Hanten
Nieuwe^ abonné’s.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWÓUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, OOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
«lEUWERKpRK, OUDERKERK, OUDEWAtÈR, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en*.
go* 18563
Zaterdag 17 September 1927
69*Jaargang
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-
itdagen
en r
In.
5 jaar
1
garantie.
FEUILLETON.
De Gouden Heuvelen.
ebeeldb,
g welk soort \ui
4
ren Ig
■4
i m
^ER^BLM).4
ÖiÈCST J
GOUDA,
lotore. 82;
harden, taaien
i.
iit-
HAGENAAR.
AtMDISCHU BRIEVEN.
2493 40
>en Haag.
leidde..
HOOFDSTUK XVI.
i
,Ga jij die priesters alch-
kenidial1
hoorn, gewaakt van een
(Wordt vervolgd).
ien
dn
Bljjde Maaiers,
Nijvre Zaaiers,
Die uw loon ontvingt!
Zit nu rustig neder;
Galm het mastbosch weder,
Als gy juichend zingt!
’t Heeter branden
Op de landen
Meldt den middagtijd;
't Windje, moe van ’t zweven,
Heeft zich schuil begeven,
En nog zwoegt de vlijt.
i ondagwblad
I«aëhi«dt
zyn
or-
le controle van de
niet vergeten dat
in afstand kan zien
linin'
(groei
H vawjhet
hén
lat niet in,
Jlman gebit
;n, over de
r. Wi
Jgt -
Roman van
F. A. M. WEBSTER.
Uit het Engelsch vertaald.
1J1T J
Sjcl$
Jgevalj
ft in*
Sn iiua
md,, 1
aard.
ten
aaid
;een
udere gevallen,
bladen.
wet dj
uitbel
Mm
fogjftl
aanvaard dan ar-
„de vreugde”
i niet in het stam-
Vreugde is in de
aft."
STELD.
w eigen omgeving,
andat ep Dinsdag
e, ROTTERDAM.
2053 30
■ker Amerika.
..CRINOFLQ0R",
Grand t»rix.
Vy minnen
rderen, het
raanjmaar
nenken; de
CH1
[wartaal aw
itn ontvangen/de tot die A
verschijnende nummers GRAM
^Üfjnaj
foi
lUjïö’.
M^tei
teTroeien,.
,n op-
e geneesmidde-
i te Vragen aan
r in de Medicij-
ROTTERDAM.
>uw hield1 op, en een
or de ménigte, terwijl
T
ïkte.
Bleekzucht
ds Maag of
st, zwaarten in
(uitslag, roode
an enz. op elke
- Rheumatiek,
lever, leverstee-
Ule ziekten van
zapie^
iad ;vaft ^t*'L
pn welf lllfllH’
n hunne "M
ïhteiu yryl M
jh in der
m'w&'liqt doe,
4ah mt^beddb
jH tólade teg
|n wasdom’ Wt4^
ied< nietjpfe^
Wetsges
Inderdaad: in het voorjaar heeft de land
man „op hoop van zegen” het zaad in de
voren gestrooid. Den grond bewerken, met
zorg het onkruid wieden, meer kan hij al
niet doen. De zon, de regen, het goede weer
moeten hem te hulp komen. Honderdvoudig
heeft het zaad dan vrucht gedragen en de
Door wederzijdsche welwillendheid zal
de harmonie gehandhaafd blijven te mid
den van het huisgezin en de nieuwe le
vensvormen.
dutfêjiW
een’tlergelylé
den dag brdi’ ‘l
vig tn. In by ..«o
ullcen de vrouw)
meisje en mips
kinderen thuis, j
afwezig en het is te
gelyke gebeurtenis de
op het lijf jaagt. Men
dut de grootst mogeli
dut niemand er aan d
gel te nemen, Do mee,
ges'oten dat je ze met
wel kttn openen als je
het gebeurde een onal
onveiligheid geven*
Er is wel een gèrój
politie maar men ipi
om t<
voet ifflfe
Hi
toe 1
keek.
„De irtatamen van Makonda moe
ten ziet» overgeven alan de politie „asi-
Dit numi
<-r
ABONNEMENTSPRIJS: p«r kwartaal f 125, par week 17 o«t,
per kwartaal 2.M, par week 22 cent, overal waar da bezerging per
Franco pkr post per kwartaal 8.15, met KoMtegahlad 8^1.
Abonn J“ J ,*i'--
by onze
’HOFSTAD.
K1'
flat het’ gevolg was
nuk op kla$licfttert
Kleur van politie
R. heeft til gemeen
Ba? buitendijken valt,
Biten. dag rustig 'te?
Ivn eenzaamheid en
«braak minden 4>p
pglde sclirikler he-
lifen ^yn Omdat uur
teès me|;tó4n dienst-
hi of tyeV kleine
(men zyNv haast alle
rampen ‘een der-
ttouvpen^ile stuipen
r er zoo aan gewend
te veiligheid bestaat
tikt eenigen maatre-
b woningen zijn zóó
ten krommen spyker
[lat wil en dus moet
igénaam gevoel van
aankomen zoodat voor hen die "mei slechte
bedoelingen ronddwalen het niet veel moei
te is om te weten waar op een bepaald
oogenbhk de surveilleerende agent in een
wy*k zich bevindt. Is die een punt gepas
seerd dan weet men ook zeker dat er
eenigen tijd geen tweede voorby komt.
Natuurlyk is het jongste geval geheel en
al op zich zelf staand, maar prettig blyft
het gevoel voor de alleen thuis zynde vrou
wen stellig niet. Het is overdreven te be
weren dat de veiligheid afnemende is en
dat de kans op overvallen steéds grooter
wordt. Gelukkig is het zoo niet gesteld in
onze stad. Het verbaast ons wel eens dat
de politie weinig notitie ervan neemt dat
altyd allerlei ongure typen door de stille
wijken wandelen, waarvan ieder aanstonds
kan vermoeden dat zij er niets te doen heb
ben en dat Zy er ronddwalen om zich op de
hoogte te stellen van de situatie. Het is na
tuurlijk heel moeielyk om in te grypen en
die heeren naar hun „besognes” te vragen. I
Maar hierkomen wy toch op een terrein
waar onze justitieele behandeling te kort
schiet Het genre dat wy op het oog heb
ben, heeft bijna altyd al eens met de justi
tie kennis gemaakt. Zoodra zy hun straf
hebben uitgezeten komen zy weer in de
maatschappij terug en zyn vry als de vo-
el<f.
e, bleekheid,;ier-
Kaar een fri^che
en energie Jzyn
ioed en leverijust
t bekende middel
i levensopgewekt-
Ren wordan dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARK
[ten en loopers, d^n boekhandel «n de postkantoren.
tux zjjn dareljjM geopend van 8—8 uur. Administrate T<
tieiTelef. 88. Postrekening 48408.
I Zj, die zich JLt ingang vadi 1 Octo-
bei op dé GOWSCHE -CO1JRANÉ!
7 voor minstens epr[ kwartaal JfconniM-
ontvangen .'de tot dierft datilpi
---
ie
ie da-
De zom^rdagdnzyn haast ten 't®idf
spoed en a) zyn de mooie en de warmt
gen daarvan niet zóó talryk geweest als w0
verwacht padden, de boomgaarden hebbel)
totj heerlijk gebloeid en vruchten gedragen
en ue korenvelden hebben hun vwuivende
halmen getoond eni goudgele korrels werden
wonderbaar gevormd in <Je aren.
Nu is de tyd van den oogst gekomen. Ap
pels en peren worden welhaast geplukt en
in kelders en op zolders opgeborgen of ver
voerd naar markt of veiling. En de sikkel
i’ slaat in de korenhalmen, die tot schooven
gebonden, naar de schuren worden gevoerd,
om daar gedorscht te worden.Dat is de
drukke tyd van den korenbouw, de oogst
tijd, die onze Geldersche dichter Staring zoo
teekenend bezongen heeft in zyn Oogstlied:
Sh&els kl inCen,
Sikkels blinken,
Ruischend valt het graan.
Zie de bindsters garen!
Zie in lange scharen
Garf bij garve staan.
ZtMxlira het ntedsje verdienen was,
raapte Renton een kameelliaren kleed,
dat oen der priesters had laten vai.len
op, on legde dit over hei lijk van Pe
ri era. Toen riep hij Jubatarra en gal
bevel, dat er een graf gedolven ion
worden.
'l\>tyon d|en tijdl, dat de zon opkwam
waren die mannen van het Noorden
heiengegaan, ein die van Makonda on
der bewaking gesteld. Dei ,,A&ikar-‘
die thans niets meer te doen hadden,
haalden hout on water, legden vuren
aan en begonnon hun morgenmaialtijd
klaar te niaketn.
Renton liep hel alnphitheater lang
zaam at, en wendde zich onn, toen mj
de nauwe kloof aan höi einde bereikt
had Bij daglicht bleek de plaats veel
kleiner te zi’n, dan deze bij nacht ge
leken had hier en daar lagen gebro
ken speren op den omiwoelden grond,
en de rook steeg nog op uit de smeu
lende vuren van den vorigen avond.
Op de trappen van het altaar, waar
de toortsen reeds lang ui gebrand wa
pen. lag een gebroken inlandfiche trom-
wel, ent een hoorn, gewahkt van een
oli faints tand.
54) -
Stiadlron, de priester, die naast het
<taar stond, viel den spreker ipinach-
t€nd in de rede
,,De toovenares. Welk vertrouwen
kuniuen wij in| diergelijke vrouwen
stéllen
'Zijn stem werd overschreeuwd door
|-'e oiiilzettend lawaai. Hij wendde ziolii
Iai de menigte, en wierp met een woe
(lend gebaar zijn zwarten mantel naar
achteren.
iuiisilert niet naar d'e mannen
van Makonda. De vrouw moet sterven.
De kreet van bNee, ze zal leven
werd bijna overstemd door dien van:
„Geef tiaar aan den God'.”
Speren, knotsen, en strijdbijlen wer
den opgeheven.
Door woedel Verwrongen gezichten
keken elkaar aan, en toornige woor
den werdén gehoord.
Plotseling weerklank hoorngeschal.
Onze'burgemeester is een man die er eén
eigten meenfng op na houdt en dat ook wel
laat merkep ouk. Hij is niet van plan om
zich van zyn stuk te laten brengen en dat
vinden de hceren niet aangenaam als zy
daarvan de minder aangename gevolgen
ondervinden. Het is watfrlyk geen benydens-
waardige functie oni burgemeester te zyn
van een groote stad; het is hier nog heilig
bij Amsterdam en Rotterdam vergelelren,
maar dat ook hier de burgemeester wel eens
in conflict komt, is te begrypen. Natuur
lijk heeft Mr. Patijn zyn eigenaardigheden;
hjj is op*vele punten een geprononceerd ka-
ijakter en hy is niet aityd zoo soepel als men
wel wenschte, maar dat is op zyn tyd ook
een deugd. Wie echter op een oogenbiik
hem tegenover zich vindt, heeft het nog met
gemukkelyk en dus blyft de kritiek dan niet
uit. In de «raadsvergaderingen hangt wel
eens een gespannen atmosfeer, maar tot hu
toe loopt het altyd nogal los. Het doorzet
tingsvermogen van den burgemeester brengt
meestal de oplossing wel, aj is die niet naar
den zin van velen.
kóri”. Let el’ op Jubatarra, diat geen
enkele maai oiusnapt. De soldaten en
de kanonnen van den Koning bpwaken
ae toegangen tot deze plaats. Op mijn
bevel hebben ïij de woestijn door
kruist, en zooals altijd) zijn ze bijtijds
gekomen. Voor jullie is dat gelukkig,
Hadden jullie mij en de blanke „bi-
bi’ vermoord' voor hun komst dtan zou
den dluiizenden van die soldaten van
den blanken K owing gekomen zijn om
le zorgen, dat geen enkele man, die
nu hier staat, levend dlcoe plaats had
kunnen vertateni. De priesters en de
mannen van Makonda, die den Bwana
Mkali en zijn ,,bibi’ gevangen non en,
zullen) voor den rechter gebracht wor
den en hun verdiiende straf niet, ont
gaan. Laat, dit een waarschuwing voor
u zijn, mannen van het Noorden. Dit
maal’ zult ge nog vrijuit gaten, maar
vergeet niet, dat daar waar het.woord
van mijn Koping. wet is, geen enkel
menstfidijk wezen geofferd mag wor-
'dewi aan welken God' ook. en dat blan
ke maarnen en hun bezittingen geëer
biedigd moeten worden. Gtei nu, en
noemt dé woordlen, die ik tot u ge
sproken heb. ter harte. De woestijn
is doorkruist, en denk er aan, dat
•waalr n blanke man geweest is meer
dere in zijn voetstappen zullen tre
den.” -
Een oögenblik bleef hij het schouw
spel gaxleslaan. Jubatarra en ziin po
litie hadrién de mannen van Makonda
ontiingeld. De ande:e waren in Kleine
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (bebooronde tot dan bacorgkriag):
15 re<ela 1J0, alke regel meer 0J15. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
15 regela 1.55, alke regel meer iJO. Advertentifcn in-bet Zaterdagnununer 2t tt
bfjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regela 2.06, elke regel meer 0.60. Og
de voorpagina 60 tó hoogeor.
Gewone advertantita en ingebonden meiH^ relingea b|j contract tot icer gerednceer-
den prijs. Gforte lettors en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMchenkomst van aoliede Boekhan-
delaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
gels in de lucht. Dat lykt ons niet goed.
Èr-moet op dat soort een toezicht blijven
bestaan, zoodat de politie steeds weet waar
zy vertoeven en waar*1 zy hun tent hebben
opgeslagen.
De voorwaardelyk-veroovdeelden houdt
men -geruimen tyd>aan het lijntje en hefciis
dus wel ,mogolijk op hun Boen en laten con
trole te. houden. Is; het <inn onmogeljjk om
op ontslagen gevangenen 'waarvak men met
^groote zekerheidiweetjf da^(zij te eenig^r tyd
/weer in hetj gfevang zullen terug kpmen,
eenig toezicht' t^ houden? Over het'jalge
meen is het straMtelseij*4"4, -
en zeker niet in overal
'eischen di0. de maatsena
blik stelt. 'Er wordt nu
dat de booskloeners hun Mtraf krijgen
vóóral dat zij niet meer oe gelegenheid krij
gen om in herhaling van ihun bedrijf te ver
gillen. De veiligheid injide groote steden
wordt sfieeds moeilyker te beschermen in
dien men ook niet alles doet wat, preventief
Ij^n werken.
Van het punt der inbraken naar ons ge
meentebestuur is voor een briefschrijver
maar een stapje.
J De wethoukleisveriuezing heeft hier in te
genstelling met zoovele andere plaatsen,
geen moeilijkheden gegeven. Lang heeft het
gerucht gegaan dat één van de vjjf niet her
kozen ^ouiworden, maar tot slot schijnt men
toch van dat voornemen te zyn afgestapt.
Men wist al te vertellen wie de opvolger zou
zijn én juist d^t schijnt er toe bijgedragen
te 'hebben, dat men den aftredende beeft
laten zitten. Er is dus geen wyziging in het
college en de raad is in samenstelling ook
niet noemenswaard veranderd, zoodat de g0-J'a.
meente-arraire op denzelfdrfT voet zal ^*4. X
den voortgezet. In de eerste vergadering,
waarin de burgemeester afwezig was omdat
hy met vacantie is, heeft men aan zyn adres
eenige onvriendelyfloheden gezegd. Aan het
slot der Augustus-vergadering had de bur
gervader met één zin afscheid genomen van
de [eden die niet zouden weerkeeren in Sep
tember. Erg hartelijk was het afscheid niet
en daarover werden nu eenige minder aan
gename dingen gezegd. Het is altyd eigen
aardig zoo teergevoelig openbare personen
plegen, te zyn, die-juist in hun debatten al
lesbehalve zoo zachtmoedig zyn. Wy hebben
het „voorrecht” tal van die heeren te ken
nen en dat valt ons altyd weer op. Er is er
bijvoorbeeld één we noemen zyn naam
maar niet die bekend is om zijn scherpe
aanvallen en zijn niets ontziende debatteer-
methode. Anderen hekelen en in het zonne-
tje-zetten is zyn lust en zyn leven. Nauwe
lijks echter wordt hij zelf eens te pakken
genomen en ondervindt hij hoe aangenaam
zyn methode is of hy is uiterst sensiebel en
onmiddellyk op de teenen getrapt, door een
minder prettige opmerking die dikwijls op
geen stukken na zoo scherp was als hij ze
zelf placht te maken. Dat men nu over den
koelen toon van eyn officieel afscheidswoord
valt is er al weer een bewys voor.
Hot geschra
rilling voer d<__w
er zaxjhl geilulstojcdi werd'„Asikari.
Asikari.”
Een scherp Ix^el verstoordei de stil
te, toen versCbeeh Tim Haterlijn, kalm
eai (Mivorschillig als altijd, op zij vau
bel afgodsbeeld, gevolgd door zijn or-
dcinuiins eii oen hoornblazer. Hij be-
vebn.ig|de zijn ’moinoclo vaster in ziófl
oog, wmödé Renton toe, en riep uil
„Ik gelool, dat hierdloor de zaak
beslist wtMxlt, nietwaar mijnheer Ik
héb dia manschappen eju kanonnen zoo
danig opgesteld, dial aan alken tegen
stand hier het hoofd kan worden "e-
bod-ein. Maar u zult dien zwarten dui
vels moeten zeggen, wat u wensoht,
dial ze doen.”
Op hot geaichit van een infanlerie-
ofiicier was er bewegjng rondom Ren
ion ontslaan en degene, die hen» vast
hadden gehouden, lieten hem thans
los Hi.il stopte naar voren en stond op
de onderste» trede van het altaar.
„Dat is schitterend) gedaan Tank,
\tluiis.terdie hij. „Ga jij de priesters ach
terna, dtan zal ik de mannen van Ma-
konda)1 voer mijn rdke|ü|ng nemen.
Daar je maar over één peloton be
schikt, vrees ik, dat wij dé andere
zullen moeten laten ontsnappen.”
Hii torhief zijn sten» en richtte zich
liiel volk, dat hém- mokkend aan-
«M
ip^Zy'n moeité
maait, wat
oogit bin-
wacHten, doch alleei
moefievollen stryd?
j Zo» ge den oogst wil
beidri moeite, zoi
gelijk Multatulib
pen der padi (9^st),
padij,' die men g
f .Zonder zaaiei
rt-H-i
uiukvm
m 1
7 H|t tyfegi^hij
van de U>g>gl
dag, wa< 1||M
doo<lélijk| V»rw
«i'oö(;y4pa|iein ge
«e |t^Tig^n\
^igOlots
(jna/Iné
l(/ien
4-te n
Dé IWiman gebi&lï niet^è^É zont over
den regen, over de WetsgeMldMjeid, (ilj kan
den wjjgdom mogelijk majeen, bevorderen,
maar de wasdom zelve staat niet ii
macht; pén felle halgelbui, é^n hevig
kaan en al zyne verwachtingen en bereke
ningen van den oogst worden verpletterd
gelyk mét zyn graanhalmen.
En wjj, opvoeders, hebben den oogst der
opvoeding evenmin in onze macht. Wy kun
nen onzen kinderen noch aanleg, noch geest
vermogens schenken, vaak staan wy mach
teloos tegen slechte neigingen, tegen aller-
lei yerdeyfely to Invloeden. Wy kunnen den
i? ir 'ginjf uit
h i
j inz^ kinde-
onze
e, vlan
!y be
ver-
GOUDSCHE COURANT.
tyd.van den oogst is gekoi
wortlt ruimschoots beloond: iLij' i
hij gezaaid heeft, hy haalt Injh
Hpé tireffend is de oo^st JeAl wensbeeld!
Varijelks leven,geldt: „Een|f
nm u zaaien”. SI
Ie opvoeding, die wij
»ven, iets anders dan |jz
htAine haften
iülichten het
Ltoliefelijk is |jn wel^
MVjhet kwade
I|ftig4nge|i tra
/mt het ,lvied<
groepjes uiiteem gegaan en verspreidéii
zich in de opkomende ochtendscheme
ring. Té midden van dé rotsen van net
aiiiphiiiucjaileir bevonden zich eenige in-
ianterie „asikari” waarvan enke.e op
hun geweren leunden, en andere naast
hun Kanonnen stonden.
Naast Renion klonk een stem. De
toovenares van Maweri wachtte, ter
wijl haar eene arm om Maureenl s mid
del was geslagen. Eep' plotselinge glim
lach verscheen om haar lippen.
„Inkoos zeide ze, ,,Sungura
brengt u hier, wat roods zoo land in
uw liart heeft gerust.”
„Miaureen.” In een vreugdekreet
iqntanapte lienv haar naam.
Haar wijd geopendé, starende o«gen
keken hem aan, haar lippen bewogen
rch. alsof ze wilde spreken, dod» geen
geluid werd gehoord.
In het spookachtig licht der groote
flambouwen, die nog steeds op hef
altaar brandden, was haar gedicht
doo<!s<hileeik en haar handl ijskoud), joen
Renton die in de zijne klemde, en
weer uiitrlep Maureen.’’
Toen sprak de kleine toovenares
„Genoeg, Inkoos. De dageraad is
nabij, doch nog oqn Wie wi, le zal er
duisternis heerscihen. Mijn blanke zus
ter is dlocxlimoe en moet slapen. Er is
no» heel wat te vertellen, maar wacht
geduldig, totd|at dé top van den-heuvel
is bereikt.”
Dick’s oogen volgden Maureen, ter-
wij de toovenares haar zachtjes weg-
mogelyk maken, wy kunnen dien oogst zelf
niet bepalen. Hy hangt af van factoren, die
wy niet kunnen beheerschen.
Spreekwoorden bevatten de wysheid der
volkeren, zoo zegt men. Tóch zyn vele in-,
nerlyk onwaar, gelyk dit: Een appel valt
niet ver van den stam. Maar al kunnen wy
voor een ander niet alles regelen naar onze
inzichten, in vele gevallen geldt voor ons
zelf de waarheid, dat iedereen „de smid is
van zyn eigen fortuin”. Hoe menigmaal
krygt niet de mensch de gelegenheid om
zich te ontwikkelen, de gelegenheid om te
leeren, de gelegenheid eenmaal fortuin of
„carrière” te maken en hoe menigmaal laat
men die gelegenheid ongebruikt. Als dan de
levensoogst schraal uitvalt, aan wien dan de
schuld? „Gij zyt de man”, zoo klinkt dan
onverbiddelijk de stem van het berouw. En
het geluk klopt zelden tweemaal aan onze
deur. Hoe zal men oogst verwachten, waar
niet gezaaid werd en gearbeid met noeste
vljjt?
Gry'p de gelegenheid aan, ja maak ze.
Wat in het leven van den enkeling ge
beurt, geschiedt ook in het leven der
menschheid. Ook daar is levensoogst te
Drinken tijdens den maaltijd.
De vraag of drinken tydens den inaaltyd
met het oog op de spijsvertering, wensche-
lyk is, wordt door leeken dikwyls ontken
nend beantwoord, 'Zy meenen dat het ge
bruik van vloeistof onder het eten aiKcu-
ring verdient, omdat daardoor de spysver-
terin-gssappen verdund worden.
Eenzonderling motief l noemde dr
-la i-L - -
zondheidsleer. Gesteld eens dat hét juist
was, dan zou toch nog het bewys geleverd
moeten worden dat deze verdunning nauee-
len met zich brengt. Zy, die de kwestie op
deze wyze opvatten, stellen zich op het
door niets gesteunde standpunt, dat onze
maaltyd uitsluitend uit vaste spyzen moet
bestaan. Men zou met evenveel recht de
redeneering kunnen omdraaien en bewwen,
dat het normale middagmaal moet bestaan
uit spyzen en drank. Gebruikt men dit laat
ste niet, dan zullen de sappen van maag en
darmkanaal te geconcentreerd, te dik, z(jn,
waaruit niets anders dan nadeel kan voort
vloeien.
Men voelt het onlogische van deze laat
ste redeneering: beweringen maai- geer,
bewijzen. Men kan dan ook inderdaad door
theoretische bespiegelingen en schijnge
leerde beschouwingen dergelyke practische
vraagstukken niet oplossen; nauwkeurige
waarneming en ervaring kunnen hier al
leen het antwoord brengen. Deze hebben
geleerd, dat men drinken tydens den maal
tijd niet af-, noch aanraden moet. Alles
hangt van het individu zelf af. Heeft
iemand geen dorst, laat hem dan gerust zyn
hoofdmaaltyd zonder vloeistof gebi-uiken,
doch verlangt hij te drinken, tracht hem
km
^liet byster modern
stemming van de*
afpij op dit oogen-
i«t alleen gevraagd
maar