p
•VJ
len?
i ilil Ni
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTR
VERTENT1EBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
MOERCAPELLE,
IHE1D
ivormen door D. Fr.
CHE KRACHTPIL-
derbare Bustes. Ook
zwakken. Bekroond
m eere-diploma’s. In
d toeneming. Gega-
Door Artsen aanbe-
de dankbetuigingen.
X) stuks 3M 200
uis onder rembours
Wtwissel.
Zaterdag 27 Maart I92B
Ho. 11'812
8B»Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
1
1
FEUILLETON.
DE MAANSTEEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REÉUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
EERSTE BLAD.
'Ift
o
de kwall
ig op ons
dan kunt
Wat wy
1.
I
1
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
inze stad. Het is
766 300
te
ont-
hervatte
mijnheer
terras
vier.
(Wordt vervoljd).
LLF. ARNHEM
leringen tffn
staan in
‘den pas 90/ m
aan
man
innerk /.ausoetn
hoewel zuiver
Spannend romantisch verhaal
van
WILKIE COLLINS.
t
liOIimiE (OIJHVI
Er is evengoed als in Amsterdam, in de
residentie een publiek in voldoende getale
te vinden, dat zich tot het systeem aange
trokkén gevoeld, gelijk dat in een dergelijke
inrichting -wordt gevolg^. Het wil alles kun
nen zien, goed kunnen zien en het wil eerst
en het laat zich verklaren, dat men in de
kinderjaren van het moderne arbeiders
vraagstuk vooral in deze productieve arbei
derscoöperatie de oplossing van het soci
ale probleem zag. Dit probleem toch vond
zijne oorzaak hoofdzakelijk hierin, dat door
het verdringen van den zelfstandigen, met
eenvoudige werktuigen arbeidenden kleinen
producent door het machinale grootbedrijf,
de arbeider van zijn arbeidsmiddel werd ge
scheiden en daardoor zijne vroegere onaf
hankelijkheid en bestaanszekerheid verloor,
kortom werd tot wat men noemt een pro
letariër. Welke bezwaren dezen nieuwen toe
stand ook mochten aankleven, terugkeer
was niet mogelijk. Daarvoor waren de voor-
deelen .der machinale productie te groot.
Wilde men deze voordeeflen behouden en toch
de nadeelen vermijden, dan was ’t noodzake
lijk om de gezamenlijke arbeiders van een
bedrijf te maken tot eigenaren van dat be
drijf. Dan zouden met handhaving van het
grootbedrijf de voortbrengingsmiddelen,
evenals vroeger bij het kleinbedrijf, weer in
het bezit z^jn der arbeiders. De onderne
merswinst zou hun ten deel vallen en er zou
een eind worden gemaakt aan de afhanke
lijkheid en onzekerheid van hunne positie.
De fabriek aan de arbeiders.
Germanen tijd geleden kwam in de hitte
van den strijd in de Tiwentsche Textielnij
verheid by de moderne werknemersorgani
satie het plan naar voren, om door een
voorbeeld aan te toonen, dat de eisch der
medezeggenschap van de arbeiders in het
bedrijf zeer wel voor verwezenlijking vat
baar is. Door het Bestuur vhn het Neder-
Landsch Verbond van Vakvereenigingen
werd een commissie injjesteld tot onderzoek
naar de Mogelijkheid van oprichting van
eene textielfabriek op coöperatieven grond
slag in Twente, voor welk plan de coöpera
tie „Tot Steun in den Strijd” te Enschede,
aanvankelijk een belangrijk bedrag had be
schikbaar gesteld. Thans bevatten de bla
den de mededeeling, dat de bedoelde com
missie besloten heeft, haar arbeid niet ver
der voort te zetten. Er wordt niet bij ver
teld, op welke gronden de commissie haar
arbeid heeft gestaakt. Wij zouden inder
daad gaarne deze gronden vernemen. Het
zou ons niet verwonderen, dat zij gelegen
meest voor de hand liggende middel, de ge-
zijn in de nadere studie, welke de commis
sie heeft gemaakt van de geschiedenis der
productieve arbeiderscoöperatie. Deze ge
schiedenis toch is voor het opgevatte plan
allerminst bemoedigend.
Op zichzelf ,js het denkbeeld aanlokkelijk
Kunst hebben te voeren en de uitzichten zijn
maar steeds niet gunstiger. Kunst blijft he
laas voorvelen synoniem met luxe. In de
tijden van malaise lijdt de luxe Met eerst en
het meest, in de tijden van herstel komt ze
het laatst aan de beurt Onze hooggeroemde
Staat negeert dit proces nu eenmaal; eerst
de noodige levensbehoeften en eerst ais die
vervuld zijn, krijgt de luxe, dus ookde Kunst
haar kansje weer. Kleermakers, schoenma
kers en zelfs de kampers die een gouden tijd
doormaken, krijgen van het Haagsdie ge
meentebestuur subsidies voor hun oplei
dingscursussen, maar op de „vermakelijk
heden”, waarvan de kunstenaars voor een
goed deel moeten leven, drukt een belasting
van 20 van de bruto-ontvangst. Die be
lasting is altijd het typische bewijs ervoor
geweest, dat de overheid zelfs kunst als
luxe beschouwt Q, ja ze zet dan wel weer
eens een deftig gezidht en neemt het air
aan alsof zij de Kunst wil steunen en ze
geeft me| voornaam gebaar een deel terug
vanhet geld dat zij eerst uit de kas heeft
gegapt, maar het is er verre van dat wij
deze allures van den rijk geworden afzetter
als voornaam willen erkennen.
Het zou gewenscht zijn dat de tooneelge-
z el schappen eens een overzicht gaven van
hetgeen zij in den afgeloopen winter aan
tluffvn vj;r.
t itrcpcii en
190 tot 16.—
MEDISCHE BRIEVEN.
Arsenicum.
II.
Wij hebben den vorigen keer gezien, dat
het arsenicum een zeer zwaar vergift is en
de grootste dosis welke een normaal vol
wassen mensch kan verdragen per keer
slechts 5 milligram is en per etmaal niet
meer dan het dubbele mag worden ingeno
men Het is duidelijk, dat zuik een stof
steeds een geliefd bezit is geweest voor
hen, die met misdadige plannen, zoowel Aen
opzichte van hen zelf als van hun mede-
menschen rondliepen.
noeg om in te zien, dat zij verkeerd
hadden gedaan, daar zij, hoewel over
vloed van tijd hebbende, zich in geen
weken daarna wederom op die plaats
hebben vertoond.”
„En, mijnheer Murthwaite, waarom
niet? Dat zou ik juist wenedien te
weten.”
„Omdat een Indiër zich nimmer on-
met de netto-opbrengst. We konden dan
eens zien voor hoeveel de Kunst weer be
stolen is. De gemeente doet de opbrengst
van de belasting op alle vermakelijkheden,
bioscopen, uitvoeringen, tentoonstellingen
in één pot het gewone systeem van be-
lasting-comenflage maar het is ge
wenscht eens scheiding te maken. Dan kwa
men gevallen als wij laatst aangaven aan
het licht, waarin twee artisten die een con
cert gaven elk met twee rjjksdaalders hono
rarium naar huis gingen en de gemeente
lijke fiscus zestig gulden ontving.
HAGENAAR.
De factoren, welke bij ideze laatste den3
doorslag geven, liggen voor de arbeiders
meer open en bloot, zoodat zij van de nood
zakelijkheid der te volgön bedrijfspolitiek
betrekkeJijk gemakkelijk zullen zijn te over
tuigen. Althans veel gemakkeljjker dan bij
een bedrijf, dat zoowel ten aanzien van zijne
grondstoffen als van den. afzet der produc
ten afhankelijk is yan het buitenland en
daardoor is van eene veelal zoo ingewikkelde
structuur,
Het is jammer, dat de proef met de coö
peratieve textielfabriek niet doorgaat. Zij
zou ongetwijfeld zeer leerzaam zijn geweest
met betrekking tot het vraagstuk der mede
zeggenschap. Had eene arbeiderscoöperatie
op dit moeilijke terrein succes gehad, het
streven naar 'medezeggenschap zou aan dit
succes ongetwijfeld steun hebben kunnen
ontleenen. Alleen dit zou daarbij niet moe
ten worden vergeten, dat de leden der coö
peratie naast medezeggenschap ook verant
woordelijkheid zouden hebben, terwijl de
arbeiders in het particuliere bedrijf mede
zeggenschap wenschen zonder verantwoor
delijkheid.
Inzonderheid in Frankrijk zijn omstreeks
het midden der 19de eeuw talrijke pogin
gen in de richting der productieve coöpera
tie gedaan. Zoo deelt Charles Gade in zijn
bekend door Herckenjath in het Neder-
landsch vertaald Leerboek der Staathuis
houdkunde mede, dat na de omwenteling
van 1848 in Frankrijk, en vooral te Parijs,
meer dan 200 productievereenigingen voor
werklieden werden gesticcht. De schoone
verwachtingen, die men er van had, bleven
echter in verreweg de meeste gevallen uit.
Het grootste deel der gestichte onderne
mingen ging te niet. En waar een enkele
hier of daar slaagde, verloor zij al spoedig
het karakter van eene coöperatie. De
oorspronkelijke leden weigerden nieuwe
deelgenooten tot het lidmaatschap toe te
laten. Was uitbreiding van het aantal werk
krachten noodig, dan had die eenvoudig
plaats door het in dienst nemen van loon
arbeiders. De zaak werd zoodoende langza
merhand omgezet in eene gewone kapitalis
tische onderneming, waarvan de oorspron
kelijke arbeiders-oprichters de aandeelhou
ders waren.
Gaat men nu de oorzaken na van het fias
co, dat het op het eerste gezicht zoo aanlok
kelijke denkbeeld maakte, dan zijn die eens
deels gelegen in gebrek aan voldoende ka
pitaal, anderdeels in de moeilijkheid om af
zet te vinden, maar vooral ook in wat men
zou kunnen noemen, gebrek aan discipline.
Men stond niet alleen voor het bezwaar te
midden der arbeider» mannen te vinden,
geschikt om eene onderneming te besturen,*
maar bovenal ook voor de moeilijkheid, om
de arbeiders-eigenaren er toe te brengen,
zich aan de leiding van het bestuur te on
derwerpen. Het besturen van eene groote
industrieele onderneming eischt tot zekere
hoogte eene dictatoriale macht, gelegd in
de handen der Directie en deze dictatoriale
macht is moeilijk vereenigbaar met wat
men noemt de democratie in het be
drijfsleven. Er bestaat eene neiging, om de
politieke democratie en de democratie in het
bedrijfsleven naast elkaar te plaatsen en de
laatste voor te stellen als eene noodzakelij
ke consequentie van de eerste. Ons lijkt dit
verkeerd. Het bedrijfsleven stelt geheel an
dere eischen dan de politiek en het is altijd
nog de vraag, of de politieke democratie wel
houdbaar is, indien de overheid zich op het
gebied van het bedrijfsleven niet meer te
rugtrekt.
De moeilijkheden nu, welke de productie
ve coöperatie in het verleden op haar weg
ontmoette, zouden zich, naar het ons voor
komt, veel meer doen gelden bij een export
bedrijf, zooals de Twentsche textielindustrie
er een is, dan bij de voor plaatselijke of
lokale behoeften werkende bedrijven.
Velen genieten nooit het heden, omdat
zij óf wel het verleden betreuren, óf wel
plannen maken voor de toekomst.
e«tr. 21, Den Haag-
ABONNEMENTSPRIJS: pek kwartaal X25, per week 17 cant, met ZondwahteH
per kwartaal 2.90,'‘ber week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal /8.15, met Zondagsblad f 8.80.
Abenaernenten worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT SI, GOUDA
bö onze agenten en loopers, den boekhandel en de poetkamoren.
OnM bureaux zfln dagelijks geopend van 9—6 vut. Administratie Tal. Int 82;
Redactie, Tel. 83.
heef afgespeeld, de emotie van de kennis
making met iets heel nieuws, zij hebben te
samen er een spanning ingébracht, en wij
zijn benieuwd te bespeuren, hoe deze na de
kennismaking, al dan niet zal zijn bevre
digd.
De lente is begonnen, al brandt op dit
oogenblik de kachel misschten feller dan in
<le laatste weken dikwijls het geval was.
De natuur schikt zich nu eenmaal niet meer
naar den kalender, die meer op den stand
van de zon dan op de zon zelf is berekend.
Het winterseizoen loopt echter op zijn einde.
De volgende week komt weer de stille week,
dan volgt de Paschen die voor velen het tee-
ken van de kentering van de winter pleegt
te zijn. Wel zijn de wintergenoegens nog in
volle fleur, maar een zekere moeheid komt
toch al over de feestgangers in dancing, car
baret, tooneel en concert. Het is weer vol
doende en we moeten weer eens wat anders
hebben, ’t Is overal eindfeest, sluitingsavond
afscheid. De Jazz-bands timmeren er nog
eens duchtig op los en de gecostumeerde
bals zijn legio. Geen Zaterdagavond gaat
voorbij of in tal van zalen zweven de dan
sende menigte op den rythme van het helsch
kabaal der moderne orkesten.
Nog zijn er concerten en tooneelvoorstei-
lingen, maar het einde is in ’t zicht. Het
merrie op, aai net ftpsi
was en mat net auvdB,
ongeisch, toch geneei, verscninenu was
van dat der gewone brieven, leen zij
hem opende, bieex hei, diat de inaoud
was geschreven m een vreemue taal,
welae zij met recht vermoeduen Hin-
oostansch te zijn. Het doel, waarmede
hij bij mij kwam, was natuurlijn, dat
ik er hun een vertaling van zou ge
ven. Ik heb een afschrift gemaakt,
zoowel van het oorspronkelijke als van
de overzeding zij zijn beide tot uw
dienst.”
Hij overhandigde mij het boekje.
Bet adres trof het eerst mijn opmerk
zaamheid. Het was geschreven m eens
door, zonder leesteekens, aldus: „Aan
de drie Indiërs die wonen bij de da
me genaamd Mdteann te Frizinghall in
Yorkshire”. Ddkia volgde de Hkn-
dostansche lettelwdcens, waarbij de
Engelsche vertaling*was gevoegd in
deze geheimzinnige woorden
„In den naatn van den Beheerscher
van den Nacht wiens zetel is op de
Antilope, wiens armen de vier hoeken
der Aarde omvatten.
Broeders, wendt uw aangezicht naar
het Zuiden en komt tot mij in de
straat der vele geluiden, welke bene
denwaarts leidt naar de modderige n-
iuma
mgaren, fijne
len serge en
erking Onxe
rm en afwer<
>y weder ten
nier geldt, dat
J Voordcehger
de guedkoope
""22”
ium
t. met gu«dc
13”-
861 -
De tweede weg was de veiligste, en
hier hebt gij de verklaring van het
verschijnen der Indiërs, vermomd als
goochelaars, te Friztnghall. In Londen,
het is onnoodig, zulks te zeggen, had
den zij hun handlangers. Twee perso
nen waren voldoende. Een cm dege
nen te volgen, die van mijnheer rita
ke’s woning near de Bank zou gaan
één om de bedienden op bier te ont
halen en hen uit te hoeren. Zoo kwa-'
wen zij te weten, dat mijnheer Frank
lin Blake de eenige was uit het huis,
die mevrouw Verinder ging bezoeken.
Wat er op die ontdekking volgde, her
innert gij u zeker even goed' als ik.”
Ik wist nog zeer goedi, dat mijnheer
Franklin een der bespieders in de
straat gezien en dientengevolge den
tijd van zijn aankomst in Yorkshire
^enige uren vervroegd had dat hij
dkrma volgens den uitmuntenden raad
is natuurlijk niet te zeggen hoe voor de ge
zelschappen het seizoen geweest is. Ieder
jaar komt er in de samenstelling verande
ring; soms lijkt die op een omwenteling,
maar al wentelt er dan iets om, men weet
zeker dat een goed deel van het omgewn-
rustig zonder aandrang van buiten, over- telde na één jaar het graf in wentelt, ’t Is
wegen of het tot den koop zal overgaan. een zware strijd die de menschen van de
Dat is juist het gebrek van de gewone
winkels, dat het publiek niet kan zien wat
er aanwezig is. Er wordt wel druk geëta
leerd, maar wie komt zoo vaak yoorbij de
winkelramen, dat hij alles successievelijk
kan in oogenschouiw nemen? Gaat iemand
een winkel in, dan is het omdat hij weet
wat hij wil koopen en aanstonds wordt dan
ook naar zijn „verlangen” geïnformeerd. De
groote instellingen als het Warenhuis en de
Bijenkorf laten het publiek rustig kijken,
laten het snuffelen en ieder onzer die wel
eens deze inrichtingen bezocht, weet bij on
dervinding hoe vaak hij er uit gekomen is
met iets gekocht tee hebben, terwijl hij er
zonder eenig doel, zonder eenig /verlangen”
is ingestapt.
Komen, kijken, koqpen is een trits van
daden, die het uitgangspunt zijn voor de
wijze, waarop warenhuizen trachten zaken
te doen met het publielf
Wij zijn benieuwd hoe het Haagedhe pu
bliek op de Bijenkorf zal reageeren, hoe de
critiek zal zijn, hoe de loop er heen zal wor
den. Het is heusch niet overdreven, wan
neer wij zeggen dat met spanning de ope
ning wordt tegemoet gezien. Het indruk
wekkende gebouw, de vele beschrijvingen
die in de dagbladen ervan zijn gegeven, het
geheimzinnige van het onbekende dat zich
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda aa omterokm (bahoorondo tot den bozo retain»:
1—6 rogoia 1410, «iko rogal maar /0J26. Van buiten Gouda «n den bezoigkring:
1—5 regels ƒ165, elke regel moer ƒ0.80. Advèrtentiin in het Zaterdagnummer 28 tt
bijslag op dan prfjs. Liefdadigheida-advertentifo de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer R58. Of
de voorpagina 5(L hooger. f
Gewone edvertentiin en ingezonden medodeelingan hg contract tot zeer gerddueeor
den prijs. Groote letters en randen worden berelMnd naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonde* door tuaschenkomet van soliede Boekhan
delaren, Advertsntiebureaux sn onee Agenten en moeten daage vóór do plaatsing
aan bot Bureau zijn iugokoman, teneinde van opname verzekerd te xün.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCCCIX.
Met schrik en beven tiet de Haagsche
winkeliersstand de opening van het monu
mentale en uiterlijk althans grootsche ge
bouw van De Bijeenkorf tegemoet. Uit ar
chitectonisch oogpunt is 4it gebouw zonder
twijfel een aanwinst
iets heel hfitorider®: 8
is geen stukje hout te bespeuren; ’t is alles
steen en brons en glas. Hoe het er van bin
nen uitziet, zullen we pas goed kunnen be-
oordeelen ads het leven «r in vollen gang
is. De gansche opzet heeft iets Ameri-
kaansch maar tevens iets Hollandsch-dege-
lijtks. Wanneer het gelukt van die beide
eigenschappen, het goede te nemen, dan is
er wel iets belangrijks tot stand te brengen.
Er is in de laatste jaren wel al veel ver
anderd in de wijze van handel-drijven bij
den winkelierenden stand; iets van het
Amerikaansche is er wel ingekomen, maar
vol-uit Amerikaansch zal het wel nooit wor
den, omdat hier aiies nu eenmaal op be
perkte schaal moet gehouden worden èn om
dat er hier nog steeds teveel kracht wordt
versnipperd. De Bijenkorf, die het Ameri
kaansch op iets grooter schaal durft op te
zetten, is dus weer een stapje verder. Het
Warenhuis, dat al jaren lang in den Haag is
ingeburgerd, was in zijn tijd een even groote
gebeurtenis. Het heeft zich weten te hand
haven al is het daar het ons op het uiterlijk
altijd heeft geleken, niet tot dien hoogen
graad van bloei en ontwikkeling gekomen
als wellicht velen hadden verwacht. Nu komt
«dan de Bijenkorf, die weer veel hooger
grijpt en een durf aan den dag legt, die eer-
bied afdiwingt.
uifuuig in gevaar begeeft, net testa
ment vam aen Koionei beheisoe de be
paling, dat de Maansteen in juttrouw
vrinuer’s bezit zou worden gesteldop
naar verjaardag. Goed. Zeg mij wel
se was de veiligste weg, dien zij kon
den inslaan? ben poging te doen om
aen diamant te bemaditigen, terwijl
nij zich in 'bezit bevond1 van mijnbeer
•Blake, die reeds bewijzen bad gege
ven, dat hij hen verdacht en hun te
slimi af kon zijn Uf te wachten, lot
het juweel in handen kwam van een
jong meisje, dat er een onschuldig ge
not in zou scheppen, het bij elke voor
komende gedegenheid te dragen Gij
wilt misschien een bewijs, dat mijn
veronderstelling juist is Zoek het in
tiet gedrag van de Indiërs zelf. Zij
vertoonden zich bij het huis op jut-
trouw Verinder's verjaardag, na al
i ien tijd geduldig gewacht te hebben,
en konden zich overtuigen van de
juistheid' hunner berekeningen door net
zen van den Maansteen op de borst
van haar kleed. Toen ik later op den
avond de geschiedenis van den kolo
nel en den diamant hoorde, gevoélde
ik mij zoo verzekerd van het gevaar,
dat mijnheer Franklin hadl geloopen.
en was ik zoozeer overtuigd1, dat juf
frouw Verinder’s veiligheid bedreigd
werd, dat ik aanried het oorspronke
lijk plan vah den kolonel te volgen
en het juweel van zijn nuretietoe waar
de te berooven', door het in verschil- g<
lonue Sieenen te uoen kteven, noe ue
latere gebeurtenissen de opvoigmg van
mijn raad onnoouig en onmogenjK
maanden, weet gij. jiet eerste bedrijf
van de samenzwering eindigt nier.
Voor wij overgaan tot het tweede mag
vragen, of mijn verklaring
is voor een pralktisoh
van uen ouaen uetcereage oen uia-
nuant naar de Bank nad geoment, voor
ue inuwrs nog op zijn verschijning ui
ue buurt veruacnt waren, lot zoover
was aftes duiueiijk. Doch hoe kwam
net, aai de Indiërs geen poging nan
oen gedaan om m mevrouw Verin-
der’s huis te dringen, daar zij toen
moesten veronderstellen, dat de steen
zich uiaar bevond
Ik bracht mijnheer Murthwaite deze
moeilijkheid onder het oog.
Hij glimlachte. -
„Die is nog al gemakkelijkV op te
lossen zeide hij. ,,Laat ik beginnen
met u te verzekeren, dat uwe uiteen
zetting der feiten volkomen juistyis.
De Indiërs wisten klaarblijkelijk met,
wat mijnheer Franklin met den dia
mant gedaan had, want wij zien nen
dén eersten misslag begaan op den
avond van mijnheer Blake’s aankomst
in het huis zijner tante.”
„Hoe zoo?” vroeg ik.
„Wel, zij werden, op het
rondsluipende ontdekt door Gabriël
Betteredge. Toch waren zij slim ge-
ik u i
nemelijk
als gij.”
Het was onmogelijk zulks
kennen.
„Goed dan”,
Murthwaite.
„De eerste kans om den diamant te
bemachtigen, was mislukt, op den uag,
dat zij naar de gevangenis te Frizing-
hall werden vervoerd. Wanneer bood
zich de tweede aan De tweede kans
deed zich voor (aooals ik bewijzen
kan), terwijl zij zich in hechtenis be
vonden.”
Hij haaide een zakboekje voor den
dag en opende het op een zekere
bladzijde, eer hij voortging
wJk bevond mij omstreeks dien tijd
met eenige vrienden te Frizinghall.
Een paar dagen voor de Indiërs in
vrijheid werden gelaten (het was op
een Maandag, geloof ik), kwam de
gouverneur der gevangenis bij mij met
een brief. Mij was voor de Indiërs be
zorgd door een zeker mevrouw Ma-
cann, bij wie zij kamers hadden ge
huurd', en deze had hem' den vorigen
morgen van den brievenbesteller aan-
m. De beambte der gevangenis