kpnt 1 Jnp tan
Handels&Ludboawbank
4% Rentevergoeding
Tuinbouwpraatje.
Typist(e)
een kraag of ieta derg-elqks, daar wordt te
nu als zelfstandige garneering aangebracht
en zelfs zoodanig dat er punten, bogen en
reepen van gelegd worden.
Nog iets opvallends treffen wq aan bij
de kleeding-détails. Men spitst zich toe op
accentueering der heuplijn en wel door
eene intense versiering van de heupcon
touren. Diverse namiddagjaponnetjee heb
ben dan ook eene door punten, door koek
jes, door boogje» of plooitjes aangegeven
heupversiering en deze versiering her
haalt zich dan soms op eene hoogte van
20 c.M. boven de ceintuur, waardoor het
aardige corselet-effect ontstaat, dat ons van
eene vroegere mode nog wel bekend moet
zijn.
De Russische sluiting brengt aardige dé
tails als: eene knoopjes- en knoopagaatjes
versiering terzijde, grappige schouderstrik
jes boven een plooitjes-groep, bontoolletjes
die bezijden sluiten, enz. enz. Natuurlijk is
ook de galontoepaseing hierbij bijzonder op
hare plaats. Zoo had een roestrood fluwee-
len herfstjaponnetje een ronden hals en
eene zqwaartsche (Russische) langlqnige
sluiting welke geheel met zijden galon in
dezelfde tint afgezet was. Het galon liep
ook om den rokzoom door en vormde eene
ronding naar boven, terzijde rechts van het
rokdeel, een met galon versierd rokje was
aangebracht.
De zijiwaartsche sluiting leent zich ook
wel goed voor de versiering van kinderklee-
ding. Schattig was een modelletje in licht
beige kasha, met een breed onderstuk van
eene bruin-beige ruit en eene zijsluiting van
af 't rond halsje, die eveneens met eene
ruiten reep afgezet was.
Zeer nieuw als kleedingdétall is ook de
versiering der lijfjes met afstekende punt-
reepen. Het hoog-opgeknipte rokdeel maakt
dan deze puntige beweging mede, zoodat
een combinatie-effect van volkomen- nieuwe
werking ontstaat. Strikken van voren aan
de ceintuur, strikken op den linkerschouder
en strikken aan de linkerhalazijde, zijn op
zichzelf staande détails die vooral aan
hoogst eenvoudige kleeding eene eigenaar
dige bekoring kunnen verleenen.
Nog zijn er twee nieuwtjes betreffende
de kleedingdétails die niet na zullen laten
een grooten invloed uit te oefenen. Het zijn
de handborduursels die herleven en die we
derom op vele manieren uitgevoerd worden
en het zijn bontrandjes waarmede de win-
terjaponnetjes omzoomd zullen worden, in
zonderheid de meer sluitende casakjes, wier
strakke vormen er zich buitengewoon goed
voor leenen.
(Voegt men bij al deze versierings-détails
nog de smaakvolle wg'ze waarop de mouwen
versierd zullen zijn meest in denzelfden
trant als dr.- costuumpje* dan moet men
z!ch verbazen over de vindingrijkheid der
mode, welke st«eds verniewt en steeds ver
fraait er, ons, hare volgelingen, voor steeds
schoonere resultaten plaatst.
GRiAOE ALLAN.
Het aageluk met het Fokker-
vliegtuig.
Na zijn terugkomst uit Londen heeft
een vertegenwoordiger van het „Leidsch
Dagblad" een bezoek gebracht aan den
heer Den Hertog, directeur van Radio Her
tog te Alphen a. d. Rijn, een van de passa
giers die als door een wonder aan ernstige
verwonding, of veel erger nog ontsnapt is,
bij het ongeval met de vliegmachine van de
K. L. M., dat Maandag op zq'n weg van
Croydon (het Londensche vliegveld) naar
Schiphol, nabij St. Julian, tien minuten
vliegen van Croydon, omlaag stortte.
Wij vonden den heer Den Hertog niet
thuis; hij was per auto naar Schiphol, ten
einde daar met den stationschef er K.L.M.
eendge noodige zaken te regelen, maar te
gen zeven uur kwamen vader en zoon Den
Hertog van Schiphol terug en de heer W.
den Hertog Aan. was zoo vriendelijk ons
toen iets van het vliegongeval, dat hij daags
te voren had beleefd, en gelukkig overleefd,
te vertellen.
„Natuurlijk," was het antwoord op onze
vraag om enkele inlichtingen: „u bent niet
de eerste, want kijk, in deze Engelsche
couranten staan al interviews, die ik ter
stond na bet ongeval aan uw Engelsche
collega's, die, het moet gezegd, er vlug bij
waren, toestond."
En de heer Den Hertog toonde ons „The
Evening News" en „The Star", waarin op
de voorpagina's in den breede van den nood-
lottigen val van „The 4Dutch Air-Liner"
werd gewaagd.
„Noodlottig, dat wae het," aldus onze
zegsman, „vooral omdat het een jong leven
heeft gekost, maar overigens, en indien er
geen doode viel te betreuren... zouden
we alles alweer vergeten zijn."
Hoe het gegaan is? Of het mijn eerste
luchtreis was? En of ik ooit weer denkt te
vliegen?
Ik zal u deze vragen in het kort beant
woorden.
„Over het ongeval zelf, waarover reeds
veel is gemeld, veel onjuist ook," aldus on
geveer de heer Den Hertog, „kan ik kort
zijn. Wy waren bij ruw, doch geenszins
onheilspellend weer, bijzonder vlot gestart,
precies op tijd om 8 uur 10. Ik zat op den
achtersten stoel, rechts in de cabine en
rechts voorin zat Brunklaus. Na tien mi
nuten vliegen hoorde ik duidelijk iet» kra
ken achter me, doch ik vermoedde niets
kwaads en zelfs toen de H.N.A.D.U., die op
dat moment 180 K.M. per uur „liep", met
een snelheid van 250 K.M. dook, vreesde ik
nog geen noodlanding. Doch er was geen
tjjd om te vreezen. Een ondeelbaar oogen
blik later zag ik den rechtermotor, waarop
ik goed uitzicht had, stoppen... ook zag ik
Brunklaus den stabilisator opdraaien... ons
toestel, dat schuin voorover omlaag gleed,
kwam weer een weinig in evenwicht... maar
op hetzelfde oogenblik... een schok, een
KANTOOR GOUDA.
WW 10
slag... en ik lag voorin de cabine... een kist,
die achter me had gestaan, op mijn rug.
Het was me toen duidelijk dat we een
noodlanding hadden gemaakt, och er was...
oogenachijnlijk niets gebeurd, en er was ook
geen paniek. Niemand had zelfs gegild.
Ik zocht den uitgang maar de deur wilde
niet open. De nooddenr kon ik niet terstond
bereiken, en ik draaide düs kalm, een der
ramen neer, waardoor wij om beurten rus
tig, een beetje suf misschien, uitstapten.
Van het vetbrjjzelen van ruiten en glas
scherven was geen sprake.
Buiten gekomen konden we den toestand
van de gevallen machine in oogenschouw
nemen, en van den piloot Van Dijk die tij
dens en na de moeilijke en meesterlijk vol
brachte noodlanding een bewonderenswaar
dige kalmte en zelfbewustzijn bewaarde
vernam ik dat Brunklaus, de werktuigkun
dige op slag gedood was. Hq werd onder
een paar jassen terzijde gelegd en Van Dijk
monsterde daarna zijn passagiers.
Het bleek wonderwel te zijn afgeloopen.
De machine zag er aan de voorzijde
zwaar gehavend uit, en niemand, ook Van
Dqk zelf begreep niet, hoe hq er zoo goed
was afgekomen.
In de uren, die volgden* gebeurde er nog
heel wat en eer ik op den trein naar Har
wich zat, had ik nog veel werk.
Een dokter, die de machine had zien val
len, was in minder dan geen tijd aanwe
zig. Hij legde wat verbandjes aan om de
schrammen, die de meeste passagiers had
den opgeloopen, voor infectie te behoeden
en constateerde den dood van den werk
tuigkundige.
Kort daarop, aldus nog steeds den heer
Den Hertog, zijn we naar Seven Oaks ge
gaan, vanwaar ik om 9.42 uur naar huis
telefoneerde: „alles, wel, kom morgen". Het
telegram werd te Alphen precies een uur
later, om 10.42 uur, ontvangen.
Ik had intueschen toch nog angst, dat
men in de fabriek, waar steeds radio-toe
stellen worden geprobeerd, een draadloos
bericht over het ongeval met onze vlieg
machine zou opvangen. Ik heb daarom zoo
spoedig mogelijk naar Alphen getelefoneerd
bovendien.
Om twee uur kon ik met mijn kantoor
en mqn vrouw spreken, men herkende mijn
stem en kon dus, na m'n verzekering, dat
ik vrijwel ongedeerd was, gerust zijn.
Vijf mdnuten later werd mijn familie
door de K. L. M. opgebeld en weer vqf mi
nuten daarna door de secretaris van Alphen.
Oim circa halfdrie werden alle passa
giers, de piloot, de dokter en eenige politie
mannen door een jury gehoord.
Het verhoor duurde een paar uur en was
zeer scherp. Alle mededeelingen werden
door dén Rechter, die de zitting leidde, ge
noteerd.
Om vjjf uur konden wij gaan. Toen was
de verklaring betreffende de doodsoorzaak
van Brunklaus geteelcend en had Van Dijk,
de piloot, een compliment gekregen voor
zijn kranig en beleidvol optreden. Hij kreeg
nog een shilling toe, als getuigengeld, maar
die schonk hij... voor de blinden vaii St.
Julian!
Daarmede was alles gebeurd. Wq gingen
per taxi via Croydon en Victoria Station
Hote naar Liverpool street'Station vanwaar
om 8 uur 30 onze trein naar Harwich ver
trok, vanwaar wq ook Van Dqk was in
ons gezelschap per boot naar Hoek van
Holland gingen. Het was zwaar weer en
de boot slingerde sterk en ging heel wat
onrustiger dan 's morgens onze vliegma
chine... voor het noodlottige oogenblik.
Vroeg in den morgen waren wij behou
den in het vaderland aan wal en reed-s vóór
tienen bereikte ik via Leiden, mijn woon
plaats, waar mijn familie, mijn vrouw en
mijn éénjarig dochtertje en mqn ouders
niet weinig verheugd waren toen zq mij
terug zagen-
Ik wil er, zoo besloot de heer Den Her
tog zijn verhaal, nu maar niet veel meer
aan denken; vanmiddag waren we nog even
naar Schiphol, en straks ga ik me eens op-
friasehen en een ander pak aantrekken in
plaats van döt gehavend costuum, en dan...
morgen roept m'n plicht me als bestuurder
van de Wilhelmina-vereeniging. Dan i« het
feest... het had weleeng verstoord kunnen
zq'n voor m'n familie.
Durven beweren dat ik nooit meer zal
vliegen, wil ik met, aldus de heer Den Her
tog. Het zou brutaal zqn te zeggen dat ik
direct weer begeer te vliegen, doch ik wil
met nadruk zeggen, dat niet mijn vertrou
wen in de luchtvaart in het algemeen, noch
in de K. L. M. geschokt is door dit onge
val, dat als een gevolg is te beschouwen van
een noodlottig toeval.
Het was niet mijn eerste luchtreis, aldus
de Alphensche luchtreiziger... het «al ook
zqn laatste wel niet zjjn.
Dat was den indruk dien wij kregen na
het onderhoud met den heer Den Hertog.
,We Dutch people are somewhat stolid,
like you English, heeft hq tegen een col
lega van The Evening Neiws kort na de
noodlanding geeegd..
Inderdaad, wq zqn wel zelfbeheerscht en
rustig, ook in de lucht!
Minder weelde werd er zeker
Voor den gast tentoongespreid
Als de Vriendschap tafel dekte
Zonder hulp der IJdelheid.
j Ristiu 5T Halzt Hofwyck
Bq de beschrijving van zqne bezitting
Hofwqck doet Huygens het voorkomen,
of hij haar toont aan bezoekers, wien hij
vraagt zich voor te*stellen, dat zq alles zien
een eeuw na den aanleg van bosch en hof
en lanen. Vandaar dat hq het al heeft over
den dikken stam der eikéft in zqn bosch en
dat hq, na dit verlaten te hebben en op den
Voorweg staat, zqn gasten weer waar
schuwt „denkt aan mqn hondert jaer". Van
dien weg schrqft hij
„Dit 's oock mqn eigendom, lek doed'er wat
ick will;
En wat iok heb gewilt en sal u niet ver
velen,
En wat ick wilde, zqn twee wanden van
Abedlen,
Die nu ten Hemel gaen, en proncken met
haer kruyn
(Denckt aen mtjn hondert jaer) tot in het
f Noorder duyn,
gepronck; zq mogen
zich beroemen
Voor Schutters van Geboomt, van Kruyde
en van Bloemen.
Hieruit blijkt dat Huygens aan beide zij
den vaft het tegenwoordige Westeinde, al
thans voor zoo verre die weg langs zqn
bosch en hof zich bevond, met abeelen (witte
populieren) had beplant. Zij moesten dienen
tot bescherming tegen den Noordenwind van
zqne vruchtboomen in den hof. Tevens
vormden zij eene laan „die om hare pracht
alleen den vreemdeling tot eene wandeling-
lokte en eene sierlijke entree vormde tot de
dorpsstraat, thans de Heerenstraat,
„Aensienlkke straet van stads-gelqcke
Huysen".
Naast het bosch aan de linkerzijde van
den weg noemt Huygens als eerste huis zqn
stal en tuinhuis, waarbij behoorde zijn
„Kruyd-hof", waarin hij perziken en abri
kozen kweekte, die in Huygens' tqd nog
weinig in tuinen hier te lande voorkwamen,
het buiten geheel in den smaak van den
als ik van deze heerlijke vruchten geen mel
ding had gemaakt, maar de heining zou het
toch geklapt hebben. Hij hoopt dan maar,
dat „nacht-pluckera" eerbied zullen hebben
voor de moeite en kosten, die hq aan zqne
kweekerlj heeft; besteed, dat zij er zich voor
zullen wachten, dieven genoemd te worden:
„Maer 't is om niet gepreeckt, de boosheit
is in 't bloed;
Verbiedt het quaed te doen, 't is daerom dat
men 't doet,
En dreigen werdt bevel"
Zoo was het althans in Huygens' tqd.
en tegenwoordig?
Door twee poorten of hekken, „Een Oost
en Westerpoort", die aan den ingang ston
den van een „Oost- en Westerlaan" betrad
men den Hof der buitenplaats, tegenover
Het was misschien veiliger, zoo schrijft hij,
het bosch, dus aan de Zuidzijde van den
Voorweg. De plattegrond, die bij Huygens'
papieren Hofwijck is gevoegd, doet zien, dat
toenmaligen tijd was aangelegd, met rechte
lanen en vierhoekige perken, waarbij de
symmetrie met pijn%ke nauwkeurigheid ia
in acht genomen. Tusschen de genoemde la
nen of dreven van linden bevond zich de
boomgaard, door paden in vier evengroote
vierkante perken verdeeld, zoodat het mid
denpad, richting Noord-Zuid, recht tegen
over de woning gelegen was. Aan het einde
der lindelanen waren twee eilanden van
mastbosschen, die ten O. en ten W. den
vqver begrensden, in het midden waarvan
de woning als „een flesch in het koelvat"
gelegen was. Om die woning te bereiken,
moest men aan het eind der lindenlanen
rechts of links gaan door een dwarslaan met
esachen en over een voorplein met esch-
doorn en denneboomen beplant, om ten slot
te langs een steenen en een kleiner houten
brug voor de slotpoort te staan. Die groote
steenen brug, waarop men kwam na ge
makkelijk bestqgen van 3x2 treden, noem
de Huygens zqn Rialto, naar het „wonder-
lick gebouw" het Rialto te Venetië, eene
brug, die over het groote kanaal het eiland
Rialto, waarop het grootste deel van Vene
tië gebouwd is, verbindt met het daarover
liggende gedeelte der stad. Als secretaris
had Huygens den gezant Francois van Aers-
sen in 1620 naar Venetië vergezeld, waar
hij die brug van een enkele overspanning
of boog had bewonderd. Langs die brug
stonden aan weerszijden rozen in potten,
en vier beelden, de jaargetijden voorstellen
de, versierden haar eveneens. De kleinere
houten brug was tevens valbrug, waartoe
men haar binnenshuis door slechts één vin
gerdruk, dank zq een kunstig aangebracht
mechanisme, geschikt kon maken:
Ghd suit de ketingh soecken:
Maor dat 's een oude kunst: wij hebben
beter' boecken
Van hooger onderwijs: wij roemen op een'
vond
Die weinigh is gepleegtht, die niemand en
verstond,
't En waer de Meester sprack: leert buyten
huysen bouwen,
Daer 't veillgh slaepen is:: de koiurt is waert
t' onhouwen;
De Vall-brugh gaet om hoogh, en maeckt
een dobbel' Poort
En buyten werdt geen' klanck van ketenen
gehoort.
En binnen buytelt sy met een verborgen
slinger,
En sluyt, oock grendelloos, bewogen met
een vinger
De Keucken-water-Poort.
Deze laatst genoemde poort bevindt zich
onder de voordeur. De woning zelf beschrijft
Huygens niet, maar zqn gasten laat hq zien
wat ruim en heerlijk gezicht men uit het
huis aan alle zijden heeft:
„Ten Oosten is t een Dorp, dat geen gelijck
en kent;
Ten Zuyden meteen Wey, die tegen 't Veen
belendt
En duysent Wandelaars met vier gekloofde
voeten,
Die Hofwijck met den dagh beleefdelick be
groeten
En loeyen my 't bedd uyt, en roepen in haer'
spraeck,
„Op Vuyaert, uyt de Ptuym en sChaemt u
van den va eek;
Past op de Pee rel en, die in ons' eetsael
flonck'ren,
Eers' ons t steil Sonnen-vier komt rooven
en verdonk'ren;
Daer komt de roever; in de vodden, 't is
hoogh tqd;
Of denckt, ghy sijt uw deel in ons ontbyten
quyt.
Zuywestwaert Hoef aan Hoef, en Voor-
burghs Ambacht&heeren,
En Delft, haer' vaste vest, daer hondert
Molens keeren.
En tuygen wat 'er meels tot soo veel mon
den hoort,
Daer van men 't Straet-gerucht schier bin
nen Hofwqck hoort:
Dan Ryawljck, *t schoone Vleck, dat Princen
kon bekoren:
Ter Westelicker Sonn den lieven Haegschen
Toren,
En, over 't Broeckér hoy, der Graven hooge
Woud.
En voorts de witte wall van 't Scheveninger
Sout
Kiest venster en gesicht; en weet 'er af te
seggen,
Dit keur ick voor het schoonst, dit soud ick
liefst verleggen;
Soo weet ghy meer als ick, die noch een
weerhaen ben,
En twyffel waer ick best mijn' oogen henen
wenn.'
Achter de woning naar den kant van den
Vliet was eene laan van iepen en bevond
zich een kegelbaan. Dat Huygens weer uit
weidt over het genot van het kegelen, van
het visschen in den vqver, van het schaat
senrijden daarop in den Winter en ook van
de heerlijke schaduw der iepen, waaronder
hq langs den Vliet het branden der zon ont
vlucht, is te begrijpen. Aan dien Vliet heeft
hq een zitje, „een Uytsitt in de Vliet", waar
hq meermalen vertoeft en het doet voorko
men, alsof hü een praatje maakt met de
schippers, die voorbij varen. Zoo ook zit hij
dikwijls dicht bij den Voorweg in een der
houten zomerhuisjes, die zich aan de vier
hoeken van zijn boomgaard bevinden. Hij
zit achter het geboomte daar onopgemerkt
door hen, die in de dreef van abeelen moch
ten zqn en beluistert hunne be- en veroor
deelingen van dat stichten al weer van eene
nieuwe hofstede; of hjj hoort eene althans
naar de beschrijving idyllische liefdes
verklaring van Kees aan Tryn, eindigende
met zq krijgen elkaar. Jammer voor de
plastische beschrijving van die vrijage be
hoeft Huygens 102 versregels, te veel om
hier weer te geven. Maar hoe de man van
Hofwqck ingenomen was met het wonen
aan den Vliet moge hier nog uit andere ver
zen blijken.
»Ick benaen de Vliet der Vlieten
De levenste Rivier, de doorgeploeghste
Vaert
Van all' die Holland kent en binnen's lands
•4 bevaert.
Tc Geef 't voor de waenheit uyt, al heeft het
schijn van liegen;
(De tuygen zijn te veel, al socht ick te be
driegen.)
Twee hondert kielen syn voor Hofwqck
heengetelt,
Die dagelicks door zeil, of mensch, of peerds
geweld
Voor Hofwijck henengaan. Nu tert ick Rhyn
en Maze,
En Dort en Loevestein; nu lijd ick dat men
blase
Van Sparen en van Y, jae van de Noorder
Zond,
Daer niemand meer gevaers en wedervae-
rens vond,
Als in mqn' volle Vliet: die niet en is te
naken,
Men' siet 'er Schip of Schuyt d'een d'andere
geraken.
Men siet 'er Lijn door Lijn geweven Peerd
aen Peerd,
Zeil achter Zeil gereckt, Roer tegen Roer
gekeert;
Men hoort 'er van, houw voll, houw binnen,
en houw buyten,
Men hoort den Jager-boef syn ongemack
verfluyten,
Of koelen met een lied de bleinen, die hy
rijdt,
Niet nu eens, en eens Dus, maar atadigh
en altyd,
By donker en by daegh. Hier hoef ick niet
te vraegen,
Wat ty is 't van den dagh? de Beurt-schuyt
kan 't gewaegen:
En die ten sevenen ten Haegh uyt werdt
gebelt,
Die weet ick dat met my de kloek van ach
ten telt;
Die vyf te Leiden hoort telt recht voor Hof-
wyck seven;
Dat 'a t uerwerek van de Plaets, dat sonder
veer gedreven
En sonder weerwicht gaet en daarom noyt
en wraeckt
En daerom vaster gaet dan all' die m' elders
maeckt,
En windt sioh selven op en dryft syn eigen
raden".
J. G. T.
Hoe het gieten moet gebeuren.
Vermenigvuldiging van sierplanten.
Wanneer het eenigen tijd niet van betee-
kenis geregend heeft, krijgen tal van plan
ten op hooge re gronden gebrek aan vocht.
Dit is alleen het geval met die planten, wel
ke een diepgaand wortelgestel hebben. In
zonderheid in den siertuin zien we aan tal
van planten, dat ze gebrek krijgen aan wa
ter. Het gazon begint op de hoogste en
meest zonnige gedeelten te verdorren,
bloeiende hortensia's hangen midden op den
dag slap, de rhododendrons laten hun
deren hangen, de onderste bladeren
phlox decussata beginnen te verdorren
rubechia newmanni hangt geheel slap es
schreeuwt om water. Waar dergeiyke tee-
kenen wjjzenop droogte van den bodem mag
er in zoo'n geval niet langer gewacht wor
den, maar moet men gaan gieten, Onnoodig
gieten is zeer verkeerd, we moeten het be
schouwen ais een noodzakelijk kwaad, maar
ia het noodig dan wachten we niet, en doen
het ook niet ten halve. Het even vochtig
maken van den bovengrond is dan ook sterk
af te keuren; men zorge daarentegen, dat
de grond door en door vochtig is. De beste
tqd om te gieten is tegen den avond. Ge
durende den nacht kunnen de planten zich
dan van het noodige voorzien en gesterkt
den nieuwen dag aanvaarden. By het gieten
moet men ook vooral niet te veel plassen,
maar zorgen dat het water gelqk regen op
de planten neerkomt! Immers zou anders
de bovengrond te veel dichtslaan en korste-
rig worden, terwql de in den bovengrond
voorkomende wortels licht zouden bloot
spoelen en later door den zonneschijn ver
branden. WSar we afzonderlyk staande
grootere planten moeten gieten, maken we
een geul om de plant, daar, waar volgens
onze berekening zich de uiteinden der Wor
tels bevinden. Het hierin gebrachte water
komt dan direct waar het noodig is. Op <fcM
wqze voorzien we vooral nieuw aangeplant-
te boomen én heesters van' het noodije
vocht. Om sterk uitdrogen van den bove» j
grond te voorkomen, verdient het ook aan
beveling, om den bovengrond met wat ruig
te, turfmolm of ruige mest te bedekken
Door aldus den voet van jong geplante
boomen en heesters te bedekken, behoeven
we minder tq gieten.
Een grobt aantal onzer sierplanten kan
men in dezón tqd van 't jaar gemakkelijk
vermenigvuldigen. Dit is o.a. het geval met
tal van vaste planten. Zoo stekt men than»
nepeta, galega, cerastuum, anthemis, iberis,
phlox, enz., te veel om op té noemen. In 't
algemeen gesproken stekt men nu die vaste
planten, waaraan zich jonge scheutjes zon
der bloem bevinden, welke als stek kunnen
dienen. Deze stek moet 58 c.M. lang zjjn
en wordt met een scherp mesje juist onder
een bladknop afgesneden. Op dit punt toch
is eenig reservevpedsel opgehoopt, waar
door hier gemakkeiyk wortelg worden ge
vormd. Van stekken met groote bladeren
snyden we deze half in, opdat niet te veel
vocht wordt verdampt, waardooi- de stek
ken, alvorens te wortelen, licht zouden ver
drogen. Ook al om te -sterke verdamping
tegen te gaan, plaatseh we de stekken on
der een raam, in een gesloten bak, welke
we by zonnig weer schennen en sproeien.
Als grondmengsel gebruiken we by voor-
keur fqn gezeefde turfmolm, vermengd met
scherp zand. Voor soorten, die gemakkeiyk
wortelen is gezeefde bladgrond met scherp
zand ook zeer goed te gebruiken. Zijn de
stekjes geworteld, dan plaatsen we ze in
kleine potjes, ze worden dan gedurende den
winter in den bak gehouden en het volgen
de voorjaar uitgeplant. Men kan op den
wij-ze ook zelf pelargonium's of geranium'»
stekken. De stekken van deze plant moet
men vooral niet te diep plaatsen, daar te
anders vaak wegrotten. De in kleine potje»
geplaatste stekken kan men voor 'n zonnig
venster, maar alleen vorstvry, overwinte
ren. Gedurende den winter geve men zeer
weinig water. Bq gebrek aan een bak kan
men ook zeer goed stekken in een kist (ge
vuld met de gewenschte grondsoort) welke
dan wordt afgedekt met een glasruit.
Nujaarsbloemen.
Alles heeft zijn tijd. Hot eene gaat en
't andere komt. Zoo is het ook in de bloe
menwereld. En 't is daar soms alsof de na
tuur nog voor 't laatst met extra schitte
ring voor den dag komen wil.
Allereerst mogen we zeker wel de dahlia's
noemen. Ze hebben 't al een poosje gedaan,
maar om dezen tqd beginnen ze hun volle
kracht te ontwikkelen en dat houden ze vol,
tot de herfststormen 't hun onmogelijk ma
ken.
Hoeveel pracht, hoeveel verscheidenheid
van vorm en kleur geven ze t-e bewonderen.
Daar heb je allereerst de groote pioen-
dahlia's van ruim 15 c.M. in doorsnee, die
een hart van meeldraden vertoonen.
De cactusdahlia's met hun opgerolde
bloemblaadjes, die zoo schilderachtig mooi
van kleur en vorm zich op hun lange ste
len wiegen, winnen het nog, *yn ze ook wat
kleiner van bloem en al geeft de mode de
eersten den voorrang.
'De pompondahlia's in oranje, rood, wit en
geel ze zijn wat bescheidener van afme
ting, soms nog geen 5 C.M., maar wat doen
ze het ook goed in een hoog vaasje op tafel
of in de étalage.
En dan de grillige halskraagdahlia's met
hun krans van wit, rose of geel op een on
dergrond van lila, rood of geel, om van de
wit, rood en geel of paars gestreepte enkel-
bloemige maar niet meer te Bpreken.
Wie ze in al hun pracht op 't best by el
kaar en naast elkaar wil bewonderen, k»
goed doen ze eena op de Leideche bloemen
tentoonstelling te zien, die van 13 tot 29
September in -de Stadsgehoorzaal wordt ge
houden waar ter opluistering van het 60-
jarig jubilé der Ned. My. v. Tuinbouw en
Plantkunde ongetwijfeld een waar bloemen-
festqn van gemaakt wordt. In de bloemen-
sproke zal men de taal der bloemen zicht
baar vertolken. Bloemenvrienden mogen er
hun hart eens goed ophalen. Leidens dahlia
kweekers verdienen het ten volle.
Wie kent niet de tallooze verscheidenhe
den van de bekende Phlox decussata in rood,
wit, rose en paars-blauw, waarvan de
Kweekerq „Rijnstroom" te Alphen *- d.
Ryn U zoo'n dertig variëteiten kan leveren,
evenals de bloemen, die ik verder nog noe
men zal.
jje tallooze variëteiten herfstasters met
bun diep blauw gerande en geel geharte
I btoempluimen *yn ai evengoed op hun
I plaats.
I De anderhalve Meter hooge Helianthus
Idoet zqn naam eer aan. De gele bloemen
I lijn eveozooveel zonnetjes in de soms reeds
I donkere herfstdagen.
f De Sohdago, die men beter als Gulden-
I roede kent, stuurt nu zyn bl oei stengels
I overdekt met kleine, gele bloempje», of het
I sprankelend goud ia, eveneens de hoogte in.
I Tallooze sterretjes naast de zonnen van
I daar even.
I Straks volgen nog de Chrysanten, Japen-
I sche schoonheden onder den Hallandschen
I wolkenhemel.
En dan mogen we tot slot zeker nog de
I zacht rose Japansche Anemonen noemen.
I Toen de herfst zyn vernielend werk aan «al
1 het natuurschoon reeds had voltooid, zagen
I we dit mooie kind van Flora nog prijken in
j een beschut stadstuintje. Met devotie pluk-
I te de eigenaar een paar af om er zyn les-
I eenaar mee te deren.
't Was een afscheidsgroet aan de zomer-
I weelde en de herfstpracht. En onwillekeu-
I rig kwam ons het bewjjde lied in de gedach
ten:
Gelqk het gras is ons kortstondig leven
Geiyk een bloem, die, op het veld verheven
Wel sleriyk prijkt, maar krachtloos is en
teer.
Wanneer de wind zich over 't veld laat
hooren,
Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat
verloren;
Men kent en vindt haar standplaats zelfs
niet meer.
BINNENLAND.
De Koningin en de Prinses
in Noorwegen.
Do dorreapond/eat te Oslo van d» N
Gt. schrijft
Over het v-erblfljf vagi Koningin Wil-
helmioa en Prinsen Juliana in Bvgden
deelt een correspond*»!, van Tidens
Tegn nog een «n amdier meer.
Op het pleintje voor hie)» hooggeberg
te-hotel woei die Nedletriaudbche vlag.
De gehiaele nieuwe Zuidelijke vleugel
van het hotel wae voor het gewone
publiek gesloten en voor het hooge
bezoek 'n gierftedheddi gebracht, In die
jarage stonden >1rfe glanzend© auto's
mei initialen en koningskroon.
De Koningin schijnt onder den in
gesponnen tocht, die voor een deel
onder minder gunstig weer plaats had,
iieuraigisöhe aangeoichtopijjn! te hebben
gekregien, waardoor lij tóch genood
zaakt aag, nie|t alleen buiten, maar
ook hinneo, aan tafel, een doek om
het hoofd te dragen.
Prinses Juliana zeg er gezond) eu
bruinverbrand! uittij eelt, aldps de
oor respondent van Tidlene Tegr., de
volle charme der jeugd, wanneer aij
een beetje ouiaeker op Noorsche bek
SHómlaarzen aan komt loopem met een
bijzonder iizneÉaetKÜen, hat! sohelm-
schen, halif verontschuldigenden glim
lach op het gela-at.
De tvoningmi ent haar gevolg gebrui
ken do maaltijden, afzondlerliilc De Ko
ningin pleegt aan het hoofdleinde dier
taiel te zitten en leidt meeetal met
haar heldere en rustige stem het ge
sprek/. Aan haar linkerzijde zit Prin
ses Juliana, aan haar rechterzijde haar
adjudant. Ock hier wordt een tatneüj''
strenge hofetiquette in acht genomen.
De taf-el is versierd nKt de typtedhe
"bloemen van het hooggebergte. MidJden-
op talïel staat een groote vaas met d'e
jfejdJ-koningin, (eten prachtige witte
sohermbloetm, die op rotswanden groeit)
Render kleine vaasjes met die bruin en.
rood gekleurde fjeldlpyrola.
De Koningin staat vroeg op.
De Nederlamdfiche regeerihg heeft,
waarschijnlijk zonder dat de Konipgin
btf weet, hier twee dleteotiven heen
gezonden. Alle nieuw aangekomen gas
ten worden door de twee gemoedelijk
uitziende heeren in stilte scherp opge
nomen. Een Hongajar, die toevallig te-
ielIjk met de Koningin in. Bygdin aan-
kwairi, had door het een of ander hun
achterdocht opgewekt. Hij werd, zon
ara* dat hij het wist, den geheele<n
necht bewaakt eerst den volgenden
«ragen, toen hdn verdler zou reizen,
werd hij er opmerkzaam- op gemaakt
dat zijn bewegingen door Nederiand-
«che defective*! gevolgd watneni.
Zondagnamiddag wordt H. M. te Os
lo verwacht, 's AvondI» zal tój met
tfrins Hendrik en Prinses Juliana! dee'-
oeirien aan een diner bij kloning Haa
kon
Maandagmorgen vertrekt die Konin'--
lijke familie en word* Dinsdagavond
«n 10 uur op dien Ruigen Hoek ie
8cheveningen verwacht.
GEMENGDE BERICHTEN.
Bruid by Leiden.
90.000 KG. kooi vernietigd.
Gisteren taak brand uit in danhooi-
beig van den landbouwer H. 9., gele
gen op de „Maria Caroetiahaevei" bil
Leiden. De -brandweer te Letd*m werd
en daar de boerderij ge-
is op de grens van de gemeen-
Leiden, nabij Voorschoten, duurde
oen half uür voordat de br uid
ter plaatse was. Mot vier stra-
op de motorspfuit trachtte men het
■jniur te Wusschen. De hoeve is, door
■haar voortdurend- nat te honden, ge-
■•paard gebleven, de hooiberg brandde
|é*ter geheel utLt 110 roden hooi
1(90.000 K.G.), gingen in de vlammen
|°P Verzekering dekt de schade.
Het geMt
Het gebeurdle aan een halte van aep
|fet Atwrterdamache wutóbuelijnea.
Eep men stapte ki, maar offerde
geen dubbeltje in do bus. De chauf
feur greep reedfe naar een kaartje.
„Neien, ik moet niet mee", zei de d-e
mam, „maar heeft u niet een gebit
gevonden
„Wat?" vroeg de bestuurder.
„Jat, een gebit, ik heb het vanoch
tend in de bus verloren", zei nu de
tandiooze.
„In dezen wagen?"
„Ja, ik heb het nommer oawhaujden
De chauffeur had! metp gevonden,
ma ar hij zo-u nog eena kijken, dook
onder eon bank en de passagiers
de bus was lang niet vol volgdlen
zijn voorbeeld.
Nergens echter lagen tanden...
De autobuseen rammelem dus niet
slechte tarnden- uit iemand mood,
zij rammelen Ze zeifa uit den wagen.
(Hbi.)
Het zal je gebeuren.
Hei gebeurae dezer dagen bi) een
soii-oiutfje naar den poet van aidee-
hugüüet bi) een. der groote banken.
i>e uiireoteuir ontdekte bij het na-
zieu uer brieven deen van een, zeke-
iren heer Meyer, cilo wa* zijn loopbaa,
en kennis betrof ongetwijfeld de voor
keur verdiend© boven alle andere sol
licitanten, die eigenlijk nauwelijks in
aoumerkiuig konden komen. De direc
teur beeloot den heer Meyer te laten
tom©n, om hem, ais die kennismaking
imeaviei, aan te nemen. Meer uit ge
woonte koos hij ook uit diet andere
brieven nog een en wei van den sol
licitant Keizer.
Den volgendlen ochtend/ liadi de -
recteur eenigen tijd met den pgetedieiit
naar het baaufcje tótten praten over
het personeel en de verhoudingen aan
de bank. Het gesprek vlotte goed, de
sollicitant vief in den spraak en de di
recteur stond ten slotte op met de
overtuiging, dat dit <Je man wqa, dien
hij moest hebben.
„Welnu ik gelooi wed, dait ik het
roet u aai aandurven. Ik heb nog een
hndteren heer laten k|c*ne»i, maar dat ïsi
«neer pro forma. Dat aal wel niets zijn
Tot, ziens dan, miijpbeer Meyer,"
„P...aidoiu, mijn naam is Keizer.,."
De directeur nam- geen van bedden.
De hoofdige boer.
Een stier als bewaker.
In het Gorjodi - district in. Aberdeen
shire overweegt men, ernstig een paar
Spalamache matadors te laten aanruk
ken om oplossing t© brengen in een
netelige kwestie over het gebruik van
een voetpad).
Mem wals al jaren gewoon dit pad te,
volgen, (mattr do boer, door wiens hof-
stedO deze weg liep, was van een a«r
dieire roeening en permitteerde op een
goeden dag niet moer, dat men den
koTtSteai weg over tójn grond nam1.
In plaats editor met een hek oi iets
dletrgeüijksi het padj al te sluiten, stefde
Jlij een stier als bewaker aa»,, een ecfaw
ten kwaadaardig*» stier.
Alle verzoeken aan dien boer or.
hei beeot weg te halen, daar het ge
vaarlijk is, ©n reeds menscben heeft
aajngevallen, <j£e van bet pad gebruik
wÜHeak maken, waren vergeetsck. De
boer houdt koppig vol, dat de stier
daar beut staat en een pracht van een
wei heeft.
Intussohen zijn er ook kladden in
gedliend' bij het districtóbetrtuur, dat
djen. boer nu gelaat beeft dien stier
weg te halen.
Me» is benieuwd, of hij het doen
zal
Een Zoeloekaffer van 108 jaar.
Een zoon van Omgaan
Te Johannesburg vertoeft thans een
stokoud© Zoedpakatler, die beweert 108
ja-a-r ondi en*de zoon te zijn van het
beruchte Zoedoiehpofd' Dingaah.
Toen Piet Relief in 1831 voor den
leetrsten keer met Dingjan onderhand o-
lingen aanknoopte, met het doed oui
grond in Natal te krijgen voor de
Voortrekkers, was deze Metbuealeui
nog maar een klein Zoeloe*je van 12
jaar. Zijn papa, die oog noch oor had
voor familiebanden (Jhadl hij niet te
vqrepi zijn; eigen hoeder vermoord)
gaf toon hot knaapje als gijzelaar aan
de wit-nieoscteen, ails tókerbeid voor
de nakoming zijner beloften. H,oe wei
nig vader Dingaap zaqn beloften na
kwam, fa maar al te bekend. De gru
welijke moordl op Piet Retiof en tójn
makkers in. Dingalan's kraal, do daar
op gevolgd© gevechten bij Bloedrivier,
kent edik NedierlaptiJsdb kimdl. Ieder jaar
wordt deze episode nog door geheel
Zuid/-Afrika plechtig herdacht.
Het kleine Dingalantje werd) echter
door do blanken gespaard!, ging naar
Stelleobosab, wjalar bij het grootste deel
van zijn leve» dtocribtraeiht. De au <e
baas, diio heel wat te vertellen heeft
uit roerige tijden, vertoeft thans bij
zijn zwarte familie en genie* nog een
uitat ekendie gezondheid. Gelukkig is
bij mot erfelijk bé&ast.
RADIO-NIEUWS.
RECHTZAKEN.
Moord te Overschie.
Cassatieberoep verworpen.
De Hooge Rated heeft verworpen het
cassatieberoep van den 19-jarigen J
V., dkj door 't Gerechtshof te 's-Gra-
venhage wegens diefstal, poging tot
diefstal en doode*ag op één der ge
broeders Hoogertgugge te Overschie,
gepleegd in den nacht vtm 16 op 17
Mei 1926, is veroordeeld tot 15 jaxon
gevangenisstraf, zulks met vernietiging
vop een vonnis der Rechtbank te Rot
tendam s waarbij verdachte 12 jaren ge-
vangendaetT&f waren opgelegd.
Programma van boden.
Hilversum (1060 M.).
5.15 Lezing van mevrouw Etha Fles over:
„De stad Rome en het fascisme.
6.Concert door het Philharmonisch Ge
nootschap op het Heemraadtplein te Rot
terdam.
8.10 Operette „De Dollarprinsea".
10.Nieuwsberichten.
Wl611.46 Zakelqke omroep.
10.30 Beursberichten.
Daventry (1600 M.).
6.20 De Radio Militaire-kapél.
7.05 Cecii Dixon (piano).
7.85 Piano-sonates van Beethoven.
7.50 Variétéprogram. 8.35 Voortzetting.
8.20 Orgelbespeling.
9.40 Voorlezing uit werken van heden-
daagsche auteurs.
0.55 Populair concert.
10.20 Orkestmuziek.
10.50 Dansmuziek.
Königswusterhausen (1250 M.).
8.20 An den quellen der Musik, Sang und
Klang auf Island. ((Hamburg zelfde pro
gram).
10.20 Danamuziek-
Zondag 28 Augustus.
KATH. R. O.
8.30—9.30 Morgenwijding. Met medewer
king van Mejuffrouw Annie Kuyer, sopraan
zangeres, Gerard van den Berk, tenorzanger
en Henk Hardenbol, piano. Spreker Pastoor
L. H. Perquin, voorzitter van den K R. O.
Allen te Amsterdam.
I.303.00 Instrument, concert (N. O. V.).
Werken voor 2 violen en pianobegel. Sam.
Swaap en Adolphen Poth. 1. Kammer-Sona-
te No. VI, op. 4, Corelli. Prelude, Alleman-
da, Giga. 2. Golden Sonate, Pucell. Largo,
Adagio, Canzona, Allegro„ Grave, Allegro.
3. Concert voor 2 violen in A-moll, Vivaldi,
Nachez. Allegro, Larghetto, Allegro, Mode
rato. 4. Sonate in G-mpll No. Ill voor 2 vio
len, Hëndel. larghetto, Allegro, Adagio,
Allegro. 5. Concerto voor twee violen, Bach.
Vivace, Largo ma non tanto, Allegro.
3.00—4.00 De Fam. Speenhof. Ie ged. Zy'q
alleroudste liedjes (op verzoek), No. 1. Moe-
der's brief, Twee aardige menschen. De
beursklok. De schutterij, etc. 2e ged. Nieuw
ste liedjes. Mevr. Speenhof draagt voor: De
meisjes van de H. B. S. De jonge priqs. (N.
O.V.)
4.004.30 Hollandsche kinderkoren met
pianobeg. door het koor-ensemble van Maria
v. Vijver. 1. Bretagne, Appeldoorn. 2.
Dorsschen, Appeldoorn. 8. Rosa Vernam,
Heinen. 4. Lente, C. v. Hennes. 5. Nu gaan
er in den morgenstond, Ohristiaanse. 6. De
theeketel, Appeldoorn. 7. De lente luwt, Ap
peldoorn. (N.O.V.).
6.45 V. P. R. O.-uitzendtog, uit het Geb.
v. d. N. P. iB. te HilVersum. Spreker Ds. D.
Bakker, over: En God sohiep den mensch
naar ztfn Beeld, naar aanl. van den tekst
Gen. 1 27a. F. Kloek, orgel. 1. Fantasie in
C (orgel). 2. Votum. 3. Gez. 2 1 (N. P. B.-
bund, lied 7 1 (Gem. zaqg). 7. Ie ged.
preek 8. Gez. 311 en 2. 9. Breek 2e ged. 10.
Improvisatie (orgel), Kloek. 11. Gebed. 12.
Gez. 196 1. (Gem. zang). 18. Zegenbede.
A. N. R. O.
8.00 Nieuws. Persberichten van Vaz Diaz.
8.15 Kurhaus-concert. Aansluiting van het
Kurhaua te Scheveningen. Het Residentie
orkest o.l.v. Ignaz Neumark. Solist: Severin
Eisenberger, piano. Programma: 1. H. Her-
lioz, Ouverture „Benvenute Cellini". 2. H.
Rabaud, La Precession nocturne Poème
•ymphonique d'après Nicolas Lenau). 3. F.
Smetana, V'ltava (Die Moldau) Symph.
Dichtung. Pauze. 4. C. M. v. Weber, Ouver
ture „Euryanthe". 5. L v. Beethoven, Kla-
vierkonzert No. 3 c moll, a) Allegro con
brio; b) Largo; c) Rondo (Allegro) Severin
Eisenberger.
Daventry 1600 M. en Londen, 2 L O,
361,4 M.
3.50 Militair concert door het militair
orkest o.l.v. B. W. OlDonnell. R. Henderson,
bariton. A. Brose, viool.
5.355.60 Voorlezing door Miss Mary
Plowman.
8.20 Kerkdienst in de Studio.
9.15 Liefdladigheidsoproep ten bite van
„the National Association for the Preven
tion of Tubercolosis" door de Gravin van
Pembroke and Monté gomery.
9.20 Tqdsein, weer- en nieuwsberichten.
Plaatseiyke berichten, ScheepsWeerbeifcht.
(alleen Daventry).
9.85 Vesper Muziek. Het Radio-orkest, on
der leiding van Stanford Robinso. Alice
Moxon, sopraan. De „Wireless Singers".
Het Orkest: Ouverture „The Italian in Al
giers", Rossini. „Finiandia", Sibelius. Alice
Moxon met Orkest: „Ah, Io so (De Toover-
ftüit), Mozart. 10. Het Orkest: Twee Sla
vonische Dansen, Huraoresque, Dvorak. De
„Wireless Singers": In the Woods, The
Primrose, van Mendeteohn. Swiftly fly the
Birds, Schumann. Het Orkest: Drie Menu
ets: Menuet in G. Beethoven. Menuet in A.
van Boccherini. Puck's Menuet, Herbert Ho
well». Alice Moxon met piano: „Hark!
Hark! the lark, Schubert. „Go not, happy
day", Bridge. Het Orkest Suite „The -Wand
of Youth, Elgar. Prelude Act 111 van ,,De
Meesterzangers, Wagner.
10.20 Tqdsein (alleen Daventry).
II.05 Epiloog.
Daventry «491.7 M. (Experimenteel Sta
tion).
8.60—6.50 „Judas Maccabaeus", oratori
um van H&ndeL Florence Holding, sopraan.
Gladys Palmer, contra alt. Tom Pickering,
tenor. J. Farrington, bas. Het Birmingham
Studio repeitory-koor, o.l.v. J. Lewis.
8.20 Studio^kerkdienst. Preek door Rev.
F. H. Gillingham.
9.15 Liefdadigheidsoproep: Lady Atkins-
Oproep ten behoeve van „A wirelsa instal
lation for the Worcester General Infir
mary".
9.20 Weeiber., nieuws.
9.30 Balladenconcert. Het Casano-Octet.
K. Falkner, bariton. M. Fairleas, viool.
I 11.06 Epiloog,
j Langenberg, 468,8 M.
9.2010.20 Morgenwyding, o.l.v. Pf. Hell-
I hardt. K Lange-Schubert, sopraan. K. Péc-
zi en M. Berthold, viool. K. Storch, contra
bas. Het Bcersche koor, o.Lv. K. Beer, orga
nist. K Beer, piano.
11.0011.20 Een kwartiertje over Goethe.
11.2012.20 E. Lemmer: Weltwirtqchaft
und Weltwirtschaftskonferenz.
12.2512.45 Dr. Mondorf: Steuerfunk.
12.60—2.50 Concert door de kapel van de
Sehutzpolizei Barmen, o.l.v. Hr. Nestler.
Tusseihen 1.20 en 2.20 wordt de uitzending
onderbroken voor het „Neusser Sehützen-
fest".
2.603.20 Radiopraatje.
3.303.50 M. Bing: Jjrinnerungen.
4.204.60 K Backqfl Neue Aufgaben in
der landwirtschaftlichen Technik.
5.506.50 Concert door leden van de ver.
stedeiyke orkesten Barmen-Elberfeld, oJ.v.
M. Alter.
6.50—7.35 Prof. Dr. W. Geisler: Fünfmal
quer durch den Australischen Kontinent
7,35—8.06 Goethe-Herdenking. Spreker:
Josef Kandner.
8.05 Sportberichten.
8.20 „Schwarzwaidmhdel", operette in 3
acten van A. Neidthardt. Muziek van Jescel.
O. J. Kühn, muzik. leiding. Dr. Anheiacer,
regisseur Koordirig.:: Paul Mania.
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
■SP—P—
ÏNGhZONDEbi
IBiuten verantwourdeiqküeiü der Redactie.)
De omgeving van Gouda.
De veelbesproken Haastrechtsche Dqlt.
Als vaatstaoiui roag warden aange
name», dat Gouda, wat ligging betreft
oen uitverkoren plaats ia, ue groote
sleden rondom Gouda zaja op een ai-
atand van 20 tot 60 K.Al. wat het voor
deel geeft, da* de ingeaeteneai in de
suaid üeli iufn inkoLpe» doen, tegwiji
de talrijke dorpen hi de iqattsue omge
ving, min of meer ap Gouda aiangewe-
tem tójn. Dat geldt niet a/lleen voor de
aan- en Moervoer van, de landsprocid/c-
ten, maar ook te» optódUe van da
scholen.
In onze jeugd! waren de builenjon-
gene, dat zijn jongens uit die naburige
gemeenten, gewoonjijjk haantje die voor
ste, mat kutussahen geen speauiek
GoudttOh veffschayisel jwae. lieetijös
was net eveneens zoo in» else stad,
waar v©e(i buit eau, orng ens sdbooigiugen.
Zoo beletten de jongens uit Stolwijk
gowoonl'jk de eerste plaatsen m (fe
klas, due va» Goud©rak en Moordrecht
waren vedht|asee®, en, .y© moest al een
heeie piet aajn, om bei tegen deze r.o-
bitóte knapen» te kftnnen bolwerken.
Volgt Zevenlhiuize» en Waddanxveen,
beroemde gebaaisenrijders en die van
Rjeeuwi.jk) en 91uiip(Wjjk, vanwege de
naar die plaatsen genoemde plassen,
toekomstige zee-OihcaeTen hun kennis
van waiter, weer en wind, was enorm.
De cirkel op» Gouda, kou worden ge
sloten roef het dorp Haastrecht, waar
van de jongens gewoonlijk op velerlei
gebied in het eerste geiidi stonden eu
in <Jat verbondi ook vele vrienden m
die stad liadden.
Deze vriendschap had het gevolg,
dat Haastrecht een dorp was, dat van
uit Gouda het meeat werd! bezocht.
Lao trok ook de dijk, de onvolprezen
iiaaatrechtsche dijk, als een magneet,
want daarlangs lagen de uitgestrekte
boomgaarden en visöhrijke siooteu en
spreekwoordelijk was de g#istvnjhei<i
van die bewoner» der boerderijen. Zoo
was dian een wandel uitstapje, langs,dei»
Haotttrecfaisdve» dijk, naar Haastrecht
en OtudÜewater een genoegen van den
eersten rang e» veel ouders hebbien m
diten tijd met hun kinderen genoten
van de zeldzame /rustieke schoonheid
Hoe het tój, die Haastreehtóciie dijk,
was populair, was bemind), was veel
betówht, reeds jaren daarvoor
Maar daar zou een eindi aankomen,
want kleine oorzaken hebben dikwijls
groote gevolgen. De kleiine oorzaak,
moet gezocht worden in de uitvinding
d/oor van Drass, van een tweewielige
loopwagen, De draieine werd ver be
terd, werdi rijwiel, motorrijwiel eft het
snetvferkeier werd' iriett de a)uw> voltooid
Door d/it snelverkeer, is het uit pet
dé kalmte, niet de landelijke welda
dige rust eui thans is het reeds zoover,
dat de mooie de eenwen oude llaas-
trechteohe dijk betiteld' wordt, met een
naam, een lugubere sdhandnaam, die
door niemand meer uitgesproken wor
den moest, omdat het onverdiend is.
Wij gaan in d»t verband in gedach
ten terug, tot omstreek» 1900, dh* 27
jaar geleden, toen wij den dijk voor
bet eerst per auto hebben bereden.
dijk, was ons als wandelaar én
alt wielrijder nauwkeurig bekend, dus
ook elke kronjkieling en dke $rkel-
bocht, ongeveer 30 op de tien kilome
ter.
Toen Wij behouden thuis kwamen,
was terne© diagnose vastgesteld, wij
verklaarden aan ieder, diie het maar
hooren wilde de HaaBtredhtsche dijk
is ongeschikt voor hen, dfte daar on
bekend zijn.
Wij herinneren on& nog uit uien
tijd, dait twee bevriende (Rotterdamsche
automobilisten, op hun doorreis naar
Hrecbt one bezochten. De eerste wai
jong. getrouwd et» had snoetóge kinde
ken. Hij wilde mei aïle geweld den
Haaetrechtschen dijk rijden en toen
spraken wij tot hem als je vrouw en
kinderen Viefhebt, rijdt dten naar litrecht
via Bodegraven en Woerden en hij
heeft da* dan ook gedaan. De tweede
(automobilist had kind notfv kraai, maar
zooals dét genoemd ward*, een bo
duiten Ook hij wilde roet alle geweld
den Haastrechtschen dijk, vanwege het
taatuarmbooa en de ihooae paarde» van,
Mievroupr le Fêvre die Mouiiguy. WD
spraken t(A hero uldu* hier iu Gouda
zijn uiununietide notorisseo, aorgt fat
een (tegelijk teigameut voor at je treu
rende nee ij es en uiciitjes en geel daa
een ateaheidsluiD. Hri heeft geei/ le»-
lament laten mokeu en geen aischeids-
iUii gegeven hij ia ook ©ver Bode
graven en Woerden geréiten. Na uien
li ju, hebben wij ieder, die hei maar
hooren wjilden, (ten raad gegeven
rijdt nooit de» dijk, want decce is de
gevaarlijkste aller dijken in ons land,
maar ga ineen ui aile geval eeus be
wandelen, spijt ral je daar nooit van
hebben. Spoedig hebben evenwel de
onvermijdelijke ongelukken plaats ge
grepen en waren onze raadgevingen
otinoodug, want d» gedeputeerde sta
ten van Zuict-Holland, vêtklaarden bij
besluit van hun college op 21 Januari
1902, dus 25 jaar geloaoh, de 'ijk
voor autoverkeer geel one».
OndextuBsohen, moeeten wij voor ia- -
kelijke doeiemdeu, veelvuldig in. Haas
trecht ©n Oudew aiter tójn en gezien
deze grondige bekendheid roet de boch
ten en kronkelingen in den dijk, heb
ben wij getracht een speciale vergun
ning te krijgen. Na veel geeahnjl w
bezoek aan autoriteiten, waaronder de
Commissaris van de Koningin en ge
zien het blanco staafje op ons rijbe
wujs, hebben wij op 3 Juni 1914 een
speciale vergunning mogen ontvangen,
evenwel onder de volgende voorwaar
de»
le. dat bij bet tegenkomen van jij
en voertuigen, rij- en trekdieren' o!
vee hef motorrijtuig zoodanig ter zijde
van de rijbaan van eten weg worde
gebracht, dat de voer- en rijtuigen en
zoo noodig het vee, ongehinderd u»-
nen voorbijgaan
2e. dat tijdens bet passeer en van
rij- en voertuigen, rij- en .trekdieren
oii zee, de motor van het motorrijtuig
in rust worde gebracht, wanneer daar
toe vanwege den bestuurder of gelei-
de wensoh wordt kenbaar gemaakt;
3e. dait roet geen groet er snelheid
wordt gereden dan van 20 K.M. per
uur
4e. dat de ontheffing wordt inge
trokken indien de bepalingen van de
motor- en rijwielwet en van belt motor
en rijwielreglememt, zoomede de bo
venstaande voorwaarden niet stipt wor
den Opgevolgd), en bovendien, wanneer
naar het oordeel van Gedeputeerd©
Stalen bet belang van het gewone
wegsverkeer dit vordert.
In de na oorlagscbe jaren is even-
wel de Haesixecfitsche dijk voor het
algemeen verkeer opengesteld, roet het
gevolg da* euStomofaiatete», die onbe
kend tójn root de cirkelvormige boch
ten en die smalte vata dén dijk, falen
in die stuurberekenk^en en bij eeui-
gen snelheid ais een projectiel den
dijk afvliegen. De reeks ongelukken,
hebben ten gevolge gehad, dat een
aantal autoriteiten persoonlijk een be^
zoek aa» den ItyiasHreclitsdben dijk
gebracht hebben. 1 e oplossing zal on»
inziens niet genakkelijk tójn, want
wij kunnen ons indenken, dat de
Krimpenerwaard', waarvan de boeren
toch reedis hoog© p)eld©rlasten te beta
len hebben er feestelijk voor zal be
danken, om een eeuwen oudé kronke
lige waterkeieringsdiijk, tot een moder
aio autobaan te vermaken. Wij kunnen
ons ook indenken, dot voor dit mooie
doel, noch Rotterdam, noch Gouda,
Utrecht, het benoodJigde roiljoentje zal
verschaffen. Ook kunnen wij on» in
denken, dot gezien het verslag met de
opschriften, aat in de bladen vers/heen,
naar aanleiding ven het bezoek der
autoritéaten, er uiet veel kans is. op
een tweede e nferentie.' Dan maer lie
ver schirtfteiijk en uitstel tot SI. Jut-
tehvu». t
Maar gehandeld moet er worden én
waar velen onze meeojng gevraagd
hebben, achten wij ter bewrtvenmiug
kostbare levens, de voorloopige oplos
sing dat de HaaB'.rechtsche dijk, even
als in 1902, gesloten wordt verklaard
door gedepugeielndie staten en dOit, even-
aQfi dit in 1914 het geval was, aan er
varen automobilisten een speciale ver
gunning kan worden uitgereikt. Zij,
dÜe een vergunning bekomen hebi>eti,
zullen bekend sill met dé speciale
gevaren valn den olijk, zij zulle» de
voorzichtigheid! betrachten, tój zullen
ook dénken aan dé schooiWndereu.
waer ouders tegenwoordig doedrang
sten uitstaan.
Ten slotte wenschen wij ter voorko
ming vafc misverstand daarop te wif
zen, dat wij mod* alls oapgul. noch als
lid van het Alg. Bestuur va» den V
N.W.B toerUdêtóboud van Nederland,
bet bovenauamd© hehjben geschreven.
Wij hébben dat gedaan, niet alléén in
hel belang van eeft zjeldWaanv mooie
streek maar voornamelijk als automo
bilist. die de» dijk Gooda-Haastrecht-
Oudew«t©r, evenals in bet jaar 1900,
voor hen, die deze» smoBen boctUig-'U
dl ik niet kennen zonder voorbehoud
afkeurde».
A. C. COSTER
APVERTENT1EN.
gevraagd, teveiu voor eenvoudig admi-
nistratief werk-
Brieven onder no. 2318 Bureau v. d. Blid.
Voor eenvoudige administratie wordt op
een kantoe» kier ter «lede gevmagd
Brieven no. 2817 Bureau v«gi dit Blad