rsoneel IN i* ..**0 IKEN lagen NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE. NIEUWERKERK, OUDERKËRK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, Ma. 18341 Vrijdag 24 December 1826 65 Jaargang r EERSTE BLAD. I V man FEUILLETON. F. No. 81 BERICHT. D0(hi 6ÜUD VERBLIND. .1 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen f «lil Station” 11 3315 10 a 3316 30 enz. -i Dit nummer bestaat uit twee bladen. DE DIRECTIE, K. stig^r. f zwakt, omdat ?y dan ook niet meer kam 3259 90 3 had bedacht (Wordt rerrolgd) lam. ek per Radio. cijzenbroodjes. 8814 50 den min- verwachten dat men bereid ia het verbod te voilgen. Ziezoo, die boutade moesten wy eens loo- zen naar aanleiding van tal van opnwrkin- spü'sverte- isteloosheid r ’t gebruik Morgen len Kerstdag zal de GOUDSCHE COURANT NIET verschijnen. Een veel bewogen leven. ..-•mail uil net bngeiscn van Miss E. BRADON. buitenland worden e, Italiaansche en od de beteekenis De waarheid wordt zelden kalm gezegd' en nog zeldzamer kalm aangehoord. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCCCXLVIU. Het zou ondoenlijk zijn de gansche revue van gemeentezaken die in den raad der vroede vaderen wordt gehouden, nog weer laten passeeren. Het zijn ui me.u naa ge hoor zien hun gezichten uie ons zoo merbaar wa ren, totdat de oogen ons vochtig worden en het in duizend schemerschyntjes gaat dan sen voor ons gezicht. Een sprookje van herinnering en verheel ding. Op den Kerstavond willen we terug gaan naar oude dingen en luisteren naar sprookjes. Andere dagen eischen onze ge dachten en onze daden, wy hebben dan geen tyd om terug te keeren tot den vorigen dag, maar op den Kerstavond doen wy uat en zitten neer met e.kaar en we maken dien avond zelf tot een sprookje van schoon heid en van dichteriykheid en van een waarheid, die de werkelijkheid verre te bo ven gaat. Dat sprookje kan alleen ontwaken en opbloeien waar de blydscnap van het familieleven is, in aller hart de warmte der innige genegenheid, in het gemoed de ver- teedering van het by elkaar zijn. Een kring zonder leegten zonder open plaatsen, niet met de heugenis aan pas geslagen wonden. Ook met vrede hebben ondef el kander en vertrouwen en begrijpen en be langstellen. Voor dezen avond althans, het volkomen genoeg hebben aan eigen huis, rustig stil, niets begeerend van de wereld. Zoó is er de atmosfeer, waarin ons eigen Kerstsprookje zich kan vormen en dat we ons geheele leven met ons zuil&i meedra gen. Het Kerstlicht. Het is nu zoo donker overal en de wereld lykt zoo klein de lange nachten en de korte, mistige dagen, 't Is, of er mets is overge bleven van wat toch eens glansde en schit terde in de felheid van het licht, en mets van den troostenden ooigenlach der men seden, die tooh met ons op denzelfden weg ziyn, of we dien weg, den langen levensweg, aid een giaan. Ver weg en dichtbij hooren we de geluiden, maar ze klinken gedempt door den nrist der korte dagen. En wat we zien, wiat soms plotseling opdoemt in dien door- zichtigen nevel, sdhynt vaag en vreemd en verdwynt even geheimzinnig als het op kwam. Het leven lijkt zoo anders, als ineen- schromipeld tot den engen kring van ons eigen leven, als was tusschen ons en de menschen en de omringende wereld een muur opgetrokken. En vergeefs trachten we over dien muur heen te zien, üe menscihen en de dingen blyven veraf. En op onszelven aangewezen, schijnen we aldeen te leven op een verkleinde, verkilde, versomberde we reld. Hoe anders is het dan in den zomer, wan neer de zon lacht en de verten glanzen of in den droomerigen herfst, wanneer onder den sereen-blauwen hemel de wereld schijnt te ademen in de bezonken rust van een ein- gelyk gevonden evenwicht. Dan is rondom ons het leven, waaraan ook wij deel heb ben en voelen we de gemeenschap met het groote Leven en de menscihen om ons. Dan onder de wyde overkoepeling der geweldige luchten lijkt ons hart uit te gaan naar dat leven om ons en tot in de verste verten, die blauwen, weten we menschen als wy, due met ons voelen en denken en liefhebben en haten en wuer oogen lachen als de onze en wier handen heenreiken naar het geluk, dat ook wy zoeken. Maar nu is ons bant eenzaam en van de menscihen weten we niet, of ze lachen of schreien, liefhebben of ha ten. We staan alleen en ons hart bezint zich enkel op eigen liefde en eigen vreugd en eigen smart. Alleen gebleven in de duister nis van het stervende leven zijn we als op ons zeilven aangewezen en onze gedachten keeren tot ons zelven in. En bekommerd vragen we, of dan nooit meer het licht zal Kerstavond, met zijn virh en romans verteld door aan duizenden hun 1 kens vertellingen van Sa >an Marley, van de Nie van den bez ten man. Juuiavond in paster Bel maar weinige grondig worden behandeld. Wie in deze dagen eens het oor te luisteren legt bij de burgerij die dan toch haar be langen aan deze edelachtbaren heeft toe- vieutrouwidl, bespeurt er spoedig dat er over het algemeen zeer weinig belangstelling be staat voor de beschouwingen die in de raad zaal ten beste worden gegeven. 'Trouwens het is algemeen bekend dat er een groot tekort aan aandacht voor 's raads handelin gen bestaat, dat men heusch het gemeente bestuur met meer de beteekenis toekent, die het misschien wel meent te moeten hebben. De aandacht van het publiek gaat naar be- lanigryker zaken dan het vaak zeer onbe duidende en voorai weinig ter zake kundige debat in den raad. De ontwikkeling van het maatschappeiyk leven heeft er nu eenmaal toe geieid dat slechts weinigen de behartiging van de ge meentebelangen voldoende verlig achten by het college dat op zoo’n onmogelyke wjjze wordt samengésteld als thans met den ge meenteraad het geval is. De dwingelandij die door dat college op tal van persoonlijke vryneden wordt toegepast, zelfs daar waar niemand schade, hinder of overlast van de toepassing heeft, heeft de eerbied voor dit college aanmerkelijk doen dalen. Men er kent dit college niet meer als autoriteit; in- ADVERTENTIEPK1JS: Uit Gouda en omstreken benoorende tot den bezorgkringj 15 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkung 1—o regels l.b5, elke regel meer 0.80. Advertentiën in-het Zaïerdagnuinmer 20 bys'ng op den prijs. Lief dadigheids-ad ver ten tien de helft van den prijs. INGEZONDEN' MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elk® regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot teer gereduceex den prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhan delaren. Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn .ngekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. Pillen ge binnen maar eens. ig. Overal *n 40" ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaa. a.26, per week 17 cent, mer Zondagsblad pev kwartaal 2.90, per week 22 cent, over» waar d® bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.15, me' 2U«t*r*ag»blad 3*0. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ojls Bureau: MARKT 31. GOl'Dd by onze agenten en loopers, den boekhande de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van ë-6 uur. Administratie Telef. latere 82; Redactie Telef. 88. Postrekening 48400 1 176 - ..Sproei Sylvia.” smeekte hij, ..spr.e liefste, en logenstraf dien man Zeg heir dat uw schoonbroer niet in een geslicht is gestopt, dat dit volstrekt niet in t geheim en met groote overhaas ting is geschied dat ge volkomen ge rechtig waart tort, die handelwijs.” ,,Ik was er loe gerechigd,” zei de zij, den onderzoekenden blik van haar minnaar met een vasten blik beam woorden e. met oogen die even kalm den doo in 't aangezicht zouden heb ben ges aard. Haar vrees was einde lijk overwonnen. Zij stond aan> den rand van t verderf, maar de waskracht de onwr> bare moed die haar zoo lang staande had' gehouden. k«verde op nieuw bi haar terug. Iedere zweem van jeugdige frischheidi was verdwe nen haar gelaat was in kleur en uit- drukking ten jaar oude? geworden maar haar oogen schitterden met een ongeareeren glans en haar bleteke lip pen waren op eiKanaer geAiemu, nuu.- wezen Liaci een unuagenue ui.aruKKiug. „Ik hac er i ream toe hem.ai-o zij. ,,De dokier, oiuier wiens loezjuu ik mynneer 1 err am stelde, was ecif geneesheer, mij door dien man aanbe- voien. lwe»j geneeskundigen legden -e verklaring al dat iüj krankzinnig is alles geschiedde in t openbaar en naar behooren. Ja in t openbaar. Ik was niet verplicni den heer Bain in kennis .e stellen van mijn voornemen. Hij is niet mijn meester.' .,Zeg mij waarom je zoo plotseling besloot den beer Perriam* naur een gekkenhuis te zenden, vroeg Edtnund eenigszins gerustgesteld door haar on verschrokken toon, maar toch gevoe lende dat haar gejaagdheid een dieper grond hebben moest, dan de natuur ij- ke afschrik van eene vrouw voor een valsche beschuldiging. ..Was hij plot seling wild geworden?” ..Wil ik u eens zeggen waarom La dy Perriam hem stilletjes in een gek kenhuis heeft laten stoppen, mijnbeer Standen vroeg Shadrack Bain. ..Neen, mijnheer. Ik heb u niets ge vraagd, en ik verlang niets van u te weten. Ik heb die vraag gedaan aan de vrouw, die straks mijn echtgenoote zal worden.” ..Ge hadt u die moe te kunnen be sparen”. zeide de rentmeester met st roeven lach. ..Lady Perriam zal u op tegendeel, men kan er aanstonds ettelijke leden van aan wijzen, die een groot deel der bevolking beneden zijn geestelijke standing acht en aan wier opinie men evenveel waar de hecht als die van end eersfen den besten pakjesdrager. Het is alles derde- of vierdehands wijsheid die verkocht werd door personen die het aan voldoende geestelijke capaciteit ontbreekt om uit eigen studie en eigen oor deelsvorming tot een conclusie te komen. Het zijn geen sprekers, het zyn naprater» die een deel van den raad vormen. Sedert tal van onderwerpen in de sfeer der overheidsbemoeiing zyn getrokken, is er een tegenstelling ontstaan tussehen deze en vedte andere waaraan de overheid zich niet gelegen laat liggen en die door de betrok ken burgers dus als veronachtzaamd wor den aangezien. Vandaar het toenemend ver zet tegen de overheidsbemoeiing en het af- nemepd respect voor haar daden. Wanneer de overheid niet nalaat een deel der bur gerij te ringe.ooren alleen omdat een groo- ter deel er een andere opvatting op na be lieft te houden en alleen het aantal, niet de geestelijke beteekenis van de diverse groe pen den doorslag geeft, zoolang zal zjj niet meer kunnen rekenen op erkenning van haar beslissingen als maatstaf-gevend voor het openbare leven. De tijd is al lang voorbij dat men een verbad van de overheid be schouwt als een aanduiding dat iets niet goed is. En als dat niet meer het geval is, is de positie van de overheid danig ver-. ot mOTge'ii uuscmivu, oyivia eu 'leu uag vaiu neucn zui ia om ie (Hiderzoekcm wat er is van de laster lijke bescuiui .iig ug van dien man. ,.Ua mei mei iiem mee riep oylvm angstig, terwijl ue ouiiste.ue biik ep tiaar geiaat lerugkeerue. ,.ba niet met nem mee, Edmund uoor dit ie uoen erkent ge uat gij aan xijn lastertaal geloot slaat. Gij kuni toen immers niet gel oo ven ,,IK geloof biets dat tegen je pleit, iieisto, maar er is siechis één middel om zulk een lasterlijke aamiijging den kop in te nijpen, en dat is: ue valsch- heid aan t licht te brengen. Ik ga dus met mijnheer Bain naar t Gesticht, en k zal met uw vermeendi slachtdier spreken, en voor mijn terugkomst zal ik hem be ijzen dat je onschuldig rijt aan eenig leed, dat hij heeft moeten verduren.” ..Edmund. smeekte Sylvia wanho pig. terwid rij rich van haar minnaar losniaakte en voor hem op de km een viel. ..Edlnund. ais je mij ooit hebt bemind, ga er dan niet heen.” ..Ik houd te veel van je otn te dul den dat je goede naam onder eene verdenking ligt die ik niet kan logen straffen. Hoe schandelijk.de aanklacht ook wezen moge, de logen moet aan 't licht gébracht worden.” opgaan en nooit meer de vreugde en het genua ziuuen lachen om ons heem Maar dan, zue, wamieei we zoo verslagen en oeKoimneid staan en geen enkei Üclu- puntje meer senymt te glanzen in den nacnt .an diet jeven, uian eerst zyn we in staat een ander Licht te zien, niet net straLeniue en jubelende wellicht, waarnaar we de kan nen strekken, maar sterk en zachtgtanzend en null tenu tut m verre ruimten en is ont> nart gesoiukt om de nieuwe vreugde te ont- vaaigen, die door ons Leven scnynen zal. In het donkerste der dagen is het KensWocht opgegaan, het nieuwe Licht, dat de wereld een anderen glans, een reiner heerlyikiheid zou geven. Niet enkel de jubelende Vreugde van net geklik, maar ook de stille, diepe vol doening van zelfverloochening en oiiering, van reimging en overwinning na den stryd, brengen ons de heerlyianeid en de votiieid van het leven. Maar het is uit de dmsterms der wintersche dagen, dat het nieuwe licht moet opgaan en uit de duisternis van ons hart, dat de nieuwe vreugde moet geboren worden. Want in ons zelf moet ze geboren worden. Het is met voor met, dat in steeds enger kring het leven zich om ons samen trekt, tot we alleen scliynen te staan op de wereld, En het is nie^ voor niet, dat ons bekommerd en verslagen alle moed schijnt te ontzinken en geen vreugde meer schynt te Lichten. Alleen mikeer tot ons zelven en de stryd in eigen hart kunnen ons het Kerstlicht doen zien. Diep binnen in ons zelf moet het beginnen te gloren na den duisteren nacht van strijd en leed. Maar wanneer ook eefhnaal het eerste zwakke iTT’Welk Vör?Ih3T7!ë*^< licht aan de kim heeft geschenen, dan zyn we verzekerd van den opgang naar een nieuwen dageraad en een nieuwen dag. Vanuit de donkerste dagen van het jaar stijgen we naar hert, nieuwe licht van den Kerstdag, Het is het keerpunt. Van nu af blyven we stijgen naar de geboorte ook van ^en nieuwe lente en een nieuwen zomer, naar een meuiw leven. En is eenmaal in ons hart na veel stryd het nieuwe licht opgegaan, waarvan we de schoonheid en den glans a.- ieen door den strijd hebben leeren zien» dan wordt ook in ons een nieuwe inensch ge boren en stygen we, blyven we stygen naar een nieuwe vreugde en een nieuw geluk. Wanneer we ons hiervan bewust zyn, dan zullen we ook de beteekenis van het leed begrypen en ook in de donkerste dagen niet geheel den moed verliezen voor den stryd, die soms zoo Hopeloos kan schynen. We moeten ons er doorheen slaan. En dan zul len we, misschien niet het gezocht geluk, maar een andere, een meuwe vreugdë vin den. Het lidht dat in den Kerstnacht opging, is een licht voor de verslagenen en ver- vum'tMiu nuuie naar op, miar. a-'oais urj haai straks nou^edi, ocLvitMm; en beealiernul ^.jn öieraeu arm. „als we niet ar een hem waren, nujiuieer B.un, zou. m. met u heobeu gtxuciu.en, ^erne iuj bedaard ,,uu ecinor verzoek ik u aneen u nog sclne- .ijKtr aan gij zijl gekomen un ueze te wrwijueren, oaiar ik vrees anders zou kunnen vergeten gij ten minste gezind rijt.” ..Hef rij zoo.” sprak Edmund vast beraden. nadat hij zich een oogenblik had bedacht ...We zul'.en ons huwelijk hoorden over de discussies m onzen ge meenteraad. Wy hebben de gewoonte nu eens dit dan weer dat puntje uit de gemeenteibemoeiïng te gaan verkennen en opnemen en telkens blijkt ons dan by de behandeling daarvan in de gemeenteraad dat «ie praatzieke leden er al bitter slecht van op de hoogte zyn. Zij tappen hun wijsheid uit bronnen die abso luut onbetrouwbaar zyn, omdat zij alleen hun eigen belang op het oog hebben. Nieuws valt er uit de discussies niet te melden. Menschen die nog nooit in een dan cing zijn geweest, hebben er hun oordeel over en de massa van deze ter zake ondes- kundigen hebben er hun afkeuring over uit gesproken en ze’fs wenschen zij te bepalen dat een groep personen in den Haag zich bij hun meening heeft neer te leggen. Ten aanzien van de badplaats Schevenin- gen, die door het gemeentebestuur tan den Haag zoo slecht is behandeld dat ze als ge volg daarvan al jaren op apegapen ligt, weer eens getracht een enkele verbetering te krijgen. Het is haast ongelooflijk, maar het is zoo, dat 's avonds om negen uur de winkels op den, boulevard gesloten moeten worden. Dan kan men ze even goed om zes uur sluiten, want dan is het middagbezoek liOIIISLHE COURANT. beurd. Het uitstellen van de plechtig heid. die heden plaats zou hebben ge had. kan volstrekt geen kwaad, indien morgen nog eveneens Kerstfantasieën len, sprookjes teuaars waar- harfr verkwikken. 'Dic- a-A>ge en den geest zjaarskbkken en Sn Frits’ Reuters iricfc "vredig «mi®, AgTiJdr'-M ‘den Kerstnacht, vertellingen, die wy het meest en het bes^ konden bewonderen als onze eigen Kerstavond ons er ontvankelijk voor maakto en ons gemoed stemde om ze zóó blijde en zóó dankbaar te ontvangen als ze willen worden aangehoord. Ach ja, alles wat ooi^ menscheljjke ver beelding voor reins en kostbaars schiep, wat zij ooit voor ons )«'^n, die ideale wereld, die ons troost van de ellenden en gebrek n der werkelijkheid’', wat zij ooit greep van hetgeen door gewo ne menschenhand niet wordt getast, het on- zienljjke, dat zy uitbeeldde, het onuitspre kelyk', waaraan zij woord en klanken gaf zoo immer dan zijn wij thans bij machte hef te verstaan nu hare tonen zich mengen onder de woorden die ons Kerstsprookje ons inf uisterd. Ieder heeft zyn eigen Kerst sprookje en als wy ouder worden of onze jaren klimmen dan zitten we neer en sta ren voor ons uit om te zien wat geen ander zier kan. Andere Kerstavonden zien we, van lang geleden, in ’n ander oord, in eten ander huis, zóó lief, zoo vredig, dat de her innering eraan reeds onzen eigen Kerst avond schoon en goed maakt. We zien weer a’ en, die de jaren onzer jugd van blyd- schap en zegeningen hebben vervuld, wij moeiden van hart. 11W het is een Licht, dat, uit de diepste duiflternis geboren, al leen in zyn volle heerlijkheid zichtbaar kan worden voor wie zélf door de diepste scha duwen zyn heengegaan. In ons zelf, in de diepste eenzaamheid van' eigen hart en de diepste bitterheid van eigen stryd moet het voor ons geboren wordefh wil het ook over ons leven den glans spreiden, die ondanks leed en strijd, ons de waarde en de schoon heid van dat leven doet voelen. «axLwr uat ik uat u«ao plaats heilig is. ,,z.aj ik heengaan, mujnneer Standen, en u met deze vrouw laten trouwen. Zou t niet beter rijn haar eerst op de proc. te stenen? Stel uw huwelijk uit tot morgen, en kom met mij mede om mijnheer Petram op te deiven. De pla«.s, waarheen Mylady hem neett gezi inlcn, is slechts een dagreis van Lon len verwijderd. Spreek zei met Sii Aubrey's broeder. Indien er geen geheim bestaat, indien er geen valsch heid in 't spel is. zal ik de dame hartgrondig vergiffenis v ragen voor H leed dat ik haar heb aangedaan. Maar in. o k geval is er zooveeil n ei bij ver- uic viaag waai'scnijiHLjk wei net ant woord scnuiuig blijven. 1k za. u zeg gen waarom zij uen, goeoezi onscaa^e- »j;Ktn Moruieu un uen weg runuue een man uie evennun van zijn ver stand berooiu is ais ik. vat ueed ze, ornaat iuj naar geneim Wi»i. om.a, u.j wist dat naai ecntgenooi, bir AUibrej, onnjdig aan zdjn einde gekomen s uoor liaar nanoen. Sylvia gal een gil eui. viei op grond voor de voeten van haar naar, met haar handen als tot een eeu boven haar hoofd opgetheven. ,,Z0v waar als er een God is, e- gene wien ik heb gezondigd, dat is een sohanJialijke en gemeene leugen kreet rij, met de oogen plechtig ten hemel geslagen, alsof rij werkelijk de Godlneud wude inroepen om de waar heid barer verklar ng te bevestigen ik ben onschuldig aan den dood van mijn echtgenoot.” ,.Als ge hem zelve niet hebt ver moord1. hebt ge toch het plan tot rijn dood1 beraamd.zeide Shadrack Bain. „ik geloof wel dat ge een te verf jnde dame rijt om1 zelve de zaak ten ui»- voer to brengen, maar ge hebt uw werktuig en gehoorzame dienares, juf frouw Carter, gebruik1 om u dat vuile werk uit de handen te nemen.” ..’f* Is onwaar ’t is een leugen kreet Sylvia, nog steedh op den grond liggend1.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1