VERBOU WINGS - UITVERKOOP
FLESSCHEN StiBL-iag Th. J. NOBEL
Broeneweg 75, Gouda
KHEUMATIEK
BAHLMAMN&Co.
GROOTE
OPRUIMING
4a
jftouide£s&&tdL
L 1 i J. E.
De Algeheele Uitverkoop bij
SPOTPRIJZEN
Abonneert U op dit Blad.
w.*l..FS?5.Sf; 8..a Jaïónsïêüj Marquise», Rolluiken, Zonschermeu telefoon see
Singels
Veeren
Spijkers (ruwe)
Stoelnagels
PUBLICITEIT
GOUDA 1490-11
Heden begint onze
GOUBSCIIE FRUITHANDEL
Goudsche Dienstverrichting
FOTOGRAFIE „LUX',
Voor Lips' Brandkasten en Slotenfatriek I
GOtJOSCHE COURANT ZATERDAG 12 JUNI 1926 - TWEEDE BLAD
Korte Hoogstraat S-'
ROTTERDAM.
Niauwa Angelus Orgels
S. H. van Loon
A. BRINKMAN ZOON
GEBRS. DE RAADT
Turfmarkt 1 - Telef. 344 - Gouda
Zeer snelle verhuizingen met auto-verhuiswagens van
en naar alle plaatsen.
Transport van Piano's, Orgels, Brandkasten, enz. enz.
ALTIJD ONDER GARANTIE.
Goedkoope prijzen. Zeer nette behandeling.
Fotograveeren bij dag id avoid. Holier dagelijks geopend.
osjM. IS DE AG^W: P. ROND Pz.. &0ÏÏDA. I
Het A. S. N. G. Rijwiel
Luxe, Race, als Transportrijwielen.
I
FabriekTuinstraat 49
Di WiildavsrtiriigsbBlastii|.
voss
TUINSTRAAT73
GOUDA
Telefoon interc. 532
Verkrijgbaar
LOODGIETERIJ, ZINKWERKERIJ,
MASTIEKBEDEKKING.
Vraagt prijs. Goedkoop niet alleen
in prys, doch ook in kwaliteit. eo<io
Peperetraal 140.
Buitengewone aanbieding
f 225.-. f 225.-.
met 9 registers, koppelingen, 2 kniezwellen.
Prachtige, moderne, eiken kast.
Hoog pl.m. 1.35 M. He>t van ouds als prima
bekende merk „ANGELUS" is waarborg
voor Hoogste Kwaliteit.
VOLLEDIGE GARANTIE.
GEMAKKELIJKE BETALING.
JOH. DE HEER, "S
Oostzeedijk 224/32, Rotterdam.
Filialen:
AMSTERDAM: K. Nieuwendyk 8.
DEN HAAG: P. Krugerlaan 2—8.
GRONINGEN: N. Ebfcibgerstraat 121.
Mieumatie,
Ischias, Zenuwpijnen, Maagziekten, Hard
hoerigheid te genezen door Magnetisme.
LOUIS VAN BROEK, Teilingerstraat 67b,
Rotterdam. 1126 8
DROGISTERIJ MARKT 6
Essences waar
Limanada
Ieder, die rocJmmo wil nudtan
door middel ram adrertantUa,
of om andaro zadonaa adrar-
tootiën hoeft; to plaatoea in Mn
of moer dagbladen of rijd
schriften, kan dit, *ondor dat
bat ank maar iota maar koot
dam bü die bladan reohtotaoeka,
hot gemakfctoüfcrt doen dtor
middol ran ono Adtertototo-
bureau, Markt «L Gouda, dat
maar ton opgaaf noodig hooft,
ook ai ia «en advwtantto bo-
Inlichtingem wonden gaarne
gratia voretrakt li
GOUDA
light. apH in den rug, «rijve en atramme
ledematen, rugpijn, verstuikingen, spier-
p^B, haauaiinwi. zenuwpijn, lendenpijn,
jffervwitoüdngen en verdor alle rheuma-
ttoeha aaadotningen en pijnen dia ontataan
■ijp tengevolge van gevatte koude geneeet
men met bet heerlijke wifjfmiddel Wertel-
heefa Olie van Jacdba Maria Wortelboer.
Veakifjgbaar tl.— per flacon b« de
leBbaapaaa vaa Wortolboer'a Artikels*.
duurt nog steeds voort.
NU ALLES TEGEN SPOTPRIJZEN.
Firma Wad. A. Rlatvald.
LANGE TIENDEWEG 27
TELEF 313
heeft in voorraad
BLAUWE DRUIVEN v
PERZIKEN
VERSCHE AARDBEIEN
AALBESSEN
MEIKERSEN
TAFELPEREN
TAFELAPPELEN
Busgroenten (merk sleutels) tegen scherp concurrerende prijzen.
SINAASAPPELEN
CITROENEN
BANANEN
TOMATEN
ANNANAS IN BLIK
DIVERSE SOORTEN NOTEN
Beleefd aanbevelend. L. N. POLDERVAART.
Speciaal In het afwerken voor Amateurs.
KLEIWEG 80
GOUDA
18 UITSLUITEND EIGEN GEBOUWD WEEK.
WIJ BOUWEN ZOOWEL - -
A. N1EUWENHU1ZEN.
VERLORRNEOST (..bü Pl.f.lf.bri.k). MJ 30
Sinds. 1828 staat 't
AAN DE SPITS DER NEDERLANDSCHE
DAGBLADEN DOOR RIJKDOM VAN
INHOUD. BETROUWBAARHEID EN
ONAFHANKELIJKHEID.
Wie zich thans abonneert, leest dtt groote Algenteene
Dagblad tol 1 JULI GRATIS.
ADMINISTRATIE - N.Z. VOORBURQWAL - A'DAM.
OMDATj
kuikens in enkele meumdeo'söL
de» koMa
groeiperiode hes voedsel
groot gedeelte tobt
de gezondheid
eierproductie, is
P. S1UIS' OPFOK VOER
het resultaat «au 30 jaar
wetenschap en smnng
wordt dsn ook door da
ooraanstaand* Pluimvee
deskundigen en Hoender
parkhoudera
FABRIKANT VAN
1S7S
Da herlevende Botkoeptehe
Kweekerlj.
Van de hand van Dr. R. Broersema ver
scheen in ,iVragen van den Dag" een arti
kel over dé herleving van de Boskoopsche
boom kweeke rij.
Aan deze zeer interessante beschouwing
ontleenen wij het volgende:
In sterke mate ia een ulgemeen Neder-
tendach belang betrokken by den bloei van
onze iboomkweekeryen, in het bijzonder van
die te Boskoop. Immers heeft het bedryf
daar al vroeg zyn afzet gezocht ver buiten
de landpalenen dien veroverd. De be
trekkingen, welke de Boskoopsche en even-
2oo gndere centra van kweekery met het
'buitenland onderhouden, bevorderen de
gemeene handelsbetrekkingen. Stilstand '8
afbraak, zooals de oorlogsjaren met hun na
sleep van slapte hebben getoond. Wie enke
le jaren geleden te Boskoop kwam zien en
vooral hooren, wist hoezeer de opgewekt
heid was geweken, maar tevens dat men
er zich in stilte gereed maakte om op het
gunstig tijdstip het bedryf 'wederom op
volle kracht te brengen; de vruchten zijn
er in het vorige jaar al van geoogst: de
herleving is begonnen.
De ontwikkeling van den Boskoopschen
tuinbouw is van dien aard geweest dat hy
een omvangrijke markt, een wereldmarkt,
niet meer kan missen. Haar te bemachtigen
en te behouden, drijft tot duurzame inspan
ning ten einde de gewassen op hooge quali-
teit te houden. Daarmee kan men evenwel
niet volstaan. Ook geregelde verkenning
van de markt is een eisch; men moet er op
uit om haar wenschen en smaak te verne
men en men moet toonen wat men ver
mag. Boskoop moet dus de internationaliteit
aoeken; het schuwt alle kunstmatige beper
king.
Opmerkelijk is in het Boskoopsche bedrijf
een besef van saamhoorigheid, dat leidt
tot gezamenlijke behar^ging van de be
drijfsbelangen. Vermoedelijk is dat besef
wel een uitvloeisel van de groote nabuur
schap, waarin de tuinbouwers en kweekers
van ouds hebben geleefd en gewerkt; voort
gang en leiding van de grooteren kwamen
aldus ook tot hun refcht. Er is een zekere
eenheid in het Boskoopsche bedrijf; de ont
wikkeling, de geleidelijke vervorming deelt
zich aan alle kweekers, groot en klein mede.
Leiding hebben de grooteren vooral in den
handel; de kleineren verkoopen hun gewas
sen veelal door aflevering aan de grooteren.
iDe nabuurschap, waaruit de saamhoorig
heid is opgewassen, is by zonder nauw. Nu
nog heeft het geheel van het bedrijf plaats
op slechts 1000 hectaren en daarop bestaan
niet minder dan 700 kweékerijen. Er zijn
kleine kweekers, wier grond maar 1/3 hec
tare meet; zij zijn te beschouwen als knechts
Hoezeer elke vierkante meter grond telt,
kijkt wel hieruit, dat wie Vt hectare bezit,
Jfatamttgheta- fem briffe
l hectaren kan men kweeker-handelaar
zijn; groothandelaar is men met 5 hectaren.
Men versta de saamhoorigheid niet ver
keerd; zy beteekent geen afhankelijkheid
van velen, doch de leiding van hen, die er
toe in staat zijn, wordt aanvaard. Bewijzen
van het vooraangaan van de grooteren le
vert de geschiedenis van Boskoop's bedrijf
genoeg; van zëer jongen datum is een uit
gave, waarvan de bedoeling is Boskoop op
nieuw onder de aandaceht te brengen van al
len, jlie belangstelling hebben voor mooi ge
was hier te lande en er buiten. Een aanprij
zing kan .men zoo'n uitgave niet noemen;
zy js veeleer een sohitterend gedenkboek,
dat verspreiding zal vinden ook in het bui
tenland en dat nagenoeg niet in den handel
wordt gebracht. Deze uitgave wordt bekos
tigd door enkele kweekers, van wie er één de
uitvoering op zich nam in samenwerking
met den directeur van de rykstuinbouw-
«chool tc Boskoop. De verspreiding van een
dergelijk werk in Europa en Amerika moet
heel de Boskoopsche nijverheid ten goede
komen, uiting als het geeft aan een gepaste
zelfbewustheid omtrent Boskoops kunnen.
Boskoop heeft zich gericht op een we
reldmarkt, heeft zich zoeken te ontwikkelen
tot ibevrediging van haar behoeften aan sier
lijk gewas en nu kan de nijverheid er ook
Biet slagen zonder een vrijen toegang tot
die markt. Hoe verder men komt in de his
torische ontwikkeling van de Boskoopsche
iy verheid, des te duidelijker wordt men de
behoefte gewaar aan de „open dear."
Zich Tichten op een ruime markt gintf
band aan hand met specialisering in het be-
drijf, een trek dien Boskoop van oude ver
toont. In de 16e eeuw was er tuinbouw rond
Haarlem, Leiden en Gouda. Langzamerhand
trok de tuinbouw, toen nog met landbouw
bedrijf vereenigd, van Gouda weg in de
richting Boskoop. In de 17e eeuw voltrok
zich eem volkomen scheiding tusschen land
bouw en tuinbouw: op de kweekerij van
vruchten (aardbeien) legde de fifftoopschc
kweeker zich toe. In de 18e eetorkwarti de
boomkweekerij op den voorgrond. Het werd
de tyd dat men er zich ging toeleggen op de
teelt van uitheemsch gewas. Holland stond
daarin niet alleen, want ook Engelschen en
Franschen haalden sier- en andere gewassen
uit den vreemde. Wellicht slaagde onze zee-
en kooplui beter en in oosterache landen als
Japan konden zij stellig beter terecht dan
anderen. Zin voor botanie en liefhebberij in
sierplanten konden daaruit een loonende
handel doen opbloeien, maar on^ landje was
er klein en, al stond er al menig landhuis in
de mooie dreven, toch konden de gegoeden
van dien tijd nog niet bedrijven voor uit-
heemsche gewassen in het leven houden.
Samenwerking tusschen wetenschap en
tuinbouw vertoonde zich toen en de botani
sche tuinen hebben de uitheemsche gewas
sen wel bewaard in een tijd dat de particu- ^zen, toch
lieren nog geen hooge prijzen er voor wildeni ^jjn> jan
besteden De vraag naar boomem en planten
was ook in de 18e eeuw al onderhevig aan
,,mode" en wisseling van mode bracht nieuw
gewas naar voren. Door te zaaien, te stek
ken en te enten vermeerderde de kweeker
het aantal soorten, waarover hij in ruimen
omvang kon beschikken.
Eerst na 1840 werd het merkbaar dat
Boskoop zijn longen uitzette. Wel was ver
koop van voortbrengselen m het buitenland
aan den HolJandschen tuinbouw niet vreemd
en had Engeland wel groente en fruit be
trokken, maar de beoefening van buiten-
landschen handel werd eerst vaardig na
1840. De nieuwe ijver leidde tot uitzending
van reizigers naar Duitschland om er be
stellingen op te doen. Vervolgens werden
Oostenrijk, Franryk, Engeland, Amerika en
Rusland geregeld bereisd om den handel uit
te breiden en verder in stand te houden.
Dat legde nog meer de verplichting op om
op de hoogte te blijven. Men ziet dan den
Boskoopschen kweeker een belangstelling
voor vakonderwijs aan den dag leggen als
nooit te voren.
De buitenlandsche handel maakte bepaal
delijk tot dat doel vereenigd optreden noo-
dig en zoo zag men in 1862 een vereeniging
geboren worden van kweekers te Boskoop»
die tot versterking van het bedryf bijzonder
zoek van soorten, zette tentoonstellingen op
touw en behandelde gezamenlijke inzending
op tentoonstellingen elders. In dden tyd ving
men er het kwieeken onder glas aan, dat op
andere plaatsen wel bestond en d"us geens
zins onbekend was, doch sedert voor Bos
koop een bijzondere beteekends kreeg. Het
gebruik van glasbeschutting kreeg een hee-
le ontwikkeling.
Het gezamenlijk optreden naar buiten, de
mededinging buiten de grenzen beproefd»
prikkelde om te komen aan de spits. Ieder
legde zich toe op wat hy meende het best
to kunnen leveren. Boskoop specialiseerde
zich op de levering van coniferen, rozen
trekheesters. De kweekers verstonden
zich wel allen op, maar toch legden vel«n
zich weer toe op bepaalde onderdeelen vpn
het groote bedryf; kweek van ondersten-
men, enten, afkweeken van jonge playteri
enz. Bonden ontstonden van hen die dezelf
de onderdeed en van het geheele bedrijf be
oefenen, en voor den handel werden bonden
gevormd van hen, die dezelfde uitvoerbe-
langen hebben. Zoo werd de inrichting van
het geheel geleidelijk verstevigd.
Wie dat ziet, begrijpt aanstond» hoezeer
elke storing in den algemeenen handel het
werk van Boskoop eigenlijk verlamt. Een
oorlog brengt storing in alles, maar ook
srde J
i ei
',T
vredestijd kan zijn belemmering hebben
voor een bedrijf» dat zijn bloei en geur
dankt aan een on beperkten handel, Helaas
is er na den «onlog heel wat atremming
overgebleven, die nog verre van opgeruimd
werd. Men denke eens aan Amerika, dat zijn
grenzen goeddeels sioot voor onze boom
kweekerij en Duitschland treft onzen uit
voer met ongeveer 50 procent Juist Ameri
ka en Duitschland waren voor Boskoop als
afnemers van aanzienlijk belang. De geest
van bescherming in andere landen werkt na-
deellg voor heel onzy handel, maar 's be
paald fnuikend voogden nijverheid als die
van Boskoop. En oMuer in de drijfveeren tot
bescherming otjffM fiscaliteit aan de gren
zen naijver semiilt op den bloei van onze
bedrijven ,is het kwaad er te erger om. De
bewoording, waarvan de diplomatie zich in
overeenkomsten bedient, kan van dien aard
zijn, dat er vee! ruimte voor bemoeilijking
overblijft. Met billijkheid strookt dat aller
minst. Het streven zal moeten zyn dat ook
de economische vrede wordt verkregen en
bevestigd door de samenwerking van alle vol
ken .waardoor de vrije mededinging zü ge
waarborgd. Wy zijn daarvan nog ver ver
wijderd.
Boskoop heeft zich in de jongste jaren
opnieuw ontplooid, al schort er nog wel wat
aan het volle en vrije uitslaan van de vleu
gels. In het seizoen 19244925 heeft Bos
koop zyn boomen en planten kunnen uit
voeren naar 21 staten in Europa. Als, on
danks de belemmeringen aan vreemde gren-.
de uitvoer z«oo groot en wyd kon
ligt daarin wel een krachtig .bewijs
de erkenning van de superioriteit van
kweekery en het bevat een hulde
voor de geestkracht van de leiders.
Boskoop komt in de komende dagen weer
in het midden der algemeene belangstelling
te staan.
Van 15 tot en met 18 Juni a.s. wordt daar
in het Tentoon steil i ngggebouw aan de Bo
zen laan een tentoonstelling gehouden van
afgesneden Pioenen, die zeker de aandacht
verdient en die ook wed hebben zal.
Het organiseeren van bloemententoonstel
lingen is aan de Boskoopsche kweekers ten
volle toevertrouwd. Ook ditmaal zullen ze
ker Flora's kinderen in hun schoonste tooi
worden getoond.
Nu eeneraijds in de Weeldeverteringsbe
lasting de heffing by de bron geschiedt, an
derzijds de tabel, bevattende de artikelen,
welke door de belasting zullen worden ge
troffen, aanzienlijk is beperkt, heeft de
handeldrijvende- en industrieel e midden
stand, aan wiens praktische bezwaren daar
door in vrij belangrijke mate is tegemoet-
vooritomeHjk .bezig te hou-
g, orfiét Jn het algemeen
wenschelyk is een belasting op weelde-uit-
gaven onder de gegeven omstandigheden
in te voeren. Ook zelfs na de verbeteringen,
die thans zyn aangebracht, meent het Alg.
Weekblad „de Middenstandsbond" op deze
vraag een ontkennend antwoord te móeten
geven.
Moge de gedachte aantrekkelijk zyn uit
gaven voor niet strikt noodzakelijke arti-
len, uitgaven, die dus bestemd zyn aan de
weeldezucht van sommigen te voldoen, te
Abelasten, daartegenover staat, dat door die
belasting den verkoop en daardoor den aan
maak van die artikelen zoodanig kan wor
den gedrukt, dat meer werkloosheid dreigt.
Onze Nederiandsche industrie gaat op het
oogenblik nog steeds gebukt onder tal van
moeilijkheden, van welke voor een niet ge
ring gedeelte de Nederiandsche Staat zelf
de oorzaak is. Wy denken vooral aan de
arbeidsbelemmering, die voortvloeit uit de
toepassing van de Arbeidswet, en allerlei
andere strenge bepalingen, voortvloeiende
uit de sociale wetgeving. Is het dan nu tyd,
om onze vaderlandsche industrie nog meer
moeilijkheden in den weg te leggen? Om de
beteekenis van deze vraag te ontzenuwen
voeren voorstanders eener weeldebelasting
zoo gaarne de argumentatie aan, dat de bij
drage van degenen, die, door den aankoop
van bepaalde artikelen, door de Weeldebe
lasting getroffen worden voor dezen'feitelijk
zóó miniem is, dat zij geen gewicht in de
schaal zal leggen, wanneer het voor hen er
om gaat gewenechte artikelen al of niet te
koopen. Deze argumentatie klinkt heel aan
nemelijk, maar zij kan toch onmogelijk op
gaan. De minister van financiën heeft de
opbrengst van de Verteringsbelasting ge
schat op rond 20 millioen. Nu lean men
ervan op aan, <jpt de minister en zyn de
partement niet de risico van een te hooge
raming hebben willen loopen. Bovendien, de
raming van de opbrengst is zóó buitenge
woon moeilijk te maken, dat de angst, om
te hoog te ramen, zoowel den minister als
zyn departement wel tot een zéér voorzich
tige raming moet hebben geleid. Wij kun
nen er dus op aan, dat het cyfer van 20
millioen gerust met een belangrijk bedrag
kan worden verhoogd, al is het onmogelijk
te zeggen met welk bedrag.
Maar laat ons nu even dit bedrag van
20 millioen vasthouden. Dat moet dan
toch ergens vandaan komen! En die 20
millioen kunnen toch door het belasting
betalende deel onzer natie maar eenmaal
worden uitgegeven! En als zij zijn uitge
geven als bijdrage aan den Staat in den
vorm dezer verteringsbelastingen, dan be
teekent dat toch, dat de belastingbetalers
uitgaven, die zij ahders zouden hebben
willen doen, niet hebben kunnen
doen. Van tweeën een: die 20 millioen
worden gespaard, zoodat de kapitaal
vorming met 20 millioen ver
mindert, of wel een totaal aan uitgaven
tot eenzelfde bedrag wordt niet aan andere
zaten besteed, zoo da t andere groe
pen van handeldrij venden 20
millioen minder omzet hebben.
Er zal dus aan den eenen kant schade wor
den gedaan aan de kapitaalvorming, aan
den anderen kant aan den handeldryvenden
Het komt ons voor, dat beide gevolgen
van de heffing der Verteringsbelasting on
der de tegenwoordige omstandigheden in
hooge mate ongewenscht zyn. Onze Ne
deriandsche industrie moet
den eersten tyd met rust gela-
terf worden. In plaats dat de Staat
onze Industrie die rust gunt, die zy hoog
noodig heeft, in plaats dat hy haar ook
vhn zooveel mogelyk knellende banden ver
lost, gaat hy nieuwe knellende banden aan
leggen. Weliswaar zal een deel van de op
brengst dezer nieuwe verteringsbelastingen
worden aangewend om den belastingdruk
van «fc minder draagkrachtig deel der Ne
deriandsche bevolking te verminderen, maar
zal die vermindering het offer van een
nieuwen drulc op de Nederiandsche industrie
waard zijn Het ia volstrekt niet, omdat wij
dit deel der bevolking een vermindering
van belastingdruk misgunnen, dat wij deze
vraag stellen, maar men moet judat de
nieuiwe verteringsbelastingen veel ruimer
bezien, men moet ze juist bezien in het
licht van den toestand, waarin onze geheele
industrie verkeert. Ook dit minder draagt
krachtige Tl eel onze bevolking heeft er het
grootste belang bü, dat het once industrie
in den lande welgaat. Nu kan men wel zeg
gen: nu ja, die kleine vermeerdering van
lasten, die zal het hem nu toch waariyk
niet doen. Maar dan beziet men alles al
weer in een veel te eng geeirhtsveld. Want
deze nieuwe lasten voor de industrie komen
weer bü zooveel andere, die er in de laatate
jaren geschapen zün. En eenmaal zal de
maat vol zijn, eenmaal zullen al die nieuwe
lasten hun uitwerking hebben. En dan zal
die uitwerking het allereerst het
minst draagkrachtige deel
van het belastingbetalende
volk treffen. Want dan zal nieuiwe
werkloosheid, of vermindering van inkomen
bü velen het gevolg zün.
Misschien zal men, om deze redeneering
te ontzenuwen, willen aanvoeren, dat de
20 millioen, die de verteringsbelastingen
zullen opbrengen, niet zullen worden ge
vonden in besparing op andere uitgaven,
waardoor,, andere handeldryvenden zouden
worden 'getroffen, maar in een verminde
ring vah de kapitaalvorming. Ook dan ech
ter is oe heffing der nieuwe verteringsbe
lasting redeloos, omdat haar opbrengst ook
"een ander doel heeft: de vermindering van
de Successiebelasting, teneinde de ka-
pit aalvorming te bevorde
ren; En het effect van de heffing der
nieuwe belastingen zou dus wezen, dat aan
den eenen kant de kapitaalvorming werd
verminderd, aan den anderen kant de ka
pitaalvorming werd bevorderd, zoodot een
verlegging van belastingdruk van het eeme
deel naar het andere deel van de bevolking
slechte het gevolg ervan zou zijn, Hoe men
dus ook de nieuwe heffingen wil baaien, 4n
beginsel achten wü haar ongewenscht. dij
zullen, voor zoover sy met slechts bette
kenen een verplaatsing van belastingdruk,
die wel beschouwd weinig of geen zin heeft,
schade voor onze Nederiandsche industrie
opleveren, weshalve wü se geheel en al tot
den booze moeten beschouwen.
Brazilië's uittreden uit den Volkenbond.
De mededeeling van den Braziliaanschen
afgevaardigde IfcHo Franco in de zitting
van den Raad van Volkenbond is gevolgd
door een telegram van den Braziliaanschen
president dat Brazilië niet slechts ontslag
neemt als Raadslid doch bovendien dreigt
met zich terug te trekken uit den Volken
bond, indien er geen permanente zetel aan
een Zuid-Amerikaanschen staat wordt toe
gekend. Het telegram van den Braziliaan
schen president is veel scherper dan de rede
van Mello Franco gisteren en veroordeelt
den Volkenbond, omdat deze meer en meer
slechts een Europeesche, althans een niet-
Amerikaansche Volkenbond wordt.
De Braziliaansche president verklaart, dat
het veto van Maart tegen Duitechlands
vasten Raadszetel, slechts een waarschu
wing aan den Volkenbond was om de oogen
te openen voor gevaar bÜ miskenning van
Zuid-Amerika. Brazilië is steeds voorne
mens geweest zyn veto niet te handhaven,
indien de waarschuwing niet hielp. Brazilië
trekt zich thans terug uit den Volkehbonds-
raad en zal tegelykertyd ook de mededee-
ling doen van een zich geheel terugtrekken
uit den Volkenbond.
iMen betreurt in Genève, dat de Europee-
sche Raadsleden gisteren niet terstond Bra
zilië'» theorie van de Zuid-Amerikaansche
miskenning weersproken hebben door te ver
wijzen naar de eenstemmige aanbeveling
door de reorganisatiecommissie uit den
Raad, dat Zuid-Amerika voortaan minstens
drie niet-penmanente zetels moet hebben.
Dit stelsel verzekert 't Amerikaansche kon
tinent een vaste en ruime vertegenwoordi
ging. De oneenigheid onder de Zuid-Ameri
kaansche staten zelf, die weigeren een hun
ner een bevoorrechte plaats toe te kefmen
is hoofdoorzaak, dat geen bepaalde Zuld-
Ainerikaansche staat vast Raadslid w<todt
en men zich vergenoegen moet met een sun-
beveling van steeds minstens drie ntot-vasite
zetels voor Zuid-Amerika. BnoSHVs be
schuldiging tegen Europa is dus onrecht
vaardig.
'Men weet dat de raad van den Volken
bond heeft geweigerd de ontslagaanvrage
van Brazilië als lid, welke nog niet zün uit
treden uit den Bond zelve behoeft te betee-
te
wezen. De toonaangevende afgevaardigden
in den raad hebben eveneens hun leedwezen
betuigd over het door Mello Franco geno
men besluit en deze heeft ten slotte mede
gedeeld dat hy de meening en den wensch
van den Raat! dat de Assemblee zich over
de ontslagaanvrage zal hebben uit te spre
ken welke meening betwistbaar «hünt
aan zyn regeering zou overbrengen.
Over het uittreden van Brazilië uit den
bond zeide Mello Franco niets De openbare
raadszitting is thans geëindigd en veitnoe-
delyk is opnieuw het woord aan de diploma
tie. Wat zal thans gebeuren De in Vólken-
bondsaangelegenheden vaak goed ingelichte
Geneefsche berichtgever van de Köln. Ztg.,
deelde d.d. Dinsdag j.l., toen een soortgelü-
ke verklaring van Mello Franco reeds voor
zien werd, mede, over Brazilië's houding
van wélingelichte zijde het volgende te heb
ben vernomen„Braailië is j
t volgepde te
s inderdaad
ZOO'N EGOIST.
Mevrouw: Wat een afschuwelyke Zon
dag! Zeg eens Eugène, wat zullen we doen
met dit regenachtige weer?
Mynheer: Wel, ik rook een pyp-
Mevrouw: Nu, dat duurt een half uur. En
dan?
Mijnheer: Nu, dan steek ik nog eens op.
Mevrouw: Je meent stellig dat het voor
mij en de kleine een heel pleizier is om jou
te zien rooken. Zoif 't niet beter zyn, dat
we eens naar de Durands gingen
Mynheer: Daar zeg je zoo wat. Maar zy
zullen meenen, dat ze ons te eten moeten
vragen.
Mevrcuw: Nu, yvat zou dat? Als zy ons
uitnoodigen, doen ze het van harte.
Mynheer: O, dat geloof ik graag. Maar
't zou een heele drukte zyn voor mevrouw
Durand.
Mevrouw: Och kom, een paar schotels
meer dat is alles.
Mijnheer- Ja wel, maar daar moet ook iets
op zijn.
Mevrouw: Och kom, waar voor drie is.
daar is ook voor zes. En denk eens aan
wat eten wy, de kleine meid en ik!
Mynlrceh Dus jy meent, dat het hun plei-
iter aal doen?
Mevrouw: Hoe zou het hun geen pleizier
doen, als hurt beste vrienden by hen ko
men?
Mynheer: 'Nu kleed de kleine dan. (Er
"ordt gescheld).
Mynheer: Wat drommel, wie kan d^ar
zyn?
Mevrouw: Stil Eugène, 't zün de Durands.
Münheer: Dat treft! Doe toch open; dat
is een heele verrassing. Toe dan, doe open!
Mevrouw: Hoe kun je er aan denken! Ik
zou ze moeten vragen, of ze willen blyven
eten.
Mijnheer: Welnu, wij hebben een heerlijke
schapenbout, sny'boonen, kaas...
Mevrouw: Jy hebt goed praten. En de
drukte, die ik er van heb?
Münheer: Wel ja, drie schotels meer, dat
is alles.
(Er wordt opnieuw gescheld.)
Mynheer: Doe toch open!
Mevrouw: Mijn hemel, wat ben je toch
een egoïst! Men kan wel merken, dat jy de
schotels niet behoeft te wasschen.
(De Durands geven het op en verwüderen
zich in den regen.)
HET LEVEN VAN EEN OUDEN
VRIJER.
16 jaar. iZün hart begint te kloppen, als
hy in de verte jonge tneisjes ziet.
17 jaar. Hy beeft, hy krygt een kleur,
als hü met haar spreekt, zelfs over de chif
noozelste zaken.
18 jaar. Hü begint meer moed te krij
gen en weet zich in hare tegenwoordigheid
reeds een houding te geven.
19 jaar. Hü maakt zich ernstig boos,
als hy meent te bespeuren, dat zü hem nog
als een kiiul behandelen.
20 jaar. Hy krügt een sterk gevoel van
eigenwaarde en een 'hoogen dunk van zyn
uiterlüke eigenschappen.
21 jaar. Een spiegel wordt voor hem
meer en meer een onmisbaar meubel, want
hy heeft er behoefte aan zichzelf te bewon
deren.
22 jaar. Hy is een onverdraglyke fat.
23 jaar. Geen enkele vrourt lijkt hem
goed genoeg toe.
24 jaar. In een oogenblik van zwakheid
laat hy zich in de netten der liefde vangen.
25 jaar. Door zyn verwaandheid worden
telkens de banden weer verbroken, die hü
behandelt het „voorwerp"
I met onbeschaamde hoovaar-
het jonge meisje trotsch op
digheid,
feit, dat
die hi^jgrstooten
een blauwtje, een
30 jaar. Alle gesprekken over hetlhu-
wely'k brengen hem uit zyn humeur/
31 jaar. Hy begint het sluiten van
huwelyk uit een ander oogpunt te
32 jaar. Schoonheid lykt hem niet:
in de eerste plaats noocteaklyk bij de vrouw,
die hy huwen zal.
33 jaar. Hy gelooft echter nog altüd,
dat hy' een zeer begeeringswaardig per
soontje is.
Huwlyksgedachten komen we-
geest op.
Hü denkt veel aan een jonge
34 jaar. Hü twyfelt er niet aan, of het
zal hem gemakkelyk vallen een jong, be
koorlijk kuikentje te vangen.
35 jaar. Hy wordt doodelük verliefd op
een schoon meisje van zeventien jaar.
36 jaar. Hy wordt afgewezen en dit
nieuwe blauwtje brengt hem tot wanhoop.
38 jaar. Fatsoenlijke vrouwen boezemen
hem slechts afkeer in.
39 jaar. Zün wyze van leven bezorgt
hem vele
40 jaar.
der in zyn
41 jaar.
weduwe.
42 jaar. Hy neemt het besluit werk van
haar te gaan maken, welk besluit zyn oor
sprong vindt in liefde en egoïsme.
43 jaar. "Zün besluit begint hü uit te
werken.
44 jaar. De jonge weduwe vermaakt zich
op zyn kosten en wüst hem ten slotte af.
45 jaar Hy voelt van dag tot dag zyn
afkeer van de vrouwen groeien.
46 jaar. Zoo nu en dan begint hy' aan
vallen van jicht en rheumatiek te krijgen.
47 jaar. Hy begint er zich ongerust over
tie maken, wat er van hem komen moet, als
hy' eenmaal oud en hulpbehoevend zün zal.
48 jaar. Hy denkt er over, dat er toch
niet treuriger is dan alleen op de wereld te
zün.
49 jaar. Hü neemt het besluit een fat
soenlijke jonge vrouw in huis te nemen
om zyn huishouden te besturen en hem ge-
50 jaar. iDe jicht en rheumatiek worden
eiken dag erger.
51 jaar. Hü is i
52 jaar. Hü begint werkelijk een gevoel
van genegenheid voor haar te krijgen.
53 jaar. Zyn hoogmoed komt tegen de
gedachte van een huwelyk met zyn. huia-
54 jaar. Hy kan niet tot een besluit fco-
55 jaar. Hü te geheel ouder den invloed
der vrouw en gevoelt zich gelukkig.
56 jaar. De gedachte, dat zü hein verla
ten zal, bezorgt hem veel onrust en ver
driet.
57 jaar. De vrouw verklaart hem, dat
zü haar goeden naam niet verfiexpn wil, bü
blyven
58 jaar. Zün Jicht en r
hem vreesely'k en hy te i
afschuwelijk humeur.
59 jaar. Hy gevoelt zich
uitgeput. Hü roept zü'n
zün bed en deelt haar mede, dat hü plan
heeft haar te huwen.
60 jaar. Zün kwalen verergeren
verlaat deze wereld, zy'n
nalatende, wat hü bezit.
en hy