re 7, Gouia NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD! VOOR GOUDA EN OMSTREKEN lei 1928 85* Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen gr gfi EERSTE BLAD. FEUILLETON. 1 B I I0UDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, ONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. I» DE MAANSTEEN Groot gezocht 711 h bij teldag I rwi 1 rzleken rgie, neerslachtigheid, anden, hypochondrie, -rails brochure v»® 1 Mei-overdenkingen. f 9ó: 1014! I I-r 4 i BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SC] COURANT BRIEVEN UIT Dit nummer bestaat uit twee bladen. MEDISCHE BRIEVEN. i® "101294 elefoon 512 die niet ge- lange wille. 's hemels 60 het Alles 605 M (Wordt vervolgd). IWOllE CRNHIM lijn alleen ver- HOFSTAD. IV. I ZONIN, - DEN HAAS :ij». 1099 50 Spannend romantisch verhaal van WILKIE COLLINS. 9 i9V sn. hi wjj, Hagenaars, kier eenig voorbe- phikkige voorrecht radhuis-kwestie te an nog wat na-ktb jhische waarde van Jsingel de waar- sr tyden^op en neer groot huis der ge in bezit al was het Bzeur over de voor- Sthangen. »ag nog niet eens nieuwe stadhuis en we plannen, die de rbêslissing op losse i.het Rotterdamsche uen navolgen dat en dus armoedig- ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omscrokan (bohoorande tot den bMor<krin») 1—6 regels 1.30, elke regal maar ƒ0.26. Van buiten Gouda an dan bezoigkring 1—6 regel»-1 55, elke regel moor ƒ0.80. Advartentita in hot Zatardagnummer 2> jjjsiag op dan prtfe. Ue^dadigheida-advartentiin da helft van den prtfe. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regale ƒ2.06, elke iagal moer /LM. Op da voorpagina 60 hooger. Gewone advartcntiVn en ingezonden medodeelingan bfj contract tot Mar geraduceer- den prjji. Groots lottere en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van solieda Boekhan delaren. Advertentiebureaus en onze Agenten en moeten daagt vóór da plaatsing aan het Bureau zjjn ingekomen, tanaind van opname verzekerd te zQn. eene krachtige arbeidersbeweging redding kan brengen aan de voortdurend dieper zin kende wereld. Daarom moet men krachtiger dan ooit ijveren voor den achturendag, de medezeggenschap in de bedrijven, een duur- zamen vrede." Waar is, zoo zouden wjj willen vragen, het bewijs, dat de arbeidersbeweging red ding kan brengen In het op den voorgrond stellen van den achturendag en de medezeg genschap ligt het zeker niet. Toen in 1918 de wapenstilstand een einde aan den oorlog maakte en het voor ieder duidelijk had moeten zijn, dat de door den oorlog teweeggebrachte verarming slechts te bestrijden was door hard te werken en so ber te leven, toen stelde de arbeidersbewe ging het parool: minder werken en beter levep. En toen gebeurde, wat verstandige menschen voorzagen, en de maatschappe lijke machine mede door onverstandige sociale maatregelen, vastliep, omdat de menschheid nu eenmaal niet meer kan ver teren dan zij produceejt, toen wilde men geen ongelijk erkennen. Men weet de oor zaak der ontreddering aan het kapitalisti sche stelsel en aan de leiders der productie. Men vergat daarbij echter twee zaken. In de eerste plaats, dat de fout dier leiders juist voor een groot deel daarin bestond, dat zij toegaven aan eischen der arbeiders, waaraan zij niet hadden mogten toegmren. En iifMe tweede plaats, dtt <jp inggwal^keNte verhoüdingOr^ die ónze wereldkuisfu^dnw krtmeAra, nuAaftnuuMret begaaft van ten onvermijdelijk maken. Zal dit echter anders worden, als de lei» ding van het bedrijfsleven grootendeels wordt gelegd in de handen van een veel hoofdig, uit arbeiders bestaand orgaan Geloove wie het wil. Wij zouden zelfs geneigd zijn te beweren, dat het aan de bekwaamheid en de energie van vele der tegenwoordige bedrijfsleiders te danken is, dat verschillende op onjuist maatschappelijk inzicht steunende sociale maatregelen nog niet grooter ontreddering hebben teweeggebracht dan het geval is. En thans de wereldvrede. De strijd van de arbeidersbeweging tegen den oorlog, is ons om haar motieven sym pathiek. Toch vreezen wij, dat die beweging ons naar den oorlog in plaats van naar den vrede voert, zoolang zij in de hoofden der massa allerlei economische wanbegrippen aankweekt. Het eind van de verwarring, waartoe die wanbegrippen leiden, is ten slotte de oorlog. Men zie naar Italië. De door communisme en socialisme geschapen verwarring heeft daar het fascisme gebaard en voor wie den loop van zaken volgt, moet het duidelijk zjjn, dat het fascisme daar doende is, den porlog te baren. par pond 60 oeat 60 "639 10 lastingbetaler onder die last laat bezwijken. Op deze wijze beïnvloedt de overheid het al of niet bestaan van de kunst op de meeat er gerlijke w\jze. Alleen de groote en kunnen het uithouden maar de jongden moeten het gelag betalen. Het is onbegrip**-/ lijk dat men in dit opzicht iedereen zijn gang niet laat gaan; wat een slechte beïnvloeding gaat dan toch steeds van de overheid uit. Laat ieder toch zijn geld besteden zooals hij dat wil, laat hem desnoods betalen naar ge lang van de winst die hij er mee maakt, maar laat het toch uit zyn met het bestalen van hen die trachten iets tot stand te bren gen. Is iets een kwaad, dat men het bestre de zoo mogelijk bij de bron, is iets goed iaat het dan zich vrij-uit ontwikkelen. Maar het goed te behandelen alsof het een kwaad is en het tegen te werken en onmogelijk te ma ken dat is toch een daad van wanbeleid die afkeuring, verdient. Wil iemand zijn geld op sparen en ’s zomers naar het buitenland trekken om het daar te besteden, men laat hem kalmpjes gaan; wil iemand ’s winters de kunst in zjjn land steunen door veel schouwburg-bezoek, men plukt en plundert zijn goede daad door hem twintig procent belasting op te leggen. Inderdaad, de gemeente-bemoeding kan in bepaald opzicht beperkt worden. Dan was misschien ook d'e .stadhuiskwestie minder ur gent. Dat spaarde al weer millioenen. HAGENAAR. Gelijk de mot schadelijk is aan een kleed, en de worm aan een hout, zoo is de droefheid schadelijk aan ‘s menschen hart. 114) - „Sliept gij slecht?’’ „Ellendig Verscheiden nachten ach tereen deed ik dikwijls geen oog toe. •Was de nacht na den verjaardag eene uitzondering Tracht het u te herinneren. Sliep gij bij die gelegen heid beter ,Ik weet het nog heel goed. Ik had rustigen slaap.’ pfrii I in» lOB ste Frankenstraat 79. 1158 IS Bloedarmoede. Ditmaal wil ik een «ogenblik uwe aan dacht vragen voor een aandoening, welke u allen hetzij uit eigen ervaring hetzij uit uwe omgeving bekend is. Hoewel de bloedarmoe de helaas zulk een populariteit geniet, heeft het mij toch vaak getroffen, dat men zich geen denkbeeld kan vormen van het wezen van dit euvel. Ten deele heeft men vaak een geheel fou tieve voorstelling hiervan. Ik moet hier aan stonds aan toevoegen, dat ongetwijfeld de gebrekkige benaming „bloedarmoede” schuld heeft. Immers,'wanneer men zich geen enkel begrip aangaande deze aandoe ning eigen gemaakt heeft, dan zou men, na- ilenkende over dit probleem, weldra tot de conclusie komen, dat men te doen heeft van een te kort aan bloed of duidelijker uitge drukt en wel ’t liefst in cijfers, dat iemand i. p. v. de normale hoeveelheid bloed, zijnde pijn. 5 Liter er maar drie b.v. in zijn vaat stelsel herbergt. Deze geheele redeneering is evenwel totaal foutief. In de allereerste plaats moet ik u er attent op maken, dat wjf de totale hoeveelheid bloed, welke een mensch in zijn vaatstelsel herbergt niet pre cies Rennen. Het spreekt van zelf, dat dit bij den één iets meer is dan bt/Mtfjti^nder. Onder bepaalde omstandigheden ijRllik, evenwel in de gelegenheid geweest ziem eenig denkbeeld hieromtrent te vormen en Bjj de behandeling der Indische Begroe ting in de Tweede Kamer is zwaar gerede neerd over het communisme en het gevaar, hetwelk dit oplevert voor onze Koloniën. De heer Van Vuuren zeide bij deze gelegen heid: Er worden geen communisten geboren, maar gemaakt. Daarom heeft men z.i. te zorgen voor een rechtvaardig bestuur en een rechtvaardige behandeling van allen. Dit zjjn ongetwijfeld gulden woorden. Toch is het opvolgen van dit advies niet voldoende, om het communisme te bestrij den. Het maken van communisten geschiedt nog op andere wijze, namelijk door verkeer de, eenzijdige voorlichting. Deze bestaat daarin, dat de moeilijkheden des levens in de eerste plaats worden geweten aan het productiestelsel en de waan wordt verbreid, dat met wijziging van dit stelsel, ook de moeilijkheden zullen verdwijnen. Teekenend in dit opzicht is de volgende passage uit het 1 Mea-manifest van het Internationaal j Verband van Vakvereenigingen. „Steeds klaarder”, zoo leizen wjj daarin, „treedt aan den dag, dat het kapitalistisch productie stelsel niet meer bfl machte is, de Voort brenging ten behoeve der geheele samen- lerlng te organ rsBferen." Wordt hier, zoo zouden wij willen vragen, tiet al te zeer het zwaartepunt gelegd in het productiestelsel en al te zeer vergeten, dat er twee andere factoren zjjn, die een woordje meespreken. Een daarvan is de na tuur, welker gaven nu eenmaal beperkt zjjn. En de tweede is de geaardheid der men schen. Het versje van den ouden dichter is nog altijd waar, dat, als alle menschen wijs waren, deze aarde een paradjjs zou zijn, maar dat ze nu meest een hel is. Juist met het oog op deze twee factoren is het niet alleen voldoende te zeggen, dat het kapita listische stelsel in gebreke is, maar moet op redelijke gronden worden aangetoond, dat het socialistische of communistische beter zal zjjn, dat dit wel de voortbrenging ten behoeve der geheele samenleving kan orga- niseeren. En nu zjjn de voorbeelden zoowel als de argumenten, waarmede de voorstan ders van een ander productiestelsel hun standpunt ingang willen doen vinden, niet van dien aard, dat zjj het denkende deel der bevolking met vertrouwen vervullen. En dit vertrouwen vindt allerminst steun in wat wij in het genoemde Mei-manifest verder lezen. „Iedere dag opnieuw”, zoo wordt betoogd, „levert het bewjjs, dat alleen Hij 1 iet eensklaps mijn arm weer s en zag mij als iemand, wiens laat- twijfelingén zijn weggenomen. Dit is een gedenkwaardige dag in uw le*ven en het mijne”, sprak hij op ernstigen toon. ..Van één ding ben ik aeker, mijnheer Blake ik heb het- dokter Candy u dezen morgen wilde zeggen, in mijne aanteekemn- gen, welke ik aan het bed van mijn patiënt heb genomen. Wacht. Dit is W niet alles. Ik ben innig overtuigd, te kunnen bewijzen, dat gij in bewus- Barferae, Madera, jer flêioh en fl.— f0.90, R. en W. 20, Kinawijn f 1.25, SIROPEN i Oranje, 1.— p. Literfleioh. 1.— p. literfleioh, ABONNEMENTSPRIJS: par kwartaal 2J16, per waak 17 cant, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal f 8.16 net Zondagsblad 8.80. Abennamenten worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA hjj onze agenten an loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dagelijks geopend vu 9—6 uur. Administratie Tal. Int. 82; Redactie, Tel. 83. naar hem had uitgezien. ..Ik kom riep hij terug. ,.Ik kom dadelijk.” Hij wendde zich tot mij. ..Ik heb een ernstig geval in dorp”, zeide hij, ,,en had er thans al moeten zijn. Geef mij twee uur en kom den terug bij mijnheer Candy. Dan «al ik ter uwer beschikking we zen.” ..Hoe kan ik zoolang wachtenriep ik ongeduldig uit. ..Kunt gij mij niet een enkel woord tot opheldering ge ven, voor gij gaat?” ..Deze zaak is van te veel gewicht om in der haast behandeld te worden mijnheer Blake. Ik zou slechts uwe spanning doen toenemen, indien ik trachtte, er met een paar woorden ..Dal ik het rooaen er aan had ge geven 'Waart gij er aan gewoon geweest? ,.Ja.” Hebt gij eensklaps woonte gebroken?” ..Ja.’ .Betteredge had1 volkomen gelijk, mijnheer Blake. Wanneer het rooken een gewoonte is geworden, jnoet iemand al een buitengewoon gestel hebben, als hij het er op eens aan wil geven, zonder er na 'eePge gevolgen van te ondtervinden. De oorzaak van uw sla peloos» nachten is duidelijk genoeg, dunkt mij. Mijn volgende vraag heeft betrekking op dokter Candy. Kunt gij u herinneren, op het ver jaringsfeest of later, een woordenwis seling met hem gehad te hebben over iets, wat zijn beroep betreft Deze vraag wekte terstond een vau mijn slapende herinneringen op aan het geen er bij die gelegenheid had plaats gehad. Het dwaze twistgesprek fussehen den dokter en mij. is be schreven in een der hoofdstukken van Betteredge's verhaal. Ik kon er mij nog alleen maar van te binnen breh- gen. dat ik aan tafel min of meer den spot dreef met do geneeskunde en wel op zoodanige wijze, dat zelfs mijnheer Candy er een «ogenblik door uit zijn humeur geraakte denken, tijd om u geloof, dal het bewijs m mijn handen ligt. „Verklaar u. om Wa/i bedoelt gij in de opgewondenheid van het oogenblik waren wij eeaige sonreden buiten het bosohje gegaan, dat ons tot dan toe aan het gezioat van toevallige voorbijgangers had onttrokken. Voor Ezra Jennings mij kon antwoorden, werd hij geroepen door een man op den grooten weg. die klaarblijkelijk al terreinen g-eschikt kunnen zijn voor een stadhuis. In één ópzicht lokt het denkbeeld ons niet aan, n.l. omdat de kans op uitbrei ding van een eventueel te stichten stadhuis zeer gering zal zijn óf zeer duur: Gelijk wjj vroeger hebben betoogd is ons denkbeeld dat, dat een klein monumentaal hoofidgebouw wordt gesticht, waarin het Dageljjksch Be stuur en de Gemeenteraad een tehuis vindt, waar eenige ruimte voor recepties enz. be staat en aansluitend aan dat hoofdgebouw een reeks praktische en eenvoudige reeksen van gebouwen waarin de bureaux zjjn on dergebracht. Het is dan mogelijk nog een teirein te reserveeren voor eventueele uit breiding. Het hoofdgebouw bljjft echter door alle tijden heen voldoende en daaraan behoeft niet meer getornd te worden. Dat gebouw kan heel mooi zjjn, de rest zij alleen praktisch. Natuurlijk zullen de bouw-mees- ters zich er niet mee kunnen vereenigen om dat zjj liever een groot majestueus monu mentaal gebouw stichten maar een prakti sche overweging mag toch ook wel gelden. Het Rotterdamsche stadhuis is misschien al niet groot genoeg meer en als het zóóver nog niet is zal de t|jd wel komen en dan be gint het oude weer op nieuw dat n.l. enkele afdeelingen worden ondergebracht in groote woonhuizen, net zoo lang totdat allerlei moeilijkheden daaruit zijn voortgekomen en men weer tot een reconstructie van het ei genlijk stadhuis overgaat. Als eerste eisch zouden wjj, gezien de ervaring, willen stel len, dat een nieuw te bouwen stadhuis zóó wor<lt ingericht dat het op den groei ge bouwd is. Niemand weet hoe de gemeente- bemoeiïng zich zal uitbreiden al hopen velen dat deze ziefi eer zal inkrimpen, maar <fe uitbouw der gemeente alleen reeds maakt vergrooting onvermjjdeljjk. Bouwt het stad huis dan toch op den groei! Het doet er be- trekkelyk weinig toe waar het stadhuis staat: iedereen woont er onder alle omstan digheden ver af en niemand weet zelfs naar welke richting de gemeente zich het meest zal uitbreiden. Het lijkt voor het oogenblik «lat het dn de richting van Loosduinen is, maar wie zegt dat die richting niet op een goelen dag meer noordelijk of oosteljjk dan zuidelijk zal gaan? Toen wjj onlangs over de resultaten van het afgeloopen seizoen schreven, opperden wjj de veronderstelling dat ongetwijfeld weer variaties op komst waren. Thans heeft één theater-gezelschap al belangrjjke be sluiten moeten nemen die van weinig voor spoed getuigen. Het verwondert ons niets want er is een zeer groot te veel aan thea terkunst in den Haag. We] mogen wjj er eens op wjjzen dat dit gezelschap in den afgeloopen winter vjjftien duizend gulden aan de gemeentekas heeft moeten afstaan voor belasting op de openbare vermakelijk heden. Daar speelt het residentie-orkest nu mooi-weer van, dat 83 mille subsidie krijgt. Men ziet nu weer eens den ellendigen toe stand dat een belasting genomen wordt van de bruto-opbrengst en dat men kalm den be- teloozen loebuuu neoi verKeerd, toeu gij de kamer biimentradi en den dia mant wegnam. Geel mij tijd om te te ondervragen, la uwer onschuld (iOlD ng bemoeiljjkt. De en wjj nooit geluk- labiaal niet te zeg- ,—jitrum van de stad <en het is heusch niet zoo bezwaar!jjk om atadhi^s eèn weipigjbuiten het centrum _3tTék«n<le <tilt-veld, eep bizonder ligt Huwt zoo goed in het centrum als het uitgebroken terrein op het Spui en het heeft dat voor dat het aan geen zjjde belemmering ondervindt. Langzamerhand waren wjj vertrouwd met de gedachte dat dan toch het Rotterdamsche voorbeeld zou worden gevolgd, toen plotse ling weer een gansch rtieuw denkbeeld is verrezen en wel om het stadhuis op zjjn ou de plaats te laten en het uit te breiden; waartoe de gelegenheid werd geboden nu in d'e onmiddelljjke omgeving allerlei gebou wen konden worden verkregen die in aan sluiting konden worden gebracht met het bestaande. Onmiddeiljjk is het dageljjksch bestuur der getneente op dit nieuwe plan in gegaan en heeft het voorgesteld nog eens het gansche vraagstuk van den stadhuis bouw te onderzoeken. We zjjn dus precies even vér als een vjjftien jaar geleden en het laat zich aanzien dat het weer zeer gerui- men tjjd zal duren eer thans een definitieve beslissing valt die ook onmiddelljjk zal wor den uitgevoerd. I>it toch is het grappige in het geval dat de beslissingen die tot nu toe zjjn genomen, niet aanstonds in toepassing zjjn gebracht zoodat de gelegenheid open bleef om weer wat anders te bedenken. De grootste wijsheid is een kloek besluit.. dat echter niet wordt uitgevjoerd. Het is niet mogelijk te beoordeelen in hoe- verre de thans op de Groenmarkt aanwezige bpheldcriiig oVer te geven. 1 ot straks^ te' Frizanghail”. Daarmede verliet hij mij. HOOFDSTUK X. Moe ik die twee eindeloos uren doorkwam, herinner ik mij nau welijks meer. Dit alleen weet ik nog. dat mijn horloge nauwelijks den tijd aanween, die mij was bepaald, toen ik mij reeds in het huis van mijnheer l andy bevond. Ezra Jennings wachtte mij in een kamer, die aain de apo theek grensde. „Duid het mij ten goede, mijnheer zeide hij. ,.dat ik u hier ontvang. Dit is het eenige vertrek waar wij onge stoord kunnen spreken. Hier liggen rrijne papieren en hier zijn een paan boeken, welke wij misschien zuHen moeten raadplegen, eer wij gedaan hebben. Schuif irw stoel dichter bij de lafcl, dan zullen wij te zamen in zien.” Dit zeggend overhandigde hij mij zijne aanteekeningen. Zij besloegen twee groote vellen papier. Eén ervan was slechts gedeeltelijk met schrift bedekt, terwijl op verschillende plaat sen de regels waren afgebroken door open ruimten. Het andere was be schreven met rooden en zwarten inkt en geheel gevuld van boven tot bene den. In den prikkelbaren toestand, waarin ik verkeerde, legde ik hei laatste blad wanhopig neder In één opzicht benijd de Rotterdammers zd houd, n.l. dat zij hef] hebben gehad van del zjjn verlost. Men mefce 1 beien over <le architect het stadhuis aan den iCa «leering zal in den loop gaan het .bezit van él meente is een aangena! alleen reeds omdat het bereiding de keel gaat i Wij zijn het in den 3 over de plaats voor heg telkens rijzen er nieto reeds vele jaren geleda| schroeven stelt. Men ha? voorbeeld in zooverre- jjfill men midden in het oudstfe e ste deel van de stad graóte opruiming wilde houden, en een ruim pldn scheppen waarop het nieuwe raadhuis’ glorieus zou prijken. Nu heeft zoo’n twe^vliegen-in-één-kJlap natuurlijk iets voor, maar hoe meer men een plan bindt aan omstandigheden die eigenlijk niets met het onderwerp te maken hebben, hoe meer men de beslisfl keuze van de plaats heb kig gevonden. Het iflH gen waar precies hqt c« ..Heb medelijden met mij zeide ik. ..Zeg mij. wat ie te verwachten heb. voor ik dit begin te lezen. „Gaarne, mijnhee Blake. Hebt gij er tegen, dat ik u nog één of twéé vragen stel Zooals gij wilt.” Hij zag mij aan met een droevigen glimlach op de lippen en medelijden de belangstelling in zijn zachte brui- ne oogen. s ..Gij hebt mij reeds gezegd”, zoo begon hij. „dat gij bij uw we en noon opium hebt ingenomen. ..Bij mijn weten?” herhaalde ik. „Straks zult gij begrijpen, waarom ik dat voorbehoud m«|ak. Laten wij voort gaaai. Gij weet niet, ooit opium te hebben gebruikt. Verleden jaar om dezen tijd, leed gij aan zenuwachtige overprikkeling en sliep gij slecht. De nacht na het verjaringsfeest was echter een uitzondering uw slaap was rustig. Heb ik het juist tot dus ver?” ..Ja.” Kunt gij eenige oorzaak aan voeren voor uw ongesteldheid „Ik weet er geen. De oule Bette redge maakte er wel een gissing naar doch die is nauwelijks de vermelding waard.” ..Verzoek versdhoonring. Alles is waard te worden vermeld in een ge val als dit. Betteredge schreef uw sla peloosheid toe aan iets. Wat was dat?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1