n F m Kittaipptn Heeft toaartie. ~Lj irm; Alio-Spree Zomerkleeding voor kleine jongens. 1 <<4sma**Ês2Êsm Handels Landbouwtaak Giiengdi Ziigvirm. „UECILU" DIE SCHÖPFUNG MEDISCHE BRIEVEN. Cardiospatmus. IV. Wat is de oorzaak van den doorgang van het voedsel in het onderste gedeelte van den slokdarm, zoo luidt zyn allereerste vraag, die op beantwoording wacht Immers het is volkomen duidelijk, dat stagnatie met de gevolgen van dien, plaats vindt, wanneer één of ander ontstekings proces, dat eindigt in litteekenvorxning en samen schrompel ing, daar ter plaatse zich heeft afgespeeld, doch wanneer wij te doen hebben met een geheel normalen slokdarm, waaraan oogenschjjnljjk geen afwijkingen vallen waar te nemen, dan staat ons ver stand een oogenblik stil en onwillekeurig komt aanstonds de vraag naar voren: „Wat is de reden dat het voedsel niet op normale wijze kan passeeren?" Zooals u zich herin neren zult, héb ik u reeds verteld, dat de wand van den slokdarm grootendeels uit spierweefsel bestaat. Wanneer nu bij den normalen, mensch voedsel in de buis komt, dan zullen de spiervezels zich achtereen volgens samentrekken, welke werking ten doel heeft de Yjoedmgisproducten in de rich ting van de m^^'vpprt te bewegen. Ten slotte zal de spysbal jtïan 't eindo gekomen zijn van den slokdarm en bij de ingangs poort van de maag zijn aangeland, welke laatste haar deuren wijd open pleegt te zet ten, zoodat de voedingsmiddelen iweldra in de unaag worden opgenomen. Hébben wij nu te doen met een lijder aan Cardloapatmufl, dan zal nrarwaardigerwyee de typische werking van kien cesophagius uitblijven, ja zal men juist de tegenoverge stelde actie waarnemen. De ipoort van de maag blijft nJ. gesloten als een bus en de zoo even beschreven contracties of samen trekkingen der spieren, welke in de wand van den slokdarm loopen, ontbreken ten eenenimale. Het maakt op ons den indruk alsof de «e- heele slokdarm a.njw. „veriaraid" is, uitge zonderd het alleronderste einde, waar de «pieren zich in een energiache samentrek king bevinden- en tengevolge van die voort durende arbeidzaamheid zijn zij dan ook veelal sterk in omvang toegenomen. Waarop -berusten nu deze verschijnselen en waardoor worden zij in 't leven geroe pen/? zoo zult ge my vragen. Welnu, wij we ten dat spierwerking ten nauwiste samen hangt met zenuwwerking en bet lag voor de hand, dat men eene ging zien, hoe het ge steld was mat de zenuwen welke de spieren van den wand vfcn den slokdarm verzorgen. Het bleek nu wefldra, dat deze veelal in een niet al te beste co nidi tie waren en zoo is bet dus verklaarbaar, dat de spieren, waaruit de wartd van den slokdarm is opgebouwd, te kort schieten. Hoe 't verloop ia van deze ziekte? Ik be hoef mijn waarde lezeressen en lezers nau welijks een antwoord te «eiven op deze vraag. Op zijn ;fc 20ste jaar begonnen is de sdhryver wan den brief, die voor mjj ligt, thans 69 jaar, en nog behept met deze kwaal, al waren er weliswaar perioden in die halve eeuw, waarin hij weinig of geen last ondervond van zijn kwaal. Het ant woord is dus hiermede, zooals ik reeds «ei- de, gegeven-. De duur der aandoening is zeer lang, zoo niet levenslang. Den dood van de patiënt heeft zij evenwel doorgaans niet op haar geweten, hoewel dit niet geheel en al is uit te sluiten. Immers die voedselopname kan op zoodanige wijze belemmerd worden, dat het betrokken individu tenge|volge van uitputting te gronde gaat. De patiënten, die evenwel op deze wijze het slachtoffer wer den, bereikten veelal niet een zoodanigen hoogen ouderdom als mijn waarde lezer, zoódat deze gerust kan zijn. Tenslotte kan ik u nog mededeelen, dat heden ten dage tot een opemtieven ingreep daar ter plaaatse met 't oog op het groote levensgevaar, dat hierbij dreigt in de aller uiterste noodzakelijkheid wordt overge gaan. Bij eenig nadenken zult u begrijpen tot welke moeielijkheden één en ander aan leiding geeft ni. eenerzijds zal men liefst zoo lang mogelijk wachten, terwijl men an derzijds het niet tot het uiterste mag laten komen, daar de patiënt dan te veel verzwakt om den ingreep nog te doorstaan. Hiermede hoop ak de belangrijkste problemen voor mijn waarde lezer te hebben opgelost. ONS PLUIMVEÉ. Over het pluis in de broedmachine en den rui van kuikens. Gisteren kwam mijn kipipejongen me roe pen om eens even naar de kuikens te komen kijken; die moesten bepaald er gevochten hebben of er moest een kat in het hok ge weest zijn, of ze waren ziek, zei hij, want er lagen ineens zooveel veeren in het kui- kenhok! „Jongen", hegi^antwoord, „je hebt een prijsje verdiend, omdat je je oogen zoo goed den kost geeft, maar je hebt het mis, er is niets bijzonders met de kuikens te doen, zjj zijn heel gewoon in den rui." „In den rui vroeg hij ongeloovig, „kuikens in den rui?" Daar had hij nog nooit van gehoord. Als een dag of tien geleden had ik zelf die ietwat gebogen vleugelveertjes van 1 c.M. breed en ongeveer 10 cJd. lang onder de «it- stokken, in de turfmolm en tusschen het gras opgemerkt en met vreugde begroet als téeken v an gezonden groei mijner kuikenkinderen, en er verder niet bij stilge staan. Maar nu besloot ik hem eens wat meer over den rui van jonge dieren te ver tellen, en er dan meteen maar een stukje van te maken voor dit blad, omdat het best mogelijk is, dat er ook onder mijn le zers zijn, die de combinatie der woorden kuiken en rui ongerijmd vinden. Immers als wij, kippenhouders, het woord rui maar hoo- ren, krijgen wij op 'hetzelfde moment een onbehagelijk viaioen van kale kippen en lee- Terwijl door de groote verscheidenheid en de telkens wisselende mode het bedenken en maken van vlugge meisjeskleeding niet moeilijk is, doen zich bij de jongensklee- ding in dit opzicht meer bezwaren voor. Bij hen imoet men in de eerste plaats op stevig heid eir gemak bedacht zjjn en naarmate zij opgroeien wordt deze kwestie dringen der. Hebben ze maar eenmaal den school- gaanden leeftijd bereikt, dan gaat het al veel beter. Dan zijn ze met een wollen broekje en Schil ierhemdje of met een ge streepte jongensblouse altijd even netjes. Ze hebben dan de matrozenpakken tot hun dienst en zien er in de stevige kielpakken van ruitjes- of etrependril, welke tot den hals dichtgeknoopt zijn, meestal op hun voordeeligst uit. Maar zoolang ze nog thuis bij moeder zijn en onder hare hoede spelen, zoolang ze nog bij kleine vriendjes te spelen worden ge vraagd of maatje vergezellen op haar thee praatje, wil zjj er zoo gaarne nette kerel tjes van hebben, dip door iets origineels in hunne kleeding opvallen en uitmunten. En als het beetje moeite dat dit meebrengt geen gewicht in de schaal legt, kan de kleine broekman op velerlei manieren in een ele- ganten jongenheer omgetooverd worden. Gewoonlijk geeft de industrie de beste voorbeelden. Want correctheid en kantigheid moeten kenmerken zijn der betere jongens- kleeding. De broekjes en blouajes moeten fraai van snit en goed geperst zijn. De ver siering moet aardig aandoen en toch niet meisjesachtig zijn. Onze modelletjes voldoen aan deze eischen. Het eerste heeft een broekje van paars ka toenen of terra crêpe popeline, dat op het leuke blousje van witte mattingstof ge knoopt is. De kruissteek-versiering van het blousje is in de tint van het broekje met een lichter kleurtje als neventint. Van het middelste is het broekje van licht-lila of bleu katoenen rips, met blouse van witte tricoline, in ruiten bestikt met dezelfde kleur als het broekje. Let op de moppige daskraagje van dit pakje dat le vendig aan de lavallière-mode herinnert en toch volstrekt jongensachtig aandoet. Bij no. drie is alles eenvoud wat eraan is en moet de mooie frissche kleur het dus doen. Het broekje is van bleu, abrikoos of lila linnen met dito bretelles over een wit linnen broekje. Voor jongetjes welke nog tot den kleuterleeftijd behooren ïykt ons een pakje van het modieuse Tabraeco, een piké-achtige stof met lijntjes ruiten, inge vuld met kleurige bloemetjes, erg aardig. Dit heeft een los kieltje met korte mouw tjes, welke uitgeschulpt en met de kleur der bloemetjes omboord zijn. Het heeft ook een ron<l halsje en aan weerszijden van het mid den vóór een split, welke splitten uitge schulpt en afgeboord zijn. Het kieltje hangt geheel recht, zonder ceintuurtje, en laat het broekje maar 5'c.M. uitkijken. Een lief fa$on van kieltje laat zdch ook uitvoeren in mooie tussor naturel, dat aar dig voldoet met een middeupatte en twee zakbiezen geborduurd in zwart-met-oranje kleuren. Het kieltje draagt verder een met zwart-oranje steken ijl-omlijst, plat jon- genakraagje, is lang en los van voren en maar 5 c.M. korter dan het broekje. Dit model ware ook keurig van bessen- sapkleurig linnen, met een rond plastron van wit-met-dezelfde tint geruite zefir. Het moet dan korte mouwtjes met dezelfde ruit- jes-opslagjes hebben en ook het kraagje moet dan van ruitjesstof wezen. Voor het kleine manneke dat pas leert loopen is het «rétonne epeelpakje uit één stuk met póffende broek rand, de beste dracht voor in huis. Zoodra hij truitje en tricot-broekje ontgroeid is, staat voor hem een opknooppakje met wat plisségarneering het aardigst, tenzij om andere redenen het bedekkende kieltje nog wel zóó gewenscht is. Gaat hij uit en is het niet al te warm, dan zy'n daar de lieve mantel-jasjes in bois- de-rose en in witte stof, om van hem een echte dandy in den dop te maken. Met wat stikwerk versierd is het jasje alleraardigst vooral als hij er een bijpassend hoedje van zes parten met pompon en half opgeslagen randje bij draagt, dat zijn krullebol een pas sende bedekking kan geven. GRAjCE ALLAN. legnesten, alsof die drie dingen in een logisch, innig verband met elkaar staan, waarin voor het kuiken geen plaats is. „Nog nooit van kuikenrui gehoord?" jeg ik hem dus. „Wel jongen, dan zal ik je daar met eigen oogen eens van A tot Z, kuiken tot hen, iets van laten zien. Laten we dan maar met de A beginnen, en ik wees hem op een afbeelding van een 11 meter groote kiem uit een ei (dat pas 7 dagen bebroed was), dat dan de allereerste eeraanleg al heel duidelijk te zien is als een aantal kleine verhevenheden van de l, die in verschillende veldjes gegroe peerd zijn. Gedurende den verderen broed tijd, vertelde ik hem, groeien die verheven heden uit tot lange, haarvormige huidaan hangsels, die nestharen genoemd wonden en aan een pasgeboren kuiken heel gemakke lijk te zien zijn. Ga mee naar den kelder, en ïam hem mee naar m'n broedmachines, rvan er één nog vuil stond van het daags tevoren uitgekomen broedsel en waarvan een dhdere juist aan het uitkomen was. Vergelijk nu eens, vroeg ik hem, dit kuiken hier vooraan, dat nog heelemaal nat is en wel geheel naakt lijkt, met zijn opge- droogden buurman. Kijk maar goed toe, dan zie je, dat het natte kuiken heelemaal kaal is, maar een aantal gladde baren draagt, die tegen het kuikenlijfje aangeplakt zitten. Het zijn er echter maar armzalig weinig, alsof je ze zoudt kunnen tellen, vergeleken bij den rijken overvloed van mollig dons, waarin het opgedroogde kuiken verscholen zit. Begrijp jij» vroeg ik den weetgierige, waar die overvloed van dons ineens vandaan komt Zelfs als die gladde nestharen opdro- ren en uit gaan staan en dan twee maal zoo veel lijken als op het natte kuiken, kunnen ze toch nooit zoo'n mooi donskleed vormen Neen, dat begreep hij niet. Nu, antwoord de ik, dan moet je de eierlade met leege dop pen eens even uit deze vuile machine halen en er eens even hard in blatzen! Dat deed h(j, zoodat z'n wangen bol stonden en totdat een wolk van haarfijn „pluis" hem de be doeling van dat blazen had duidelijk ge maakt. De hoeken van de machine lagen na deze bewerking nog vol van datzelfde „stof. Het verwonderde mij niets ,dat de jongen mij toen niet terstond antwoorden kon op m'n vraag: Widt is dat voor pluis en waar komt het zoo ineens vandaan? Want er zijn my de laatste weken grootere menischen dan hij het ant woord schuldig gebleven en dat waren allen menschen, die dagey-ks met broedmachines omgaan en telkens na ieder broedsel een massa pluis uit hun machines we# vegen! Toch gaf hy my na een oogenblik beden ken, een aardig antwoord, en oei, dat die nestharen uitvielen en het losse pluis vorm den dn de machine en dat het kuiken daarna met dons 'bedekt werd. Knap bedacht, maar het is niet zoo, zei ik, tenminste niet precies zoo, ofschoon er wel verband bestaat tusschen de nestlhareii, het losse pluis en het kuikendons. Pluü maai- van dat natte kuiken wat haren af, dan zal ik wat van het pluis meenemen naar boven en ook wat dons afplukken van het opgedroogde kuiken. Dan zullen wy boven onder de loupe alles eens nauwkeurig bekij ken. Toen Het ik hem onder de loupe eerst de gladde ronde nestharen bekijken, daarna de onregelmatig gevormde, langere en kortere deeltjes, waaruit het pluis (bestaat uit alle maal afzonderlijke waaiers, en de stralen van iedere waaier zijn zelf weer heel kleine veertjes, riep hij uit. Juist, zei ik, en nu kan je ook zien dat er onder dat nesthaar een complete waaier van het kuiken dons verborgen zit! Toen ging er hem een licht op, waarom het natte kuiken met z'n spaarzame haartjes in erikele uren tyds kan veranderen in een balletje ivan rijk dons. Het is ermee als met een parapluie, be weerde ik ten overvloede, als je van het opgerolde, onaanzienlijke ziwarte ding het buitenste hoesje afneemt, dan onplooit het binnenste zich naar alle kanten. En toen ik hem ten slotte nog eens vroeg, maar wat is dat pluis nu eigenlijk? antwoordde hjj heel gevat: dat zijn de hoesjes, dde door de groeiende, opdrogende nestharen uitgetrok ken zijn, voordat zij het kuiken in zjjn pak van donzen waaiers staken! IStel' je eens voor, zei ik, dat het kuiken bedekt met die simpele nestharen, zijn eer ste levensdagen rondstapte, wat zou de stakkerd het dan koud hebben. Wat een ge luk dat het dons, waarmee het ter wereld komt, zoo fijn vertakt is; tusschen die fijne takjes kan het een massa lucht vast houden, waardoor de warmte van het kudken zelf verhinderd wordt al te gemakkelijk te ont wijken, net als onze lichaamswarmte als we onder een wollen deken liggen! ©e A van den kuikenrui héb je nu geaien, en voor de rest (moet je iederen dag goed op letten, wat er verder met het kuikendons gebeurt, naarmate het kuiken groeit. En dan zul je begrijpen van hoe groot belang het voor het kuiken is, dat eerst de vleugel- veeren verschijnen, daarna d® schouder- en rugveeren en ten slotte de kopveeren. Het is namelyk de romp van het kuiken, die de eerste dagen het meest dn omvang toe neemt; hiermee houdt de ontwikkeking van den vleugel gelijken tred, waardoor de be schutting der in de borst- en buikholte ge legen organen verzekerd wordt. De eerste functie van den vleugel is niet het vliegen, maar het geven van beschutting tegen kou de. Aan de rugzijde, waar de wervelkolom met het ver naar voren reikende bekken, hoewel nog niet verbeend, tooh reeds be schutting geeft, heeft de veerontwikkeling niet zoo'n haast als op het söhoudergedeelte waar de skeletdeelen maar smal en de Ion gen onvoldoende beschut zyn. Nu wordt het je ook al duidelijk, waarom de kopveeren veilig het allerlaatst te voorschijn kunnen komen, al steekt het kuiken juist altijd al leen zijn (kopje buiten de verwarmende moe der in de koude. Namelijk omdat de hersenen reeds vanaf de geboorte rondom door den schedel beschermd worden. Het waaiervormige kuikendons wordt ge leidelijk vervangen door veer-vormig dons en door dekveeren en pennen, die welbe schouwd in hun bouw veel overeenkomst met elkaar vertoonen. Want indien je je voorstelt, dat de middelste straal van den waaier krachtiger wordt dan de andere, en de andere links en rechts gaat dragen, dan is het grootste verschil tusschen ""kuikendons en veerdons reedfe verklaard, de veenvorm verklaard uit den waaiervorm. En als je je voorstelt, dat de zytaijee van die stralen niet langer los van elkaar zitten, maar met haakjes in elkaan grypen, dan is de veer ontstaan uit het veeitlons. Geleidelijk ruit het kuiken zyn donspak voor een veeren pak. En als je nu nog weet, dat een veer niet steeds maar doorgroeit, maar na zekeren tijd als een volkomen dood ding te beschou wen is, dan wordt het vanzelfsprekend, dat een snelgroeiend kuiken eigenlijk op het- izelfde oogenblik dat het voon het eerst net jes in de veeren zit, er ook alweer uitge groeid is en weer van voren af aan kan be- ginpen met nieuwe, grootere veeren aan te trékken, in dezelfde volgorde, om zichzelf voldoende warm te kunnen houden. Het ruit voortdurend Door het rood verven b.v. van bepaalde veeren in dien vleugel, aan de staart enz., heeft men na kunnen gaan dat een kuiken tusschen zyn*yi£de en zijn der tiende levensweek 3 keer al zyn veeren ver nieuwde. Kijk maar eens hier, en ik tilde (we ston den toen weer by het kuikenhok) een hen netje van een week of acht op yit het troep je, dat zich rondom de karnemelfcbak te goed' stond te doen, net toen zy haar oogen dicht deed om het volle genot van het 'lek kere slokje te hebben. Aan den onderkant van den uitgeepredden vleugel, Het ik den jongen van buiten naar binnen tiein pennen aftellen en wees hem er op, dat dde tien uit groepen van verschillenden ouderdom be stonden. Ten eerste oudé veeren, smal (1 c.M.) en kort (10c.M.), ste gedeelte, de spoel vertelde, omdat het doorzichtig en hol .was, dat deze veeren geheel dbod waren en klaar om uit te vallen. Ten tweede zoo goed als va Wassen nieuwe veenen, breeder (3 c.M.) en veel langer (18 c.M.), waarvan de spoel nog ondoorzichtig en met bloed gevuld was. Terwijl tusschen de oude en de nieuwe in zich nog niet volgroeide, nieuwe veeren be vonden, van 6, en van 4, zelfs van 2 cjM. lengte, die behalve een klein pluimpje op den top nog geheel verscholen zaten in hun scheede zooals het kuikendon» in zyn hoes je, en waarvan die bloedrijke spoel wel het 't meest in het oog vallende gedeelte was. Men meent te weten, dlat een jong dier van de dertiende week niet weer 'inrit, behal ve een laatste keer, vlak voordat het ge slachtsrijp is. Daarna ruit het slechts met regelmatige tusechenpoozen, meestal eens per jaar. Dat de oorzaak voor de volwassen dieren om hun veenen te vernieuwen een andere moet zijn als by de jonge, groeiende dieren, voeren sommigen aan als argument voor hun meening, dat de oude kippen volstrekt niet behoeven te ruien, indien men maar zorgt dat er om geen enkelen reden stagna tie in hun eierproductie kan komen. Is deze meening de juiste, dan zou de slotzin in te genstelling met den aanvang van dit arti keltje mogen luiden, dat de kuikenrui de normale is en de mi bij oude kippen een abnormaal verschijnsel ie. Denk echter niet, dat dit ook myn conclusie is. INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN. Paardensport in het belang der Paardenfokkerij. Daarom aller belangstelling waard. Een concours-(hippique is niet een kermis- jool; een pretje van jongelui, die eens een dagje met elkaar uit willen zijn; een open bare vermakelijkheid, zooals er zoovele zijn in onzen tyd. Dit moet het niet «tfn; dit behoeft het niet te zijn; dit mag het niet zijn; hoewel het natuurlijk ©en dag kan zijn van groot pleizier; van 'hooggestemd genot. SPAARBANK VAN DE 1087 10 4% RENTEVERGOEDING Een concours-hippique is een paarden- sportfeest van instnuctieven aard; een ten toonstelling waar van allen kant ieder het beste laat zien wat hij heeft; een openbare les, waar ieder paarde nil i efihebbe r zijn paar denkennis kan vermeerderen en controlee- ren met wat anderen hebben bereikt; waar de liefde voor het paard in al zyn prachti ge eigenschappen en nuttige verrichtingen wordt in stand gehouden en aangekweekt; een propaganda voor de paardenfokkerij. Er zyn in de laatste jaren op verschillen de plaatsen in ons land allerlei belangrijke tentoonstelingen gehouden; deze zijn zeer leerrijk geweest; gaven overvloedig mate riaal tot 'he,t maken van vergelijkingen; had den voor inzenders en bezoekers paedagogi- sche waarde en hébben daarom goede vruch ten afgeworpen voor de groote groep van onze lahdbotrweite. De kenniS'ikth de teelt der gewassen, van onze fokkerij van rundvee en sahapen en paaiden, is er door toegenomen en heeft in de praktijk schitterende resultaten laten zien. 'Zóó zijn jonze concoursen-hippique in ver schillende streken langzamerhand ook ge worden een middel van intensieve propagan da voor alles wat de paardenfokkerij kan bevorderen. Het dwingt onze paardenliefhebbers om hunne gedachten eens te concentreeren; ver gelijkingen te maken met wat zy ieder voor zich denken en doen en met wat anderen hebben gedacht en gedaan en wisten te be reiken; zy worden verplicht zich rekenschap te geven van eigen standpunt, methode en richting. Daarom stemt 't opgewekt dat er aller- wege in ons geheele land zooveel belangstel ling is voor onze paandensportfeeaten. Deze belangstelling moet worden behou den en bevordend met alle kracht. Want onze paardenfokkerij maakt moei lijke tijden door en het zou in zijn groote gevolgen een nationale ramp worden, wan neer de liefhebberij geheel •ging verdwenen. In de gladde geaayphalteende straten van onze steden en voornaamste dorpen hooren we niet meer het regelmatige, vroolijke hoefgetrappel van vurige paarden voor ele gante rijtuigen. Het is niet meer noodig even terzy. van den weg te gaan staan om de mooie gan gen, elegante houding, het sierlijk dragen van den langen staart en het lustig snuiven uit de opengesperde neusgaten te bewonde ren. Zelfs de knallende zweepslagen van den voerman op den hoogen bok van zijn vracht wagen wordt nauwelijks meer gehoord. Eentonig toeterend en vol lawaai snorren de ontelbare, zware bestoven, leeljjke per sonenauto's en vrachtautamabielen den wandelaar in een eindelooze rij bijna rake lings voorbij. Op vele 'boerderijen heeft men 't aanofok- ken van jonge paarden van veel bloed en hooge waarde óf geheel stopgezet óf be langrijk ingekrompen omdat de handelspry- zen de kosten van opvoeding en onderhoud niet meer goed kunnen maken; jonge veu lens van zeer beste kwaliteit en goede af- staming worden zelfs voor sdaditpryzen verkocht En ook het getal gewone werkpaarden wordt geregeld verminderd omdat vede land bouwers ineenen de exploitatie van hun be drijf, waanby *n onzen tyd terdege op de uitgaven moet worden gelet, op voor- deeliger wy/ze te kunnen voeren met moto jaren geleden werden op de paarden- Gorinchem en Zevenbergen on ze lichtere jaarlingen nog verkocht voor 380.k 400.per stuk; onze zwaarde re voor 450.k 500.acht jaren gele den werden de hengsten uit het ryksheng- stendepot te Bergen op Zoom nog verkocht voor gemiddeld f 7900.(type tirigpaand) en 8200.(type trekpaard) en nu wondt door een Amerikaan een reusachtige recla me gemaakt om op elke (boerderij de paar den trekkracht te verdringen door zyn Fondson en heeft prof. M. T. Visser uit Wa peningen het bijna uitgevonden om zelf» met een foidmaaimachine onze grasmaaiers en paardenmaaimachines overbodig te wa ken. Gelukkig zyn er nog vele landbouwers, die hun liefde voor het paard, ook in hun bedrijf neg niet hebben opgegeven en nog eenige verwachting hebben op een betere toekomst; $i#^er yrel toe zijn gekomen om voor zich zelf een fordje aan te schaffen als onmisbaar vervoermiddel voor hun zaken doen in onzen haastigen tyd, maar hun klep per niet willen missen voor hun kerkgang en familiebezoek en pleizierreisje. Er zjjn velen, die van jongs af aan van paarden hebben gehouden, liefhebberij heb ben gekregen om te rijden van het zadel of van den bok en verklaarden nog nooit met volle ambitie achter het stuurrad te hebben gezeten. Wat heeft men ook aan zoo'n stom ding als een auto; dat een willoos werktuig is in de handen van eiken bekwamen of onbekwa- men chauffeur; w»or het besturen waarvan althans geen bijzonder intellect gevorderd wondt. (Een echte paardenliefhebber is eerst recht in zijn element wanneer hij in zyn rij tuig zit of met zyn zadelpaard een rtftoer- tje maakt; dan voelt hy zich niet eenzaam achter een stomme machine, maar gezellig en één met zijn, levendige gespierde vier voeter, die reageert op zyn stem en zijn troleeren om, Wanneer dit niet tot resul taat leidt, zyn aandacht aan den antenne- schakelaar te wijden en zoo wellicht tot de ontdekking te komen, dat de antenne nog geaard staat. In dit geval is de storing*- diagnose gemakkelijk te stellen. Anders wordt het echter, wanneer zeer zwakke ont vangst zyn radioVreugde dreigt te bederven. Wanneer btf nauwkeurige controle van het ontvangapparaat en. zijn toebehooren blijkt, dat de oorzaak der slechte ontvangst daar in niet schuilt, d«n is met vrij groote zeker heid te zeggen, dat de antenne in het onge- reede is geraakt. De hoogfrequente eléctri- ache stroompjes door een bepaald zendsta tion in de antenne opgewekt, gaan soms verloren in den antenne-aardeschakelaar. Aan de achterzijde van een dergel ij ken scha kelaar n.l. zyn de sohroefgaten der verbin dingen vaak opgevuld met een harsachtige massa om te voorkomen dat de schroeven zich loswerken. Deze opvulstof echter is in vele gevallen sterk geleidend, zoodat de anr tennestroompjes, vooral by vochtig weer, via het contact van den messohakelaar en de genoemde massa naar muur of kozijn ge voerd worden, zoodat ze voor de ontvangst verloren gaan. Men verkeert vaak in de meening, dat het opvullen der schroefgaten voor isolatiedoeleinden plaatsvindt, waar door men niet op de gedachte komt, dat de oorzaak van slechte ontvangst in den an tenneschakelaar kan schuilen. Het verdient daarom in alle gevallen aanbeveling om de antenne-aarde-schakelaar op een tweetal porseleinen isolatoren te monteeren. Behalve deze fout kunnen nog andere oor zaken voor het lekken van de antenne aan wezig zijn. Een typisch staaltje daarvan on dervond een radio-monteur in Zuid-Limburg die onlangs tijdens de meikeverplaag tot de ontdekking kwam, dat het einde van de an tenne en de isolatoren door een groote hoe veelheid dezer diertjes tot tijdelijke ver blijfplaats gekozen was. Ons is ook een: geival bekend, dat bij on derzoek van een niet goed functionneeren.de antenne bleek, dat de ruimten in de isola toren gevuld waren met overblijfzelen van een muggenkolonie, die daar een roemloos einde had gevonden. Af gescheiden van deze min of meer toe vallige storingsoorzaken kan ook de lang zame verontreiniging der isolatoren door roet, stof, spinrag op den duux aanleiding geven tot lekken. Het is daaróm deii Sé- rieuzen radio-amateur aan te bevelen op geregelde tijden zyn antenne te laten zak ken en de isolatoren met waren water .te reinigen. Dit is voor dengene, die zijn an tenne aan één of aan baide zijden aan oen katrol opgeheachen r heeft, een geriAgé moeite. Ten slotte komt het ook nog »l eens voor dat de oorzaak van het slecht functioonee- ren der antenne geweten moet worden aan een boomtak, die toevallig ermede in aan raking is gekomen, waardoor de antenne een ongewenschte afvoer naar de aarde ver kreeg. GEMENGDE BERICHTEN, Al te goed is... Een Duimen© jong* awae, bij ïami- lie te ttusöum als h-ulip in üie iiuiaaou- d'ing in betrekking getreden, w>wt aoor haar prettig en beedhaafd optreden oi ler harten te winnen. Zij vertelde een predikantsdochter uit CoWeiua te zijn ae was verloofd nvet een camdwlaat in die rechten en dan had ze nog een auster met een ongelukkige lietdto, die al «out* de hand aan inchaeive hau wil len slaan. Zoo voorbereid, was het de Duilsche huisge®oote niet moeilijk na een paar dagen die familie to doen ge- looven, dat zo bericht ootv-nngen had van het overlijden dier zusterdie dood udt den Kijn was opgehaald. Diep meelevend met dit treurige ge val, gal de faimilie het meisje venof haatr overleden zuster de laatste eer Ce bewijzen, en, waar de rouwkleur in het Rijnland' lila was, trol 't zoo bij zonder, d'at pevrouw een lila mantel ooetuum en hoed kou leeuien. Als reis penning kreeg het meisje f 40 mee, en mijnheer kocht haar een kaartje 2e klasse naar Coblenz. Eerst toen er verscheidene degen verloopen waren zonder beriollt. stelde men de» pol ti» van het gebeurde in kennis. En bij het ddarna ingestelde onderzoek bleek, dat do familie het slachtoffers waa gewor den van een bekende puitsche opliónt- steT. Men zij gewaarsdiuwd. Een eenvoudige methode ter bestrijding van kleermotten. In Die Umsehau van 3 Juli j.l. doet mevr. A. Kolloge (Offenbach a M.j. een eemvTO'udige eat goedkoope methode van h 1 eermotten-b'estrijding aan de hand. Haar ervaring loopt over een onge veer 15-jarige toepapsing in haar eigen huishouding dier methode, welke op heit volgende neerkomt. In 'Mei worden kleeder«ta en boni uitgeklopt ett geborsteld. Gebreide atol len moeten, zoo mogelijk, gewaaachen, in elk geval iritgeborsteldf worden. K asten nirtifrpten natten doek uitgeveegd worden. Daarna legt men de gereinigde kleodingajukken. enz. in de kamer en laat men op alles zwa veldamp inwerken. Kasten, kisten, kof fers enz. moeten open blijven. Al naar die grootte van hot vertrek legt men één of twee, in gesmolten zwavel ge doopte spanen in een bak, steekt ze I, aan en laat den damp dan eenige uren of gedurende dop gehoeleo macht, in werken. Vervjolgorwri bergt men de klecderep, enz. op en strooit er iijn- gestfttnpte péper taeschen. Sedert zij deze methode toepaste, heeft mevr. K. geen mottenvreeteel meer ontdekt, tien oude sola, waarin te voren motten za ten, is niet verder aangetast. De kleu ren van kicederen, boat, gordijnen, tapijten* enz. worden in 't geheel niet door de behandeling aangetast en de stoffen nemen er geen onaangenamen reuk door aan. Mevr. K. voegt aan haar pvededee- ling nog toe. datCilj, sedert toepassing van bovengemelde*' irffcthode, fn baar kamers nauwelijks meer een enkele vlieg of amder insect ziet. handbeweging; die'ook alles aiet en boort wat er om hem heen «ébeurt en voortdurend in actie is, vol vroolytohaid en kracht. ,Onze paardenfokkers en paardenvrienden moeten het hoofd niet laten neerhangen den moetf niét laten zakken en het vertrou wen in betere tijden bewaren «n vasthouden. Door de groote motorenfabrikanten wordt steJjKflmatig een geregelde propaganda fee- voerd om de paardentractie door autotractie te vervangen; hiertegenover moeten alle paardenvrienden propaganda maken voor wat met onze paarden kan worden gedaan en (bereikt. Dit is veed meer dan velen denken of WZtaS* b v tnov Er is een tyd geweest dat door onze voor mannen op het gebied der paardenfokkerij te veel weid gelet op het exterieur; op vlot te «waar beenwerk en voldoende massa. Nu is de tijd gekomen dat men allerwege meewerkt om ook te letten op het Interieur; op snelheid en uithoudingsvermogen; op productiviteit en overervingsvermogenop humeur en praktische .bruikbaarheid. Prachtig, dat aller streven gericht is om te komen tot een goed gebruikspaard in ve lerlei opfzicht; dat allerlei verrichtingaproe- ven aan ome wedstrijden worden verbonden. In dit verband mag worden herinnerd aan het concourjwhdppique, dat te Hoofddorp «ad worden gehouden op Woens dag 21 en Donderdag 22 Juli 1926. Ook voor dit jaar is het igrootsoh opgeeet en «al het evenais dat te Hilversum en den Haag een voornaam cachet dragen omdat vele nummers internationaal zjjn en vele buitemlandsche paarden en ruiters worden verwacht. Vooral voor de liefhebbers van de land- bouwbuigpaarden zal er veel te zien zjjn en te leeren; in deze streek is met een goed doorgevoerde systematiedhe fokkerij in be paalde richting Inderdaad ietagoeds be reikt. Een prachtige collectie der in de vorige maand geprimeerde foklnerriën «al in den ring verschijnen; de harel en onder 't «adel en voor bet rjjtuig; de jongelui van onze landelijke rjjvereenigingen «uilen laten zien, wat met onze wahmlbloetf paarden kan wonden gedaan. Moge het riu ook weer de belangstelling van duizenden trekken. Er is nog nooit iemand hier geweest, die spjjt 'had van zjjn ondernomen reis naar het centruiruvan den grootsten polder van ons land. binnenland. Minister Waszink en het zevend^ leerjaar. Mor schrijft uit éen Haag aait tl© Tel. Do nieuwe miinister van Ouderwijs, Kunsten en Wétf^nfecbappeh, hoeft' uog niet vetel van zich doem tioo?©u. Men mompelt, ctat hij irnoor in zijn oude wocwjpLaiui.s Hooclen dan op zijn depar touuett te1 s-Uravewbage vertoeft, in dien dit ook maar tem de ede juist is, kan dit slechts meewerken om Je macht en dien Invloed der ambtenaren, die aan hot departement ook onder minister De Visser ae<er groot waren, nog te vermeerderen. üMusschem mollen er nu toch plan nen betreffende de wederinvoering van het zevende leerjaar bestaan. Men schijnt te overwegen om voor die ge meenten, welke diaarop prijs stellen, het| zevende leerjaar weer in te voe- ren met fkiaMteele hilp uit 's Rijks s<ha|lkist. In die gemeenten zon dan, ook weer de zevenjarige leerplicht gel den. Dit plan zou nu naar verschil lende lichamen en personen om advies gezonden zijn. Het lijkt ons nogal oen vreemde constructie, maar iets zal er wel moei tem gebeuren, daar ook vooral de Roómscii-Katlio'Jieke leden der Tweede Kamer herhaaldelijk krachtig er op hebben aangedrongen om de gaiping, die tusschen de Leerplichtwet en de Arbeidswet ten opzichte vani jongelie den bestaat, zoo spoedig mogelijk aan te vullen. Tegen liet wetsontwerp op de N.V. De bezwaren der Mjj. voor Nij verheid en Handel. De 149o jaarlijksche algemeen© ver gadering der Maaeycnappij voor Nij verheid en Handel te Amersfoort ge houden, heeft een adres aan de Twee de Kamer gezonden, waairin zij naar aanleiding van de rappor ten, der de partementen ovjer het op 10 Jam. 1925 ingediende gewijzigde wetsontwerp tot regeling der Nipamlooze Vennootschap pen constateert, dat bij een nauwkeu rige en tot onderdeel en afdalend on derzoek, van dé vborgdstéftte Wettelij ke regeling, dóór VadWegd" <lb depar- tenrenreu ingestelde commissies daarin wel enkele verbeteringen worden ge vonden in vergèlijking met de bestaan de regeling, doch dat zij Dij verre niet opwegien tegen de zeer ernstige be zwaren en gevaren van het ontwerp, welks omslachtige bepalingen geen re kening houden met de eisoheui van de praqtijk van het bedrijfsleven. Ingeviolge de met algemeen© stem men in de vergadering gegeven op dracht, verzoekt het hoofdbestuur der maatschappij de Kamer, aan het ont werp haar goedkeuring te Willen ont houden. E* afschrift van dit adres zal wor den gezonden aan den minister van Justitie en aaa de Eerste Kamer. Nieuwe jrenteaegé t aadere kleur. De oude zegels bljjven geldig. Bij Kon. Beeï. is bepaald, dat in de Kien* van eenige rente- en dagzegels wijziging wordt gebrhaht. u© kteur van net rönteaegei, voor loaniklasse IV is licht bruine opdruk op rose onderdruk ende op het zegel uitgedrukte geldswaarde» 50 centde kleur vaat het rentezegel voor loop- klasse V is lichtgroene onderdruk op ras© onderdruk, en de op het zegel uitgedrukte geldswaarde 60 cent. De than* begaande rentezegeis voor de beide v orengenoemide loonklassen blijven geldig. Dp kleur van het dagzegei, tex be taling vaan ecai dag premie, in loon- klasse 1 en ip loouklaese II is licht groene opdruk op lichtgrijzen onder grond' de kleur van het dagzegei ter betaling van een dagpremie in loon- klass© III, is lichtgrijze opdruk op ro se ondergrond de kleur van het dag zegel ter betaling van een dagpremie in loonikiasse IV en in loonklasse V is lichtblauwe opdruk op lichtgrijzen ondergrond. l>e dagzeis voor de vorenveraeide premies, zooals die tot nu toe in om- loos waren, blijven geldig. Hongaarsche kinderen. Ongeveer 24.0QA Hongaarsche kinderen hebben hier te lande huisvesting gevonden. Hel centraal comité voor Hongaar sche kinderen, dat in November 1919 het initiatief heeft genomen tot huis vesting vau kinderen hier te lande, is dezer dagen ontbonden. G edurende dep ruim zesjarigen duur van zijn arbeid is het er in geslaagd, dank zij den krachtigen steun van een honderd sub comité s en van duizenden ploegouders in 26 transporten ongeveer 10.800 kin deren van alle in Hongarije bestaan de gezindten te laten overkomen. De aanvankelijke moeilijkheid, geschikte gezinnen te vinden voor kinderen van r.-k. ouders, werd ondervangen, door dat bet r.-fei. huisvestingscomité even eens" Hongarije binnen zijn arbeids- kring trok, waardoor het totale aantal kinderen, dat hier ie lande huisves ting vond1, op 23.000 tot 24.000 geschat mag warden. 1ji de laatste jaren waren met groo- ten Ijver en toewijding voor de propa ganda werkzaam mgr. dr. N. Knebel en prof. dr. K. Kalluy, oodleirscheiden- 11jk van hef huisvestingscomité en het centrale comité. Het vervoer van de kinderen ge schiedde met speciaal daarvoor inge- Hchte treinen, aanvankelijk beschik ba air ges teld door de Hongaarsche re- geering en later door de Lamdes-Kin- der-Schutfl-liga teBoedtapeet. die met (ie organisatie van de uitzending was lielast. De kinderen werdlen voor het vertrek te Boedapest vanwege onze regeering door een Nederlandsche ge neesheer, jhr. F. J. L. Sinckinghe, on- dierzocht. Van de door het centrale comité aangevraagde kinderen blijven nog on geveer 425 achter, orm, al of niet ge adopteerd. hier te lande hun opvoe ding te voltooien. RADIO-NIEUWS. - Programma voor heden. 4.50. Frankfort (470 M.) Kamermuziek. 5 05. Parys. Concert. 5.20. Brussel (485 M.) Concert. 6.20. Berlijn. Gymnastiek per radio. 7.20. Londen. Tijdsein, berichten, lezing. Berlijn. Voordrachten. München. Con cert. 7.45. Londen. Chopin-pianoconcert. 8.20. Oslo (362 M.) Concert. Brussel. (486 M.) Lering van Théo Fleisohraann. Londen. Orkest en soli. 8.35. Stockholm (430 M.) Cabaret. 8.35. Frankfort. Liliëncron-avond. Zü- rich. Muzikale schetsen. 8.50. Berlijn. „Een tocht op de Havel", een spel. Kopenhagen (347.6 M.) Orkest. Parys. Galaconcert Hamburg. „Der Herr der Erde", radio-spel in zes bedrijven. 9.35. Frankfort. Kamermuziek. 9.50. Londen. Berichten, een sportvoor- drachti 10.05. Stockholm. Dansmuziek. 10.20. Munster. Liederen. München. Dansmuziek. 10.25. Londen. Variété. 10.50. Berly'n. Dansmuziek. Londen. Dansmuziek. 11.20. Kopenhagen. Dansmuziek. Het station Hilversum (1050 M.) zendt uit: 12 u. politiebericht; 4.30—&30 H. D. O. cahcert, soliste ïriej. To Duetz (zang)6.30 7.30 cursus in handelskennis; 7 u. politie bericht; 7.45 berichten', koersen; 8.10 uit zending programma der Vereenlging v. Ar beiders. Sprekers Theo Ihyssep en J. W. Roskam (de baten van dezen avond: komen ten voordeele van het Vacantie-Kinderfeest). 10 u. berichten; 10.30. Dansmuziek (van TVischinsky). (Het station Königswusterhausen (1300 M.) zendt uit: 8.306.30 lezingen; 8.60 programma van Berlijn. IHét station Daventy (5 XX 1600 M.) zendt uit: 10.50 en 1.20 tijdsein; 4.2012.20 programma van Londen. Zondag 11 JulL j Hilversum, 1650 M. 8.309.30 R.-K. Morgenwijding. Klein dameskoor o.' 1. van Mej. Jo Immink, zan geres te Amsterdam, Mej. Els Hoelen, pia no, Mej. Nel Goetmakers, mezzo-sopraan. Spreker: Hr. Paul A. M. Speet, secretaris van de K. R. O.-atichting. Jesu daleis me- moria, H. Cuypers. Deh calma o edel (mez zo sopraan). Rossini. Memorare, Griesba- cher. Rede van den heer Speet, over: Chris tus, ons ideaal. Ave Verum, Mitteres. Auf dem Kirchhofe (Mezzo-sopraan), Brahms. Ampi die dio Mariae, Griesbachen 9.20 vjn. Christel. Radiover. Orgelspel. Votum en begroetingszegen. Zingen: Psalm 116 1, 2 en 3. Lezen: De wet dee Heerea en Openb. 21 18. Gebed. Zingen Psalm 130 2 en 4. Predikatie over 1 Corinthe 15 ves. 54—58. Het Leven van den Christus in het licht van de zalige opstanding des vlee- aches. Dat leven verwacht de vernietiging van den dood. Dat leven roemt tegen den dood. Dat leven draagt vrucht ondanks den doo. Tussohenzang: Psalm 17 7 en 8. Ge bed. Naeang: Psalm 56 6. Slotzegen. 3.00. Matinee door het Residentie-orkest, 0. l. van Ignaz Neumark, uit het Kurhaus te Scheveningen. Solist: Marcel Reynal, vi ool. Rossini: Ouverture Willem Teil. Lalo: Symphonie expagnole (allegro, andante, rondo). Marcel Reynal. Pauze. Tsohaikows- ky: Suite du ballet Casse-noisette. Ouver ture. Marche. Danse de ia Fée dragée. Dan- se russe (Trepak). Danse arabe. Danse chi- noise. Danse des Mirlitons. Valse des fleurs. Wagner: Voorspel 3e acte Lohengrin. 7.00. V.P.RXL-uitzending. Rede door Ds. E. J. v. d. Brugh, N. H. predikant te Tïél. 8.15. Kurhausooncert. Solistenconcert, o. 1. van Prof. G. Schnéevoigt. Soliste: Irene Eden, zang. Wagner: Voorspel Die Meister- singer von Nürnberg, Weber, Weingartner: Auffordening zuim Taaz. Tschakowsky: An dante voor strijkorkest uit het kwartet op. 30 a. Mozart: Arie der Constanze aius: Die Entführung aus dem Serail, b. Mozart: Arie der Konigin der Nacht aus: Die Zauberflöte (De TooverfLuört). Irene Eden. Pauze. Mas senet: Scènes napolitaines. a. La danse. t>. La procession. c. L'Improvisateur. d. La Fête. a. Verdi: Aria uit Rigoletto. b. Tho mas: Aria uit Mignon. Irene Eden. Chopin- Glazounow: Polonaise u d. suite „Chopinia- na". j iu Londen, 365 M. en üaventry, 1600 M. 3.50. Militaire-bandprogramma. De band van het le batt. v. h. Kon. Yorkshire lichte infanterieregim. Parade march Hoch Hei- decksburg, Herzer. Ouverture Village festi val, Keefe. 4.08. Uit de studio. D. Bennet, sopraan: The angels are stooping, Besly. The nigh tingale has a lyre of gold, Weepley. La gi- rometta, Sibella. Pourquoi rester seulette, St. Saens. A*ir dm rossignol, St. Saens. 4j20. De band: Piccolo duet The Iwo fin ches, Kling. Fragmenten van Carmen, él- zet 4.40. D. Smitm, bariton: Beggars song, Armstrong Gibbs. The pavhne of the du chess of Medina, Williams. Protestation, Maae. Hunting song the seeonse Pack, Fogg. - 4.50. De band^jthapsodie Ungarische, Reindel. Largo, Pwydel. Fragmenten van Madame de Pompadour, Fall. Minden march. Regimentsmarsch Jock o'York. 5.20. Het British vocaal kwartet. D. Ben nett, sopraan. E. Colemann, contra-ait. E. Greene, tenor. D. Smith, bariton. The daisy chain, cycilus van 12 liederen, gecomponeerd door Liza Lehmann. Kwaflfcet Foreign chil dren, Stevenson. Zang (co«tra-alt)Fairies, Anon. Zanag (bariton)Keepsake mill, Ste venson. Zang (sopraan)If no one ever mar ries me, Tadema. Zang (tenor): Stars, Ste venson. Kwartet: Seeing the world. Zang (contra-alt): The ship that sailed in the sun, Rands. Zang (sopraan): The swing, Stevenson. Zang ('bariton): Mustard and eress, Gale. Zang (tenor): The mon, Ste venson. Kwartet: Thank you very much in deed, Gale. Kwartet: Blindman's buff. 5.50 Shakespeare's heroines (no. 11). The winter's tale. Hermione, Lilian Braithwaite. Ie acte, le scène, Zaal in Leonte's paleis. '2e acte, le Scène: Een kamer in Leonte's paleis. 3e acte, 2e scène: Het hof van jus titie. 5e acte, 3e scène: Een kapel in Pauli na's huis. 8.20. Het luiden van de kerkklokken. 8.35. Eenvoudige kerkdienst. 9.20. Weerbericht, nieuws. 9.40. Chenil kaaner-orkest. De English sin gers. 9.40. Orkest: New suite for strings, Mo zart. 9.55. De English singers: Madrigals en een ballet. Dadies you see time flieth, Mor- ley. The silver swan, Gibbons. Hark! all ye lovely saints, Weelkes. 10.03 .Orkest: Sleeply tune, Wright. Pas torale, Grieg. Mock morris, Grainger. 10.15. De Engflish singers: Volksliedjes. The turtle dove. The dark, eyed sailor, Wil liams. 10.25. Orkest: Wals Legends from the Vienna woods, Strauss. 10.35. De English singers: Motetten. Prai se Our Lord. Ave Verum, Byrd. 10.43. Orkest: Prelude» en fugue in G-mlol, Bach. Adagio, Purcell. 11.00. Sluiten. Slechte ontvangst. De antenne als oorzaak. Wanneer het den radio-amateur niet ge lukt geluid uit zjjn» toestel te halen, dian be gint hy vaak met alle verbindingen te con- DAMRUBRIEK redactie van de Dam** „flUudft", Searotaria Steynkade 27, Lokaal der olub 4». Probleem No. 365. Zwart schjjf <9 21 Wit schjjven op 11, 28, 29. Probleem N<i. 366 Zwart schijven op 3, 7, 12/ Zwart schijven of> 3, 7, 12/14,^8, 20/22, 27, 35. Wit schijven op 29, 32/34, 36, 38, 42, 44, 46/48. Oplossing van probleem No. 301. Wit speelt 30—30, 34—,29, 39 30, 27—21, 32 14. Oplossing van probleem No» 362. Wit speelt 43—38, 27—21, 29—28, 37—32, 32 3, 3 16. f' ADVERTENTIKN. Directeur: G. VAN SPENGlftl. DINSDAG 13 JULI 's avonds 7.30 uur in de GROOTE KERK ORATORIUM van JOS. HAYDN. Voor Solostemmen, Koor en Orkeet. Voor-verkoop der toegangsbewijs©* k 0.75 0.10 Stedelijke belasting tot en Maandag 12 Juli bij Boflkh. J. DE VEN, Wjjdstraat 4, en den heer J. J. JAGER, Mu ziekhandel, Kleiweg. Op den dag der uitvoering «ijn alleen toegangskaarten verkrijgbaar bjj genoemde adressen en 's avond» aan het Kerkgebouw I h 1.h 0.10 Stedelijke belasting. ZIE GROOTE BILJETTEN I verdelgt alle ongedierte. Zeer aan te bevelen tegen mot. Verkrijgbaar bij 1699 10 ANTON COOPS Drotiat, Wijditraat 31, Gouda Deze advertentie Heeft de waarde van 2 Quaker Oats bons, zooals in de Quaker Oats en Quick Quaker - Oats pakken zijn ingesloten. Voor Iederen lepel of vork wordt echter •tochts. ééne annonce geaccepteerd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 2