 39, 41, 48. Probleem No. 276. Zwart schyven op: 8, 9, 11, 12, 17, 19, 20, 23, 24, 29, 30, 33, 35. Wit schijven op 22, 27, 28, 82, 86, 37, 39, 40, 42, 44, 48, 49. Oplossing van probleem No. 271. Wit speelt 85—30, 44—39, 87—31, 38 9, 25 5. Oplossing van probleem No. 272. Wit speelt 26—21, 37—32, 8631, 4742, 43 23, 30 10, 25 1. ADVERTENTIEN. De Heer en Mevrouw B. G'. DE KLERK—van der Smit, geven kennis van de geboorte hunner dochter IRENE GEERTRUIDA GOUDA, 29 Augustus 1925. TE HUUR Kattensingel 71. Direct te aanvaarden. Te bevragen KATTENSINGEL 70. -ri Door den Hoofdingenieur van den Provincialen Wateretaat in Zuid-Holland, daartoe gemachtigd door Heeren Gede puteerde Staten dezer Provincie, zai qd DINSDAG 15 SEPTEMBER 1925 dri» namiddags om 4 uur voor den tijd van vijf jaar worden verpacht, in drie perceelen, gedurende het tijdvak van 1 October 1925 tot en met 30 Sep tember 1930. De omschrijving der perceelen zijn met de voorwaarden der verpachting verkrijgbaar bij den Bouwkundige van den Provincialen Waterstaat P. B. SIPS e Gouda, Kleiweg 99. 3044 sn De inschrij'ving van' nieuwe leerlingen zal worden gehouden op de> avonds van 7—9 uur in het gebouw van de schoei aan de Houtmansgracht.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1925 | | pagina 2