LEN
ION.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Mo. IB354
85*Jaargang
t
NIEUWERKERK,
Dit blad verschijnt dagelijks behiive op Zon- en Feestdagen
1
FEUILLETON.
ekte
De Gemeente Gouda
en de Goudsche Waterleiding.
DOOK GOUD VERBLIND.
f
gDinsdag II Januari 1827
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
0UDERKËRK^ OUDEWATER, REEUWDE, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en*.
EEN TRAGI COMEDIE.
II.
rERDAM
>ij«n
mlllioen
van alk
nstaandeo'
15 70
38
(Wordt vervolgd).
en
de
innen volkom en
iutte zenuwen
zegt in zijne
in zwakke en
(veerkracht-
verdragen de
i baat vindt
tguinoae. Wat
Jchtens de conces-
ij k s in overleg
atgesteld. Ook dit
r Van Staal zeer
b 2 staat niet ^a*
ryvingen worden
rleg met ®- en W.
afschrijvingen tel-
ten worden toege-
pders. Hier staat
ren moeten plaats
h minimum, dat h
Istyds is bepaald.
Nu is de heer Van Staal de gemeentelijk
gecommitteerde geworden. Door deze benoe
ming was weliswaar het steekspel in den
Schouwburg overbodig, maar dat heeft de
heer Van Staal natuurlijk niet willen mis
sen. Het mocht niet uit zijn, al is er zakelijk
op deze zaak ook niets te zeggen. Want
voor de politieke arena is het een pracht-
nummer: een eclatante tragi-comedie!
,E
Door een „schaamtelo
politiek zou de WaterleS
denden veel te hoog.
En daarbij beschuldigt C
Staal den gemeentelijk!
ook den burgemeester V!
RUMOR IN CASA.
wijzigen, dat elke bespreking thans waarde
loos is.
Dat de afschrijvingen minder zouden heb
ben bedragen dan van de door de Water
leiding Mij. aangegane obligatieleeningen
moest^worden afgelost, ook dit is, zooals
de heer Van Staal kan weten, onjuist.
Van jaar tot jaar worden belangrijke be
dragen meer afgeschreven dan voor de af
lossingen van de obligaties noodig zijn, zoo-
dat daarmede niet alleen de garantie is ver
kregen dat voor de door slijtage noodige
vernieuwingen de noodige fondsen worden
geschapen, maar tevens een reserve, voor
bijzondere afschrijvingen voor tegenvallers,
die in elk bedrijf wel zullen voorkomen. Dat
deze „stille reserve” niet gering is blijkt
wel hieruit dat var. het totaal uitstaande
bedrag aan obligaties, thans 184.000, per
jaar moet worden af gelost 8000.Wordt
voortgegaan met de tegenwoordige afschrij
vingen dan zal aan het eind der aflossings-
periode zijn afgeschreven 322.000, of
138.000 meer dan voor aflossing noodza
kelijk is. En dan beweert de heer Van
Staal dat de afschrijvingen onvoldoende zijn
en dat de gemeentelijk gecommitteerde en
de burgemeester in dit opzicht hun p’icht
schromelijk hebben verzaakt. Deze feiten
die aan den heer Van Staal bekend moeten
zijn bewijzen het tegendeel van deze
klakkeloos geuite beschuldigingen, die kan^
noch .wal raken.
Eea veel bewogen teven.
Roman uit het Engelsch
van -a-
Misa E. BRADON.
In ons eerste artikel hebben wij uiteen
gezet wanneer en om welke redenen het
Gemeentebestuur, onder leiding van don
toenmaligen burgemeester Martens aanlei
ding heeft gevonden tot de .garantie van de
aandeelen der Goudsche Waterleiding Mij.,
welke aan de Gemeente worden aangebo
den, over te nemen tot den koers van 110 ‘t.
We hebben ook vermeld hoe vanaf 1921
het dividend is opgeloopen van 1114
13 over 1925, een dividend waarmede ook
ongeveer op de gemeentebegrooting van
1927 als uitkomst van het Waterleidingbe
drijf over 1926 wordt gerekend. Daarui*-
blijkt wel dat die garantie van 110
thans in de concessievoorwaarden in art. 21
vermeld een doode bepaling is geworden,
die van geenerlei waarde is. De ontkenning
hiervan door den heeren Van Staal c.s. be
rust hierop dat zy niet a's juist aanvaarden
de afschrijvingsbedragen in den loop der
jaren toegepast en bovendien den volke ver
kondigen dat het geheel buizennet in zoo-
danigen rotten toestand verkeert dat de ge
meente tot algeheele vernieuwing daarvan
zal moeten overgaan. We geven gaarne toe
dat een dergelyk beeld in staat is de bevol
king de schrik op het lijf te jagen, te mee»
wanneer men er aan toevoegt dat de ge
meente behalve die gegarandeerde 110 9C
waarvoor de aandeelhouders hunne aan
deelen kunnen aanbieden, dan nog een
goodwill moet betalen naar rato van de
zoo het heet veel te hoog opgedreven divi
denden, hetgeen dan per saldo voor dei
armen belastingbetaler een strop beteeken
van een paar maal honderdduizend gulden,
zooals het vrÖ suggestief wordt uitgedrukt.
We herhalen: zoo’n schrikbeeld slaat In,
al is het niet waar. Want de heeren
Van Staal c.s. weten heel goed, moeten al
thans weten, dat bij een aankoop van al'e
aandeelen door de gemeente tegen 110
daarin de goodwill is begrepen, dat het ge-
heele verhaal daaromtrent niets anders is
dan verlakkerij.
toch is het uitgesloten dat zulk een
rot buizennet nog 20 jaar zou mee kunnen,
de 20 jaren dat de Goudsche Waterleiding
My. de concessie nog’ heeft (tot 1 Jan.
1946) en gedurende welken termijn zy ver
plicht is alle bepalingen dier concessie stipt
na te komen. Aan die concessievoorwaarden
ontleenen wij enkele dezer bepalingen,
waaruit onomstootelyk blykt dat met een
rot buizennet deze voorwaarden niet zyn
na te komen en dat, bij aldien er rotte plek
ken mochten zijn, deze uit noodzaak vanze'f
moetenworden vernieuwd. In art. 8 b.v.
staat dat iedere brandkraan tenminste 1000
Liters water per minuut moet leveren. Dat
beteekent dat het buizennet aan hoogen
druk wordt blootgesteld, die het bij niet so
liditeit niet kan doorstaan, zoodat de bui
zen springen moeten. Wanneer men nu weet
en ook dat kunnen de heeren Van Staal
c.s. zeer goed weten dat by brand <’ez.*
druk nog belangrijk hooger wordt opge
voerd, dan blijkt hieruit wel onomstootelijk
dat het sinister aandoende verhaal van dat
rotte buizennet naar het rijk der fabelen
moet worden verwezen. In den loop der ja
ren zijn telkenmale vernieuwingen in het
buizennet aangebracht ook dét kan den
heeren Va® Staal c.s .bekend zijn en na
tuurlijk zal dat ook in de komende jaren
moeten gebeuren zooals elk materiaal aan
slijtage onderhevig i>.
Vermeldt art 9 der concessie ook niet dat
wanneer blijkt dat de aanvoer van het wa"
ter niet voldoende is of dat de hoedanighei
daarvan niet beantwoordt aan de daarvoor
gestelde eischen dat dan de Waterleiding
Mij., op hare kosten met den meest moge-
lyken spoed zoodanige werken moet maker
of maatregelen nemen als door B. en W.
worden -jioodig geacht en dol a's de Water
leiding Mij daaraan geen gevolg geeft dat
B. en W dan gerechtigd zijn al het noodig-s
op kosten van de Waterleiding Mij. te doen
verrichten? En bepaalt ook niet art. 14 dat
de Waterleiding Mij. onder geen voorwend
sel de waterlevering mag staken .stoppen of
ophouden, daar anders de gemeente na 24
uur zich onmiddellyk in het beheer kar
stellen niet alleen van de leidingen en de
reservoirs, maar alles wat tot de waterlei
ding behoort, machines en gebouwen in
cluis, alles voor rekening en risico van dr
buizennet is „zoo rot als een mispel”* dan Waterleiding Mij. ’t Is waarlijk al te naief
je” afschryvings-
kig Mij. haar divi-
lebben opgevoerd,
n de heer Van
«committeerde er
I grove nalatig
heid daar volgens zyrfweweringen die af
schrijvingspercentages jM
sie-voorwaarden j a aAj
met B. en W. worden
is onjuist, zooals de M
goed weet. In art. 21 JjE
j a a r 1 y k s deze afl|
bepaald, maar dat „in ov
wordt vastgesteld, w$uH
ken jare ten minste JÈ
past”. Dat is heel iets*
dat jaarlijks afschryyfl
hebben, tot een vastgesjj
overleg met B. en W' 4
Maar stel nu eeng 1
paste afschry,vingen te
tengevolge waarvan dé’ ydnsc ei» uda uet di
vidend hooger is gewöi'den, kan daar
aan alleen deze beteetoajg worden toege-
kêrid dat de .gemeente dewF Koógere dividen
den voor haar aandeelen mede heeft geno
ten. Dat dit van invloed zóu zyn op de
waardebepaling van 't bedryf bij ëventueele
naasting door de gemeente aan het e‘n
der concessieperiode is onjuist, daaf art. 19
al. 2 der concessie bepaalt dat de drie des
kundige taxateurs, waarvan één door B. en
W., één door de Waterleiding My.
één door deze beiden éf anders door
Rechtbank wordt benoemd, den prys var.
overneming vaststellen, *met inachtneming
van den toestand der gebouwen, machine
rieën enz. en van de gedane afschry-
vingen en de uitgekeerde win
sten over de tien voorafgaande
jaren. Hieruit blykt tevens dat alle be
sprekingen, van welken aard ook, thans
voor de financieele positie van het bedryf
by overname door de gemeente geen enkele
practische beteekenis hebben, Jaar voor de
waardebepaling pas gelden de uitkomsten
van het bedryf vanaf 1936. Er is dus thans
geen enkele reden aanwezig om thans ovei
de waarde by overname zelfs maar te spre
ken. In 10 jaren kunnen de toestanden en
omstandigheden zich trouwens zoodanig
Haag.
.cu.cc. van u,r s.ecuie uaa<l.
Voor t aanbreken 'van den dag was
allee atgeloopen eis lag Mordred Per-
r»iam op Sir Aubrey s bed, met zijn
ledematen in den laatste» slaap uitge-
strekt, zijn baard en tiaar zoodanig op
gemaakt om de gelijkenis met den ba
ron nog treffender te maken, en dia
gelijkénis was neg sterker in den
dood dan bij ’t leven.
Wie vriendschap en liefde nooit zocht,
is armer dan wie beide verloor.
De wijze waarop de Goudsche Waterlei
ding Mij. in hare behoefte aan geldmidde
len vóórziet, is mede door den héér' Van
Staal aan ernstige critiek onderworpen.
Over de financieringspolitiek is zelfs eer.
vernietigend oordeel uitgesproken,; ze is
ze-r onbehoorlijk genoemd. Ook deze aan
tijging mist eiken grond.
De Goudsche Waterleiding Mij. heeft zoo
als gemeld een geplaatst aandeelen-kapitaa'
van 281 000, benevens obligatieleeningen
tot een bedrag van f 184.000 en daarnevens
een op- en afloopende bflnksthuld. Nu zou
de heer Van Staal wenschen dat de gemeen
te meer in de behoefte aan geldmiddelen
zou voorzien inplaats dat obligaties worden
uitgegeven. En dat dit niet geschiedt, wijt
hy mede aan de nalatigheid van den ge
meentelijk gecommitteerde en den burge
meester, welke laatste, hetzij nog eens na-
drukkelyk aangestipt, als particulier com
missaris deel uitmaakt van het bestuur er.
dus niet is een dooi- de Gemeente aangewe
zen vertegenwoordiger. In art. 21 al. II
sub 2 staat dat dc gemeente het recht zal
hebben by verdere kapitaals-uithreiding de
noodige gelden te verstrekken. Nu is dc
grief dat wel obligaties wurdèn uitgegeven,
maar geen aandeelen.
De heeren Van Staal cjs. beoordeelen de
Goudsche Waterleiding My. als een ge
meentebedrijf, en dat is het geenszins. De
gecommitteerde der gemeente heeft geen
andere rechten dan die'als commissaris der
vennootschap en brengt in de aandeelhou
dersvergadering, zoo goed als welke aan
deelhouder ook, ten hoogste zes stemmen
uit. Dit is in art. 13 der statuten vastge
legd. De rechten der Gemeente vinden hun
grondslag in de concessie-voorwaarden. Zoo
lang deze stipt worden nagekomen en
dat geschiedt is er geen enkele reden
tot ingrijpen, en het is ergerjyk, dat op de
wijze als door den heer Van Staal is ge
daan, daarby geassisteerd door een soc.-
dem. Kamerlid, dat den treurigen moed
luwhoofdpyn;
lat alles komt
•eren moeten,
i daar dan die
vermoeidheid
n; en dat kan
,e versterken
heid hericrijgo”
1I-..4 *-’i
i i I m
Sir Aubrey’s terugkeer.
J”ffr Carfords handschrift bevatte
nog meer bijzonderheden, maar deze
hadden) alleen betrekking op haar
moeilijken dienst bij 't slachtoffer de
zer samenspanning, waarin zij haars
ondanks een rol had gespeeld. Zij be
schreef de lange en vervelende dagen
bij den invalide doorgebraoht, die bij
lijden het volle bewustzijn had van
het kwaad dat Rem wais aangedaan,
en driftig en nadrukkelijk zijn identi-
tei betoogde en zijnet rechten als
moester van Perriam Placeterwijl
hij op ander© tijden in een staat van
doffe onverschillÊgEeid verviel, waarin
hij aan niets anders dacht of in niets
anders belangstelde dan hetgeen zijn
lichamelijke behoeften aanging, zooals
wjn middagmaal, zijn wijn, de» atmos
feer van zijn kamers, de warmte van
zijn kloeren.
om te onderstellen dat een bedryf dat voor
waarden heeft na te leven waarbij zóó de
stok achter de deur staat, ook maar eenige
kans zou willen of dnhrven loopen dut
zy door nalatigheid vatt*welken aard ook
en daartoe behooren d»n toch zeker we'
een buizennet, „zoo rot als een mispel”,
bassins of welk technisch'onderdeel ook
zoo ineens zou worden maakt.
Zoo is het evenzoo met de bewering om
trent den rotten toestand van het buizen
net. Immers, aannemend dat dit volkomen
waar zou zijn, dat, zooals de heeren Van
Staal c.s. het hebben uitgedrukt dat het
Het is zeer juist dat dit geschiedt e"
wy zyn er van overtuigd, dat de heer Van
Staal, wanneer hij deze zaak naar behoo
ren zou financieren, het °P dezelfde wyze
zou doen.
Het uitgeven van obligaties is geen „uit
breiding van kapitaal" en voor de uitkom
sten van het bedryf belangrijk gunstiger,
daar anders het dividend wordt gedrukt
en de aandeelenpositie wordt verzwakt. De
obligatieleeningen hebben een gemiddelden
rente van 6 en worden afgelost. In zich
op deze wijze geld verschaffen zit niets on
toelaatbaars, integendeel, het is de aange
wezen methode, die voor elke dergelyke
vennootschap als de Waterleiding My., aan
beveling verdient.
De Goudsche Waterleiding My. houdt zich
hierbij stipt aan art. 21 van de concess.e.
De uitgegeven obligatieleeningen behoeven
krachtens art. 7 der Statuten de goedkeu
ring van den gemeenteraad en van de alge-
rneene vergadering van aandeelhouders, en
deze hebben zy wel degelijk verkregen. Alles
volkomen correct de Raad heeft *ijn aanc'
tie aan deze financiering gegeven. Is het
dan niet geheel onjuist, maar bovendien
zeer onbehoorlijk om hier te 'beschuldiger
zonder eenigen grond?
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaa. UK, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.16, met Zaa^agsblad 3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel «n de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van ^—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
helj^val dat de toege-
ag zouden zyn,
IbL vu
I, UuU
isrdic. stoffen.
Afd. D.H. 86,
ke liakte, dur
- M
189 -
Hij hielp 'g morgens zijn meester
kleeden. las hem bomis een Framschen,
roman voor, en verscheen eiikole ma
len ook 's avonds om tien uur om bir
Aubrey te bed ie leggen. Voor het
overige was hij gewoonlijk s avonds
nergens te vinden. AUes was stil in
Sir Aubrey's kamer toen ik Sylvia
verliet om mijnheer Perriam op te zoe
ken. De baron was vroeger dan ge
woonlijk naar bed gegaan osn Chape-
lain te believen, en lag‘rustig te sla
pen. Ik ging de gaög door naar Per-
rianj’s kamer. Hij zat nog in dien leu
ningstoel waarin ik hem' had verlaten,
naast het vuur, terwijl de rose gloed
van het opflikkerende hout zijn gelaat
besdheen. Nauwelijks had ik een blik
geslagen op die onbewegelijke gedaan-
te. of ik gaf een gil van schrik en
snelde voorwaarts. Zijn hoofd lag ach
terover op het kussen, dat Ik er tot
steim had achtergeschoven Hij hield
GOUDSCHE COURANT.
..etue ihij met uo grouts.o vastberauen-
heid dat zij, igdsen ik weigerde haar
in dit laaghartige voornemen te hel
pen, en tOi liaar invrijheidstelling me
de te werken, zij zich zelve voor hei
aaubreken van den dag van kant i-ou
maken. Zij was reeds lang het leven
moede, en zou t niet iaaiger kunnen
dragen, indien zij deze efekete* kans
om vrij te komen liet voorbijgaan.
Eindelijk stemde ik, zwak en rade
loos als ik was,' er m toe een daad
te he.pen plegen, cjije mijn leven door
de bitterheid van een te laat berouw
heeft vergald. In de stilte van den
nacht, terwijl alle huisgemooten in die
pen slaap lagen, gelukte t ons met
groote moeite Sir Aubrey op een öed
van zijn eigen kamers naar die van
zijn broer over te brengen, terwijl wij
die zware vracht door de gang droe
gen met zoo min mogelijk gedruisctl,
echter n et zoo zacht of het leven zou
ons hebbw verraden, indien iemand
van het dienstpersoneel aan dien kant
van het huis had geslapen. Het nood
lot was de misdaad mijner dochter
gunstig, want die oostelijke vleugel
was geheel vrij, en er bestond g
gevaar dat onze bewegingen zouden
worden gehoord'.
Lady Perriam handelde met een On
begrensde geestkracht. Zij zelve be
dacht het middel om Sir Aubrey naar
zijn nieuiw kwartier over te brengén,
haar vlugge geest t^edisselde ieder on-
ADVERTENTIEPRUS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring):
1— regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1regels 1.55, elke regel meer f 0.80. Advertentiën in^het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prys. Lóefdadigheids-advertentiën de helft van den prfjs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.05, elke regel meer 0.60. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden medodeelingen btf contract tot zeer gemdoeeer-
den prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusechenkomst van «oliede Boekhan
delaren, Adver ten tiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
Kamerlid, dat den treurigen moed
heeft hier met artikelen uit het Wetboek
van Strafrecht te schermen, zonder iets
werkelijks van de zaak af te weten, perso
nen en zaken door het sljjk worden ge
sleurd.
te houd«n, btaicht ik in ’t midd«n. niet
eens. maar bij herhaling. Sylv:a bleef
standVB&tig bij haar voornemen, en
zijn eeneai arm boveai zijn ho®ïd uit-
ges^rekt, maar deze arm was slap en
gevoelloos. Een opengeslagen boek lag
op liet kussen naast het hangende grij
ze iioofd. Mordred Perriam was dood.
Hij kou nog geen uur geleden zijn ge
storven, daar ik omstreeks d en tijd
zijn kussens nog had opgeschud, en
hem zijn gewone hoeveelheid brande-,
wijn, met water had gegeven. Ik zag
duidelijk dat hij moest zijn opgestaan
om dat boekdeel van een der hoogde
planken af te iieme& en dat zelfs óie
geringe krachtinspanning, voldoende
was gefeest om den zwakken Levens
draad oï be breken.
Terwijl ik nog in treurige verbazing
naar hem stond te kijken, hoorde ik
een licHUen voetstap achter ïnij. en
toen ik omkeek zag ik Lady PetMam
aan den anderen' kant van dien haard
staan, als aan de plaats vas geworteld
in beschouwing van die onbewegelijke
gedaante in den armstoel.
,Wat is er gebeurd?” vroeg zij.
Mijnbeer Perriam is dlood.”
..Neen, niet mijnheer Perriam. Sir
Aubrey is dood. Mijnheer Perriam zal
hem misschien jarenlang overleven
Nooit was haar toon zoo beslissend
geweest. Nooit had ik zulk een vast
beraden blik in haar bleek, strak ge
laat gezien.
,.Wat bedoelt ge?” vroeg ik.
,,Ik bedoel dat nu voor u dé» lijdl
daar is om mij bij te staan en te hel
pen, zooals ge mij be.oold hebt. Ik
vorder geen coekelooze daad van u
Ik vraag u adeen mij te balpen pn
trouw te zijn. Sar Aubrey is levend
doou,. bijkans even dood als dit lijk.
Wat kan t hem deren welken naam
hij draagt in zijn levend' graf? Wai
hindert t hem of hij Aubrey of Mor-
aired wordt genoemd Als Mordred
zou hij diezelfde oppitesing, dezelfde
toegjef(^ijlkh€|id genieten, geen enkeje
wensch van zijn zwak hoofd zou on
vervuld blijven.”
„Zjt ge dol. S’ylvja?" riep ik uit.
Ge kuKk immers niet meenen dezen
dooden man voor uw echtgenoot to
laten doorgaan.”
..Dat is juist wat ik meen’, ant
woordde zij bepaiftld. ,,Die kreupeie
oude man wordt er n et in 't minst
door benadeeld of hij al dan niet zoo
genaamd meester van Perriam is. of
itij, deze of andere kamers bewoont
Ma Ar voor mij komt 't er zeer veel op
aan of ik verlost ben van den hate
lijken band, die mij aan dit akelige
huis gekluisterd houdt, of ik Sir Au-
brey's weduwe in plaats van zijn
vrouw ben.”
Ik behoef wel niet al mijne tegen
werpingen mede te doelen. Al wat een
moeder zeggen kan om haar kind van
een roekelooze en sjechte daiad terug