kpnt 1 Jnp tan Handels&Ludboawbank 4% Rentevergoeding Tuinbouwpraatje. Typist(e) een kraag of ieta derg-elqks, daar wordt te nu als zelfstandige garneering aangebracht en zelfs zoodanig dat er punten, bogen en reepen van gelegd worden. Nog iets opvallends treffen wq aan bij de kleeding-détails. Men spitst zich toe op accentueering der heuplijn en wel door eene intense versiering van de heupcon touren. Diverse namiddagjaponnetjee heb ben dan ook eene door punten, door koek jes, door boogje» of plooitjes aangegeven heupversiering en deze versiering her haalt zich dan soms op eene hoogte van 20 c.M. boven de ceintuur, waardoor het aardige corselet-effect ontstaat, dat ons van eene vroegere mode nog wel bekend moet zijn. De Russische sluiting brengt aardige dé tails als: eene knoopjes- en knoopagaatjes versiering terzijde, grappige schouderstrik jes boven een plooitjes-groep, bontoolletjes die bezijden sluiten, enz. enz. Natuurlijk is ook de galontoepaseing hierbij bijzonder op hare plaats. Zoo had een roestrood fluwee- len herfstjaponnetje een ronden hals en eene zqwaartsche (Russische) langlqnige sluiting welke geheel met zijden galon in dezelfde tint afgezet was. Het galon liep ook om den rokzoom door en vormde eene ronding naar boven, terzijde rechts van het rokdeel, een met galon versierd rokje was aangebracht. De zijiwaartsche sluiting leent zich ook wel goed voor de versiering van kinderklee- ding. Schattig was een modelletje in licht beige kasha, met een breed onderstuk van eene bruin-beige ruit en eene zijsluiting van af 't rond halsje, die eveneens met eene ruiten reep afgezet was. Zeer nieuw als kleedingdétall is ook de versiering der lijfjes met afstekende punt- reepen. Het hoog-opgeknipte rokdeel maakt dan deze puntige beweging mede, zoodat een combinatie-effect van volkomen- nieuwe werking ontstaat. Strikken van voren aan de ceintuur, strikken op den linkerschouder en strikken aan de linkerhalazijde, zijn op zichzelf staande détails die vooral aan hoogst eenvoudige kleeding eene eigenaar dige bekoring kunnen verleenen. Nog zijn er twee nieuwtjes betreffende de kleedingdétails die niet na zullen laten een grooten invloed uit te oefenen. Het zijn de handborduursels die herleven en die we derom op vele manieren uitgevoerd worden en het zijn bontrandjes waarmede de win- terjaponnetjes omzoomd zullen worden, in zonderheid de meer sluitende casakjes, wier strakke vormen er zich buitengewoon goed voor leenen. (Voegt men bij al deze versierings-détails nog de smaakvolle wg'ze waarop de mouwen versierd zullen zijn meest in denzelfden trant als dr.- costuumpje* dan moet men z!ch verbazen over de vindingrijkheid der mode, welke st«eds verniewt en steeds ver fraait er, ons, hare volgelingen, voor steeds schoonere resultaten plaatst. GRiAOE ALLAN. Het aageluk met het Fokker- vliegtuig. Na zijn terugkomst uit Londen heeft een vertegenwoordiger van het „Leidsch Dagblad" een bezoek gebracht aan den heer Den Hertog, directeur van Radio Her tog te Alphen a. d. Rijn, een van de passa giers die als door een wonder aan ernstige verwonding, of veel erger nog ontsnapt is, bij het ongeval met de vliegmachine van de K. L. M., dat Maandag op zq'n weg van Croydon (het Londensche vliegveld) naar Schiphol, nabij St. Julian, tien minuten vliegen van Croydon, omlaag stortte. Wij vonden den heer Den Hertog niet thuis; hij was per auto naar Schiphol, ten einde daar met den stationschef er K.L.M. eendge noodige zaken te regelen, maar te gen zeven uur kwamen vader en zoon Den Hertog van Schiphol terug en de heer W. den Hertog Aan. was zoo vriendelijk ons toen iets van het vliegongeval, dat hij daags te voren had beleefd, en gelukkig overleefd, te vertellen. „Natuurlijk," was het antwoord op onze vraag om enkele inlichtingen: „u bent niet de eerste, want kijk, in deze Engelsche couranten staan al interviews, die ik ter stond na bet ongeval aan uw Engelsche collega's, die, het moet gezegd, er vlug bij waren, toestond." En de heer Den Hertog toonde ons „The Evening News" en „The Star", waarin op de voorpagina's in den breede van den nood- lottigen val van „The 4Dutch Air-Liner" werd gewaagd. „Noodlottig, dat wae het," aldus onze zegsman, „vooral omdat het een jong leven heeft gekost, maar overigens, en indien er geen doode viel te betreuren... zouden we alles alweer vergeten zijn." Hoe het gegaan is? Of het mijn eerste luchtreis was? En of ik ooit weer denkt te vliegen? Ik zal u deze vragen in het kort beant woorden. „Over het ongeval zelf, waarover reeds veel is gemeld, veel onjuist ook," aldus on geveer de heer Den Hertog, „kan ik kort zijn. Wy waren bij ruw, doch geenszins onheilspellend weer, bijzonder vlot gestart, precies op tijd om 8 uur 10. Ik zat op den achtersten stoel, rechts in de cabine en rechts voorin zat Brunklaus. Na tien mi nuten vliegen hoorde ik duidelijk iet» kra ken achter me, doch ik vermoedde niets kwaads en zelfs toen de H.N.A.D.U., die op dat moment 180 K.M. per uur „liep", met een snelheid van 250 K.M. dook, vreesde ik nog geen noodlanding. Doch er was geen tjjd om te vreezen. Een ondeelbaar oogen blik later zag ik den rechtermotor, waarop ik goed uitzicht had, stoppen... ook zag ik Brunklaus den stabilisator opdraaien... ons toestel, dat schuin voorover omlaag gleed, kwam weer een weinig in evenwicht... maar op hetzelfde oogenblik... een schok, een KANTOOR GOUDA. WW 10 slag... en ik lag voorin de cabine... een kist, die achter me had gestaan, op mijn rug. Het was me toen duidelijk dat we een noodlanding hadden gemaakt, och er was... oogenachijnlijk niets gebeurd, en er was ook geen paniek. Niemand had zelfs gegild. Ik zocht den uitgang maar de deur wilde niet open. De nooddenr kon ik niet terstond bereiken, en ik draaide düs kalm, een der ramen neer, waardoor wij om beurten rus tig, een beetje suf misschien, uitstapten. Van het vetbrjjzelen van ruiten en glas scherven was geen sprake. Buiten gekomen konden we den toestand van de gevallen machine in oogenschouw nemen, en van den piloot Van Dijk die tij dens en na de moeilijke en meesterlijk vol brachte noodlanding een bewonderenswaar dige kalmte en zelfbewustzijn bewaarde vernam ik dat Brunklaus, de werktuigkun dige op slag gedood was. Hq werd onder een paar jassen terzijde gelegd en Van Dijk monsterde daarna zijn passagiers. Het bleek wonderwel te zijn afgeloopen. De machine zag er aan de voorzijde zwaar gehavend uit, en niemand, ook Van Dqk zelf begreep niet, hoe hq er zoo goed was afgekomen. In de uren, die volgden* gebeurde er nog heel wat en eer ik op den trein naar Har wich zat, had ik nog veel werk. Een dokter, die de machine had zien val len, was in minder dan geen tijd aanwe zig. Hij legde wat verbandjes aan om de schrammen, die de meeste passagiers had den opgeloopen, voor infectie te behoeden en constateerde den dood van den werk tuigkundige. Kort daarop, aldus nog steeds den heer Den Hertog, zijn we naar Seven Oaks ge gaan, vanwaar ik om 9.42 uur naar huis telefoneerde: „alles, wel, kom morgen". Het telegram werd te Alphen precies een uur later, om 10.42 uur, ontvangen. Ik had intueschen toch nog angst, dat men in de fabriek, waar steeds radio-toe stellen worden geprobeerd, een draadloos bericht over het ongeval met onze vlieg machine zou opvangen. Ik heb daarom zoo spoedig mogelijk naar Alphen getelefoneerd bovendien. Om twee uur kon ik met mijn kantoor en mqn vrouw spreken, men herkende mijn stem en kon dus, na m'n verzekering, dat ik vrijwel ongedeerd was, gerust zijn. Vijf mdnuten later werd mijn familie door de K. L. M. opgebeld en weer vqf mi nuten daarna door de secretaris van Alphen. Oim circa halfdrie werden alle passa giers, de piloot, de dokter en eenige politie mannen door een jury gehoord. Het verhoor duurde een paar uur en was zeer scherp. Alle mededeelingen werden door dén Rechter, die de zitting leidde, ge noteerd. Om vjjf uur konden wij gaan. Toen was de verklaring betreffende de doodsoorzaak van Brunklaus geteelcend en had Van Dijk, de piloot, een compliment gekregen voor zijn kranig en beleidvol optreden. Hij kreeg nog een shilling toe, als getuigengeld, maar die schonk hij... voor de blinden vaii St. Julian! Daarmede was alles gebeurd. Wq gingen per taxi via Croydon en Victoria Station Hote naar Liverpool street'Station vanwaar om 8 uur 30 onze trein naar Harwich ver trok, vanwaar wq ook Van Dqk was in ons gezelschap per boot naar Hoek van Holland gingen. Het was zwaar weer en de boot slingerde sterk en ging heel wat onrustiger dan 's morgens onze vliegma chine... voor het noodlottige oogenblik. Vroeg in den morgen waren wij behou den in het vaderland aan wal en reed-s vóór tienen bereikte ik via Leiden, mijn woon plaats, waar mijn familie, mijn vrouw en mijn éénjarig dochtertje en mqn ouders niet weinig verheugd waren toen zq mij terug zagen- Ik wil er, zoo besloot de heer Den Her tog zijn verhaal, nu maar niet veel meer aan denken; vanmiddag waren we nog even naar Schiphol, en straks ga ik me eens op- friasehen en een ander pak aantrekken in plaats van döt gehavend costuum, en dan... morgen roept m'n plicht me als bestuurder van de Wilhelmina-vereeniging. Dan i« het feest... het had weleeng verstoord kunnen zq'n voor m'n familie. Durven beweren dat ik nooit meer zal vliegen, wil ik met, aldus de heer Den Her tog. Het zou brutaal zqn te zeggen dat ik direct weer begeer te vliegen, doch ik wil met nadruk zeggen, dat niet mijn vertrou wen in de luchtvaart in het algemeen, noch in de K. L. M. geschokt is door dit onge val, dat als een gevolg is te beschouwen van een noodlottig toeval. Het was niet mijn eerste luchtreis, aldus de Alphensche luchtreiziger... het «al ook zqn laatste wel niet zjjn. Dat was den indruk dien wij kregen na het onderhoud met den heer Den Hertog. ,We Dutch people are somewhat stolid, like you English, heeft hq tegen een col lega van The Evening Neiws kort na de noodlanding geeegd.. Inderdaad, wq zqn wel zelfbeheerscht en rustig, ook in de lucht! Minder weelde werd er zeker Voor den gast tentoongespreid Als de Vriendschap tafel dekte Zonder hulp der IJdelheid. j Ristiu 5T Halzt Hofwyck Bq de beschrijving van zqne bezitting Hofwqck doet Huygens het voorkomen, of hij haar toont aan bezoekers, wien hij vraagt zich voor te*stellen, dat zq alles zien een eeuw na den aanleg van bosch en hof en lanen. Vandaar dat hq het al heeft over den dikken stam der eikéft in zqn bosch en dat hq, na dit verlaten te hebben en op den Voorweg staat, zqn gasten weer waar schuwt „denkt aan mqn hondert jaer". Van dien weg schrqft hij „Dit 's oock mqn eigendom, lek doed'er wat ick will; En wat iok heb gewilt en sal u niet ver velen, En wat ick wilde, zqn twee wanden van Abedlen, Die nu ten Hemel gaen, en proncken met haer kruyn (Denckt aen mtjn hondert jaer) tot in het f Noorder duyn, gepronck; zq mogen zich beroemen Voor Schutters van Geboomt, van Kruyde en van Bloemen. Hieruit blijkt dat Huygens aan beide zij den vaft het tegenwoordige Westeinde, al thans voor zoo verre die weg langs zqn bosch en hof zich bevond, met abeelen (witte populieren) had beplant. Zij moesten dienen tot bescherming tegen den Noordenwind van zqne vruchtboomen in den hof. Tevens vormden zij eene laan „die om hare pracht alleen den vreemdeling tot eene wandeling- lokte en eene sierlijke entree vormde tot de dorpsstraat, thans de Heerenstraat, „Aensienlkke straet van stads-gelqcke Huysen". Naast het bosch aan de linkerzijde van den weg noemt Huygens als eerste huis zqn stal en tuinhuis, waarbij behoorde zijn „Kruyd-hof", waarin hij perziken en abri kozen kweekte, die in Huygens' tqd nog weinig in tuinen hier te lande voorkwamen, het buiten geheel in den smaak van den als ik van deze heerlijke vruchten geen mel ding had gemaakt, maar de heining zou het toch geklapt hebben. Hij hoopt dan maar, dat „nacht-pluckera" eerbied zullen hebben voor de moeite en kosten, die hq aan zqne kweekerlj heeft; besteed, dat zij er zich voor zullen wachten, dieven genoemd te worden: „Maer 't is om niet gepreeckt, de boosheit is in 't bloed; Verbiedt het quaed te doen, 't is daerom dat men 't doet, En dreigen werdt bevel" Zoo was het althans in Huygens' tqd. en tegenwoordig? Door twee poorten of hekken, „Een Oost en Westerpoort", die aan den ingang ston den van een „Oost- en Westerlaan" betrad men den Hof der buitenplaats, tegenover Het was misschien veiliger, zoo schrijft hij, het bosch, dus aan de Zuidzijde van den Voorweg. De plattegrond, die bij Huygens' papieren Hofwijck is gevoegd, doet zien, dat toenmaligen tijd was aangelegd, met rechte lanen en vierhoekige perken, waarbij de symmetrie met pijn%ke nauwkeurigheid ia in acht genomen. Tusschen de genoemde la nen of dreven van linden bevond zich de boomgaard, door paden in vier evengroote vierkante perken verdeeld, zoodat het mid denpad, richting Noord-Zuid, recht tegen over de woning gelegen was. Aan het einde der lindelanen waren twee eilanden van mastbosschen, die ten O. en ten W. den vqver begrensden, in het midden waarvan de woning als „een flesch in het koelvat" gelegen was. Om die woning te bereiken, moest men aan het eind der lindenlanen rechts of links gaan door een dwarslaan met esachen en over een voorplein met esch- doorn en denneboomen beplant, om ten slot te langs een steenen en een kleiner houten brug voor de slotpoort te staan. Die groote steenen brug, waarop men kwam na ge makkelijk bestqgen van 3x2 treden, noem de Huygens zqn Rialto, naar het „wonder- lick gebouw" het Rialto te Venetië, eene brug, die over het groote kanaal het eiland Rialto, waarop het grootste deel van Vene tië gebouwd is, verbindt met het daarover liggende gedeelte der stad. Als secretaris had Huygens den gezant Francois van Aers- sen in 1620 naar Venetië vergezeld, waar hij die brug van een enkele overspanning of boog had bewonderd. Langs die brug stonden aan weerszijden rozen in potten, en vier beelden, de jaargetijden voorstellen de, versierden haar eveneens. De kleinere houten brug was tevens valbrug, waartoe men haar binnenshuis door slechts één vin gerdruk, dank zq een kunstig aangebracht mechanisme, geschikt kon maken: Ghd suit de ketingh soecken: Maor dat 's een oude kunst: wij hebben beter' boecken Van hooger onderwijs: wij roemen op een' vond Die weinigh is gepleegtht, die niemand en verstond, 't En waer de Meester sprack: leert buyten huysen bouwen, Daer 't veillgh slaepen is:: de koiurt is waert t' onhouwen; De Vall-brugh gaet om hoogh, en maeckt een dobbel' Poort En buyten werdt geen' klanck van ketenen gehoort. En binnen buytelt sy met een verborgen slinger, En sluyt, oock grendelloos, bewogen met een vinger De Keucken-water-Poort. Deze laatst genoemde poort bevindt zich onder de voordeur. De woning zelf beschrijft Huygens niet, maar zqn gasten laat hq zien wat ruim en heerlijk gezicht men uit het huis aan alle zijden heeft: „Ten Oosten is t een Dorp, dat geen gelijck en kent; Ten Zuyden meteen Wey, die tegen 't Veen belendt En duysent Wandelaars met vier gekloofde voeten, Die Hofwijck met den dagh beleefdelick be groeten En loeyen my 't bedd uyt, en roepen in haer' spraeck, „Op Vuyaert, uyt de Ptuym en sChaemt u van den va eek; Past op de Pee rel en, die in ons' eetsael flonck'ren, Eers' ons t steil Sonnen-vier komt rooven en verdonk'ren; Daer komt de roever; in de vodden, 't is hoogh tqd; Of denckt, ghy sijt uw deel in ons ontbyten quyt. Zuywestwaert Hoef aan Hoef, en Voor- burghs Ambacht&heeren, En Delft, haer' vaste vest, daer hondert Molens keeren. En tuygen wat 'er meels tot soo veel mon den hoort, Daer van men 't Straet-gerucht schier bin nen Hofwqck hoort: Dan Ryawljck, *t schoone Vleck, dat Princen kon bekoren: Ter Westelicker Sonn den lieven Haegschen Toren, En, over 't Broeckér hoy, der Graven hooge Woud. En voorts de witte wall van 't Scheveninger Sout Kiest venster en gesicht; en weet 'er af te seggen, Dit keur ick voor het schoonst, dit soud ick liefst verleggen; Soo weet ghy meer als ick, die noch een weerhaen ben, En twyffel waer ick best mijn' oogen henen wenn.' Achter de woning naar den kant van den Vliet was eene laan van iepen en bevond zich een kegelbaan. Dat Huygens weer uit weidt over het genot van het kegelen, van het visschen in den vqver, van het schaat senrijden daarop in den Winter en ook van de heerlijke schaduw der iepen, waaronder hq langs den Vliet het branden der zon ont vlucht, is te begrijpen. Aan dien Vliet heeft hq een zitje, „een Uytsitt in de Vliet", waar hq meermalen vertoeft en het doet voorko men, alsof hü een praatje maakt met de schippers, die voorbij varen. Zoo ook zit hij dikwijls dicht bij den Voorweg in een der houten zomerhuisjes, die zich aan de vier hoeken van zijn boomgaard bevinden. Hij zit achter het geboomte daar onopgemerkt door hen, die in de dreef van abeelen moch ten zqn en beluistert hunne be- en veroor deelingen van dat stichten al weer van eene nieuwe hofstede; of hjj hoort eene althans naar de beschrijving idyllische liefdes verklaring van Kees aan Tryn, eindigende met zq krijgen elkaar. Jammer voor de plastische beschrijving van die vrijage be hoeft Huygens 102 versregels, te veel om hier weer te geven. Maar hoe de man van Hofwqck ingenomen was met het wonen aan den Vliet moge hier nog uit andere ver zen blijken. »Ick benaen de Vliet der Vlieten De levenste Rivier, de doorgeploeghste Vaert Van all' die Holland kent en binnen's lands •4 bevaert. Tc Geef 't voor de waenheit uyt, al heeft het schijn van liegen; (De tuygen zijn te veel, al socht ick te be driegen.) Twee hondert kielen syn voor Hofwqck heengetelt, Die dagelicks door zeil, of mensch, of peerds geweld Voor Hofwijck henengaan. Nu tert ick Rhyn en Maze, En Dort en Loevestein; nu lijd ick dat men blase Van Sparen en van Y, jae van de Noorder Zond, Daer niemand meer gevaers en wedervae- rens vond, Als in mqn' volle Vliet: die niet en is te naken, Men' siet 'er Schip of Schuyt d'een d'andere geraken. Men siet 'er Lijn door Lijn geweven Peerd aen Peerd, Zeil achter Zeil gereckt, Roer tegen Roer gekeert; Men hoort 'er van, houw voll, houw binnen, en houw buyten, Men hoort den Jager-boef syn ongemack verfluyten, Of koelen met een lied de bleinen, die hy rijdt, Niet nu eens, en eens Dus, maar atadigh en altyd, By donker en by daegh. Hier hoef ick niet te vraegen, Wat ty is 't van den dagh? de Beurt-schuyt kan 't gewaegen: En die ten sevenen ten Haegh uyt werdt gebelt, Die weet ick dat met my de kloek van ach ten telt; Die vyf te Leiden hoort telt recht voor Hof- wyck seven; Dat 'a t uerwerek van de Plaets, dat sonder veer gedreven En sonder weerwicht gaet en daarom noyt en wraeckt En daerom vaster gaet dan all' die m' elders maeckt, En windt sioh selven op en dryft syn eigen raden". J. G. T. Hoe het gieten moet gebeuren. Vermenigvuldiging van sierplanten. Wanneer het eenigen tijd niet van betee- kenis geregend heeft, krijgen tal van plan ten op hooge re gronden gebrek aan vocht. Dit is alleen het geval met die planten, wel ke een diepgaand wortelgestel hebben. In zonderheid in den siertuin zien we aan tal van planten, dat ze gebrek krijgen aan wa ter. Het gazon begint op de hoogste en meest zonnige gedeelten te verdorren, bloeiende hortensia's hangen midden op den dag slap, de rhododendrons laten hun deren hangen, de onderste bladeren phlox decussata beginnen te verdorren rubechia newmanni hangt geheel slap es schreeuwt om water. Waar dergeiyke tee- kenen wjjzenop droogte van den bodem mag er in zoo'n geval niet langer gewacht wor den, maar moet men gaan gieten, Onnoodig gieten is zeer verkeerd, we moeten het be schouwen ais een noodzakelijk kwaad, maar ia het noodig dan wachten we niet, en doen het ook niet ten halve. Het even vochtig maken van den bovengrond is dan ook sterk af te keuren; men zorge daarentegen, dat de grond door en door vochtig is. De beste tqd om te gieten is tegen den avond. Ge durende den nacht kunnen de planten zich dan van het noodige voorzien en gesterkt den nieuwen dag aanvaarden. By het gieten moet men ook vooral niet te veel plassen, maar zorgen dat het water gelqk regen op de planten neerkomt! Immers zou anders de bovengrond te veel dichtslaan en korste- rig worden, terwql de in den bovengrond voorkomende wortels licht zouden bloot spoelen en later door den zonneschijn ver branden. WSar we afzonderlyk staande grootere planten moeten gieten, maken we een geul om de plant, daar, waar volgens onze berekening zich de uiteinden der Wor tels bevinden. Het hierin gebrachte water komt dan direct waar het noodig is. Op <fcM wqze voorzien we vooral nieuw aangeplant- te boomen én heesters van' het noodije vocht. Om sterk uitdrogen van den bove» j grond te voorkomen, verdient het ook aan beveling, om den bovengrond met wat ruig te, turfmolm of ruige mest te bedekken Door aldus den voet van jong geplante boomen en heesters te bedekken, behoeven we minder tq gieten. Een grobt aantal onzer sierplanten kan men in dezón tqd van 't jaar gemakkelijk vermenigvuldigen. Dit is o.a. het geval met tal van vaste planten. Zoo stekt men than» nepeta, galega, cerastuum, anthemis, iberis, phlox, enz., te veel om op té noemen. In 't algemeen gesproken stekt men nu die vaste planten, waaraan zich jonge scheutjes zon der bloem bevinden, welke als stek kunnen dienen. Deze stek moet 58 c.M. lang zjjn en wordt met een scherp mesje juist onder een bladknop afgesneden. Op dit punt toch is eenig reservevpedsel opgehoopt, waar door hier gemakkeiyk wortelg worden ge vormd. Van stekken met groote bladeren snyden we deze half in, opdat niet te veel vocht wordt verdampt, waardooi- de stek ken, alvorens te wortelen, licht zouden ver drogen. Ook al om te -sterke verdamping tegen te gaan, plaatseh we de stekken on der een raam, in een gesloten bak, welke we by zonnig weer schennen en sproeien. Als grondmengsel gebruiken we by voor- keur fqn gezeefde turfmolm, vermengd met scherp zand. Voor soorten, die gemakkeiyk wortelen is gezeefde bladgrond met scherp zand ook zeer goed te gebruiken. Zijn de stekjes geworteld, dan plaatsen we ze in kleine potjes, ze worden dan gedurende den winter in den bak gehouden en het volgen de voorjaar uitgeplant. Men kan op den wij-ze ook zelf pelargonium's of geranium'» stekken. De stekken van deze plant moet men vooral niet te diep plaatsen, daar te anders vaak wegrotten. De in kleine potje» geplaatste stekken kan men voor 'n zonnig venster, maar alleen vorstvry, overwinte ren. Gedurende den winter geve men zeer weinig water. Bq gebrek aan een bak kan men ook zeer goed stekken in een kist (ge vuld met de gewenschte grondsoort) welke dan wordt afgedekt met een glasruit. Nujaarsbloemen. Alles heeft zijn tijd. Hot eene gaat en 't andere komt. Zoo is het ook in de bloe menwereld. En 't is daar soms alsof de na tuur nog voor 't laatst met extra schitte ring voor den dag komen wil. Allereerst mogen we zeker wel de dahlia's noemen. Ze hebben 't al een poosje gedaan, maar om dezen tqd beginnen ze hun volle kracht te ontwikkelen en dat houden ze vol, tot de herfststormen 't hun onmogelijk ma ken. Hoeveel pracht, hoeveel verscheidenheid van vorm en kleur geven ze t-e bewonderen. Daar heb je allereerst de groote pioen- dahlia's van ruim 15 c.M. in doorsnee, die een hart van meeldraden vertoonen. De cactusdahlia's met hun opgerolde bloemblaadjes, die zoo schilderachtig mooi van kleur en vorm zich op hun lange ste len wiegen, winnen het nog, *yn ze ook wat kleiner van bloem en al geeft de mode de eersten den voorrang. 'De pompondahlia's in oranje, rood, wit en geel ze zijn wat bescheidener van afme ting, soms nog geen 5 C.M., maar wat doen ze het ook goed in een hoog vaasje op tafel of in de étalage. En dan de grillige halskraagdahlia's met hun krans van wit, rose of geel op een on dergrond van lila, rood of geel, om van de wit, rood en geel of paars gestreepte enkel- bloemige maar niet meer te Bpreken. Wie ze in al hun pracht op 't best by el kaar en naast elkaar wil bewonderen, k» goed doen ze eena op de Leideche bloemen tentoonstelling te zien, die van 13 tot 29 September in -de Stadsgehoorzaal wordt ge houden waar ter opluistering van het 60- jarig jubilé der Ned. My. v. Tuinbouw en Plantkunde ongetwijfeld een waar bloemen- festqn van gemaakt wordt. In de bloemen- sproke zal men de taal der bloemen zicht baar vertolken. Bloemenvrienden mogen er hun hart eens goed ophalen. Leidens dahlia kweekers verdienen het ten volle. Wie kent niet de tallooze verscheidenhe den van de bekende Phlox decussata in rood, wit, rose en paars-blauw, waarvan de Kweekerq „Rijnstroom" te Alphen *- d. Ryn U zoo'n dertig variëteiten kan leveren, evenals de bloemen, die ik verder nog noe men zal. jje tallooze variëteiten herfstasters met bun diep blauw gerande en geel geharte I btoempluimen *yn ai evengoed op hun I plaats. I De anderhalve Meter hooge Helianthus Idoet zqn naam eer aan. De gele bloemen I lijn eveozooveel zonnetjes in de soms reeds I donkere herfstdagen. f De Sohdago, die men beter als Gulden- I roede kent, stuurt nu zyn bl oei stengels I overdekt met kleine, gele bloempje», of het I sprankelend goud ia, eveneens de hoogte in. I Tallooze sterretjes naast de zonnen van I daar even. I Straks volgen nog de Chrysanten, Japen- I sche schoonheden onder den Hallandschen I wolkenhemel. En dan mogen we tot slot zeker nog de I zacht rose Japansche Anemonen noemen. I Toen de herfst zyn vernielend werk aan «al 1 het natuurschoon reeds had voltooid, zagen I we dit mooie kind van Flora nog prijken in j een beschut stadstuintje. Met devotie pluk- I te de eigenaar een paar af om er zyn les- I eenaar mee te deren. 't Was een afscheidsgroet aan de zomer- I weelde en de herfstpracht. En onwillekeu- I rig kwam ons het bewjjde lied in de gedach ten: Gelqk het gras is ons kortstondig leven Geiyk een bloem, die, op het veld verheven Wel sleriyk prijkt, maar krachtloos is en teer. Wanneer de wind zich over 't veld laat hooren, Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren; Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. BINNENLAND. De Koningin en de Prinses in Noorwegen. Do dorreapond/eat te Oslo van d» N Gt. schrijft Over het v-erblfljf vagi Koningin Wil- helmioa en Prinsen Juliana in Bvgden deelt een correspond*»!, van Tidens Tegn nog een «n amdier meer. Op het pleintje voor hie)» hooggeberg te-hotel woei die Nedletriaudbche vlag. De gehiaele nieuwe Zuidelijke vleugel van het hotel wae voor het gewone publiek gesloten en voor het hooge bezoek 'n gierftedheddi gebracht, In die jarage stonden >1rfe glanzend© auto's mei initialen en koningskroon. De Koningin schijnt onder den in gesponnen tocht, die voor een deel onder minder gunstig weer plaats had, iieuraigisöhe aangeoichtopijjn! te hebben gekregien, waardoor lij tóch genood zaakt aag, nie|t alleen buiten, maar ook hinneo, aan tafel, een doek om het hoofd te dragen. Prinses Juliana zeg er gezond) eu bruinverbrand! uittij eelt, aldps de oor respondent van Tidlene Tegr., de volle charme der jeugd, wanneer aij een beetje ouiaeker op Noorsche bek SHómlaarzen aan komt loopem met een bijzonder iizneÉaetKÜen, hat! sohelm- schen, halif verontschuldigenden glim lach op het gela-at. De tvoningmi ent haar gevolg gebrui ken do maaltijden, afzondlerliilc De Ko ningin pleegt aan het hoofdleinde dier taiel te zitten en leidt meeetal met haar heldere en rustige stem het ge sprek/. Aan haar linkerzijde zit Prin ses Juliana, aan haar rechterzijde haar adjudant. Ock hier wordt een tatneüj'' strenge hofetiquette in acht genomen. De taf-el is versierd nKt de typtedhe "bloemen van het hooggebergte. MidJden- op talïel staat een groote vaas met d'e jfejdJ-koningin, (eten prachtige witte sohermbloetm, die op rotswanden groeit) Render kleine vaasjes met die bruin en. rood gekleurde fjeldlpyrola. De Koningin staat vroeg op. De Nederlamdfiche regeerihg heeft, waarschijnlijk zonder dat de Konipgin btf weet, hier twee dleteotiven heen gezonden. Alle nieuw aangekomen gas ten worden door de twee gemoedelijk uitziende heeren in stilte scherp opge nomen. Een Hongajar, die toevallig te- ielIjk met de Koningin in. Bygdin aan- kwairi, had door het een of ander hun achterdocht opgewekt. Hij werd, zon ara* dat hij het wist, den geheele<n necht bewaakt eerst den volgenden «ragen, toen hdn verdler zou reizen, werd hij er opmerkzaam- op gemaakt dat zijn bewegingen door Nederiand- «che defective*! gevolgd watneni. Zondagnamiddag wordt H. M. te Os lo verwacht, 's AvondI» zal tój met tfrins Hendrik en Prinses Juliana! dee'- oeirien aan een diner bij kloning Haa kon Maandagmorgen vertrekt die Konin'-- lijke familie en word* Dinsdagavond «n 10 uur op dien Ruigen Hoek ie 8cheveningen verwacht. GEMENGDE BERICHTEN. Bruid by Leiden. 90.000 KG. kooi vernietigd. Gisteren taak brand uit in danhooi- beig van den landbouwer H. 9., gele gen op de „Maria Caroetiahaevei" bil Leiden. De -brandweer te Letd*m werd en daar de boerderij ge- is op de grens van de gemeen- Leiden, nabij Voorschoten, duurde oen half uür voordat de br uid ter plaatse was. Mot vier stra- op de motorspfuit trachtte men het ■jniur te Wusschen. De hoeve is, door ■haar voortdurend- nat te honden, ge- ■•paard gebleven, de hooiberg brandde |é*ter geheel utLt 110 roden hooi 1(90.000 K.G.), gingen in de vlammen |°P Verzekering dekt de schade. Het geMt Het gebeurdle aan een halte van aep |fet Atwrterdamache wutóbuelijnea. Eep men stapte ki, maar offerde geen dubbeltje in do bus. De chauf feur greep reedfe naar een kaartje. „Neien, ik moet niet mee", zei de d-e mam, „maar heeft u niet een gebit gevonden „Wat?" vroeg de bestuurder. „Jat, een gebit, ik heb het vanoch tend in de bus verloren", zei nu de tandiooze. „In dezen wagen?" „Ja, ik heb het nommer oawhaujden De chauffeur had! metp gevonden, ma ar hij zo-u nog eena kijken, dook onder eon bank en de passagiers de bus was lang niet vol volgdlen zijn voorbeeld. Nergens echter lagen tanden... De autobuseen rammelem dus niet slechte tarnden- uit iemand mood, zij rammelen Ze zeifa uit den wagen. (Hbi.) Het zal je gebeuren. Hei gebeurae dezer dagen bi) een soii-oiutfje naar den poet van aidee- hugüüet bi) een. der groote banken. i>e uiireoteuir ontdekte bij het na- zieu uer brieven deen van een, zeke- iren heer Meyer, cilo wa* zijn loopbaa, en kennis betrof ongetwijfeld de voor keur verdiend© boven alle andere sol licitanten, die eigenlijk nauwelijks in aoumerkiuig konden komen. De direc teur beeloot den heer Meyer te laten tom©n, om hem, ais die kennismaking imeaviei, aan te nemen. Meer uit ge woonte koos hij ook uit diet andere brieven nog een en wei van den sol licitant Keizer. Den volgendlen ochtend/ liadi de - recteur eenigen tijd met den pgetedieiit naar het baaufcje tótten praten over het personeel en de verhoudingen aan de bank. Het gesprek vlotte goed, de sollicitant vief in den spraak en de di recteur stond ten slotte op met de overtuiging, dat dit <Je man wqa, dien hij moest hebben. „Welnu ik gelooi wed, dait ik het roet u aai aandurven. Ik heb nog een hndteren heer laten k|c*ne»i, maar dat ïsi «neer pro forma. Dat aal wel niets zijn Tot, ziens dan, miijpbeer Meyer," „P...aidoiu, mijn naam is Keizer.,." De directeur nam- geen van bedden. De hoofdige boer. Een stier als bewaker. In het Gorjodi - district in. Aberdeen shire overweegt men, ernstig een paar Spalamache matadors te laten aanruk ken om oplossing t© brengen in een netelige kwestie over het gebruik van een voetpad). Mem wals al jaren gewoon dit pad te, volgen, (mattr do boer, door wiens hof- stedO deze weg liep, was van een a«r dieire roeening en permitteerde op een goeden dag niet moer, dat men den koTtSteai weg over tójn grond nam1. In plaats editor met een hek oi iets dletrgeüijksi het padj al te sluiten, stefde Jlij een stier als bewaker aa»,, een ecfaw ten kwaadaardig*» stier. Alle verzoeken aan dien boer or. hei beeot weg te halen, daar het ge vaarlijk is, ©n reeds menscben heeft aajngevallen, <j£e van bet pad gebruik wÜHeak maken, waren vergeetsck. De boer houdt koppig vol, dat de stier daar beut staat en een pracht van een wei heeft. Intussohen zijn er ook kladden in gedliend' bij het districtóbetrtuur, dat djen. boer nu gelaat beeft dien stier weg te halen. Me» is benieuwd, of hij het doen zal Een Zoeloekaffer van 108 jaar. Een zoon van Omgaan Te Johannesburg vertoeft thans een stokoud© Zoedpakatler, die beweert 108 ja-a-r ondi en*de zoon te zijn van het beruchte Zoedoiehpofd' Dingaah. Toen Piet Relief in 1831 voor den leetrsten keer met Dingjan onderhand o- lingen aanknoopte, met het doed oui grond in Natal te krijgen voor de Voortrekkers, was deze Metbuealeui nog maar een klein Zoeloe*je van 12 jaar. Zijn papa, die oog noch oor had voor familiebanden (Jhadl hij niet te vqrepi zijn; eigen hoeder vermoord) gaf toon hot knaapje als gijzelaar aan de wit-nieoscteen, ails tókerbeid voor de nakoming zijner beloften. H,oe wei nig vader Dingaap zaqn beloften na kwam, fa maar al te bekend. De gru welijke moordl op Piet Retiof en tójn makkers in. Dingalan's kraal, do daar op gevolgd© gevechten bij Bloedrivier, kent edik NedierlaptiJsdb kimdl. Ieder jaar wordt deze episode nog door geheel Zuid/-Afrika plechtig herdacht. Het kleine Dingalantje werd) echter door do blanken gespaard!, ging naar Stelleobosab, wjalar bij het grootste deel van zijn leve» dtocribtraeiht. De au <e baas, diio heel wat te vertellen heeft uit roerige tijden, vertoeft thans bij zijn zwarte familie en genie* nog een uitat ekendie gezondheid. Gelukkig is bij mot erfelijk bé&ast. RADIO-NIEUWS. RECHTZAKEN. Moord te Overschie. Cassatieberoep verworpen. De Hooge Rated heeft verworpen het cassatieberoep van den 19-jarigen J V., dkj door 't Gerechtshof te 's-Gra- venhage wegens diefstal, poging tot diefstal en doode*ag op één der ge broeders Hoogertgugge te Overschie, gepleegd in den nacht vtm 16 op 17 Mei 1926, is veroordeeld tot 15 jaxon gevangenisstraf, zulks met vernietiging vop een vonnis der Rechtbank te Rot tendam s waarbij verdachte 12 jaren ge- vangendaetT&f waren opgelegd. Programma van boden. Hilversum (1060 M.). 5.15 Lezing van mevrouw Etha Fles over: „De stad Rome en het fascisme. 6.Concert door het Philharmonisch Ge nootschap op het Heemraadtplein te Rot terdam. 8.10 Operette „De Dollarprinsea". 10.Nieuwsberichten. Wl611.46 Zakelqke omroep. 10.30 Beursberichten. Daventry (1600 M.). 6.20 De Radio Militaire-kapél. 7.05 Cecii Dixon (piano). 7.85 Piano-sonates van Beethoven. 7.50 Variétéprogram. 8.35 Voortzetting. 8.20 Orgelbespeling. 9.40 Voorlezing uit werken van heden- daagsche auteurs. 0.55 Populair concert. 10.20 Orkestmuziek. 10.50 Dansmuziek. Königswusterhausen (1250 M.). 8.20 An den quellen der Musik, Sang und Klang auf Island. ((Hamburg zelfde pro gram). 10.20 Danamuziek- Zondag 28 Augustus. KATH. R. O. 8.30—9.30 Morgenwijding. Met medewer king van Mejuffrouw Annie Kuyer, sopraan zangeres, Gerard van den Berk, tenorzanger en Henk Hardenbol, piano. Spreker Pastoor L. H. Perquin, voorzitter van den K R. O. Allen te Amsterdam. I.303.00 Instrument, concert (N. O. V.). Werken voor 2 violen en pianobegel. Sam. Swaap en Adolphen Poth. 1. Kammer-Sona- te No. VI, op. 4, Corelli. Prelude, Alleman- da, Giga. 2. Golden Sonate, Pucell. Largo, Adagio, Canzona, Allegro„ Grave, Allegro. 3. Concert voor 2 violen in A-moll, Vivaldi, Nachez. Allegro, Larghetto, Allegro, Mode rato. 4. Sonate in G-mpll No. Ill voor 2 vio len, Hëndel. larghetto, Allegro, Adagio, Allegro. 5. Concerto voor twee violen, Bach. Vivace, Largo ma non tanto, Allegro. 3.00—4.00 De Fam. Speenhof. Ie ged. Zy'q alleroudste liedjes (op verzoek), No. 1. Moe- der's brief, Twee aardige menschen. De beursklok. De schutterij, etc. 2e ged. Nieuw ste liedjes. Mevr. Speenhof draagt voor: De meisjes van de H. B. S. De jonge priqs. (N. O.V.) 4.004.30 Hollandsche kinderkoren met pianobeg. door het koor-ensemble van Maria v. Vijver. 1. Bretagne, Appeldoorn. 2. Dorsschen, Appeldoorn. 8. Rosa Vernam, Heinen. 4. Lente, C. v. Hennes. 5. Nu gaan er in den morgenstond, Ohristiaanse. 6. De theeketel, Appeldoorn. 7. De lente luwt, Ap peldoorn. (N.O.V.). 6.45 V. P. R. O.-uitzendtog, uit het Geb. v. d. N. P. iB. te HilVersum. Spreker Ds. D. Bakker, over: En God sohiep den mensch naar ztfn Beeld, naar aanl. van den tekst Gen. 1 27a. F. Kloek, orgel. 1. Fantasie in C (orgel). 2. Votum. 3. Gez. 2 1 (N. P. B.- bund, lied 7 1 (Gem. zaqg). 7. Ie ged. preek 8. Gez. 311 en 2. 9. Breek 2e ged. 10. Improvisatie (orgel), Kloek. 11. Gebed. 12. Gez. 196 1. (Gem. zang). 18. Zegenbede. A. N. R. O. 8.00 Nieuws. Persberichten van Vaz Diaz. 8.15 Kurhaus-concert. Aansluiting van het Kurhaua te Scheveningen. Het Residentie orkest o.l.v. Ignaz Neumark. Solist: Severin Eisenberger, piano. Programma: 1. H. Her- lioz, Ouverture „Benvenute Cellini". 2. H. Rabaud, La Precession nocturne Poème •ymphonique d'après Nicolas Lenau). 3. F. Smetana, V'ltava (Die Moldau) Symph. Dichtung. Pauze. 4. C. M. v. Weber, Ouver ture „Euryanthe". 5. L v. Beethoven, Kla- vierkonzert No. 3 c moll, a) Allegro con brio; b) Largo; c) Rondo (Allegro) Severin Eisenberger. Daventry 1600 M. en Londen, 2 L O, 361,4 M. 3.50 Militair concert door het militair orkest o.l.v. B. W. OlDonnell. R. Henderson, bariton. A. Brose, viool. 5.355.60 Voorlezing door Miss Mary Plowman. 8.20 Kerkdienst in de Studio. 9.15 Liefdladigheidsoproep ten bite van „the National Association for the Preven tion of Tubercolosis" door de Gravin van Pembroke and Monté gomery. 9.20 Tqdsein, weer- en nieuwsberichten. Plaatseiyke berichten, ScheepsWeerbeifcht. (alleen Daventry). 9.85 Vesper Muziek. Het Radio-orkest, on der leiding van Stanford Robinso. Alice Moxon, sopraan. De „Wireless Singers". Het Orkest: Ouverture „The Italian in Al giers", Rossini. „Finiandia", Sibelius. Alice Moxon met Orkest: „Ah, Io so (De Toover- ftüit), Mozart. 10. Het Orkest: Twee Sla vonische Dansen, Huraoresque, Dvorak. De „Wireless Singers": In the Woods, The Primrose, van Mendeteohn. Swiftly fly the Birds, Schumann. Het Orkest: Drie Menu ets: Menuet in G. Beethoven. Menuet in A. van Boccherini. Puck's Menuet, Herbert Ho well». Alice Moxon met piano: „Hark! Hark! the lark, Schubert. „Go not, happy day", Bridge. Het Orkest Suite „The -Wand of Youth, Elgar. Prelude Act 111 van ,,De Meesterzangers, Wagner. 10.20 Tqdsein (alleen Daventry). II.05 Epiloog. Daventry «491.7 M. (Experimenteel Sta tion). 8.60—6.50 „Judas Maccabaeus", oratori um van H&ndeL Florence Holding, sopraan. Gladys Palmer, contra alt. Tom Pickering, tenor. J. Farrington, bas. Het Birmingham Studio repeitory-koor, o.l.v. J. Lewis. 8.20 Studio^kerkdienst. Preek door Rev. F. H. Gillingham. 9.15 Liefdadigheidsoproep: Lady Atkins- Oproep ten behoeve van „A wirelsa instal lation for the Worcester General Infir mary". 9.20 Weeiber., nieuws. 9.30 Balladenconcert. Het Casano-Octet. K. Falkner, bariton. M. Fairleas, viool. I 11.06 Epiloog, j Langenberg, 468,8 M. 9.2010.20 Morgenwyding, o.l.v. Pf. Hell- I hardt. K Lange-Schubert, sopraan. K. Péc- zi en M. Berthold, viool. K. Storch, contra bas. Het Bcersche koor, o.Lv. K. Beer, orga nist. K Beer, piano. 11.0011.20 Een kwartiertje over Goethe. 11.2012.20 E. Lemmer: Weltwirtqchaft und Weltwirtschaftskonferenz. 12.2512.45 Dr. Mondorf: Steuerfunk. 12.60—2.50 Concert door de kapel van de Sehutzpolizei Barmen, o.l.v. Hr. Nestler. Tusseihen 1.20 en 2.20 wordt de uitzending onderbroken voor het „Neusser Sehützen- fest". 2.603.20 Radiopraatje. 3.303.50 M. Bing: Jjrinnerungen. 4.204.60 K Backqfl Neue Aufgaben in der landwirtschaftlichen Technik. 5.506.50 Concert door leden van de ver. stedeiyke orkesten Barmen-Elberfeld, oJ.v. M. Alter. 6.50—7.35 Prof. Dr. W. Geisler: Fünfmal quer durch den Australischen Kontinent 7,35—8.06 Goethe-Herdenking. Spreker: Josef Kandner. 8.05 Sportberichten. 8.20 „Schwarzwaidmhdel", operette in 3 acten van A. Neidthardt. Muziek van Jescel. O. J. Kühn, muzik. leiding. Dr. Anheiacer, regisseur Koordirig.:: Paul Mania. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. ■SP—P— ÏNGhZONDEbi IBiuten verantwourdeiqküeiü der Redactie.) De omgeving van Gouda. De veelbesproken Haastrechtsche Dqlt. Als vaatstaoiui roag warden aange name», dat Gouda, wat ligging betreft oen uitverkoren plaats ia, ue groote sleden rondom Gouda zaja op een ai- atand van 20 tot 60 K.Al. wat het voor deel geeft, da* de ingeaeteneai in de suaid üeli iufn inkoLpe» doen, tegwiji de talrijke dorpen hi de iqattsue omge ving, min of meer ap Gouda aiangewe- tem tójn. Dat geldt niet a/lleen voor de aan- en Moervoer van, de landsprocid/c- ten, maar ook te» optódUe van da scholen. In onze jeugd! waren de builenjon- gene, dat zijn jongens uit die naburige gemeenten, gewoonjijjk haantje die voor ste, mat kutussahen geen speauiek GoudttOh veffschayisel jwae. lieetijös was net eveneens zoo in» else stad, waar v©e(i buit eau, orng ens sdbooigiugen. Zoo beletten de jongens uit Stolwijk gowoonl'jk de eerste plaatsen m (fe klas, due va» Goud©rak en Moordrecht waren vedht|asee®, en, .y© moest al een heeie piet aajn, om bei tegen deze r.o- bitóte knapen» te kftnnen bolwerken. Volgt Zevenlhiuize» en Waddanxveen, beroemde gebaaisenrijders en die van Rjeeuwi.jk) en 91uiip(Wjjk, vanwege de naar die plaatsen genoemde plassen, toekomstige zee-OihcaeTen hun kennis van waiter, weer en wind, was enorm. De cirkel op» Gouda, kou worden ge sloten roef het dorp Haastrecht, waar van de jongens gewoonlijk op velerlei gebied in het eerste geiidi stonden eu in <Jat verbondi ook vele vrienden m die stad liadden. Deze vriendschap had het gevolg, dat Haastrecht een dorp was, dat van uit Gouda het meeat werd! bezocht. Lao trok ook de dijk, de onvolprezen iiaaatrechtsche dijk, als een magneet, want daarlangs lagen de uitgestrekte boomgaarden en visöhrijke siooteu en spreekwoordelijk was de g#istvnjhei<i van die bewoner» der boerderijen. Zoo was dian een wandel uitstapje, langs,dei» Haotttrecfaisdve» dijk, naar Haastrecht en OtudÜewater een genoegen van den eersten rang e» veel ouders hebbien m diten tijd met hun kinderen genoten van de zeldzame /rustieke schoonheid Hoe het tój, die Haastreehtóciie dijk, was populair, was bemind), was veel betówht, reeds jaren daarvoor Maar daar zou een eindi aankomen, want kleine oorzaken hebben dikwijls groote gevolgen. De kleiine oorzaak, moet gezocht worden in de uitvinding d/oor van Drass, van een tweewielige loopwagen, De draieine werd ver be terd, werdi rijwiel, motorrijwiel eft het snetvferkeier werd' iriett de a)uw> voltooid Door d/it snelverkeer, is het uit pet dé kalmte, niet de landelijke welda dige rust eui thans is het reeds zoover, dat de mooie de eenwen oude llaas- trechteohe dijk betiteld' wordt, met een naam, een lugubere sdhandnaam, die door niemand meer uitgesproken wor den moest, omdat het onverdiend is. Wij gaan in d»t verband in gedach ten terug, tot omstreek» 1900, dh* 27 jaar geleden, toen wij den dijk voor bet eerst per auto hebben bereden. dijk, was ons als wandelaar én alt wielrijder nauwkeurig bekend, dus ook elke kronjkieling en dke $rkel- bocht, ongeveer 30 op de tien kilome ter. Toen Wij behouden thuis kwamen, was terne© diagnose vastgesteld, wij verklaarden aan ieder, diie het maar hooren wilde de HaaBtredhtsche dijk is ongeschikt voor hen, dfte daar on bekend zijn. Wij herinneren on& nog uit uien tijd, dait twee bevriende (Rotterdamsche automobilisten, op hun doorreis naar Hrecbt one bezochten. De eerste wai jong. getrouwd et» had snoetóge kinde ken. Hij wilde mei aïle geweld den Haaetrechtschen dijk rijden en toen spraken wij tot hem als je vrouw en kinderen Viefhebt, rijdt dten naar litrecht via Bodegraven en Woerden en hij heeft da* dan ook gedaan. De tweede (automobilist had kind notfv kraai, maar zooals dét genoemd ward*, een bo duiten Ook hij wilde roet alle geweld den Haastrechtschen dijk, vanwege het taatuarmbooa en de ihooae paarde» van, Mievroupr le Fêvre die Mouiiguy. WD spraken t(A hero uldu* hier iu Gouda zijn uiununietide notorisseo, aorgt fat een (tegelijk teigameut voor at je treu rende nee ij es en uiciitjes en geel daa een ateaheidsluiD. Hri heeft geei/ le»- lament laten mokeu en geen aischeids- iUii gegeven hij ia ook ©ver Bode graven en Woerden geréiten. Na uien li ju, hebben wij ieder, die hei maar hooren wjilden, (ten raad gegeven rijdt nooit de» dijk, want decce is de gevaarlijkste aller dijken in ons land, maar ga ineen ui aile geval eeus be wandelen, spijt ral je daar nooit van hebben. Spoedig hebben evenwel de onvermijdelijke ongelukken plaats ge grepen en waren onze raadgevingen otinoodug, want d» gedeputeerde sta ten van Zuict-Holland, vêtklaarden bij besluit van hun college op 21 Januari 1902, dus 25 jaar geloaoh, de 'ijk voor autoverkeer geel one». OndextuBsohen, moeeten wij voor ia- - kelijke doeiemdeu, veelvuldig in. Haas trecht ©n Oudew aiter tójn en gezien deze grondige bekendheid roet de boch ten en kronkelingen in den dijk, heb ben wij getracht een speciale vergun ning te krijgen. Na veel geeahnjl w bezoek aan autoriteiten, waaronder de Commissaris van de Koningin en ge zien het blanco staafje op ons rijbe wujs, hebben wij op 3 Juni 1914 een speciale vergunning mogen ontvangen, evenwel onder de volgende voorwaar de» le. dat bij bet tegenkomen van jij en voertuigen, rij- en trekdieren' o! vee hef motorrijtuig zoodanig ter zijde van de rijbaan van eten weg worde gebracht, dat de voer- en rijtuigen en zoo noodig het vee, ongehinderd u»- nen voorbijgaan 2e. dat tijdens bet passeer en van rij- en voertuigen, rij- en .trekdieren oii zee, de motor van het motorrijtuig in rust worde gebracht, wanneer daar toe vanwege den bestuurder of gelei- de wensoh wordt kenbaar gemaakt; 3e. dait roet geen groet er snelheid wordt gereden dan van 20 K.M. per uur 4e. dat de ontheffing wordt inge trokken indien de bepalingen van de motor- en rijwielwet en van belt motor en rijwielreglememt, zoomede de bo venstaande voorwaarden niet stipt wor den Opgevolgd), en bovendien, wanneer naar het oordeel van Gedeputeerd© Stalen bet belang van het gewone wegsverkeer dit vordert. In de na oorlagscbe jaren is even- wel de Haesixecfitsche dijk voor het algemeen verkeer opengesteld, roet het gevolg da* euStomofaiatete», die onbe kend tójn root de cirkelvormige boch ten en die smalte vata dén dijk, falen in die stuurberekenk^en en bij eeui- gen snelheid ais een projectiel den dijk afvliegen. De reeks ongelukken, hebben ten gevolge gehad, dat een aantal autoriteiten persoonlijk een be^ zoek aa» den ItyiasHreclitsdben dijk gebracht hebben. 1 e oplossing zal on» inziens niet genakkelijk tójn, want wij kunnen ons indenken, dat de Krimpenerwaard', waarvan de boeren toch reedis hoog© p)eld©rlasten te beta len hebben er feestelijk voor zal be danken, om een eeuwen oudé kronke lige waterkeieringsdiijk, tot een moder aio autobaan te vermaken. Wij kunnen ons ook indenken, dot voor dit mooie doel, noch Rotterdam, noch Gouda, Utrecht, het benoodJigde roiljoentje zal verschaffen. Ook kunnen wij on» in denken, dot gezien het verslag met de opschriften, aat in de bladen vers/heen, naar aanleiding ven het bezoek der autoritéaten, er uiet veel kans is. op een tweede e nferentie.' Dan maer lie ver schirtfteiijk en uitstel tot SI. Jut- tehvu». t Maar gehandeld moet er worden én waar velen onze meeojng gevraagd hebben, achten wij ter bewrtvenmiug kostbare levens, de voorloopige oplos sing dat de HaaB'.rechtsche dijk, even als in 1902, gesloten wordt verklaard door gedepugeielndie staten en dOit, even- aQfi dit in 1914 het geval was, aan er varen automobilisten een speciale ver gunning kan worden uitgereikt. Zij, dÜe een vergunning bekomen hebi>eti, zullen bekend sill met dé speciale gevaren valn den olijk, zij zulle» de voorzichtigheid! betrachten, tój zullen ook dénken aan dé schooiWndereu. waer ouders tegenwoordig doedrang sten uitstaan. Ten slotte wenschen wij ter voorko ming vafc misverstand daarop te wif zen, dat wij mod* alls oapgul. noch als lid van het Alg. Bestuur va» den V N.W.B toerUdêtóboud van Nederland, bet bovenauamd© hehjben geschreven. Wij hébben dat gedaan, niet alléén in hel belang van eeft zjeldWaanv mooie streek maar voornamelijk als automo bilist. die de» dijk Gooda-Haastrecht- Oudew«t©r, evenals in bet jaar 1900, voor hen, die deze» smoBen boctUig-'U dl ik niet kennen zonder voorbehoud afkeurde». A. C. COSTER APVERTENT1EN. gevraagd, teveiu voor eenvoudig admi- nistratief werk- Brieven onder no. 2318 Bureau v. d. Blid. Voor eenvoudige administratie wordt op een kantoe» kier ter «lede gevmagd Brieven no. 2817 Bureau v«gi dit Blad

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1927 | | pagina 2