1 jeaïerkeer ÉJ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN No. 16346 86. JT NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, W<DD INK VEEN, ZEVENHUIZEN, 1 EERSTE BLAD. ll FEUILLETON. fe‘l IEERLEN. I nq acid BERICHT. DOOK GOUD VERBLIND. I ANENS abrieken ERVEER. oht 1765 ITSTE swaarde. Vrijdag VI DwemberlWB BERKf^OUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, r - s Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen kwartaal 2.90, Dit nummer bestaat uit 3 bladen. DE DIRECTIE, nd te voor K. iS I (Wordt vervolgd) wijl zij wachtten dat het hek zou wor- ding oog gen. le eerste duizend er al! aen onder maar Nieuwejaar zien vroegere? Vooruit ligt wat geschied is, Elk uurtje vreugde, Pat men ontving, Herkrygt zijn glans door Herinnering. Maar somb’re uren Van droefenis, En zwarte dagen Van groot gemis. _r we ons- öp- wotd«, dat er in Zoo even peinzen Met fluist’rend woord; Zoo evén stilstaan En dan weer voort. „Het Prieel” Br. LE&LAMB. Morgen, Nieuwjaarsdag zal de GOUDSCHE COURANT NIET verschijnen. Een veel bewogen leven. Kcman uit het Engeiscn van Miss E. BRADON. ntreikkelijker kan den geschreid om eigen reiner verleden. 'vastg^hQudenv iehken ’a - Nog eens herdenken Wat 18 gobbled, En hoopvol polsen Wat Toekomst biedt. ons gereed vinden voor het leven. Wat heden is, wordt eens v< - komst wórdt heden. En den onzer toekomst zulk van nu, dat ^an verledei vinden van wat ons lev< we dus de toekomst, die gelukkige maken. .dai*Ai thans te zorgen. Als we len we begrijpen, zul- ons werk en ons leven met nieuwe kracht en nieuwen moed aanvatten. En op den Nieuwjaarsmorgen zullen we bedenken, dat straks een andere Oudejaarsavond volgt en dat we daarop ons zelf rekenschap zul len hebben te geven van wat we in het nieu we jaar, in de nieuwe toekomst, die* dien Nieuwjaarsmorgen ontsloot, van ons leven maakten. bedenken, zien we »«t andere oogen «Ivh soms L onze lippen kan pewust van eigen vellicht. Dat böwust- udO. klojtslagi orvin 4n Men leest de aren Van vreugd byeen Op korenakker Van het vefteên. te aan ons op aan den zwanen stag die da Nederlandsche journalistiek eeniige dagen gebeden trof door het plotselinge overfijden van één der besten en eersten onder one, den in Rotterdam zoo tekenden en gezienem collega A. Voogd. Al gaan wij even bunten ons bestek omdat hij geen Hagenaar was, we mogen niet verheien dat zijn dood ook onder ons Hagenaren verslagenheid heeft gebracht en dat zeer velen in de residtentie dit overlijden hebben gevoeld ads een alaig <kie ook ons treft. Men kende Voogd in den Haag zeer goed, men benijdde Rotterdam bijkans het bezit van dezen bekwamen jour nalist en in tal van kringen was het bekend welk een plaats hij in Rotterdam innam. Wanneer wtj de battens over 1926 opma ken, dan is zijn heengaan voor ons allen een zware verliespost. Het vak van den journa list is geen dankbaar vak, want het werk van den dagbladschrijver vervliegt iederem dag en het gelukt slechts aan weinigen om otp den duur zich een aanzien en een betee- kenis te veroveren. He^ stemt daarom altijd weêr weemoedig één der besten te zoen heen gaan, wiens niaam wel aanzien, wiel betee- kemis had. Voor het beroep ie dit heengaan een verbies. Voogd ruste in vrede. In de tweede plaats herdenken wij den De nieuwp fa Weer afgevfa Met optifnifaj En strijdenuk JAARWISSELING. Een weinig peinzen Zoo even maar, In ’t laatste etmaal Van 't stervend jaar.* Herinneringen Aan haat en leed, Daarvoor is ’1 beste: Vergeef, vergeet! Oudejaar. Voor wie niet Oudejaarsavond beschou wen als een pretje met glimlach en luid ruchtig vermaak, is er in dien avond iets dat ons weemoedig stemt en dat die uren zwaar maakt om te doorleven. Het is de hopeloosheid van het terugverlangen, var. het terughunkeren naar menschen en toe standen. We moeten er niet foor terug beven, er niet voor uit den weg gaan, maar stil neerzitten in onzen, ach misschien ge dunden kring, moedig ondergaande deze smart van broosheid en onherstelbaarheid. Maar velen kunnen zich niet zetten to; terugdenken, omdat hun begeeien is ge richt op wat komen zal. Niet Oudejaar, begin kunnen iropstellen dar 1 sus na- Wie de vingerwijzing der ervaring niet ziet, zal de vuist van het noodlot voelen. in en ^1 vast nfet kloeken, greep. Maar velen xjjn zwak, deinzen terug voor beproeving als hun hoogste idealen worden gesmaad, zoo dat ZÜ langzaam aflieten van ue strenge --jjj. waggon^ wa|, had -.-astg^hpuden. t moeten denken ’aari^vroegene^ n» arbrfd, d$ n* verklewd en uacnie .tjiui uie naruvoioniigneia, om een onscnaiae ijk ouu man aan zuiK een beuanueiiiig bioot te stenen. ue bei bieei onbeantwoord. Er was een tol mu den grom openslaand ven ster, waarmee men in den tmnkfaam „Ik wn met langer wachten zei Edmund, die de sporen van zijn tra nen had atgewisent en hoopte dat zijn zwakheid aan dO blikken vanSnadracK Baan was ontsnap1 „Ik ga zelf dit el lendóge hol onderzoeken. Gij kunt ,n*et mij méégaan of h er blijven, mijnheer Bain, zooels gij verkiest. Juist toen Édjnund het venster open de, verscheen, de meid aan de deur. „O, a's t u blieft, mijnheer, zeide zij nog tpjgende ,,’t spijt me wel, maar ik had u niet mogen binnenla ten. De juffrouw zei dnt mijnheer Led- lamb voor zaken naar Londen is, 3n t is tegen den regel dat de vrienden van de patiënten zonder vooraf belet te vragen worden toegelaten, behalve wanneer t de vriend is, die den pa tient aan hem toe vertrouw de. Als tl nu een briefje zou willen srtirijven om belet te vragen, zal mijnheer Ledlamb u laten weten wanneer u mijnheer Perriam kunt spreken, want mijnheer ledlamb is verantwoordelijk tegenover Lddy Perram alleen en niemand an ders.” an V. V. V. voor ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaa. fiL2f>, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.15, met ZwaTagsblad 3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ojis Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van W- 6 uur. Administratie Telef. Intorc. 82; Redactie Telef. 88. Postrekening 48400. I uiuu opcngfcuauin, ,,is t uw taan oi oe uujut» uei geneiui van dien ouaen mau »e we veil ie aoiueu. L»a< iuj een ge- ueun need, en wei een uai Lauy i er- iium s misdaan a^n t hem brengt, aai een aaauzaaa waarvan ik zoo stel lig overtuigd, ben dat ik er lol matsten pemnng dien ik bezit zou oiurven verwedaen. ben. hierneen gegaan, mijnheer, wat gij zegt. Ik ben hier in de noeda- wat*zij zegt. Ik ben hier in die hoeda- nighed van Lady Perriaim’s echtgenoot om haar recht te doen wedervaren.” „Ge moest Mordred Perriam liever eerst recht doen wedervaren,' ant woordde Mr. Bain met een grijnslach. Na een Korte poos werd de deur ge opend door een slordige meid, die on genegen scheen te zijn om de bezoe- Ker,s toe te laten. Niet voordat Mr: Bain haar had ge zegd dat zij vrienden waren van Lady Perriam, week zij op zij en liet zij hen in den tuin. Maar w^lk een tuin, een uitge strekte lap gronds. bedekt met onkruid en met mos begroeide paden een grasperk, dat er wellicht vroeger uit- noodigend had uitgetaien. een gebroken oude treurwilg, die over een bijkans uiigedroogden Vijver hing, op welks modderigen bodem twee vuile eenden rondi epen een wildernis van moes kruiden aan den eenen kant, waar de goedkoope kool den boventoon voerde. wy. Wat deert het ae weg. Niet op maar op wat geschieden zal, komt het aan. Laat de zon maar voor de laatste maal dalen in dit jaar, al» zij zich maar haast om weer °P gaan, op dat wij weer kunnen arbeiden. Sterkte on moed liggen daarin, het ia jonger, fris scher, gezonder dan dat andere, maar er laat zich moeielijk over redenecren. Het is ëen vraag van temperament en gevoel. En wat zullen wy als het oude ons niet wil loslaten? Als ons hart hangt juist aan zoo veel wat wegging? Herinnering vlucht niet op bevel en velen laten haar gaarne bin nen als zjj aanklopt op Oudejaar ook al vreezen zij haar. iBeklagelyk is vooral hij, voor wien de Sylvesteravond herinnering wordt, een wreede aanwijeing, van een daling, een langzame daling, beneden het hooge pei' van gerechtigheid; die in dat aur van on barmhartige eerlijkheid tegenover zich gol ven aan kfjn leven denken moet als aan dén ^rflauwèn in het-goede, een bekoelen, Sprankel v^pr sprankel vah het öude vuur van bföü’eling. Het leven kpaagt aan veel goeds menschen, maar sommigen* zijn sterk, wat dreigde verloren te gaan, houden dit de klacht over het heden' ,die zich zoo pynlyk van tusschenT wringen, worden we ons schuld, eigen berouw well zijn moeten we vasthou< Wanneer de laatste klokslagen van het oudejaar zijn weggestorven 4n den nicht, moeten we ona gezicht keeren van het ver leden, dat achter ons ligt naar dé nieuwe toekomst, die gloort. Wè weten wel, dat het nieuwe jaar geen nieuw leven brengt en enkel een voortzetting isï Maar zooails dte oudejaarsavond als de sluitsteen is vanveen verleden en het oogenbüfa waarop we met dait verleden in het geziqit treden, zoo gy de Nieuwejaarsmorgen voor on-> het open sluiten van een nieuwe toikomgt, een nieuw begin. En voor dit niet we geen betere gedachten die, welke de Oudejaarsa melijk, dat in het verleden de oo’ zakehgig gen van het heden. Wanneer den Oudejaarsavond bewflt wat We in eigen verleden ■’verzuimdtta-, misdeden, de schuld draagrt.aan wat we bet heden beklagen, dan?.'moet d« Nieuw jaarsmorgen, met dat bewustzijn begonnen. nu le^en on de toe- i dat'me^we he- we in hef'heden eische»? toezaaen is, de oonzakef boeten wqrden' v. i bepaalt. Wjii'lsn Zoo te moet* VAN OUD OP NIEUW. Het leyen is een voortdurende verande ring. We merken dat gewoonlyk nauwelijks. De uren en dagen en maanden gaan voor bij en iedere volgende lykt als ue vooraf gaande. Maar dat ia slechts schijn. On merkbaar haast voegt iedere dag iets an-* ders toe aan wat zyn voorganger achterliet. En na veel dagen en maanden staan we voor en anders iets dan wat we meenden te zyn en meenden te bezitten. Want dit is het onvermijdelijke, dat met die verandering ook wy zelven veranderen. Dat merken we veelal evenmin. Het gaat zoo geleidelijk. Tot we door een plotseling oponthoud op onzen weg of aan een vaste pleisterplaats stil blijven staan en achter ons zien. En dan, vergelijkende, worden we de verande ring gewaar.- Het is goed, dat w® die verandering ge waar worden. De mensch moet zich be wust trachten te maken van wat by heeft en is. Dan alleen kan hy, voorzoover dat ons mogeljjk is, macht krijgen over™zyr‘~ eigen leven en aan dat leven stuur geven in de richting, die hy als de goe.:e, de beste erkend heeft. Dat geeft aan zo° n plotseling oponthoud, dat on8 tot stilstaan dwingt en dat ons 200 kregel kan maken, zyn waarde voor ons leven. En daarom ook is hei goed de gewone pleisterplaatsen niet voor bij te gaan, maar even stil te staan om ach ter ons te zien den weg, dien we gingen en ons te beraden op den weg. die ons uit ligt. Zeker er gebeuren dingen in ons leven,, die ons geen twijfel laten. Het is niet al tijd zoo, dat de mensch de verandering niet merkt, die er in zyn leven komt. Niet al- tyd gaat het geleidelijk. Wij kennen ook de sitroomen, de orkanen die mets schynen heed te laten van wat we in ons en rondom ons hadden opgebouwd. Wy gaan wel soms door het dal der schaduwen des doods, waar uit we niet anders dan als geheel verander de menschen in een nieuw, in een ander levén kunnen komen. En er zijn zonnige hoogten van jubelend geluk, van waar we, als verheerlijkte wezens, £en wonderlijk uit- zdchit krijgen over ons leven om te weten, dat van heden af de toekomst iets anders GOUDSCHE COURANT. VTl’iTU'inr/nr,,.- ----- - - enjt eu ue vrucuiuaic uonuiMiJuiuer zijn Duig /kino rauzen uiiSureuM,e, cm zijiigezwoi- 4Vü sene vruenten oyer aen giona ver- eiaae. ,,1k woei niet ai de meetjier u zui lot-touian nujnneer Hernam te spreKen zeiue hei nueisje, „maai kom u in al len geval binnen in de mooie Kamer. De bezoekers toornen zien bereid aan deze unnoodiging te voldoen en traden daarop eian Kamer binnen, die eemge aanspraak miaaxle op zwierig- neia. De muren waren zwart van de rook, en met vochtvlekken. Br heerbch te een dutte lucht in JJ; vertrek, maar de .ronde tafel prijkte met een helder gekleund tajelkjeea en was verder ver. sierd met een groen glazen inktkoker, een vloeiboek van papier maché en een photographisch album. Een ouder- wetsche piano stond tegen een der mu ren en daartegenover een zwakke oude sofa, terwijl een paar goedkoope pla ten van Dr. Ledllamb s kunstsmaak getuigden. De kamer was in de vol- maaikste ordei en scheen uitsluitend voor de ontvangst van bezoekers ie worden gehouden. j| De rentmeester en E^und Stalden wachtten daar ongeveer een kwartier uur. dat belden echter zeer lang toe scheen. Boven hun hooftt hoorden zij voetstappen, en een geloop op de trap pen o>p en neer, hetgeen groote' druk te of toebereidselen voor 't ew o' an der moest beteekenen maar wie niet 181 - Een nuis waaraan nooit door elgesteide bewoners of méiischen van goeden smaak iets tot onderhoud of versiering was ten koste gelegd de onooglijkste woning die er nog onbe- woonbaarder uiizag dan de tent van een Zigeuner. „Dit is de plaats, die,ik wel eens het „Prieel” heb hooren noemen”, zei de koetsier, met een minachtenden zwaai - van zijn zweep naar het huis wijzende. Ter bevestiging zijner* verklaring ont dekte men op die loodkleurige deur het volgende opschrift in wit geverfde letters BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. DCCCXLIX. Pe overgang van het oude naar het nieuwe jaar heeft altijd fata wamoedfes. We aym weer zooveel ouder geworden en weer vie len «Decfa getrouwen uit onze Eten w' 1 jaar Ung hebbe$ wy onsen arbeid verricht J •en wij vragen ons af of wtf voemritgekomen I zyn. Want in ieder onuer zit een jftdht, een streven om «na levén te ontwikkefen, om* r* t A; ihoog^r te komen. Afe we «hndg baiahs van het jaar opmaken s^Dgen w$j niet ontevre- -w den rijn, maar voidaan kaa .wel tamst nfa- Goede getrouwen vfafan uit onze ry weg. Die eerste gedachte aan hen die het eindla van dót jaar niet meer beërfden, past een ieder dóe het levien meeleeft niet alleen voor - richzedf maar opk voor zijn vrienden, z{jn medemenacheti in ^et ataemeen. Niemand Dr. LEDLAMB. g „BI® hiér wachten sprak Br. Bain tot den koetsier, terwijl hij en zijn metgezel uitstapten. ,,En nu, mijnheer Standen,zeide hij tot Edmund, ter- voor ons zal zyn dan het verleden, dat we verlieten. Felle uren van stryd cn worste ling, die we doorleden, brengen ons soms het vaste, zekere bewustzijn, dat we van nu af anderen zyn en^en ander leven van zelf verloochening en offering voor ons uit lig- Maar het is slechts een enkele maal, het is slechts by uitzondering dat een groot en machtig, droef of bly gebeuren ons zelven en ons leven in enkele da'fcjen, enkele urer wellicht, die ingrijpende verandering doet begrijpen, dat het oude is voorbygegaan. De langzame verandering, het langzame vergroeien blyft regel, zelfs wanneer ons voorby gegane leve» ryk was aan gebeur tenissen, omdat toch de inwerking van die gebeurtenissen op ons zelven en op den uiterlyken staat van ons leven zich gewoon lyk eerst langzaam gelden laat en eerst langzaam zichtbaar wordt. En het is daar om, dat w® bet gedwongen oponthoud en de pleisterplaatsen niet missen kunnen, willen we ons van den stand van ons eigen innerlijk en van ons uiterlijk leven duide lijk bewust maken. Ieder leven heeft van die pleisterj^patsen, gedenkdagen en her inneringen. Maar we hebben er ook geza menlijk. En onder dezen is er wel geen zeker, die ons zoo telkens opnieuw weer tot stilstaan dwingt en tot een overschou wen van het verleden en een vooruitzien in de toekomst als do Oudejaarsavond. Het lykt zoo telkens hetzelfde dat we zouden meenen voor den invloed al onge voelig te zijn geworden. En toch ieder jaar opnieuw, wanneer de oudejaar «avondklok ken beginnen te luiden over de schemerige landen, gaan onze bezige handen als van zelf rusten en staart onze peinzende blik weg in een duister verschiet. Weten we wat we daar zien Het is een warreling van gestalten langs den weg van ons verleden. Oude vrienden zijn er en teedei'e geliefden, ouders of kinderen, vreemden by honderd tallen wellicht en enkele bekenden. En tus- schen al die bekende gezichten ryzen ge beurtenissen op, zien we vroegere verhou dingen, herkennen we zooveel, dat eens ons leven waarde gaf en heerlijkheid. O, wat strekken we niet vaak de armen in heftig in schroeiend verlangen uit naar de beelden van dat verleden, hoe'biddend vragen we soms terug wat voor alty'd voorbij ging! Is het niet vaak, of daar, daar achter ons, niet hier rond ons en niet voor ons uit de heerlijkheid ligt, waarnaar we smachten, of het geluk, dat w& hoopten, voorby is om nooit te keeren? Gebeurt het niet, dat we onze keel als toegeschroefd voelen, wan neer we bedenken hoeveel kostbaars we uit onze handen lieten glippen, welke ryke ge legenheden we verzuimden, wat we ver keerd deden, misdeden ook? Maar zoo we ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda on omstreken (behoorende tot den bezorgkrin*): 1—5 regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels l.b5, elke regel meer 0.30. AdvertentiHn in-het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prjja. Liefdadigheids-advertentrën de helft ran den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGENi 1—4 regels 2.06, elke regel meer 0.60. Op de voorpagina 60 booger. Gewone advertentrën en ingezonden mododoellngea bfl eontraet tot soar gerwduoeer- den prijs. Groote letten en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van solieda Boekhan delaren, Advertentiebureau! an onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing het Bureau z(jn ingekomon, teneinde van opname verzekerd te i|jn. Kwaui, was aonior D&ulamb. „zajn are meusciien van pian ons nier aen neer en uag ie laten wacntunr nep iLuniuna ongeaulaig. Hij ging naar aen schoorsteen en sche.aei iets wa. eenter niet zoo ge- aiaKkelijk ging, want bet touw was ios, en in t eerst braont zijn treKKen siechis een Hauw tjingeiend geiuid. le weeg. j I i „Wat een huis”, rap hij uit. /Hoe vervaHen en verwaarloosd is aóles. Die armoedige toestand trot hem pijn lijk» 't Was nu nog moeilijker Sylvia s misslag te vergeven. Dat zij haar schoonbroer onoer geneeskundig toe zicht had geplaatst, dat rij iieni van rijn vrijheid had bèroofd, zou Edmund Scanden haar nog zelfs hebben kunnen vergeven. Maar hij had verwacht haar slachtoffer omringd te zien door alles wat tot gemak en genoegen kou strek ken, onder toezicht van een vermaard en welgesteld geneeskundige, wiens naani alleen een waarborg orpleverde voor de goede behandeling van den patient. Maar hem hier te vinden, in dit el lendige verblijf, in een huis waarop verval en armoede hun stempel had den gedrtfkt Dat was een onverwachte ‘slag, en de jonge man. die nog slechts eenige uren geleden een trotsche en gelukkige bruigom was geweest, keer die Shadrack Bain den rug toe. en kon rijn tranen niet bedwingen bij de ge-^ fl or n.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1926 | | pagina 1