p •VJ len? i ilil Ni NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTR VERTENT1EBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN MOERCAPELLE, IHE1D ivormen door D. Fr. CHE KRACHTPIL- derbare Bustes. Ook zwakken. Bekroond m eere-diploma’s. In d toeneming. Gega- Door Artsen aanbe- de dankbetuigingen. X) stuks 3M 200 uis onder rembours Wtwissel. Zaterdag 27 Maart I92B Ho. 11'812 8B»Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen 1 1 FEUILLETON. DE MAANSTEEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REÉUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. EERSTE BLAD. 'Ift o de kwall ig op ons dan kunt Wat wy 1. I 1 Dit nummer bestaat uit twee bladen. inze stad. Het is 766 300 te ont- hervatte mijnheer terras vier. (Wordt vervoljd). LLF. ARNHEM leringen tffn staan in ‘den pas 90/ m aan man innerk /.ausoetn hoewel zuiver Spannend romantisch verhaal van WILKIE COLLINS. t liOIimiE (OIJHVI Er is evengoed als in Amsterdam, in de residentie een publiek in voldoende getale te vinden, dat zich tot het systeem aange trokkén gevoeld, gelijk dat in een dergelijke inrichting -wordt gevolg^. Het wil alles kun nen zien, goed kunnen zien en het wil eerst en het laat zich verklaren, dat men in de kinderjaren van het moderne arbeiders vraagstuk vooral in deze productieve arbei derscoöperatie de oplossing van het soci ale probleem zag. Dit probleem toch vond zijne oorzaak hoofdzakelijk hierin, dat door het verdringen van den zelfstandigen, met eenvoudige werktuigen arbeidenden kleinen producent door het machinale grootbedrijf, de arbeider van zijn arbeidsmiddel werd ge scheiden en daardoor zijne vroegere onaf hankelijkheid en bestaanszekerheid verloor, kortom werd tot wat men noemt een pro letariër. Welke bezwaren dezen nieuwen toe stand ook mochten aankleven, terugkeer was niet mogelijk. Daarvoor waren de voor- deelen .der machinale productie te groot. Wilde men deze voordeeflen behouden en toch de nadeelen vermijden, dan was ’t noodzake lijk om de gezamenlijke arbeiders van een bedrijf te maken tot eigenaren van dat be drijf. Dan zouden met handhaving van het grootbedrijf de voortbrengingsmiddelen, evenals vroeger bij het kleinbedrijf, weer in het bezit z^jn der arbeiders. De onderne merswinst zou hun ten deel vallen en er zou een eind worden gemaakt aan de afhanke lijkheid en onzekerheid van hunne positie. De fabriek aan de arbeiders. Germanen tijd geleden kwam in de hitte van den strijd in de Tiwentsche Textielnij verheid by de moderne werknemersorgani satie het plan naar voren, om door een voorbeeld aan te toonen, dat de eisch der medezeggenschap van de arbeiders in het bedrijf zeer wel voor verwezenlijking vat baar is. Door het Bestuur vhn het Neder- Landsch Verbond van Vakvereenigingen werd een commissie injjesteld tot onderzoek naar de Mogelijkheid van oprichting van eene textielfabriek op coöperatieven grond slag in Twente, voor welk plan de coöpera tie „Tot Steun in den Strijd” te Enschede, aanvankelijk een belangrijk bedrag had be schikbaar gesteld. Thans bevatten de bla den de mededeeling, dat de bedoelde com missie besloten heeft, haar arbeid niet ver der voort te zetten. Er wordt niet bij ver teld, op welke gronden de commissie haar arbeid heeft gestaakt. Wij zouden inder daad gaarne deze gronden vernemen. Het zou ons niet verwonderen, dat zij gelegen meest voor de hand liggende middel, de ge- zijn in de nadere studie, welke de commis sie heeft gemaakt van de geschiedenis der productieve arbeiderscoöperatie. Deze ge schiedenis toch is voor het opgevatte plan allerminst bemoedigend. Op zichzelf ,js het denkbeeld aanlokkelijk Kunst hebben te voeren en de uitzichten zijn maar steeds niet gunstiger. Kunst blijft he laas voorvelen synoniem met luxe. In de tijden van malaise lijdt de luxe Met eerst en het meest, in de tijden van herstel komt ze het laatst aan de beurt Onze hooggeroemde Staat negeert dit proces nu eenmaal; eerst de noodige levensbehoeften en eerst ais die vervuld zijn, krijgt de luxe, dus ookde Kunst haar kansje weer. Kleermakers, schoenma kers en zelfs de kampers die een gouden tijd doormaken, krijgen van het Haagsdie ge meentebestuur subsidies voor hun oplei dingscursussen, maar op de „vermakelijk heden”, waarvan de kunstenaars voor een goed deel moeten leven, drukt een belasting van 20 van de bruto-ontvangst. Die be lasting is altijd het typische bewijs ervoor geweest, dat de overheid zelfs kunst als luxe beschouwt Q, ja ze zet dan wel weer eens een deftig gezidht en neemt het air aan alsof zij de Kunst wil steunen en ze geeft me| voornaam gebaar een deel terug vanhet geld dat zij eerst uit de kas heeft gegapt, maar het is er verre van dat wij deze allures van den rijk geworden afzetter als voornaam willen erkennen. Het zou gewenscht zijn dat de tooneelge- z el schappen eens een overzicht gaven van hetgeen zij in den afgeloopen winter aan tluffvn vj;r. t itrcpcii en 190 tot 16.— MEDISCHE BRIEVEN. Arsenicum. II. Wij hebben den vorigen keer gezien, dat het arsenicum een zeer zwaar vergift is en de grootste dosis welke een normaal vol wassen mensch kan verdragen per keer slechts 5 milligram is en per etmaal niet meer dan het dubbele mag worden ingeno men Het is duidelijk, dat zuik een stof steeds een geliefd bezit is geweest voor hen, die met misdadige plannen, zoowel Aen opzichte van hen zelf als van hun mede- menschen rondliepen. noeg om in te zien, dat zij verkeerd hadden gedaan, daar zij, hoewel over vloed van tijd hebbende, zich in geen weken daarna wederom op die plaats hebben vertoond.” „En, mijnheer Murthwaite, waarom niet? Dat zou ik juist wenedien te weten.” „Omdat een Indiër zich nimmer on- met de netto-opbrengst. We konden dan eens zien voor hoeveel de Kunst weer be stolen is. De gemeente doet de opbrengst van de belasting op alle vermakelijkheden, bioscopen, uitvoeringen, tentoonstellingen in één pot het gewone systeem van be- lasting-comenflage maar het is ge wenscht eens scheiding te maken. Dan kwa men gevallen als wij laatst aangaven aan het licht, waarin twee artisten die een con cert gaven elk met twee rjjksdaalders hono rarium naar huis gingen en de gemeente lijke fiscus zestig gulden ontving. HAGENAAR. De factoren, welke bij ideze laatste den3 doorslag geven, liggen voor de arbeiders meer open en bloot, zoodat zij van de nood zakelijkheid der te volgön bedrijfspolitiek betrekkeJijk gemakkelijk zullen zijn te over tuigen. Althans veel gemakkeljjker dan bij een bedrijf, dat zoowel ten aanzien van zijne grondstoffen als van den. afzet der produc ten afhankelijk is yan het buitenland en daardoor is van eene veelal zoo ingewikkelde structuur, Het is jammer, dat de proef met de coö peratieve textielfabriek niet doorgaat. Zij zou ongetwijfeld zeer leerzaam zijn geweest met betrekking tot het vraagstuk der mede zeggenschap. Had eene arbeiderscoöperatie op dit moeilijke terrein succes gehad, het streven naar 'medezeggenschap zou aan dit succes ongetwijfeld steun hebben kunnen ontleenen. Alleen dit zou daarbij niet moe ten worden vergeten, dat de leden der coö peratie naast medezeggenschap ook verant woordelijkheid zouden hebben, terwijl de arbeiders in het particuliere bedrijf mede zeggenschap wenschen zonder verantwoor delijkheid. Inzonderheid in Frankrijk zijn omstreeks het midden der 19de eeuw talrijke pogin gen in de richting der productieve coöpera tie gedaan. Zoo deelt Charles Gade in zijn bekend door Herckenjath in het Neder- landsch vertaald Leerboek der Staathuis houdkunde mede, dat na de omwenteling van 1848 in Frankrijk, en vooral te Parijs, meer dan 200 productievereenigingen voor werklieden werden gesticcht. De schoone verwachtingen, die men er van had, bleven echter in verreweg de meeste gevallen uit. Het grootste deel der gestichte onderne mingen ging te niet. En waar een enkele hier of daar slaagde, verloor zij al spoedig het karakter van eene coöperatie. De oorspronkelijke leden weigerden nieuwe deelgenooten tot het lidmaatschap toe te laten. Was uitbreiding van het aantal werk krachten noodig, dan had die eenvoudig plaats door het in dienst nemen van loon arbeiders. De zaak werd zoodoende langza merhand omgezet in eene gewone kapitalis tische onderneming, waarvan de oorspron kelijke arbeiders-oprichters de aandeelhou ders waren. Gaat men nu de oorzaken na van het fias co, dat het op het eerste gezicht zoo aanlok kelijke denkbeeld maakte, dan zijn die eens deels gelegen in gebrek aan voldoende ka pitaal, anderdeels in de moeilijkheid om af zet te vinden, maar vooral ook in wat men zou kunnen noemen, gebrek aan discipline. Men stond niet alleen voor het bezwaar te midden der arbeider» mannen te vinden, geschikt om eene onderneming te besturen,* maar bovenal ook voor de moeilijkheid, om de arbeiders-eigenaren er toe te brengen, zich aan de leiding van het bestuur te on derwerpen. Het besturen van eene groote industrieele onderneming eischt tot zekere hoogte eene dictatoriale macht, gelegd in de handen der Directie en deze dictatoriale macht is moeilijk vereenigbaar met wat men noemt de democratie in het be drijfsleven. Er bestaat eene neiging, om de politieke democratie en de democratie in het bedrijfsleven naast elkaar te plaatsen en de laatste voor te stellen als eene noodzakelij ke consequentie van de eerste. Ons lijkt dit verkeerd. Het bedrijfsleven stelt geheel an dere eischen dan de politiek en het is altijd nog de vraag, of de politieke democratie wel houdbaar is, indien de overheid zich op het gebied van het bedrijfsleven niet meer te rugtrekt. De moeilijkheden nu, welke de productie ve coöperatie in het verleden op haar weg ontmoette, zouden zich, naar het ons voor komt, veel meer doen gelden bij een export bedrijf, zooals de Twentsche textielindustrie er een is, dan bij de voor plaatselijke of lokale behoeften werkende bedrijven. Velen genieten nooit het heden, omdat zij óf wel het verleden betreuren, óf wel plannen maken voor de toekomst. e«tr. 21, Den Haag- ABONNEMENTSPRIJS: pek kwartaal X25, per week 17 cant, met ZondwahteH per kwartaal 2.90,'‘ber week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal /8.15, met Zondagsblad f 8.80. Abenaernenten worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT SI, GOUDA bö onze agenten en loopers, den boekhandel en de poetkamoren. OnM bureaux zfln dagelijks geopend van 9—6 vut. Administratie Tal. Int 82; Redactie, Tel. 83. heef afgespeeld, de emotie van de kennis making met iets heel nieuws, zij hebben te samen er een spanning ingébracht, en wij zijn benieuwd te bespeuren, hoe deze na de kennismaking, al dan niet zal zijn bevre digd. De lente is begonnen, al brandt op dit oogenblik de kachel misschten feller dan in <le laatste weken dikwijls het geval was. De natuur schikt zich nu eenmaal niet meer naar den kalender, die meer op den stand van de zon dan op de zon zelf is berekend. Het winterseizoen loopt echter op zijn einde. De volgende week komt weer de stille week, dan volgt de Paschen die voor velen het tee- ken van de kentering van de winter pleegt te zijn. Wel zijn de wintergenoegens nog in volle fleur, maar een zekere moeheid komt toch al over de feestgangers in dancing, car baret, tooneel en concert. Het is weer vol doende en we moeten weer eens wat anders hebben, ’t Is overal eindfeest, sluitingsavond afscheid. De Jazz-bands timmeren er nog eens duchtig op los en de gecostumeerde bals zijn legio. Geen Zaterdagavond gaat voorbij of in tal van zalen zweven de dan sende menigte op den rythme van het helsch kabaal der moderne orkesten. Nog zijn er concerten en tooneelvoorstei- lingen, maar het einde is in ’t zicht. Het merrie op, aai net ftpsi was en mat net auvdB, ongeisch, toch geneei, verscninenu was van dat der gewone brieven, leen zij hem opende, bieex hei, diat de inaoud was geschreven m een vreemue taal, welae zij met recht vermoeduen Hin- oostansch te zijn. Het doel, waarmede hij bij mij kwam, was natuurlijn, dat ik er hun een vertaling van zou ge ven. Ik heb een afschrift gemaakt, zoowel van het oorspronkelijke als van de overzeding zij zijn beide tot uw dienst.” Hij overhandigde mij het boekje. Bet adres trof het eerst mijn opmerk zaamheid. Het was geschreven m eens door, zonder leesteekens, aldus: „Aan de drie Indiërs die wonen bij de da me genaamd Mdteann te Frizinghall in Yorkshire”. Ddkia volgde de Hkn- dostansche lettelwdcens, waarbij de Engelsche vertaling*was gevoegd in deze geheimzinnige woorden „In den naatn van den Beheerscher van den Nacht wiens zetel is op de Antilope, wiens armen de vier hoeken der Aarde omvatten. Broeders, wendt uw aangezicht naar het Zuiden en komt tot mij in de straat der vele geluiden, welke bene denwaarts leidt naar de modderige n- iuma mgaren, fijne len serge en erking Onxe rm en afwer< >y weder ten nier geldt, dat J Voordcehger de guedkoope ""22” ium t. met gu«dc 13”- 861 - De tweede weg was de veiligste, en hier hebt gij de verklaring van het verschijnen der Indiërs, vermomd als goochelaars, te Friztnghall. In Londen, het is onnoodig, zulks te zeggen, had den zij hun handlangers. Twee perso nen waren voldoende. Een cm dege nen te volgen, die van mijnheer rita ke’s woning near de Bank zou gaan één om de bedienden op bier te ont halen en hen uit te hoeren. Zoo kwa-' wen zij te weten, dat mijnheer Frank lin Blake de eenige was uit het huis, die mevrouw Verinder ging bezoeken. Wat er op die ontdekking volgde, her innert gij u zeker even goed' als ik.” Ik wist nog zeer goedi, dat mijnheer Franklin een der bespieders in de straat gezien en dientengevolge den tijd van zijn aankomst in Yorkshire ^enige uren vervroegd had dat hij dkrma volgens den uitmuntenden raad is natuurlijk niet te zeggen hoe voor de ge zelschappen het seizoen geweest is. Ieder jaar komt er in de samenstelling verande ring; soms lijkt die op een omwenteling, maar al wentelt er dan iets om, men weet zeker dat een goed deel van het omgewn- rustig zonder aandrang van buiten, over- telde na één jaar het graf in wentelt, ’t Is wegen of het tot den koop zal overgaan. een zware strijd die de menschen van de Dat is juist het gebrek van de gewone winkels, dat het publiek niet kan zien wat er aanwezig is. Er wordt wel druk geëta leerd, maar wie komt zoo vaak yoorbij de winkelramen, dat hij alles successievelijk kan in oogenschouiw nemen? Gaat iemand een winkel in, dan is het omdat hij weet wat hij wil koopen en aanstonds wordt dan ook naar zijn „verlangen” geïnformeerd. De groote instellingen als het Warenhuis en de Bijenkorf laten het publiek rustig kijken, laten het snuffelen en ieder onzer die wel eens deze inrichtingen bezocht, weet bij on dervinding hoe vaak hij er uit gekomen is met iets gekocht tee hebben, terwijl hij er zonder eenig doel, zonder eenig /verlangen” is ingestapt. Komen, kijken, koqpen is een trits van daden, die het uitgangspunt zijn voor de wijze, waarop warenhuizen trachten zaken te doen met het publielf Wij zijn benieuwd hoe het Haagedhe pu bliek op de Bijenkorf zal reageeren, hoe de critiek zal zijn, hoe de loop er heen zal wor den. Het is heusch niet overdreven, wan neer wij zeggen dat met spanning de ope ning wordt tegemoet gezien. Het indruk wekkende gebouw, de vele beschrijvingen die in de dagbladen ervan zijn gegeven, het geheimzinnige van het onbekende dat zich ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda aa omterokm (bahoorondo tot den bozo retain»: 1—6 rogoia 1410, «iko rogal maar /0J26. Van buiten Gouda «n den bezoigkring: 1—5 regels ƒ165, elke regel moer ƒ0.80. Advèrtentiin in het Zaterdagnummer 28 tt bijslag op dan prfjs. Liefdadigheida-advertentifo de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer R58. Of de voorpagina 5(L hooger. f Gewone edvertentiin en ingezonden medodeelingan hg contract tot zeer gerddueeor den prijs. Groote letters en randen worden berelMnd naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonde* door tuaschenkomet van soliede Boekhan delaren, Advertsntiebureaux sn onee Agenten en moeten daage vóór do plaatsing aan bot Bureau zijn iugokoman, teneinde van opname verzekerd te xün. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCCCIX. Met schrik en beven tiet de Haagsche winkeliersstand de opening van het monu mentale en uiterlijk althans grootsche ge bouw van De Bijeenkorf tegemoet. Uit ar chitectonisch oogpunt is 4it gebouw zonder twijfel een aanwinst iets heel hfitorider®: 8 is geen stukje hout te bespeuren; ’t is alles steen en brons en glas. Hoe het er van bin nen uitziet, zullen we pas goed kunnen be- oordeelen ads het leven «r in vollen gang is. De gansche opzet heeft iets Ameri- kaansch maar tevens iets Hollandsch-dege- lijtks. Wanneer het gelukt van die beide eigenschappen, het goede te nemen, dan is er wel iets belangrijks tot stand te brengen. Er is in de laatste jaren wel al veel ver anderd in de wijze van handel-drijven bij den winkelierenden stand; iets van het Amerikaansche is er wel ingekomen, maar vol-uit Amerikaansch zal het wel nooit wor den, omdat hier aiies nu eenmaal op be perkte schaal moet gehouden worden èn om dat er hier nog steeds teveel kracht wordt versnipperd. De Bijenkorf, die het Ameri kaansch op iets grooter schaal durft op te zetten, is dus weer een stapje verder. Het Warenhuis, dat al jaren lang in den Haag is ingeburgerd, was in zijn tijd een even groote gebeurtenis. Het heeft zich weten te hand haven al is het daar het ons op het uiterlijk altijd heeft geleken, niet tot dien hoogen graad van bloei en ontwikkeling gekomen als wellicht velen hadden verwacht. Nu komt «dan de Bijenkorf, die weer veel hooger grijpt en een durf aan den dag legt, die eer- bied afdiwingt. uifuuig in gevaar begeeft, net testa ment vam aen Koionei beheisoe de be paling, dat de Maansteen in juttrouw vrinuer’s bezit zou worden gesteldop naar verjaardag. Goed. Zeg mij wel se was de veiligste weg, dien zij kon den inslaan? ben poging te doen om aen diamant te bemaditigen, terwijl nij zich in 'bezit bevond1 van mijnbeer •Blake, die reeds bewijzen bad gege ven, dat hij hen verdacht en hun te slimi af kon zijn Uf te wachten, lot het juweel in handen kwam van een jong meisje, dat er een onschuldig ge not in zou scheppen, het bij elke voor komende gedegenheid te dragen Gij wilt misschien een bewijs, dat mijn veronderstelling juist is Zoek het in tiet gedrag van de Indiërs zelf. Zij vertoonden zich bij het huis op jut- trouw Verinder's verjaardag, na al i ien tijd geduldig gewacht te hebben, en konden zich overtuigen van de juistheid' hunner berekeningen door net zen van den Maansteen op de borst van haar kleed. Toen ik later op den avond de geschiedenis van den kolo nel en den diamant hoorde, gevoélde ik mij zoo verzekerd van het gevaar, dat mijnheer Franklin hadl geloopen. en was ik zoozeer overtuigd1, dat juf frouw Verinder’s veiligheid bedreigd werd, dat ik aanried het oorspronke lijk plan vah den kolonel te volgen en het juweel van zijn nuretietoe waar de te berooven', door het in verschil- g< lonue Sieenen te uoen kteven, noe ue latere gebeurtenissen de opvoigmg van mijn raad onnoouig en onmogenjK maanden, weet gij. jiet eerste bedrijf van de samenzwering eindigt nier. Voor wij overgaan tot het tweede mag vragen, of mijn verklaring is voor een pralktisoh van uen ouaen uetcereage oen uia- nuant naar de Bank nad geoment, voor ue inuwrs nog op zijn verschijning ui ue buurt veruacnt waren, lot zoover was aftes duiueiijk. Doch hoe kwam net, aai de Indiërs geen poging nan oen gedaan om m mevrouw Verin- der’s huis te dringen, daar zij toen moesten veronderstellen, dat de steen zich uiaar bevond Ik bracht mijnheer Murthwaite deze moeilijkheid onder het oog. Hij glimlachte. - „Die is nog al gemakkelijkV op te lossen zeide hij. ,,Laat ik beginnen met u te verzekeren, dat uwe uiteen zetting der feiten volkomen juistyis. De Indiërs wisten klaarblijkelijk met, wat mijnheer Franklin met den dia mant gedaan had, want wij zien nen dén eersten misslag begaan op den avond van mijnheer Blake’s aankomst in het huis zijner tante.” „Hoe zoo?” vroeg ik. „Wel, zij werden, op het rondsluipende ontdekt door Gabriël Betteredge. Toch waren zij slim ge- ik u i nemelijk als gij.” Het was onmogelijk zulks kennen. „Goed dan”, Murthwaite. „De eerste kans om den diamant te bemachtigen, was mislukt, op den uag, dat zij naar de gevangenis te Frizing- hall werden vervoerd. Wanneer bood zich de tweede aan De tweede kans deed zich voor (aooals ik bewijzen kan), terwijl zij zich in hechtenis be vonden.” Hij haaide een zakboekje voor den dag en opende het op een zekere bladzijde, eer hij voortging wJk bevond mij omstreeks dien tijd met eenige vrienden te Frizinghall. Een paar dagen voor de Indiërs in vrijheid werden gelaten (het was op een Maandag, geloof ik), kwam de gouverneur der gevangenis bij mij met een brief. Mij was voor de Indiërs be zorgd door een zeker mevrouw Ma- cann, bij wie zij kamers hadden ge huurd', en deze had hem' den vorigen morgen van den brievenbesteller aan- m. De beambte der gevangenis

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1