JT
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD'VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 18126
Donderdap fg Mprll 1928
Groot,
gezocht T7
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
Droogmaken of niat.
FEUILLETON.
iten
iller
uit
DE MAANSTEEN
bergambacht, bbrkbnwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht^ moercapeue.
iddd D.DJ>.
zieken
60S U
netrflM. o»
f
yai) economische
L
IDA.
(Wordt vervolgd).
OHR. P. G. J. SMIT, cand. 1.1.
Gouda, 14 April 1926.
De polders Vettenbroek en de Broekvelden en de
Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen.
Menigmaal, wanneer een handelaar u
een vat appelen verkoopt, vindt gij zijn,
reputatie bovenop; maar tegen dat gij op
den bodem van het vat komt, vindt gif
zijn karakter.
Spannend romantisch verhaal
van
WILKIE COLLINS.
sen dan
aids be-
i N. R.
luchtvaart. Tot de staten, die hoewel geen
letten van den Volkenbond, toch voor be
paalde doeleinden in die commissie zitting
nemen, behoort geen enkel der Rritsche Do
minions. D« regeeringen der Dominions wa
ren als gewoonlyk op de hoogte gehouden
van den gang van zaken en er waaen bij
zondere maatregelen genomen om ze op de
(iOllkSUIE COURANT.
I, ens.
len aan het Reeuwijksche sluisje het gevaar
voor Vettenbroek had kunnen bezweren, be-
hoort tot de onmogelijkheden. Al staan my
geen cijfers ter beschikking over de capaci
teit van dit maalwerktuig; zelfs indien we
aan zouden nemen dat het 100 H.A. had
kunnen bemalen (wat ongetwijfeld veel te
veel is), zoh over het geheele oppervlak van
polder Reeuwyk‘verbreid, dit toch maar de
geringe vermindering van 10 van het
waterbezwaar gebracht hebben. Een hoe
veelheid, ieder zal het begrijpen die hierbij
geen belangrijke rol gespeeld heeft. De be
schuldiging aan het adres van het Reeuwijk
sche polderbestuur is dus volkomen onge-
op langen en kor-J
1723 60
G 3. ROTTERDAM.
ekte fMiezea, die
een tast maakt Die
enken dat branden-
rt verdwenen. Vele
n^nde raad ween,
JX reeds genezen,
arbaai bf vinden.
*MO (puOtaeon
MMtfoDXkD»
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal /2J5, per weak 17 cent, mat Zondagsblad
per kwartaal f 2.90, per .waak 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.16 net Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 11, GOUDA,
h(j onze agenten an loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Tet Int. 82;
Redactie, Tel. 83.
•ie, neerslachtigheid,
uien, hypochondrie,
atis brochure van
Frankenstraat 79,
1188 18
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda ca om*«reken (behoorende tot den besorgkrin»)
1—5 regels ƒ1.80, elke regel maar ƒ0.25. Van buiten Gouda en dan basorgkring
1—5 regels ƒ1 55, elke regel maar ƒ0.80. Advertentiën in het Zate
-ijslag op den prijs. Liafdjuiighgidx-iulvartoniièn de helft van den
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke n«i
de voorpagina 50 hooger.
Gewone adverteatiin en ingezonden mededeallngefi bfj contract tot soar garaduceer
den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
AdvertentiMn kunnen worden ingezonden door tusachenkomet van solieda Boekhan
delaren, Advertentiebureau! en onze Agenten en moeten daags vóór de plaataiag
aan het Bureau zijn mgekomen, teneinde van opname varsekard te ztfn.
nadenken tot de rtmclusie moeten komen,
dat -deze droogmakerij nog niet heel ge
zond of ordentelijk genoemd mag worden,
ondanks het vruchtbare baggerlaagje.
waarvan Dr. Zuidam blijkbaar nogal hooge
verwachtingen koestert. Merkwaardig zijn
wel de verwaaide meeningen, die men bij lee-
ken over de vruchtbaarheid van bagger en
slib kan aantreffen: de standaardmeening
uit verschillende schoolboeken; waar we
reeds vroeg al leerden van het vruchtbare
slib dat verschillende rivieren, zooals bijv,
de Nyl met zijn jaarlijksche overstroomin-
gen, dat afzetten, zal hier wel niet vreemd
aan zyn.Landbouwkundig twijfelt men toch
al sinds lang aan de waarde van het op
brengen van slootaarde op de landerijen,
een door de Zuid-Höllandsche boeren nog
gevolgde methode, en staat het vast dat het
slib dat zich in veenwater afzet, arm is aan
plantenvoedende stoffen, dat dus hier slechts
zeer weinig heil van te verwachten is. En
indien we al eenige aanwijzing in de schaar-
sche analysecijfers van het baggeronder-
zoek door het Rijkslandbouwproefstation te
Groningen zouden mogen onderkennen, dan
blijkt het grondmonster uit de Broekvel
den slechter te zijn dan het gemiddelde van
het niet drooggelegde gedeelte.
Ten overvloede wijst Dr. Zuidam ook nog
eens op de minderwaardige constitutie van
de ringdijk dezer polder», iet» wat wel
eenigszins in tegenspraak is met zijn waar
deschatting ervan. Goed land toch ip alleen
bestaanbaar bij een goede waterbeweging
in een polder, en de gedeeltelijke verzwa
ring van den ringrijk zal ook maar een ge
deeltelijke vermindering van de kwel te
weeg kunnen brengen.
100)
„Het heeft zieker invloed uitgeoefend
op haar wijze van denken zeide hij
op stelligen toon. .,En ik wensohte om
uwentwil, dat het niet was voorgeval-
,ilen. Wij kunnen thans daar niet ver
der rekening mede houden. Onze eer
ste stap moet nu zijn, ons in verbin
ding te stellen met Rachel. De groot
ste moeilijkheid bestaat hierin, haar
ronduit voor de zaak te doen uitko
ken, zonder eenige terughouding. Hebt
gij ai eenig plan gemaakt
.Ik heb besloten, zelf met Kachel
te spreken mijnheer (Bruff.”
>Gij”, riep hij uit, mij met verba
zing aanriende „Gij?” Hij hield eens-
Mfflps óp en begon in de kamfer heen
en weer te loopen. ,,Maar. -ja”, her
vatte hij, in gevallen van deaen bui-
thngewonen akrd is dfe rechiste weg
wans de beste,”’
moest verwav.uen. In den volgenden
zin kwam die onvermijdelijke Ezra
Jennings alweer op het tapijt. Hij had
Betteredge bij zijn terugkeer van hei
station aangesproken en gevfaagd wie
ik was. Aangaande dat punt ingelicht,
had hij later aan mijnheer Candy me
degedeeld, mij te hebben gezien. De
kleine dokter dit hooiende, was naar
Betteredge gekomen en had zijn spijt
betuigd, mij gemist te hebben. Hij ver
zocht het hem te doen weten, wan
neer ik nogmaals in de buurt van
Frizingiiall mocht komen, daar hij mij
gaarne zou willen spreken. Dat was
zoo ongeveer de inhoud.
'Poen de kerkklok van Hampstead
drie uur sloeg, slak ik den sleutel in
de deur van mijnheer Bruff’s tuinmuur
Ik ging den tuin door, kwam in de
serre en doorliep de kleine gezel
schapskamer. Terwijl ik de hand op
de kruk der deur voor mij legde, trof
fen een psfcr tonen van een piano
mijn oor. Op die wijze had zij dik
wijls als in gedachten de toetsen aan
geslagen. toen ik nog in het huis lia-
rer moeder logeerde. Ik moest even
wachten om mij zelf wat te herstel
len. Het verleden en het tegenwoor
dige rezen rij aan zij voor mij op in
dat uiterste oogenblik, en de tegen
stelling greep mij aan. Na een poos
echter raapt# ik mijn moed1 zanten en
deed dfe deur open.
loonheid. Hoe scmitteirend, giste-
andagmorgen randen van het
terspiegeld in het
en zon, wolken
dthans dan getui-
rlies, dat wy door
en?
pan, komt het my
nige opmerkingen
rechtvaardigd. Al zien ook wy met leede
oogen „de oude reuzen" verdwijnen, dat mag
toch zeker geen aanleiding zyn hun betee-
kenis to overschatten. Dat verder de lage
ligging van het droogkomende land in ver
band met gevaar voor nachtvorsten een be
letsel zou zijn voor het uitoefenen van het
kweekerabedryf, kan voldoend* ontzenuwd
worden, door te wijzen op de talrijke laag
gelegen landen, ook in de omgeving van Bos
koop, waar deze teelt met de noodige zorg*
vuldigheid beoefend, uitstekende resultaten
oplevert. Toegegeven moet nodithans wor
den dat in de lagere gedeelten 'beschut voor
de heerschende luchtstroom! ngen de onder
ste luchtlagen door uitstraling sterk arge-
koeld, juist door hun onbeweeglijkheid op de
lage plekken eerder het verschijnsel van
nachtvorst zal optreden, maar ook hiertegen
zjjn toch verschillende maatregelen te tref
fen.
De uitvoering van andere productieve
werken zal, het is mij herhaalde malen van
terzake bevoegde zyclte medegedeeld, in geen
enkel opzicht onder deze droogmaking be
hoeven te leiden.
Van het door Dr. Zuidam aangehaalde:
„Wat de volksmond in Reeuwijk zegt?” De
nieuwe Polder? Vijftig boertjes en Vijftig
arme daglooners; dat ”s honderd gezinnen;
die eten er nu ook van, kan geüegd worden
dat vox popuii, niet altijd Vox Dei is, et»
dat er in Reeuwijk blijkbaar nog een tweede
Volksmond is die een tegenovergestelde
uiting ten beste geeft. Er zijn daar wel boe
ren die voor de droogmaking de vlag zouden
willen uitsteken.
Ook wij voelen dat de kans op een gewel
dig verlies aan schoonheid in de omgeving
ft X
mer een niet geheel juiste meening over de
productiviteit van een droogmaking als de
hier bedoelde aansuggereeren.
Daar is één hoofdargument tegen deze
droogmaking, dat de uitvoering op niet vol
doende groote schaal en zonder in de ver-
eischte mate rekening te houden met andere
waterstaatsbelangen, zal plaats hebben. Hoe
het wel zou moeten gebeuren heb ik reeds
in eenige gelijknamige artikelen uiteenge
zet.
uer erusi.g aauoen nao, zou ik aortat
weigeren. Gelijk het nu staat even
wel. geloof ik, dat Kachel mij dank
baar zal wezen, dat ik op mijn Ouden
dag nog verraad jegens haar pleeg.
BeaChouw mij ais uw medepiicnVge.
Kachel zal worden, verzocht hier een I
dag door te brengen en gij zult er
behoorlijk kennisgeving van ontvan-
gen.’’
W amneer Morgen
..Neen, dan is er geen tijd genoeg
voor haar oni te antwoorden. La (en
wij het oip overmorgen stellen.’
„Hoe zal ik van u hooren 1
..Blijf den geheelen ochtend thu's
ik zal bij u aankomen.
Ik dankte hemi op dfe hartelijkste
wijze en keerde naar Londen terug1.
De volgende dag was de langste,
dien ik ooit hebj dfeorgebracht On
schuldig als ik was en verzekerd, dat
eens alles aan het licht moest komen,
droeg ik evenwel een gevoel van zelf*
verlaging in miij om. dat mij er tegen
dfeedl opzien, mijn vrienden te ont.
moeten. Wij hooren dikwijls door op
pervlakkige toesehouwera beweren, dut
sciiuld er uit kan zien als de onmo
gelijkheid zelveik voor mij geloof,
dat d'e onschuld heel dikwijl» het
uiteriijk kan hebben van schuld. Ik
liet aan alle bezoekers zeggen, dat ik
n’et thuiswas en ging niet uit. voor
dfe duisternis was ingevallen.
Den anderen morgen, kwam mijnheer
Bruff reed#, toen ik nog aan het ont
was iets aan verzwaring gedaan! Dat
was de zuinigheid van het polderbestuur
van Vettenbroek!
En de trouwe wachter- die het gevaar
waarschijnlijk voorkomen had, de oude
molen aan het Reeuwijksche sluisje bij
Gouda, was er niet meer. Het korige jaar
zag ik hem nog afgebeeld* in de Katho
lieke Illustratie, maar hij is al een jaar
of vier gesloopt! Gesloopt ondanks de
waarschuwing van den oudenmolenaar,
nu ook al ter ziele! Het stoonxgemaai
van Bodegraven, op een volstrekt ver
keerd punt staande, bleek het regenwa
ter niet Aan te kunnen het water dat
Vettenbroek’s ringdijk doorsopte en op
hief! Dat "Was de zuinigheid van- het pol
derbestuur van Reeuwijk!
Zoo zjjn de feiten. Wanneer nu de dijkf
van Vettenbroek behoorlijk is verawaard
wanneer polder Reeuwjjk in het oude
stuk molen een electrische pomp aan
brengt, die, samen met het gemaal, het
water baas kan, dan is voor Vettenbroek
óók voor de toekomst alle gevaar
bezworen. Laat dus eens en voor goed
vastgelegd zijn, dat terwille van Vetten
broek de Reeuwijksche Plassen niet
droog hoeven.
Vettenbroek was het groote argument
van hen, die voor droogmaking ijverden.
Wie het voorafgaande gelezen heeft, is
allicht bekeerd. Een ander argument was
het aantal werklooten. Een feit is, dat
de boeren niet aan v»lk kunnen komen!
Maar xiie weritloosen werden geteld op
het oogenblik dat Boskoop „plat” lag
Reeuwijkers werken bjj bosjes daar in
de kweekeryen en als men dan bij
dicht water alle visschartjes er nog bij
neemt komt men tot een groot getal
werk-bereiden (waarvan alweer een heel
klein percentage droogmakings-werk zou
den kunnen doen!) Maar dat getal is
humbug! Als volgend argument hoort
men noemen: de goede cultuurgrond, die
beschikbaar komt. Voor kweekeryen ge
bruik men de droogmakerijen bij voor
keur niet, vanwege de grootere schade
door nachtvorsten in dieper-liggend
land! En cultuurland kan zijn, praktisch
gesproken, alle weiland van Zuid-iïol-
land! Of het cultuurland wordt, is een
kwestie van conjunctuur! Het schrale
bovenkomende landje >s zeker geen le
klas cultuurland!
Maar waarom zou men de Plassej
wél droogmaken? Op 7% ton gouJ
grootte een correspondent van de 1
Ct. het nadeelig saldo bjj droogmaking.
D.w-.z. verloren, weggewonpen, impro
ductief besteed geld. Wie nu de bodem-
gesteldheid rondom Gouda kent, zich her
innert hoe de, toch ook zoo goed begroo-
te aanleg van de trambaan Gouda
Schoonhoven jarenlang half-af stilgele-
111.
In de Nieuwe Rottendamsche Courant van
den 18den dezer komt het volgend ingezon
den stuk van Dr. tW. Zuidam voor, over
„Droogmaking van de Reeuwijksche Plas
sen.”
Deze week komt ben ik goed in
gelicht r in de vergadering van de Pro
vinciale Staten van Zuid-Holland bo-
genoemd onderwerp aan de orde. Gaat
men den straatweg Goudar—Bodegra
ven, dan liggen de Plassen ten Oosten,
zes aan elkaar; de zevende, Vetten
broek, befaamd, door de dijkbreuk, zal
we Idra weer een ordentelijke droogma
kerij zjjn. Men heeft een electrometer
bij-geplaatst; drie weken is het gat
dicht; drie weken is met twee pompen
dag en nacht gemalen; oveu- veertien
dagen zal ./le polder wel weer „land”
zjjn. Ee® vruchtbaar baggerlaagje bljjft
op de landerijen achter; het is nog mooi
vroeg in den tyd’; de boertjes stellen
zich van de opbrengst der graslanden
veel voor. Natuurlijk is er behalve de
dijkbreuk schade; vooral aan gebou
wen. Maar het aspect is geducht meege
vallen. De rentelooze leening uit de open
bare kas ad 140 mille, in 40 annuïteiten
af te lossen, verswaren de polderlasten1
met 20 per H.A. Die lasten waren
al teruggeloopen (door de e 1 e c t r i- i
s c h e bemaling!) van i 120 tot 50-
Van een ruïneering der ingelanden mag
niet worde» gesproken! Een boerderij
(onder water!) met 19 H.A. land werd
verkocht voor 25 mille, 5 milde meer dan
de eigenaar er voor gegeven had! Mis
schien wordt de toestarfü nóg gunstiger:
men gaat n.l. het stuk dijk tusschen de
breuk en de eerste boAxlerijen verzwa
ren en daarvan mag met reilen een aan
zienlijke vermindering van lekkernij en
bemaling warden verwacht, al staat daar
weer tegenover, dat de 140 mille niet ge
heel toereikend zyn.
Voor de ramp zelf moeten wij terug
gaan tot Oudejaarsdag, toen in een
erge regenperiode! op verschillende
plaatsen in ons land de doorweekte, doot-
sijpelde dijken het begaven. Hier in den
polder Reeuwijk, waarbinnen Vetten
broek als het ware een leege kom vorm
de, was geen aandrang van vloed- of
rivier-water, maar slechts een door re
gen verhoogd polderpeil. Het water rond'
den dijk van Vettenbroek was ver en
ver boven peil! En toen is de dijk op die
eene plek „opgeborsten”, omhoog geko
men, gaan drijven! En wat voor ®en
dijk! Van een zoodanige substantie, dat
ik hem ”s' zomers heb zien branden,
smeulen dus door wat oorzaak dan ook
aangestoken! Bovendien een geslonkent
een ingezakte dyk! In geen twintig jaar
hij i>c» ajvuwue hu vraagstuk eeni
ge oogenbiuhem in aat nieuwe licht
en einoiigde met een beslissing ten
mijnen gunste. ,,Die niet waagt, Alle,
niet wint”, zoo ving hij wederom1 aan.
„Gij hebt een kans in uw voordeel,
die ik mis, en gij moot de eerste zijn
om een poging aan te wenden.
„Een kans in mijn voordeel her
haalde ik verwonderd.
Mijnheer Bruff glimlachte.
„Het staat aldus”, zeide hij. „Ik
verted u openhartig, dart ik niet in uw
bescheidenheid geloof en ook niet in
uw zelfbebeersctiing. Maar ik ver
trouw hierop, dat Rachel nog in een
klein hoekje van haar hart een zeke
re zwakheid: voor u koestert. Doe
daar uw voordeel miee en tracht haar
er toe te brengen, haar geheele mee»
ning ten uwen opaichte ronduit te
openbaren. Nu is het de vraag, hoe
zult gij haar te spreken krijgen?”
„Zij is uw gast geweest in dit
huis”, antwoordde ik. ..Mag ik het
wagen- u voor te'stollen, dM de ont
moeting hier zal plaats vinden?”
„KW, zeide mijnheer Bruff en
deed wederom een paar stappen in
het vertrek op en neer.
„In duidelijke woorden”, hernam
hij. „mijn huis moet dienen voor een
val om iRaohel in te vangen met een
lokaas in den vorm’ van een uitnoodi-
ging van mijn vrouw en dochters.
AJs gij iemand anders waart dan
Franklin Blake en dfe zaak een min
gen heeft, die rekent voor dyk-aanleg
om den nieuwen polder het tekort op nog
wel een miljoentje méér'. Als men dan
den polder nog zonder groote kosten
droog kan houden! Waarom deze précai
re zaak zonder noodhak ik herhaal:
zonder noodz a a k aangevat
Is daar niet een wegennet dat schreeuwt
om verbetering? Is daar niet de dtoor-
vaarf-verwyding van de GoUwe bij Wad-
dingsveen en Boskoop Ligt daar niet dc
volstrekt onvoldoende Mallegatssluis
Zijn daar nog niet veje andere p rod u k
t i e v e uitgaven Het mag haast onver
antwoordelijk geacht worden, dit werk
met Overheidsgeld ondernemen. Wien
liggen die Plassen iifc den weg? Wat de
volksmond in ReeuwBfc zegt? „De nieu
we Polder Vyftig boertjes en vyftig
arme daglooners: daf is honderd gezin
nen; die eten er nu van!”
Wat men ten koste*yan ontzaglijk veel
geld bereikt, is, dat mén vernielt een van
de schoonste natuurhionumenten in het
hartje van Holland, een lustoord1 voor
komende geslachten! Wat nu Plas is,
was oorspronkelijk iteenderij, stukken
water gescheiden door snippers land.
Door spel van wat$r. wind, golven,
stroom, die dit alles wegspoelden en al
leen de grootere eilanden lieten, werd
het „meer”, natuurrtMipument van prach
tige schoonheid. Ho^schitteirend, giste
ren, Zondagmorgen
Sluipwjjksche WJje, w
effen water; daarboj
Onze Plassen! Mag iW
gen van het groote Y<
droogmaking gaan lm
Naar aanleiding hiel
niet ongewenscht vooy e
te plaatsen.
Hoewel zelf, op gtéjj
en agro-geographische "WBhrégingen geen
voorstander van deze droogmaking zonder
meer, meen ik toch op te moeten komen te
gen een voorstelling als de door Dr. Zuidam
gegevene. Trouwens in principe ia, in de
laatste vergadering van de Prov. Staten
van Zuid-Holland reeds tot droogmaking
van deze Plassen besloten. De mate van
waardeering die Dr .Z. aan Vettenbroek en
de Broekvelden ten opzichte van het nog
nooit drooggelegde deel toekent, is zeker
niet juist, want èn waterstaatkundig èn
wat de kwaliteit van den .bodem betreft zyn
de ondergeloopen polders er slechter aan
toe dan met het eventueel geheel droogge
legde Piassencomplex het geval zal zjjn.
Terwijl zonder de minste twijfel de be-
malingsmoeilykheden van Vettenbroek c.s.
hierdoor sterk zullen verminderen. Dat deze
polders zonder zeer ingrijpende veranderin
gen boit een ordentelijke droogmakerij zul
len worden, mogen we voorloopig gerust
blijven ontkennen. Wanneer de totale lasten,
dyklasten dus inbegrepen van vruchtbare
Weilanden langs de Lek in de dure tyd
12.50 bedroegen per bunder, en in het
drooggelegde Vettenbroek 50 4- 20 be
taald zal moeten worden, zal men bij eenig
De ontwepenings-oonferentie.
Een nieuw verdrag met Rusland.
Sir Austen Chamberlain deelde gisteren
in het Britsche Lagerhuis mede, dat lord
Cecil gevraagd was als Britsch vertegen-»
woordiger by de voorbereidende commissie
inzake de ontwapening te Genève op te tre
den. Hy zou worden bijgestaan door verte
genwoordigers van de departementen van
buitenlandsche zaken, oorlog, marine en
bijt zan Hij overiuinüiigde mij een,
groote» sleutel en deelde mij mede,
dat hij voor de eerste maal in zijn
leven besthaamd was over zichzelf.
..Kond zij
„Zij komt aan de lunch en blijft
den nauniddag bij mijn vrouw en doen,
ters doorbrenger».1
„Zijn rij in het geheim?”
„Zeker. Zij hebben geen (egenwer-
pingen gemaakt. Nu het er on» le doen
is. u en Rachel wederom bij elkander
te brengen, zien zij niet op tegen de
micMelen, die moeten worden aange
wend.”
„Ik ben haar zeer verplicht. Wat is
dit voor een sleutel
„Vaal de deur in den tuinmuur.
Zorg om dirie uur daar le- zijn. Ga
den tu’?i in en door de serre. Dan
komt gij in de kleine gezelschapska-
n»er. Loop die door en open de deur
voor u, welke roegang geeft tot de
minliekMial. Daar zult gij Rachel al
leen vinden.”
..Hoe kan ik u genoeg danken?”
,.Dait aal ik u zeggen Stel mijniet
verantwoordelijk voor wat er misschien
later gebeuren z»l.”
Met dere wóórden ging hij heen. Ik
had nog eenige vervelende uren te
wafehten. Om den tijd te verdrijven,
keek ik naar mijn brieven. Er was er
een onder van Belteredge. Ik maakte
hem haastig open. Tot mijne teleur
stelling begon hij al dadelijk met mij
te waarschuwen, dat ik geen nieuws
maar sle<
“rpei
ttenl
toen is de dijk
rston”. nmhnoir
I rijven!
zoodanij
zomers 1