n".on5(
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 9 OCT. 1926 - TWEEDE BLAD
ydQSO
1 11 mfuj
wij op iedere bladzijde evtn
tlA/g veel afbeeldingen brachten, als U
er hier ziet. zouden wij een boek,
behoeven om U de volle schoonheid en
verscheidenheid onzer overweldigende col*
lecties Wintermantels en Japonnen te too*
nen. En dan nog zou Uw indruk een onvol*
komene zijn. Want U moet ieder stuk #et
eigen oogen zien om er de bekoring van
te ondergaan, om de deugdelijkheid te kun*
nen beseffen.
Alleen een spedaal*zaak als de onze kan U
zoo rijke collecties voorleggenC. A. alleen
kan U dit alles bieden hetgeen voor U
hoofdzaak is tegen de bekende, lage prijzen*
Hoogst mod., aparte
Rips Travers Japon,
bloutevorm, plooi-en
plisségarn., borduursel
op rok en mouwen,
■eplisMcrd Crtpe de
Chine vest en shawl,
kraag met Ecritkant,
in Lie de Vin. Char,
don, Marine en Zwart
(ook gr. maten) slechts
Jonge Dameejapon v.
Rips Popellne. blouse,
vorm. plisst-rok. keu.
rig borduurs. op kraag
en zakken, lange mou<
wen. In de moderne
tinten Amande, Valen.
da. Bols dort, Lie de
Vin. Ma.
Elegante Crtpe «te
Chlne Japon, blouse,
vorm, modern rokie
met Smockwerk en
Ruche, in de nieuwe
kleuren Praliné, Bols
doré, Saphlr, Helio,
Amande,
Gris fer 7l
Zwart -
slechts
slechts
'.J drachtige Velours Man.
Ipl. mod. rjjk.bestlkrea
raad. volle bontkraag,
manchetten en breede
rund rondom van Casto*
Elegante Madlel van
mooi Velours, blouse,
vorm, moderne rand.
garnecring. volle kraag,
■uncbctten én rand
rondom van Sealbont
In de roode tinten
Valencia, Pillar Boa.
Vin LI A 75
On verge! Ukeljjke DubbeURlps Ma»
kal. mei Jacquardztyde gevoerd!
breede kraag en rand rondom van'
&eal Electric, in Valencia, Chardon!
Marine en
Zwart, slcchta -JL.V-^e
bootgarncenng op kraag
in manchetten en breede
bontrand rondom, ia de
modetinten Mulberry, Lie
AMSTERDAM ROTTERDAM DEM HAAG UTRECHT LEIDEN GRONINGEN LEEUWARDEN SN EEK EHSCHEPE ZWOLLE ARNHEM HAARLEM
2&11 810
De toestand van hst Midden-
standscredletwezen.
De negeeringsgarantie voor de cre-
dieten aan de „Algemeene Oen-
trale".
Liet Hbddi. heeft de®er dagen in een
tweetal artikelen de toestand van hei
middieuscandbcredietwecoein aan een oor
deel onderworpen en de bestaansre
den en de beBtaan-sinogelijkheid naar
voren gebracht. Het blad herinnerde
eraan hoe het denkbeeld om voor den
middenstand een afzonderlijk bankbe
drijf in liet leven te roepm, in de
praktijk heel veel teleurstellingen heelt
Opgeleverd en hoe ook de Algemeene
Centrale Middenstandsoredietbank niet
heeft kunnen, ontkomen aan de moei
lijkheden, d^e een gevolg waren van
de economische crisis en' een te ruime
credietverleening. Hoe daarvan het ge
volg is geweept, dat die instelling in
de na-oorlogsjaren bij de Ned. Bank
moest aankloppen om' steun, de toe
mand zelfs van dien aard werd dat de
Nederlandsche Bank de verdere cre-
die-verleening niet wilde voortzetten
zonder garantie van, de Kegeering.
taf verband hierftiede wordt gewezen
op die ingediende staatsbegrooting, waar
ais toelichting op een desib(etreffende
l'ro-mem-post in hoofdstuk Vil b. de
volgende mededeel ing voorkomt
ln December van 1925 is het noodig
gebleken aan die Algemteene Centraio
Bankvereeniging voor den Middenstand
tijdelijk een ruimer qrediet te openen,
don vermeld is in de toelichting op
dezen poet, voorkomende in de Toe
lichting op de Tweede Nota van Wij
zigingen in hoofdstuk VIIB der Staats
begrooting voor het dienstjaar 1919.
De Minister van Financiën heeft toen
méc del directie dieri Nederlandse!»
Bank een nadere regeling getroffen
volgens welke aan de Nederlandsche
Bank een garantie is verleend voor
eventueels verliezen, welke door die
Bank onverhoopt mochten worden ge
leden ter zake van een tijdelijk ten,
behoeve van de A.C.B. te openen extra
crediet van ten. hoogste 10 millioen
gulden. Daar de Nederlandsche Bank
te voren reeds een crediet van ruim
f 7 millioen verleend', had, wérd daar
bij tevens als limiet voor het geheele
te verleenen crediet. gesteld f 17.3 mil-
lioen.
De verhouding is derhalve thans
deze geworden, dat in de eerste f 3
millioen verlies, welke de Nederland
sche Bank uit hoofde van credietver
leening aan de A.IC.VtB. onverhoopt
mocht lijden, de Staat en de Neder
landsche Bank ieder de helft dragen,
terwijl daarboven het verlies, mits het
totaal te verleenen orediet blijft bin
nen die grens van f 17.3 millioen,, tot
een bedrag van f 10 millioen gehee,
door den Staat wordt gedragen.
Dat die Nederlandsche Bank ingevol
ge deze credietverleening voor verlie.
zen zal komen te staan, is hoogst on
waarschijnlijk en meer nog, dat zoo
danige onverwachte verliezen te eeni-
ger tijd de grens van f 3 millioen zou
den overschrijden.
Naar aanleiding hiervam had bet
Hbld'. een onderhoud' met den nieu
wen Directeur van de „Alg. Centrale".
De heer Posthumus Meyes gaf van de
ontwikkeling van den toestand' een uit
eenzetting en wees erop dat men door
het oredaet in staat gesteld is, de re
organisatie van de Bank rustig voor te
bereiden onder de nieuwe leiding.
Deze nieuwe direotie toch had' twee-
erlei in eerste instantie te doen re
ductie van het onkosten-cijfer en ver
betering der credfi et portefeuille Nu
spreekt het wel vanzelf, dat een nieu
we directie zich niet in een paar maan
den een. volkomen zuiver beeld' kan
vormen vau» men waren omvang oer
risico s, cue in een oreaaetenporiefeun-
ie van carca *00u posten Konden sen ui
ten. nvenoeer, uai zij tenmanste een
uadt jaair nooouig üack om ae in overieg
mei oen naam van Toezicmi opgezette
interne reorganisatie ooor te voeren,
Vandaar, oat wij nog onmogenjK tol
aeunitieve Kapitaal- en baiausreorgani-
satie konden overgaan op net ujusup,
uiax de balans over iyzo weroi gepubli
ceerd. in het bij de balans oenooren-
uie vierslag wera eenter zeer auiaeiijK
te Kennen gegeven, nat er in de ere-
uj eteuporteaeuiiie belangrijke risico s
verborgen lagen ©m dat, op grond' daar
van eenj Kapiiaai-reorgianisatie onver
mijdelijk zou blijken, oisctioon men aeu
juiste» omvang daarvan nog niet kon
vaststellen, legen uitstel was te min-
aer bezwaar, daar het bestuur, steu
nend op de getroffen regeling, oreoi
teuren absoluut veilig kon noemen.
Vervolgens leidde het gesprek tot
het midJaenstandsoredietweaen in het
algemeen.
De hoer P. M. verzocht ons zijn mee
ning ails yoigt ce willen weergeven
Wanneer de leiders der groote bank
instellingen het mdddenstandsoredietbe-
drijf als een lastigen en sociaal onnut
ten concurrent aanzien, die te erger
lijker is, omdat hij van overheidswege
wordt gesteund, dan hebben zij gelijk,
indien zij denken aan het üiidden-
standsoredaetbedTijf, zooals het was,
maar zij hebben ongelijk als zij daar
mede het middenstandsorediet als zoo
danig willen veroordeeden. Van een
gezond! middenstandsoredietbedrijf im
mers durven wij beweren,
a. dat het voor de groote banken
geen concurrent ia. (Jredieten, welke
gemiddeld beneden de f 10.000 zijn,
hebben voor de groote banken geen
charme, omdat de organisatie der groo
te banken voor doae credieten te kost
baar is.
b. dat het rendabel kan zijn, omdat
het een zoo eenvoudig bedrijf is, d«t
het met een uiterst sobere organisatie
op volkomen effectieve wijze kan wor
den behandeld'.
c. dat het sociaal zeer nuttig is, om
dat het den kleinen bedrijfsleider kan
loeren, behoorlijk zijn fiwaneieele re
sultaten na te gaan en niet van de
hand in den tand' te leven.
Toch, ondanks het laatste, mag m.i.
ook een middenstandsorediet niet blij
vend op den Staat steunen. Waar wij
naar streven is een bedirijf, dat steunt
op eigen kracht.
Dit zal natuurlijk niet aanstootte mo
gelijk zijn. Een aantal jaren, zal de
Regeringssteun niet kunnen worden
gemist. Maar in die jaren moeit er naar
worden gestreefd, de zwakke kasplant
zoodanig te versterken, dat zij in vrijen
bodem' kan leven. Of dat zal kunnen, i
hangt voor alles af van den Neder-
landschen middenstand'.
Wat verstaat in dit g.evai onder
een aantal jaren
Vijf h zies jaar.
Het blad vroeg dien heer P. M. nog of
hij iets omtrent de, reorganisatie van
het bedrijf ken mededeeien. Het bleek,
dat deze reeds grootendeels was
tot stand gebracht en dat zij in bet
komende jaar een volle onkosten bespa
ring van 20 zal moeten brengen.
Het land is verdeeld in 10 rayons, Jie
elk een centraal rayon-kantoor hebben
en daaromheen ©en aantal kleine kan
toren en agentschappen. De-adminis
tratie van die kleine kantoren wordt
gevoerd' door de centraal rayon-kanto
ren. De beslissing in zake het toestaan
van credie.en blijft natuurlijk bjj het
hoofdkantoor berusten. Behalve rdat
door dit systeemi een groote vereen
voudiging van die administratie is ver-
kregen, daar vroeger ieder der 40 kan
toren eeai eigen administratie voerde,
is ook de controle belangrijk ver
scherpt. Aan het hoofd der rayon-kan
toren zijn de best geschoolde krachten
der instelling te werk gesteld.
Ten slotte deelde de heer Posthu
mus Meyjes op verzoek nog mede, dat
de deposito's van de Algemeen© Cen
trale op het oogenblik c.a. f 8 mill,
bedragen en de credieten c.a'. f 18 mill,
w.o. geen enkel blanco oreddet.
Hat spoorwagonga.uk AijOa Vink
Oordeel ran prof. J. A. Van der Kloes.
in l>ouwsioiien vau ueze maunu
Komt processor J. A. van uer moe a
uuvoeng terug op hetgeen tuj inuer-
djd ais zijn uieeuing iuu© omuent üq
oorzaak van net spoorwegongeluk oij
L/e Viuk, n.l. uie spoorwegbaiiasi, uio
zien moeilijK onder proiiei iaat bren
gen, niet onder probe* houden, en min-
uer goed aanstoppen, waaruooa' net
spoor muider vast op zijn plaats ligt.
wij hebben uit stuk te zijner tijd uit
voerig in ons blad vermeid..
Naar aanleiding van dit stuk heelt
prof. Van der Kloe» ©enig© brieven
Drieven ontvangen, ln één dezer brie-
leu schrijft iemand, uit Rotterdam, dat
hij in Februari van dit jaar aan aei
Delltsdhe station opmerkte, dat op net
eerste spoor, minden voor het stati
onsgebouw, een dwarsligger bij het
passeereo van een trein 7 a 8 c.M.
naar beneden gedrukt werd en natuur
lijk de spoorstaaf meenam. Door den
regen was net zandlbed daar wegge
spoeld en bij het neerdrukken van den
dwarsligger kwam de awndbrij in be
weging en spoelde heg meer weg. toen
spoorbeambte, dien de schrijver hier
op wees, scheen niet erg onder den
indruk te komen van diens ontdek
king. „Waarneer het spoor voor net
.stationegebouw in zulk een toestand
verkeert, wat is dan te verwachten
van het verdere van de lijn," eindigt
de schrijver van den brief.
Prof. Vau dier Kloes antwoordt hier
op, dat op Ine* stationsterrein te Deiu
tusschen de nooge stoetpamnren weinig,
of geen grof grind ligt. Afwezigheid
van drooglegging kan hier een ander
gevaar opleveren, volgens den heer
van der Kloee.
Over die ongunstige verhouding tus
schen grof en fijn grind' natuur-
gjrind, ongehord, met veel te veel grof
erin in den spoorweg bal last heeft
niemand., vaklieden noch leek en, den
heer Van der Kif# tegengesproken
schrijft hij.
lot naoere verklaring diene, dat in
iuiiuiurgrind; de verhoudingen tusschen
grol en fijn, rond' en plat, in sterke
mate kunnen afwisselen, zoodat wan
neer men op verschillende punten een
(ivudfcak vei schept en de aakken naast
eikaar uitstort, net geval zich kan voor
doen dat de hoepen in geenen deele
op elkaar gelijken.
„Zoo kunnen ergens in den ballast
onder die spoorbaan zoo veel grof en
rondi grind, met weinig of geen lijn
en phu, bijeengebracht zijn, dat ae
toestand door te geringe wrijving ge
vaarlijk wordt. Deze toestand' moge
•ach betrekkelijk zelden voordoen, net
gev#iT blijft ten, allen tijdie bestaan.
„1t>e ingenieurs van den aanleg der
Staatsspoorwegen wisten diat en stel
den voorschriften betreffende het bai-
iastgrind op. Bij hun tegenwoordige
nazaiten ontbreekt blijkbaar deze we
tenschap. Doch mij dlunkt, wanneer be
kwame voorheden onder het personeel
voor bet onderhoud der baan. vrij
en zonder gevaar voor hun toekomst
met bun ondervinding voor den dag
moolueu komen, dan zou blijken dat
zij het getoeei met mij eens zijn.
„Het is mij sederi jaren, en zooals
uit het bovenstaande blijkt, ook ande
ren bekend, dat bij „Weg en Wer
ken' ook die vrijheid ontbreekt.
„Ik bezit deze niet genoeg tewaar-
deeren vrijheid wel en maak daarvan
in s lands belang onbeperkt gebruik,
ik meen hier te mogen herhalen, dat
m i. het beheer van weg en werken
gebrekk'g en het Hijketoezicht oip de
Spoorwegen onvoldoende is, beide als
gevolg van gebrek aan kennis van
bouwstoffen.
„Er is tusscjhen de spoorwegramd
bij De Vink van 9 Sept. 1926 en die
bij Weesp van 13 Sept. 1918 in dit
opzicht en ook met betrekking tot de
omstandigheden na het ongeval eenige
overeenkomst. Toen betrof het onbe
kemjlfceid met het gedrag van zand en
wweir in den aardbodem', nu met de
vêredschten van spoorweg ballast.
Toen werd een groot commissie be
last met bet onderzoek naar de oor
zaak der ramp en het aainwijzen van
maatregelen ter voorkoming van zulke
rampen in de toekomst. De oorzaak
werd dér commissie niet duidelijk en
haar raadgevingen waren) dientenge
volge verkeerd'.1'
Oook vestigt prof. Van. der Kloes de
aandacht op de mogelijkheid, dat in
den ballast zich toevallig ophoopingen
van ronde veldkedem voordoen.
„Behalve aan De Vink, hebben zich
onlangs ontsporingen yborgedaan op
het stationsterrein, te Heiden, op den
Z.-H. Electrischen Spoorweg te Zeve
naar en ten Zuiden van Delft in de
nabijheid van den Abtswoudfcchen weg.
Zijn daar overal ook van die ophoo
pingen geweest
„Het ware te wenschen, dat dit on
derzocht kon worden. Vermoedelijk
zullen wij er wel niets meer van te
weten komen.
„Dat ter plaatse van de laatste ont
sporing en ook verderop in de richting
naar Rotterdam, zulke gevaarlijke bal
last ligt, daarvan heb ik mij ter plaat
se overtuigd. Op zulk grind is het vast
liggen van het fepoor volstrekt niet
verzekerd'. Rampen als die bij De Vink
kunnen zich eiken dag voordoen.
„Hopen wij, dat de machthebbers in
scilte tot zichzeAf zullen inkeeren en
óveral waar het noodag is fijn grind,
grindaand, beter nog basalt- of por-
fiereplit zullen doen aanvoeren, om
daarmede de dwarsliggers goed' te on
derstoppen. Dan is voor dl© toekomst
het gevaar voorbij."
DE MOEILIJKHEDEN VAN DE NEDER
LANDSCHE HARINGVISSCHEiUJ.
Plannen tot exploitatie van de
yisscherii in Nederlandach
Oo#t-Indië. Een beroep op
den moreeten en zoo mogelijk
daadwerkelijken steun yan de
Indische regeiering.
Persbureau Vaz Dias te Am-
meldt
De Nederlandsche Noordzeevisscnerij
en wel in het bijzonder de haringvis-
sclherij, het oudé national© bedrijf, ver-
keert reeds sedert een aantal jaren in
ongunstigen toestand'. In. 1913 voeren
nog 717 Neieriandsche visschefsche
pen op de Noordzee ter viseoherij uit
tn brachten zij 794.687 tonnen haring
aan. In 1925 was het aantal aan de
visscherij deelnemende schepen ver
minderd tot 427 met een. aanvoer van
313.784 tonnen haring en dit jaar zijn
in totaal nog slechts 377 schepen ter
haringvangst uitgevaren.
De ongunstige toestand' van het be
drijf noopt de reediere steeds meer
schepen uit do vaart te nemen en naar
Het
wij vernemen, zijn er den laatsten tijd
pogingen aangewend een ander em
plooi voor een groot aantal Nederland
sche haringschepen te vinden. Reedérs
hebben getracht hun schepen naar het
buitenland voornamelijk Zuid-Ame
rika r te verkoopen, terwijl yoor's
korten tijd' geleden een poging is ge
daan van de Argentijnsche regeering,
toestemming te verkrijgen tot het op
richten van een Nederlandsche Vis-
scherij Exploitatie Maatschappij ln Ar
gentinië. Deze pogingen zijn door do
bezwarende voorwaarden., die de Ar
gentijnsche regeering fcteddte o.a.
het brengen dor vaartuigen onder Ar
gentijnsche vlag mislukt.
Do reedors en haringvisschers schrij
ven d© mindere vangsten toe aan de
intensieve bevissching en aan do roof-
visscherij mot modern visphtuig op de
Noordzee. Tot 1857 bestonden er in
ons land voorschriften voor de vissche-
rij oip do Noordzee, zoowel wat be
treft de wijze van visschen als do tij
den, waarop gevisdit mocht worden,
hoe groot de mazen dor netten moes
ten zijn, enz. Tot korten tijd voor ge
noemd jaar was dé Noordzeevissoherij
bijna uitsluiten^ in handen der Neder
landers. Toen evenwel omstreeks de
helft van de votrig© eeuw ook do bui-
tenlandischo vissdherij, voornamelijk de
Engelsche en Deeneche, zich ging ont
wikkolen, kwam de Nodérlandsche vis-
scherij in het gedrang omdat in het
buitenland geen voorschriften voor do
viascherij op do Noordzee werden uit
gevaardigd.
Ook do regeering heeft don ernst
van dezen toestand reeds ingezien en
op 13 September j.l. heeft do minister
van binneniandsche zaken Mr. J. B.
Kan een commissie geïnstalleerd, aan
welke onder voorzitterschap van het
Tweede Kamerlid Dr. H. J. Lovink, is
opgedragen een onderzoek in te stel
len omtrent do vraag, aan. welke oor
zaken do ongunstige toestand, van het
haringivisscherijbedrijf moet worden toe
geschreven en of, en zoo ja in hoe-
verre, maatregelen van overheidswege
dienen te worden getroffen, welke zou
den kutmeit leiden tot verbetering van,
den ongunstigen toestand van dat be
drijf.
Wij vernemen thans, ctat de direc
ties van eenige groote reoderijmaat-
schappijen hier te lande plannen heb
ben ontworpen om in Nederlandsch
Oost-India de vissoherij-éxploitatie ter
hand to nemen
Het was de directies van bovenbe
doelde i-eederijmaatschappdjen ter oore
gekomen, dat de heer K. dé Waarj,
"die reeds eerder met een onderzoen
werd belast, op het oogenblik met ver
lof in ons land vertoeft en van déze
gelegenheid hebben zij gebruik ge
maakt om te trachten reeds vroeger
besproken plannen voor vissoherij in
Nedérlandsdi Oost-Indlë nader onder
de oogen te zien.
Dezer dagen heeft dan ook op het
Ministerie van Binmemfamrisohe Zaken,
afdeeling Visecherijen, te 's-Gravenha-
ge een bespreking plaats gevonden
tusschen eenige directeuren van reede-
rijntaatsehappijon, den heer K. de Waart
den heer G. C. Groen, secretaris van
de door dé regeering ingestelde Vis-
scherijconrmissie alp plaatsvervanger
van het Hoofd van. de afdeeling Vis-
schérijen en den heer J. C. Boeker,
expert bij de ffeheeipvaartinspectio te
Vlaardingen, die als tralt-d'union tus
schen de reederijen is opgetreden.
In déze» conferentie werdén de mo-
gèlijlchedén van de vissoherij in .Ne-
derlandbch Oost-Indlë besproken en
werd vooral aandacht geschonken aan
het groote belang voor dé koloniën,
zoowel als voor het moederland', voor
EEN IDEE.
i.Jongeman, ik zeg je, dat dit een geval
van betrekking-zelfmoord is."
„Het kan me niet schelen, ik moet den
baas spreken."
„Wanneer hy iemand van zfjn personeel
"iet binnenkomen, spuwt hij vuur."
„Om je de waarheid te zeggen, myn jeven
lang wacht Ik er op, dit eens te zien."
„Je trotseert het risico vanmiddag als
werklooze winkelbediende het plaveisel van
Main Street te betreden?"
.•Wat my betreft, had je je wat minder
lyrisch kunnen uitdrukken, maar die risico
neem ik op me."
Tom Pan was een eigenaardig man, Hij
nad de zaak geërfd van zyn vader, die het
meest energieke lid der familie gfeweest
moet zy'n. Tom was niet lui, integendeel,
van 's morgens vroeg zat hij tot sluiting der
zaak op zijn kantoor. Maar hfj was erger
nog dan lui: ham ontbrak de lust mee te
doen met de nieuwere reclame-ideeën.
hi Louisville was nog een magazijn. Dit
werd geleid door den vijand van Tom Pan:
Lew Hays. Zij waren schoolkameraden ge
weest Maar toen zy heiden aan het hoofd
van, de twee confectie-magazynen van
Louisville kwamen te staan, was het afge-
oopen. Lew had plezier in het uitdenken
van pakkende reclame.
De meest excentrieke plannen hielpen
em hierbij. Zoo had hij eens per annonce
bekend laten maken, dat aire inwoners van
Louisville, die op denzelfden dag als hy ja
rig waren, levenslang één pak per jaar ca
deau kregen van „The New World" zooals
hy den winkel genoemd had. Schoonheids-
wedstrijden werden door hem georganiseerd
en bevriende juryleden zorgden altijd, dat
alleen die meisjes een prijs kregen wier ver
loofden door het huis van Lew Hays ge
kleed werden. De felle concurrentiestrijd
eindigde in een openlijke vijandschap tus
schen beide mannen en ingewijden mompel
den dat de zeer conservatieve heer Tom
Pan zyn zaak wel aan <den kapstok kon han
gen.
Jack. ging opeens zonder kloppen het
kantoor binnen. Tom; Pan keek verbluft op.
Zoo lang hij het map,axyn dreef was nimmer
nog een bediende zonder vragen binnenge
komen.
Tom Pan was zooi perplex, dat hy vergat
den jongen eruit te gooien.
„Jongeman", Tom Pan's stem klonk
vreemd in de oore n, „u weet zeker, dat hier
ontslag op staat.'"
„Ik had niet anders verwacht, ik ben niet
zoo'n optimist."
„Gaat heen e-ft tracht een beter mensch
te worden,"
„Daarom wil de ik u eerst eens spreken."
„Mhar ik he4» zooeven'toch gezegd, dat u
ontslagen bont!"
„Zeker, ik eoel me als een ontslagen win
kelbediende. Maar daaróm juist bevindt zich
de particulk rr Jack frdrrel tegenover u."
Tom Pan. voeWe dat deze brutaliteit het
einde van t te "Republiek «der Vereenigde Sta
ten Inluid de. Met 'dit optreden vergeleken,
was het 'ooldjewidme slechts een kibbelende
secte va n Kwdkers. Jack 'Mc. Farrel voelde
dat hy nu moest doorgaan en Tom 'Pan in
zijn verslagenheid overrompelen. Aldus ge
schiedde;
„Uw zaak, meneer Pan, is verloopen.
Iedereen In Louisville lacht u uit en zelfs
jongens die 4 dollar per week verdienen,
koopen liever by Lew Hays dan bij u. Dit
is uw eigen schuld. U heeft zich door de
reclamecampagne van Lew laten overbluf
fen. U dacht, dat u in dozen tyd nog wel
teren kon op de reputatie van uw grootva
der en grootmoeder. U bent te sen
timenteel. Maar door deze sentimenta
liteit heeft u deze zaak laten verloopen en
als dat zoo een jaar doorgaat staat een
bankroet VöOT de 'deur en keept Lew Hays
uw erfdeel."
Dit was te veel voor Tom Pan. Die ver
vloekte jongen ried zyn eeuwige nachtmer
rie. Hij wilde hem er uit gooien, maar toch
dwong hem iets te klisteren naar de dingen
die hy> duizenden saaien reeds overdacht had.
„U hebt my ontslagen, all right. Ik ga.
Maar ik geef u een kans. En dat is de vol
gende: ik maak een maand lang reclame op
i»yn manier. En ik garandeer u dat in die
dertig dagen ik den winkel van Low Hays
een knock-out verkocht heb, waar bij nooit
weer Van op zyn beenen komt. Ik maak die
reclame voor eigen roken ing. Op één con
ditie: geef my elke dag «en «ader pok ter
leen. -En één dolhar per dag voor de kosten.
Dat is alles. En met dertig dollar donk ik
meer te bereiken dan Lew Hays «net alle
schoonheidswedstryden en joagens die op
zyn verjaardag jarig zyn, bij elkaar."
Tom Pan gaf zioh gewonnen. Het denk
beeld, dat Lew Hays nog eens in zyn zaak
zou rendloopen had hem den laatsten tijd
niet losgelaten. 'Dit was een kans. De jon
gen loog niet. Dat voelde hy. Er op of er
onder.
iDen volgemlen morgen om zes uur was
Jack de eerste passagier die in lyn 43 ging
zitten, de langste tramlyn van Louisville.
Hy ging mee tot het eindpunt. De conduc
teur riep „Uitstappen" en Jack bleef zit
ten. De conducteur vroeg of hy mee terug
ging. Jack knikte „ja" en daarmee was het
ambtelijke gesprek afgeloopen. Jack nam
opnieuw een kaartje. Weer tot het eindpunt.
Dat tevens het beginpunt was (eventueel
ook omgekeerd). Hy bleef opnieuw zittenen
nam wederom een kaartje. Na den veer
tienden rit (het was inmiddels één uur ge
worden) pakte hy zijn lunch uit en veror
berde deze. Om zes uur bracht zyn meisje
hem (aan het eindpant) eon potje warm
eten.
De conducteur dacht met een krankzinnige
te doen te hebben. Maar zoolang er betaald
werd, kon hy moeilijk iets zeggen. Om één
uur des nachts verliet Jack den wagen.
Eenigszins styf. Maar dat zou wel wennen.
Den volgenden morgen begon hij om zes
uur weer te rijden. In een ander pak en met
een anderen coyducteur. Die dag verliep als
de vorige. Né drie dagen begonnen de con
ducteurs al te mompelen. De wagenbestuur
ders, wjer aandacht niet door spreken mag
afgeleid worden, werden door kyken afge
leid, een omstandigheid, waarmede de di
rectie van de tram nog nimmer ernstig re
kening had gehouden. Er ging een gerucht
door de stad van een excentrieken jonge
man, die elke dag ln dezelfde tram zat, el-
ken dag een gloednieuw costuum aandeed
en in den wagen lunchte en bescheiden di
neerde.
Na een week sprak iedereen erover, Louis
ville Dailly Papers trachtte een interview
te verkrijgen, maar ze hadden beter iemand
naar Coolidge kunnen stóren. Jack zweeg.
Na veertien dagen (Louisville sprak al ner
gens anders meer over) kwamen de repor
ters uit New-York, Chicago en zelfs uit
Frico. Het werd een dolle sensatie. Des
morgens om vier uur verdrongen zich dui
zenden menschen by de garage om Jack te
zien instappen. Hy werd natuurlyk gefilmd
en Jack Mac Farrel verscheen in de U. S. A.
meer nog op het witte doek dan Douglas
Fairbanks. De zestiende dag bracht een
kleine tactische verandering.
Alle passagiers, die dien dag met den
wereldrecordhouder-tramritten meereden,
kregen een kaartje in de hand waarop stond
„Alleen Tom Pax's confectiemagazijn is het
beste". Elke honderdste passagier kon een
costuum cadeau krygen. De directie van
de tram had nimmer nog met lyn 43 zulke
zaken gemaakt. Vanaf dien dag kwam er
meer beweging in Tom Pan's magazyn. In
Louisville sprak men alleen nog maar over
Jack's geweldige reclame-idee. Tom Pan
moest nieuw personeel aannemen. Hy had
in vier dagen zyn voorraad uitverkocht. Lew
Hays knarsetandde.
Aan zoo iets had hy nog nooit gedacht.
Toen de dertig dagen om waren (Jack had
de laatste week een windkassen meege
bracht) bestormde heel Louisville Tom Pan's
magazyn. 1
-i