H-l ische minde 4 JfeprikJöÈ pn dwa^pi MChefjjW Ne|et|i pckenKpe kwajofc itgehaOl, w«kr q3 'JiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN bergaméacht, BERKENWOUDE, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, 4EUWERKERK, OUDERKERK, OUDE#- -- --- - mbsr 1927 66"Jaargang Mo. FEUILLETON. anten 19551 rSw jtracfytjen er f WÖ v< openen1! Vü t|j De Gouden Heuvelen, Roman van i Zateiylag 3 Dit blad'vers?hijrt dagelijks behirive op Zon- e| M il^DERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE. TER, REÉUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz -- 1 ‘eestdagen Zondagsblad Dit ni d fel iedere |aai MEDISCHE BRIEVEN. I f zyn HOOFDSTUK XI. mevrouw A«O1 dr AflUunenienten worden onze agenten en looj Onze bureaux zijn da) dictie Telef. 88. Post rol- po- de re gevallen, eneesmidde- vragen aan de Medicij- ITERDAM. lM’ n t 42) - Vanaf dat oogenblik af ging alles op ïELDE, >lk soort uit- OTTERDAM. 2053 30 Amerika. INOFLOOR”. ind Prix. skening 48400. v-d. la. Lift mén Wanneer gij arbeidt fier en trouw, Wordt lust wat last u wezen zou. letjes. Het gezicht van de twee stevige plW of, üt vlieg-’ van dit ten deel zal ook en 'Haag honderddui- ■1de, was het percen- F. A. M. WEBSTER. Uit het Engelsch vertaald. breidt het aantal zich steeds uit. En ze wor den steeds grooter en mooier, steeds meer concurreerend tegöh de groote magazijnen in het centrum '■tan de stad. In midden- standskringen zelf heeft het vraagstuk der angstig groote toeneming der winkas al de aandacht maar men is daar in t wijl el om trent het al of niet wenschelijke daarvan, terwijl men geen maatstaf weet aan te ge ven voor de begrippen veel en voldoende in dit %pzicht. Nu kan men wel hopen dat er natuurlijke remmen zullen zijn die de gren zen bepalen maar veel zekerheid heeft men daaromtrent niet. Een groote maar zwakke winkel iersstand is stellig niet te verkiezen boven den kleineren en sterkeren. Zelfs wat het belang der Consumenten in deze is, is niet precies te zeggen. Concurrentie drukt wel de prijzen maar verkleint de winst en maakt dus de winkeliers financieel zwak ker. De gevolgen daarvan o.a. bij de belas tingen blijven voor de consumenten dan weer niet uit. De tyd zal dit alles moeten leeren, maar wy willen nu eenmaal allen graag wijs zyn vóór den tyd. Mocht ook het gemeentebestuur dat met zijn financiën willen wezen. HAGENAAR. (■OinSUlIEOHKAM ijiiiuuurgeit» gcen vai uuj^cn vc hebben, richt'het annexionisme zich blijkbaar weer naar de Belgen zelf en tracht hen te over tuigen1 van de begeerte der bewoners van onze Zuidelijke provinciën naar vereeniging met België en van het bestaan van kansen, die België door zijn onverschilligheid ver speelt. Als een dergelijke poging moet ook de brief in het annexionistische blaadje „l’Ac- tion Nationale"^ beschouwd worden, waarin een Belg van zyn verblijf in het Noord- Braibantsche dorpje Oirschot en van een, schuttersfeest in dat dorp vertelt. "Volgens dien briefschrijver zouden ter van dat feest de bewoners van haat en verzet tegen Nederland en hun ver trouwen op vereeniging met de Belgische broeders als ’t ware hebben uitgeschreeuwd. Wy weten natuurlijk wel, dat dat pure fan tasie is. En ook de meeste Belgen zullen het wel weten. Maar toch is het wel goed, dat we dergelyk geschrijf niet altijd stil zwijgend voorbijgaan, maar ertegen pro- testeeren en het dwaze ervan in het licht trachtten te stellen. Hoe betrekkelijk on machtig het Belgisch annexionisme ook is, we moeten het toch niet uit het oog verlie zen. Het heeft zjjn aanhang in kringen, die heel dicht by de Belgische regeering staan. En het is dan ook duidelijk, dat die regee ring, zoo het de beweging al niet recht streeks begunstigt, toch niet de minste moeite doet haar tegen te gaan. We hebben met België nog zaken te regelen. En het is niet waarschijnlijk, dat die regeling zoo vlot van stapel zal loopen. Wellicht zullen de groote mogendheden nog in het werk ge mengd worden. En wij moeten daarom voorkomen, dat de Belgen het als een tege moetkoming hunnerzijds kunnen laten gel den, dat ze vap „de bevryding der onder het eekzucht Maag of zwaarten in tslag, roode snz. op elke iheumatiek, r, leverstee- ziekten van litje-agenten, met de zware zweep band, had het verlangde effect. In minder dan een half uur commando van den hoofdman: Opladen!” De van den grond, de politie-geleide gooide haar geweren over den schouder, en Renton bleef nog een oogenblik op de waranda dra len om Hamlyn de'hand te drukken en te zien, hoe de „safari” troep voorbij ipar- cheerde. Toen de laatste man gepasseerd was, ontsnapte een scherpe uitroep aan de lippen van lipt distdictshoofd. „Verduiveld, Tank, ik zie dien jongen, die zich Sungura noemt, nergens.” „Ik ook niet. Ik heb je al gewaar schuwd, dat je hem in de gaten moest hou- «den.” „Het is mogelijk, dat hij op me wacht. Maharria.” „Ja, Bwana.” „Waar is Sungura?” ie gelijkmoedigheid, tin iver ’t algemeen' de NederlandschtBelgisdh i Eerste Kamer hebben ot Mt de oorlogspsychose fl leal heeft uitgewerkit dl tot ^en beslist V ■eipfliing zijn on b meerdeiha r van Hoil ai Vaten, j tfnnelid/nistii ,«or jjLjkbapi lil bmtal< doni^tjs Jte jrg Khe plak jrgers wei Bedwelmende middelen. I. Streeft men steeds naar vooruitgang verbetering in alle bedrijven, zoo is dit niet ’t minst in de geneeskunde, ’t Was den 16en October van het vorige jaar juist 80 jaren geleden, dat de aether als bedwelmend mid- .D. jen omgeving. en Dinsdag »ote oiffl|f>g ep de;ov< Entende, waar*» ool^ zy ljun heeft Op' onze Zindelijke bierenI meeli geen erg’jfunstigen invh Een gevaarlijke grootheidswii bevangen, die nog versterkt is (RJor hef deel, dat| ze al^Entpnte-moge^heidU',' West-$)iirnnn su^ d.. reo-elinir dan Euroin sche aangelegenheden en aan - tionale jpolitiek 'sinds het eind van den iog gtertomen Hbb" c- heeft (Seri ii lilden gelooven aan de noodzakelijkheid gezeten. Op den zachten grond waren de hoefslagen der paarden ter nauwemood hoorbaar. Plotseling, als uit den grond ver rezen, sprong een sluikharige, magere in boorling uit het struikgewas te voorschijn. Bij den aanblik van de blanke menschen, schrok hij hevig en wendde zich om ten ein de zich uit de voeten te maken. Voordat hy dit echter kon doen, had Periera zijn paard de sporen gegeven en was hij naast hem. „Ik heb gehoord, dat jullie „shenzis” steeds in de buurt van mijn „shamba” zwer ven. Nu ik jou te pakken heb, zal ik te we ten komen, wat jullie in het schildboeren." De man keek hem met glazige oogen aan. „Hoor je me niet?” bulderde Periera. „Wat doe je hier?” Hij hief de zware zweep op, en had de bedoeling den man te slaan. „Pas op, Pero, de man is gevaarlijk,” riep Maureen. „Gevaarlijk, zeg je? Ik zal hem wel een lesje geven.” De zweep zwiepte door de lucht, en kwam op het gezicht van den inlander neer. „O, Pero, doe dat niet...” Deze kreet ontsnapte Maureen’s lippen, doch plotseling viel Pero’s arm als levenloos langs zyn zijde neer. „Shauri va Mungu Mekundu. Ngoja Bwana. Het is de zaak van den rooden God. Wacht Meester,” zei de inboorling. Voordat hij had uitgesproken, kwam een groote schare inlanders, waaronder zich verscheidene jongens van de „shamba” be- had vonden, gewapend met speren en knotsen, uit het struikgewas te voorschijn. Periera trachtte tevergeefs zyn revolver uit zijn gordel te trekken, welke evenwel bleef haken. Het volgende oogenblik zou hij van zyn paard gerukt zijn en gedood. Maureen fluisterde een paar woorden, in het oor van den rooden hengst, drukte haar’knieën in zyn zijde en gaf hem den vrijen teugel. Met een kreet van woede sprong het roode beest vooruit, zijn ooren lagen plat in den nek en zijn tanden knarsten, terwijl het met zyn groote hoeven de mannen, die hem in den weg stonden, neersloeg, alsof het stroohal- men waren. De inboorlingen wierpen een angstige blik op dat roode monster, lieten hun wa pens vallen, en sloegen op de vlucht. Periera keek half beschaamd naar vrouw, „Ik geloof, dat je myn leven gered hebt, Maureen... Dat zal ik niet vergeten.” Ze spraken weinig gedurende den langen rit naar huis terug, doch er was een vreem de, teedere klank in Periera’s stem. Het meisje verbrak een van de lange stilten: „Je bent... heel behoorlijk vanmorgen tegen me geweest, Pero. Hoe komt dat zoo?” x Voordat hy antwoordde, wierp hy haar van terzijde een blik toe... „Ben ik niet alty'd goed voor je Nee, ik vrees van niet. Ik gedraag me dikwijls als een halve duivel, maar wat er ook ge beurt, onthoud vooral, dat ik heel veel van je houd.” Ze legde haar hand op zijn afm. (Wordt vervolgd.) klonk het „Bandika! mannen namen hun laster - -----J iNMEMENTSPRUS: p*r kwart*», AX6. par weak 17,> ceatJiiUèt Zondagsblad raftaal 2.98, per week 22 cent, overal «aar de acrorgiMg pdtJtfoper geechie-it per port per kwartaal 8.XÓ, met iutM'agzblad f 8.MI.1’ lij dagelyks aangenoineu aan ons Bureau: MAJR|t,I 81, GOUDA era, den boekhandel na de postkantoren. fa elijks geopend van uur. Administratie ,TèletLn tore. 82; rekening 48400. Fl Maureen stond op de waranda te Makon- da te wachten, op den jongen, die haar paard zou brengen. Onder den breedgeran- den hoed kwam haar gezichtje heel bleek uit, en er lagen diepe kringen onder haar oogen. Dien morgen was de mail aangeko men, waaronder zich een stapel Engel sche tijdschriften bevond, welken Burnside haar had toegezonden. Een van de boeken had zy in haar han den genomen en sloeg lusteloos de bladzij den om, ternauwernood notitie nemend van gezelschaps- en tooneelschoonheden. Toen A teizvflMlii ad alle'.jgf^ de zyn hand op haar arm, en er was een ongewoon teedere klank in zyn stem. „Je ziet er slecht uit, Maureen, wat scheelt je? Voel je je niet goed?’ „O, ik ben uitstekend in orde. Ik dank, dat ik wat last van de warmte heb; dat is alles.” Zijn donkere oogen namen haar onder zoekend op. „Duister eens,” zei hy ten slotte. „Ik heb hèt dezer dagen juist buitengewoon druk, maar wanneer ik met deze „shauri” klaar ben, zou je dan niet gdaag een paar weken naar Nairobi willen?” De kleur, die op haar wangen kwam en het licht, dat in haar oogen verscheen, be antwoordde zyn vraag al voldoende. „Uitstekend, we zullen er later wel over praten. Laten we nu weggaan. Ik heb nog heel wat te doen.” Zwygend reden ze langs de hut, waarin ^de toovenares van Maweri gevangen Nederlandse», juk zuchtende Belgische diers” afzien nig van on^ ijèn. Het fal tisme in pnsJland, van 2ïiidfelijka pWvinciëj' W’ k‘“', gpn.g-1 Vindfe xVeten) dat tfe d&. Lal ‘lergcMjkfl 4 lu'ineq. T Éi Wat 5 dat het met goed gaat ei eer slechte^ weer uit in het jaar daarmede wordt het be voor 1928 niet byzondejl altijd onze grief dat dj grooten voeb leeft en i overweegt alvorens diei pas weer dertig milk van een stadhuisplan. goedgekeurd of wy hoji een bedrag van ëêh ha En toch gaat men maa voort met tal van uitfwe weelde kunnen .men bezig wegert^4PMW ze nog heel goed; deMBM9 wordt kwistig omgegaan; dryven brengen veel te hooge winsten op --ook vedl beter. *lyft He werkloosheid en er tonnen gouds daarslan weg. ntar opL'Üe zelfde hoogte, I - Aor./ waj hooger doch er is Ai. Dat ig onhoudbaar, dergelyke voortdurende post kan geen 'kat maar rus- qe vraag on- l^oe lang dat nog mejet te viel haar oog op een twee pagina’s beslaan de afbeelding van de opening van een der groote Engelsche jachten: Ze hield haar adem in, en bleef er naar staren, er kwam een jong meisje op voor, gezeten op een merrie, en de aanblik hiervan riep een storm van herinneringen bij haar wakker. Ze raakte de bladzijde met liefkoozende vingers aan. „Dat paard lykt precies op mijn lieve „Lady Bee”, zei ze zachtjes tot zichzelf. ,Klaar, Maureen?” Periera’s stem schrikte haar uit haar ge peins op. Hij kwam naast haar staan, leg- y ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda «n omstreken (beboerende tot den bezorgkrü*) 1—6 tegels 1.80, elke regel meer Ü.2S. Van buiten Gouda en den bezorgkrung 1o regels 1.0o, elke regel moer f 8.30. AdverteriUèn het Zalerdagnuinmet 24 bijslag op den prjja. Liefdadigheids-advertentiën do helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regels f 2.0Ó, elke regel meer 8.60 (X de rcorpagina 88 hooger. Gewone sd*ert*nti4n en ingezotdsm mod*deol>.n«wa> stf cunDart <ot tooi den prijtu Gros’* letters en randen woroc® berek«n«' u*»' i> su*uou-»ute Advertentiön kunnen worden ingezonden door itua*ü>enkomrt van soliede Boekhan- 1 delaren, Advertentiebureau* en onze agenten in moeten daags vóór de plaatsing aan bet Bureau zjjn ingekomen, teneinde vap opname verzekerd te zijn. ----- ,ran^| de bX erpipg van het lag door onz<J imeti, bewezen; jgiëlvrijwel Belgen ni<$ erlapdschg Lin oVenf li aan iïA ld hebben lydelt zielig h tracht) delen dei$ v jandigen F==f- bestaat uit twee bladen. iSTËBLAD. Het Belgijch annexionisme! De. groote odjlfg ep de;ové^innin)ri M Entende, waar^tó ool^ zy ljun Uleel Wdjn’ {deltfke bieren gkter •'"■vloêdu geoe^efillj hee^-hedj 8 J|or h^t jiaan* FV... |van iropa. aiW de regeling dWri Europee- Jngelegenheden en aan jlê irttérna- .y. A 'Qor- hebben Deze grootheidsvtaapli imperialistisch gemaakt hen ’uitbreiding van|het Belgische grondgebied. Het verdrag van Versailles hdeft aan deze begeerte naar uitbreiding niet kunnen vol doen. Het. schonk hun slechts de kantons Eupen en Malmédy, een vrywel onbeteeke- nend stuk DuitSch grondgebied, maait ont-i hield hen de uitbreiding naar 't Noorden, die velen begeerden en waarop waarschijn lijk de Belgische regeering ook wel gere kend had. Dat Is het sterkst imperialistisch getinte deel der bevolking •blijven steken. En een weliswaar slinkende, maar toch nog vry talrijke minderheid is begeerige blik ken blyven werpen op Zeeuwsch-VIaande ren, Limburg en zelfs op Noord-Brabanc. De meesten ook van hen, wier flfegeerte 'naar ons grondgebied levendig bleef, heb- 11 ben al lang begrepen, dat die begeerte on vervulbaar was en zy zich in de beslissing van Versailles moesten schikken en daarom elke actie in die richting opgeven. Maar er zyn er toch altijd nog heel wat aan de an dere zyde der grens, die nog niet alle hoop hebben laten varen en nog steeds werkzaam blijven om in België een annexionistische beweging gaande te maken, die van ons de provincies beneden den Moerdijk of een deel ervan op zou eiachen. Veel kans van slagen hebben ze zeker niet. Sinds 1918 en 1919, toen zelfs een deel der Vlamingen van in lijving van ons grondgebied droomde en de Belgische begeerte daarnaar bezield werd, is de stemming'in België en de gezindheid van het Belgische volk aanmerkelijk veran derd. Maar de moeilijkheid der regeling van de tusschen ons en België hangend geble ven kwestie, als die omtrent Schelde en Wielingen en van Antwerpen’s verbinding met den Ryn, hebben toch een zekere ani mositeit tusschen België en ons land laten voortduren, waarvan de annexionisten ten bate van hun plannen trachten gebruik te maken. Ofschooa ze daarvan ongetwijfeld ook wel eenig proiyt hebben, heeft toch de „Dat weF 'k niet, Bwana. We heb ben hem, sindsLhy vanmorgen iets gegeten heeft, niet gezi«j.’ „Nu, we kunnen niet op hem wach ten,” zei ReAton eenigszins teleurgesteld. Hij had meer dan hy eigenlijk wide beken nen op Sungura’s hulp gerekend. Hy steeg te paard, en draafde de „safari” achterna, terwyl Mahardia hem op de hielen volgde. „Ik vraag me af, of die vervloekte jonger, misschien iets te maken heeft met al die vertragingen,” mompelde hij. „Het is nog nooit voorgekomen, dat een „safari” van my zoo lang noodig had om op weg te komen.” Toen ze tegen zonsondergang kampeer den, hadden zy vijftien mylen afgelegd. Er was geen maan, en dus pikdonker in het bosch, zoodat er niet voortgegaan kon wor den voor den volgenden ochtend. zeker van zyh (lat slechts een deel daar van zooveel bijdraagt in de algemeene ge- meentekosten; een heel klein deel geeft een overschot maar een deel zal ook een tekort geven. Toen zend zielen minder tage rijkeren stellig veel hooger pn dus de toestand vjoof de fagderen Ontzaglik bl gaan ’8 jakrAXl Het blijft mjiar c eens iets lager da een vrjj; constante een gemeentekas dragenh'Het gl tig voort en niemanq durft der het’ oog te tien duren. Men durft er het snoeimes niet in zetten omdat overal daar mén feet waagt, heftig verzet is te wachten omdat post zijn vurige verdedigers en pleitbezor gers heeft. De salarissen die de gemeente betaalt, steken uit boven die van het Rijk en die van particulieren. Men derft rykssubsidie omdat men boven de ryksregeling blijft gaan. En zoo zyn er tal van punten op te noerfien, waarop bezuinigd kon worden maar die men niet durft aan te roeren. Als een huisvader zyn huishouden bestierde op de wyze als de gemeente het het hare doet, eou er algemeen schande over geroepen worden. Wy hebben nooit anders verwacht dan dat het zoo met de financiën zou gaan en wij verwachten in de naaste toekomst nog meer achteruitgang, totdat het eindelijk zóó spaak loopt dat men moet ingrijpen. Ailjgurtus ig voorbit en1-vrij motten allen het gevoel krygen dat wij den winter weer spoedig tegemoet gaan. Hebben wy eigenlyk zomer gehad Men zou het kunnen ontkennen. Onze stille hoop is nog op een mooien September-maand gevestigd maar die hoop is zwak. Wereldschokkende ge beurtenissen zijn er op dit oogenblik niet in het zich. Een paar tentoonstellingen zijn op de komst; voor deze zyn de Meimaand en September naar het schijnt de beste maan den. Het weer is dan wel zóó dat het uit lokt tot een bezoek aan tentoonstellingen, die in de zomermaanden te veel zouden te lyden hebben van de vacanties en in de win termaanden van den te geringen lust om meer dan noodig is over straat te gaan. Wy hebben hier nu juist het groote mid- denstandscongres gehad, dat heel wat gas ten naar den Haag trok. In den Haag zelf is de middenstand heel sterk in aantal voor al het winkeldryvende deel ervan. Dit deel wordt dagelijks grooter want het is haast onrustbarend hoeveel wipkels er geregeld bijkomen. Waar dat heen moet, is ons een raadsel en hop ze alle kunnen blijven be staan niet minder een raadsel. Indien in de nieuwe wyken geregeld winkels werden ge opend, was dat te begryppen maar in de reeds tientallen jaren bestaande wijken een tyd, waarin de meyschheld verstoken was van dit kostbare product. Denkt u zich een oogenblik in, dat een buik-operatie of welk operatief ingrijpen van eenige betee- kenis ook, zou moeten worden verricht zon der verdooving. Dat toch was vroeger de allergewoonste zaak van de wereld. Het zai u niet moeilijk vallen in te zien, dat het ge bruik van aether een geheele omkeer in de geneeskunde teweeg bracht. Had eert yds onder het hevig gebrul en gehuil van den patiënt een operatie plaats, zoo is dit alles thans geheel en al veranderd en kan de ope rateur rustig werken, terwyl de patiënt zich nergens van bewust was. Welk een enorme tegenstelling! Het was dan ook geen won der, dat men dezen gedenkwaardigen dag niet onopgemerkt heeft laten voorbijgaan en in één der parken te Boston een groot standbeeld heeft onthuld, voorstellende den Barmhartigen Samaritaan, die den gewon den reiziger helpt. Volgens de beschrijving van dit grootsche monument staan aan de vier zijden twee toepasselijke Bijbelsche opschriften, vervol gens een mededeeling, dat een burger van Boston uit dankbaarheid voor de verzach ting van het dijden der menschheid door in ademing van aether dit gedenkteeken heeft broe- Het buitenland weet zoo wei- dat kuhneïöwe telkens erva- Itje van eert Belgisch irriden- ’Züi MPt streven van de nciëOnha| vereeniging met noria Jzalo gemakkelijk $i- Ache annexionist^n •;hun vobrdèel mee mrzichtïg z$jn,,hun ïm uit panden te if; Üïf' HOPSTAB. "y 'AdcHl^xxiv. «4 diOijls hebban foptoogt n.l. jft iiiKicïën •éaA xleh Haag niet rjll^t lipt 1# de' Rapste toekomsU ^an beier zal’gl^n, komt nu al de gerrteentajekeping die overt 1926 ia afjrWotgnJ In verban^ 2 der begrooting jooskleurig. Het is Haag te veel op et iederen gulden te besteden. Nu [or het ontwerpen ■fat is dat bedrag dat er over 1926 Mhlioen te kort is. kAji denzelfden voet “■“pn die waarlijk yd maar weer is peren ook al zijn ■fate bouwt maar Jjran haar eigen nr-niet Aihsidie de gemeentebe- --!__A--y en men kan er dus van °P 0011 da^ hrt daar niet op-een-cent-zuinig toegaat. Het onder wijs verslindt geld. Als men wat dit laatste betreft maar eens bedenkt dat er één H.B. S. is waar vrijwel niemand schoolgeld be taalt of slechts een zeer gering bedrag dan kan men wel begrijpen dat zoo’n inrichting eventjes geld kost. Een andere H.B.S. die pas gebouwd is en nog niet geheel bezet, kost op het oogenblik per leerling 600 gul den ’s jaars. Natuurlijk heeft men hier ook altijd het groote woord bezuiniging in den mond ge had, maar in de pftiktijk hebben wy daar van niets of heel weinig bespeurd. Op groote uitgaven een groot bedrag uitspa ren, schijnt niet mogelyk te zyn maar zui nig beheer kan ook op andere wyze ge schieden. Wat voor dén Haag ook een strop is, is de voortdurende toeneming der bevolking met weinig draagkrachtigen in financieel opzicht en het verlies van kapitaal-sterken. Men toovert ons zoo nu en dan wel eens cijfers voor de oogen maar die zyn alty'd onvolledig. Er komen hier ’s jaars acht a tien duizend menschen bij en men kan er SmI e| gi|midé puensst reken, ii) Hm d( n nacht om e rd rukt f tuigep naar beneden gestrooid, zy'i strevpn de uiting. Nu déze poging m op de Limburgers geen vat blyven te Ki

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1927 | | pagina 1