HN SUVEUN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Mo. 16180 Zaterdag ft Juni 1926 65» Jaargang NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN* ZEVENHUIZEN, enz. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen K FEUILLETON. io.. Wsstzaan Meestal is het oldoeide indje te voeden BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDËRAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, ILENAAR's iDERMEEL IHEM H DOOR GOUD VERBLIND. EERSTE BLAD. Dit nummer bestaat uit twee bladen. G 15»0 106 ze MEDISCHE BRIEVEN. 1169 M (Wordt vervolgd). ingzaken schriften Hen we ons leven aangenamer en Zeg niet alles wat gij weet; maar meen alles wat ge zegt. voorhuis, half spreekkamer, onze stad, jaarlyks 1 zenden méér dan er vestigen, en sterven eenmaal ean zon bevolking. Jaar- O. Boekhouden. Broedersch, vin luntants. 60UDSCHE COURANT. 1541,240 as aanwijzing op rptkking. Een veel bewogen leven. Roman uit hel Engelsch van Miss E. Bal AD DON. Cardiospatmus. I. Een zeer lang epistel van verscheidene bladzijden ligt voor my. Het is een brief van één der belangstellende lezers dezer wekelijksche medische kroniek, één van de moet feitelyk elke gedachte aan lust en on lust weten uit te schakelen en zich noodt vaal den kaarsrechten weg naar het doel laten dringen door begeerten of neigingen of af fecties. In principe zou hy vriendschap en liefde, medelijden en haat, begeerte en ver langen moeten opgeven. En efficiency in de uiterste consequentie beteekent dan ook het machinale, het leven in de tot het uiterste toegespitste verstandelijkheid en het uit schakelen van alle diepere levensinstincten, die vaak door hun elementaire kracht ver woestend op ons levensplan inwerken. Maar tegen deze uiterste consequentie verzetten zich juist die elementaire levens krachten, die we nooit volkomen zullen kunnen uitschakelen. En we behoeven daar om in het algemeen voor een defgeljjk ge volg van de efficiency in haar toepassing niet al te zeer te vreezen. Toch is het de schaduwzijde van het verstandelijk bewuste, die hier zich zoo duidelijk zien laat. We moeten ernaar trachten redelyk te leven en te werken zonder daarby de intuïtie en de kracht onzer levensinstincten te vernieti gen of in onze levenswerkzaamheid uit te schakelen. Kunnei^ we dat, dan zal de toe passing der efficiency ons leven vrucht- d ragender en tevéns gemakkelyker kunnen maken. Reeds iby kleine praktische bezig heden springt toch het voordeel van regel en orde en systematisch werken in hét oog. J Er, izijn huisvrouwen, die ’s morgens in jdrie kamers tegelijk beginnen te werken en hennwachtig heen en weer draven. Ér zijn mannen, die hun papieren nooit goed op- i bergen en een vaste plaats geven en veel tijd verdoen met zoeken naar een of ande ren brief, die toch ergens moet zijn. Er zijn menschen, wier tong zich wel aan efficien cy mocht gewennen, omdat ze altyd met een heelen omhaal vertellen, wat ook in een paar woorden gedaan kon worden. De kachel vereischt ook efficiency by behan deling. Men moet ze niet oppoken, als bijna leeg gebrand is en men met de pook de laatste vonkjes in de aschla werkt, en niet volstoppen tegen bedtijd, zoodat ze uren warmte geeft, als niemand er iets aan heeft. Men moet de turf niet op den zolder laten brengen, als men er beneden wel een plaatsje voor vinden kan, want daardoor moet men zonder noodzaak den heelen win ter turf langs de trap naar beneden .sjou wen. iMen moet bij het loopen alle bewegin gen zoo licht en doelmatig mogelyk maken, omdat men dan niet zoo gauw moe wordt. Zoo kan mem het izich op allerlei manieren gemakkeiyker maken zonder dat dit aan .bereikte resultaat iets afdoet, kan men dus energie uitsparen of met eenzelfde eher- gieverbruik meer bereiken. Onbewust pas sen we dat in het dagelijksche leven voort geworden, komt daarin niet die saamhoo- righeid en komen daarin niet die eigenaar digheden van een dorp of een kleine stad. Men kent hier bijvoorbeeld zyn naaste bu ren niet, zelfs niet by naam. Het gevolg'is dan ook dat men zich van die buren niets aantrekt en zich niets aan hen gelegen laat liggen. Het is ons wel overkomen dat vlak by ons huis iemand op straat vroeg of wy niet wisten waar meneer zus-of-zoo woon de en dat wy daar geen antwoord op wisten te geven, terwy'l ons later bleek dat die me neer een paar huizen van ons af woonde. Voor bewoners van kleinere plaatsen moet dit wel heel zonderling Ijjken en zelfs on begrijpelijk, maar het is nu eenmaal niet anders. Vroeger was het nog wel eens gewoonte dat iemand die zich vestigde na eenige we ken visitekaartjes zond aan zijn naaste bu ren. Volgens de gebruikelijke methode zond men dan een kaartje terug óf kondigde men een bezoek aan als men lust gevoelde om kennis te maken. Die gewoonte van beleefd- kenmsgeven schynt echter hoe langer hoe meer in onbruik te geraken, misschien wel als gevolg hiervan dat niemand lust toonde voor kennismaking en men uitsluitend een kaartje terugzand, ja zelfs dit achterwege 1 liet. Er wordt wel eens getracht door mid del van z.g. wykvereenigingen eenig con tact te brengen tusschen de bewoners van een bepaalde wyk, maar veel succes heeft dit niet. Het contact tusschen de burgers vaai een groote stad wordt langs heel an dere wegen Verkregen. Men leert elkaar in het werk, in vereenigingen en bij bijzon dere gelegenheden kennep en langs dien hebben dikwjjls de moraal dat weg gelukflieWoms vriendschap té sluiterf?- niet’ voorzichtig genoeg kan ‘z*i Opmerkelijk is dat men overal, in alle krin gen, groote voorzichtigheid betracht in het aanknoopen van relaties. Men is licht geneigd te vermoeden, dat het oude standsverschil zich hier laat gel den. Dat is niet geheel juist. Er zijn zeer uiteenloopende milieus in een groote stad en er is bij sommige een angst te consta- teeren om met bepaalde milieus in aanra king te komen. We zullen hier geen bepaal de aanduidingen geven van milieus die by andere niet geliefd zyn, maar het feit is zoo. Eén typisch staaltje willen we hier ge ven. Er was een tennisclub van zeer vele leden, zeer uitéénloopend van soort en aard. In een jaar was die club gegroeid, maar het volgend jaar kwam er ongeveer niemand terug: ieder had een andere reden waarom hy of zy niet terugkeerde, maar by allen was de ware reden deze dat men er typen uit allerlei milieus ontmoette, die men op zichzelf niet ongeschikt vond, maar wier mi lieu men liever vermijdde. Een zeer klein groepje van de groote groep bleef by één en richtte een nieuwe club op. De voorwaarden voor toelating werden heel streng gesteld. Wie lid wil worden moet een uitvoerig for mulier invullen, waarin de aanvrager eigen lijk zyn eigen doopceel lichten moet. Ge- .vraagd wordt o.a. wat uw ambt is, hoe uw vrouw heet, of ge kinderen hebt en zoo ja welke beroepen die eventueel uitoefenen, hoe lang woont ge in den Haag, enz. enz. Wanneer dat formulier is ingeleverd, kan het zijn dat ge na eenogen tyd ijskoud me- xiedeeling krijgt dat ge niet zyt toegelaten. Of ge krijgt mededeel ing dat ge drie maal op de baan, kunt komen, dat ge dan veer tien dagen niet moogt komen, maar in dien tijd bericht krygt of ge voor één jaar zift toegelaten. Na één jaar is het pas mogelijk dat ge definitief wordt toegelaten, óf me- dedeeling krjjgt, dat op uw verdere lid maatschap geen prys wordt gesteld. Het is inderdaad een zeer solied systeem, dat verschrikkelijk overdreven lijkt, maar dat door de ervaring noodzakelyk schijnt gebleken. Wie wel eens in een kring heeft gezeten en ieder onzer is het overkomen heeft wel eens ervaren dat, hoe dan ook, daarin personen opgenomen waren die ieder een wel kwjjt wilde, maar die niemand weet kwyt te raken. Het is dus te begrijpen dat men in een kringetje waarin een vriend schappelijke omgang vereischte is, huiverig wordt voor het toelaten van onbekende per sonen. Iedere kring kent zyn eigenaardige parasieten. In de schilderswereld bijv, is men zeer huiverig voor nieuwe vrienden-, die graag op ateliers komen en daar rond neuzen. Menspreekt in dien kring van ate- lier-„luizen”, waarmede men een type „vrienden” aanduidt, die niet nader behoe ven beschreven te worden. Het woord zegt meer dan genoeg. De verhalen die overal in omloop zyn over het groote stadsleven, de moeilijkheden, de bezwaren en de gevaren daaraan verbonden, t men toch _Jn met con necties aanknoopen. Het is dus te begrij pen ,ndat menigeen daardoor op zijn hoede is en dat het ten slotte uitloopt op over dreven veiligheids-waarborgen, gelijk wy zoo even- in een staaltje hebben geschetst Het is wel een typisch staaltje, maar voor wie in den Haag eenige bekendheid heeft nopens allerlei kringen, zal moeten erken nen dat de noodzakelijkheid er wel eens toe dringen kan. Waar de menschen in een ten nis- of dansclub vriendschappelijk met el kaar willen omgaan, dient men dubbel op zyn hoede te zyn. Er loopen elementen rond, die er op uit zyn juist in die intiemere club jes connecties aan te knoopen die niet al tijd op gepaste wy'ze worden benut voor andere bedoelingen. Wanneer alle menschen op hun hoede waren, zouden de schade en de schande waardoor men wys pleegt te wor den, heel wat minder zijn. HAGENAAR. 19, - Dit nu was eotve groote ruimte, hall biljardzaal of zomer- met liet vroodijke uit zicht op den1 bloementuin en het kron kelende pad aan het einde waarvan men dm sierlijken koepel ontwaarde. Het grasperk met de ceders lag aan de eene zijde van het huis tegenover de vijfhooge vensters der ontvangzaal De ontwerper had zorg gedragen dat zijn huis aan alle kanten- een aange naam uitzicht zou hebben. Zelfs de keuWen was een kunststukje van mef- selwerk, en zag uit op een breedl voor plein, waörop d-e stallen stonden, een brecde rij gebouwen in denzelfden stijl als het huis. De biljardtefel was een gedachtenis van den overleden heter Standen Me vrouw Standen^ zou nooit hare toe stenfrring hebben gegeven tot den aan- ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. R^nZU daKelÜks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82; EFFICIENCY. Het is een vreemd woord, uit Amerika af komstig, maar dat ons, doordat we het tel kens den laatsten tyd in boeken, tijdschrif ten en kranten tegenkomen, al een beetje eigen geworden is. Als het woord is ook de gedachte min of meer Amerikaanse!). Maar z(j houdt toch nauw verband met de ontwikkelingsrichting van onzen tyd, die naar meerdere bewustheid en methode streeft. Want efficiency wil zeggen bewust’ zyn handelingen en zyn leven zoo inrich ten, dat het voor de verbruikte energie ook het grootst mogelyke resultaat oplevert. Het is dus het praktisch en doelmatig wer ken eonder verspilling van kracht, tijd en geld. By de opening der indertijd gehouden Efficiency-tentoonstelling te Amsterdam heeft wethouder Ter Haar, die een lofrede op efficiency hield, dezè omschrijving gege ven: het is het streven) om met zoo weinig mogelyk offers een zoo groot mogelyk ef fect te bereiken .In het ©economische leven eischt efficiency dusiiet volgen van weten- schappelijke methoden, om van aangewen- dén arbeid en gébruikt kapitaal het hoogst k mogelyke voordeel te trekken. En het heeft dftar in Amerika -wellicht d'e meest conse- quente toepassing gevonden in, de fabrieken van F<JM. Maar iet heeft oök buiten het •«aonemis^^fevé», het heeft overal in ons I aller leven beteekenis. En wanneer men de I gedachte goed bekijkt, heeft ze ook eigen lijk niets nieuws. Het nieuwe eraan is de bewuste toepassing, vooral ook in het oeco- I nomisch leven en het door die bewuste toe- I passing versterkte streven naar systema tisch werken. Want feitelijk heeft ieder den- I kend en bewust levend mensch altyd’ naar I het in sterkste mate doeltreffend maken I van zyn arbeid en zijn streven getracht. We kunnen zeggen, dat in den oertijd al de I mensch trachtte het grootst mogelijk resul taat met de minst mogelyke inspanning te bereiken. Maar het waren de langzame be wustwording en het steeds zich zelf corri- geerend wetenschappelijk inzicht, die hert* daartoe steeds duidelijker den weg moesten wijzen. Maar het is ook duidelijk, dat de menscheljjke begeerten en neigingen en hartstochten dit streven voortdurend hin derend in den weg moesten treden. Want het zyn immers deze neigingen en lusten, die de lyn van het leven met strakke dui- délykhei^ op een bepaald doel gericht, zoo telkens verbreken of dreigen te verbreken. Wie in het leven met de meest mogelyke zekerheid en het kleinste krachtverbruik het grootst denkbare resultaat wil bereiken, i.oop van aulk1 een voorwerp, zeits niet voor haar eenigen zoon en nooit kon zij goh.ee! en al de ge dachte van zich afzetteu, dat het bil- jardspclen zondig was. Maar de beste meaiöchen hebben hunne zwakheden, en mijnheer Standen, de bankier, hield veel van biljarten. Zijn' vroege dood hij was op. vijt-eui-vijiiigjaren leef tijd gestorven, en juist zeven jaar na zijn huwelijk maakte de biljardiafel tot een heiligdom. Zijn weduwe kon ’t niet van tóch verkrijgen iets weg te doen, ctat hem had toebehooird. of zelfs het in een ledig koetshuis op te ber gen. Zoodoende bleef het biljard staan en Edmund' Standen, speelde er op on der dezelfde hangende carcellamp, die zijn vader had' beschenen. Hij had' Esther Rochdale' willen, leeren spelen, en zich zoodoende een.' partner verpchaifton, maar daartegen had zijne moeder zich ten sterkste verzet. Bil- jardspeïen was nog toe te geven aan een man, als er met mate gebruik van werd gemaakt. Maar een vrouw Movrouvr Standen eindigde den volzin slechts (loor een rilling van afgrijzen. Esther zuchtte en gehoorzaamde, zoo- als kij steeds haar tante gehoorzaam de. Maar in den grond vah haar hart verlangde zij er naar, biljart te lee ren spelen. Het ameublement was evenals de geraniums in d’en voorhof en de bloe men in dien bloementuin. Stof was een durend toe. Maar door ons daarvan reken schap te geven en ibewust deze regels in toepassing te brengen, file doeltreffender en toch vlak lichter kunnen maken. De technische uitvindingen van onzen tijd bedoelen trouwens Yöor éen groot deel niet anders dan toepassing der efficiency. Neem b.v. de rekenmacljlne, die langzamer hand op alle kantoren Wordt ingevoerd. Het is het streven van onz^n tyd, dat in deze uitvindingen en het zoeken naar steeds nieuwe middelen een uitdrukking vindt. Maar het is feitelyk (het streven van alle tjjden in den vorm en het kleed van dezen tyd en als zoodanig de Uitdrukking van den groei in bewustwording en van het streven naar doeltreffendheid, dat zich ook in de gedachte der efficiency openbaart. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DOCCXXI. De residentie heeft np derlinge mengelmoes vgh lyks verlaten eenige duizenden personen i. a --•••»-er eenige dui- T Weggingen zich hier I lénige duizenden en worden er vele duizenden meer geboren, zoodat we ieder jaar een twaalf duizend nieuwe burgers van den Haag krijgen. Dit groote getal heeft een eigenaardig effect op allerlei omstandigheden. Het eerste ge- jvolig is een gerniis aan standvastigheid, die men o.a. in het familie- gp vereenigings- lëven zoo sterk riet. Wy stéllen ooïs “voor dat in den goeien ouden tijd er veel meer stabiliteit was en daardoor meer eensge zindheid. Het saamhoorigheidsgevoel is zoo sterk verminderd, omdat er telkens weer een ontwikkeling plaats heeft. Er zyn van die gemoedelyke en genoege- ly'ke stadjes in ons land, waar zeer weinig verandering in zit; die haast niet anders van bevolking veranderen dan die het ge volg is van sterven en geboorten. Oude families hielden' er lange jaren stand en het ééne geslacht volgt op het andere in pre- ■cies dezelfde omstandigheden. Echte Haag- sche families zyn er haast niet. Families waarin de vader en de grootvader ook al in den Haag woonden, zyn uiterst zeld zaam en op de groote massa gaan ze geheel en al verloren. Een enkelen keer komt in een kring van kennissen en vrienden dit onderwerp wel eens ter sprake en dan is het merkwaardig hoe uit alle oorden van ions land de aanwezigen afkomstig zyn en hoe zelden er een geboren Hagenaar on der is. Toch heeft den Haag ondanks deze zon derlinge schommeling in zyn samenstelling een eigen cachet, iets waarin het stadsleven afwykt van dat overal elders. Wat we hier vooral heel sterk hebben dat is de vryheid' van beweging. Hoe zeer de diverse wy'ken op zichzelf kleine steden, soms dorpen zyn ue outvaaigaaal, een traai,o kamer van veertig voet lengte, was en sul e gemeubileerd- met zware rozenbouten Mels, ro'zenhout'?'n chiffonnières, ro- zeoihouten sofa's vlak legen d'en muur aan, met vierkante ruggen en reent hoekige airmen, die den indruk maak ten alsof men daarop hard moest zit ten. Een verschoten sits bedek e de sdiii-erende rozeroode overtrekken der stoeien, behalve bij feestelijke gele genheden. Roode damasten gordijnen vielen in rechte plooien langs de vijl hooge vensters. Geen enkele schilderij verbrak de eentonigheid van den met wit en goudt gebloemd papier behan gen muur een papier, zoo kostbaar dat ’t zeker wel een geheel geslacht moest uithouden. Een groote spiegel boven den sohöorsteenimantel weerkaat ste de ledige muren en een hoekje van den tuin door het daartegenover lig gende venster, terwijl de stijve,^rijen van Chineesche kopjes en schoteltjes, de met hagedissen versierde drinkbe kers, en de vaïen in den vorm van flesscben in twee kleine vierkante spie gels boven d'e chiffonnières werden weerkaatst. De rozenhouten tafels wa ren versierd' met zulke ouiderwetsche snuisterijen, als die' welke door dames op oude buitenplaatsen soms worden bewaard. Ondanks het leelijke en smak’elooze ameublement was het een fraai en zelfs aangenaam vertrek. Ruimte cn tioiii, uoun zooveei ai, en oe ontwer per luid geen onkosten ontzien voor nout- ot snijwerk. De lage dubbele deuren waren van massief manonie- üom, versierd met guirlandes van vrudnten en bloemen, door geen ge- ringen kunstenaar gesneden. De lam- brizeering der kamer was op zich zelf reeds een kunstwerk. De ontvangzaal van mevrouw Standen was s zomers koel en luchtig, in den winter aange naam, warm en als men uil die hoo- ge vensters naar buiten keek, zag men een fraai grasperk, door de weelde rigste boomen oversebaduwd. In zulk een hute als Dean House grootgebracht zou 't moeilijk geweest zijn voor mijn heer Standen om te ontkennen lat het lot hem een aangename woning had toegewezen. En toch, het menschel i jk karakter is zoo verdorven, dat er tijden waren waarop dit keurig onderhouden land goed, de strenge leefregel in huis, waarvan nooit werd af geweken, dien jongen man begonnen tegen te» staan toen hij, zeker door een duivelsche Inblazing, een sterk verlangen begon te gevoelen naar een. minder volmaak te regelmatigheid, ja zelfs een teug wenschté te nemen uit den bedwel menden beker van bef zwervende le ven. onbekend woord, en nooit nad de scherpe blik van een bezoeker een v, aggelendeïi stoel ot uen. schrap op de geboende tafels of kasten ontdekt. 1 o. meubelen warén ouderwetscih hoe wel niet antiek. Zij «behoorden tot dien tijd van algemieene grofheid in oe bewerking, in 't begin dezer eeuw, „toen aller hoofden vervuld waren met de gedftebte aan en den vrees voor groote oorlogen, en kunst eit schoon heid om zoo te zeggen in geheel Eu ropa waren ingeslaipen getuige de meubelen van het eerste Eransche Kei zerrijk Het schijnt alsof de kunst m eeue sluimering heelt gelegen, even lang als die van de Sdhoone Slaap ster, voor het. groote tijdstip van de Gothisolie wedergeboorte. Het ameu blement van mevrouw Standen, waar op zij nog wel eenigszins trotsch was, was verschrikkelijk leeiijk. Alles was even vierkant en stijf. De donkere tint van oud Spaansch mahonie- en rozenhout voerde overal den boven toon, en werd> slechts hier en dpar afgewisseld door êen lomp geelkope ren belegsel op eene chiffonnière, of de koperen haindvatself- van eene la tafel. De ledikanten waren allen van kolosale afmeting, met vier rechte stij len. bedekt door wijde1 gordijnen van licht bruin of groen damast, waarin iemand zich wel had kunnen opsluiten om van de wereld' afgezonderd zijn leven te eindigen. t 1 j ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring'): 1regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1-5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helït van den pry’s. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceer- den prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zyn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1