nber
DP
Had.
!\NN
NiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Xp. 16032
BS’Jaargang
Zaterdag 18 December 1825
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
i zooals
i
FEUILLETON.
DE MAANSTEEN.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
Snel, goed en goedkoop recht.
til.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
HAGENAAR.
8505 207
JKSCHE
ent per El
(Worlt vervo’ydï
1.40 per El
ent per El
en 1.10
maf 2.t—
af 25 cent
af 29 cent
af 60 cent
.24 per El
Niets vormt den tnensch meer dan het
zien van der menschen levensloop en
levenslot.
alle
om
te
.68 per El
16 ct. p. El
t per stuk
t per stuk
E DEUX,
t per paar
I per paar
EN
Hand-
2593)
totprijzen.
•719
170
Spannend romantisch verhaal
van
WILKIE COLLINS.
GOlhSCHE COURANT.
In een der laatste nummers van het
weekblad „De Nederlandsche Mercuur”, of
ficieel orgaan van de Kamers van Koop
handel en Fabrieken, komt een artikel voor
van Mr. H. Frima over „Snellere rechts
pleging." De schrijver wijst er op, dat her-
haaldelyk van de zijde van den handel wordt
geklaagd over den tragen gang van ons
procesrecht en de vraag naar voren ge
bracht, of het niet mogelijk zou zijn, op de
eene of andere wijze aan dit euvel tege
moet te komen. Hy is van oordeel, dat in
tal van eenvoudige zaken zonder eenig be
zwaar door den rechter vonnis zou kunnen
worden gewezen, nadat het ,Jioor en we
derhoor” heeft plaats gehad. In plaats van
dat in bedoelde gevallen eenige weken of
maanden op eene uitspraak moet worden
gewacht, zou het z.i. zeer göed mogelijk
zijn, dat op den dag van eerste verschij
ning ook de rechterlijke beslissing viel. Wel
is hij van meening, dat men zich in dezen
moet hoeden voor generaliseeren. Wat voor
eenvoudige zaken zonder bezwaar kan ge
schieden, zal voor andere ónmogelijk, blij
ken, zonder dat een der partijen groote
schade lijdt. Snel recht is gewenscht, maar
het voordeel van snel recht gaat geheel te
niet, wanneer door die snelheid tekort wordt
^féSaBn^an bet vereischte van goed recht.
Daartegenover staat, zegt de schrijver, dat
men zich by het zoeken naar maatregelen
ter bevordering van eene snellere rechts
pleging niet tot handelszaken zal behooren
te bepalen, maar deze maatregelen zich ook
moeten uitstrekken tot burgerlijke zaken.
Vervolgens gaat hij de vraag onder de
oogen zien, op welke wijze aan den eisch
eener snellere rechtsbedoeling kan worden
tegemoet gekomen. Wij wenschen den heer
Frima op dit terrein niet te volgen, daar
het hier eene aangelegenheid betreft, waar
over alleen met de rechtspraktijk vertrouw
de juristen kunnen oordeelen. In de be
schouwingen van den schrijver vonden wij
echter aanleiding, om naast de door hem
genoemde fout van onze rechtspleging eene
andere te noemen, <lie naar het ons voor
komt, van nog veel meer beteekends is.
Het is deze, dat onze rechtspleging geen
voldoende rekening houdt met de financi
ële draagkracht der rechtzoekenden, wat
ten gevolge heeft, dat het voor personen,
die niet geheel onbemiddeld zijn, zoodat zij
gratis kunnen procedeeren, en ook niet zoo
rijk, dat het op geld niet aan komt, fedte-
5n het wil ons om
men voorkomen,
veg der liberalen
iheid meer aan-
ADVEKTENT1EPKLIS: Uit Gouda tn onucrekan (behoorende tot den bezorgkrin»!
1—6 regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgfcring
15 regels 1 56, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
tÜ&lag op den prijs. Liefdadigheidi-advertentiën do helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 relais ƒ2.05, elke regel meer ƒ0.60. Op
de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen b|j contract tot teer garedoceer-
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentien kunnen worden ingezonden door tuaschenkomst van solieda Boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daagt vóór de plaatsing
eau het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
ning niet juist. Iemand die vóór <len oorlog
drie duizend gulden inkomen had en na den
orlog vyf duizend, verkeert ogeveer in de
zelfde financieel omstandigheden. Hij heeft
66 meer terwijl het index-ctffer ongeveer
70 meer is. Dat klopt dus. Maarhij be
taalt 110 meer belasting dus meer dan
tienmaal zooveel. Het is dus onjuist dat de
belasting gelijk is. De absolute cijfers zijn
gelijk maar de relatieve zijn verre van ge
lijk en met deze laatste rekent de belasting
betaler natuurlijk alleen. De stijging van
het salaris die in de jaren 1916'21 heeft
plaats gehad was geen stijging van wel
vaart maar een aanpassing aan de toene
ming der levensonkosten. Indien dus de be
lasting in een hooger percentage steeg, dan
het salaris, is de belastingdruk ook zwaar
der geworden. De wethouder heeft dat over
het hoofd gezien. Het kwam ook niet in zijn
kraam te pas.
Het kon niet duidelijker worden gezegd,
dat de wetgever als zedemeester een fias
co is. Trouwens dat weet iedereen. Het
eenigste effect van zijn optreden is alleen
de verplaatsing van het kwaad en de ver
drijving in de duisternis. Met tal van voor
beelden zou dit zijn aan te wijzen, maar
niettegenstaande dat maakt de overheid
zich er steeds weer schuldig aan. Het op
treden van de zedenpolitie heeft een klein
openlijk kwaad net zoolang nagejaagd tot
het zich over de gansche stad heeft ver
deeld. Er is in den Haag geen straat meer
„zuiver” en het gevolg is dat de politie er
geen vat meer op heeft.
Het dansen heet nu een kwaad. Och, kom
wie zegt dat? Zijn zij het die dag-in dag-
uit de dancings hebben bezocht? Aller-
mist, het zijn weer die lieden die het van
hooren-zeggen hebban. Wij hebben nog
nooit iets kwaads in die dancings gezien
maar er zyn van die bizonder-scherpzien-
den die altijd iets verkeerds ontdekken. We
wachten dus maar weer af welke fouten de
overheid straks op haar conduite-staat
brengt als zij tegen het dansen gaat op
treden.
Om nog eens terug te komen op de ver
makelijkheidsbelasting. Een inzender in één
der bladen deelde mede dat onlangs twee
artisten een uitvoering gaven, dat zij ten
slotte elk tien gulden verdienden aan dien
avond, maar dat de gemeentelijke schatkist
er met zeventig ging strijken. Dat geval is
heel best mogelijk. Er was dan waarschijn
lijk 350 bruto-ontvangst. Aan zaalhuur,
reclame, programma’s vleugelhuur, concert
bureau en andere uitgaven was 260 «gild, uit
gegeven. Voorts 70 gkL aan de gemeente
en dus bleef er voor beide artieten samen
20 over.
Houdt den dief!
Met meer voorbeelden ware dit ééne aan
te vullen want het is herhaaldelyk voorge
komen dat de overheid zelfs met geld aan
den haal ging terwijl er verlies was. Een
prachtig soort belasting dus. Waarom heft
men maar niet in eens een belasting op het
aantal zitplaatsen onverschillig of ze beu
zet worden of niet, dan had men heelemaal
geen controle noodig en geen kosten van in
ning. Nu de belasting toch geen verband
houdt met de winst, was dat even goede ba
sis daarvoor als de bruto-opbrengst. Mis
schien zou men dit denkbeeld eens kunnen
overwegen. Slechter den het bestaande stel
sel is het niet.
De wethouder van financiën heeft een
nieuwe ontdekking gedaan nJ. dat de in
komstenbelasting van den Haag thans lager
is dan vóór den oorlog. Het was een eenigs-
zins verbluffende mededeeling maar by on
derzoek op eenige belastingbiljetten bleek
ons alras dat die bewering alweer niet juist
was. Wanneer men eenvoudig de cijfers
naast elkaar legt dan lijkt het juist te zijn.
Een inkomen van vijf duizend gulden voor
den oorlog wordt vrijwel even zwaar belast
als nu na den oorlog, maar zoo is de reke-
lingen betrouwen”, zoo drukte hij zich
uit, „na hetgeen ik ervan ondervon
den heb Voeg hierbij dat mijnheer
Blake een hekel had aan alle jongens,
zijn eigen niet uitgezonderd, en g.j
zult toegeven, dat het slechts op één
wijze kon eindigen.
De jongeheer Franklin werd' uit En
geland! weggezonden en op scholen ge
legd, welke zijn vader kon vertrou
wen, in het boven alle andere landen
daarmee rijk gezegende Duitschland.
Mijnheer Blake zelf, wel te verstaan,
bleef op zijn genaak n Engeland, om
tot heil zijner medeburgers werkzaam
te zijn in het Parlement en een werk
te schrijven over den hertog, zijn te
genstander, dat tot op dezen dag on
voltooid is gebleven.
Ziezoo, dat is afgedaan. Laten wij
thans ons hoofd niet meer breken met
mijnheer Blake senior en zijn hertog
dom en ons tot den diamant bepalen.
De diamant voert ons terug naar mijn
heer Franklin, die de onschuldige oor
zaak was, dat het ongelukkige juweel
bij ons in huis kwam.
Onze lieve jongen vergat ons met,
nadat hij den vreemde was ingegaan
Hij schreef van tijd tot rijd1, somtijds
aan mevrouw, somtijds aan Rachel en
een enkelen keer aan mij. Wij had
den nog wat met elkander uit te staan.
Hij had namelijk' voor zijn vèrtrek een
klos bindgaren, een mes met vier lem
mers en zeven en een halven shilling
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2 25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiede.
Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tal. Int. 82;
Redactie, Tel. 83.
Tot dit terrein behoort o.L ook het hier
besproken probleem. En het verdient daar
om in de eerste plaats de aandacht van
hen, die in het socialisme geen heil zien.
Zij zullen o.i. het einddoel van het sociale
streven vooral moeten zoeken in het alge
meen maken van het bezit. De maatrege
len, die daartoe kunnen leiden, zijn van
tweeërlei aard. Eensdeels bestaan zij in
het steunen van niets-bezittenden, om tot
bezit te komen. Anderdeels in het zooveel
mogelijk beschermen der kleine bezitters
tegen alles wat de strekking heeft, hun het
dikwijls met zooveel moeite verworvene
jpeer te ontrooven. Tot de maatregelen
van de laatste soort behoort het verschaf
fen van goedkoop recht,
de bovengenoemde re<
dat het vooral op den
ligt, aan deze aangelegd
dacht te schenken.
6) -
Hi)j was, geaja ik mij hem herin
nerde, de aardigste guit, die ooit een
tol zette of een vensterruit stuksloeg
Juffrouw Rachel die ook in de kamer
was en aan wie ik deze opmerking
naa' te, bracht daar tegen in, dat üj
zich hem nog kon voorstellen als den
grootsten dwingeland, die ooit een pop
vernielde, en den afschuwelijksten
plager van een afgejakkerd klein meis
je, (dat, hij als paard had ingespan
nen en met de zweep voortjoeg), dien
Engeland kon aanwijzen.
„Ik gloei van verontwaardiging en
gevoel nog pi'jn van vermoeienis, Wan
neer ik aan Franklin Blake denk”,
was de manier, waarop zij zich uit-
dlrukte.
Bij het hooren van hetgeen ik u
thans mededeel zult gij natuurlijk vra
gen, hoe het kwam, dat mijnheer
Franklin al de jaren, die er lagen tus-
moedig als een leeuw en vijf-en-twin-
(ig jaar oud volgens onze berekening,
thans weet gij evenveel van mijnheer
Franklin Blake als ik zelf voor nij
terugkwam in ons huis er van wist.
De Donderdag was een zomersche dag
zoo mooi als gij er ooit een gezien
hebt, on mevrouw en juffrouw Rachel
(die mijnheer Franklin niet voor net
diner verwachtten), reden uit, om het
tweede ontbijt bij eenige vrienden in
de buurt te gaan gebruiken. Toen zij
weg waren, ging ik een kijkje nemen
op de slaapkamer, welke voor onze
gast was gereed gemaakt, en zag, of
alles in orde was. Daarna (ik was
bottel er van mevrouw zoowel als hof
meester en wel op eigen verlangen,
daar ik niet goed kon zien, dat een
ander over de sleutels van Sir John s
wijnke'der zou gaan, daarna, zeg
ik. haalde ik eenige flesschen van on
zen beroemden Latour voor den dag
en zette ze in de warme zomerlucht,
om er de kilte wat af te laten trek
ken.
lyk in zeer veel gevallen ónmogelijk is
recht te krijgen.
De vorige Minister van Justitie, Mr.
Heemskerk, heeft eens in de Eerste Kamer
den bestaanden toestand zeer juist ge
schetst. Naar mijne, gedurende jaren ais
advocaat opgedane ervaring, zoo zei hij,
zjjn er slechts twee categorieën van men
schen, die kunnen procedeeren: heel rijke
en zij, die niets bezitten. Zoo is het inder
daad. De kleine bezitter kan noch tegen
over den niets-bezittende noch tegenover
den rijke zijne rechten voldoende doen gel
den en moet zich van beide zijden dikwijls
allerlei onrecKt laten welgevallen, wil hij
geen gevaar loopen, zich te ruïneeren. Al
leen als hij tegenover een collega staat
ook een kleine bezitter, die het besef heeft,
dat hij niet kan procedeeren staan beide
partijen gelijk. Zy zullen beide bereid zyn
iets van hunne eischen te laten vallen, de
zaak in der minne te regelen of aan arbi
trage te onderwerpen. Anders staat het
echter, als de eene party een kleine bezit
ter is en de andere een arme "of een zeer
rijke. Deze laatsten zullen voor een minne
lijke regeling moeilijk te vinden zijn, aan
gezien zy tegen een proces niet behoeven
op te zien en zy daarbjj weten, dat de te
genpartij om de kosten huiverig is, het tot
een proces te laten komen.
De zaak, waar het hier om gaat n.1.
de mogelijkheid recht te verkrijgen tegen
een prijs, die in redelijke overeenstemming
is met ieders draagkracht lijkt ons een
sociaal vraagstuk van den eersten rang en
het meet verwondering wekken, dat in on
zen naar sociale rechtvaardigheid streven-
den tyd, men zich zoo lang bij den bestaan
den misstand heeft neergelegd. Aan de
moeilijkheid, het probleem op te lossen,
kan dit zeker niet worden toegeschreven.
Waarom zou men, evenals b.v. bij het
schoolgeld, hier niet met een tarief kunnen
werken, dat varieert met den welstand der
rechtzoekenden
De oorzaak van de geringe aandacht, tot
dusver aan deze aangelegenheid gewijd,
ligt dan o.i. ook elders. Namelijk hierin,
dat men zich op sociaal gebied blind staart
op alles wat betrekking heeft op de arbei
ders en de arbeidsverhoudingen. Dat de
sociaal-democraten dit doen, is met het oog
op de theorie, die zy aanhangen, verklaar
baar en verschoonbaar. Dat anderen dit
voorbeeld al te zeer volgen en niet vol
doende moed „schijnen te hebben de onder
invloed der sociaal-democratie door de so
ciale actie ingeslagen wegen te verlaten, is
van die anderen eene groote fout. Wij we
zen er reeds meer op, dat buiten de ar-
beids- en bedryfsverhoudingen een groot
terrein voor het sociale streven braak ligt.
Financial Waakoaarzlekt.
De achter ons liggende berichtsperiode
heeft duidelijk de kenmerken van het na
derend einde des jaars gedragen. Terwyl
toch in het algemeen de meeningen omtrent
de toekomst geenszins ongunstig zyn, be
stond er van de zijde van het publiek een
overwegende neiging tot realisatie der
speculatieve posities, met het gevolg, dat
verschillende afdeelingen een min of meer
gedrukt voorkomen vertoonden. De in deze
dagen van het jaar toch reeds bestaande
neiging tot verkoopen werd bovendien in
de hand gewerkt, doordat de groote com-
missiehuizen en de banken hunne relaties
aanspoorden tot het nemen van winsten,
hetgeen in de meeste afdeelingen inder
daad tot een overwegend aanbod geleid
heeft.
Gelyk vanzelf spreekt,, was dit niet in de
laatste plaats het geval voor zoover het
rubberwaarden betreft. Hier zijn de koer
sen in de afgeloopen maanden op buiten
gewone wijze gestegen en waar het pu
bliek langen tyd aarzelend gestaan heeft
tegenover deze beweging, daar waren juist
in de laatste maanden groote belangen
genomen, die de mogelijkheid openden tot
beduidende winstnemingen. Het zonderling
verschijnsel deed zich dan ook voor, dat de
prijzen van het product zich opnieuw zeer
krachtig konden verbeteren, terwijl daar
tegenover de koersen van rubberwaarden
op onze beurs een zwakke temdenz aftee-
kenden. Het feit, dat dë Engelsche res
trictie maatregel met ingang van 1 Fe
bruari a.s. praktisch gespreken geheel op
geheven zal zyn, maakte op de stemming
voor het product geen indruk. Integendeel,
nooit zijn in de laatste jaren de prijzen
zoo hoog geweest als juist in de dagen toen
deze mededeeling gedaan werd en inder
daad zijn er dan ook 'geen belangrijk groo-
tere aanvoeren van dezen maatregel te
verwachten. Het wil ons dan ook voorko-
van mij geieendi, d e ik nooit terug
heb gearegen en ook wel nimmer le-
rugKrijgen zal. Zijn brieven aan mij
bedoelden meeetai om' nog meer van
mij te leenen. Ik hoorde echter van
nuevrouw, hoe hij het ginds maaste
en hoe nij toenam in jaren en in
lengte. Nadat hij alles geleerd had,
wat de Du'lachers hem konden mele-
deelen, probeerde hij het met de Fran-
schen en daarna met de Italianen. Die
verschillende nationaliteiten maakten
een soort van universeel genie van
hem, voor zoover ik er over kan oor
deelen. Hij schreef een weinig, hij
schilderde een weinig zong en
spee.de en componeerde een weinig,
terwijl hij bij al die dingen, ik ver
onderstel het ten minste, bij anderen
te leen ging, juist gelijk hij het bij
mij gedhan had. Zijn moeders vermo
gen, (zeven honderd pond per jaar),
kwam in zijn beult, toen hij meerder
jarig werd en was op, voor hij er aan
dacht. Hoe meer geld hij kreeg, hoe
meer hij noodig had. Er was een gat
in zijn beurs die nie. toegestopt scheen
te kunnen worden. ‘Waar hij zich ver
toonde, met zijn ongedwongen man>e-
ren Gn opgemekt humeur, was hij wel
ken Hij woonde hier, daar, overal.
Zijn adres was, gelijk hij zelf het uit
drukte ..Postkantoor. Europa. Zal
wordten afgehaald.” Tweemaal nam
hij het beslut’naar het vaderland te
rug te keeren en tweemaal kwam er
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DOCXCf.
De strijd tegen de bioscooptheaters be
gint eenigermate te luwe® en van verschil
lende zijden gaan er stemmen, op om de ge
hate belasting op de entreegelden te ver
minderen. Deze belasting die op alle ver
makelijkheden twintig percent bedraagt, is
voor de bioscopen niet minder dan vijf en
twintig procent. Het is duidelijk dat een
dergdlyke zware belasting op het bezoek
belangrijken invloed moet hebben en dat
dus de gemeente de burgers voorschrijft wat
ze al dan niet mogen doen. Dit een metho
de Van overheidsbeheeay; die niet genoeg
kan worden gelaakt. Het schynt dat nu de
stryd tegen de dansliefhebber^ zich zal
gaan richten. Althans in den jongsten tyd
j komt van alle kanten aandrang dat de over
heid zich daar eens mee zal inlaten. Het
I slechte stelsel van overheidsbeheer zal dus
te eeniger tyd zich ook tot dezen wensch
1 van velen gaan richten en zedemeestertje
over het dansen gaan spelen. Natuurlijk
komt van zoo’n overheadsbemoeiing niets
terecht. Dat ontaardt in formalisme en piet
luttigheid en geeft alleen aanleiding tot al
lerlei dwaze bepalingen. Het eenigst wat
men er mee bereikt is het vergrooten der
ontevredenheid bij zeer velen en het ver
sterken van het verzet tegen alle daden
van de overhead.
In dit verband mogen wy wel eens evsn
citeeren wat Professor Mr. B. M. Taverne
onlangs in het ^Jederlandsch Juristenblad
schreef. „Overigens", zoolezen wij in ziin'
artikel, „overigens kan naar mijn overtui
ging, van het optreden van de wet als ze
de meester geen heil worden verwacht. Door
verhooging van beschavingspeil en ethisch
besef in het algemeen, door opvoeding, lit
teratuur, door leeringen in de collegezalen,
voordrachtenenz. moet hier het ideaal wor
den nagestreefd.”
genen zijn jeugd en den tijd, toen nij
een volwassen inan was, buiienlanus
had doorgebracht. Ik antwoord orn
aat zijn vainer het ongeiuk had, ie
naaste erfgenaam te wezen van een
hertogdom en niet in staat te zijn, net
te bewijzen.
Ik 25al er u in enkele woorden me
de op de hoogte brengen.
De ouds.e zuster van mevrouw huw
de miel den beroemden mijnheer bla-
ko even bekend vanwege zijn groo
te rijkdommen als om zijn eindeloos
rechtsgeding. Hoe vele jaren hij
rechtbanken van het land afliep
den toenmaligen hertog zijn titel
betwisten en ae-lf zijn plaats in te ne
men, hóe ve’e advocaten hij de
beurs spekte en welk een aantal an
der^ vredelievende personen hij tegen
elkander in het harnas joeg, om, uit te
maken, o, hij gelijk had' of niet, is
meer dan ik op kan tellen. Zijn vrouw
stierf, twee van zijn drie kinderen
stierven, alvorens de rechtsge1 eerde
heeren er toe konden besluiten, hem
de dfeur te wijzen en z jn geld niet
meer aan te nemen. Toen alles uit
was en de hertog, die den titel bezat
in Let bwit bleef van dien titel, be
dacht mijnheer Blake, dat het eenige
middel om zich te wreken op het land,
hetwelk hem zoo had behandeld, was,
dat land de eer niet te gunnen, zijn
zoon op te voeden.
„Hoe kan ik onze nationale instel-
lets in uen weg, aai hem zuiks be-
,ette. Zijn Uerue poging geiuxie, ge-
hjk gij reeus geuoord nebc uit het
geen mevrouw mij vertelde, uonoer-
uag aen zo Mei zouden wij ons voor
het eerst kunnen overtuigen, wat voor
een man er uit onzen heven jongen
gegroeid' was. Hij was van goed bloed;