14"i
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 22 OCT. 1927 - TWEEDE BLAD
u::iu"ës. o-zso
5#90 750 950 2275
675 8?°11.5014.75
5?° 8?512?°16.50
17S 2?° 4?° 6.75
1?° 27.5 3?° 575
750 9.7512?° 14?5i
275 450 75O 9751
»zï."9Q75
:r""9T°
Zon en Mensch.
Uit ons Parlement.
Een merkwaardige vangst.
t Bovenstuk dezer chique Crêpe
Georgette Japon is modern met
biezen gegarn. Rijk smockwerk in
taille en aan mouw, rok rondom
Rosé, Marine, Zwart
Mooie Ripa Japon
met kraag, manchet,
ceintuur, strik en
ingelegde rokplooi
v Crêpe de Chine.
Rond de ceintuur
keurig m zijde be»
stikt In alle mo
derne kleuren sl
prima Vclautinc in
nieuwste model,
keurig bestikt met
zijden bloemmotief
ook op manchet;
breede ceintuur met
strjissgesp. In div.
moderne kleuren si.
Bijzondere Aanbieding
Popeline* en Rips japonnen
1 aftzijde en Crêpe de Chine
Fluweel Japonnen
Wollen Vesten en Jumpers
Keurige Wollen Costuums
Q7S 1^50 I75O 7J75
Flanellen en Wollén Blouses
Crêpe de Chine Blouses
WoHen Stoffen Rokken. 8
FChique Velours Man»!
tel met vollen shawl»"
kraag en manchet van
l mooi langharig. licht*
Igrijs bont (Moufflon)
Ben doorloopend»
'breede revets. Rondk
om onder garneering
van ingeslikte biezen.
In Acajou, Marron,
slechts m
rarte Velours Man-
in moderne, diago»
nale lijn met breeden.
vollen shawlkraag van
echt bont(Taupinette)i
ook op manchet. Voor
pand chique gegar»
neerd met ophggende
plooien. In Marron,
Acajou. Bleu, Marine
slechts
Geheel^Paconné gevoerde
Mantel v. zware Rips Travers
in. tot onder doorloopenden
en zich daar verbreedenden
shawlkraag van flatteerend,1
lichtgrijs bont (Bleuté). Vóór(
pana chique gegarneerd met
ingestikte bie»
zen. In moderne Ll^
kleucerf\ ,%r. TC
Heerlijk warme'Win*
termantel met vollen
tot onder doorloopen*
de shawlkraag en man*
chet van keurige bont*
imitatie, In Lido Biedt
Bleu Corsaire, Acajou
Marine "c
enZwart fw'J
slechts t X V/»
voor Heerenkleeding
BETER
GEKLEED
Hoe begrijpelijk is het verlangen
der Vrouw, die prijs stelt op haar
uiterlijke verschijning, om telken*
male de nieuwe mode te yolgen.
Vooral wanneer die, gelijk thans
het geval is, zöb elegant en zoo écht
vrouwelijk kleedt doof de nieuwe
modellen, waar Ge U behagelnk
kunt inwikkelen, door de rijke
bontgarneering ook, welke zoo
voornaam doet voorkomen. Web
nu, U kunt ook beter gekleed gaan!
MINDER
ESTEED
Steeds hebben wij door onze aan*
biedingen bewezen, dat moderne
kleeding niet duur behoeft te zijn.
Het is immers duidelijk, dat een
groote, internationale inkooporga
nisatie alléén voor confectie, als de
onze (gevolg van ongekend groote
omzetten in drie landen) niet alleen
voordeeliger in kan koopen, maar
ook met een veel geringer winst per
stuk kan volstaan. Doet hiermede
Uw voordeel 1 Wanneer komt U?
Elegant kleedt U deze keurige
tyantel van prima Engelsche
Fantasiestof met breeden.
ruimen kraag van het zoo
gezochte. lichtgrijze bont
(Bleuté). Op zij zeer moderne
flooi- en knoopgarneering
n verschillende
■f tinten en dessins
slechts
Leuke Mantel van
Engelsche Fantasiestof
(double face) met mo.
dernen bontkraag pn
breede, tot'onder
doorloopende revers
In diverse moderne
finten en
dessins
slechts
2763 810
De mensch is een geboren pruttelaar. Hy
deelt deze eigenschap wel met het knorrige
varken, maar dit maakt de zaak volstrekt
niet beter.
In Juli, in Augustus, en September heb
ben we geklaagd over den slechten zomer,
over te weinig zon, over te veel regen.
Daar komt October met; het mooiste weer
ter wereld. Een stralende zon overgiet het
aardrijk met zyn koesterende stralen. Alles
in ons lacht, en juidht en zingt en tiereliert
van louter vreugde. Onze ramen en onze
harten staan wyd open voor de weldoende,
heerlijk-zachte zonnestralen. Wij zitten iiT
ons prieel en we zien den zon-overgoten
tuin, den zonneweerschyn in het water, de
diep-heldere klare lucht en... we-schamen
ons eigenlijk zoo'n beetje over onze prutte
lende ondankbaarheid. En met een soon
zelfverwijt herinneren we ons het vers uit
Beets' Meidag:
Wij hebben lang genoeg gezucht,
Als werden wy vergeten,
Daar komt op eens de zachte lucht
Nu willen wy 't niet weten,
Maar menigeen heeft vaak gezegd:
Die kou is naar, dat weer is slecht,
Als moesten wij 't niet loven,
Als kwam het niet van boven.
Die zon, die vreugde en geluk, vrucht
baarheid en leven schenkt, wat oefent zij
een ontzaglijken invloed uit op onze stem
ming, ons humeur. Z\j, de geluk-brengster
ziet ook het liefst blijde gezichten.
Als de zon haar stralende zegetocht vol
brengt langs het firmament, dan rijst er
iets als een dankbaren jubel op uit ons hart.
Als 't niet zoo mal stond, zouden we de
boomen en de aarde wel willen omarmen,
gelyk Pallieter in Felix Timmermans' boek.
Ja, we gevoelen er behoefte aan iets liefs
te zeggen of te doen. Ja inderdaad, het zon
netje van buiten heeft het zonnetje van bin
nen gewekt en dat straalt en glanst In
schittert zóó, dat ze verschijnt in een licht
van geluk, van vrede en van liefde. Immers»
De schoonste zomerzonneschijn
Vervroolykt hart noch zinnen,
Wanneer we niet vervroolykt zyn
Door het zonnetje van binnen.
Hoe geheel anders zullen we straks de
wereld aanzien, als de Novembernevels alles
kil en klam maken en het zonnelicht spaar
zamer zal -worden. Hoe goed gevoelen wi(J
die klacht van den Zigeuner-knaap in 't
Waar zóó koude nevels hangen
Schiet de zon haar stralen niet;
Uit zóó weggezonken wangen
Klinkt geen lustig knapenlied.
Op naar 't Zuiden, op naar Spanje,
Naar het land van zonneschijn,
moet ons tevens tot aanbidding brengen van
den „Schepper aller dingen".
En dan gaat ten slotte de zon onder. By
haar verschijnen heeft ze, niet wetende van
groot en klein, de gansche wereld gekust en
by haar verdwijnen zendt ze ook allen haar
stralende afscheidsgroet. Ze heeft haar
grootsche dagtaak verricht, maar ook onze
ziel nader gebracht tot den Oneindige, ver
boven de kleine gedachten der menschen. En
niemand minder dan Beethoven heeft deze
stemming verklankt in zyn beroemde me
lodie „Die Himmel rühmen des Ewigen
Ehre":
De heemlen roemen des Eeuwigen eere,
Zijn naam klinkt voort van oord tot oord.
Hem looft het aardrijk, Hem prijzen de
Verneem, o mensch, hun god'lyk woord!
Wie schiep der sterren ontelbare sferen?
Wie voert de zon langs 's Hemels veld?
Zy praalt en schittert tot glorie des H
En gaat haar baan gelyk een held.
EERSTE KAMER.
De Senaat is bijeen geweest om de nieuwe
wet op de naamlooze vennoot-
schappeninde afdeelingen te onderzoe
ken. Wy vermoeden, dat de bezwaren van
het bedrijfsleven tegen dit nieuwe recht in
de Eerste Kamer ernstig gevoeld zullen
Voorts heeft de Eerste Kamer zyn „bu
reau" weer compleet. De c o m mies-grif
fier was tot griffier benoemd en nu is na
scherpen strijd, welke tot vier stemmingen
leidde, mr. de Block benoemd tot diens op
volger, een Katholiek, zoodat President,
griffier en commies-griffier nu allen tot de
Rechterzijde behooren. Naar wy vernamen
waren de Katholieken huiverig, dat hun
geestverwant President van Voorst tot
Voorst, die reeds de 80 gepasseerd is, te
eeniger tyd niet door een Katholiek zal wor
den opgevolgd, weshalve zy reeds by voor
baat een andere plaats in het bureau der
Kamer hebben bezet. Een christelyk-histo-
ricus moet bestemd zyn tot opvolger van
generaal van Voorst. Dat de linksche par
tyen geen enkel geestverwant in het bureau
hebben en in afzienbaren tyd evenmin zul
len krijgen, sohynt de rechtsche meerder
heid niet te deren. Met dit al blyft het af
te keuren, dat by een dergelijke functie de
kleur, of liever het geloof, den doorslag kan
TWEEDE KAMER. W
Mislukte interpellaties. Verschillende
wetsontwerpen.
Eerst een illustratie, hoe tegenwoordig
het interpellatie-recht misbruikt
het-Zuiden: Frankrijk, Spanje, Italië, en m
onze dagen in het ongelukkige Mexico. Zou
de zon hieraan geen schuld hebben? Hare
Stralen warmen de harten aldaar met zulk
een vurigen gloed, dat allerlei geweldige
passies daar ontwaken: vurige liefde, hef
tige haat, ontembare wraakzucht met al de
vieeselyke gevolgen.
Ja, de natuur heeft deze landen ryk be
genadigd, maar ook hier geldt: Het zyn
sterke beenen, die de weelde dragen.
Onze dichter Huygens heeft in een ge
dicht een groot aantal namen voor de zon
uitgedacht. Hy heeft echter verzuimd, de
zon de grootste Democraat te noemen. De
Democratie was in zijn dagen dan ook nog
niet uitgevonden.
De zon kent geen rang en geen stand, geen
armen en geen rijken, geen grooten en klei
nen. Zij weet, dat we allen kinderen van een
Vader zyn die „zyn zon laat schijnen over
rechtvaardigen en onrechtvaardigen".
We hebben de zon lief om haar licht en
haar warmte. Zonder haar zou elk leven op
aarde zyn uitgebluacht. Maar deze gedachte
wy'zen, wijl dit onderwerp by de begrooting
van Waterstaat kan worden besproken. Toen
bedelde de Christ, hist. Overyselaar om meer
spreektijd. Natuurlijk verzette de Voorzitter
zich hiertegen: het zou een nieuw misbruik
in het leven roepen. Er werd gestemd over
het interpellatieverzoek41 voor, 41 tegen.
Dus in een volgende vergadering een nieu-
Zoo maken sommigen van het mooie recht
van interpellatie misbruik.
Een groot aantal wetsontwerpen stond op
de werklyst. Geen „groote" ontwerpen, wel
ke beroering in het land wekken, maar toch
allerminst zonder beteekenis.
Eerst werd het S 1 a v e r n y'-v e r d r a g
goedgekeurd, waarby de communistische af
gevaardigde de vrijmoedigheid had dictatuur
te bestryden, natuurlijk behalve waar zyn
politieke vrienden nu al tien jaar een on
barmhartige dictatuur uitoefenen.
Vervolgens werd tot instelling van een
Postraad besloten, een college van ad
vies en toezicht, dat Regeering of Direc
teur-Generaal der P. T. T. zal adviseeren.
Een poging om postambtenaren in dezen
Raad op te nemen mislukte, daar het om
adviezen van buiten te doen was. Weliswaar
nam de Kamer een amendement in dien zin
aan, maar de Minister «ei uitdrukkelijk, dat
hy geen postambtenaar er in zal doen plaats
nemen. Het wetsontwerp werd met weinige
stemmen tegen, by zitten en opstaan, aan-
Een onaangenaam ontvjerpje was de be
krachtiging van de Rijksgarantie, destijds
door Minister Coiijn gegeten, toen de Rot-
terdamsche Bankvereeniging
in nood verkeerde. De socialisten bestreden
deze wijze van steunverlening en ook mr.
van Gijn vond dat men te royaal was ge
weest en ook op onnoodige wyze deze groote
bank gesteund had. Het overgroote deel der
Kamer heeft het ontwerp echter geslikt.
Met lange tanden, zooals toen zoo vele cri-
sisstroppen moest aanvaarden. Verdediging
heeft het gebeurde by deze bank niet ge
vonden. Het ging alleen om de vraag, of de
toenmalige Regeering terecht met Staats
steun deza bank boven water heeft gehou
den, een zaak, waarby zoo gróote belangen
in heel ons land betrokken waren. Dit werd
vrij algemeen erkend en het geval werd
praptisch minder erg, nu de betrokken bank
zich snel hersteld heeft en de kans niet ge
ring is, dat de Staat er zonder kleerscheu
ren zal afkomen.
Voorts werden goedgekeurd: een wijziging
der Dividend- en Tantièmebelas
ting (betreffende dubbele belasting); de
afsluiting van den 10-jarigen crisis
dienst; een herziening van de wet op het
reservepers om eel by de land
macht (waarby de meerderheid de Regee
ring steunde by de bepaling, weLke het mo-
gelyk maakt verlofspersoneel anders te sa-
larieeren als beroepspersoneel en ten slotte
de wettelijke regeling van den Ho ogen
Raad van Ar be id, waarover zich een
breed en belangwekkend debat ontspon.
Daarna als slot der parlementaire week de
communistische afgevaardigde zyn zooveel-
ste interpellatie (eigenlijk waren het
er twee tegelijk) hield over de Indische
p o 1 i t i e k der Regeering.
De Kamer keurde goed de wettelijke re
geling van den Hoogen Raad van Arbeid.
De behandeling van de ontwerpen betref
fende een nieuwe overeenkomst met „De
Sche.de" deed aan de Robaver-quaestie en
het Middenstandsvraagstuk denken.
De Staat zat door de bestaande overeen
komst in de klem. Toen minister van der
Vegte van de verhouding tusschen Staat en
„Schelde" kennis kreeg stond hy versteld.
En de vraag was dus slechts, of de nieuwe
overeenkomst, waarby het economisch be
lang van Vlissingen en Zeeland ten nauwste
betrokken is, doch die den Staat diep in den
buidei laat tasten, voordeeliger is dan het
nadeel dat de Staat zou lyden by afloop der
oude overeenkomst. Algemeen beantwoord
de men deze vraag bevestigend, gezien de
fataal gebleken condities van tie oude over
eenkomst van 1313, waarvan men nu geen
kwaad genoeg zegt, doch die, toen, na voor
bereiding van een commissie, door Iiegee-
ring en Staten-Generaal aanvaard werd...
Lord Caoil's ontwapeningscampagne.
Lord Robert Cecil heeft gisteren met een
rede in de Caxton Hall te Londen zyn ont
wapeningscampagne geopend. Zonder ont
wapening, dat wil zeggen zonder een inter
nationale overeenkomst tot beperking der
bewapening, zeide Cecil, kunnen wy niet op
een duurzame vrede in Europa hopen.
Lord Robert Cecil zette uiteen, dat hy
uit het ministerie was getreden om met
meer vrijheid te kunneh opreken over het
ontwapeningsvnaagstuk en de noodzakelijk
heid van ontwapening te bepleiten. Hij wees
op de groote lasten, die de bewapening op
de volken legt en zedde dat ontwapening
alleen mogelijk is, indien zij algemeen is.
Voortgegaan
k.ngen om dit te berea4q|i. In de eerste
hy,
arbitrage
moet worden aanvaard voor alle geschillen,
die zich zullen voordoen. Het wantrouwen
Het is
Weitkamp's leider dr. de Visser naar den
spreektijd bij Waterstaat. De reglementaire
driekwartier, antwoordde voorzitter Ruys.
Waarop de heer Weitkamp zyn interpellatie-
verzoek introk!
Een tweede voorbeeld. De heer Krygêr
had schriftelijke vragen by den Minister van
Arbeid ingediend naar aanleiding van de
vaocinatie-quaestie. Het antwoord kon iede-
ren dag inkomen. Niettemin vraagt de so-
interpellatie over hetzelfde onderwerp aan.
Het schriftelijke antwoord van den Minis
ter aan den heer Krijger komt denzelfden
dag in en ziet, den volgenden dag trekt me
vrouw de Vries haar interpellatie-aanvrage
in verband met dit antwoord in.
er voortdurend, op aandringen ydat de clau
sule betreffende het Permanente Hof van
Internationale Justitie door alle staten
wordt ge teekend.
Br is beweerd, zeide Cecil verder, dat het
mogelijk is dat wy door aanvaarding van
de clausule inzake het Permanente Hof van
Internationale Justitie in een onvoordeelige
positie zouden kunnen komen, doch per
soonlijk geloof ik dat deze vrees geweldig
wordt overdreven. Ik geloof zelfs dat wy
verder nog moeten gaan. Hy zag de moge
lijkheid van het sluiten van arbitrage-ver
dragen met verschillende staten voor de
oplossing van alle geschillen door het Per
manente Hof van Internationale Justitie.
Lord Cecil besprak de leer, dat Engeland,
veilig door macht en positie, de troebelen in
Europa van zyn ongenaakbare hoogte kon
aanzien. Een politieke moord in een veraf
gelegen Balkanstaat heeft het geheele ryk
in den oorlog betrokken. Vrede was even
wel de voornaamste factor voor de Bntsche
welvaart, en van die welvaart op dit eiland
hangt het geheele ryk af.
Cecil zeide, dat ontwapening een nood
zakelijke factor was voor het verkrijgen
van een blyveuden vrede. Van elk pond
sterling belasting wordt thans 14 shilling
betaald voor het afbetalen van oorlogsscha
den en het voorbereiden van nieuwe oorlo
gen. Rusland uitgezonderd is Engeland het
©enige land, dat thans meer aan bewapening
besteedt dan in 1313, voor de zeemacht zelfs
meer dan in 1914, ook als men het verschil
in waarde van het geld in aanmerking
neemt, hoewel er in de Europeesche wate
ren geen vloot is, die vergeleken zou kun
nen worden met de buitenlandse he vloten
van vóór den oorlog. In Europa is de stem
ming voor arbitrage wel gunstig, maar
iqtpojftqe Kepfl, £n*M zk*. daaraf m
willen binden. Spr. pleitte vooral by sir
Austen Chamberlain, dat deze en de regee
ring niet zouden toestaan, dat bureaucraten
den Volkenbond ondermijnen door het doen
herleven van de oude diplomatie.
Tenslotte zeide Lord Robert Cecil, dat
naar zyn meening elk lid van den Volken
bond den plicht heeft, den qorlog slechts
dan aan te gaan, wanneer alle andere mid
delen tot oplossing van de quaestie waïen
beproefd en wanneer alle andere leden van
den Volkenbond het er over eens waren dat
oorlogsmaatregelen gewettigd waren. Een
algemeene vermindering der bewapening
zou het gevoel van internationale v^ilig-
BUITENLANDSCH NIEUWS.
DUITSCHLAND.
De toestand in het bruinkolengebied.
In de staking in het Midden-Duitsche
bruinkolengebied is weinig verandering in
getreden. Het aantal stakers is met circa
1500 man toegenomen. Door gebrek aan ko
len zyn andermaal een aantal suikerfabrie
ken gedwongen de campagne te onderbre
ken. De suikerindustrie te Sorbig, Wehlitz,
Zeitz en Schwittersdorf ligt stil. Te Zeitz
moest wegens gebrek aan kolen eveneens het
abattoir i
ENGELAND.
Een auto-dievegge te Londen.
Te Londen zyn behalve een groot aantal
autodieven die in benden vereenigd zyn, ook
tusschen de 20 en 30 auto-dieveggen aan het
werk, volgens een schatting van Scotlqjid
Yard. Tot dusver zyn er maar drie van deze
vrouwen opgepakt en veroordeeld.
De auto-tentoonstelling in Olympia is een
groote verlokking voor de dieven, want el-
ken dag staan in de buurt ervan duizenden
auto's van bezoekers op straat. Eergisteren
avond probeerde een dievegge onder deze
haar slag te slaan. Het was een ongeveer
80-jarige vrouw met een bontmantel, die
zeer modieus gekleed was en een knap ge
zicht had.
Toen er een druk bezoek op de tentoon
stelling was, stapte zy koelbloedig in een
groote auto, reed er Hammersmith-road
mee op en aloot zich daarna aan by den
grooten stroom van auto's die van den kant
van het Olympia-gebouw kwamen. Er ont
stond echter een opstoppings in het verkeer
juist op het oogenbiik dat de eigenaar van
de auto op straat kwam, de verdwijning van
zijn autc\ ontdekte en een luidruchtig alarm
sloeg.
Doodkalm stapte zy toen uit de auto, liep
een gangetje door waar een portier men
schen die een korten weg naar West Ken
sington willen volgen, op hun verzoek meest
al doorlaat, en verdween.
t De portier zegt dat hy geen oogenbiik
aarzelde om de sjiek gekleede dame, toen
zy hem vergunning vroeg, door te laten. HU
kon een vry goed signalement van haar ge
ven en met behulp hiervan hoopt de politie
haar nog op te sporen.
Mej. Gleitze geeft haar poging op.
Uit Londen wordt gemeld, dat mej.
Gleitze haar poging om het Kanaal over te
zwemmen wegens hevige koude heeft moe
ten opgeven op ongeveer 8 myl Oost-Zuid-
Oost van Dover.
FRANKRIJK.
Koning Foead te Parijs.
Bij een banket op het Elysée, ter eere van
koning Foead, wees Doumergue op de
Fransch-Egyptische vriendschap, die op de
geschiedenis en op de belangelooze samen
werking op 't terrajj) van de wetenschap ge
baseerd is. Tydens den oorlog heeft koning
Foead de Egyptische strijdkrachten met de
geallieerden doen samenwerken en na den
oorlog Was de democratische constitütie, die
hy Egypte gaf, overeenkomstig de wen-
schen der geallierden.
In zyn antwoord wees koning Foead op
alles wat Egypte aan de samenwerking met
Frankrijk te danken heeft. Sprekende over
Mi sekle hij, dat geen and.
had kunnen T>JJriragén Fot c
de twee volken. Hij
voegde er aan toe, dat Egypte, dat doordron
gen is van de Westersche beschaving en te
vens erfgename is van een eeuwenoude cul
tuur, tot taak heeft, aan de gemeenschap
pelijke zaak van vooruitgang en beschaving
mee te werken.
Rakowski's opvolger.
Dowgalewski benoemd.
Een Reuter-telegram uit Moskou meldt
dat thans officieel wordt medgedeeld door
het centraal executief comité der U. S. S. R.,
dat Dowgalewski, thans ambassadeur in Ja
pan, benoemd is tot 1
te Parijs.
BINNENLAND.
GEDEPUTEERDE STATEN.
Verdeeling der werkzaamhedten.
Gedi. Staten van Zuidt-Holland bren
gen tea- koiuiis, dal hun ooilege „al
bebtann uit twee afdeeling, A en B.
A. P[rov. en (iemeeniejlljjte füianoiën,
belas;ingen, prov. personeel, bezoldi
ging gemeeaitepehioneeionderwijs.
.i Als je smaak van het hengelen beet
hebt, Wielemans, dan ga je geregeld op zyn
minst éénmaal in de week uit visschen. Vis-
Mhen is een gezonde sport, heeft Prof. Pel
gezegd. Het is een heerlijke ontspanning
voor den geest. Juist voor menschen, zooals
Hf. die altijd met het hoofd arbeiden, is het
goed, dat ze hun gedachte eens in andere
richting leiden. Wanneer'je in de vrije na
tuur zit te mijmeren over eenvoudige maar
interessante dingen, zooals bijv. over de
vraag of de visschen gehoor hebben, of zij
bijgeval ook tegen elkaar aanbotsen als zij
zwemmen dan wel of zij intuïtief de regelen
van het vischverkeer volgen zie, dan ga
Je belangstellen in tal van zaken, waaraan
Je zoo in 't dagelyksch leven heelemaal niet
denkt.
En waarvoor je ook geen tijd hebt om
»»n te denken, Beversluis.
Dat dacht je maar. Dan ga je er maar
eens vroeg opstaan. Of je neemt er je vrije
zaterdagmiddag- voor. Jullie journalisten
nebt het altijd druk en ik zou zoo zeggen,
dat jullie veel te weinig buiten komt. De
beste schrijvers krügen hun schoonste inspi
raties bjj het bespieden van de levende na
tuur. Lafontaine, Rousseau, Bonsels... enfin,
ï°5°16 Mlf maar' een groot aantal auteurs
«ebben een schat van ic
het leven der dieren.
- Allemaal tot je dien
«unm en uren voor oyer hebben om ,n gte.
elbaarsje te vangen. Ik herinner mij nog
3 dat mopje uit het grappige boek, een
joort humoristisch album. Daar zag je een
tellend toeschouwer met het horloge
de hand by een hengelaar staan. Wat
moet een visscher toch een geduld hebben,
.zei hy, daar sta ik nu aJ drie uren te wach
ten of hy ook beet kry-gt...
Ga eens met myn vriend Timmerman
en mij uit visschen en je zult versteld.staan
hoe gauw je beet hebt. Ik loof een prys uit
voor degene, die het eerst een baars aan den
hengel slaat.
Gp een druilerigen morgen begaven zich
de journalist en de twee hartstochtelijke
hengelaars naar een groote veenplas, bijge
naamd het Snoekenmeer, een vischryk wa
ter, dat omzoomd was door hoog opgaand
riet.
Visschen is gezond, spotte Wielemans,
toen hy aan den rand van de plas zyn re
genjas uitspreidde, opdat hy niet in het
vochtige gras behoefde te zitten.
Hier is de hengel, zei Beversluis, en hy
gaf den journalist een fraaien hengelstok
met snoer, een eerste prijs uit een hengel-
wedstryd, in de hand.
Ik zal niet verschrikt maken, zei de
aankomende hengelaar, en hy wierp den
hengel uit.
Sst, suste Beversluis, onmiddellijk
daarna, je hebt nu al beet jaudorie.
Sst, deed de journalist terug, terwyl
een wonderlijke emotie hem doorstroomde.
Wat moet ik doen? fluisterde hy.
Nog even wachten... Haal op...
Na een vervaarlijken, wilden ruk, zwaai
de Wielemans triomfantelijk een sidderende
baars in èen grooten boog door het lucht
ruim.
Wat is het? vroeg hy verbaasd over
de groote afmetingen van de visch.
Een baars man! Jy hebt de eerste
baars gevangen. De hengelstok die je in de
hand hebt, is van joq.
Wat is dat prachtig, zei Wielemans, in
't midden latend of het eerste resultaat van
zyn hengeldebuut dan wel het winnen van
den hengel hem in extase bracht.
-Je zult zien; hij vangt ook een snoek,
schertste Timmerman.
Soms vangt een koe een haas, lachte
de verraste prijswinnaar.
Beversluis verhaalde van reusachtige
snoeken, van krom gebogen hengelstokken
en van allermerkwaardigste vangsten, zoo
als elke hengelaar heeft meegemaakt of ge
droomd.
Veertien dagen geleden zoo vertelde
hy heb ik op dezelfde plaats waar Wiele
mans zit een snoek gevangen van drie pond.
Jullie had moeten zien hoe het beest zich in
duizend bochten wrong om los t§ komen»
Toen ik hem op 't droge had, en hem in myn
net deed, beet-ie my uit louter woede in
mijn duim.
Laat je duim es zien, vroeg Wielemans
t Is alweer beter. Maar t zijn me kna
pen! Een snoek vangen geeft een pracKt-
die de wind in het water stuwde.
Als ik wat zeggen mag... waagde Wie
lemans tenslotte.
Ja.
Er komt niets.
Geduld, zei Beversluis. Als je ongedul
dig wordt, vang je niets.
Ik word styf van 't zittèn, klaagde
Wacht, ik zal voor de aardigheid eens
mijn speciaal snoekendeeg aan je hengel
doen, Wielemans. Als jy dan toch zoo'n bof-
fert bent. Maar nu werkelijk bedaard wezen
en heusch niet babbelen. Anders jaag je ze
Ik zal hem niet
voordat hy op t droge is, beloofde Wiele-
Drie kwartier lang zaten de drie henge
laars roerloos voor zich uit te turen. De dob
bers stonden recht op het water en volgde
slechts de deinende beweging van de golven,
Laat hem gerust ten kwartiertje kuie
ren gaan, adviseerde Timmerman.
Dat doe ik. Ik ga in *t café daarginds
even een heet kop koffie drinken.
Wat een hengelaar, die prijswinnaar,
smaalde Beversluis.
Dag snoeken jager, kaatste Wielemans
terug en hij plantte zyn hengel vast in den
grond, alsof hy sinds jaar en dag aan de
vischvangst had gedaan.
Toen hy na een twintig minuten terug
kwam, werd hy reeds uit de verte door in-
teresaftte gebaren van beide andere henge
laars aangemaand tot spoed.
Hy versnelde zyn pas en zag weldra, dat
de dobber van zijn hengel heelemaal onder
water was, terwyl de stok diep voorover
helde.
Een snoek, kerel fluisterde Beversluis.
Help me mee, verzocht Wielemans
dringend, terwyl hy voorzichtig den hengel-
hy haalde met geweldige bravoure het brui
ne monster op.
Wat zeg je er nou van vroeg hy be-
Dat 's geen snoek constateerde Tim
merman, terwyl bij met verbaasde oogen
keek naar een rood-wit-en-blauw lintje om
den „hals" van de bruine visch.
Wielemans heeft de avonturen van de
hengelparty inderdaad in de krant vermeld.
Hy liet in twee exemplaren van zyn dag
blad een bericht afdrukken, dat alleen be
stemd was voor zyn beide hengeivrienden,
die daarom een andere krant in de bus von
den ddn de overige abonné's. Nadat het och
tendblad op de gewone wyze was gedrukt,
liet hij in een der pagina's een berich^ver-
vangen door het volgende merkwaardige
nieuwtje:
- Eerst even laten vieren, ried Timmer-
Nee ophalen, sommeerde Beversluis,
die aohter Wielemans ging staan, alsof hy
hem zou souffleeren wat hy moest doen.
Vooruit dan maar, zei de journalist, die
ook zonder theorie wel een snoek dacht te
kunnen vangen één, twee...hupla!... en
„De Veenplas het Snoekermeer is gelyk
men weet ryk apn allerlei vischsoorten.
Maar dat zij ook kabeljauw bevatte, was
tot nu toe niet bekend. Twee ervaren hen
gelaars de heeren Beversluis en Timmerman
in de visscherswereld bekend onder den
naam van kampioensnoekenjagers, hebben
gisteren, terwyl zy op de gebruikelijke wyze
aan 't hengelen waren.twee groote kabel
jauwen opgehaald. Groot was de verrassing
der beide heeren, welke echter nog grooter
werd, toen na hun thuiskomst, de visschen
werden opengesneden. De eene kabeljauw
bevatte een ongeopend blikjattnet sardines
en de andere een volledig hai^oek o
geheimen der zoetwatervisschery.