Hanten Nieuwe^ abonné’s. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWÓUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, OOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, «lEUWERKpRK, OUDERKERK, OUDEWAtÈR, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en*. go* 18563 Zaterdag 17 September 1927 69*Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- itdagen en r In. 5 jaar 1 garantie. FEUILLETON. De Gouden Heuvelen. ebeeldb, g welk soort \ui 4 ren Ig ■4 i m ^ER^BLM).4 ÖiÈCST J GOUDA, lotore. 82; harden, taaien i. iit- HAGENAAR. AtMDISCHU BRIEVEN. 2493 40 >en Haag. leidde.. HOOFDSTUK XVI. i ,Ga jij die priesters alch- kenidial1 hoorn, gewaakt van een (Wordt vervolgd). ien dn Bljjde Maaiers, Nijvre Zaaiers, Die uw loon ontvingt! Zit nu rustig neder; Galm het mastbosch weder, Als gy juichend zingt! ’t Heeter branden Op de landen Meldt den middagtijd; 't Windje, moe van ’t zweven, Heeft zich schuil begeven, En nog zwoegt de vlijt. i ondagwblad I«aëhi«dt zyn or- le controle van de niet vergeten dat in afstand kan zien linin' (groei H vawjhet hén lat niet in, Jlman gebit ;n, over de r. Wi Jgt - Roman van F. A. M. WEBSTER. Uit het Engelsch vertaald. 1J1T J Sjcl$ Jgevalj ft in* Sn iiua md,, 1 aard. ten aaid ;een udere gevallen, bladen. wet dj uitbel Mm fogjftl aanvaard dan ar- „de vreugde” i niet in het stam- Vreugde is in de aft." STELD. w eigen omgeving, andat ep Dinsdag e, ROTTERDAM. 2053 30 ■ker Amerika. ..CRINOFLQ0R", Grand t»rix. Vy minnen rderen, het raanjmaar nenken; de CH1 [wartaal aw itn ontvangen/de tot die A verschijnende nummers GRAM ^Üfjnaj foi lUjïö’. M^tei teTroeien,. ,n op- e geneesmidde- i te Vragen aan r in de Medicij- ROTTERDAM. >uw hield1 op, en een or de ménigte, terwijl T ïkte. Bleekzucht ds Maag of st, zwaarten in (uitslag, roode an enz. op elke - Rheumatiek, lever, leverstee- Ule ziekten van zapie^ iad ;vaft ^t*'L pn welf lllfllH’ n hunne "M ïhteiu yryl M jh in der m'w&'liqt doe, 4ah mt^beddb jH tólade teg |n wasdom’ Wt4^ ied< nietjpfe^ Wetsges Inderdaad: in het voorjaar heeft de land man „op hoop van zegen” het zaad in de voren gestrooid. Den grond bewerken, met zorg het onkruid wieden, meer kan hij al niet doen. De zon, de regen, het goede weer moeten hem te hulp komen. Honderdvoudig heeft het zaad dan vrucht gedragen en de Door wederzijdsche welwillendheid zal de harmonie gehandhaafd blijven te mid den van het huisgezin en de nieuwe le vensvormen. dutfêjiW een’tlergelylé den dag brdi’ ‘l vig tn. In by ..«o ullcen de vrouw) meisje en mips kinderen thuis, j afwezig en het is te gelyke gebeurtenis de op het lijf jaagt. Men dut de grootst mogeli dut niemand er aan d gel te nemen, Do mee, ges'oten dat je ze met wel kttn openen als je het gebeurde een onal onveiligheid geven* Er is wel een gèrój politie maar men ipi om t< voet ifflfe Hi toe 1 keek. „De irtatamen van Makonda moe ten ziet» overgeven alan de politie „asi- Dit numi <-r ABONNEMENTSPRIJS: p«r kwartaal f 125, par week 17 o«t, per kwartaal 2.M, par week 22 cent, overal waar da bezerging per Franco pkr post per kwartaal 8.15, met KoMtegahlad 8^1. Abonn J“ J ,*i'-- by onze ’HOFSTAD. K1' flat het’ gevolg was nuk op kla$licfttert Kleur van politie R. heeft til gemeen Ba? buitendijken valt, Biten. dag rustig 'te? Ivn eenzaamheid en «braak minden 4>p pglde sclirikler he- lifen ^yn Omdat uur teès me|;tó4n dienst- hi of tyeV kleine (men zyNv haast alle rampen ‘een der- ttouvpen^ile stuipen r er zoo aan gewend te veiligheid bestaat tikt eenigen maatre- b woningen zijn zóó ten krommen spyker [lat wil en dus moet igénaam gevoel van aankomen zoodat voor hen die "mei slechte bedoelingen ronddwalen het niet veel moei te is om te weten waar op een bepaald oogenbhk de surveilleerende agent in een wy*k zich bevindt. Is die een punt gepas seerd dan weet men ook zeker dat er eenigen tijd geen tweede voorby komt. Natuurlyk is het jongste geval geheel en al op zich zelf staand, maar prettig blyft het gevoel voor de alleen thuis zynde vrou wen stellig niet. Het is overdreven te be weren dat de veiligheid afnemende is en dat de kans op overvallen steéds grooter wordt. Gelukkig is het zoo niet gesteld in onze stad. Het verbaast ons wel eens dat de politie weinig notitie ervan neemt dat altyd allerlei ongure typen door de stille wijken wandelen, waarvan ieder aanstonds kan vermoeden dat zij er niets te doen heb ben en dat Zy er ronddwalen om zich op de hoogte te stellen van de situatie. Het is na tuurlijk heel moeielyk om in te grypen en die heeren naar hun „besognes” te vragen. I Maar hierkomen wy toch op een terrein waar onze justitieele behandeling te kort schiet Het genre dat wy op het oog heb ben, heeft bijna altyd al eens met de justi tie kennis gemaakt. Zoodra zy hun straf hebben uitgezeten komen zy weer in de maatschappij terug en zyn vry als de vo- el<f. e, bleekheid,;ier- Kaar een fri^che en energie Jzyn ioed en leverijust t bekende middel i levensopgewekt- Ren wordan dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARK [ten en loopers, d^n boekhandel «n de postkantoren. tux zjjn dareljjM geopend van 8—8 uur. Administrate T< tieiTelef. 88. Postrekening 48408. I Zj, die zich JLt ingang vadi 1 Octo- bei op dé GOWSCHE -CO1JRANÉ! 7 voor minstens epr[ kwartaal JfconniM- ontvangen .'de tot dierft datilpi --- ie ie da- De zom^rdagdnzyn haast ten 't®idf spoed en a) zyn de mooie en de warmt gen daarvan niet zóó talryk geweest als w0 verwacht padden, de boomgaarden hebbel) totj heerlijk gebloeid en vruchten gedragen en ue korenvelden hebben hun vwuivende halmen getoond eni goudgele korrels werden wonderbaar gevormd in <Je aren. Nu is de tyd van den oogst gekomen. Ap pels en peren worden welhaast geplukt en in kelders en op zolders opgeborgen of ver voerd naar markt of veiling. En de sikkel i’ slaat in de korenhalmen, die tot schooven gebonden, naar de schuren worden gevoerd, om daar gedorscht te worden.Dat is de drukke tyd van den korenbouw, de oogst tijd, die onze Geldersche dichter Staring zoo teekenend bezongen heeft in zyn Oogstlied: Sh&els kl inCen, Sikkels blinken, Ruischend valt het graan. Zie de bindsters garen! Zie in lange scharen Garf bij garve staan. ZtMxlira het ntedsje verdienen was, raapte Renton een kameelliaren kleed, dat oen der priesters had laten vai.len op, on legde dit over hei lijk van Pe ri era. Toen riep hij Jubatarra en gal bevel, dat er een graf gedolven ion worden. 'l\>tyon d|en tijdl, dat de zon opkwam waren die mannen van het Noorden heiengegaan, ein die van Makonda on der bewaking gesteld. Dei ,,A&ikar-‘ die thans niets meer te doen hadden, haalden hout on water, legden vuren aan en begonnon hun morgenmaialtijd klaar te niaketn. Renton liep hel alnphitheater lang zaam at, en wendde zich onn, toen mj de nauwe kloof aan höi einde bereikt had Bij daglicht bleek de plaats veel kleiner te zi’n, dan deze bij nacht ge leken had hier en daar lagen gebro ken speren op den omiwoelden grond, en de rook steeg nog op uit de smeu lende vuren van den vorigen avond. Op de trappen van het altaar, waar de toortsen reeds lang ui gebrand wa pen. lag een gebroken inlandfiche trom- wel, ent een hoorn, gewahkt van een oli faints tand. 54) - Stiadlron, de priester, die naast het <taar stond, viel den spreker ipinach- t€nd in de rede ,,De toovenares. Welk vertrouwen kuniuen wij in| diergelijke vrouwen stéllen 'Zijn stem werd overschreeuwd door |-'e oiiilzettend lawaai. Hij wendde ziolii Iai de menigte, en wierp met een woe (lend gebaar zijn zwarten mantel naar achteren. iuiisilert niet naar d'e mannen van Makonda. De vrouw moet sterven. De kreet van bNee, ze zal leven werd bijna overstemd door dien van: „Geef tiaar aan den God'.” Speren, knotsen, en strijdbijlen wer den opgeheven. Door woedel Verwrongen gezichten keken elkaar aan, en toornige woor den werdén gehoord. Plotseling weerklank hoorngeschal. Onze'burgemeester is een man die er eén eigten meenfng op na houdt en dat ook wel laat merkep ouk. Hij is niet van plan om zich van zyn stuk te laten brengen en dat vinden de hceren niet aangenaam als zy daarvan de minder aangename gevolgen ondervinden. Het is watfrlyk geen benydens- waardige functie oni burgemeester te zyn van een groote stad; het is hier nog heilig bij Amsterdam en Rotterdam vergelelren, maar dat ook hier de burgemeester wel eens in conflict komt, is te begrypen. Natuur lijk heeft Mr. Patijn zyn eigenaardigheden; hjj is op*vele punten een geprononceerd ka- ijakter en hy is niet aityd zoo soepel als men wel wenschte, maar dat is op zyn tyd ook een deugd. Wie echter op een oogenbiik hem tegenover zich vindt, heeft het nog met gemukkelyk en dus blyft de kritiek dan niet uit. In de «raadsvergaderingen hangt wel eens een gespannen atmosfeer, maar tot hu toe loopt het altyd nogal los. Het doorzet tingsvermogen van den burgemeester brengt meestal de oplossing wel, aj is die niet naar den zin van velen. kóri”. Let el’ op Jubatarra, diat geen enkele maai oiusnapt. De soldaten en de kanonnen van den Koning bpwaken ae toegangen tot deze plaats. Op mijn bevel hebben ïij de woestijn door kruist, en zooals altijd) zijn ze bijtijds gekomen. Voor jullie is dat gelukkig, Hadden jullie mij en de blanke „bi- bi’ vermoord' voor hun komst dtan zou den dluiizenden van die soldaten van den blanken K owing gekomen zijn om le zorgen, dat geen enkele man, die nu hier staat, levend dlcoe plaats had kunnen vertateni. De priesters en de mannen van Makonda, die den Bwana Mkali en zijn ,,bibi’ gevangen non en, zullen) voor den rechter gebracht wor den en hun verdiiende straf niet, ont gaan. Laat, dit een waarschuwing voor u zijn, mannen van het Noorden. Dit maal’ zult ge nog vrijuit gaten, maar vergeet niet, dat daar waar het.woord van mijn Koping. wet is, geen enkel menstfidijk wezen geofferd mag wor- 'dewi aan welken God' ook. en dat blan ke maarnen en hun bezittingen geëer biedigd moeten worden. Gtei nu, en noemt dé woordlen, die ik tot u ge sproken heb. ter harte. De woestijn is doorkruist, en denk er aan, dat •waalr n blanke man geweest is meer dere in zijn voetstappen zullen tre den.” - Een oögenblik bleef hij het schouw spel gaxleslaan. Jubatarra en ziin po litie hadrién de mannen van Makonda ontiingeld. De ande:e waren in Kleine ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (bebooronde tot dan bacorgkriag): 15 re<ela 1J0, alke regel meer 0J15. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regela 1.55, alke regel meer iJO. Advertentifcn in-bet Zaterdagnununer 2t tt bfjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regela 2.06, elke regel meer 0.60. Og de voorpagina 60 tó hoogeor. Gewone advertantita en ingebonden meiH^ relingea b|j contract tot icer gerednceer- den prijs. Gforte lettors en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMchenkomst van aoliede Boekhan- delaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. gels in de lucht. Dat lykt ons niet goed. Èr-moet op dat soort een toezicht blijven bestaan, zoodat de politie steeds weet waar zy vertoeven en waar*1 zy hun tent hebben opgeslagen. De voorwaardelyk-veroovdeelden houdt men -geruimen tyd>aan het lijntje en hefciis dus wel ,mogolijk op hun Boen en laten con trole te. houden. Is; het <inn onmogeljjk om op ontslagen gevangenen 'waarvak men met ^groote zekerheidiweetjf da^(zij te eenig^r tyd /weer in hetj gfevang zullen terug kpmen, eenig toezicht' t^ houden? Over het'jalge meen is het straMtelseij*4"4, - en zeker niet in overal 'eischen di0. de maatsena blik stelt. 'Er wordt nu dat de booskloeners hun Mtraf krijgen vóóral dat zij niet meer oe gelegenheid krij gen om in herhaling van ihun bedrijf te ver gillen. De veiligheid injide groote steden wordt sfieeds moeilyker te beschermen in dien men ook niet alles doet wat, preventief Ij^n werken. Van het punt der inbraken naar ons ge meentebestuur is voor een briefschrijver maar een stapje. J De wethoukleisveriuezing heeft hier in te genstelling met zoovele andere plaatsen, geen moeilijkheden gegeven. Lang heeft het gerucht gegaan dat één van de vjjf niet her kozen ^ouiworden, maar tot slot schijnt men toch van dat voornemen te zyn afgestapt. Men wist al te vertellen wie de opvolger zou zijn én juist d^t schijnt er toe bijgedragen te 'hebben, dat men den aftredende beeft laten zitten. Er is dus geen wyziging in het college en de raad is in samenstelling ook niet noemenswaard veranderd, zoodat de g0-J'a. meente-arraire op denzelfdrfT voet zal ^*4. X den voortgezet. In de eerste vergadering, waarin de burgemeester afwezig was omdat hy met vacantie is, heeft men aan zyn adres eenige onvriendelyfloheden gezegd. Aan het slot der Augustus-vergadering had de bur gervader met één zin afscheid genomen van de [eden die niet zouden weerkeeren in Sep tember. Erg hartelijk was het afscheid niet en daarover werden nu eenige minder aan gename dingen gezegd. Het is altyd eigen aardig zoo teergevoelig openbare personen plegen, te zyn, die-juist in hun debatten al lesbehalve zoo zachtmoedig zyn. Wy hebben het „voorrecht” tal van die heeren te ken nen en dat valt ons altyd weer op. Er is er bijvoorbeeld één we noemen zyn naam maar niet die bekend is om zijn scherpe aanvallen en zijn niets ontziende debatteer- methode. Anderen hekelen en in het zonne- tje-zetten is zyn lust en zyn leven. Nauwe lijks echter wordt hij zelf eens te pakken genomen en ondervindt hij hoe aangenaam zyn methode is of hy is uiterst sensiebel en onmiddellyk op de teenen getrapt, door een minder prettige opmerking die dikwijls op geen stukken na zoo scherp was als hij ze zelf placht te maken. Dat men nu over den koelen toon van eyn officieel afscheidswoord valt is er al weer een bewys voor. Hot geschra rilling voer d<__w er zaxjhl geilulstojcdi werd'„Asikari. Asikari.” Een scherp Ix^el verstoordei de stil te, toen versCbeeh Tim Haterlijn, kalm eai (Mivorschillig als altijd, op zij vau bel afgodsbeeld, gevolgd door zijn or- dcinuiins eii oen hoornblazer. Hij be- vebn.ig|de zijn ’moinoclo vaster in ziófl oog, wmödé Renton toe, en riep uil „Ik gelool, dat hierdloor de zaak beslist wtMxlt, nietwaar mijnheer Ik héb dia manschappen eju kanonnen zoo danig opgesteld, dial aan alken tegen stand hier het hoofd kan worden "e- bod-ein. Maar u zult dien zwarten dui vels moeten zeggen, wat u wensoht, dial ze doen.” Op hot geaichit van een infanlerie- ofiicier was er bewegjng rondom Ren ion ontslaan en degene, die hen» vast hadden gehouden, lieten hem thans los Hi.il stopte naar voren en stond op de onderste» trede van het altaar. „Dat is schitterend) gedaan Tank, \tluiis.terdie hij. „Ga jij de priesters ach terna, dtan zal ik de mannen van Ma- konda)1 voer mijn rdke|ü|ng nemen. Daar je maar over één peloton be schikt, vrees ik, dat wij dé andere zullen moeten laten ontsnappen.” Hii torhief zijn sten» en richtte zich liiel volk, dat hém- mokkend aan- «M ip^Zy'n moeité maait, wat oogit bin- wacHten, doch alleei moefievollen stryd? j Zo» ge den oogst wil beidri moeite, zoi gelijk Multatulib pen der padi (9^st), padij,' die men g f .Zonder zaaiei rt-H-i uiukvm m 1 7 H|t tyfegi^hij van de U>g>gl dag, wa< 1||M doo<lélijk| V»rw «i'oö(;y4pa|iein ge «e |t^Tig^n\ ^igOlots (jna/Iné l(/ien 4-te n Dé IWiman gebi&lï niet^è^É zont over den regen, over de WetsgeMldMjeid, (ilj kan den wjjgdom mogelijk majeen, bevorderen, maar de wasdom zelve staat niet ii macht; pén felle halgelbui, é^n hevig kaan en al zyne verwachtingen en bereke ningen van den oogst worden verpletterd gelyk mét zyn graanhalmen. En wjj, opvoeders, hebben den oogst der opvoeding evenmin in onze macht. Wy kun nen onzen kinderen noch aanleg, noch geest vermogens schenken, vaak staan wy mach teloos tegen slechte neigingen, tegen aller- lei yerdeyfely to Invloeden. Wy kunnen den i? ir 'ginjf uit h i j inz^ kinde- onze e, vlan !y be ver- GOUDSCHE COURANT. tyd.van den oogst is gekoi wortlt ruimschoots beloond: iLij' i hij gezaaid heeft, hy haalt Injh Hpé tireffend is de oo^st JeAl wensbeeld! Varijelks leven,geldt: „Een|f nm u zaaien”. SI Ie opvoeding, die wij »ven, iets anders dan |jz htAine haften iülichten het Ltoliefelijk is |jn wel^ MVjhet kwade I|ftig4nge|i tra /mt het ,lvied< groepjes uiiteem gegaan en verspreidéii zich in de opkomende ochtendscheme ring. Té midden van dé rotsen van net aiiiphiiiucjaileir bevonden zich eenige in- ianterie „asikari” waarvan enke.e op hun geweren leunden, en andere naast hun Kanonnen stonden. Naast Renion klonk een stem. De toovenares van Maweri wachtte, ter wijl haar eene arm om Maureenl s mid del was geslagen. Eep' plotselinge glim lach verscheen om haar lippen. „Inkoos zeide ze, ,,Sungura brengt u hier, wat roods zoo land in uw liart heeft gerust.” „Miaureen.” In een vreugdekreet iqntanapte lienv haar naam. Haar wijd geopendé, starende o«gen keken hem aan, haar lippen bewogen rch. alsof ze wilde spreken, dod» geen geluid werd gehoord. In het spookachtig licht der groote flambouwen, die nog steeds op hef altaar brandden, was haar gedicht doo<!s<hileeik en haar handl ijskoud), joen Renton die in de zijne klemde, en weer uiitrlep Maureen.’’ Toen sprak de kleine toovenares „Genoeg, Inkoos. De dageraad is nabij, doch nog oqn Wie wi, le zal er duisternis heerscihen. Mijn blanke zus ter is dlocxlimoe en moet slapen. Er is no» heel wat te vertellen, maar wacht geduldig, totd|at dé top van den-heuvel is bereikt.” Dick’s oogen volgden Maureen, ter- wij de toovenares haar zachtjes weg- mogelyk maken, wy kunnen dien oogst zelf niet bepalen. Hy hangt af van factoren, die wy niet kunnen beheerschen. Spreekwoorden bevatten de wysheid der volkeren, zoo zegt men. Tóch zyn vele in-, nerlyk onwaar, gelyk dit: Een appel valt niet ver van den stam. Maar al kunnen wy voor een ander niet alles regelen naar onze inzichten, in vele gevallen geldt voor ons zelf de waarheid, dat iedereen „de smid is van zyn eigen fortuin”. Hoe menigmaal krygt niet de mensch de gelegenheid om zich te ontwikkelen, de gelegenheid om te leeren, de gelegenheid eenmaal fortuin of „carrière” te maken en hoe menigmaal laat men die gelegenheid ongebruikt. Als dan de levensoogst schraal uitvalt, aan wien dan de schuld? „Gij zyt de man”, zoo klinkt dan onverbiddelijk de stem van het berouw. En het geluk klopt zelden tweemaal aan onze deur. Hoe zal men oogst verwachten, waar niet gezaaid werd en gearbeid met noeste vljjt? Gry'p de gelegenheid aan, ja maak ze. Wat in het leven van den enkeling ge beurt, geschiedt ook in het leven der menschheid. Ook daar is levensoogst te Drinken tijdens den maaltijd. De vraag of drinken tydens den inaaltyd met het oog op de spijsvertering, wensche- lyk is, wordt door leeken dikwyls ontken nend beantwoord, 'Zy meenen dat het ge bruik van vloeistof onder het eten aiKcu- ring verdient, omdat daardoor de spysver- terin-gssappen verdund worden. Eenzonderling motief l noemde dr -la i-L - - zondheidsleer. Gesteld eens dat hét juist was, dan zou toch nog het bewys geleverd moeten worden dat deze verdunning nauee- len met zich brengt. Zy, die de kwestie op deze wyze opvatten, stellen zich op het door niets gesteunde standpunt, dat onze maaltyd uitsluitend uit vaste spyzen moet bestaan. Men zou met evenveel recht de redeneering kunnen omdraaien en bewwen, dat het normale middagmaal moet bestaan uit spyzen en drank. Gebruikt men dit laat ste niet, dan zullen de sappen van maag en darmkanaal te geconcentreerd, te dik, z(jn, waaruit niets anders dan nadeel kan voort vloeien. Men voelt het onlogische van deze laat ste redeneering: beweringen maai- geer, bewijzen. Men kan dan ook inderdaad door theoretische bespiegelingen en schijnge leerde beschouwingen dergelyke practische vraagstukken niet oplossen; nauwkeurige waarneming en ervaring kunnen hier al leen het antwoord brengen. Deze hebben geleerd, dat men drinken tydens den maal tijd niet af-, noch aanraden moet. Alles hangt van het individu zelf af. Heeft iemand geen dorst, laat hem dan gerust zyn hoofdmaaltyd zonder vloeistof gebi-uiken, doch verlangt hij te drinken, tracht hem km ^liet byster modern stemming van de* afpij op dit oogen- i«t alleen gevraagd maar

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1927 | | pagina 3