MX
'e
rr
JilEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK,' HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
MEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
IHKQMEH EN LEVENSONHUD.
So. IS984
Zaterdag 24 October 1920
OS* Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-. en-Feestdagen
r
Itbetaling
EERSTE BLAD.
Antwerpen
- GOUDA
Gouda
Zooals de ouden zongen
en
Ier
dt
EES
SS”
Speciaal Stoffenhuis
Markt 16
IJN, Langel
rp uitkijkt.
r deze vergelijking bleek, dat het ge
middelde inkomen in Nederland het hoogst
was in het belastingjaar 1921/22. De zooge
naamde malaise was toen al wel ingetreden,
doch in de aanslagen kwam dit niet tot
uiting, daar déze gebaseerd waren op de
inkomsten van het jaar 1920/21.
MEUWERKERK, ouderkerk, oudewater, reeuwijk, schoonhoven, stolwijk, waddinxveen, zevenhuizen,
riekleurendruk.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Oud worden wil zeggen ziende worden.
FEUiLLETOa.
<u>
I
(Wordt venotad).
n de Stations
Igië.
bij den districtsde^ler
Oorspronkelijke roman
door
LOUISE B. B.
;ren.
60UDSC1IE COURANT
2962 15
ren door zoo weinig mogelijk, gebruik te ma
ken, ook al kan hy het betalen, van waren,
die naar verhouding te duur zijn.
heling, losgelaten door zijn ouden pa
troon, oveirgeleverd aan de genade van
den nieuwen, voortvarenden chef, met
diens strenge opvatting van eerlijk
heid en plichb.
Reeds een verpletterende blik uit
deze jónge, koele, strenge oogen had
den oyderi. verschrompelden man, als
verkeerde hij plotseling in levensge
vaar, uit deze stille, sombere, groote
kamer gejaagd. En in den natuurlij
ken drang tot helpen, overal en waar
zij kon, hervond Betty haar bedaard
heid terug.
„Jaap’zeide zij, op hem toetre
dend „ik geloof dat je nu eindelijk
je zin zult krijgen. Vader zal je nu
opnemen in de ftrma”
Hij haalde diep adem „Ik geloof
het ook, Betty. Zijn stem klonk zwaar
der dah gewoonlijk, hoogst ernstig.
Zij werd bang va<n den doordringen
den triomfanteüjken blik, op haar ge
richt „Ik geloof ook. dat ik straks
op de hoogste sport zal staan van de
ladder, waarop ik al zoovele jaren
klom om mijn levensdoel te bereiken.
Eenmaal op die bovenste trede, zal ik
eindelijk kunnen reiken naar mijn ge
luk. Eer zal ik niet tevreden’zijn.
Jalap, wees nu ook edelmoedig.’
Onwillekeurig strengelde zij de slanke
vingers samen op haar borst.
„Wat bedoel je. Betty vroeg hij
vriend Wijk.
te
TEL 734
Pracht sort Bering PELTERIJEN
scherp concurrerend? prijzen
MODEPLAATJE.
Dans japonnen.
Ofschoon tegenwoordig het heele jaai
door gedanst wordt en de danszalen zich in
een druk bezoek vei*heugen, is het officieels
winterdinsseizoen pas ongeveer gelijk met
den offjcieelen „wintertijd” geopend.
(Het is de tyd voor de nieuwe clubs, de
besloten, zoowel als de openbare. Tevens
is het de tyd van de nieuwe dansen, welke
op wereldcongressen uitgeschreven zyn en
waarvaij tot op het oogenblik practisch nog
niet veel te bespeuren valt. Natuurlijk is
het ook de tyd van de nieuwe danstoiletjes,
fpisch al» het seizoen-zelve en uitgevoerd
naar de laatste mode-eischen. Waar ons
land tegenwoordig overstroomd wordt met
regelrecht uit Parjjs geïmporteerde mode,
getoond op Parysche mannequins, in mon
daine hotels, kan het niet uitblyven of de
zucht naar het allernieuwste wint veld.
Nauwelijks is het seizoen dan ook voor ge
opend verklaard of reeds bericht men de
aankomst der «allerlaatste” nieuwtjes.
jWie veel danst, heeft veel noodig”, denkt
men, ep dies wjjdt men speciale aandacht
dacht aan de dansjaponnen en komen ze in
elke collectie overvloedig voor.
Aan de eerste voorwaarde, „licht, luch
tig en mouwloos te zjjn” voldoen nagenoeg
alle modelletjes.
Het zjjn meestal luxeeuse niemendalletjes
wier teere fjjnheid en geraffineerdenn een
voud, hunne grootste bekoring uitmaakt.
Ai wat jeugdig is en fleurig, wordt op
de dansjurk toegepaat.
Want voor het jonge frissche meisje be
reikt men al gauw een aardig avond-effect.
agen prjjz,
tUCK” tot
t verkocht,
ven» zeer
zoodanig
nen doen,
en ander
agelijk» in
rerbruik ia
lig slytage
m dichtst-
moedelyk in de veronderstelling leven, dat
ons inkomen belangryk was gestegen en
zouden we heel wat tevredener zyn dan
thans. Nu zal menigeen zeggen: dit is alles
goed en wel, maar ik voel,in mijne uitgaven
van het goedkooper worden der goederen in
den groothandel niet veel. Dit stemmen wy,
voor een groot déél althans, toe. Toch ge
ven de aangehaalde cyfers te denken. Er
moet toch iets niet in orde zyn^ als ons
voornaamste voedingsmiddel en wat voor
tarwe geldt, geldt voor alle granen, ja voor
alle akkerbouwproducten betrekkelyk
goedkooper is geworden en toch het leven
duur ia gebleven. Laten wy, ten einde de
oorzaak van dit contrast te vinden, allereerst
ieder voor zich de hand in eigen boezem
steken. De eerste vraag, die wy ons mogen
stellen is dan wel deze: Stellen wy de
eischen van het leven ook te hoog en leg
gen wy er ons by de voorziening in onze
behoeften wel voldoende op toe, daarvoor te
gebruiken die stoffen, Welke laag in prys
zijn In dit verband zy er op gewezen, dat
de dierlyke producten vleesch, melk, bo
ter, kaas en eieren over ’t geheel duur
zyn in verhouding tot de plantaardige
voortbréngselen. Zou dit niet een gevolg
hiervan zjjn, dat velen hunne levensbehoef
ten hooger stellen dan vroeger,, ook al laat
hun inkomen dit niet toe? En zoo komen
wy tot eene tweede vraag en wel deae, of
wij ons niet al te zeer door den geest des
tyds laten meesleepen, die er toe aanzet dé
eischen hoog te stellen en té klagen als die
eerste eischen niet worden vervuld
Maar ook als wy by het overdenken van
deze vragen tot de conclusie komen, dat
wy niet geheel vry uit gaan, dan blyft er
toch nog een belangrijke oorzaak van het
aangeduide contrast over. Deze oorzaak is
hierin gelegen, dat door het voortdurend
ingewikkelder worden der maatschappelijke
verhoudingen steeds meerdere groepen door
de macht der organisatie in staat worden
gesteld zich een naar verhouding veel te
groot deel van het totale inkomen toe te
éigenen. Het betreft hier vooral personen
arbeiders, ondernemers en handelaars
die staan tusschen den producent der grond
stoffen en den consument of die hun werk
maken van het verrichten van bepaalde
diensten. Het gevolg daarvan is uit den aard
der zaak, dat anderen niet krijgen, wat hun
redelijkerwijze toekomt en dat het leven
duur blijft, ondanks de goedkoopere grond
stoffen. De klachten over de malaise en
over de duurte van het leven zullen vermoe
de lijk aanhouden, totdat eene redelijke ver
houding tusschen den prys der grondstoffen
en de kosten van het leven zich heeft her
steld. Ieder kan dit proces helpen bevorde-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per wede 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per poet per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA
hij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tel. Int. 82;
Redactie, Tel. 83.
arde ach-
ag
8«is, waar
den aan
heid wint
gte 3.50 M.
i zijn allen
n Ballon
Maat 30x5
i.u wooruetu Dejooiuen alles aan
Jaap, doen ue toon van die oude,
moede slem klonk als die van een
kribbig kihd. .'.en blijde hoop straalde
uit Jaap s gejieete geacht, toen hij met
rechte, fiere houding antwoordde
„Zeker, vader, ik zal dadelijk komen.
Zonder een woord meer, gebogener
en sloffender uUn anders, verliet de
bankier Basteis de huiskamer en het
scheen Betty toe, alsof etae lijn van
die slappe' houding duidelijk aan toon
de, hoe haar ziekelijke, oude stïeiva-
der bukte, maar niet berustte in het
beslissend besluit, dat de noodzake
lijkheid hem dwong te nonnen.
Ftotje zat nog altijd aan de gedekte
tafel, het gozadiit geleund op de han
den, met geamuseerde oogen rond zich
blikkend. Botty richtte zich tot Jaap.
Hij stond daar weer, vol beschenen
door liet licht uit het middelste raam,
zoo zelfbewust, zoo krachtig mannelijk,
als gereed den zware» last van het
beheer over een groot kantoor, zonder
aarzelen, op zijn vierkante schouders
te nemen. De triomf in zijn oogen, in
zijn sprekende trekken, verhoogde nog
de heerschzuehtigef, wilskracht, die
straalde uit zijn geheele persoon ea
houding. Betty huiverde onwillekeurig
voor hem, zij beafcte onbewust, en
even onnadenkend, schreef zij haar
plotselinge bevangenheid toe aan haar
medelijden voor flen|sidderenden1 zwak
ken. D« tram ligt met haar rails en haar
draden aan een bepaalde baan gebonden.
Hoeveel nadeel dit geeft blykt al dadelijk
wanneer hier of daar reparaties aan den weg
noodig zyn en het tramverkeer door de ver
sperring heeft heen te tobben. De bus rijdt
even een andere straat en men bespeurt
niets van de moeilijkheden. De tram-aanleg
berust op een vermoedelyke veronderstel
ling hoe het gebruik ervan zal zijn; de bus
constateert dagelijks hoe het met haar ex
ploitatie gesteld is en kan zich daarbij lede
ren dag zonder één cent kosten aanpassen.
Het is dus te begrijpen dat bij een her
ziening der overeenkomst tusschen de ge
meente en de tram het bussen-vraagstuk
van véél gewicht is. De ellende van het
tram-monopolie als verkeersmiddel hebben
wy jarenlang ondervonden maar het ge
meentebestuur dat een lieven duit in het
gansche tram-bedrljf heeft zitten denkt over
die misère anders dan zij die er het dage
lijks slachtoffer van zijn. Een slecht-ren-
deerende tram is voor de gemeentekas een
strop en dus wil men trachten de zaak zóó
te regelen dat die' strop aan de gemeente
bespaard blijft.
Thans heeft een Commissie van vier ter
zake kundigen en by de kwestie betrokke
nen een gansch nieuw tram-net ontworpen
dat voor een goed deel, geljjk te begrijpen
valt, aahsluit aan het bestaande. Het voor
gestelde net ziet er aardig uit maar het zegt
niet veel omdat de beteekenis van een lijn
voor het voornaamste gedeélte afhangt van
de wjjzè, waarop deze geëxploiteerd wordt.
Met opzet hebben wy reeds geruimen tijd
een der vóórnaamste buslijnen gadegesla
gen in haar ontwikkeling, o.a. door er ge
regeld gebruik van te maken. De ervaring
heeft ons daarby geleerd, dat een voornaam
gedeelte van de reizigers de bus de eer van
hun bezoek aandoet, niet omdat men de bus
als zoodanig prefereert boven de tram maar
wel omdat ze sneller rijdt en omdat men de
bus kiest, wanneer die toevallig eer pas
seert dan de tram. Dit wyst er dus op, dat
het bestaan der büssen voor een goed deel
het gevolg is van het gering aantal trams,
dat op een lyn rydt en van de traagheid der
trams, die o.a. het gevolg is van het logge
vervoermiddel, dat de tram geworden i»
met zijn veel te groote bijwagens. Meer
trams, kleiner trams is dus de noodzakelij
ke voorwaarde voor het winnen der con
currentie, maar dit kost geld, veel g®ld en
daaraan heeft de tram een broertje doodt
Met begrijpelijke belangstelling zien wij
de ontwikkeling der tramhistorie tegemoet.
We willen even het droevige verhaal ge
ven van de nieuwe poging tot verbetering
van het verkeer en de veiligheid van de
oetgangers. Op breede lanen met een mid-
denvoetpad rijdt de tram aan de rechter
zijde van dót voetpad. By de tramhalte nu,
moeten de passagiers uitstappen aan de
rechterzijde van de tram, dus op den rij
weg. Dat is altijd een gevaarlijke geschie
denis in verband met het verkeer. Eenlgen
Dezer dagen troffen wy in het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek een overzicht aan betreffende de
opbrengst der Ryksinkomstenbelasting in
het belastingjaar 1923/24, welk overzicht in
i staat stelde tevens eene vergelijking te ma
ken met vroegere belastingjaren.
In het belastingjaar 1921/22 dan warea in
de Rijksinkomstenbelasting aangeslagen
L638.456 personen met een totaal inkomen
van 4.291.744.000, zijnde gemiddeld 2619
per aangeslagene.
In het belastingjaar 1923/24, dat betrek
king had op inkomens, genoten in 1922/23,
bedroeg het aantal aangeslagene» 1631980
met een totaal inkomen van 3.848.301.000
of 2358 per aangeslagene. Wy zien dus,
dat van 1920/21 tot 1922/23 het gemiddeld
inkomen der in de Rijksinkomstenbelasting
aangeslagene» terugging van 2619 tot
2358 261 of 10
Het kan zijn nut hebben naast deze cyfers
óetreffende den loop van het inkomen te
plaatsen die betreffende den loop der prij
zen. In 1920 was, als men de prijzen van
1913 op 100 stelt, het indexcijfer voor de
groothandelsprijzen van 48 artikelen 292 en
in 1922, op welk jaar de cyfers voor de in
komstenbelasting 1923/24 vooral betrekking
hebben, 160. We zien dus in die twee jaren
zich eene daling voltrekken van 292 op
160 132 of 45 Als men op deze ge
gevens afgaat, zou men toot de conclusie
komen, dat ons gemiddeld inkomen, in geld
uitgedrukt, wel is gedaald, maar dat, in
goederen uitgedrukt, hpt moet zijn ge
rezen.
Interessant is het, dit eens te illustreeren
aan de grondstof voor ons voornaamste voe
dingsmiddel, het brood. In 1920 kostte hier
te lande de tarwe ongeveer 28 per 100
1922 was die prys gedaald tot 12.
Vhans is hij eer lager dan hooger. In 1920
kon men voor het gemiddeld inkomen van
2619 dus koopen 9350 K.G. tarwe. In 1922
echter voor het in dat jaar genoten gemid
deld inkomen van 2358 17.600 K.G. tarwe.
Ontvingen wij ons inkomen dus in plaats
van in zilver in tarwe, dan zouden wy ver-
BRIEVEN UIT DK HOFSTAD.
DGÜLXXXViH.
De enorme uitbouw van den Haag in de
laatste jaren heelt liet groote vraagstuk op
den voorgrond gebracht hoe de verbinding
tusschen die ver-uiteenloopende gedeelten
is te verkrygen en te behouden. Gelukkig
is voor den tyd dat deze puzzle zich op
drong de fiets uitgevonden, die een boven
alten lof verheven verkeersmiddel juist op
onze .«platte” wegen is geworden. Maar niet
100 procent van de menschheid fietst en het
weer is in ons land van dien aard dat vaak
dit verkeersmiddel ongeschikt is. Men kan
ze bewonderen de vele die er altyd zyn, die
wind noch weer duchten en op hun stalen
ros blijven zitten, al kott het moeite in
evenwicht tebleven, laat sta*n vtwruit te
komen. Voorts zyn er momenten waarop
men ook niet op de fiets kan zitten, bij
voorbeeld wanneer men in zyn beste plun
je uitgaat. Noodig is dan een ander, tegen
wind en weer bestand vervoermiddel, dat
liefst wat vlug en liefst vaak rydt.
In de toekomst komt wellicht de kleine
auto onder ieders bereik, maar zóó ver is
het in ons land nog niet en eer het zoover
is zal er nog een vraagstuk moeten worden
opgelost n.i. dat der garages op welker
bouw nog nergens gerekend wordt of is.
Voorshands blyft de meerderheid der stads
bewoners dus op de tram en de bus aange
wezen. Het ziet er naar uit dat het tusschen
die twee een concurrentie op leven en dood
wordt en vooral hier in den Haag begint
het daar al aardig het beeld van te vertoo-
nen. Wy naderen hier ter stede een crisis in
dezen strijd want met 1 Januari 1926, heel
spoedig dus, loopt de overeenkomst tus
schen de gemeente en de tram-maatschap-
pij af en zal er dus een nieuwe regeling ge
troffen moeten worden. Zy ligt voor de
hand, de vraag of aan de bussen een kans
om het bestaan te handhaven, zal gegeven
worden. Het laat zich aanzien dat de bus-
sen slechts terrein kunnen winnen als men
ze laat bestaan omdat zy nu eenmaal ge
makken bieden die de tram nimmer kan heb
niet mijn Meneer Jacques van
den Heymol Bartels en ik hebben liet
kantoor wat bijzonders te zeggen, van
daag....”
Daar hing seconden jang een stilte,
zwaar van onuitgesproken verrassing
en verbatkng, in het groote vertrek.
Jaap staakte het doelloos gespeel met
de sigaar in zijn vingers, richtte zien
op in zijn volle lengte. Plotseling bleek
van spanning, richtte hij zijn grijze
heldere oogen verbaasd vragend op
zijn vader, die zijn gezicht in een on
doorgrondelijke, knorrige plooi hield
en halsstarrig vermeed Jaap aan te
zien. Daarop ving Betty den blik op,
dien de twee koe.oe oogen in het jon
ge eneigieke gedicht, wisselden met
de doorielijk versehrikten in dat vaal,
grauwe oudet, waarvan de ontelbare
rimpels, sinds haar stiefvader zoo be
slist gesproken had1, in zenuw achtige
onrust samentroklken. En> weer, pijn
lijk, beefde haar hart mede met de
zwakste partij. Wel volgend oogenblik
had de boekhouder de kafner verla
ten zijn, snelle aftocht, zonder groe
ten, geheel tegen zijn nederige be
leefdheid in, geleek veel op een over
haaste vlucht in groote bedremmeling.
.Jaap”, zeide nu de oude Bartels,
„kom zoo dadelijk bij mij boven op
mijn kamer. Ik heb je een besluit me
de te deel en, dat ik genomen heb ui
mijn slapelooaen nacht.”
tüd geladen heeft de verkeers-politie witte
stoepen op de straatsteenen laten schilde
ren, denkbeeldige vluchtheuvels aangevend,
die door de voertuigen gemeden zouden
worden. Dit stelsel hielp niet veel omdat
niemand zich waagde op dit fantasieheu-
veltje. Thans is aoo’n afgelynd deel ver
sierd met twee lichtpalen, waartusschen
men zich iets meer veilig zou voelen. Ook
dit is denkbeeldig gebleken, want aan het
begin dezer week reed een vrachtauto een
der paaltjes om en de veiligheid bleek dus
weer niet tc bestaan.
fret is een goed werk, dat de verkeerspo
litie tracht te doen, maar middeltjes als dit
helpen niet bijzonder veel. Een middel, dat
niet afboende helpt, wordt op den duur
een ge'Aar. Men is veilig op een plaats of
men is het niet, maar met denkbeeldige vei
ligheid iyn wy wel het verst va» huis. Tal
vr i i’ngpzonden stukken in de Maden heb
ben reeds aangegeven, dat het publiek eer
bang d|in gerust ia door de denkbeeld‘ge
vluchthéuveltjes, en dat gel|jk nu gebleken
is, het gevaar om er zich te wagen eigen
lijk gropter is, dan voorheen.
Welkg scherpzinnige verkeerspoliticus zal
hier de Jallenbevredigende uitvinding doen?
HAGENAAR.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda ca omstreken (beboerende tot dm beeorgkrin*)
1—5 regels ƒ1.30, elke regel moer 0^5. Ven buiten Goud* en dm besorakring
1—5 regels 1 55, elke regel moer ƒ0.80. Advertentiën in het M
Gewone ndvertentifci ingezonden modedoolingon Ml «ontreet tot‘lieer geroducooc
den prijs. Groote lettors m randen worden heroh—d naar plaatsruimte.
AdvorUntifa kunnen worden ingezonden door tuaeehenkomet vaa soUodo Bootten
29) -
v t „Meneer Reyman, een kopje thee?”
uoeg Betty, die volgens haar aard,
noewel de kruiperige gedweeheid van
den boeknouider haar Itor karakter
wetete, zich onwillekeurig schaarde
aafi den zwaksten kant.
8 gesaiciht klaarde op „U,
freule, u is wed heel vriendelijk.”
chef^H* “i11 Spenge
„Maar... eigenlijk..., ik... ik heb al
ontbeten”, stotterde de men, terwijl
rietje dacht ,,De vraag is, of je
schat van een vrouw in haar bourieer-
stemming, jé dat gegund heeft, man.”
„Wel ja, Betty eneer Keyman
wordt op het kantoor gewacht, het is
«P slag van negenen zeide haar
£*®fyader, en toen opeens met ver-*
™^g<ie stem, streng „Reymnn, je
y»lt wel zoo goed rijn op het kantoor
heggen, dat ‘ik straks zal komen,
„tegenover Keyman. Je bent zoo
voortvarend, zoo streng, jaag den ouden
man niet weg, Jaap. Hij riet er uit
als het lijden, en de zorg in persoon.
Jaap zag Betty aan met een lai^en,
teleurgestelde^ blik. Somber zeide hit;
„O, Betty, denk jij dan <iat ik onre
delijk ben.”
Met gefrouele wenkbrauwen verliet
hij de kamer, droevig nageelaard door
Betty. Nu had zij, in haar onhandige^
ijver een vreemde te helpen, het uur
van den eindelijken triomf van haar
stiefbroer vergald. En Fietje, nog al
tijd aan de ontbijtriftb, de kin ruftend*
in de handen, de ellebogen op tafel,
verhoogde door hare* opmerkingen nog
het onbehagelijke gevoel, dat rich van
Betty had meester gemaakt.
„Jou begrijp ik heelemaal niet. Hoe
kan je nu voor iemand als dat mis
punt van een Reyman clemeutie in
roepen. Wat zag de vent er uit, hè.”
>Ja, een geschiedenis van oneindig
leed en ellende op het vervallen ge-
geschreven. Diep beklagenswaar-
,rNeen. verachtelijk Allee- eigen
schuld. Hoe komt zoo’n oude gerim
pelde mispel aan de pedanterie, te
gelooven dat een jong meisje van even
twintig hem neemt uit Hefde. Nu moet
hij zijn domheid duur betalen Ver
diende loon.”