od. EN! Blad M ten I NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, MEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Mo. 19212 :Dinsdag?27 Juli 1926 65«Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen FEUILLETON. trio Maat'. landaling. DAT HET SLEN KAN NG’S GIST- MUM AAN l) GIST EN SD IN DE DOOR GOUD VERBLIND. Is 0.50: ir «uw. troffen en 10 itegenzegge- an dankbare inden tijd in 380 11M I. een ►VISTJU «*Noai» ...Schiet den pijl, welke nimmer terug keert, niet te spoedig af. DEN HAAG •gisten. NEEMT D rEVOELT U gende 5 Minuten voor sten. werd oral rage lijk, ter- Wem benam. Op het- 15 15 ir feeft iten slia- een de (lOUISdlE COURANT. O* intellectueel* samenwerking. Prof Lorentsz aan het woord. De ontwapening van Duiteehland. Onder voorzitterschap van prof. Lorentz is te Genève de commissie voor intellectuee- le samenwerking van den Volkenbond bij eengekomen. Prof. Lorentz werd tot voor zitter, de Engelschman Gilbert Murray tot vjce-vooraitter herkozen. Prof. Lorentz sprak in een openbare ope- ningszitting een rede uit, waarin (hij den 'af getreden voorzitter der commissie, den Fransdhman Henri Bergson, herdacht, die de commissie door de eerste (moeilijke jaren heeft heengeloodsd en aan wien voor een groote deel het Volkeribondsinstituut voor Intellectueele Samenwerking te Parijs, dat door de Fransche negeering werd aangebo den, is te danken. Prof. Lorentz achtte het waarschijnlijk, dat het Fransdh inititatief in de toekomst meer navolgers zou vinden en dat, naarmate de intellectueele samen werking op velerlei gebied toeneemt, een netwerk van internationale studiecentra zou ontstaan. Reeds heeft Italië, dat al het In ternationaal Landbouiwinstituut herbergt, aangeboden, te Rome een onder auspiciën van den Volkenbond behoorend instituut voor tuniformeering van het internationaal privaatrecht te stichten. Een veel bewogen levtti. Roman uit het Engelsch van Miss E. B.RADDON. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad pet kwartaal 2.90, per wedt 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82; Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in-het Zatérdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—1 regels 2.05, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceer- den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan delaren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. doodt ji. Zaterdagavond tegen kwart voor zeven geraakte een vliegtuig van de „Deutsche Luft-Hansa” ten Zuiden van het eiland Juist in een hevig onweer, zoodat de vlieger ge noodzaakt was een noodlanding uit te voe ren. Hierbij zyn drie passagiers, benevens de piloot om het leven gekomen. Twee an dere passagiers liejpen ernstige verwondin gen op. Een der zwaargewonde passagiers, de fa brikant Stoik uit Berlijn, dien de doktoren echter in het leven hopen te kunnen behou den, gaf het navolgend relaas van het ge beurde: ,Jn den loop van den namiddag waren wij bjj zeer mooi weer voor het maken van een rondvlucht NorderneyJuistBorkum op gestegen. In totaal bevonden zidh zes perso nen in het vliegtuig, namelijk de piloot, een dame en vier heeren. Over Norderney vlie gende zagen wij het eiland in zijn geheele uitgesterktheid beneden ons liggen. Op ons verzoek steeg de piloot langzaam tot een hoogte van 300 M-, op welke hoogte WÜ van een heerlijk vergezicht genoten. Daarna vlogen wij weder op Juist af, toen plotseling de hemel duister wend. Dikke wolken dreven over ons heen en hadden ons spoedig volkomen omhuld, waardoor het voor den vlieger ten eenenmale ónmogelijk werd zich te oriënteeren. Onphourielijk flit sten de bliksemschichten, terwijl een wolk breuk op ons vliegtuig neerkletterde. Ver geefs trachtte de piloot nog tot boven de wolkenlagen te stijgen. Plotseling waren wij in een vuurgloed ge huld. Reusachtige vlammen sloegen uit het vliegtuig op, de hü wijl de rook ons d zelfde oogenlblik ree^^ortte het vliegtuig loodrecht omlaag. In onze ontzetting gilden wij het uit van vertwijfeling, terwijl wij ons aan de handgrepen vastklemden. Jk had nog de tegenwoordigheid van geest, om in het laatste oogenblik uit het vliegtuig te springen. Toen verloor ik het bewustzijn, dat ik eerst weder terug kreeg, toen ik mij onder behandeling der doktoren bevond.” Het onderzoek heeft aangetoond, dat het vliegtuig in de lucht door den bliksem is ge. troffen en brandend is neergestort. De namen der omgekomenen zijn: de heer en mevrouw Horster uit Berlijn, de heer Van Delden uit Bentheim en de piloot Fra- cinski. Nader wordt gemeld, dat de zwaargewon de fabrikant Stolk inmiddels aan de beko men verwondingen is bezweken. Weekend in Berlijn? De burgemeester van Berlijn, Scholz, heeft voorgesteld ook in Duitschland de in stelling van het weekend in te voeren, z»o- als die reeds bestaat in Engeland en Frank rijk, en den Zaterdagmiddag vrij te geven, zoodat een ieder de stad kan verlaten en den Zondag 'buiten kan dooKbrenigen. ponxlent van Z.” constateert, in de Duitsche hoofdstad in het algemeen niet erg in den smaak gevallen. Het „Berl. Tag.” publiceert het resultaat van een rondvraag over de quaestie, waarin het blad een aantal stemmen geeft uit in dustrie- en zakenkringen. Daaruit blijkt, dat enkele groote ondernemingen het vroe ge sluitingsuur voor hun beambten reeds hehlbe ingevoerd; voor de arbeiders echter wordt deze regeling in het- geheel niet toe gepast. Het oordeel van de verschillende industrieelen loopt zeer uiteen. Sommige meenen, dat het voorstel voor dit jaar te laat komt. Maar alle zijn van oordeel, dat de maatregel eventueel moet worden inge voerd voor allen of anders niet. Daar schuilt de groote moeilijkheid. Verder zegt men, weekenden beteekent izoo mogelijk met vrouw en kinderen de stad verlaten. Dat host meer geld dan thans reeds veel em ployés daaraan kunnen geven. Komt daar dan nog bij het verlies van verloren uren, dan blijven de vrije Zaterdagmiddag en Zondag wel over, maar de mogelijkheid om met dien tijd wat te doen, zou vervallen. RUSLAND. Dzerzynski. t F'elix Dzenzynski, de meest gevreesde en en zag er uu als de tweelingbroer ot de schim van mijnheer Perriam. Wan neer er bezoeui was op liet landgoed, liet mijnheer Perriam zich zelden zien; als Sir Aubrey geen gasten had, ge bruikten de broers te zamen het mid dagmaal maar gedurende de afwezig heid vaai Sir Aubrey, at mijnheer Per- nani steeds alleen in zijn eigen kamer, en snuffelde onder 't eten het een of andere nieuw aangekochte boek door. Hij las heel langzaam, en had drie jaar lang over een oud handschrift van Dante zitten suffen, en zijn arm hoofd gepijnigd met de aanteekeningeni die den tekst nog onduidelijker maakten. Als hij een wandeling deed, was ’t ih den moestuin. Hij hield veel van die vierkante vakken met moeskruiden, die rechte smalle paden, de met latwerk belegde aardberiönbedden. de volmaak te orde en rust, die daar heerschten. dn vooral was hij tevreden wanneer hij wist dat geen toevallige gast op Perriam hem daar kon komen overval len. Op zomer-ochtenden bracht hij zijn boeken daarheen, en liep langzaam al lezende, tussdhen de smalle paadjes, of zat, op zoele namiddagen, in gind- schen koepel aan den vischvijver over een boek heenotebogen. In ’t midden van den winter liep hij voor zijn ge zondheid on en neer tussdien. de kale bedden. kende groo.heuen overlaauden ue plan ken van den boekenwurm. zoodat men, om een oorspronkelijk klassiek werk op te sporen tussehen dien ongeinven- tariseerden c.iaos. wel een had ven dag werk had. Mijnheer Perriam. was reeds verschei dene malen begonnen een caialogusle malqen hij had zidh de meest moge lijke moeite gegeven, was op en neer geloopen van de boekenplanken naar zijn lessenaar met een onuitputtelijk geduld maar altijd was de catalogus even verward en onafgewerkt geble ven. Nooit had hij genoeg boeken, al tijd was hij weer aan ’t koopen, en het bijvoegsel op den catalogus, dat door zijn nieuwe aankoopen werd nood za ke! ijk gemaakt, bracht zijn wel wat zwakke hersenen in de war. Zijn losse bladen en bijvoegsels werden nog dik ker dan het oorspronkelijke werk, zoo dat hij er. ten einde raad, van afzag. En buitendien, hij kende zijn boeken, en wist êlle titels uit het hoofd op te noemen, hoewel hij voor 't moeren- deel niet wist wat er in stond. Hij verbeelde zich dat hij een bijzonderen lus* had om dezen of genen schrijver te lezen, totdat hij dien schrijver in zijn bezit had. Maar zoodra de boeken eenmaal op de planken waren inge- lijfd, scheen die leeslust al eenieer- mnte bevredigd. Wanneer zijn geleer de vriendon spraken over een schrij ver. ziedde de heer Perriam gewoon- meest gehate man van Sovjet-Rusland, Ls overleden'. De man, wiens naam in geheel Rusland met angst en ontzetting werd ge fluisterd, is verdwenen. Voor de bevolking van de Sovjet-Unie is dit, aopschrijft een Russische medewerker aan het Hibld., een verheugend bericht, maar voor de boUjewi- ki een hevitge slag, want Dzerzynski was voor hen onmisbaar. Zijn onmisbaarheid was echter niet het gevolg van zijn vermeende begaafdheid, maar van zekere eigenschap pen van zyn psyche. Hij was de volmaakte verpersoonlijking van het ideale type van een communist, een man, die geen vader land kende, voor wien vaderlandsliefde een zinnetooze klank was, die Slechts de belan gen van één klasse het proletariaat diende, die slechts één opvatting van die be langen toeliet, n.l. de communistische. Wie zich tegen deze opvatting verzette, wie durfde te twjjfelen aan de absolute vol maaktheid van het communisme, die moest uitgeroeid wonden. En uitroeien kon Dtzer- zynski als geen tweede in de geheele wereld, want eigenlijk was Dzerzynski geen mensch maar een automaat, een machine, die geen menschelyke gevoelens kent. Dat was de bron van zyn kracht, van zyn onmisbaar heid. Dizerzynski stelde wednig belang in de spitsvondige uitleggingen van de leer van Marx en Lenin, hy hield zich buiten het geharrewar in de partij, hij behoorde tot geen der elkaar fel bestrijdende groepen van de party, hij nam geen deel aan de ein- delooze debatten over theoretische vraag stukken, maar hield de macht stevig in zijn handen en dwong iedereen zich paar zijn ,wil viMtodo^leef DiejitfMkl «t> port dwong alle groepen zich naar zijn wil te schikken. De laatste maanden nam zijn macht met den dag toe en zelfs de almach tige Stalin zocht zijn vriendschap, wilde zyn medewerking winnen voor de worste ling met de oppositie, die steeds sterker wend. Ook de oppositie (Trotsky, Sokoljni- kow, Kamerew, Zinowjew) deed al het mo- gelijke om Dzerzynski te vriend te houden. Als hoofd van de Tsjeka voerde Dzerzyn ski de plannen van Oeritsky uit. Later wend hl) hoofd van de spoorwegen en daar bij deed hy niets anders dan datgene uitvoe ren, wat Trotse!, zijn voorganger in deze betretkking uitgewerkt had. De bewering, dat Dzerzynski de spoorwegen zou hebben hersteld, is dus onjuist. Dzerzynski oogstte hetgeen een ander, n.l. Trotski had gezaaid. Zijn laatste betrekking was die van voorzit ter van den ADRussifichen Raad van Volks huishouding (den W.S.N.CJI.) in deze func tie toonde hy zelfs met de arbeiders, wier belangen hy heette te dienen, geen mede lijden te koesteren. Hy dwong hen zich meer in te spannen dan zij ooit vroeger de den, hy voerde het stelsel van stukwerk in, hij buitte de werklieden, de armzalige dic tators van Rusland" op ongehoorde wijze is in denzelfden tyd gedaald van 74 tot 51 millioen. Zoo stonden de zaken verleden jaar. Maai thans is de toestand nog veel en veel erger geworden. Engelsch ijzer en Engelsche staal kan nauw meer concurreeren. Wat winnen van ruw ijzer betreft, heeft Frank rijk Engeland al ver overtroffen; bovendien is Amerika op de wereldmarkt doende de Engelsche nijverheid uit te schalen. Op het gebied der wereldpolitiek is de po sitie van Engeland als eiland, tot dusver zyn grootste voordeel en zyn beste veilig heid, door duikbooten en den luchtoorlog vernietigd. Reeds tijdens den wereldoorlog is Engeland voor uithongering door den duiikbootoorlog slechts bespaard gebleven, aldus de opvatting van Paul Lensch, dank zy de slappe hanteering van dat wapen door de toonaangevende instanties te Berlijn, die altyid bang voor de overwinning wanen en meenden, dat Engeland Duitschland de overwinning kwallijk zou nemen. Den bouw der duckbooten echter heeft Frankrijk te Washington zich uitdrukkelijk voorbehou den en zoodoende zijn de groote zware ge pantserde Engelsche schepen droevig veel gaan gelijken op drijvende doodkisten. Ook de beroemkie weg naar Indië by Gibraltar en Suez is geenszins meer veilig. By Gibral tar zit Frankrijk op beide kusten, die vlak by elkaar en tegenover elkaar liggen en wat Suez betreft, heeft de Roode Zee niet alleen den ingang by Suez, maar ook den uitgang van Aden. Tegenover Aden nu, in een bizonder gunstige positie, ligt het Fran- s3ie Dj&uta, van waaruit Frankrijk elï oojjeriblik in staat is den weg te versperren- X Verder kost het Engeland zeer veel moei te voor zyn voedselvoorziening te zorgen. Daar het zyn landbouw volkomen geruï neerd heeft en zyn boerenstand reeds lang definitief en volkomen vemietiigd heeft, is het absoluut aangewezen op het betrekken van levensmiddelen over zee. Wondt deze vorm van levensniiddelen- voorziening bedreigd, dan raakt het geheele trotsohe eilandsysteem aan 't wankelen. Vroeger bestonden deze gevaren niet, om dat Engelands vloot de zeeën beheerschte- In de eeuw van den duikbootoorlog as ech ter van een heerschappij ter zee geen spra ke (meer. Stellig aldus Lensch zyn het geen actueele gevaren, waarlvan wy hier spreken maar zy bestaan en de vertlere- vengnooting van deze gevaren ligt in de richting der eco nomische en der wereldpolitiek ontwikke- hing. In plaats van te ontwapenen, verandert men Engeland in een „kazerne”. De mili taire dressuur begint al in de jeugd en het plezier in uniformen en kleurige banden, krygaspelen, parades, militare titels enz. neeimt, naar reeds een blik, dien men in een Engelsche krant slaat, bewijst, dagelijks toe. Men voelt zich niet lekker. Het is niet slag tegen het hart van Engelai chronische hartkwaal, waardooi/ dien wordt geplaagd, is gebli lijk te zyn. In de eerste vyf maanden van 1926 heeft de achteruitgang van den uitivoer 45 mil lioen pond, die der invoer 60 millioen bedra gen. Dat komt wel-is-waar in de eerste plaats van de mynwericersstaking, maar juist deze staking is geen toéval; zy is in wezen een sinds jaren bestaande normale „Einrichting" en tot dusver is het einde er van niet te zien. Doordat de kolennijverheid ziek is, is het rugigemeng van het econo misch leven aangetast; van haar zyn balloo- ze takken van industrie afhankelijk, die zoodoende eveneens worden verlamd. De ko len vormenden grondslag voor de Engel sche scheepvaart. De opbrengst aan steen kolen is van 1Ö13 tot 1925 venmindend van 2912 milliioen ton tot 246 en de uitvoer ervan 50) - Maar zooals t nu was, woonde mijn heer Perriam in bij zijn broer en Ge hoefde deze niet voor zijn onderhoud te zorgen. Het grootste gedeelte van zijn inko men besteedde hij aan zijn boekerij, oen verzameding van de meest uiteen- loopende boeken, xat de tweede hand gekocht bij plattelandls-boekverkoopers, waarmee mijnheer Perriam in n voort durende briefwisseling was. Bruin le deren banden oude edities, waarin de minst uitvoerige schrijver gewoon lijk veertig boekdeelen Insliep won derlijk oud gestreept papier, vreemde oude letters waiarvm geen enkele nauwkeurig was gezet; schrijvers, wier namten bijkans volslagen onbekend zijn; schrijvers die een kortstondige popu lariteit hebben genoten, maar reeds voor lang vergeten zijn. Engelsche, Fransche. Latijnscbe. Duitsche onbe- meer als vroeger. Het riekt in de beste sa lons naar arme Heden. Het grootgrondbezit kan het gewicht der belastingen, die ook een gevolg is van den oorlog tot den knock-out, niet meer dragen; het ging over in handen van de Sohieber en daar de nobele landlords nooit zelf geboerd hebben, maar slechts rente geïnd hebben, staat die armoe hun het thans duidelyk op het gezicht te lezen. Dit algemeen gevoel van onbehagen komt ook duidelijk tot uiting in de buitenlandsche politiek van Engeland. De verhouding tot Duitschland is sinds eenigen tfjd klaarblaj- keli^k vertroebeld. De geprikkelde opmer kingen der Engelsche pers aan t’ adres van graaf Bernstorff, de houding van Engeland ten aanzien van ’t vraagstuk der mandaten en de ontruiming en vooral thans met be trekking tot de kwestie der ontwapeniwi. de commissie van controle e» haar activi teit zyn duidelijke teekenen ee«er stille ont stemming. Engeland ziet in de staal trust- overeenkomst een Duitsch-Fransche toena dering, waaraan zy niet deel heeft. Met de ongelooflijke uitlating van Chamberlain over de Duitsche weerloosheid, die nog niet aan de Engelsche aanspraken beantwoordt, een uitlating, op wier rectificatie mem in Duitschland tot dusver veigeafs heeft ge wacht en die thane eindelijk de Times „over ijld” noemt, heeft Engeland, zoo besluit Lensch, duidelijk laten zien^sdat het met de Fransche generaals hand in hand wil gaan. BUITËNLANDSCH NBUWS. duitschlandF Een vliegtuig door bliksem neergestort. leven op nieuw Kon beginnen, hij een boek binder zou willen worden. Mijnheer 1 erriam s bibliotheek had het uitzicht op den moestuin. Hei was ruintè kamer mei een diepe ven sterbank evenals aan het andere uit einde van het gebouw, in de ontvang zaal. In de dagen toen er nog kinde ren op Perrkiiml waren,. wa>: dit de kinderkamer geweest. Vlak daarboven was mijnheer Perriam s slaapkamer, en daar naast een kleine kleedkamer, die door een small en donkeren gang gemeenschap had met Sir Aubrey s slaapkamer. Do broeders waren zeer aan elloander gehecht, hoe uiteenloo- pend ook van smaak en gewoonten en waren gaarne in elkanders nabijheid. Str Aubrey’s knecht sliep in zijn kleed kamer maar mijnheer Perriam had geen eigen bediende. Dab was een weelde, of een last, dien hij zich vol strekt niet op <jen hals wilde halen. Zijn kleerkad was dan ook niet in eep jitaat. om de zorg van een knecht te vereischen. Hij bezat nooit meer dan één paik k'eeren. die hij droeg totdat ze bijkans geheel kaal waren, waarna hij ze ten geschenke gaf aan den tuin mansknecht een doove Iran, die ge durende den geheel en herfst een krui- •wagen met verdorie bladeren voort reed. en de paden harkte wanneer er eeen bladeren meer waren om zijn kruiwagen mee te vullen. Die oude luirmun zwierf altijd in den tuin rond, Het is, naar Paul Lensch in de buitenland- sdhe weeödcronjëk der Deutadhe AUgemedne Zeitung opmerkt, niet te veel gezegd, wan neer men van de naderende ineenstorting van Engelands economisch leven spreekt. Een systeem stort ineen, dat decennia lang de Wereld heeft beheepscht en dat, onder ge- hyel^ andere macóitsverhöudingen mogelyk wits, maar dat thans, nu alles zich gewij zigd heeft en de fundamenten der Engel sche wereldheerschappij zyn geschokt, een groote crisis tegemoet gaat. De waanzinni ge raad van Lloyd George in 1917 om d^n oorlog te voeren tot den „knock-out”, h Europa te gronde gericht en alle kht van den handelsstaal Engeland doorfgi gen. Zoodoende wend de ,>knock-oi|K" O en iet sinds- fn ongenees- ujk ,,U, dieii heb Ik. Hij was ©en ter te eerlijk om te zeggen „Dien heb ik ge.eaen.’ De venrekken. door den heer Per riam bewoond, waren lucutig, en ruim evenals het geheele overige gedeede van het huis. Maar hoe groot ze ook waren, was er echter nog geen plaats genoeg voor zijn boeken. Van den grond tot aan de zoldering, onder de vensters, op deni schoons leenman tel. overal waar slechts pfanken konden Worden aangebraoht. zag men onai- zienbare rijen boeken mei bruine rug gen, die slechts hier en daar werden afgewisseld door verschoten roode ban dén van latere edities. Mijnheer Per- riam kon er zich niet op beroemen dat hij een kenner was in 't vak der boek binderij. Geen kostbaar zacht kalfsleer geen geurig Russisch leder streelde zijn reuk- of gevoeteorganen. Maar zijn armoede zelve was een zegening. Hij haril zich zelven geleerd) de oude bandten op te knappen, en de vu’le boeken te beplakken en te marmeren, en nooit was hij meer in zijn schik dan wanneer hij aan zijn werktafel zat. en de oude beschadigde boeken plakte en smeerde, en stijfselde en verstelde met behulp van een slijfsel- pot. een paar stukjes kalfsleer, een wei^fg veitniljnen. ^en reusactitig groote schaar, en een onnitpnttelijk gednld. In den grond zijns harten voel de de heer Perriam dat. als hij zijn

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1