tKEN
JOON.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD* VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 16548
istu* 1827
Zaterdag 27 A
86*Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behdve op Zon- en Feestdagen
FEUILLETON.
De Gouden Heuvelen.
EERSTE BLAD.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
«IEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
HAGENAAR.
MODEPRAATJE.
en
voor
(lijke
verd.
Roman van
F. A. M. WEBSTER.
Uit bet Engelsch vertaald.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2JK, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal f 2.98, per week 22 cent, overal waar da bezargiag P«r looper gwchiadt
Franco per poet per kwartaal 8.16, met fcWagshlad 8.88.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MAREI 11, 6OUDA.
bij onze agenten en loopers, den boekhandel ee de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 6-4 uur. Administratie Talrf. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
geen ïlauw
'an, dat Diek otp> diat oogen-
&'n. dtino wensdute, name-
te bobben l’ero
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DOCCLXXXin.
Onder de dagélyksche lijst van ongeluk
ken met auto’s en motoren zijn altijd een
of meer gevallen die de aandacht trekken,
omdat zij iets bizonders bevatten, dat an
dere weer niet hebben en daarom een les
geven. Zoo lazen wy dezer dagen dat een
den u ooit weer te zien.. U weet
hij is, en als hij u bier vindt....
geloot, dat heit verstandiger is voor a
een omweg te maken.’’
„Dat vind ik nietik heb ver
schillende dingen met hem te 'behan
delen, en hij is te verstandig me nog
maals te trots eer en, sinds het bekend
is, fiat ik naar rifa .shamtlai” ben ge
komen. Het is echter beter voor u om
te gaftn, en het pad! te volgen, dat de
toovenares u heeft aangewezen.”
Hij dkukte baar warm de hand, en
hel volgende oogenblik waö rij met de
linbnorltnige' in het kreupelhout verdwe
nen.
ming van dezen kaimen man, die baar
trooöl’te, zooals men dit een vermoeid
kin|dJ doet, d|it ridwlt pityi gedaan
heeft. Ze had er echter geen ïlauw
vermoeden vt
blik slechts é'n di
lijk die gelegenhe
Pariora te vermoorden.
Na oen poos je verdwenen de tranen
op, haar
*e glim-
kraait Het krioelt in den Haag nog van
hanen, die men dood-kalm houdt, totdat er
zoo erg over geklaagd wordt, dat men de
politie er in mengt. En dan komt men soms
nog aan den rechter vertellen, dat het niet
zoo erg is! We hebben onlangs een aardig
staaltje daarvan voor den Haagschen rech
ter gehad.
’t Ging over een blaffenden hond, een
meneer, die klarinet blies en een troepje
buren ,die niet op al te besten voet met el
kaar stonden. Zy, die vrienden waren met
den honden-ei genaar of met den klarinet
blazer verklaarden dat de overiaat zeer ge
ring was en dat de „vijanden” sterk over
dreven. De vjjanden achtten den hinder
zeer groot. De rechter klungelde een beetje
in het geval rond en trachtte de normale
proporties te vinden. Jammer was wel, dat
hij niet eens duidelijk uitsprak, dat het eens
uit moet zyn in een dicht op-een gebouw
de wijk, om er liefhebberijen op na te hou
den, die onaangenaam zijn voor de omwo
nenden.
Herhaaldelijk komen dergelijke buren
ruzies voor, zoowel in de volkswijken als in
de wijken van den middenstand. Het is
heusch wel eens bar, zooals pianisten en
zangeressen het maken, die ettelijke uren
per dag hun lawaai rondstrooien en den om
wonenden het leven zuur maken. Het kan
nu eenmaal niet meer in de dicht opgepakte
huizen, dat daar iemand een beroep uit
oefent, waardoor tal van buren worden ge
hinderd. Er moet dan maar een oplossing
gezocht worden als correctief op den wo
ningbouw. Het is voor de menschen die hun
liefde aan de levenmakende kunst hebben
verpand, ook onaangenaam. Onlangs hoor
den wjj van één onzer bekende pianisten,
dat zij vrijwel iedere maand moest verhui
zen, omdat niemand haar wilde huisvesten,
maar het is dan ook van den anderen kant
begrijpelijk, want het is dikwijls onhoud
baar.
We krijgen in den Haag nu ook éénmans-
wagens bij de tram. Er moet nog meer geld
uit den dienst geklopt worden, want, gelijk
het in het desbetreffende communiqué heet,
het publiek is de grootste belanghebbende
by een goed erf economisch beheerd tram
bedrijf. Wie hier onder publiek wordt ver
staan en wat de juiste beteekenis van het
begrip goed is, valt niet te zeggen. Daar
over zouden wy het wel eens niet eens
kunnen zyn. Ook het begrip .economisch is
voor vele uitleggingen vatbaar. In de zo
mermaanden is er groot verschil in, of het
mooi weer is, en de zon schijnt, dan wel of
het regent, met betrekking tot de tram. Is
het mooi weer, dan wordt er door de men
schen, die naar hun kantoren gaan veel ge
fietst en wordt er naar Scheveningen toe
veel getramd. Is het weer slecht, dan gaan
vele fietsers mét de tram en hebben de
Schoveningsche lijnen het slap. De tram
pleegt zich daar niet by aan te passen. Zoo
zagen wij van ochtend kort achter elkaar
Zegt Iemand, dat hij een geheim heeft,
dan heeft hij dat al half verraden.
uit haar Gogen, en keek ze
uiterste best doendie dnipper
lachen in antwoord op zijn woorden
ADVERTENTIEPRIJS» Uit Gouda «n omstreken (beboerende tot den bezorfiring)
1—5 regels 1.80, elke regel meer f DJU. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—regels 1.55, elke regel meer 8.80. AdvertentiSn ia-het Zaterdagnummer 28
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiin do helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN» 1-4 regels 2.05, elke regel meer 0.58. Op
da voorpagina M tt booger.
Gewone advertentüa on iegasondon medodeMingen bü contract tot mat gsroduceor-
den prijs. Grovie letters en ranOoa warden berekend naar plaatsruimte.
AdvertentiSn kunnen worden ingezonden door tussebenkomst van «oliede Boekhan
delaren, Advertentiebureau» en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan bet Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te styn.
kennis van bepaalde landen wisten te ver
werven!
De groote wysgeer Kant, wien zeker nie
mand beperktheid van gezichtkring zal ver
wijten, werd te Koningsbergen geboren,
studeerde daar, werd er later professor en
bleef er wonen tot aan zyn dood. Van hem
wordt verhaald, dat hy zich, nooit verder
dan enkele uren van zijne geboorteplaats
had verwijderd.
Een tweede voorbeeld levert de Neder-
landsche professor P. J. Veth, in de tweede
helft der vorige eeuw hoogleeraar in de In
dische Land- en Volkenkunde te Leiden. Hij
schreef boeken over Nederlandsch-Indië en
speciaal over Java, die als standaardwer
ken golden. En toch had hy Indië nooit be
zocht.
Als derde voorbeeld noemen wy den Duit-
scher Albrecht Thear, die leefde in het
laatst der 18de en het begin der 19de eeuw.
Hy was de grondlegger der moderne land
bouwwetenschap in Duitschland. Studie van
de werken van Arthur Young bracht hem
er toe een boek te schrijven over den En
gelschen landbouw, die in zyn, tyd ge
heel anders dan thans aan andere landen
ten voorbeeld kon worden gesteld. Schoon
Thear nooit een voet in Engeland had ge
zet en dus den Engelschen landbouw niet
door eigen aanschouwing kende, gaf zyn
boek toch blijk van zooveel kennis van za
ken, dat zelfs Engelschen hem daarover
hun compliment maakten.
Nu willen wij geenaziiyi ontkennen^ dat
Kant’s inzicht in het wezen der dingen mis
schien nog scherper zou zijn geweest, in
dien hij wel veel had gereisd; dat een be
zoek aan Indië aan de kennis van Prof
Veth zeer te stade zou zyn gekomen en dat
eveneens het werk van Thear over den En
gelschen landbouw nog verdienstelijker zou
zyn geweest, indien de schrijver zich met
eigen oogen van de Engelsche landbouw-
toestanden had kunnen overtuigen.
Maar wel meenen wy, dat het bovenstaan
de tot troost kan strekken aan hen, die de
omstandigheden van welken aard die
ook mogen zijn dwingen thuis of althans
dicht by honk te blijven. Aan ontspanning
behoeft het hun daarom niet te ontbreken,
terwijl ook zonder verre reizen hun blik
luim en hun kennis van wat er in de we
reld voorvalt, groot genoeg kan zyn.
Rotterdam
nikouwn, Breukband,,
illl. prljioourent gratia
drie trams van lyn elf, de nieuwe lijn, naar
Scheveningen gaan, alle drie met groote
bijwagens. In die zes wagens by elkaar za
ten niet genoeg menschen om één motor
wagen te vullen, want...... het was slecht
weer.
Economisch zou zijn, als de tramdienst
bij dergelijke wisselingen snel kon aan-
passen, maar dat kan niet, omdat de
maatschappij tientallen motorwagens te
weinig heeft. Eigenlijk is de halve tram-
diemst hier al éénmanswagen, omdat bijna
iedere tram met een bijwagen rijdt en zoo’n
bijwagen is eigenlijk een verkapte een-
manswagen. Een voor het publiek .goede”
dienst is een dienst, die met korte tus-
schenpoozen en met kleine vlugge wagens
rijdt. Wy hebben hiér groote tusschenpoo-
zen en zeer lange trams, soms met twee
groote éénmanswagens achter den motor.
’t Begrip goed is dus niet altijd het
zelfde!
vian troost.
„O, maar ik ben nog vol vertrou
wen en hoop”, zei ze. ,,Aan de erg
ste dingen noert een einde komen', of
ze nioebeai ve-rewterenl. Weet u”, er
kwaan een glimlach op haar gezichtje,
„dart twee heel wijze "menschen mij
voorspeld 'ebben, dat ik rijkdom en
gelluk zal vinden, op den 'top van den
een of anderen mysterieusen berg?”
„O ja, een dier gouden heuve
len”, mompelde bjij. „Dien zoeken wij
lallen, dien wowdlelrlijken heuvel, waar
het leven volmaakt. de liefde eeuwir
en het aardscha slijk vain geenerlei
belang is. Ik vraag roe eetter af, of
een van ons dien ooit vindt. Er heeft
nog eep. ander heuvel bestaan, waarop
de wereld gered werd doer de vree-
seinkbte smarten.”
Weer zwegen ze even, en op dat
oogenblik ondierscheiddeni zej een vaag
geritsel in het kreupelhout achter hen.
Dicfc sloeg zijn arm' beschermend om
Maureen’s schouders, en greep naar
op de lippen.
Ten gevolge van het gipofte medelij
den, dat in zijn stem' tolonki, ba'rstte
het meisje, dat na die doorgemaakte
sdine reeds -boven liaar zenuwen was,
in vreeselijk snikken los, terwijl ze
luaar geziclrt in het gras verborg.
Hij wachtte, totdat die eerste, hefti
ge emotie wat voorbij was. Toen til
de hij haar zadhtjes olp, diroeg haar
naar een dichtbij zijnde helling en
dwong haar nog wat meer cognac te
gebruiken.
„En nu”, zei hij, ,,is het beter,
dat u me maar alles vertelt. Ik ue
nu heed duiideilij'k, dat u het niet lan
ger kunt uithouden, en het zal u ver
dichting geven alles te kuininen opbiech
ten.”
Maureen, die weer dat eigenaardige
gevoed van bescherming over zidh voel
de konten, legde haar hart voor hem.
bloot, en sprak met hem zooals znj dat
met een ouderen broer gedaan zou
hebben. Zei zag niejt de uitdrukking
van smart, die er in Renton’s oogen
kwam, terwijl zie op verdrietigen toon
sprak over haar vertrek uit Ierland,
noch bemerkte zij, hoe hij de nagels
in de palmen van zijn harid'en drong,
toen ze vol schaamt vertelde, hoe
'Perie^1 in Zijh dronkenschap haar
meer dan eens geslagen had'.
Zooals zij daar tezamen zaten. kwam
er onwillekeurig een nieuwe klank in
hun gesprek Madreen voeidte zich vei
lig. bijna, gelukkig, ondier de hjescher-
37) -
„Den hemel zij dank, dat ik hum
kreten hoorde en kwam zien wat er
gaande was, want iets in mij scheen
te zeggen, dat u... dat mijn tegen
woordigheidi vereisdht werd,” ant
woordde Dick met een trilling in zijn
stem.
Malureen keek hem een oogenblin
verbaasd' aan. en zei toen
„Nu, het is gelukkig voor mij. dlat
u juist in de buurt was, ik ben weer
heelemaal in orde, miaar...” ze deed
een poging omi haiar gescheurde klee-
ren wat bij elkaar te linten. Hij volg
de haar bewegingen en ze bloosde van
schaamte, dat hij die blauwe plekken
en litteiekens op haar anneiu en schou
ders zag.
Een oogenblik heersetite er stilte.
Toen ziefi Dick
-- „Mijn hemel, arm' kind'.... Wie
heeft dat gedaan. Was het....?’"
De naam van Periera bestierf hem
jongmensch met een vaart van 75 KjM. op
xyn motor reed en doód-kalm bezig was
een sigaret op te stekén. Rook en vuur
kwamen hem in de oogen; hij raakte zyn
stuur fcwyt, vief en eenige uren later was
hy overleden. Had dat jongmensch zoo’n
haast? Natuurlyk niet, dat snelle ryden is
alleen voor de aardigheid. Dat hij geen ge
vaar zag, bewast wel de gemoedelijkheid,
waarmee hy tévens nog het genot van een
sigaret begeerde.
Het valt ons vaak op, dat de menschen
aan ’t stuurrad, ook van open auto’s, roo-
ken. Het publiek, dat in een auto zit, is
van allerlei slag en du« doet het graag van
alles tegelijk. In de autobussen is het den
chauffeurs streng verboden te rooken,
huurtaxi’s hebben ooli nimmer rockende
chauffeurs, maar memer-zelf doet natuur
lijk, wat hij wil en rookt dus. Voor hemzelf
is dat altijd gevaarlijk» er is steeds een
tocht, die alles jaagt in het gezicht van den
chauffeur, allereerst dus den node en de
asch van zyn sigaar of sigaret. Wil hij zelf
daardoor gevaar loopen, het zij zoo, maar
hjj wordt, als hy het stuur kwijt raakt, ook
een gevaar voor de menschen, die in zyn
eigen auto zitten en eeh gevaar op den weg
voor anderen. Het zou dus heusch niet ver
keerd zyn, als chauffeurs nooit rookten,
’t Is zoo jammer, dat de menschen zoo iets
zelf niet inzien en dat altijd de sterke arm
van de overheid moet komen om er een ein
de aan te maken. Er is altyd iets tegen
iedere verbodsbepaling aan te voeren, het
is echter helaas onvermijdelijk, omdat er al
tijd categorieën van., personen zijn, die uit
•ichMlf ntoto«Wb het duide
lijk, dat het verkeerd is.
Er wordt op het oogenblik al de draak
gestoken met het onnoemelijk aantal ver
bodsbepalingen, dat den Hiaag in de laatste
jaren heeft uitgevaardigd, en dit is begrij
pelijk. Er is niemand, of hij' wordt in zijn
vryheid eenigermate beperict. Wjj betreuren
ook deze voortdurende toeneming van ver
boden, maar wy vreezen tevens, dat wy niet
aan het einde ervan zyn. Naar onze mee-
ning deugt het systeem, dat thans gevolgd
wordt, niet, omdat het opvoedende element
er aan ontbreekt. Men doet op het oogen
blik alles, wat niet direct verixxlen is, vaak
zonder zich er om te bekommeren, of een
ander er gevaar, schade of hinder van on
dervindt. Een algemeene bepaling ware
noodig, waardoor ieder genoodzaakt zou
zijn zich er rekenschap van te geven, of hij
zyn medemenschen overlast bezorgt, omdat
hy de kans zou loopen, dat by een even-
tueele klacht de rechter zou uitspreken, dat
hy zich daarvan niet voldoende rekenschap
had gegeven en dus straf verdiende.
We hébben in den Haag een verordening,
die de burgers beschermt tegen de plaag
van het hanengekraai. Nu die verordening
ei is, moest ieder begrijpen, dat hjj geen
haan in zijn tuintje mag hebben, als dat
beest ’s morgens vroeg zyn vreugde uit
zijn revolver. Eeai zachte kreet ont
snapte Maureen, s lippen, toen de too-
venairw vain Mawen, gehuld in haar
koniijnenvel, uit het struikgewas
voorschijn kwam.
„Vlug opperste vrouwe’ zei ze
ademloos, „het roode paard ts naar
hnüa gegalloppeerd,e(n de Bwana Mkadi
is onderweg hij nftag u hier niet v in
de». Volg dit pad! door1 die „port
’et aal u veilig langs hem heen voe
ren, en u wellicht in de richting bren
gen van den heuvel, dijen u zoekt.”
Even aarzelde Maureen, niet recht
wetendie, hoe uiting te geven aan bet
ween er in haar omging.
„Mijn vriend’ riep ze uit, ter
wijl ze Dicfc’s hand greep en een war
roe blos naar haar wangen steeg, „den
lantsten keer, dat u op Makonda ge
weest isl” heeft mijn man miij verbo-
-1
ik
Kleedingdé tails.
Treft men eenerzjjds een streven aan by
<ie nieuwe herfstmode om te vereenvoudi
gen in Ifjn (princessevorm) anderzijds
vindt men de neiging, het silhouet te ver-
breeden, door allerlei plooien, door ruime
overslagen en torsades, door losse panden
en slippen.
Zooals we eerder reeds zagen, staan de
plissés nog altjjd op het toppunt van glo
rie, zoowel voor vesten en lange vestpan-
den, al> ter versiering van rokken en als
gedeelten hiervan.
De horizontale en puntige vlakbewer-
king neemt voortdurend in belangrijkheid
toe. Wanneer men de nieuwe modelletjes
eens opmerkzaam bekijkt, zal men tot de
conclusie komen, dat deze afdeeling in
vlakken, deze rechtlijnige en rechthoekige
versiering ten nauwste verband houdt met
alle moderne ornamentatie, welke in de
kunstnijverheid, zoomede in de architec
tuur terug te vinden is.
De dwarsbelyning waarin de plooitjea-
versiering der lijfjes geconcentreerd is, de
symetrie van driehoeken en symetrische
oploopende en dalende lynen, zy wijzen alle
op dit verfjand en passen by de hoekige
manier waarop alles heden ten dage uitge
voerd is. Het verwondert ons dan ook niete
dat een rokdeel van eene lichtkleurige ja
pon, met een donkeren boord versierd is en
dat deze boord stelselmatig naar eene z(jde
breeder wordt, waarbij men de hoogte
vindt door trapsgewijze vermeerdering.
Evenzoo kan een ander rokdeel plotseling
een boogvormigen overslag krijgen waar
door gelegenheid ontstaat een zigzagstrook
als eenig los ornament aan te brengen.
Typisch is ook de doorvoering der galon-
garneering. Waar deze eerder nog diende
als een soort omlijsting, b.v. van een vest,
Eveq bleef Dick aLaan nadenken,
over hetgeen hem thans te doen stond
Zijn hoof’d zonk op zijn, borst en kort
daarop verscheen de towenaree weer,
zwijgend ais een schaduw.
- „Inkooe”, zei ze, geef mij de
hand, dïe d(e opperste vrouwe heeft
aangeraakt.”
Renton schrikte, toen hij zich hoor
dt* aanspreken met dezen, Zoeloe-titel,
die geheel misplaats scheen zoo ver
ten Noorden der Croeodale-Rivier ver
wijderd. Een geheünzjiuiige macnl
\dwomg (hem de hand, uit te stefcer^, die
Maureen gedrukt had.
De kleine to^venaaster-dotetores nam
die in d« hare voor een kort oogen
blik keek ze hem ernstig onderzoeken<l
aan en was het alsof haar blikken tot
in hef diepst van zijn ziel doordrongen
„Moettlipdieddn audlen rich voor
doen, er zal oorlog komen en bloed
zal vloeien, maar het e&nde van alles
is vredle”, fluisterde ze. „Veei goeds
ligt er in de toekomst voor u verbor
gen, ook gij staat qp den weg, die
leidt naar de Gouden Heuvelen, en
daar znlt u vinden, wak u zoekt.”
Dioto luisterde ter nauwemood, want
in de verte had hij dien naderbij ko-
i mienden hoofslag ven een paard ge
hoord. Hij wierp die teugels over zijn
armen en ging in de richting van bet
pad waarlangs hij wist, dart ^eriera
moest rijden.
(Wordt vetvolgd)
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
D« zagtnlngtn vin het reizen.
Het reizen is in de mode. Qe zegeningen
van hoort men ledtef jaar, ais het reis-
seizoen aanbreekt, opnieuw verkondigen.
Reizen geeft ontspanning, schenkt nieuwe
kracht aan lichaam en geest. Reizen ver
ruimt onzen blik, vermeerdert onze kennis
van vreemde streken en landen, tot heil van
ons zelf en tot bevordering van de broeder
schap onder de volken. Thuis te blijven zou
zijn zich zelf en de menschheid te kort te
Hoen.
Wy zullen de laatste zyn, om deze zege
ningen van het reizen te ontkennen. Toch is
er alle reden, om te waarschuwen tegen
overdrijving.
Wat de ontspanning aangaat, moet er in
de eerste plaats op gewezen worden, dat
deze niet bepaald wordt door het aantal
plaatsen, dat men bezoekt en door den af
stand, waarop deze plaatsen liggen van onze
woonplaats. Er is ook in ieders buurt nog
veel interessants te zien, dat hem tot dus
ver onbekend was. Voorts mag zeker de
vraag worden gesteld, of de wijze van rei
zen, zooals die bij gezelschapsreizen dik
wijls plaats heeft, wel altyd een ontspan
ning is. Men tracht in koortsachtige haast
zooveel mogelijk plaatsen te bezoeken,
hoofdzakelyk met het doel, te kunnen zeg
gen, dat men er geweest is. Met het gevolg
dikwyls, dat men nog vermoeider terugkeert
dan men ging.
Eveneens mag de vraag worden gesteld,
of de tegenwoordige wijze van reizen,
haastig en langs platgetreden paden, waar
bij men minder reist dan wordt gereisd, in
zoo hooge mate bevorderlijk is aan het vei*
meerderen onzer kennis en het leeren be
grijpen van andere volken en hunne levens
omstandigheden, alg men het wel eens laat
voorkomen. De Amerikaan, die van een be
zoek aan ons land als voornaamste kennis
mee naar huis neemt, dat de Hollanders op
klompen loopen en wijde Marker broeken
dragen, is inderdaad een type, dat, zy het
in eenigszins minder scherpen vorm mis
schien, toch allerminst zeldzaam is.
Reizen kan onze kennis van landen en
volken zeer doen toenemen,, maar dan moet
dit reizen anders geschieden dan tegen
woordig veelal geschiedt en vooraf zyn ge
gaan door ernstige studie van de streken,
die men /bezoekt. Dat die studie het hem
eigenlijk moet doen en het reizen slechts
aanvulling is, leert ons de levensgeschiede
nis van enkele groote mannen, die, zonder
te reizen, zich een ruimen blik en groote
lilin Wl IE (tl I It IM.
<?O70 20