VERBOU WINGS - UITVERKOOP FLESSCHEN StiBL-iag Th. J. NOBEL Broeneweg 75, Gouda KHEUMATIEK BAHLMAMN&Co. GROOTE OPRUIMING 4a jftouide£s&&tdL L 1 i J. E. De Algeheele Uitverkoop bij SPOTPRIJZEN Abonneert U op dit Blad. w.*l..FS?5.Sf; 8..a Jaïónsïêüj Marquise», Rolluiken, Zonschermeu telefoon see Singels Veeren Spijkers (ruwe) Stoelnagels PUBLICITEIT GOUDA 1490-11 Heden begint onze GOUBSCIIE FRUITHANDEL Goudsche Dienstverrichting FOTOGRAFIE „LUX', Voor Lips' Brandkasten en Slotenfatriek I GOtJOSCHE COURANT ZATERDAG 12 JUNI 1926 - TWEEDE BLAD Korte Hoogstraat S-' ROTTERDAM. Niauwa Angelus Orgels S. H. van Loon A. BRINKMAN ZOON GEBRS. DE RAADT Turfmarkt 1 - Telef. 344 - Gouda Zeer snelle verhuizingen met auto-verhuiswagens van en naar alle plaatsen. Transport van Piano's, Orgels, Brandkasten, enz. enz. ALTIJD ONDER GARANTIE. Goedkoope prijzen. Zeer nette behandeling. Fotograveeren bij dag id avoid. Holier dagelijks geopend. osjM. IS DE AG^W: P. ROND Pz.. &0ÏÏDA. I Het A. S. N. G. Rijwiel Luxe, Race, als Transportrijwielen. I FabriekTuinstraat 49 Di WiildavsrtiriigsbBlastii|. voss TUINSTRAAT73 GOUDA Telefoon interc. 532 Verkrijgbaar LOODGIETERIJ, ZINKWERKERIJ, MASTIEKBEDEKKING. Vraagt prijs. Goedkoop niet alleen in prys, doch ook in kwaliteit. eo<io Peperetraal 140. Buitengewone aanbieding f 225.-. f 225.-. met 9 registers, koppelingen, 2 kniezwellen. Prachtige, moderne, eiken kast. Hoog pl.m. 1.35 M. He>t van ouds als prima bekende merk „ANGELUS" is waarborg voor Hoogste Kwaliteit. VOLLEDIGE GARANTIE. GEMAKKELIJKE BETALING. JOH. DE HEER, "S Oostzeedijk 224/32, Rotterdam. Filialen: AMSTERDAM: K. Nieuwendyk 8. DEN HAAG: P. Krugerlaan 2—8. GRONINGEN: N. Ebfcibgerstraat 121. Mieumatie, Ischias, Zenuwpijnen, Maagziekten, Hard hoerigheid te genezen door Magnetisme. LOUIS VAN BROEK, Teilingerstraat 67b, Rotterdam. 1126 8 DROGISTERIJ MARKT 6 Essences waar Limanada Ieder, die rocJmmo wil nudtan door middel ram adrertantUa, of om andaro zadonaa adrar- tootiën hoeft; to plaatoea in Mn of moer dagbladen of rijd schriften, kan dit, *ondor dat bat ank maar iota maar koot dam bü die bladan reohtotaoeka, hot gemakfctoüfcrt doen dtor middol ran ono Adtertototo- bureau, Markt «L Gouda, dat maar ton opgaaf noodig hooft, ook ai ia «en advwtantto bo- Inlichtingem wonden gaarne gratia voretrakt li GOUDA light. apH in den rug, «rijve en atramme ledematen, rugpijn, verstuikingen, spier- p^B, haauaiinwi. zenuwpijn, lendenpijn, jffervwitoüdngen en verdor alle rheuma- ttoeha aaadotningen en pijnen dia ontataan ■ijp tengevolge van gevatte koude geneeet men met bet heerlijke wifjfmiddel Wertel- heefa Olie van Jacdba Maria Wortelboer. Veakifjgbaar tl.— per flacon b« de leBbaapaaa vaa Wortolboer'a Artikels*. duurt nog steeds voort. NU ALLES TEGEN SPOTPRIJZEN. Firma Wad. A. Rlatvald. LANGE TIENDEWEG 27 TELEF 313 heeft in voorraad BLAUWE DRUIVEN v PERZIKEN VERSCHE AARDBEIEN AALBESSEN MEIKERSEN TAFELPEREN TAFELAPPELEN Busgroenten (merk sleutels) tegen scherp concurrerende prijzen. SINAASAPPELEN CITROENEN BANANEN TOMATEN ANNANAS IN BLIK DIVERSE SOORTEN NOTEN Beleefd aanbevelend. L. N. POLDERVAART. Speciaal In het afwerken voor Amateurs. KLEIWEG 80 GOUDA 18 UITSLUITEND EIGEN GEBOUWD WEEK. WIJ BOUWEN ZOOWEL - - A. N1EUWENHU1ZEN. VERLORRNEOST (..bü Pl.f.lf.bri.k). MJ 30 Sinds. 1828 staat 't AAN DE SPITS DER NEDERLANDSCHE DAGBLADEN DOOR RIJKDOM VAN INHOUD. BETROUWBAARHEID EN ONAFHANKELIJKHEID. Wie zich thans abonneert, leest dtt groote Algenteene Dagblad tol 1 JULI GRATIS. ADMINISTRATIE - N.Z. VOORBURQWAL - A'DAM. OMDATj kuikens in enkele meumdeo'söL de» koMa groeiperiode hes voedsel groot gedeelte tobt de gezondheid eierproductie, is P. S1UIS' OPFOK VOER het resultaat «au 30 jaar wetenschap en smnng wordt dsn ook door da ooraanstaand* Pluimvee deskundigen en Hoender parkhoudera FABRIKANT VAN 1S7S Da herlevende Botkoeptehe Kweekerlj. Van de hand van Dr. R. Broersema ver scheen in ,iVragen van den Dag" een arti kel over dé herleving van de Boskoopsche boom kweeke rij. Aan deze zeer interessante beschouwing ontleenen wij het volgende: In sterke mate ia een ulgemeen Neder- tendach belang betrokken by den bloei van onze iboomkweekeryen, in het bijzonder van die te Boskoop. Immers heeft het bedryf daar al vroeg zyn afzet gezocht ver buiten de landpalenen dien veroverd. De be trekkingen, welke de Boskoopsche en even- 2oo gndere centra van kweekery met het 'buitenland onderhouden, bevorderen de gemeene handelsbetrekkingen. Stilstand '8 afbraak, zooals de oorlogsjaren met hun na sleep van slapte hebben getoond. Wie enke le jaren geleden te Boskoop kwam zien en vooral hooren, wist hoezeer de opgewekt heid was geweken, maar tevens dat men er zich in stilte gereed maakte om op het gunstig tijdstip het bedryf 'wederom op volle kracht te brengen; de vruchten zijn er in het vorige jaar al van geoogst: de herleving is begonnen. De ontwikkeling van den Boskoopschen tuinbouw is van dien aard geweest dat hy een omvangrijke markt, een wereldmarkt, niet meer kan missen. Haar te bemachtigen en te behouden, drijft tot duurzame inspan ning ten einde de gewassen op hooge quali- teit te houden. Daarmee kan men evenwel niet volstaan. Ook geregelde verkenning van de markt is een eisch; men moet er op uit om haar wenschen en smaak te verne men en men moet toonen wat men ver mag. Boskoop moet dus de internationaliteit aoeken; het schuwt alle kunstmatige beper king. Opmerkelijk is in het Boskoopsche bedrijf een besef van saamhoorigheid, dat leidt tot gezamenlijke behar^ging van de be drijfsbelangen. Vermoedelijk is dat besef wel een uitvloeisel van de groote nabuur schap, waarin de tuinbouwers en kweekers van ouds hebben geleefd en gewerkt; voort gang en leiding van de grooteren kwamen aldus ook tot hun refcht. Er is een zekere eenheid in het Boskoopsche bedrijf; de ont wikkeling, de geleidelijke vervorming deelt zich aan alle kweekers, groot en klein mede. Leiding hebben de grooteren vooral in den handel; de kleineren verkoopen hun gewas sen veelal door aflevering aan de grooteren. iDe nabuurschap, waaruit de saamhoorig heid is opgewassen, is by zonder nauw. Nu nog heeft het geheel van het bedrijf plaats op slechts 1000 hectaren en daarop bestaan niet minder dan 700 kweékerijen. Er zijn kleine kweekers, wier grond maar 1/3 hec tare meet; zij zijn te beschouwen als knechts Hoezeer elke vierkante meter grond telt, kijkt wel hieruit, dat wie Vt hectare bezit, Jfatamttgheta- fem briffe l hectaren kan men kweeker-handelaar zijn; groothandelaar is men met 5 hectaren. Men versta de saamhoorigheid niet ver keerd; zy beteekent geen afhankelijkheid van velen, doch de leiding van hen, die er toe in staat zijn, wordt aanvaard. Bewijzen van het vooraangaan van de grooteren le vert de geschiedenis van Boskoop's bedrijf genoeg; van zëer jongen datum is een uit gave, waarvan de bedoeling is Boskoop op nieuw onder de aandaceht te brengen van al len, jlie belangstelling hebben voor mooi ge was hier te lande en er buiten. Een aanprij zing kan .men zoo'n uitgave niet noemen; zy js veeleer een sohitterend gedenkboek, dat verspreiding zal vinden ook in het bui tenland en dat nagenoeg niet in den handel wordt gebracht. Deze uitgave wordt bekos tigd door enkele kweekers, van wie er één de uitvoering op zich nam in samenwerking met den directeur van de rykstuinbouw- «chool tc Boskoop. De verspreiding van een dergelijk werk in Europa en Amerika moet heel de Boskoopsche nijverheid ten goede komen, uiting als het geeft aan een gepaste zelfbewustheid omtrent Boskoops kunnen. Boskoop heeft zich gericht op een we reldmarkt, heeft zich zoeken te ontwikkelen tot ibevrediging van haar behoeften aan sier lijk gewas en nu kan de nijverheid er ook Biet slagen zonder een vrijen toegang tot die markt. Hoe verder men komt in de his torische ontwikkeling van de Boskoopsche iy verheid, des te duidelijker wordt men de behoefte gewaar aan de „open dear." Zich Tichten op een ruime markt gintf band aan hand met specialisering in het be- drijf, een trek dien Boskoop van oude ver toont. In de 16e eeuw was er tuinbouw rond Haarlem, Leiden en Gouda. Langzamerhand trok de tuinbouw, toen nog met landbouw bedrijf vereenigd, van Gouda weg in de richting Boskoop. In de 17e eeuw voltrok zich eem volkomen scheiding tusschen land bouw en tuinbouw: op de kweekerij van vruchten (aardbeien) legde de fifftoopschc kweeker zich toe. In de 18e eetorkwarti de boomkweekerij op den voorgrond. Het werd de tyd dat men er zich ging toeleggen op de teelt van uitheemsch gewas. Holland stond daarin niet alleen, want ook Engelschen en Franschen haalden sier- en andere gewassen uit den vreemde. Wellicht slaagde onze zee- en kooplui beter en in oosterache landen als Japan konden zij stellig beter terecht dan anderen. Zin voor botanie en liefhebberij in sierplanten konden daaruit een loonende handel doen opbloeien, maar on^ landje was er klein en, al stond er al menig landhuis in de mooie dreven, toch konden de gegoeden van dien tijd nog niet bedrijven voor uit- heemsche gewassen in het leven houden. Samenwerking tusschen wetenschap en tuinbouw vertoonde zich toen en de botani sche tuinen hebben de uitheemsche gewas sen wel bewaard in een tijd dat de particu- ^zen, toch lieren nog geen hooge prijzen er voor wildeni ^jjn> jan besteden De vraag naar boomem en planten was ook in de 18e eeuw al onderhevig aan ,,mode" en wisseling van mode bracht nieuw gewas naar voren. Door te zaaien, te stek ken en te enten vermeerderde de kweeker het aantal soorten, waarover hij in ruimen omvang kon beschikken. Eerst na 1840 werd het merkbaar dat Boskoop zijn longen uitzette. Wel was ver koop van voortbrengselen m het buitenland aan den HolJandschen tuinbouw niet vreemd en had Engeland wel groente en fruit be trokken, maar de beoefening van buiten- landschen handel werd eerst vaardig na 1840. De nieuwe ijver leidde tot uitzending van reizigers naar Duitschland om er be stellingen op te doen. Vervolgens werden Oostenrijk, Franryk, Engeland, Amerika en Rusland geregeld bereisd om den handel uit te breiden en verder in stand te houden. Dat legde nog meer de verplichting op om op de hoogte te blijven. Men ziet dan den Boskoopschen kweeker een belangstelling voor vakonderwijs aan den dag leggen als nooit te voren. De buitenlandsche handel maakte bepaal delijk tot dat doel vereenigd optreden noo- dig en zoo zag men in 1862 een vereeniging geboren worden van kweekers te Boskoop» die tot versterking van het bedryf bijzonder zoek van soorten, zette tentoonstellingen op touw en behandelde gezamenlijke inzending op tentoonstellingen elders. In dden tyd ving men er het kwieeken onder glas aan, dat op andere plaatsen wel bestond en d"us geens zins onbekend was, doch sedert voor Bos koop een bijzondere beteekends kreeg. Het gebruik van glasbeschutting kreeg een hee- le ontwikkeling. Het gezamenlijk optreden naar buiten, de mededinging buiten de grenzen beproefd» prikkelde om te komen aan de spits. Ieder legde zich toe op wat hy meende het best to kunnen leveren. Boskoop specialiseerde zich op de levering van coniferen, rozen trekheesters. De kweekers verstonden zich wel allen op, maar toch legden vel«n zich weer toe op bepaalde onderdeelen vpn het groote bedryf; kweek van ondersten- men, enten, afkweeken van jonge playteri enz. Bonden ontstonden van hen die dezelf de onderdeed en van het geheele bedrijf be oefenen, en voor den handel werden bonden gevormd van hen, die dezelfde uitvoerbe- langen hebben. Zoo werd de inrichting van het geheel geleidelijk verstevigd. Wie dat ziet, begrijpt aanstond» hoezeer elke storing in den algemeenen handel het werk van Boskoop eigenlijk verlamt. Een oorlog brengt storing in alles, maar ook srde J i ei ',T vredestijd kan zijn belemmering hebben voor een bedrijf» dat zijn bloei en geur dankt aan een on beperkten handel, Helaas is er na den «onlog heel wat atremming overgebleven, die nog verre van opgeruimd werd. Men denke eens aan Amerika, dat zijn grenzen goeddeels sioot voor onze boom kweekerij en Duitschland treft onzen uit voer met ongeveer 50 procent Juist Ameri ka en Duitschland waren voor Boskoop als afnemers van aanzienlijk belang. De geest van bescherming in andere landen werkt na- deellg voor heel onzy handel, maar 's be paald fnuikend voogden nijverheid als die van Boskoop. En oMuer in de drijfveeren tot bescherming otjffM fiscaliteit aan de gren zen naijver semiilt op den bloei van onze bedrijven ,is het kwaad er te erger om. De bewoording, waarvan de diplomatie zich in overeenkomsten bedient, kan van dien aard zijn, dat er vee! ruimte voor bemoeilijking overblijft. Met billijkheid strookt dat aller minst. Het streven zal moeten zyn dat ook de economische vrede wordt verkregen en bevestigd door de samenwerking van alle vol ken .waardoor de vrije mededinging zü ge waarborgd. Wy zijn daarvan nog ver ver wijderd. Boskoop heeft zich in de jongste jaren opnieuw ontplooid, al schort er nog wel wat aan het volle en vrije uitslaan van de vleu gels. In het seizoen 19244925 heeft Bos koop zyn boomen en planten kunnen uit voeren naar 21 staten in Europa. Als, on danks de belemmeringen aan vreemde gren-. de uitvoer z«oo groot en wyd kon ligt daarin wel een krachtig .bewijs de erkenning van de superioriteit van kweekery en het bevat een hulde voor de geestkracht van de leiders. Boskoop komt in de komende dagen weer in het midden der algemeene belangstelling te staan. Van 15 tot en met 18 Juni a.s. wordt daar in het Tentoon steil i ngggebouw aan de Bo zen laan een tentoonstelling gehouden van afgesneden Pioenen, die zeker de aandacht verdient en die ook wed hebben zal. Het organiseeren van bloemententoonstel lingen is aan de Boskoopsche kweekers ten volle toevertrouwd. Ook ditmaal zullen ze ker Flora's kinderen in hun schoonste tooi worden getoond. Nu eeneraijds in de Weeldeverteringsbe lasting de heffing by de bron geschiedt, an derzijds de tabel, bevattende de artikelen, welke door de belasting zullen worden ge troffen, aanzienlijk is beperkt, heeft de handeldrijvende- en industrieel e midden stand, aan wiens praktische bezwaren daar door in vrij belangrijke mate is tegemoet- vooritomeHjk .bezig te hou- g, orfiét Jn het algemeen wenschelyk is een belasting op weelde-uit- gaven onder de gegeven omstandigheden in te voeren. Ook zelfs na de verbeteringen, die thans zyn aangebracht, meent het Alg. Weekblad „de Middenstandsbond" op deze vraag een ontkennend antwoord te móeten geven. Moge de gedachte aantrekkelijk zyn uit gaven voor niet strikt noodzakelijke arti- len, uitgaven, die dus bestemd zyn aan de weeldezucht van sommigen te voldoen, te Abelasten, daartegenover staat, dat door die belasting den verkoop en daardoor den aan maak van die artikelen zoodanig kan wor den gedrukt, dat meer werkloosheid dreigt. Onze Nederiandsche industrie gaat op het oogenblik nog steeds gebukt onder tal van moeilijkheden, van welke voor een niet ge ring gedeelte de Nederiandsche Staat zelf de oorzaak is. Wy denken vooral aan de arbeidsbelemmering, die voortvloeit uit de toepassing van de Arbeidswet, en allerlei andere strenge bepalingen, voortvloeiende uit de sociale wetgeving. Is het dan nu tyd, om onze vaderlandsche industrie nog meer moeilijkheden in den weg te leggen? Om de beteekenis van deze vraag te ontzenuwen voeren voorstanders eener weeldebelasting zoo gaarne de argumentatie aan, dat de bij drage van degenen, die, door den aankoop van bepaalde artikelen, door de Weeldebe lasting getroffen worden voor dezen'feitelijk zóó miniem is, dat zij geen gewicht in de schaal zal leggen, wanneer het voor hen er om gaat gewenechte artikelen al of niet te koopen. Deze argumentatie klinkt heel aan nemelijk, maar zij kan toch onmogelijk op gaan. De minister van financiën heeft de opbrengst van de Verteringsbelasting ge schat op rond 20 millioen. Nu lean men ervan op aan, <jpt de minister en zyn de partement niet de risico van een te hooge raming hebben willen loopen. Bovendien, de raming van de opbrengst is zóó buitenge woon moeilijk te maken, dat de angst, om te hoog te ramen, zoowel den minister als zyn departement wel tot een zéér voorzich tige raming moet hebben geleid. Wij kun nen er dus op aan, dat het cyfer van 20 millioen gerust met een belangrijk bedrag kan worden verhoogd, al is het onmogelijk te zeggen met welk bedrag. Maar laat ons nu even dit bedrag van 20 millioen vasthouden. Dat moet dan toch ergens vandaan komen! En die 20 millioen kunnen toch door het belasting betalende deel onzer natie maar eenmaal worden uitgegeven! En als zij zijn uitge geven als bijdrage aan den Staat in den vorm dezer verteringsbelastingen, dan be teekent dat toch, dat de belastingbetalers uitgaven, die zij ahders zouden hebben willen doen, niet hebben kunnen doen. Van tweeën een: die 20 millioen worden gespaard, zoodat de kapitaal vorming met 20 millioen ver mindert, of wel een totaal aan uitgaven tot eenzelfde bedrag wordt niet aan andere zaten besteed, zoo da t andere groe pen van handeldrij venden 20 millioen minder omzet hebben. Er zal dus aan den eenen kant schade wor den gedaan aan de kapitaalvorming, aan den anderen kant aan den handeldryvenden Het komt ons voor, dat beide gevolgen van de heffing der Verteringsbelasting on der de tegenwoordige omstandigheden in hooge mate ongewenscht zyn. Onze Ne deriandsche industrie moet den eersten tyd met rust gela- terf worden. In plaats dat de Staat onze Industrie die rust gunt, die zy hoog noodig heeft, in plaats dat hy haar ook vhn zooveel mogelyk knellende banden ver lost, gaat hy nieuwe knellende banden aan leggen. Weliswaar zal een deel van de op brengst dezer nieuwe verteringsbelastingen worden aangewend om den belastingdruk van «fc minder draagkrachtig deel der Ne deriandsche bevolking te verminderen, maar zal die vermindering het offer van een nieuwen drulc op de Nederiandsche industrie waard zijn Het ia volstrekt niet, omdat wij dit deel der bevolking een vermindering van belastingdruk misgunnen, dat wij deze vraag stellen, maar men moet judat de nieuiwe verteringsbelastingen veel ruimer bezien, men moet ze juist bezien in het licht van den toestand, waarin onze geheele industrie verkeert. Ook dit minder draagt krachtige Tl eel onze bevolking heeft er het grootste belang bü, dat het once industrie in den lande welgaat. Nu kan men wel zeg gen: nu ja, die kleine vermeerdering van lasten, die zal het hem nu toch waariyk niet doen. Maar dan beziet men alles al weer in een veel te eng geeirhtsveld. Want deze nieuwe lasten voor de industrie komen weer bü zooveel andere, die er in de laatate jaren geschapen zün. En eenmaal zal de maat vol zijn, eenmaal zullen al die nieuwe lasten hun uitwerking hebben. En dan zal die uitwerking het allereerst het minst draagkrachtige deel van het belastingbetalende volk treffen. Want dan zal nieuiwe werkloosheid, of vermindering van inkomen bü velen het gevolg zün. Misschien zal men, om deze redeneering te ontzenuwen, willen aanvoeren, dat de 20 millioen, die de verteringsbelastingen zullen opbrengen, niet zullen worden ge vonden in besparing op andere uitgaven, waardoor,, andere handeldryvenden zouden worden 'getroffen, maar in een verminde ring vah de kapitaalvorming. Ook dan ech ter is oe heffing der nieuwe verteringsbe lasting redeloos, omdat haar opbrengst ook "een ander doel heeft: de vermindering van de Successiebelasting, teneinde de ka- pit aalvorming te bevorde ren; En het effect van de heffing der nieuwe belastingen zou dus wezen, dat aan den eenen kant de kapitaalvorming werd verminderd, aan den anderen kant de ka pitaalvorming werd bevorderd, zoodot een verlegging van belastingdruk van het eeme deel naar het andere deel van de bevolking slechte het gevolg ervan zou zijn, Hoe men dus ook de nieuwe heffingen wil baaien, 4n beginsel achten wü haar ongewenscht. dij zullen, voor zoover sy met slechts bette kenen een verplaatsing van belastingdruk, die wel beschouwd weinig of geen zin heeft, schade voor onze Nederiandsche industrie opleveren, weshalve wü se geheel en al tot den booze moeten beschouwen. Brazilië's uittreden uit den Volkenbond. De mededeeling van den Braziliaanschen afgevaardigde IfcHo Franco in de zitting van den Raad van Volkenbond is gevolgd door een telegram van den Braziliaanschen president dat Brazilië niet slechts ontslag neemt als Raadslid doch bovendien dreigt met zich terug te trekken uit den Volken bond, indien er geen permanente zetel aan een Zuid-Amerikaanschen staat wordt toe gekend. Het telegram van den Braziliaan schen president is veel scherper dan de rede van Mello Franco gisteren en veroordeelt den Volkenbond, omdat deze meer en meer slechts een Europeesche, althans een niet- Amerikaansche Volkenbond wordt. De Braziliaansche president verklaart, dat het veto van Maart tegen Duitechlands vasten Raadszetel, slechts een waarschu wing aan den Volkenbond was om de oogen te openen voor gevaar bÜ miskenning van Zuid-Amerika. Brazilië is steeds voorne mens geweest zyn veto niet te handhaven, indien de waarschuwing niet hielp. Brazilië trekt zich thans terug uit den Volkehbonds- raad en zal tegelykertyd ook de mededee- ling doen van een zich geheel terugtrekken uit den Volkenbond. iMen betreurt in Genève, dat de Europee- sche Raadsleden gisteren niet terstond Bra zilië'» theorie van de Zuid-Amerikaansche miskenning weersproken hebben door te ver wijzen naar de eenstemmige aanbeveling door de reorganisatiecommissie uit den Raad, dat Zuid-Amerika voortaan minstens drie niet-penmanente zetels moet hebben. Dit stelsel verzekert 't Amerikaansche kon tinent een vaste en ruime vertegenwoordi ging. De oneenigheid onder de Zuid-Ameri kaansche staten zelf, die weigeren een hun ner een bevoorrechte plaats toe te kefmen is hoofdoorzaak, dat geen bepaalde Zuld- Ainerikaansche staat vast Raadslid w<todt en men zich vergenoegen moet met een sun- beveling van steeds minstens drie ntot-vasite zetels voor Zuid-Amerika. BnoSHVs be schuldiging tegen Europa is dus onrecht vaardig. 'Men weet dat de raad van den Volken bond heeft geweigerd de ontslagaanvrage van Brazilië als lid, welke nog niet zün uit treden uit den Bond zelve behoeft te betee- te wezen. De toonaangevende afgevaardigden in den raad hebben eveneens hun leedwezen betuigd over het door Mello Franco geno men besluit en deze heeft ten slotte mede gedeeld dat hy de meening en den wensch van den Raat! dat de Assemblee zich over de ontslagaanvrage zal hebben uit te spre ken welke meening betwistbaar «hünt aan zyn regeering zou overbrengen. Over het uittreden van Brazilië uit den bond zeide Mello Franco niets De openbare raadszitting is thans geëindigd en veitnoe- delyk is opnieuw het woord aan de diploma tie. Wat zal thans gebeuren De in Vólken- bondsaangelegenheden vaak goed ingelichte Geneefsche berichtgever van de Köln. Ztg., deelde d.d. Dinsdag j.l., toen een soortgelü- ke verklaring van Mello Franco reeds voor zien werd, mede, over Brazilië's houding van wélingelichte zijde het volgende te heb ben vernomen„Braailië is j t volgepde te s inderdaad ZOO'N EGOIST. Mevrouw: Wat een afschuwelyke Zon dag! Zeg eens Eugène, wat zullen we doen met dit regenachtige weer? Mynheer: Wel, ik rook een pyp- Mevrouw: Nu, dat duurt een half uur. En dan? Mijnheer: Nu, dan steek ik nog eens op. Mevrouw: Je meent stellig dat het voor mij en de kleine een heel pleizier is om jou te zien rooken. Zoif 't niet beter zyn, dat we eens naar de Durands gingen Mynheer: Daar zeg je zoo wat. Maar zy zullen meenen, dat ze ons te eten moeten vragen. Mevrcuw: Nu, yvat zou dat? Als zy ons uitnoodigen, doen ze het van harte. Mynheer: O, dat geloof ik graag. Maar 't zou een heele drukte zyn voor mevrouw Durand. Mevrouw: Och kom, een paar schotels meer dat is alles. Mijnheer- Ja wel, maar daar moet ook iets op zijn. Mevrouw: Och kom, waar voor drie is. daar is ook voor zes. En denk eens aan wat eten wy, de kleine meid en ik! Mynlrceh Dus jy meent, dat het hun plei- iter aal doen? Mevrouw: Hoe zou het hun geen pleizier doen, als hurt beste vrienden by hen ko men? Mynheer: 'Nu kleed de kleine dan. (Er "ordt gescheld). Mynheer: Wat drommel, wie kan d^ar zyn? Mevrouw: Stil Eugène, 't zün de Durands. Münheer: Dat treft! Doe toch open; dat is een heele verrassing. Toe dan, doe open! Mevrouw: Hoe kun je er aan denken! Ik zou ze moeten vragen, of ze willen blyven eten. Mijnheer: Welnu, wij hebben een heerlijke schapenbout, sny'boonen, kaas... Mevrouw: Jy hebt goed praten. En de drukte, die ik er van heb? Münheer: Wel ja, drie schotels meer, dat is alles. (Er wordt opnieuw gescheld.) Mynheer: Doe toch open! Mevrouw: Mijn hemel, wat ben je toch een egoïst! Men kan wel merken, dat jy de schotels niet behoeft te wasschen. (De Durands geven het op en verwüderen zich in den regen.) HET LEVEN VAN EEN OUDEN VRIJER. 16 jaar. iZün hart begint te kloppen, als hy in de verte jonge tneisjes ziet. 17 jaar. Hy beeft, hy krygt een kleur, als hü met haar spreekt, zelfs over de chif noozelste zaken. 18 jaar. Hü begint meer moed te krij gen en weet zich in hare tegenwoordigheid reeds een houding te geven. 19 jaar. Hü maakt zich ernstig boos, als hy meent te bespeuren, dat zü hem nog als een kiiul behandelen. 20 jaar. Hy krügt een sterk gevoel van eigenwaarde en een 'hoogen dunk van zyn uiterlüke eigenschappen. 21 jaar. Een spiegel wordt voor hem meer en meer een onmisbaar meubel, want hy heeft er behoefte aan zichzelf te bewon deren. 22 jaar. Hy is een onverdraglyke fat. 23 jaar. Geen enkele vrourt lijkt hem goed genoeg toe. 24 jaar. In een oogenblik van zwakheid laat hy zich in de netten der liefde vangen. 25 jaar. Door zyn verwaandheid worden telkens de banden weer verbroken, die hü behandelt het „voorwerp" I met onbeschaamde hoovaar- het jonge meisje trotsch op digheid, feit, dat die hi^jgrstooten een blauwtje, een 30 jaar. Alle gesprekken over hetlhu- wely'k brengen hem uit zyn humeur/ 31 jaar. Hy begint het sluiten van huwelyk uit een ander oogpunt te 32 jaar. Schoonheid lykt hem niet: in de eerste plaats noocteaklyk bij de vrouw, die hy huwen zal. 33 jaar. Hy gelooft echter nog altüd, dat hy' een zeer begeeringswaardig per soontje is. Huwlyksgedachten komen we- geest op. Hü denkt veel aan een jonge 34 jaar. Hü twyfelt er niet aan, of het zal hem gemakkelyk vallen een jong, be koorlijk kuikentje te vangen. 35 jaar. Hy wordt doodelük verliefd op een schoon meisje van zeventien jaar. 36 jaar. Hy wordt afgewezen en dit nieuwe blauwtje brengt hem tot wanhoop. 38 jaar. Fatsoenlijke vrouwen boezemen hem slechts afkeer in. 39 jaar. Zün wyze van leven bezorgt hem vele 40 jaar. der in zyn 41 jaar. weduwe. 42 jaar. Hy neemt het besluit werk van haar te gaan maken, welk besluit zyn oor sprong vindt in liefde en egoïsme. 43 jaar. "Zün besluit begint hü uit te werken. 44 jaar. De jonge weduwe vermaakt zich op zyn kosten en wüst hem ten slotte af. 45 jaar Hy voelt van dag tot dag zyn afkeer van de vrouwen groeien. 46 jaar. Zoo nu en dan begint hy' aan vallen van jicht en rheumatiek te krijgen. 47 jaar. Hy begint er zich ongerust over tie maken, wat er van hem komen moet, als hy' eenmaal oud en hulpbehoevend zün zal. 48 jaar. Hy denkt er over, dat er toch niet treuriger is dan alleen op de wereld te zün. 49 jaar. Hü neemt het besluit een fat soenlijke jonge vrouw in huis te nemen om zyn huishouden te besturen en hem ge- 50 jaar. iDe jicht en rheumatiek worden eiken dag erger. 51 jaar. Hü is i 52 jaar. Hü begint werkelijk een gevoel van genegenheid voor haar te krijgen. 53 jaar. Zyn hoogmoed komt tegen de gedachte van een huwelyk met zyn. huia- 54 jaar. Hy kan niet tot een besluit fco- 55 jaar. Hü te geheel ouder den invloed der vrouw en gevoelt zich gelukkig. 56 jaar. De gedachte, dat zü hein verla ten zal, bezorgt hem veel onrust en ver driet. 57 jaar. De vrouw verklaart hem, dat zü haar goeden naam niet verfiexpn wil, bü blyven 58 jaar. Zün Jicht en r hem vreesely'k en hy te i afschuwelijk humeur. 59 jaar. Hy gevoelt zich uitgeput. Hü roept zü'n zün bed en deelt haar mede, dat hü plan heeft haar te huwen. 60 jaar. Zün kwalen verergeren verlaat deze wereld, zy'n nalatende, wat hü bezit. en hy

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 3