H-l
ische minde
4 JfeprikJöÈ
pn dwa^pi
MChefjjW Ne|et|i
pckenKpe kwajofc
itgehaOl, w«kr
q3
'JiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergaméacht, BERKENWOUDE, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht,
4EUWERKERK, OUDERKERK, OUDE#- -- --- -
mbsr 1927
66"Jaargang
Mo.
FEUILLETON.
anten
19551
rSw
jtracfytjen er
f WÖ v<
openen1! Vü t|j
De Gouden Heuvelen,
Roman van
i Zateiylag 3
Dit blad'vers?hijrt dagelijks behirive op Zon- e|
M
il^DERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE.
TER, REÉUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz
-- 1
‘eestdagen
Zondagsblad
Dit ni
d
fel
iedere
|aai
MEDISCHE BRIEVEN.
I
f
zyn
HOOFDSTUK XI.
mevrouw
A«O1
dr
AflUunenienten worden
onze agenten en looj
Onze bureaux zijn da)
dictie Telef. 88. Post
rol-
po-
de
re gevallen,
eneesmidde-
vragen aan
de Medicij-
ITERDAM.
lM’
n t
42) -
Vanaf dat oogenblik af ging alles op
ïELDE,
>lk soort uit-
OTTERDAM.
2053 30
Amerika.
INOFLOOR”.
ind Prix.
skening 48400.
v-d.
la.
Lift
mén
Wanneer gij arbeidt fier en trouw,
Wordt lust wat last u wezen zou.
letjes. Het gezicht van de twee stevige
plW of, üt vlieg-’
van dit
ten deel zal ook
en 'Haag honderddui-
■1de, was het percen-
F. A. M. WEBSTER.
Uit het Engelsch vertaald.
breidt het aantal zich steeds uit. En ze wor
den steeds grooter en mooier, steeds meer
concurreerend tegöh de groote magazijnen
in het centrum '■tan de stad. In midden-
standskringen zelf heeft het vraagstuk der
angstig groote toeneming der winkas al de
aandacht maar men is daar in t wijl el om
trent het al of niet wenschelijke daarvan,
terwijl men geen maatstaf weet aan te ge
ven voor de begrippen veel en voldoende in
dit %pzicht. Nu kan men wel hopen dat er
natuurlijke remmen zullen zijn die de gren
zen bepalen maar veel zekerheid heeft men
daaromtrent niet. Een groote maar zwakke
winkel iersstand is stellig niet te verkiezen
boven den kleineren en sterkeren. Zelfs wat
het belang der Consumenten in deze is, is
niet precies te zeggen. Concurrentie drukt
wel de prijzen maar verkleint de winst en
maakt dus de winkeliers financieel zwak
ker. De gevolgen daarvan o.a. bij de belas
tingen blijven voor de consumenten dan
weer niet uit. De tyd zal dit alles moeten
leeren, maar wy willen nu eenmaal allen
graag wijs zyn vóór den tyd.
Mocht ook het gemeentebestuur dat met
zijn financiën willen wezen.
HAGENAAR.
(■OinSUlIEOHKAM
ijiiiuuurgeit» gcen vai uuj^cn vc hebben,
richt'het annexionisme zich blijkbaar weer
naar de Belgen zelf en tracht hen te over
tuigen1 van de begeerte der bewoners van
onze Zuidelijke provinciën naar vereeniging
met België en van het bestaan van kansen,
die België door zijn onverschilligheid ver
speelt.
Als een dergelijke poging moet ook de
brief in het annexionistische blaadje „l’Ac-
tion Nationale"^ beschouwd worden, waarin
een Belg van zyn verblijf in het Noord-
Braibantsche dorpje Oirschot en van een,
schuttersfeest in dat dorp vertelt. "Volgens
dien briefschrijver zouden ter
van dat feest de bewoners van
haat en verzet tegen Nederland en hun ver
trouwen op vereeniging met de Belgische
broeders als ’t ware hebben uitgeschreeuwd.
Wy weten natuurlijk wel, dat dat pure fan
tasie is. En ook de meeste Belgen zullen
het wel weten. Maar toch is het wel goed,
dat we dergelyk geschrijf niet altijd stil
zwijgend voorbijgaan, maar ertegen pro-
testeeren en het dwaze ervan in het licht
trachtten te stellen. Hoe betrekkelijk on
machtig het Belgisch annexionisme ook is,
we moeten het toch niet uit het oog verlie
zen. Het heeft zjjn aanhang in kringen, die
heel dicht by de Belgische regeering staan.
En het is dan ook duidelijk, dat die regee
ring, zoo het de beweging al niet recht
streeks begunstigt, toch niet de minste
moeite doet haar tegen te gaan. We hebben
met België nog zaken te regelen. En het is
niet waarschijnlijk, dat die regeling zoo vlot
van stapel zal loopen. Wellicht zullen de
groote mogendheden nog in het werk ge
mengd worden. En wij moeten daarom
voorkomen, dat de Belgen het als een tege
moetkoming hunnerzijds kunnen laten gel
den, dat ze vap „de bevryding der onder het
eekzucht
Maag of
zwaarten in
tslag, roode
snz. op elke
iheumatiek,
r, leverstee-
ziekten van
litje-agenten, met de zware zweep
band, had het verlangde effect.
In minder dan een half uur
commando van den hoofdman:
Opladen!” De
van den grond, de politie-geleide gooide
haar geweren over den schouder, en Renton
bleef nog een oogenblik op de waranda dra
len om Hamlyn de'hand te drukken en te
zien, hoe de „safari” troep voorbij ipar-
cheerde. Toen de laatste man gepasseerd
was, ontsnapte een scherpe uitroep aan de
lippen van lipt distdictshoofd.
„Verduiveld, Tank, ik zie dien jongen,
die zich Sungura noemt, nergens.”
„Ik ook niet. Ik heb je al gewaar
schuwd, dat je hem in de gaten moest hou-
«den.”
„Het is mogelijk, dat hij op me wacht.
Maharria.”
„Ja, Bwana.”
„Waar is Sungura?”
ie gelijkmoedigheid,
tin iver ’t algemeen' de
NederlandschtBelgisdh i
Eerste Kamer hebben ot
Mt de oorlogspsychose fl
leal heeft uitgewerkit dl
tot ^en beslist V
■eipfliing zijn on
b meerdeiha
r van Hoil ai
Vaten, j
tfnnelid/nistii
,«or jjLjkbapi
lil bmtal<
doni^tjs
Jte
jrg
Khe plak
jrgers wei
Bedwelmende middelen.
I.
Streeft men steeds naar vooruitgang
verbetering in alle bedrijven, zoo is dit niet
’t minst in de geneeskunde, ’t Was den 16en
October van het vorige jaar juist 80 jaren
geleden, dat de aether als bedwelmend mid-
.D.
jen omgeving.
en Dinsdag
»ote oiffl|f>g ep de;ov<
Entende, waar*» ool^ zy ljun
heeft Op' onze Zindelijke bierenI
meeli geen erg’jfunstigen invh
Een gevaarlijke grootheidswii
bevangen, die nog versterkt is (RJor hef
deel, dat| ze al^Entpnte-moge^heidU','
West-$)iirnnn su^ d.. reo-elinir dan Euroin
sche aangelegenheden en aan -
tionale jpolitiek 'sinds het eind van den
iog gtertomen Hbb" c-
heeft (Seri ii
lilden gelooven aan de noodzakelijkheid
gezeten. Op den zachten grond waren de
hoefslagen der paarden ter nauwemood
hoorbaar. Plotseling, als uit den grond ver
rezen, sprong een sluikharige, magere in
boorling uit het struikgewas te voorschijn.
Bij den aanblik van de blanke menschen,
schrok hij hevig en wendde zich om ten ein
de zich uit de voeten te maken. Voordat hy
dit echter kon doen, had Periera zijn paard
de sporen gegeven en was hij naast hem.
„Ik heb gehoord, dat jullie „shenzis”
steeds in de buurt van mijn „shamba” zwer
ven. Nu ik jou te pakken heb, zal ik te we
ten komen, wat jullie in het schildboeren."
De man keek hem met glazige oogen aan.
„Hoor je me niet?” bulderde Periera.
„Wat doe je hier?”
Hij hief de zware zweep op, en had de
bedoeling den man te slaan.
„Pas op, Pero, de man is gevaarlijk,”
riep Maureen.
„Gevaarlijk, zeg je? Ik zal hem wel
een lesje geven.”
De zweep zwiepte door de lucht, en kwam
op het gezicht van den inlander neer.
„O, Pero, doe dat niet...” Deze kreet
ontsnapte Maureen’s lippen, doch plotseling
viel Pero’s arm als levenloos langs zyn
zijde neer.
„Shauri va Mungu Mekundu. Ngoja
Bwana. Het is de zaak van den rooden God.
Wacht Meester,” zei de inboorling.
Voordat hij had uitgesproken, kwam een
groote schare inlanders, waaronder zich
verscheidene jongens van de „shamba” be-
had vonden, gewapend met speren en knotsen,
uit het struikgewas te voorschijn. Periera
trachtte tevergeefs zyn revolver uit zijn
gordel te trekken, welke evenwel bleef
haken. Het volgende oogenblik zou hij van
zyn paard gerukt zijn en gedood. Maureen
fluisterde een paar woorden, in het oor van
den rooden hengst, drukte haar’knieën in
zyn zijde en gaf hem den vrijen teugel. Met
een kreet van woede sprong het roode beest
vooruit, zijn ooren lagen plat in den nek en
zijn tanden knarsten, terwijl het met zyn
groote hoeven de mannen, die hem in den
weg stonden, neersloeg, alsof het stroohal-
men waren.
De inboorlingen wierpen een angstige
blik op dat roode monster, lieten hun wa
pens vallen, en sloegen op de vlucht.
Periera keek half beschaamd naar
vrouw,
„Ik geloof, dat je myn leven gered
hebt, Maureen... Dat zal ik niet vergeten.”
Ze spraken weinig gedurende den langen
rit naar huis terug, doch er was een vreem
de, teedere klank in Periera’s stem. Het
meisje verbrak een van de lange stilten:
„Je bent... heel behoorlijk vanmorgen
tegen me geweest, Pero. Hoe komt dat
zoo?” x
Voordat hy antwoordde, wierp hy haar
van terzijde een blik toe...
„Ben ik niet alty'd goed voor je Nee,
ik vrees van niet. Ik gedraag me dikwijls
als een halve duivel, maar wat er ook ge
beurt, onthoud vooral, dat ik heel veel van
je houd.” Ze legde haar hand op zijn afm.
(Wordt vervolgd.)
klonk het
„Bandika!
mannen namen hun laster
- -----J
iNMEMENTSPRUS: p*r kwart*», AX6. par weak 17,> ceatJiiUèt Zondagsblad
raftaal 2.98, per week 22 cent, overal «aar de acrorgiMg pdtJtfoper geechie-it
per port per kwartaal 8.XÓ, met iutM'agzblad f 8.MI.1’ lij
dagelyks aangenoineu aan ons Bureau: MAJR|t,I 81, GOUDA
era, den boekhandel na de postkantoren. fa
elijks geopend van uur. Administratie ,TèletLn tore. 82;
rekening 48400. Fl
Maureen stond op de waranda te Makon-
da te wachten, op den jongen, die haar
paard zou brengen. Onder den breedgeran-
den hoed kwam haar gezichtje heel bleek
uit, en er lagen diepe kringen onder haar
oogen. Dien morgen was de mail aangeko
men, waaronder zich een stapel Engel sche
tijdschriften bevond, welken
Burnside haar had toegezonden.
Een van de boeken had zy in haar han
den genomen en sloeg lusteloos de bladzij
den om, ternauwernood notitie nemend van
gezelschaps- en tooneelschoonheden. Toen
A teizvflMlii
ad alle'.jgf^
de zyn hand op haar arm, en er was een
ongewoon teedere klank in zyn stem.
„Je ziet er slecht uit, Maureen, wat
scheelt je? Voel je je niet goed?’
„O, ik ben uitstekend in orde. Ik
dank, dat ik wat last van de warmte heb;
dat is alles.”
Zijn donkere oogen namen haar onder
zoekend op.
„Duister eens,” zei hy ten slotte. „Ik
heb hèt dezer dagen juist buitengewoon
druk, maar wanneer ik met deze „shauri”
klaar ben, zou je dan niet gdaag een paar
weken naar Nairobi willen?”
De kleur, die op haar wangen kwam en
het licht, dat in haar oogen verscheen, be
antwoordde zyn vraag al voldoende.
„Uitstekend, we zullen er later wel
over praten. Laten we nu weggaan. Ik heb
nog heel wat te doen.”
Zwygend reden ze langs de hut, waarin
^de toovenares van Maweri gevangen
Nederlandse», juk zuchtende Belgische
diers” afzien
nig van on^
ijèn. Het fal
tisme in pnsJland, van
2ïiidfelijka pWvinciëj'
W’ k‘“',
gpn.g-1 Vindfe
xVeten) dat
tfe d&. Lal
‘lergcMjkfl 4
lu'ineq. T
Éi
Wat 5
dat het met
goed gaat ei
eer slechte^
weer uit in
het jaar
daarmede wordt het be
voor 1928 niet byzondejl
altijd onze grief dat dj
grooten voeb leeft en
i overweegt alvorens diei
pas weer dertig milk
van een stadhuisplan.
goedgekeurd of wy hoji
een bedrag van ëêh ha
En toch gaat men maa
voort met tal van uitfwe
weelde kunnen
.men bezig wegert^4PMW
ze nog heel goed; deMBM9
wordt kwistig omgegaan;
dryven brengen veel te hooge winsten op
--ook vedl beter.
*lyft He werkloosheid en er
tonnen gouds daarslan weg.
ntar opL'Üe zelfde hoogte, I
- Aor./ waj hooger doch er is
Ai. Dat ig onhoudbaar,
dergelyke voortdurende post kan geen
'kat maar rus-
qe vraag on-
l^oe lang dat nog mejet
te
viel haar oog op een twee pagina’s beslaan
de afbeelding van de opening van een der
groote Engelsche jachten: Ze hield haar
adem in, en bleef er naar staren, er kwam
een jong meisje op voor, gezeten op een
merrie, en de aanblik hiervan riep een
storm van herinneringen bij haar wakker.
Ze raakte de bladzijde met liefkoozende
vingers aan.
„Dat paard lykt precies op mijn lieve
„Lady Bee”, zei ze zachtjes tot zichzelf.
,Klaar, Maureen?”
Periera’s stem schrikte haar uit haar ge
peins op. Hij kwam naast haar staan, leg- y
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda «n omstreken (beboerende tot den bezorgkrü*)
1—6 tegels 1.80, elke regel meer Ü.2S. Van buiten Gouda en den bezorgkrung
1o regels 1.0o, elke regel moer f 8.30. AdverteriUèn het Zalerdagnuinmet 24
bijslag op den prjja. Liefdadigheids-advertentiën do helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regels f 2.0Ó, elke regel meer 8.60 (X
de rcorpagina 88 hooger.
Gewone sd*ert*nti4n en ingezotdsm mod*deol>.n«wa> stf cunDart <ot tooi
den prijtu Gros’* letters en randen woroc® berek«n«' u*»' i> su*uou-»ute
Advertentiön kunnen worden ingezonden door itua*ü>enkomrt van soliede Boekhan-
1 delaren, Advertentiebureau* en onze agenten in moeten daags vóór de plaatsing
aan bet Bureau zjjn ingekomen, teneinde vap opname verzekerd te zijn.
-----
,ran^| de bX
erpipg van het
lag door onz<J
imeti, bewezen;
jgiëlvrijwel
Belgen ni<$
erlapdschg
Lin oVenf
li aan iïA
ld hebben
lydelt zielig
h tracht)
delen dei$
v jandigen
F==f-
bestaat uit twee bladen.
iSTËBLAD.
Het Belgijch annexionisme!
De. groote odjlfg ep de;ové^innin)ri M
Entende, waar^tó ool^ zy ljun Uleel Wdjn’
{deltfke bieren gkter
•'"■vloêdu geoe^efillj
hee^-hedj
8 J|or h^t jiaan*
FV... |van
iropa. aiW de regeling dWri Europee-
Jngelegenheden en aan jlê irttérna-
.y. A 'Qor-
hebben Deze grootheidsvtaapli
imperialistisch gemaakt hen
’uitbreiding van|het Belgische grondgebied.
Het verdrag van Versailles hdeft aan deze
begeerte naar uitbreiding niet kunnen vol
doen. Het. schonk hun slechts de kantons
Eupen en Malmédy, een vrywel onbeteeke-
nend stuk DuitSch grondgebied, maait ont-i
hield hen de uitbreiding naar 't Noorden,
die velen begeerden en waarop waarschijn
lijk de Belgische regeering ook wel gere
kend had. Dat Is het sterkst imperialistisch
getinte deel der bevolking •blijven steken.
En een weliswaar slinkende, maar toch nog
vry talrijke minderheid is begeerige blik
ken blyven werpen op Zeeuwsch-VIaande
ren, Limburg en zelfs op Noord-Brabanc.
De meesten ook van hen, wier flfegeerte
'naar ons grondgebied levendig bleef, heb-
11 ben al lang begrepen, dat die begeerte on
vervulbaar was en zy zich in de beslissing
van Versailles moesten schikken en daarom
elke actie in die richting opgeven. Maar er
zyn er toch altijd nog heel wat aan de an
dere zyde der grens, die nog niet alle hoop
hebben laten varen en nog steeds werkzaam
blijven om in België een annexionistische
beweging gaande te maken, die van ons de
provincies beneden den Moerdijk of een deel
ervan op zou eiachen. Veel kans van slagen
hebben ze zeker niet. Sinds 1918 en 1919,
toen zelfs een deel der Vlamingen van in
lijving van ons grondgebied droomde en de
Belgische begeerte daarnaar bezield werd,
is de stemming'in België en de gezindheid
van het Belgische volk aanmerkelijk veran
derd. Maar de moeilijkheid der regeling van
de tusschen ons en België hangend geble
ven kwestie, als die omtrent Schelde en
Wielingen en van Antwerpen’s verbinding
met den Ryn, hebben toch een zekere ani
mositeit tusschen België en ons land laten
voortduren, waarvan de annexionisten ten
bate van hun plannen trachten gebruik te
maken. Ofschooa ze daarvan ongetwijfeld
ook wel eenig proiyt hebben, heeft toch de
„Dat weF 'k niet, Bwana. We heb
ben hem, sindsLhy vanmorgen iets gegeten
heeft, niet gezi«j.’
„Nu, we kunnen niet op hem wach
ten,” zei ReAton eenigszins teleurgesteld.
Hij had meer dan hy eigenlijk wide beken
nen op Sungura’s hulp gerekend. Hy steeg
te paard, en draafde de „safari” achterna,
terwyl Mahardia hem op de hielen volgde.
„Ik vraag me af, of die vervloekte
jonger, misschien iets te maken heeft met
al die vertragingen,” mompelde hij. „Het is
nog nooit voorgekomen, dat een „safari”
van my zoo lang noodig had om op weg te
komen.”
Toen ze tegen zonsondergang kampeer
den, hadden zy vijftien mylen afgelegd. Er
was geen maan, en dus pikdonker in het
bosch, zoodat er niet voortgegaan kon wor
den voor den volgenden ochtend.
zeker van zyh (lat slechts een deel daar
van zooveel bijdraagt in de algemeene ge-
meentekosten; een heel klein deel geeft
een overschot maar een deel zal ook een
tekort geven. Toen
zend zielen minder
tage rijkeren stellig veel hooger pn dus de
toestand vjoof de fagderen
Ontzaglik bl
gaan ’8 jakrAXl
Het blijft mjiar c
eens iets lager da
een vrjj; constante
een
gemeentekas dragenh'Het gl
tig voort en niemanq durft
der het’ oog te tien
duren.
Men durft er het snoeimes niet in
zetten omdat overal daar mén feet waagt,
heftig verzet is te wachten omdat
post zijn vurige verdedigers en pleitbezor
gers heeft.
De salarissen die de gemeente betaalt,
steken uit boven die van het Rijk en die
van particulieren. Men derft rykssubsidie
omdat men boven de ryksregeling blijft
gaan. En zoo zyn er tal van punten op te
noerfien, waarop bezuinigd kon worden
maar die men niet durft aan te roeren. Als
een huisvader zyn huishouden bestierde op
de wyze als de gemeente het het hare doet,
eou er algemeen schande over geroepen
worden.
Wy hebben nooit anders verwacht dan
dat het zoo met de financiën zou gaan en
wij verwachten in de naaste toekomst nog
meer achteruitgang, totdat het eindelijk
zóó spaak loopt dat men moet ingrijpen.
Ailjgurtus ig voorbit en1-vrij motten
allen het gevoel krygen dat wij den winter
weer spoedig tegemoet gaan. Hebben wy
eigenlyk zomer gehad Men zou het kunnen
ontkennen. Onze stille hoop is nog op een
mooien September-maand gevestigd maar
die hoop is zwak. Wereldschokkende ge
beurtenissen zijn er op dit oogenblik niet in
het zich. Een paar tentoonstellingen zijn
op de komst; voor deze zyn de Meimaand en
September naar het schijnt de beste maan
den. Het weer is dan wel zóó dat het uit
lokt tot een bezoek aan tentoonstellingen,
die in de zomermaanden te veel zouden te
lyden hebben van de vacanties en in de win
termaanden van den te geringen lust om
meer dan noodig is over straat te gaan.
Wy hebben hier nu juist het groote mid-
denstandscongres gehad, dat heel wat gas
ten naar den Haag trok. In den Haag zelf
is de middenstand heel sterk in aantal voor
al het winkeldryvende deel ervan. Dit deel
wordt dagelijks grooter want het is haast
onrustbarend hoeveel wipkels er geregeld
bijkomen. Waar dat heen moet, is ons een
raadsel en hop ze alle kunnen blijven be
staan niet minder een raadsel. Indien in de
nieuwe wyken geregeld winkels werden ge
opend, was dat te begryppen maar in de
reeds tientallen jaren bestaande wijken
een tyd, waarin de meyschheld verstoken
was van dit kostbare product. Denkt u zich
een oogenblik in, dat een buik-operatie of
welk operatief ingrijpen van eenige betee-
kenis ook, zou moeten worden verricht zon
der verdooving. Dat toch was vroeger de
allergewoonste zaak van de wereld. Het zai
u niet moeilijk vallen in te zien, dat het ge
bruik van aether een geheele omkeer in de
geneeskunde teweeg bracht. Had eert yds
onder het hevig gebrul en gehuil van den
patiënt een operatie plaats, zoo is dit alles
thans geheel en al veranderd en kan de ope
rateur rustig werken, terwyl de patiënt zich
nergens van bewust was. Welk een enorme
tegenstelling! Het was dan ook geen won
der, dat men dezen gedenkwaardigen dag
niet onopgemerkt heeft laten voorbijgaan
en in één der parken te Boston een groot
standbeeld heeft onthuld, voorstellende den
Barmhartigen Samaritaan, die den gewon
den reiziger helpt.
Volgens de beschrijving van dit grootsche
monument staan aan de vier zijden twee
toepasselijke Bijbelsche opschriften, vervol
gens een mededeeling, dat een burger van
Boston uit dankbaarheid voor de verzach
ting van het dijden der menschheid door in
ademing van aether dit gedenkteeken heeft
broe-
Het buitenland weet zoo wei-
dat kuhneïöwe telkens erva-
Itje van eert Belgisch irriden-
’Züi MPt streven van de
nciëOnha| vereeniging met
noria Jzalo gemakkelijk $i-
Ache annexionist^n
•;hun vobrdèel mee
mrzichtïg z$jn,,hun
ïm uit panden te
if; Üïf' HOPSTAB. "y
'AdcHl^xxiv.
«4 diOijls hebban foptoogt n.l.
jft iiiKicïën •éaA xleh Haag niet
rjll^t lipt 1# de' Rapste toekomsU
^an beier zal’gl^n, komt nu al
de gerrteentajekeping die overt
1926 ia afjrWotgnJ In verban^
2 der begrooting
jooskleurig. Het is
Haag te veel op
et iederen gulden
te besteden. Nu
[or het ontwerpen
■fat is dat bedrag
dat er over 1926
Mhlioen te kort is.
kAji denzelfden voet
“■“pn die waarlijk
yd maar weer is
peren ook al zijn
■fate bouwt maar
Jjran haar eigen
nr-niet Aihsidie
de gemeentebe-
--!__A--y en
men kan er dus van °P 0011 da^ hrt daar
niet op-een-cent-zuinig toegaat. Het onder
wijs verslindt geld. Als men wat dit laatste
betreft maar eens bedenkt dat er één H.B.
S. is waar vrijwel niemand schoolgeld be
taalt of slechts een zeer gering bedrag dan
kan men wel begrijpen dat zoo’n inrichting
eventjes geld kost. Een andere H.B.S. die
pas gebouwd is en nog niet geheel bezet,
kost op het oogenblik per leerling 600 gul
den ’s jaars.
Natuurlijk heeft men hier ook altijd het
groote woord bezuiniging in den mond ge
had, maar in de pftiktijk hebben wy daar
van niets of heel weinig bespeurd. Op
groote uitgaven een groot bedrag uitspa
ren, schijnt niet mogelyk te zyn maar zui
nig beheer kan ook op andere wyze ge
schieden.
Wat voor dén Haag ook een strop is, is
de voortdurende toeneming der bevolking
met weinig draagkrachtigen in financieel
opzicht en het verlies van kapitaal-sterken.
Men toovert ons zoo nu en dan wel eens
cijfers voor de oogen maar die zyn alty'd
onvolledig. Er komen hier ’s jaars acht a
tien duizend menschen bij en men kan er
SmI e|
gi|midé
puensst reken, ii)
Hm d( n nacht
om e rd rukt f
tuigep naar beneden gestrooid, zy'i
strevpn de uiting. Nu déze poging m op de
Limburgers geen vat blyven te
Ki