ara
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAI
VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
No. 16823
66* Jaargang
Zaterdag 26 No
her 1627
OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
M
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP,
HEUWERKERK,
OUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
ONHÖVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enx.
Dit nummer Imataat uit twee bladen.
'E’-C
KRUISKADE
(Wordt vervolg^.
idige
nerika.
103 en 68 uur,
ZONNEWEKLDE.
Boman van OLGA WOHLBRÜCK.
Met autorisatie vertaald door
Mevr I p. WESSELINK— Van Rossom
(Nadruk verboden).
Rotterdam
•en, Breukbanden
rljicourant gratie
ben wij er prijs op
Schouwingen mede
ing van Provincie
ie gevallen de ver-
Me Staten en Ge-
er eenzelfde beeld
de Volksvertegen-
>s veroorloven een
Kis en overal door
schillen te noemen
jerbodig voor, dat
meer gaat vesti-
Landeling van be-
Lthans maar al te
waakt, ml. een be-
K uitgaven en in-
reid worden bevonden, gevraagd of onge
vraagd, van advies te dienen.
Bezuiniging en tegelijk salarisverbetering,
het ei van Columbus!
Wie zet het op de Ministerstafel
lijke „emolumenten”,^
slechts zijn, dat derj
dubbel kwaad hebben
er, ondanks hun geril
toe mede om den tod
norm nog meer naai
anderzijds vormen zijl
van allerlei ingewikkl
bron van vermeerdert
te groote ambtenaar!
lio! Intusschen zyn wl
het verschil in onda
een ongehuwde en ee
gezin; wij zoeken de
een toelage aan enk<
treffende regeling VI
voor allen, die daarvi
men, zoowel ambtenl
ren. Deze opmerking
voudigheid hier eenj
een voorbeeld kunneq
te bereiken is en welj|
zien de wijde strekkl
deelachtig kunnen, w
V olledigheidshalve^
te verklaren, dat dei
gelden voor de huia
en Gemeente. Waar 1
gaderingen van Proi
meenteraden meer ei
vertoonen als die
woordiging - wat VI
schaduwzijde van he|
werken van politiek^
komt het ons nii
men ook daar de aan
gen op hetgeen by d
grootingen en voorat
dikwijls in het gedrai
hoorl(jk evenwicht id
komsten van gewest en gemeente. Niet een
drukken van de uitgaven zonder meer of een
roekeloos opdrjjven van de inkomsten (lees
belastingen), doch voorzichtigheid en nauw
gezette overweging ten opzichte van beide.
(lOUkSCIIEl COURANT
Salarisver betering. Dat het bud
get voor de ambtenaarssalarissen in ons va
derland in totaal een te hoog bedrag ver
toont, bet kan bezwaarlijk worden ontkend.
Maar eveneens is niet met grond te bestrij-
den, dat het salaris van den ambtenaar in
het algemeen, bijzondere gevallen daarge
laten, onvoldoende is. Waar deze regelen
niet tot strekking hebben zulks in bijzonder
heden te betoogen, kunnen ook hier voor
beelden achterwege blijven. Voor wie nog in
twijfei>*iocht wezen, staan zoowel van offi-
ciëele als van particuliere zy'de de noodige
objectieve gegevens beschikbaar. By de be-
studeering daarvan, b.v. uit de begrotings
stukken, stare men zich echter niet blind op
het totaal-bedrag van hetgeen aan salaris
sen voor een bepaalden tak van dienst wordt
uitgetrokken, doch ga men nauwkeurig na
hetgeen voor ieder ambtenaar persoonlijk
wordt aarfgevraagd. Overweegt men dan
voorts hetgeen van een goed ambtenaar
de slechten ontvangen altijd nog! teveel
in de verschillende rangen, gelet op arbeids-
praestatie en verantwoordelijkheid, mag
worden gevergd en houdt men daarbij reke
ning met de eischen, welke in den tegen-
woordigen tyd aan een behoorlijk bestaan
de verkwistenden komen altijd toch tekort
worden gesteld, dan kan het oordeel
moeilijk in strijd wezen met de algemeene
uitspraak, welke wy hierboven neersehre-
ven. Daartoe is een studie van allerlei sta
tistische gegevens zelfs geenszins noodig.
Een ieder kan zulks in eigen omgeving te
weten komen zoo hy het nog niet mocht
weten. En indien men mocht willen wijzen
op huwelijks- of kindertoelagen en derge-
Het ei van Columbu*.
Er behoorde zeker niet veel zienersgave
toe om te voorspellen, dat onder de vele on
derwerpen, welke by de behandeling van de
Staatsbegrooting de aandacht van Regee-
ring en Staten-Gen^raal bezig houden, niet
in de laatste plaats vallen Bezuiniging en
Salarisverbetering.
Twee zaken, welke beide goeddeels in de
ambtenaarswereld thuis behooren, of juister
gezegd thuisbehoorden. Want by een opper
vlakkige beschouwing houdt hier de Over
eenstemming tusschen beide begrippen op.
Sterker nog, door velen worden zy als twee
tegenstrijdigheden beschouwd.
Men stelt het zich soms voor alsof er dus-
schen bezuiniging en salarisverbetering een
onoverbrugbare klove ligt, alsof het een
het ander volkomen uitsluit.
Niet alzoo! Bezuiniging en salarisverbe
tering zyn niet twee elkaar uitsluitende be
grippen, zy 'behooren beide in het ambte
naarswezen thuis, zy moeten daar naast el
kander een plaats en voorloopig een blij
vende plaats, krygen. Salarisverbetering
door bezuiniging, dat zy aller devies!
ABONNEMENTSPRIJS: p
per kwartaal 2.90, per weel
Franco per post per kwartr
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons’Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring):
1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—6 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-adverteptiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.05, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeel ingen by contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande
laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het
Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zyn.
Lachende spot geneest; een spottende
lach echter krenkt.
te dien aanzien gevoerde bezuinigingspoli-
tiek niet of slechts nauwelijks te ontdekken.
Zeker, in den beginne, by het eerste optre
den van de Bezuinigingscommissie-Kink,
ging het in de eerste plaats om het wegne
men van de uitwassen, waar het tijdperk van
de schier alles omvattende regeenngszorg
der distributie voor een goed deel debet aan
was. Nadien had men echter voornamelijk
behooren te zien naar de allergrootste oor
zaak van het teveel aan ambtenaren in ons
vaderland: de zoo ingewikkelde inrichting
van onze wetten, besluiten, Voorschriften en
wat dies meer zy. Het bestek van dit artikel
laat niet toe, hier met voorbeelden te komen,
hetgeen wy overigens ook allerminst noodig
achten. Immers, van wie zou hier tegen
spraak zyn te verwachten? Zeker niet van
hen, ambtenaar of niet-ambtenaar, die de
bepalingen hebben toe te passen of na te
leven. Wie in Nederland zou durven bewe
ren, dat ten deze allerwegen de meest mo-
gelyke eenvoud en duidelijkheid wordt be
tracht?
Welnu, omslachtige en onduidelijke bepa
lingen eischen voor hare uitvoering méér
ambtenaren dan by een behoorlijke regeling
het geval zou behoeven te zyn. Hier, en juist
hier, ligt de kern van het bezuinigingsvraag-
stuk: geef mij een eenvoudige administratie
en ik zal minder ambtenaren behoeven!
Derhalve èn bezuiniging èn salarisverbe
tering. Zet de ambtenaren aan de verbete
ring van onze staatsmachine, zoo in hoofd
zaak als op ondergeschikte punten. Laat hen
die de bepalingen en dus dezelver omslach-
’tigtheid kennen, komen met voorstellen tot
vereenvoudiging en verbetering. Eenzelfde
doel bereikt door minder papier en minder
menschen, dat is de oplossing, waar Neder
land om vraagt. Stel geen ambtenaren op
wachtgeld dat schrikt af, maar besteed
de door vacatures vrijgevallen gelden voor
salarisverbetering, zoolang nog noodig
dat moedigt aan!
Ziehier, in hoofdtrekken, het denkbeeld,
dat wy der Regeering aanbieden. Voor uit
werking in bijzonderheden is het hier niet de
plaats; slechts mogen we er op wijzen, dat
voor dezen arbeid nieuwe organisaties niet
noodig zyn. Volgens onze meening zyn de
krachten daartoe in voldoende mate m het
ambtenaarscorps aanwezig en meer Jan één
niet- of oud-ambtenaar zal ongetwijfeld be-
i zou ons antwoord
fke bepalingen een
msdeels werken zij
Bid, in groote mate
eeds lagen salaris
leden te drukken,
tor het veroorzaken
I’berekeningen, een
boor het toah reeds
tas. Non tali auxi-
feenszms blind voor
bdskosten tusschen
■ofd van een groot
kedie echter met in
r doch in een doel-
len belastingaftrek
in aanmerking ko-
als niet-ambtena-
bge om hare een-
kts vinden; zy zou
k van hetgeen aldus
ook overigens, ge-
leenige overweging
zacht net hel bekoorlijke, wat melan
cholieuc lachje, dat haar blond omlijst,
teeder gelaat buitengewoon veriraaicU
<>Maar mijn lieve jptyrouwi.
De aangeboren ridfle|rlijkhe(id zege
vierde bij hem. Hij zou baar den vol
genden morgen eenige bloemen zen
den met enkele beminnelijke regels.
Het was allies wait hij kon doen on'
uitdrukking te geven aan zijn sympa
thie. Mee omgaan, neen. Of jn nadere
betrekking komen? Ondenkbaar.
Het gelukte hem na wel voege lijk
heidahalve een kwartiertje in het sa
lon te hebben verwijld, onopgemerkt
de vestibule te bereönen. Terwijl een
knecht hem' met zijn jas hielp, ’eed
een ander een nieuwen bezoeker de
deur open
„Wat doet u hier, papa?'
Met ëen haasilige beiwegingi liet Ger-
h|ard zijn zwarte avondjas van zijn
petouders glijden.
Glraaf Oberwall flam een cigarette
uit zijn plat gouden étui, dat de null
allen van koningin Victoria in robijnen
en diamanten bevatte en zocht ostenta
tief naar een lucifer.
„Kun je mij vuur geven mijn ’on
„Alsjeblieft, papa
De knechts waren met andere pas
aangekomen gasten bezig, vader en
zoon stonden bijna geïsoleerd in eeui
hoek van de vestibule. Een kleine,
blauwachtige vlam scheidde hun blik
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
DCCCXCV.
Wy hebben in onzen Haagschen brief
herhaaldelyk gewezen op den enormen om
vang dien de beoefening van en de liefde
voor de muziek in den Haag hebben en de
moeite die men zich daarvoor getroost. Het
aantal concerten dat hier gegeven wordt is
in één winter niet meer te tellen; het re
gent jaarlijks sterren van den hemel, die
alle hun talent komen demonstreeren.
lederen avond is er minstens één concert
en zelfs zyn twee en drie op denzelfden
avond geen bizonderheid. Niettegenstaande
dien enormen muziek-lust moet de ge
meentelijke schatkist jaarlijks helpen om
de muziek in stand te houden, geeft zy aan
het residentieorkest 77 mille subsidie en
aan tal van gezelschappen en koren klei
nere hoeveelheid guldens.
Wy hebben dat subsidie geven altyd afge
keurd omdat waar zooveel belangstelling be
staat men toch waarlyk wel zelf de kosten
kan dragen en men niet hen, die geen lust
voor de muzieklawine koesteren indirect door
middel van de gemeentelijke belastingdui-
ten moet dwingen om toeslag te geven op
de entree-pryzen. Tot anders is het subsi
die ten slotte niet nut, want als de muziek
liefhebbers hooger entree betaalden en de
gemeente naliet daar eerst belasting van
te heffen, waar wy ook tegen zyn, zou men
zyn eigen vermaak betalen en bleef ieder
vrij om zyn geld te besteden zooals hy dat
wil.
Als een typisch bewys voor de juistheid
van onze stelling wijzen wy nu eens op de
opera-voorstelling die Zaterdag j.l. in het
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
is gegeven. Daar is in volle glorie de Frei-
schütz opgevoerd met wereldberoemde so
listen, waarvan men vertelt dat één voor
dien éénen avond een honorarium van twee
duizend gulden ontving. De pry ien der en-
treés waren van drie tot vijftien gulden en
het gebouw was uitverkocht.
Om deze opvoering mogelijk te maken
was een koor van vrijwilligers gevormd,
tachtig dames en heeren die meer dan een
half jaar lang hun vryen Zaterdagmiddag
hebben opgeofferd, vele avonden tevens,
soms zelfs na afloop van de schouwburg-
voorstelling na half twaalf om de koren in
te studeeren. Uit andere plaatsen, uit
Delft, zelfs uit Dordrecht kwamen sommi
gen geregeld over om de repetities by te
wonen. Men had er tyd en geld en moeite
voor over om te zingen en zich door den
intendant van het Gebouw, die zich noode-
loos met de regie waarvan hij zoo goed als
geen verstand heeft bemoeide, te laten
koeieneeren en zelfs voor „idioot” te laten
uitmaken, men is uit zyn werk er voor „uit
gebroken” om op de gekste uren te komen
en dat alles heeft men ervoor over om een
paar uurtjes vermaak te geven.
Nu vinden wy dat alles best en ieder
moet dat voor zich weten of hy of zy er
plezier in heeft, «maar het overgroote deel
van het geld dat voor dit vermaak wordt
uitgegeven verdwynt in de zakken der bui-
tenlandsche artisten. Hooge entrées wil
men hier wel betalen doch straks voor de
instandhouding van het Haagsche orkest
kunnen de gemeente-financiën er voor op
draaien. Natuurlyk steekt de gemeente van
deze uitvoering met haar belasting ook een
sommetje in den zak, maar dat doet ze even
goed van gansch andere voorstellingen die
niét door buitenlanders worden gegeven.
Hat toont alleen aan hoe men eerst ver
keerd handelt in diverse richtingen om geld
bjjéén te brengen en dan weer verkeerd
handelt om het geld in één richting uit te
geven. Het zyn ten slotte dezelfde men
schen die by de Freischütz komen en by
het Residentie-oikest.
Wanneer men, gelijk nu weer eens blijkt,
zoo ontzaglijk is gesteld op dergelyke mu
zikale uitvoeringen en er zoo alles voor
over heeft, is het dan billijk dat men voor
zijn liefhebberij nog geld wil hebben ook
van hen die er geen deel aan nemen en die
wellicht veel meer voelen voor andere
kunst, die niet zooveel belangstelling heeft
en dus veeleer noodlijdend zal zyn? Dit is
en blijft ons ernstig 'bezwaar tegen de
subsidie aan tooneel en muziek dat zy al
leen ten bate komen aan hen die er op een
oogenblik van genieten. Iedere andere
kunst schept iets blijvends waar zelfs la
tere geslachten van genieten kunnen -
acMMwfcunrt, beeldhouwkunst, letterknn- - - -.
de en juist deze, die veel algemeener
zijn, krijgen geen steun.
Hoe zeer wij en dit tot slot het
pryzen dat zoovelen belangeloos hun tijd
en energie aan deze opera gaven, het moe^
ons toch van het hart dat voor andere doel
einden, die misschien nog meer beteekenis
hebben, het hopeloos moeilijk is om eenigen
steun te krijgen. Tracht maar eens vijf
menschen bijéén te brengen om gezamen
lijk iets te doen, dan is het haast onmoge
lijk een uur te vinden dat zy allen willen
en kunnen komen. By deze koorrepetities
kwamen ze te nacht en te ontij.
De conclusie ligt voor de hand: ijdelheid
der ijdelheden, ’t is alles ijdelheid.
Straks zal de gemeenteraad weer talloos
velemiddagen en avonden gaan besteden
aan het behandelen der begroöting. Het
antwoord van het dagelyksch bestuur op
vele grieven en klachten die in het alge
meen verslag zijn geuit, is verschenen en
als altyd verdwijnen weer vele van die
edelachtbare opmerkingen geheel. Het is
altyd interessant een dergelyk antwoord
eens te lezen omdat het de eenige keer in
het jaar is dat het gemeentebestuur eens
iets van zyn opvattingen laat blijken.
Er zijn van die kleinigheden in een stad
Voa Taysen legde zijn hand tegen
den helm, He1 den graaf eerbiedig
voorbijgaan. Eenjge verwondering en
een beetje minachting lag m den blik,
dien hij op Gerhard wierp.
„Kan ik een boodschap van je aan
de dames overbrenger!?’
„Neeni, dank je. Een dezer djagen
maak ik haar mijn opwachting.’
Gerhard groette kiort, drukte wjn
hoogen hoed dieper op zijn voorhoold,
daarna daalde hij op Zijn trage ma
nier langzaam de trap ai fej hoorde
nog het zacht rinkelen van de sabel
tegen de steenen treden, daarna sloeg
ij het portier van de coupé achter
zich dicht.
Zwijgend drukte hij zacih in den
hoek! Hij scheen hedl kalm, alleen
zijn over elkaar gee.agen voet wipte
zenuwaditig op en neer
Graaf Oberwall wreef met zijn zak
doek van witte Chineescfae zijde langt
die beslagen ruit.
„Die Maartsche stormen zijn recht
omaangenaah Over het geheel een af-
schuweflHko winter di* jaar. Mensrakt
eenvoudig naar blauwen hemel on
warmte.”
„Dat kan u op eiken tijd hebben,
papa, wat belet u op reis te gaan?
,.Je grootmoeder, mdrn jongen.
„Grootmama.’’
per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
ek 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt,
irtaal 3.15, met Zondagsblad 3.80.
dagelijks aangenomen aan
ipers, den boekhandel en de
iwjr
Bezuiniging. Deze sta voorop. Wy
zouden meenen de bekende open deur te
gaan intrappen indien wy hier nog eens de
noodzakelijkheid van bezuiniging in ons
staatsleven gingen bepleiten. Zy wordt al
lerwegen erkend, al moge er over de vraag,
hoe die zoo noodige besparing op de uit
gaven voor de openbare diensten is te ver
kregen, de meeningen ook uiteenloopen. Op
één punt, een zeer belangryk punt ons in
ziens, wenschen wy intusschen de aandacht
te vestigen, al was het reeds daarom, dat
het veelal over het hoofd wordt gezien, zelfs
door hen van wier goeden wil men ten aan
zien van de zaak in het algemeen mag over
tuigd zyn. Voor velen namelijk houdt het
begrip bezuiniging in hoofdeaak in het ver
krijgen van een zoo gróót mogelylke vermin
dering van uitgaven voor eenig bepaald doel
of dienstvak. Zulks te bereiken door bespa
ring op de materieele kosten, dan wel door
verlaging van den post voor salarissen. Dit
laatste gaat het eenvoudigste óf door ver
mindering van het aantal ambtenaren, óf
door verlaging van hunne inkomsten als
zoodanig. Beide methoden zyn reeds meer
malen toegepast; de eerste in vele gevallen
inderdaad niet zonder reden; of de andere
methode op den duur evenzeer doeltreffend
mag wonden beschouwd, kan eveneens niet
zonder reden worden betwijfeld. De laagste
salarissen trekken gewoonlyk niet de beste
krachten, houden vaak niet eens de gov*de.
Niet op verlaging der traktementen, doch
op vermindering van het aantal ambtenaren
moet systematisch worden aangestuurd.
Inderdaad, systematisch! Volgens een be
paald systeem. Dit nu valt in de tot dusver
eigen dochter vindt.
Langzaam nam Ooerwali de monocle
uit het oog, liet ze door zijn vingers
in zijn vestjezak glijden.
„lid* is koud in het atelier, vindt
u ook niet zei hij opvallend scherp
eeti antwoord ontwijkend. Hij dacnt
er niet aan zijn gastheer en gastvrouw
iets te verwijten Maar voor hem' was
het huis, wa» de familie geoordeei'
Een man, die zijn dochter aan de
blikken en de b^chouwingen van het
publiek, een jong meisje, dnt zich aan
deze taxeerende blikken onderwierp
dat telde eenvoudig niet mee. Ger
hard mocht geen domheden begaan
Hij voelde zich' plotseling zeer on-
oehagelijk in deze omgeving, en hij
zocht naar het eerste het beste voor
wendsed om zich terug te trekken.
De knecht kwam' binnen eoi bericht
te, dat er in he* salon al enkele gas
ten wachten, die op de thee waren
genoodfigd.
Mevrouw Sina wilde er nie|ts van
weten, dat de „beste graaf’ haar nu
al verliet.
Zij nalmi zijn arm en hield hem terug
miet het zachte gelweid van de Slavi
sche, wier gastvrijheid dikwijls zoo
drukkend kan zijn
Lou zag de pijnlijke verlegenheid,
die HA ondanks alle zelfbeheersching
op het gelaat van den ouden heer af
toekende.
A,Ikl hellp u verdwijben,” zei zij
„Ik heb vandaag gelegenheid je in
mijn club te introduoeeren mijn jon
gen, kleed1 je weer aan en ga met mij
n»ee
Een fijn rookwolkje hulde het ge
laat van den voormadigen diplomaat a la
in een1 dunnen sluier.
„Dank u, papa, vandaag zou ik He
vea* hier blijven."
(Dat was bijna' tegenstand. Graaf
Oberwall was gevoelig voor den voru..
Een geprikkeldheid, die hij zidh geen
moeite gaf te onderdrukken schoot met
koudon straal uit zijn oogen.
,,Ik wnl, dat je met mij meegaat,
Gerhard”.
Gerhard rekte zijn slank bjOvenlijI,
drukte heftig zijn duim op dien gou
den cigarettenaansteker met den groo-
ten smaragden knop de spieren m
zijn wat miagere, scherp geteekende
wangen speelden met de regelmaat
van een opgewonden mechanisme.
„Uw wensch is voor unj naituurliik
bevel”, antwoordde hij kort, nam' zijn
hoogen hoed van den haak en liet zich
zijn jas weer om de schouders slain
Op het bordes liepen nij tegen Von
Taysen aan.
„Vertrekken de heeren al
„Mijn zoon heeft mij alleen hier at-
haald”, zei graaf OtxWalll met be
slistheid.
Zijn toon onderdrukte elke verdere
vraag.
17
Tot nu toe had hij den beeldhou
wer slechts gekend als modelkunste-
“a®r, als de schepper van elegante
busten, aardige beeldjes en van eeni-
8? oonventioneelegedenkteekenen.
Hel was de eerste keer, dat hij een
blik in de eigenlijke scheppingsleer
den kun tenaiar wierp. Buitenge
woon. Drommels ja, dat 'wa&wat Die
kun wat.
Onwillekeurig streek bij met de vin
gers langs de omtrekken van de „Wa-
tertraagster”, alsof de Mik niet vol
doende was omi de edele harmonie der
lijnen op te nemen.
«Tja graaf nietwaar een
verrukkelijke gestalte. Deze bekoring
m de beweging der heupen."
En met -iezelfde, stireelen.de bewe
ging der vingers streek een der hee
ren langs het beeldje. De man heelt
geluk, dat hij zoo’n model in zijn
zo/u