n
F
m
Kittaipptn Heeft toaartie.
~Lj irm;
Alio-Spree
Zomerkleeding voor kleine jongens.
1 <<4sma**Ês2Êsm
Handels Landbouwtaak
Giiengdi Ziigvirm. „UECILU"
DIE SCHÖPFUNG
MEDISCHE BRIEVEN.
Cardiospatmus.
IV.
Wat is de oorzaak van den doorgang van
het voedsel in het onderste gedeelte van den
slokdarm, zoo luidt zyn allereerste vraag,
die op beantwoording wacht
Immers het is volkomen duidelijk, dat
stagnatie met de gevolgen van dien, plaats
vindt, wanneer één of ander ontstekings
proces, dat eindigt in litteekenvorxning en
samen schrompel ing, daar ter plaatse zich
heeft afgespeeld, doch wanneer wij te doen
hebben met een geheel normalen slokdarm,
waaraan oogenschjjnljjk geen afwijkingen
vallen waar te nemen, dan staat ons ver
stand een oogenblik stil en onwillekeurig
komt aanstonds de vraag naar voren: „Wat
is de reden dat het voedsel niet op normale
wijze kan passeeren?" Zooals u zich herin
neren zult, héb ik u reeds verteld, dat de
wand van den slokdarm grootendeels uit
spierweefsel bestaat. Wanneer nu bij den
normalen, mensch voedsel in de buis komt,
dan zullen de spiervezels zich achtereen
volgens samentrekken, welke werking ten
doel heeft de Yjoedmgisproducten in de rich
ting van de m^^'vpprt te bewegen. Ten
slotte zal de spysbal jtïan 't eindo gekomen
zijn van den slokdarm en bij de ingangs
poort van de maag zijn aangeland, welke
laatste haar deuren wijd open pleegt te zet
ten, zoodat de voedingsmiddelen iweldra in
de unaag worden opgenomen.
Hébben wij nu te doen met een lijder aan
Cardloapatmufl, dan zal nrarwaardigerwyee
de typische werking van kien cesophagius
uitblijven, ja zal men juist de tegenoverge
stelde actie waarnemen. De ipoort van de
maag blijft nJ. gesloten als een bus en de
zoo even beschreven contracties of samen
trekkingen der spieren, welke in de wand
van den slokdarm loopen, ontbreken ten
eenenimale.
Het maakt op ons den indruk alsof de «e-
heele slokdarm a.njw. „veriaraid" is, uitge
zonderd het alleronderste einde, waar de
«pieren zich in een energiache samentrek
king bevinden- en tengevolge van die voort
durende arbeidzaamheid zijn zij dan ook
veelal sterk in omvang toegenomen.
Waarop -berusten nu deze verschijnselen
en waardoor worden zij in 't leven geroe
pen/? zoo zult ge my vragen. Welnu, wij we
ten dat spierwerking ten nauwiste samen
hangt met zenuwwerking en bet lag voor de
hand, dat men eene ging zien, hoe het ge
steld was mat de zenuwen welke de spieren
van den wand vfcn den slokdarm verzorgen.
Het bleek nu wefldra, dat deze veelal in een
niet al te beste co nidi tie waren en zoo is bet
dus verklaarbaar, dat de spieren, waaruit
de wartd van den slokdarm is opgebouwd,
te kort schieten.
Hoe 't verloop ia van deze ziekte? Ik be
hoef mijn waarde lezeressen en lezers nau
welijks een antwoord te «eiven op deze
vraag.
Op zijn ;fc 20ste jaar begonnen is de
sdhryver wan den brief, die voor mjj ligt,
thans 69 jaar, en nog behept met deze
kwaal, al waren er weliswaar perioden in
die halve eeuw, waarin hij weinig of geen
last ondervond van zijn kwaal. Het ant
woord is dus hiermede, zooals ik reeds «ei-
de, gegeven-. De duur der aandoening is zeer
lang, zoo niet levenslang. Den dood van de
patiënt heeft zij evenwel doorgaans niet op
haar geweten, hoewel dit niet geheel en al
is uit te sluiten. Immers die voedselopname
kan op zoodanige wijze belemmerd worden,
dat het betrokken individu tenge|volge van
uitputting te gronde gaat. De patiënten, die
evenwel op deze wijze het slachtoffer wer
den, bereikten veelal niet een zoodanigen
hoogen ouderdom als mijn waarde lezer,
zoódat deze gerust kan zijn.
Tenslotte kan ik u nog mededeelen, dat
heden ten dage tot een opemtieven ingreep
daar ter plaaatse met 't oog op het groote
levensgevaar, dat hierbij dreigt in de aller
uiterste noodzakelijkheid wordt overge
gaan. Bij eenig nadenken zult u begrijpen
tot welke moeielijkheden één en ander aan
leiding geeft ni. eenerzijds zal men liefst
zoo lang mogelijk wachten, terwijl men an
derzijds het niet tot het uiterste mag laten
komen, daar de patiënt dan te veel verzwakt
om den ingreep nog te doorstaan. Hiermede
hoop ak de belangrijkste problemen voor
mijn waarde lezer te hebben opgelost.
ONS PLUIMVEÉ.
Over het pluis in de broedmachine en den
rui van kuikens.
Gisteren kwam mijn kipipejongen me roe
pen om eens even naar de kuikens te komen
kijken; die moesten bepaald er gevochten
hebben of er moest een kat in het hok ge
weest zijn, of ze waren ziek, zei hij, want
er lagen ineens zooveel veeren in het kui-
kenhok!
„Jongen", hegi^antwoord, „je hebt
een prijsje verdiend, omdat je je oogen zoo
goed den kost geeft, maar je hebt het mis,
er is niets bijzonders met de kuikens te doen,
zjj zijn heel gewoon in den rui." „In den
rui vroeg hij ongeloovig, „kuikens in den
rui?" Daar had hij nog nooit van gehoord.
Als een dag of tien geleden had ik zelf die
ietwat gebogen vleugelveertjes van 1 c.M.
breed en ongeveer 10 cJd. lang onder de «it-
stokken, in de turfmolm en tusschen het
gras opgemerkt en met vreugde begroet als
téeken v an gezonden groei mijner
kuikenkinderen, en er verder niet bij stilge
staan. Maar nu besloot ik hem eens wat
meer over den rui van jonge dieren te ver
tellen, en er dan meteen maar een stukje
van te maken voor dit blad, omdat het
best mogelijk is, dat er ook onder mijn le
zers zijn, die de combinatie der woorden
kuiken en rui ongerijmd vinden. Immers als
wij, kippenhouders, het woord rui maar hoo-
ren, krijgen wij op 'hetzelfde moment een
onbehagelijk viaioen van kale kippen en lee-
Terwijl door de groote verscheidenheid en
de telkens wisselende mode het bedenken en
maken van vlugge meisjeskleeding niet
moeilijk is, doen zich bij de jongensklee-
ding in dit opzicht meer bezwaren voor. Bij
hen imoet men in de eerste plaats op stevig
heid eir gemak bedacht zjjn en naarmate
zij opgroeien wordt deze kwestie dringen
der. Hebben ze maar eenmaal den school-
gaanden leeftijd bereikt, dan gaat het al
veel beter. Dan zijn ze met een wollen
broekje en Schil ierhemdje of met een ge
streepte jongensblouse altijd even netjes.
Ze hebben dan de matrozenpakken tot hun
dienst en zien er in de stevige kielpakken
van ruitjes- of etrependril, welke tot den
hals dichtgeknoopt zijn, meestal op hun
voordeeligst uit.
Maar zoolang ze nog thuis bij moeder zijn
en onder hare hoede spelen, zoolang ze nog
bij kleine vriendjes te spelen worden ge
vraagd of maatje vergezellen op haar thee
praatje, wil zjj er zoo gaarne nette kerel
tjes van hebben, dip door iets origineels in
hunne kleeding opvallen en uitmunten. En
als het beetje moeite dat dit meebrengt
geen gewicht in de schaal legt, kan de kleine
broekman op velerlei manieren in een ele-
ganten jongenheer omgetooverd worden.
Gewoonlijk geeft de industrie de beste
voorbeelden. Want correctheid en kantigheid
moeten kenmerken zijn der betere jongens-
kleeding. De broekjes en blouajes moeten
fraai van snit en goed geperst zijn. De ver
siering moet aardig aandoen en toch niet
meisjesachtig zijn.
Onze modelletjes voldoen aan deze eischen.
Het eerste heeft een broekje van paars ka
toenen of terra crêpe popeline, dat op het
leuke blousje van witte mattingstof ge
knoopt is. De kruissteek-versiering van het
blousje is in de tint van het broekje met
een lichter kleurtje als neventint.
Van het middelste is het broekje van
licht-lila of bleu katoenen rips, met blouse
van witte tricoline, in ruiten bestikt met
dezelfde kleur als het broekje. Let op de
moppige daskraagje van dit pakje dat le
vendig aan de lavallière-mode herinnert en
toch volstrekt jongensachtig aandoet.
Bij no. drie is alles eenvoud wat eraan
is en moet de mooie frissche kleur het dus
doen. Het broekje is van bleu, abrikoos of
lila linnen met dito bretelles over een wit
linnen broekje. Voor jongetjes welke nog
tot den kleuterleeftijd behooren ïykt ons
een pakje van het modieuse Tabraeco, een
piké-achtige stof met lijntjes ruiten, inge
vuld met kleurige bloemetjes, erg aardig.
Dit heeft een los kieltje met korte mouw
tjes, welke uitgeschulpt en met de kleur der
bloemetjes omboord zijn. Het heeft ook een
ron<l halsje en aan weerszijden van het mid
den vóór een split, welke splitten uitge
schulpt en afgeboord zijn. Het kieltje hangt
geheel recht, zonder ceintuurtje, en laat het
broekje maar 5'c.M. uitkijken.
Een lief fa$on van kieltje laat zdch ook
uitvoeren in mooie tussor naturel, dat aar
dig voldoet met een middeupatte en twee
zakbiezen geborduurd in zwart-met-oranje
kleuren. Het kieltje draagt verder een met
zwart-oranje steken ijl-omlijst, plat jon-
genakraagje, is lang en los van voren en
maar 5 c.M. korter dan het broekje.
Dit model ware ook keurig van bessen-
sapkleurig linnen, met een rond plastron
van wit-met-dezelfde tint geruite zefir. Het
moet dan korte mouwtjes met dezelfde ruit-
jes-opslagjes hebben en ook het kraagje
moet dan van ruitjesstof wezen.
Voor het kleine manneke dat pas leert
loopen is het «rétonne epeelpakje uit één
stuk met póffende broek rand, de beste
dracht voor in huis. Zoodra hij truitje en
tricot-broekje ontgroeid is, staat voor hem
een opknooppakje met wat plisségarneering
het aardigst, tenzij om andere redenen het
bedekkende kieltje nog wel zóó gewenscht
is. Gaat hij uit en is het niet al te warm,
dan zy'n daar de lieve mantel-jasjes in bois-
de-rose en in witte stof, om van hem een
echte dandy in den dop te maken. Met wat
stikwerk versierd is het jasje alleraardigst
vooral als hij er een bijpassend hoedje van
zes parten met pompon en half opgeslagen
randje bij draagt, dat zijn krullebol een pas
sende bedekking kan geven.
GRAjCE ALLAN.
legnesten, alsof die drie dingen in een
logisch, innig verband met elkaar staan,
waarin voor het kuiken geen plaats is.
„Nog nooit van kuikenrui gehoord?"
jeg ik hem dus. „Wel jongen, dan zal ik
je daar met eigen oogen eens van A tot Z,
kuiken tot hen, iets van laten zien.
Laten we dan maar met de A beginnen, en
ik wees hem op een afbeelding van een 11
meter groote kiem uit een ei (dat pas 7
dagen bebroed was), dat dan de allereerste
eeraanleg al heel duidelijk te zien is als
een aantal kleine verhevenheden van de
l, die in verschillende veldjes gegroe
peerd zijn. Gedurende den verderen broed
tijd, vertelde ik hem, groeien die verheven
heden uit tot lange, haarvormige huidaan
hangsels, die nestharen genoemd wonden en
aan een pasgeboren kuiken heel gemakke
lijk te zien zijn. Ga mee naar den kelder, en
ïam hem mee naar m'n broedmachines,
rvan er één nog vuil stond van het
daags tevoren uitgekomen broedsel en
waarvan een dhdere juist aan het uitkomen
was. Vergelijk nu eens, vroeg ik hem, dit
kuiken hier vooraan, dat nog heelemaal nat
is en wel geheel naakt lijkt, met zijn opge-
droogden buurman. Kijk maar goed toe, dan
zie je, dat het natte kuiken heelemaal kaal
is, maar een aantal gladde baren draagt, die
tegen het kuikenlijfje aangeplakt zitten.
Het zijn er echter maar armzalig weinig,
alsof je ze zoudt kunnen tellen, vergeleken
bij den rijken overvloed van mollig dons,
waarin het opgedroogde kuiken verscholen
zit. Begrijp jij» vroeg ik den weetgierige,
waar die overvloed van dons ineens vandaan
komt Zelfs als die gladde nestharen opdro-
ren en uit gaan staan en dan twee maal zoo
veel lijken als op het natte kuiken, kunnen
ze toch nooit zoo'n mooi donskleed vormen
Neen, dat begreep hij niet. Nu, antwoord
de ik, dan moet je de eierlade met leege dop
pen eens even uit deze vuile machine halen
en er eens even hard in blatzen! Dat deed
h(j, zoodat z'n wangen bol stonden en totdat
een wolk van haarfijn „pluis" hem de be
doeling van dat blazen had duidelijk ge
maakt. De hoeken van de machine lagen na
deze bewerking nog vol van datzelfde
„stof.
Het verwonderde mij niets ,dat de jongen
mij toen niet terstond antwoorden kon op
m'n vraag: Widt is dat voor pluis
en waar komt het zoo ineens
vandaan? Want er zijn my de laatste
weken grootere menischen dan hij het ant
woord schuldig gebleven en dat waren allen
menschen, die dagey-ks met broedmachines
omgaan en telkens na ieder broedsel een
massa pluis uit hun machines we# vegen!
Toch gaf hy my na een oogenblik beden
ken, een aardig antwoord, en oei, dat die
nestharen uitvielen en het losse pluis vorm
den dn de machine en dat het kuiken daarna
met dons 'bedekt werd.
Knap bedacht, maar het is niet zoo, zei
ik, tenminste niet precies zoo, ofschoon er
wel verband bestaat tusschen de nestlhareii,
het losse pluis en het kuikendons. Pluü
maai- van dat natte kuiken wat haren af,
dan zal ik wat van het pluis meenemen naar
boven en ook wat dons afplukken van het
opgedroogde kuiken. Dan zullen wy boven
onder de loupe alles eens nauwkeurig bekij
ken.
Toen Het ik hem onder de loupe eerst de
gladde ronde nestharen bekijken, daarna de
onregelmatig gevormde, langere en kortere
deeltjes, waaruit het pluis (bestaat uit alle
maal afzonderlijke waaiers, en de stralen
van iedere waaier zijn zelf weer heel kleine
veertjes, riep hij uit. Juist, zei ik, en nu kan
je ook zien dat er onder dat nesthaar
een complete waaier van het kuiken
dons verborgen zit! Toen ging er hem
een licht op, waarom het natte kuiken met
z'n spaarzame haartjes in erikele uren tyds
kan veranderen in een balletje ivan rijk dons.
Het is ermee als met een parapluie, be
weerde ik ten overvloede, als je van het
opgerolde, onaanzienlijke ziwarte ding het
buitenste hoesje afneemt, dan onplooit het
binnenste zich naar alle kanten. En toen ik
hem ten slotte nog eens vroeg, maar wat is
dat pluis nu eigenlijk? antwoordde hjj heel
gevat: dat zijn de hoesjes, dde door de
groeiende, opdrogende nestharen uitgetrok
ken zijn, voordat zij het kuiken in zjjn pak
van donzen waaiers staken!
IStel' je eens voor, zei ik, dat het kuiken
bedekt met die simpele nestharen, zijn eer
ste levensdagen rondstapte, wat zou de
stakkerd het dan koud hebben. Wat een ge
luk dat het dons, waarmee het ter wereld
komt, zoo fijn vertakt is; tusschen die fijne
takjes kan het een massa lucht vast houden,
waardoor de warmte van het kudken zelf
verhinderd wordt al te gemakkelijk te ont
wijken, net als onze lichaamswarmte als we
onder een wollen deken liggen!
©e A van den kuikenrui héb je nu geaien,
en voor de rest (moet je iederen dag goed op
letten, wat er verder met het kuikendons
gebeurt, naarmate het kuiken groeit. En
dan zul je begrijpen van hoe groot belang
het voor het kuiken is, dat eerst de vleugel-
veeren verschijnen, daarna d® schouder- en
rugveeren en ten slotte de kopveeren. Het
is namelyk de romp van het kuiken, die de
eerste dagen het meest dn omvang toe
neemt; hiermee houdt de ontwikkeking van
den vleugel gelijken tred, waardoor de be
schutting der in de borst- en buikholte ge
legen organen verzekerd wordt. De eerste
functie van den vleugel is niet het vliegen,
maar het geven van beschutting tegen kou
de. Aan de rugzijde, waar de wervelkolom
met het ver naar voren reikende bekken,
hoewel nog niet verbeend, tooh reeds be
schutting geeft, heeft de veerontwikkeling
niet zoo'n haast als op het söhoudergedeelte
waar de skeletdeelen maar smal en de Ion
gen onvoldoende beschut zyn. Nu wordt het
je ook al duidelijk, waarom de kopveeren
veilig het allerlaatst te voorschijn kunnen
komen, al steekt het kuiken juist altijd al
leen zijn (kopje buiten de verwarmende moe
der in de koude. Namelijk omdat de hersenen
reeds vanaf de geboorte rondom door den
schedel beschermd worden.
Het waaiervormige kuikendons wordt ge
leidelijk vervangen door veer-vormig dons
en door dekveeren en pennen, die welbe
schouwd in hun bouw veel overeenkomst
met elkaar vertoonen. Want indien je je
voorstelt, dat de middelste straal van den
waaier krachtiger wordt dan de andere, en
de andere links en rechts gaat dragen, dan is
het grootste verschil tusschen ""kuikendons
en veerdons reedfe verklaard, de veenvorm
verklaard uit den waaiervorm. En als je je
voorstelt, dat de zytaijee van die stralen
niet langer los van elkaar zitten, maar met
haakjes in elkaan grypen, dan is de veer
ontstaan uit het veeitlons. Geleidelijk ruit
het kuiken zyn donspak voor een veeren
pak.
En als je nu nog weet, dat een veer niet
steeds maar doorgroeit, maar na zekeren
tijd als een volkomen dood ding te beschou
wen is, dan wordt het vanzelfsprekend, dat
een snelgroeiend kuiken eigenlijk op het-
izelfde oogenblik dat het voon het eerst net
jes in de veeren zit, er ook alweer uitge
groeid is en weer van voren af aan kan be-
ginpen met nieuwe, grootere veeren aan te
trékken, in dezelfde volgorde, om zichzelf
voldoende warm te kunnen houden. Het ruit
voortdurend Door het rood verven b.v. van
bepaalde veeren in dien vleugel, aan de
staart enz., heeft men na kunnen gaan dat
een kuiken tusschen zyn*yi£de en zijn der
tiende levensweek 3 keer al zyn veeren ver
nieuwde.
Kijk maar eens hier, en ik tilde (we ston
den toen weer by het kuikenhok) een hen
netje van een week of acht op yit het troep
je, dat zich rondom de karnemelfcbak te
goed' stond te doen, net toen zy haar oogen
dicht deed om het volle genot van het 'lek
kere slokje te hebben. Aan den onderkant
van den uitgeepredden vleugel, Het ik den
jongen van buiten naar binnen tiein pennen
aftellen en wees hem er op, dat dde tien uit
groepen van verschillenden ouderdom be
stonden. Ten eerste oudé veeren, smal (1
c.M.) en kort (10c.M.),
ste gedeelte, de spoel
vertelde, omdat het doorzichtig en hol .was,
dat deze veeren geheel dbod waren en klaar
om uit te vallen. Ten tweede zoo goed als
va Wassen nieuwe veenen, breeder (3 c.M.)
en veel langer (18 c.M.), waarvan de spoel
nog ondoorzichtig en met bloed gevuld was.
Terwijl tusschen de oude en de nieuwe in
zich nog niet volgroeide, nieuwe veeren be
vonden, van 6, en van 4, zelfs van 2 cjM.
lengte, die behalve een klein pluimpje op
den top nog geheel verscholen zaten in hun
scheede zooals het kuikendon» in zyn hoes
je, en waarvan die bloedrijke spoel wel het
't meest in het oog vallende gedeelte was.
Men meent te weten, dlat een jong dier
van de dertiende week niet weer 'inrit, behal
ve een laatste keer, vlak voordat het ge
slachtsrijp is. Daarna ruit het slechts met
regelmatige tusechenpoozen, meestal eens
per jaar.
Dat de oorzaak voor de volwassen dieren
om hun veenen te vernieuwen een andere
moet zijn als by de jonge, groeiende dieren,
voeren sommigen aan als argument voor
hun meening, dat de oude kippen volstrekt
niet behoeven te ruien, indien men maar
zorgt dat er om geen enkelen reden stagna
tie in hun eierproductie kan komen. Is deze
meening de juiste, dan zou de slotzin in te
genstelling met den aanvang van dit arti
keltje mogen luiden, dat de kuikenrui de
normale is en de mi bij oude kippen een
abnormaal verschijnsel ie. Denk echter niet,
dat dit ook myn conclusie is.
INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN.
Paardensport in het belang der
Paardenfokkerij.
Daarom aller belangstelling waard.
Een concours-(hippique is niet een kermis-
jool; een pretje van jongelui, die eens een
dagje met elkaar uit willen zijn; een open
bare vermakelijkheid, zooals er zoovele zijn
in onzen tyd.
Dit moet het niet «tfn; dit behoeft het
niet te zijn; dit mag het niet zijn; hoewel
het natuurlijk ©en dag kan zijn van groot
pleizier; van 'hooggestemd genot.
SPAARBANK VAN DE
1087 10
4% RENTEVERGOEDING
Een concours-hippique is een paarden-
sportfeest van instnuctieven aard; een ten
toonstelling waar van allen kant ieder het
beste laat zien wat hij heeft; een openbare
les, waar ieder paarde nil i efihebbe r zijn paar
denkennis kan vermeerderen en controlee-
ren met wat anderen hebben bereikt; waar
de liefde voor het paard in al zyn prachti
ge eigenschappen en nuttige verrichtingen
wordt in stand gehouden en aangekweekt;
een propaganda voor de paardenfokkerij.
Er zyn in de laatste jaren op verschillen
de plaatsen in ons land allerlei belangrijke
tentoonstelingen gehouden; deze zijn zeer
leerrijk geweest; gaven overvloedig mate
riaal tot 'he,t maken van vergelijkingen; had
den voor inzenders en bezoekers paedagogi-
sche waarde en hébben daarom goede vruch
ten afgeworpen voor de groote groep van
onze lahdbotrweite.
De kenniS'ikth de teelt der gewassen, van
onze fokkerij van rundvee en sahapen en
paaiden, is er door toegenomen en heeft
in de praktijk schitterende resultaten laten
zien.
'Zóó zijn jonze concoursen-hippique in ver
schillende streken langzamerhand ook ge
worden een middel van intensieve propagan
da voor alles wat de paardenfokkerij kan
bevorderen.
Het dwingt onze paardenliefhebbers om
hunne gedachten eens te concentreeren; ver
gelijkingen te maken met wat zy ieder voor
zich denken en doen en met wat anderen
hebben gedacht en gedaan en wisten te be
reiken; zy worden verplicht zich rekenschap
te geven van eigen standpunt, methode en
richting.
Daarom stemt 't opgewekt dat er aller-
wege in ons geheele land zooveel belangstel
ling is voor onze paandensportfeeaten.
Deze belangstelling moet worden behou
den en bevordend met alle kracht.
Want onze paardenfokkerij maakt moei
lijke tijden door en het zou in zijn groote
gevolgen een nationale ramp worden, wan
neer de liefhebberij geheel •ging verdwenen.
In de gladde geaayphalteende straten van
onze steden en voornaamste dorpen hooren
we niet meer het regelmatige, vroolijke
hoefgetrappel van vurige paarden voor ele
gante rijtuigen.
Het is niet meer noodig even terzy. van
den weg te gaan staan om de mooie gan
gen, elegante houding, het sierlijk dragen
van den langen staart en het lustig snuiven
uit de opengesperde neusgaten te bewonde
ren.
Zelfs de knallende zweepslagen van den
voerman op den hoogen bok van zijn vracht
wagen wordt nauwelijks meer gehoord.
Eentonig toeterend en vol lawaai snorren
de ontelbare, zware bestoven, leeljjke per
sonenauto's en vrachtautamabielen den
wandelaar in een eindelooze rij bijna rake
lings voorbij.
Op vele 'boerderijen heeft men 't aanofok-
ken van jonge paarden van veel bloed en
hooge waarde óf geheel stopgezet óf be
langrijk ingekrompen omdat de handelspry-
zen de kosten van opvoeding en onderhoud
niet meer goed kunnen maken; jonge veu
lens van zeer beste kwaliteit en goede af-
staming worden zelfs voor sdaditpryzen
verkocht
En ook het getal gewone werkpaarden
wordt geregeld verminderd omdat vede land
bouwers ineenen de exploitatie van hun be
drijf, waanby *n onzen tyd terdege op de
uitgaven moet worden gelet, op voor-
deeliger wy/ze te kunnen voeren met moto
jaren geleden werden op de paarden-
Gorinchem en Zevenbergen on
ze lichtere jaarlingen nog verkocht voor
380.k 400.per stuk; onze zwaarde
re voor 450.k 500.acht jaren gele
den werden de hengsten uit het ryksheng-
stendepot te Bergen op Zoom nog verkocht
voor gemiddeld f 7900.(type tirigpaand)
en 8200.(type trekpaard) en nu wondt
door een Amerikaan een reusachtige recla
me gemaakt om op elke (boerderij de paar
den trekkracht te verdringen door zyn
Fondson en heeft prof. M. T. Visser uit Wa
peningen het bijna uitgevonden om zelf»
met een foidmaaimachine onze grasmaaiers
en paardenmaaimachines overbodig te wa
ken.
Gelukkig zyn er nog vele landbouwers,
die hun liefde voor het paard, ook in hun
bedrijf neg niet hebben opgegeven en nog
eenige verwachting hebben op een betere
toekomst; $i#^er yrel toe zijn gekomen om
voor zich zelf een fordje aan te schaffen als
onmisbaar vervoermiddel voor hun zaken
doen in onzen haastigen tyd, maar hun klep
per niet willen missen voor hun kerkgang
en familiebezoek en pleizierreisje.
Er zjjn velen, die van jongs af aan van
paarden hebben gehouden, liefhebberij heb
ben gekregen om te rijden van het zadel of
van den bok en verklaarden nog nooit met
volle ambitie achter het stuurrad te hebben
gezeten.
Wat heeft men ook aan zoo'n stom ding
als een auto; dat een willoos werktuig is in
de handen van eiken bekwamen of onbekwa-
men chauffeur; w»or het besturen waarvan
althans geen bijzonder intellect gevorderd
wondt.
(Een echte paardenliefhebber is eerst
recht in zijn element wanneer hij in zyn rij
tuig zit of met zyn zadelpaard een rtftoer-
tje maakt; dan voelt hy zich niet eenzaam
achter een stomme machine, maar gezellig
en één met zijn, levendige gespierde vier
voeter, die reageert op zyn stem en zijn
troleeren om, Wanneer dit niet tot resul
taat leidt, zyn aandacht aan den antenne-
schakelaar te wijden en zoo wellicht tot de
ontdekking te komen, dat de antenne nog
geaard staat. In dit geval is de storing*-
diagnose gemakkelijk te stellen. Anders
wordt het echter, wanneer zeer zwakke ont
vangst zyn radioVreugde dreigt te bederven.
Wanneer btf nauwkeurige controle van het
ontvangapparaat en. zijn toebehooren blijkt,
dat de oorzaak der slechte ontvangst daar
in niet schuilt, d«n is met vrij groote zeker
heid te zeggen, dat de antenne in het onge-
reede is geraakt. De hoogfrequente eléctri-
ache stroompjes door een bepaald zendsta
tion in de antenne opgewekt, gaan soms
verloren in den antenne-aardeschakelaar.
Aan de achterzijde van een dergel ij ken scha
kelaar n.l. zyn de sohroefgaten der verbin
dingen vaak opgevuld met een harsachtige
massa om te voorkomen dat de schroeven
zich loswerken. Deze opvulstof echter is in
vele gevallen sterk geleidend, zoodat de anr
tennestroompjes, vooral by vochtig weer,
via het contact van den messohakelaar en
de genoemde massa naar muur of kozijn ge
voerd worden, zoodat ze voor de ontvangst
verloren gaan. Men verkeert vaak in de
meening, dat het opvullen der schroefgaten
voor isolatiedoeleinden plaatsvindt, waar
door men niet op de gedachte komt, dat de
oorzaak van slechte ontvangst in den an
tenneschakelaar kan schuilen. Het verdient
daarom in alle gevallen aanbeveling om de
antenne-aarde-schakelaar op een tweetal
porseleinen isolatoren te monteeren.
Behalve deze fout kunnen nog andere oor
zaken voor het lekken van de antenne aan
wezig zijn. Een typisch staaltje daarvan on
dervond een radio-monteur in Zuid-Limburg
die onlangs tijdens de meikeverplaag tot de
ontdekking kwam, dat het einde van de an
tenne en de isolatoren door een groote hoe
veelheid dezer diertjes tot tijdelijke ver
blijfplaats gekozen was.
Ons is ook een: geival bekend, dat bij on
derzoek van een niet goed functionneeren.de
antenne bleek, dat de ruimten in de isola
toren gevuld waren met overblijfzelen van
een muggenkolonie, die daar een roemloos
einde had gevonden.
Af gescheiden van deze min of meer toe
vallige storingsoorzaken kan ook de lang
zame verontreiniging der isolatoren door
roet, stof, spinrag op den duux aanleiding
geven tot lekken. Het is daaróm deii Sé-
rieuzen radio-amateur aan te bevelen op
geregelde tijden zyn antenne te laten zak
ken en de isolatoren met waren water .te
reinigen. Dit is voor dengene, die zijn an
tenne aan één of aan baide zijden aan oen
katrol opgeheachen r heeft, een geriAgé
moeite.
Ten slotte komt het ook nog »l eens voor
dat de oorzaak van het slecht functioonee-
ren der antenne geweten moet worden aan
een boomtak, die toevallig ermede in aan
raking is gekomen, waardoor de antenne een
ongewenschte afvoer naar de aarde ver
kreeg.
GEMENGDE BERICHTEN,
Al te goed is...
Een Duimen© jong* awae, bij ïami-
lie te ttusöum als h-ulip in üie iiuiaaou-
d'ing in betrekking getreden, w>wt aoor
haar prettig en beedhaafd optreden oi
ler harten te winnen. Zij vertelde een
predikantsdochter uit CoWeiua te zijn
ae was verloofd nvet een camdwlaat in
die rechten en dan had ze nog een
auster met een ongelukkige lietdto, die
al «out* de hand aan inchaeive hau wil
len slaan. Zoo voorbereid, was het de
Duilsche huisge®oote niet moeilijk na
een paar dagen die familie to doen ge-
looven, dat zo bericht ootv-nngen had
van het overlijden dier zusterdie
dood udt den Kijn was opgehaald.
Diep meelevend met dit treurige ge
val, gal de faimilie het meisje venof
haatr overleden zuster de laatste eer
Ce bewijzen, en, waar de rouwkleur in
het Rijnland' lila was, trol 't zoo bij
zonder, d'at pevrouw een lila mantel
ooetuum en hoed kou leeuien. Als reis
penning kreeg het meisje f 40 mee,
en mijnheer kocht haar een kaartje
2e klasse naar Coblenz. Eerst toen er
verscheidene degen verloopen waren
zonder beriollt. stelde men de» pol ti»
van het gebeurde in kennis. En bij het
ddarna ingestelde onderzoek bleek, dat
do familie het slachtoffers waa gewor
den van een bekende puitsche opliónt-
steT. Men zij gewaarsdiuwd.
Een eenvoudige methode ter bestrijding van
kleermotten.
In Die Umsehau van 3 Juli j.l. doet
mevr. A. Kolloge (Offenbach a M.j. een
eemvTO'udige eat goedkoope methode van
h 1 eermotten-b'estrijding aan de hand.
Haar ervaring loopt over een onge
veer 15-jarige toepapsing in haar eigen
huishouding dier methode, welke op
heit volgende neerkomt.
In 'Mei worden kleeder«ta en boni
uitgeklopt ett geborsteld. Gebreide atol
len moeten, zoo mogelijk, gewaaachen,
in elk geval iritgeborsteldf worden.
K asten nirtifrpten natten doek
uitgeveegd worden. Daarna legt men
de gereinigde kleodingajukken. enz. in
de kamer en laat men op alles zwa
veldamp inwerken. Kasten, kisten, kof
fers enz. moeten open blijven. Al naar
die grootte van hot vertrek legt men
één of twee, in gesmolten zwavel ge
doopte spanen in een bak, steekt ze I,
aan en laat den damp dan eenige uren
of gedurende dop gehoeleo macht, in
werken. Vervjolgorwri bergt men de
klecderep, enz. op en strooit er iijn-
gestfttnpte péper taeschen. Sedert zij
deze methode toepaste, heeft mevr. K.
geen mottenvreeteel meer ontdekt, tien
oude sola, waarin te voren motten za
ten, is niet verder aangetast. De kleu
ren van kicederen, boat, gordijnen,
tapijten* enz. worden in 't geheel niet
door de behandeling aangetast en de
stoffen nemen er geen onaangenamen
reuk door aan.
Mevr. K. voegt aan haar pvededee-
ling nog toe. datCilj, sedert toepassing
van bovengemelde*' irffcthode, fn baar
kamers nauwelijks meer een enkele
vlieg of amder insect ziet.
handbeweging; die'ook alles aiet en boort
wat er om hem heen «ébeurt en voortdurend
in actie is, vol vroolytohaid en kracht.
,Onze paardenfokkers en paardenvrienden
moeten het hoofd niet laten neerhangen
den moetf niét laten zakken en het vertrou
wen in betere tijden bewaren «n vasthouden.
Door de groote motorenfabrikanten wordt
steJjKflmatig een geregelde propaganda fee-
voerd om de paardentractie door autotractie
te vervangen; hiertegenover moeten alle
paardenvrienden propaganda maken voor
wat met onze paarden kan worden gedaan
en (bereikt.
Dit is veed meer dan velen denken of
WZtaS* b v tnov
Er is een tyd geweest dat door onze voor
mannen op het gebied der paardenfokkerij
te veel weid gelet op het exterieur; op vlot
te «waar beenwerk en voldoende massa.
Nu is de tijd gekomen dat men allerwege
meewerkt om ook te letten op het Interieur;
op snelheid en uithoudingsvermogen; op
productiviteit en overervingsvermogenop
humeur en praktische .bruikbaarheid.
Prachtig, dat aller streven gericht is om
te komen tot een goed gebruikspaard in ve
lerlei opfzicht; dat allerlei verrichtingaproe-
ven aan ome wedstrijden worden verbonden.
In dit verband mag worden
herinnerd aan het concourjwhdppique, dat te
Hoofddorp «ad worden gehouden op Woens
dag 21 en Donderdag 22 Juli 1926.
Ook voor dit jaar is het igrootsoh opgeeet
en «al het evenais dat te Hilversum en den
Haag een voornaam cachet dragen omdat
vele nummers internationaal zjjn en vele
buitemlandsche paarden en ruiters worden
verwacht.
Vooral voor de liefhebbers van de land-
bouwbuigpaarden zal er veel te zien zjjn en
te leeren; in deze streek is met een goed
doorgevoerde systematiedhe fokkerij in be
paalde richting Inderdaad ietagoeds be
reikt.
Een prachtige collectie der in de vorige
maand geprimeerde foklnerriën «al in den
ring verschijnen; de harel en onder 't
«adel en voor bet rjjtuig; de jongelui van
onze landelijke rjjvereenigingen «uilen laten
zien, wat met onze wahmlbloetf paarden kan
wonden gedaan.
Moge het riu ook weer de belangstelling
van duizenden trekken.
Er is nog nooit iemand hier geweest, die
spjjt 'had van zjjn ondernomen reis naar het
centruiruvan den grootsten polder van ons
land.
binnenland.
Minister Waszink en het zevend^ leerjaar.
Mor schrijft uit éen Haag aait tl©
Tel.
Do nieuwe miinister van Ouderwijs,
Kunsten en Wétf^nfecbappeh, hoeft' uog
niet vetel van zich doem tioo?©u. Men
mompelt, ctat hij irnoor in zijn oude
wocwjpLaiui.s Hooclen dan op zijn depar
touuett te1 s-Uravewbage vertoeft, in
dien dit ook maar tem de ede juist is,
kan dit slechts meewerken om Je
macht en dien Invloed der ambtenaren,
die aan hot departement ook onder
minister De Visser ae<er groot waren,
nog te vermeerderen.
üMusschem mollen er nu toch plan
nen betreffende de wederinvoering van
het zevende leerjaar bestaan. Men
schijnt te overwegen om voor die ge
meenten, welke diaarop prijs stellen,
het| zevende leerjaar weer in te voe-
ren met fkiaMteele hilp uit 's Rijks
s<ha|lkist. In die gemeenten zon dan,
ook weer de zevenjarige leerplicht gel
den. Dit plan zou nu naar verschil
lende lichamen en personen om advies
gezonden zijn.
Het lijkt ons nogal oen vreemde
constructie, maar iets zal er wel moei
tem gebeuren, daar ook vooral de
Roómscii-Katlio'Jieke leden der Tweede
Kamer herhaaldelijk krachtig er op
hebben aangedrongen om de gaiping,
die tusschen de Leerplichtwet en de
Arbeidswet ten opzichte vani jongelie
den bestaat, zoo spoedig mogelijk aan
te vullen.
Tegen liet wetsontwerp op de N.V.
De bezwaren der Mjj. voor Nij
verheid en Handel.
De 149o jaarlijksche algemeen© ver
gadering der Maaeycnappij voor Nij
verheid en Handel te Amersfoort ge
houden, heeft een adres aan de Twee
de Kamer gezonden, waairin zij naar
aanleiding van de rappor ten, der de
partementen ovjer het op 10 Jam. 1925
ingediende gewijzigde wetsontwerp tot
regeling der Nipamlooze Vennootschap
pen constateert, dat bij een nauwkeu
rige en tot onderdeel en afdalend on
derzoek, van dé vborgdstéftte Wettelij
ke regeling, dóór VadWegd" <lb depar-
tenrenreu ingestelde commissies daarin
wel enkele verbeteringen worden ge
vonden in vergèlijking met de bestaan
de regeling, doch dat zij Dij verre niet
opwegien tegen de zeer ernstige be
zwaren en gevaren van het ontwerp,
welks omslachtige bepalingen geen re
kening houden met de eisoheui van de
praqtijk van het bedrijfsleven.
Ingeviolge de met algemeen© stem
men in de vergadering gegeven op
dracht, verzoekt het hoofdbestuur der
maatschappij de Kamer, aan het ont
werp haar goedkeuring te Willen ont
houden.
E* afschrift van dit adres zal wor
den gezonden aan den minister van
Justitie en aaa de Eerste Kamer.
Nieuwe jrenteaegé
t aadere kleur.
De oude zegels bljjven geldig.
Bij Kon. Beeï. is bepaald, dat in de
Kien* van eenige rente- en dagzegels
wijziging wordt gebrhaht.
u© kteur van net rönteaegei, voor
loaniklasse IV is licht bruine opdruk
op rose onderdruk ende op het zegel
uitgedrukte geldswaarde» 50 centde
kleur vaat het rentezegel voor loop-
klasse V is lichtgroene onderdruk op
ras© onderdruk, en de op het zegel
uitgedrukte geldswaarde 60 cent.
De than* begaande rentezegeis voor
de beide v orengenoemide loonklassen
blijven geldig.
Dp kleur van het dagzegei, tex be
taling vaan ecai dag premie, in loon-
klasse 1 en ip loouklaese II is licht
groene opdruk op lichtgrijzen onder
grond' de kleur van het dagzegei ter
betaling van een dagpremie in loon-
klass© III, is lichtgrijze opdruk op ro
se ondergrond de kleur van het dag
zegel ter betaling van een dagpremie
in loonikiasse IV en in loonklasse V
is lichtblauwe opdruk op lichtgrijzen
ondergrond.
l>e dagzeis voor de vorenveraeide
premies, zooals die tot nu toe in om-
loos waren, blijven geldig.
Hongaarsche kinderen.
Ongeveer 24.0QA Hongaarsche
kinderen hebben hier te lande
huisvesting gevonden.
Hel centraal comité voor Hongaar
sche kinderen, dat in November 1919
het initiatief heeft genomen tot huis
vesting vau kinderen hier te lande, is
dezer dagen ontbonden. G edurende dep
ruim zesjarigen duur van zijn arbeid
is het er in geslaagd, dank zij den
krachtigen steun van een honderd sub
comité s en van duizenden ploegouders
in 26 transporten ongeveer 10.800 kin
deren van alle in Hongarije bestaan
de gezindten te laten overkomen. De
aanvankelijke moeilijkheid, geschikte
gezinnen te vinden voor kinderen van
r.-k. ouders, werd ondervangen, door
dat bet r.-fei. huisvestingscomité even
eens" Hongarije binnen zijn arbeids-
kring trok, waardoor het totale aantal
kinderen, dat hier ie lande huisves
ting vond1, op 23.000 tot 24.000 geschat
mag warden.
1ji de laatste jaren waren met groo-
ten Ijver en toewijding voor de propa
ganda werkzaam mgr. dr. N. Knebel
en prof. dr. K. Kalluy, oodleirscheiden-
11jk van hef huisvestingscomité en het
centrale comité.
Het vervoer van de kinderen ge
schiedde met speciaal daarvoor inge-
Hchte treinen, aanvankelijk beschik
ba air ges teld door de Hongaarsche re-
geering en later door de Lamdes-Kin-
der-Schutfl-liga teBoedtapeet. die met
(ie organisatie van de uitzending was
lielast. De kinderen werdlen voor het
vertrek te Boedapest vanwege onze
regeering door een Nederlandsche ge
neesheer, jhr. F. J. L. Sinckinghe, on-
dierzocht.
Van de door het centrale comité
aangevraagde kinderen blijven nog on
geveer 425 achter, orm, al of niet ge
adopteerd. hier te lande hun opvoe
ding te voltooien.
RADIO-NIEUWS.
- Programma voor heden.
4.50. Frankfort (470 M.) Kamermuziek.
5 05. Parys. Concert.
5.20. Brussel (485 M.) Concert.
6.20. Berlijn. Gymnastiek per radio.
7.20. Londen. Tijdsein, berichten, lezing.
Berlijn. Voordrachten. München. Con
cert.
7.45. Londen. Chopin-pianoconcert.
8.20. Oslo (362 M.) Concert. Brussel.
(486 M.) Lering van Théo Fleisohraann.
Londen. Orkest en soli.
8.35. Stockholm (430 M.) Cabaret.
8.35. Frankfort. Liliëncron-avond. Zü-
rich. Muzikale schetsen.
8.50. Berlijn. „Een tocht op de Havel",
een spel. Kopenhagen (347.6 M.) Orkest.
Parys. Galaconcert Hamburg. „Der
Herr der Erde", radio-spel in zes bedrijven.
9.35. Frankfort. Kamermuziek.
9.50. Londen. Berichten, een sportvoor-
drachti
10.05. Stockholm. Dansmuziek.
10.20. Munster. Liederen. München.
Dansmuziek.
10.25. Londen. Variété.
10.50. Berly'n. Dansmuziek. Londen.
Dansmuziek.
11.20. Kopenhagen. Dansmuziek.
Het station Hilversum (1050 M.) zendt
uit: 12 u. politiebericht; 4.30—&30 H. D. O.
cahcert, soliste ïriej. To Duetz (zang)6.30
7.30 cursus in handelskennis; 7 u. politie
bericht; 7.45 berichten', koersen; 8.10 uit
zending programma der Vereenlging v. Ar
beiders. Sprekers Theo Ihyssep en J. W.
Roskam (de baten van dezen avond: komen
ten voordeele van het Vacantie-Kinderfeest).
10 u. berichten; 10.30. Dansmuziek (van
TVischinsky).
(Het station Königswusterhausen (1300
M.) zendt uit: 8.306.30 lezingen; 8.60
programma van Berlijn.
IHét station Daventy (5 XX 1600 M.)
zendt uit: 10.50 en 1.20 tijdsein; 4.2012.20
programma van Londen.
Zondag 11 JulL j
Hilversum, 1650 M.
8.309.30 R.-K. Morgenwijding. Klein
dameskoor o.' 1. van Mej. Jo Immink, zan
geres te Amsterdam, Mej. Els Hoelen, pia
no, Mej. Nel Goetmakers, mezzo-sopraan.
Spreker: Hr. Paul A. M. Speet, secretaris
van de K. R. O.-atichting. Jesu daleis me-
moria, H. Cuypers. Deh calma o edel (mez
zo sopraan). Rossini. Memorare, Griesba-
cher. Rede van den heer Speet, over: Chris
tus, ons ideaal. Ave Verum, Mitteres. Auf
dem Kirchhofe (Mezzo-sopraan), Brahms.
Ampi die dio Mariae, Griesbachen
9.20 vjn. Christel. Radiover. Orgelspel.
Votum en begroetingszegen. Zingen: Psalm
116 1, 2 en 3. Lezen: De wet dee Heerea
en Openb. 21 18. Gebed. Zingen Psalm
130 2 en 4. Predikatie over 1 Corinthe 15
ves. 54—58. Het Leven van den Christus in
het licht van de zalige opstanding des vlee-
aches. Dat leven verwacht de vernietiging
van den dood. Dat leven roemt tegen den
dood. Dat leven draagt vrucht ondanks den
doo. Tussohenzang: Psalm 17 7 en 8. Ge
bed. Naeang: Psalm 56 6. Slotzegen.
3.00. Matinee door het Residentie-orkest,
0. l. van Ignaz Neumark, uit het Kurhaus
te Scheveningen. Solist: Marcel Reynal, vi
ool. Rossini: Ouverture Willem Teil. Lalo:
Symphonie expagnole (allegro, andante,
rondo). Marcel Reynal. Pauze. Tsohaikows-
ky: Suite du ballet Casse-noisette. Ouver
ture. Marche. Danse de ia Fée dragée. Dan-
se russe (Trepak). Danse arabe. Danse chi-
noise. Danse des Mirlitons. Valse des fleurs.
Wagner: Voorspel 3e acte Lohengrin.
7.00. V.P.RXL-uitzending. Rede door Ds.
E. J. v. d. Brugh, N. H. predikant te Tïél.
8.15. Kurhausooncert. Solistenconcert, o.
1. van Prof. G. Schnéevoigt. Soliste: Irene
Eden, zang. Wagner: Voorspel Die Meister-
singer von Nürnberg, Weber, Weingartner:
Auffordening zuim Taaz. Tschakowsky: An
dante voor strijkorkest uit het kwartet op.
30 a. Mozart: Arie der Constanze aius: Die
Entführung aus dem Serail, b. Mozart: Arie
der Konigin der Nacht aus: Die Zauberflöte
(De TooverfLuört). Irene Eden. Pauze. Mas
senet: Scènes napolitaines. a. La danse. t>.
La procession. c. L'Improvisateur. d. La
Fête. a. Verdi: Aria uit Rigoletto. b. Tho
mas: Aria uit Mignon. Irene Eden. Chopin-
Glazounow: Polonaise u d. suite „Chopinia-
na". j iu
Londen, 365 M. en üaventry, 1600 M.
3.50. Militaire-bandprogramma. De band
van het le batt. v. h. Kon. Yorkshire lichte
infanterieregim. Parade march Hoch Hei-
decksburg, Herzer. Ouverture Village festi
val, Keefe.
4.08. Uit de studio. D. Bennet, sopraan:
The angels are stooping, Besly. The nigh
tingale has a lyre of gold, Weepley. La gi-
rometta, Sibella. Pourquoi rester seulette,
St. Saens. A*ir dm rossignol, St. Saens.
4j20. De band: Piccolo duet The Iwo fin
ches, Kling. Fragmenten van Carmen, él-
zet
4.40. D. Smitm, bariton: Beggars song,
Armstrong Gibbs. The pavhne of the du
chess of Medina, Williams. Protestation,
Maae. Hunting song the seeonse Pack,
Fogg. -
4.50. De band^jthapsodie Ungarische,
Reindel. Largo, Pwydel. Fragmenten van
Madame de Pompadour, Fall. Minden march.
Regimentsmarsch Jock o'York.
5.20. Het British vocaal kwartet. D. Ben
nett, sopraan. E. Colemann, contra-ait. E.
Greene, tenor. D. Smith, bariton. The daisy
chain, cycilus van 12 liederen, gecomponeerd
door Liza Lehmann. Kwaflfcet Foreign chil
dren, Stevenson. Zang (co«tra-alt)Fairies,
Anon. Zanag (bariton)Keepsake mill, Ste
venson. Zang (sopraan)If no one ever mar
ries me, Tadema. Zang (tenor): Stars, Ste
venson. Kwartet: Seeing the world. Zang
(contra-alt): The ship that sailed in the
sun, Rands. Zang (sopraan): The swing,
Stevenson. Zang ('bariton): Mustard and
eress, Gale. Zang (tenor): The mon, Ste
venson. Kwartet: Thank you very much in
deed, Gale. Kwartet: Blindman's buff.
5.50 Shakespeare's heroines (no. 11). The
winter's tale. Hermione, Lilian Braithwaite.
Ie acte, le scène, Zaal in Leonte's paleis.
'2e acte, le Scène: Een kamer in Leonte's
paleis. 3e acte, 2e scène: Het hof van jus
titie. 5e acte, 3e scène: Een kapel in Pauli
na's huis.
8.20. Het luiden van de kerkklokken.
8.35. Eenvoudige kerkdienst.
9.20. Weerbericht, nieuws.
9.40. Chenil kaaner-orkest. De English sin
gers.
9.40. Orkest: New suite for strings, Mo
zart.
9.55. De English singers: Madrigals en
een ballet. Dadies you see time flieth, Mor-
ley. The silver swan, Gibbons. Hark! all ye
lovely saints, Weelkes.
10.03 .Orkest: Sleeply tune, Wright. Pas
torale, Grieg. Mock morris, Grainger.
10.15. De Engflish singers: Volksliedjes.
The turtle dove. The dark, eyed sailor, Wil
liams.
10.25. Orkest: Wals Legends from the
Vienna woods, Strauss.
10.35. De English singers: Motetten. Prai
se Our Lord. Ave Verum, Byrd.
10.43. Orkest: Prelude» en fugue in G-mlol,
Bach. Adagio, Purcell.
11.00. Sluiten.
Slechte ontvangst.
De antenne als oorzaak.
Wanneer het den radio-amateur niet ge
lukt geluid uit zjjn» toestel te halen, dian be
gint hy vaak met alle verbindingen te con-
DAMRUBRIEK
redactie van de Dam** „flUudft",
Searotaria Steynkade 27, Lokaal der olub
4».
Probleem No. 365.
Zwart schjjf <9 21
Wit schjjven op 11, 28, 29.
Probleem N<i. 366
Zwart schijven op 3, 7, 12/
Zwart schijven of> 3, 7, 12/14,^8, 20/22,
27, 35.
Wit schijven op 29, 32/34, 36, 38, 42, 44,
46/48.
Oplossing van probleem No. 301.
Wit speelt 30—30, 34—,29, 39 30, 27—21,
32 14.
Oplossing van probleem No» 362.
Wit speelt 43—38, 27—21, 29—28, 37—32,
32 3, 3 16.
f'
ADVERTENTIKN.
Directeur: G. VAN SPENGlftl.
DINSDAG 13 JULI 's avonds 7.30 uur
in de GROOTE KERK
ORATORIUM van JOS. HAYDN.
Voor Solostemmen, Koor en Orkeet.
Voor-verkoop der toegangsbewijs©* k
0.75 0.10 Stedelijke belasting tot en
Maandag 12 Juli bij Boflkh. J. DE VEN,
Wjjdstraat 4, en den heer J. J. JAGER, Mu
ziekhandel, Kleiweg.
Op den dag der uitvoering «ijn alleen
toegangskaarten verkrijgbaar bjj genoemde
adressen en 's avond» aan het Kerkgebouw
I h 1.h 0.10 Stedelijke belasting.
ZIE GROOTE BILJETTEN I
verdelgt alle ongedierte.
Zeer aan te bevelen tegen mot.
Verkrijgbaar bij 1699 10
ANTON COOPS
Drotiat, Wijditraat 31, Gouda
Deze advertentie Heeft de waarde van 2 Quaker
Oats bons, zooals in de Quaker Oats en Quick
Quaker - Oats pakken zijn ingesloten.
Voor Iederen lepel of vork wordt echter
•tochts. ééne annonce geaccepteerd.